wordt door de Java Cthet vc ontleend Uit D^ja wordt bericht ontvangen, dat kleine benden van Toekoe OemarHet grondverzet moet anders niet uit Pedir gekomen waren om uit Lo- meevallen. Waarschijnlijk zullen hong en Lambesie goederen te halen; eenige duizenden kubieke meters meer door het stellen van hinderlagen ge- J verwerkt moeten worden, dan waarop lukte bet, aan die benden eeu ver-men aanvankelijk gerekend had. lies van een viertal gesneuvelden toej Den 4den Maart gebearde het voor over de Kroeng-Djerir is byna gereed^ wordt den meisjes dan dadelijk hetToen de „Contos a Ninon" (1864) en nog deze week zullen de treinenteeken of sein medegedeeld, waaropverschenen en gunstig ontvangen wa- erjïver rijden. zij moeten vluchten, om de politie te ren. begreep Zola, met den voet nu tja Ri te brengeu en twee Beaumontgewe- ren buit te maken. Den Hen Maart is de mobiele co lonne van Lepong naar Lam Noh overgegaan en Lepong door vier bri gades marechaussee bezet, ten einde aldaar de registers betreffende perso nen eu goederen te voltooien. Den 6en Maart verjoeg eene pa trouille van Kroeng Raja kleine vijan delijke benden uit het gebergte, ter wijl gisteren (14 Maart) eene mobiele colonne van twee compagnieën, voor zien van vier dagen vivres, vauSeli- moen naar Lam Toba vertrok om in verband met troepen van Tjot Man- jang den geheelen omtrek van Kroeng aja te doorzoeken, De J.-B. meldt Tenzij het door generaal Van Vliet verzocht ontslag uit zijne betrekking wijziging in de in beginsel aangeno men expeditie naar Pedir en Gighien mocht brengen, zal deze worden aan gevoerd dcor den kolonel J. B. van Heutz. Al3 chef van den staf zal de luit.- kolonel J. L. Koster optredenver der zullen als stafofficieren bij de co lonnes fungeeren de kapiteins T. A. de Neve en G. C. E. van Daalen. De verplegingsdienst is opgedragen aan den majoor-intendant W. K. M. Hazen, aan wien twee kapiteins-in tendanten. eeu kapitein-kwartiermees ter en een luitenant-magazijnmeester zullen worden toegevoegd. De ben- ting te Segli zal worden ontruimden tot veldhospitaal ingericht, terwijl voor den trein 2300 dwangarbeiders by het departement van jnstitie zijn aangevraagd. Als genie-commandant zal de majoor E. Marcella optreden. In het. begin van de maand Juli zal in het landschap Sagli eene troe penmacht worden verzameld ter sterkte van 4 bataljons infanterie, 1 eskadron cavaleriie, 1 battery bergartillerie, i2 brigades maréchaussees, een peloton genietroepen, met den noodigen trein, ambulance en 2300 dwangarbeiders. De commandant der zeemacht is uitgenoodig om den commandant van de "in de wateren van Atjeh verblijf houdende flottielje te doen medewer ken tot liet bereiken van het, beoogde doelhet doordringen in de XXII moekims en het breken van het ver zet iu de landschappen Pedir en Gi ghen. Aangezien wij echter in en om Segli vasten voet hebben en langs de kust nagenoeg geen kampongs van aanbelang liggen, die een landing zou den kunnen bemoeilijken, zal de ma rine er niet veel te doen vinden. Ge beurt er tusscheu nu en Juli niets bijzonders, dan zal hare medewerking zich uitteraard bepaleu tot een tijde lijke samentrekking van de reeds in de Atjehsche wateren liggende oor logsschepen naby Segli en zullen er geen andere bodems worden heen ge zonden. Zooals wy reeds vroeger hebben medegedeeld, zullen van Java wor den gezonden het 2e bataljon te Ma- gelang, het 2e reserve bataljon eu het 3e veld-eskaqiqQ cavalerie van Wgi- *SWeded, ambulances, 1 pelotöii genie troepen eu de reserve