Faure by zijn bezoek aan het Hotel in de golven gevonden. De beide resident aldaar, den heer I. A. van Continental werd ontvangendoorden neven waren evenals liet gezin van Rijn van Alkeraade, die tijdens zijn Nederlandschen gezant te Parys, rid- Speelman Groningers; zjj heetten jlaatste verlof herhaaldelijk doorZ.E. der De Stuers, die hem onmiddellyk j Berend en Roelof Slangenberg, de 1 den gouverneur-generaal gehoord is, 07 nn An on^Apa 0.4 laar rtnfl Knnnü roitKiftn r\Tt liflt voï-löönon T naar de Koninginnen geleidde. HH. MM. werden aan het perron van het Elysée opgewacht door den secretaris-generaal van het president- schip, generaal Hagron, den „intro- dectenr'des ambassadeurs", den heer Crozier, en twee officieren van dienst. Uit de Staatscourant". Kon. besluiten. Goedgekeurd dat aan G. Vos, bur gemeester der gemeente Linden, op zijn verzoek, met ingang van 1 Juni 1898, eervol ontslag is verleend als secretaris dier gemeente. Toestemming verleend aan W. T. Smits, burgemeester der gemeente Jutphaas, om tot 1 Mei 1899 te Utrecht te wonen. Toegekend de bronzen eere-medaille (met de gekruiste Zwaarden) der orde van Orauje-Nassau aan de marechaus sees A. A. Adam en I. van der Waal, beiden van de 1ste divisie Koninklijke marechaussee en behoorende tot de brigade te IJzendyke. Benoemdby het wapen der artil- lerie. bü het 3de re^ vesting-artillerie, nd was tot kapitein, de eerste-luit. jhi.E.H. ^js vermoedelijke dader is in arrest J. Storm van s Gravesande, van hetteld zekere SehoQWeD. 2de reg. veld-artillerie; by het korps pantserfort-artillerie, tot eerste-luit. de tweede-luit. N. M. H. Doppler, van het korps. Aan C. S. Jeronimus te Utrecht is eerste 27 en de andere 24 jaar oud, hunne rechten op het verleenen van en waren zonen van de zuster van kapitein Speelman. Van het gezin van den heer Speelman is niemand overgebleven; eene gehuwde dochter ieeft nog. (N. Pr. Or. Ct.) Ben goede maatregel. By het 6e regiment infanterie te Breda is eene opgave gevraagd van miliciens, die niet lezen of schrijven kannen en dit wenschen te leeren. Een dertigtal moet zich hebben opge geven, en dezen ontvangen nu eiken dag, na afloop der oefening, gere geld les. Maandagavond gebood de agent van politie Vau den Paerl te Rozen- daal een 8-tal beschonken personen op te houden met zingendaar zy hieraan niet wildon voldoen, wilde hy proces-verbaal tegen hen opmaken doch nu werd hij aangevallen en weldra lag hij in onmacht op de straat. By onderzoek bleek dat de agent door messteken in den rug zwaar op zijn verzoek, met ingang van 1 Mei 1898, eervol ontslag verleend als assistent aan 's Rijks veeartsenij school. Aan den heer P. M. Sasso, inge zetene van de kolonie Curasao, ver gunning verleend tot het aannemen van het ordeteeken der derde klasse van het Borstbeeld van den Bevrij der hem door den President der Y er- eenigde Staten van Venezuela ge schonken. Aan den heer S. P. van der Diis, gepensiouneerd koloniaal ambtenaar op het eiland Curasao, vergunning verleend tot het aannemen van het ordeteeken der vierde klasse van het Borstbeeld van den Bevrijder, hem door den President der Vereenigde Staten van Venezuela geschonken. Het inhuldigingskleed van de Koningin. Naar men verneemt, wordt te Am sterdam het borduurwerk vervaardigd voor het kleed, dat H. M. Koningin Wilhelmina zal dragen bij de inhul diging. Dit geschiedt aan de in het Rijks museum gevestigde Rijksschool voor Kunstnijverheid door eenige dames- leerlingen, onder toezicht van de lèerarcs, mevrouw Ida van Emstede— Winkler. Het geheel belooft een kostbaar product van kunstnaaldwerk te zuilen worden. De