bergbatterij, by welke de kapitein H. Spree, de le luitenant C. F. Gits en de adjudant onderofficier d.d. officier Eichhorn zjjn ingedeeld, alsmede eonog nader aan te wyzeu luitenant der artillerie. De Java-Bode weet nog mede te deelen, dat in het door den gouver neur-generaal goedgekeurde plan voor de expeditie naar Pedir, de door den chef van den generalen staf uitge werkte voorstellen in hoofdzaak on gewijzigd zyn overgenomen de eerste maal dat de werkzaamhe den door een bende djahats veront rust werden. Dit had plaats by Tjot Ateuh, waaruit dus blijkt hoever de aanleg reeds gevorderd is. Een troepje Atjehers, ongeveer vijf tien man sterk, verdwaalde daar in de nabijheid en scheen eeu Hinken voorraad munitie by zich te hebben, want het aantal schoten, dat zy op de koeli's en troepen losten, moet wel 200 hebben bedragen. Toen een gedeelte der dekking hnn te dicht op de hielen kwam. kozen zy het hazenpad. Of zij verliezen hebben geleden is niet bekend. Het mocht anders wel, want er zyn bij die gelegenheid wol 1200 patronen verschoten. IHGEZONQEN. Voor den inhoud dezer rubriek stélt de redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukkengeplaatst of niet geplaatstwordt de copij niet aan den inzender terug- gegeven. Ateliers. Mijnheer de Redacteur! Een gevoel van heftige verontwaar diging dwingt my, de pen op te nemen voor eene klasse van meuscben ic onze maatschappij, die waarlijk geen benijdenswaardig lot hebben. Ik be doel nl. de meisjes van de zg. „ateliers' Zooals bekend is, liebbea wy in ons land eene Arbeidswet. Eu eene goede Arbeidswet, die maar één gebrek heeft, nl. dat zy nog lang niet streng noeg is. En die Arbeidswet wordt toegepast; ik zeg dit er by, omdat wy, helaas, ook wetten hebben, die niet worden toegepast. Zy wordt toegepast; wy zien het elke week in de groote me nigte overtredingen, welke den kanton rechter wel dagwerk verschaffen. Eiken keer, als ik lees, dat de een of andere schraapzuchtige patroon er weer voor eeu paar gulden is inge vlogen, wryf ik mij iu de handen van pleizier en vind het slechts jammer, dat het niet voor een paar honderd gulden is of voor myn part voor een paar honderd dagen! En toch, niettegenstaande do waak zaamheid van de politie, waarvan ik overtuigd ben, wordt de Arbeidswet nog zeer dikwijls overtreden, zonder dat de politie er achter komt. Dit geschiedt vooral op de zg. „ateliers". Sedert een paar jaar ga ik dagelijks met iemand om, die dit „atelier-Teven" van uaby kent. Zoodoende hoort men nog wel eens wat, dat een gewoon rnenseh, en vooral de officieels politie, nooit ter oore komt. Meermalen werd my verhaald, op welk eene slinksche wijze men dikwijls de politie ontko men was. die 't atelier doorzocht, terwijl de meisjes zich op de eene of andere plaats verscholen hadden of eene achterdeur uitgingen of wel be neden in de huiskamer, op de thee genoodigd waren. Ieder begrijpt dat dit maar enkele voorbeelden zijn. Gij zult vragen; „Maar waarom do?n die meisjes dat dan ook Het is immers hun eigen nadeel Och, het antwoord is niet ver te zoeken. Er moest eens centje liet wagen, om bij de politie te gaan kla gen of deze de waarheid te zeggen; ze zou immers dadelijk gedaan krijgen. En „gedaan te krijgeG" voegt meisjes van een atelier niet al te best, wijl hunne maatschappelijke positie dit gewoonlijk niet toelaat. Dan maar liever den geheelen dag en avond, van ontloopen. En tegen dit al kan men betrekke lijk weinig doen, boe graag men ook wilde. Toch dacht my, zou het deze zaak geen nadeel doen, wanneer ik daarvoor eens een plaatsje in dit blad vroeg aan den welwillenden Red. Misschien zyn er nog meer, wien hier over iets op 't hart ligt. Dat zy het ook eens aan 't licht brengenzoo moeten wy toch tot verbetering komen. Ook gij, ferme mannen van de po litie, weest op uw hoedespeurt overal rond, zooveel gij maar kunt, vooral tegenwoordig, in dezen) drukken tijd voor de ateliers! Gy verricht er eene daad van edele menschenliefde mede, die ieder wel denkend menscli zal toejuichen HUMANITAS. Letteler* e*-* Dinsdagavond ging by de Neder- landsche Opera „Manon" als eere- voorstelling voor mevr. Madier de Montjau en den heer Frans Phlippeau. De zaal was geheel uitverkocht en in den beugel, zich fluks in 't zadel te moeten zetten. Avond aau avond werkte hij zyn taak af, een bladzij drnks, voor een novelle, eeu essai over 'n onderwerp van literatunr of kunst, een roman. „La confession de Claude", de eerste van Zola's romans, is, slechts met enkele dagen verschil, juist één jaar later dan „Ninon" ver schenen. Genoeg bekend wat erover dit „onzedelijke" boek te doen is ge weest. Naar den auteur, het jonge- mensch bij Hachette in dienst, werd „geïnformeerd". Den deftigen uitge ver moet dit gehinderd hebbenhy wilde nu wel los van den revolutio nair. Op den len Februari 1866 is deze los gekomen, de boekhandelaars- bediende, dien, zijn patroon hoog over 't hoofd gegroeid, thans heel de we reld kent. Esterhazy. Het gaat majoor graaf Walsi Esterhazy niet naar den vleezeZyn vjjanden weten dingen te vertellen die noch vleiend noch aangenaam voor hem zyn. Maar zelfs zyn vrouw is nu mee gaau doen. Zy heeft hem by den beiden bekwamen artisten werd I deurwaardersexploot nog wel de een schat van bloemen ouder lang-1 deurwaarder in de zaak-Zola die hier durig applaus aangeboden. GE35ENQO NIEUWS Brand in een gevangenis. De oude gevangenis te Nyvel (in België) is Zaterdag byua een prooi der vlammen geworden. Toen tegen twee uur des morgens een der ge vangenbewaarders de ronde deed. merkte hy plotseling vlammen iu de gang, die naar de keuken leidt; hij ging onmiddellijk den directeur waar schuwen, die zoo spoedig mogelijk de noodige voorzorgsmaatregelen nam. De gevangenen werden uit de cellen gehaald, de slaapzaal ontruimd en terwijl het personeel den brand be streed, bracht de directeur zijn „gas ten" in veiligheid. De keuken is geheel uitgebrand, terwyl ook aan de kapel zware schade toegebracht. Emile Zola bij Hachette. Wy lezen het volgende in het Ndb. d. Boékh. Het is ruim 25 jaren geleden, dat de nu beroemde romancier Emile Zoia als boekhandelaarsbediende bij de firma Hachette te Parijs in dienst kwam, op een salaris van lOOfrs. per maand. Moest hy hier eerst niet veel meer dan pakjes maken, spoedig werd hem ook administratief werk opge dragen. Daaraan besteedde de vlytige employé veel zorgmaar in zyn vrije uren 's avonds thuis, zette hy zich pas terdege tot wat hy arbeid noemde; dan schreef hy, moduieereude in pro za, kalm, langzaam, en rasten ging hij niet, eer zyn taak, een bladzy druks, volbracht was. Op 'n Zaterdagavond in 1863 sloop de toen 23jarige Zola iu het bureau van zyn patroon Hachette, en lei hy er een handschrift, zyn eerste novelle, op de tafel. „Wat de uitgever er van zou zeggen?" „Wat er nu gebeuren zou?" Deze en ettelijke andere vra gen stelde zich de auteur, en met ongeduld wachtte hjj den dag morgen afdoch, of hy toen al 'Z*tl best deed iets uit het gelaat van zyn chef te lezen, 't mislukte. Eindelijk, tegen twaalven, werd hy in het kan toor