waarnemende burgemeester van 's-Gravenhage, de heer Gevaerts van Simonshaven, herdacht in de Dinsdag gehouden raadszitting het treffend sterfgeval van den burgemeester De Beaufort. Hij herinnerde aau de goede ver wachtingen door ham gekoesterd, toen hij zeven maanden geleden den burgemeester installeerde en getuigde namens den Raad, dat gedurende den korten tijd, dat jhr. De Beaufort zyu functie bekleedde, door zijn groote minzaamheid, vriendelijkheid en aan- genamen omgang de aigemeene sym pathie van den Raad en de gemeente verwierf. Deze rede werd staande door de raadsleden aangehoord. Het Dagelyksch Bestuur zou offi cieel by de begrafenis vertegenwoor digd worden. De vergadering werd, na afdoening van een paar urgente zaken, ten teeken van rouw gesloten. Thans is er geen twijfel aan of kapitein Harm Speelman, oud 56 jaar, diens ecktgenöóte Alberdina Schuur, oud 46 jaar, eu hunne kinderen Geer- Koioniën Atjeh. De J.-B. schrijft: „Het lijkt er naar alsof de Atjeh- politiek even vóór de belangrijke expe ditie naar Pedir en Gigbien geheel op losse schroeven zal worden ge steld. De kolonel Van Vliet, by koninklyk besluit van 9 Maart bevor derd tot generaal-majoor, vraagt, naar men ons den 14en uit Kotaradjaseint, ontslag uit zyn betrekking. Op don 15en Maart besluit de gouverneur- generaal, na den raad van Indië te hebben gehoord, dat de tydeiyke be trekking van resident voor deAtjeh- sche zaken in het algemeen en voor de uitvoering der scheepvaartregeling in het gouvernement Atjeh en onder- hoorigheden in het bijzonder van den 9eu April a.s. af voorloopig niet zal worden vervuld, iu afwachting van wat nader ter zake zal worden be slist. Den volgenden dag wordt de resident K. F. H. van Langen, die dia betrekking sedert 26 Augustus 1892 heeft bekleed, met ingang van dienzelfden 9en April op verzoek eervol uit 's lands dienst ontslagen en den adviseur voor de Oostersche talen eu het mohammedaansch recht, dr. C. Snouck Hurgronje. nevens zijne tegenwoordige fuuctiën die van advi seur voor inlandsche zakeu opgedra gen, iu het bijzonder om zich naar Atjeh en ouderhoorigheden te begeven, zoo dikwijls en er te vertoeven zoo lang zulks in het belang dier laatste werkzaamheden noodig zal zyu. Een week te voren waren de referendaris mr. J. Paulus, die ter aigemeene secretarie in het bijzonder de Atjeh- zaken behandelt, eu zyn collega J. B. van der Houven van Oordt, die om zyn bijzondere bekwaamheden speciaal het vertrouwen van gouver neur-generaal eu algemeeuen secre taris geuiet, quaesi met verlof, ieder op eigeu particuliere gelegenheid naar Atjeh vertrokken. „Zijn wij wel ingelicht, dan wensebt de regeering zoo spoedig mogelijk het zwaard om te smeden tot den sikkel en met de werken des vredes den Atjeher tot ons te brengen. De stoom tram doet reeds wonderen van toe nadering en moet er nog meer doen reeds hebben wy medegedeeld, dat die lijn van Selhnoen over Reung-Reung door de vallei van Pedir Daar Segli zal worden doorgetrokkenis dat vol münbnuwconcessiën tegen -50 pet. der opbrengst aan het gouvernement af gestaan, zoodat de openstelling van meerdere plaatsen tot exploratie nog slechts een kwestie van tyd is. De jagers zitten al op het vinketouw. maar vonden in den resident Van Langen naar het schijnt geen erg meegaand ambtenaar. „Is het verzet in Pedir gebroken en heeft de minister van koloniën het geld voor den spoorweg van de volks vertegenwoordiging verkregen, dan zal het korps marechaussees inmid dels tot een paar bataljons zijn uit gebreid om hier en daar, in open kampementen gelegerd, de baan te bewaken en den omtrek veilig te