geroepen. De patroon bood beta een stoel, sprak eenter niet over het manuscriptmaar beloofde het salaris van zyn employé met 100 frs. per maand té verhoogen. In den avond, na half negeu, kou men Zola thuis weer, rustig schrij vende vinden aan een nieuwe novelle, 's morgens acht tot dikwyls 's avonds tien of eif uur, gewerkt ten behoeve i in de gedachten reeds grof opgezet, vau enkele gevoeliooze, woekerende) Aldus regelmatig voortwerkende Déze° waren, volgens het blad, niet j „mantelkouingen" en „confectiebaron-1 had hy binnen 'njaar zooveel kopy lijnrecht in strijd met de door den'nen"! Dan maar liever voor een aller-1 gereed gemaakt, dat ze inéén bundel gouverneur van Atjeh (generaal Van (karigst loon den geheeleu dag ïn een j wel in druk verschijnen kon. Gedoopt Vliet) beraamde plauuen eu na alle j ongezonde houdiiur eu omgeving ge-j als „Contes a Ninon werd net hand- j Do gevechtsformatie werd aldoor ge- by de mondelinge beraadslagingen ge- J naaid en gestikt, tot't iemand duizelig j schrift aan den uitgever Hetzel ge- j handhaaf d. Op den rechtervleugel geveo toelichtingen kon laatstgenoem- voor oogen wordt! Thee of koffie is'zonden. Deze liet den schrijver we- j waren de 24 stukken geschut, de i dienst deedeen eisch doen toe- jkomeu tot scheiding van goederen. Normandische melk. De Engelsche consul te Cherbourg wyst in zyn laatste verslag op een dreigend gevaar voor de Engelsche melkboeren. SederLeenigen tyd neemt nl. de uitvoer van Normandische melk uit Cherbourg naar Engeland sterk toe. Dit is het gevolg van een ont dekking, die men in Norraaudië ge daan beeft. Men merkte op, dat de melk van koeien, die vaD een zekere in die streek veel voorkomende soort gras aten. niet zoo snel verzuurde als melk in den regel doet. En de boter, uit die melk bereid, hield zich ook langer goed. Toen kwam men op het denkbeeld uit het bewuste gras een tinctuur te trekken, en daarvan kleine hoeveelheden in gewone melk te mengen. De uitkomst was, dat zulke melk zes dagen lang uiet ver zuurde. Een maatschappij werd toeo gevormd, uie her geheim van de tinc tuur kocht, een hoeve opzette en te Cherbourg een fabriek oprichtte. Bovendien kocht de maatschappij alle beschikbare melk in die buurt op, bereidde die volgens haar geheim, en dan ging de melk naar Engeland. Het middel schijnt schadeloos. I11 December steeg de uitvoer tot 1200 gallons melk per dag. De maatschappij doet nu pogingeu, met Engelsche firma's een vennootschap te sluiten. Komt het daartoe, zegt de consul, dan is er geen grens te zien aan de hoeveelheden melk. die uit Frankrijk op de Engelsche markt worden go- bracht. Een aanslag. Volgens Budapesti Hirlap zou ver leden Donderdag te Tatar-Bazard- scbik een aanslag zyn beproefd op de Orient Express waarin zich vorst Ferdinand bevond. Er was een rots blok op de lyn gelegd, waardoor de trein bad moeten ontsporen. De aan slag werd echter nog tydig ontdekt. Een boerenjongen is in hechtenis ge nomen. De slag aan de Atbara. Van dezen belangrijken slag aan de Atbara, het voorspel van den on dergang der Derwisjen, deelt Reuters correspondent de volgende bizonder- heden mede: Wy verlieten Donderdagavond om zes uur het kamp Na twee uur marcheerens bivakkeerden wy tot één uur 's nachts. Daarna ging het weer voorwaarts. Omstreeks vier uur wa ren wij dicht by het vijandelijk kamp geuaderd. Weer werd halt gehouden tot kwart voor zessen. Toen weet vooruit over een steenachtigen weg.! voor den aanval werden gemaakt, lagen honderden doode Derwisjen. De bevelvoerende officieren sprakenTelegrammen van geiukwensch van allen hnn manschappenjtoe. „De tij-de koningin, den ebedive, Balfour ding van de overwinuing moet van- j nit naam der Eugelsche regcering, avond te Londen zynzei er een. j Lord Cromer e. a. brachten in het Generaal Gataere zeide: „Er kan i zegevierende kamp veei geestdrift. geen sprake van zyn, of wy moeten Tot vier uur bleven de soldaten in dwars door de Zariba breken en de'de brandende zon gelegerd, en eerst Derwisjen in de rivier gooien!" Een na zonsondergacg begon de terug, ander: „Denk aan Gordonl" tocht naar het kamp te Oemdabia. Te kwart over zessen opende deZaterdagavond trok bet leper verder artillerie, op den rechtervleugel, het vuur, het geheele kamp bestrijkende. In de verte op den linkervleugel zag men de ruitery der Derwisjen nit hét bosch komen, maar zy werden spoe dig door een overstelpend vuur van de maxims teruggedreven. Ook raket ten werden in bet kamp geschoten en herhaaldelijk sloeg daar de vlam uit. Een half uur lang duurde dit bombardement, zonder dat de vijand antwoordde. Toen echter begonnen de kogels over ons hoofd te fiaiten. Zy mikten te hoog. Na een paar minu ten hield dit schieten op. Te haltacht zweeg onze artillerie en er werd storm geblazen. Men hoorde de doedels van de Cameron- Hooglanders. Het was de taak van dezen om door oen sterk geweervuur de eerste gelederen Aran de derwisjen in bedwang te houden, terwyl andere troepen bressen zouden slaan in de zariba (pallisade-versterking) of er met stormladders overheen komen, De Camerous gingen vooruit, en toen zy een heuvel hadden bereikt, van -, aar zy over de zariba heen de Derwisjen kouden raken, begon er uit het kamp een hevig geweervuur op de Hooglanders. Weer schoten echter de Derwisjen te hoog en de verhezen waren daardoor niet groot. Ondertusschen waren de Soedaneesche regimenten aan de zariba gekomen en met de Camerons hadden zy in korten tyd groote openingen iu de versperring gemaakt. Generaal Gata cre, aanvoerder van een der Engel sche brigades (de man van den Chi- tra!-veldtocht) was feitelijk de eerste, die aau de zariba de hand legde. Een soldaat, die hem vergezelde, redde hem het loven door een Derwisj met de bajonet tc doorsteken op het oogen- blik dat by van vlakbij op den gene raal aanlegde. Op een ander punt ging generaal Hunter, zjjn helmhoed in de band, de soldaten iu den storm loop tegen de zariba voor. Op een enkele uitzonderiog na, vochten alle hoofdofficieren te voet mede. Het was een onweerstaanbare aan val over de geheele linie. Er waren versperringen voor de zariba aangelegd, maar dat hield den storm loop nauwelijks tegen. De Hooglan ders, de Engelschen, de Egyptenaren de öoedanners, allen gedroegen zich even heldhaftig, maar de Derwisjen waren het niet minder. Zy wisten van geen wijken en bleven vuren tot zy neergeschoten of doorstoken werden zelfs de gewonden schoten al maar door, en moesten afgemaakt worden. Over het geheele kamp breidden zich de aanvallers uit; wie er van do Derwisjen het leven afbrachten,vlucht ten in de rivier of de woestijn in. Osman Digna was met zij'; ruiters a! vroeger verdwenen in de richting van Adarama. De Engelsche cavale rie en rijdende artillerie vervolgden de vluchtelingen nog een poos, maar het di?bt§ kreupelhout was een be lemmering. Het geschut van de Engelschen had uitmuntend doel getroffen,en de maxims waren weder onwaardeerbaar geble ken. Van de tien kanonnen van Mah- moed waren er maar twee eenmaal afgevuurd. Na liet gevecht reed de sirdar, Sir H. Kitchener, die aldoor in het vuur was geweest, ile gelederen langs. Overal werd hy met groote geestdrift begroet. Hy betuigde zyn groote te vredenheid over alle troepen de ser geant-majoors van do inlaudsche ba taljons, die de zariba waren gepas seerd, bevorderde hy in rang. Van de Cameron-Hooglanders zeido de sirdar, terug naar Abadar, waar de troep bivakkeerde. De veldtocht wordt nu voorloopig voor geëindigd beschouwd. De Engelsche en Egyptische troepen keeren naar bun 'zomerk war tieren terug. Makmoed werd door een troep &oe- danners gevangen genomen. Men vond hem in een met houtwerk af- gedekten kuil. Hy rnoet een man zyn vau een trotseh voorkomen. Toen hy den Engelschen opperbevelhebber ont moette was hy uit de hoogte en norsch. De slag is het grootste gevecht, dat eeu Engelsch-Egyptisch leger nog met de Derwisjen geleverd heeft. Het kostte den Engelschen negentien dooden en honderd gewonden, den Egyptenaren vijftig dooden eu 325 gewonden. De lyken van drieduizend Derwisjen lagen in hun kamp en in bet kreupelhoutvierduizend werden er krijgsgevangen gemaakt. Sport en «Wedstrijden. Voetbal. Ook het voetbai-veld te Heemstede, speelterrein van de Haarl. Footb. Club is Dinsdag getuige geweest van eene nederlaag der Engelschen die onder leiding van mr. Craven hier te lande speleD. De English Wanderers speelden nu tegen een Nederlandsch elftal 2de klasse. Dit elftal bleek op het veld al spoedig sterker te zyn dan de Engelschen, hoewel zy by half time nog gelyk stondenl tegen 1 goal. Daarna speelden de Hollanders met den wind in lmn voordeel eu wisten nog twee maai te scoren. De En gelschen verloren dus met 1 tegen 3. Heden spelen de English Wanderers tegen H. B. S. te 's Gravenbage. Wielersport. Op de Woodgreen-baan bij Londen heeft Cordang Maandag getracht het 5 E. myl- (8045 meter) record te ver beteren. Hij maakte den tijd van 10 min. 11% sec. Het record is echter 8 min. 5<)4/5 sec. eu staat op naam van Stocks. Vervolg Stadsnieuws Zaterdag ol Zondag jl. is opnieuw een rywiel gestolen uit de vestibule van de sociëteit „Trou moet Blycken". Denzelfden eigenaar is daardoor voor de tweede maal zijne machine ont stolen. De Staatscourant van 13 dezer bevat de wijzigingen in de statuten van de Vereeniging tot stichting eu in standhouding van scholen met den bijbel te Haarlem. Als bestuursleden treden thans op de hoeren J. Klein, J. Bierens de Haau, ds. P. E. Barbas, F. M. baron van Lynden en A. tfchoe- vaart. D. Schouten, E. Maarse en X. Jong kind Dz. allen te Aalsmeer, die door de Rechtbank alhier waren veroordeeld (mishandeling van Sckutz) tot gevan genisstraf do le van eene maand, de 2e en 3e van 14 dagen zyn in hooger beroep door het gerechtshof te Amster dam te dier zake veroordeeld, ieder tot f 10 boete of 5 dagen hechtenis. By vonnissen der Arrondisseraents Rechtbank alhier van do. >2 April 189S is opgeheven dc staat van fail lissement, waarin le. \V. Bierenbroods pot, bier- en koffiehuishouder wonende te Wormer by vonnis van genoemde reeft^ank dd. 221 Maart 1898 is ver- dat hun langzaam en vast optrekken ?af1,L^e M'nstiaan Jacobus Krös- om de zariba te vermeesteren, onder ibloemist wonende te Lisse, by een hevig vuur, een van de kranigste vonais van genoemde Recutdank dd. dingen was die iu vele jaren bedrevenMaart 1897 is verklaard, waren. j Nadat Router's correspondent zijnGedenksteen. de zich we! met de plannen van ko-er op vele ateliers niet te krygende, ken lang op een antwoord wachten maxims over de geheele linie ver-j verslag afgezonden had reed hy het! pezeu namiddag to één uur ver- - de zg. „overuren", waaraan soms dei maar eindelijk toch bereikte 't hem. ideeld. 'vermeesterde kamp door. Wat hy zag' onze Burgemeester, dhr. Mr. Toen de zon boven de kim rees was vreeselyk. Alle loopgraven lagen J- Boreel van Hogélauden lonel van Heutz vereenigen. _0. slaap wordt opgeofferd, worden zeer 1 Hetzel wenschte Zola te spreken, en „o- --- - Ineen Atieh-brief van de Sum. Ct. dikwyls niet eens extra betaald. Er daaruit volgde, dat de zaak in orde was het een prachtig gezicht, dat'opgevuld met dooden, en voor en ach- met zyne echtgenoote en zyne dochter komt onder meer het volgende voor: zijn bier zelfs ateliers in de stad. die was, of wel, in orde komen zou. Want j leger met wapperende vaandels voort- ter de zariba over een veertig meters i Jonkvrouw Agnes Boreel, by het m Ten slotte nog het belangrijke by de politie niet eens als zoodanig Men bundel uit te geven heette nog marcheerend. En het treffendst was! breed was de grond met houderden aanbouw zynde bureau van politie in nieuws dat de werkzaamheden aan bekend zyn en waar in't geheele kuiseen durf. Lacroix heeft het waagstuk de volmaakte stilte, waaronder dat lyken bezaaid. Dat was grootaudeels de bmedestraat tot liet plaatsen van de trambaan Glé-Kambing—Sclimoen geen arbeidskaart te vinden is. By ondernomen, natnurlyk zonder bono- ging. Te zes uur hielden wy nog door het geschntvuur gedaan. Ook op een uitstekend vorderen. De groote brug hunne entree in de nieuwe betrekking, rarium aan den auteur. eens halt, en de laatste toebereidselen den rivieroever en de zandbanken edenksteen iu dat gebouw. Wy troffen daar verder aan de Deze opmerking bracht een vreeselyken schrik by my teweeg. Als Heory werkelyk eens dood wasAls ik maar eeu gedeelte van het complot, dat op Anet gesmeed werd, te hooren had gekregen Ik gaf .Jacques geen antwoordmaar een man in myn nabijheid be merkend, hield ik myn paard in en vroeg wat er in de stad was voorgevallen. Hy zag my verwonderd aan, maar toen myn bestoven kleeding ziende, zeide hy „Ik zie, dat ge eeu vreemdeling zyt mijnheer maar hebt ge het nieuws nog niet gehoord bet was, dacht ik, al wyd en zyd verspreid." „Neen, ik weet er niets van, maar wat is er ge beurd De koning is toch niet gestorven „God beware me," antwoordde hy, „neen, de koning is niet dood, maar do vrouw, die binnen weinige weken koniugiu van Frankryk zon worden." „De hertogin de Beaufort „Juist" Palin's aanwijzingen waren zeer juist en na de Bont St. Michel, gen houten brug, te zijn overgereden, ver volgden wy onzen weg laDgs de zuidzüde van ie Ste. Chapelle, en na menigen hoek te hebben omgeslagen bevonden wy ons eindelijk in de rue des DeoxMoudes voor het huis van Pantin. Par tin deed my zelf open; hy was een kleiD, ver schrompeld mannetje, dat ons van onder zyn borstelige, grhze wenkbrauwen wantrouwend aanzag. „Goeden dag, mynheer, was is er van uw dienst „Zyt gy meester Pantin?" „Om u te dienen." „Ik ben ridder d'Auriac. Ik foin voor zaken van Bidache en zoek logies. Paiin heeft my u aanbevolen." i „Dat is mü genoeg, heer ridder. De naam van myn vriend Pulin is voldoende en ik heb juist behoefte aan j gasten, want myn huis is leeg. Als de oppasser do paarden door die laan brengt, komt hij vanzelf aan den stal wil mijnheer binnenkomen eu een poosje 1 uitrusten, terwyl ik mijn vrouw roep Annette i Annette j Ik trad binnen eu ging zitten, terwyl Pantin opge- wouden doorsprak, zoo na en dan zyn vrouw toeroe- pend. toch wat voort te maken. 1 Binnen eeu paar minuten verscheen juffrouw Pantin en nooit van myn leven heb ik tnsschen man en vrouw zoo'u sprekende gelijkenis gezien als bij deze twee het geval was. Zy had dezelfde scherpe trekken, dezelfde witte wenkbrauwen, waaronder dezelfde grijze oogen hun lengte, loop, en zelfs de klank van hun stem waren dezelfde. Maar de juffrouw had meer verstand van zaken doen dan haar man, die my toescheen een notaris te zyn, want terwyl hy zooals hy zeide, eens naar dc paarden ging zien, vroeg juffrouw Annette wat vau myn verlangen was en bepaalde een prys voor myn huisvesting, die ik zonder dingen goedkeurde, daar ik genoegzaam by kas was om een weinig verkwistend te kuoncu zyn. Nu deze zaak door myn oogenbükkelyke toestemmiug naar haar genoegen geregeld scheen, ging zy my Daar myn kamers voor, die zich op de tweede verdieping bevonden en een prachtig uitzicht op de rivier hadden. Nadat ik haar een week vooruit betaald had, trok de oude dame, na mij het restaurant te hebben uitge duid waar liet beste eten en de geurigste wyu te krygen waren, zich terug. Het overige van den dag bracht ik door met niets doen en nadat ik in de Twee Kronen den iniveiidigeu mensch versterkt had, waar de kenke.: uitstekend was, keerde ik vroegtijdig naar mijn kamers terug. Ik zette my iu een ge makkelijken stoel by het venster, dat op de Öeioe uitzag en liet myn gedachten den vrijen loop. Als ik myn lezers herinner, dat ik een man van de daad was, die door het ontkiemen eener liefde tot het inzicht van zyn eigen envolmaaktheid was gekomen, dan zal men begrijpen, hoe moeilijk het voor my was in myn eigen „ik" af to dalen. Ik haalde my myn gebreken voor den geest en vond dat ze veelvuldig waren. De binuenkomst van Jacques was een ware verade ming voor ray. Hij stak de groote kaarsen aan, die in de wonderlijke luchters stonden, welke aan den wand waren bevestigd, liet de gordijnen zakken en vroeg of ik zyn diensten nog verder noodig bad. „Dat geloof ik niet Jacques maar wacht toch even „Wat blieft u mijnheer?" „Hoe staat het mei de financiën?" „Obest myuheer. Beter dan eenigen tyd geleden. Wy hebben drie paarden met uitrusting ofschoon een vau mynheer's pistolen gebroken is en ruim hoa- derdiqjftig kronen." „Een waar kapitaaltje is het geld in veiligheid ?u „Ja, mynheer." „Welnu dan, ik wil je iets opdragen, luister dus goed toe." „Ja, mynheer." „Ik wil, dat je met de twee paarden en vijftig kro nen, naar Ezy terugkeert. Houd er tien van voor je zelf en geef de overige veertig aan den smid eu zijn dochter, die je vervolgens mede naar Aunac neemt. Do boschwachtors woning staat juist leeg laleu ze daar gaan wonen of als zij liever willen, mogen ze li nu intrek ook wel in het kasteel nemen, daar is ruimte genoeg. Ik zal je een brief aan Ba/uri meegeven. Hy beeft hulp noodig, en deze menscheo kunnen hem van dienst zyn. Als dat afgeloopen is styg je te paard on komt hier terug. Het overblijvende geid raag je houden. Als ik hier niet ben zult ge wel het een of ander van me hooren en het zal je niet moeilijk vallen mijn ver blijfplaats uit te vinden begrijpt ge my „Volkomen." „Wanneer ben je van plan te vertrokken?" „Zoodra mijnheer een anderen even trouwen knecht als ik in dienst heeft genomen „Hè „Zeker mynheerik zal niet licht de woorden ver geten. die vader Michel en de onde rentmeester Bazon my toevoegden, toen ik den iaatsten keer zonder u tbuis kwam. Ais ik u nu verlaat dan zal het zeker niet goed met mij afloopeu." Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2