houdende posten in Groot-Atjeh kunnen dan geleidelijk worden opge heven en het veldleger kan tot een minimum worden teruggebracht. „Wie met dit plan, dat de instem ming des ministers heeft, uiet mee kan gaan, moet springen. Nu de er varing van den resident Van Langen voor 'het bestuur iu Atjeh verloren gaat, heeft de gouverneur-generaal de voorlichting noodig van dr. Snouck Hurgronje; de andere heeren met officieele en officieuse opdrachten moeten Z.E. ieder op bijzondere wyze rapport uitbrengen omtrent bunne bevinding. Het langer aanblijven van den gouverneur-generaal zal met de verwezenlijking van dit fraaie plan zeker verband honden." Ter aanvulling van vorige bench ten omtrent de samenstelling der Pedir-expeditie kan de J.-B. nog mededeelen dat met de reserve-berg- battery nog zullen medegaan de lui tenants A. v. d. Hegge Spies en H. C. J. Smeets. Ook de kapitein der infanterie C. H. van Rietschoten, die den cursus der hoogere krijgsschool heeft door- loopen, zal aan den staf der expedi- tionnaire macht worden toegevoegd. Het 17e bataljon te Padang en het linker half 4e bataljon te Tjimabi, welke beide korpsen met het 8e ba taljon zyn aangewezen om voor de aanvulling der naar Atjeh te zenden troepen te zorgen, zullen met den meesten spoed mee repeteergeweren worden bewapend. Te Segli is men reeds bezig een groot kampement voor de expedition- naire colonnes op te slaan. Amboina. Omtrent den toestand op Ambon rapporteerde de heer F. W. Fabius van het Soerab. Comité het navolgende na een persoon iyk bezoek aan het ge teisterde eiland: „Te Arabon had zich reeds een comité gevormd, bestaande uit den resident, secretaris, controleur,kapitein der artillerie Baermayer, ds. Keiften- belt, architect waterstaat De Boer, hoofddjaksa, kapitein der Chinee/,en dito Arabieren co den heer Van Aart, particulier. De resident verzocht dade lijk een vergadering te beleggen, en den volgenden dag had deze plaats. Staande deze vergadering, waarin ik welkom werd geheeten, bleek het, dat er reeds f 8000 was binnengekomen. De beer Baermayer stelde voor, zich ia sub-commissies te verdeelen van 2 personen elk. „Deze commissies zouden zich dan elk van een wijkmeester voorzien, en reeds den volgenden morgen aanvan gen, elk iu zijn aangewezen wjjjk huis aau huis de schade aau meubilair en gebouwen op te nemen. Aldus werd besloten. Ik verzocht en verkreeg daarop vergunniug, beurtelings tot bracht, en is eeumaal de lyn der Deli-spoorwegmaatschappij van Me- 4_ dan tot Tandjong-Poea gelegd, danmijn vertrek, den J3den Febr. de com- wil men de laatstgenoemde plaats met j missie te vergezellen. Tengevolge van Segli verbinden, zoodat men dan een dezen verstandigen maatregel, door lijn Olebleh-Medan zal krygen, waarin j het comité aldaar genomen, was ik in a! de kustplaatsen aan de Noordkustde gelegenheid, beter dan iemand op zullen zyn opgenomen. De verplaat- j de hoogte te komen van de grootte van sing der mobiele colonnes van Medan j de ramp. Niet enkele doch alle wy- naar Koeala Simpang staat mede in ken werden door mij bezocht. En geen tie eu Petrónella, oud 18 en 15 jaarverband raet dit spoorwegplan; de wyken waren gespaard gebleven.J welke zich, beuevens drie man equipage Tederatiën van Pedir en Giglnën zijnSteenen buizen zoowel als bamboe' waaronder twee neven, aan boord:dan van twee zijden per spoor be-kampong-huizen, alle waren min ot' van den "affelschooner Alberdina, op j reikbaar cn gemakkelijk in bedwang meer beschadigd. Het meubilair van, reis van Dusseldorf naar Granton te houden. alle woningen was deerlyk gehavend, i bevondeu en waarvan sedert den 26en „Verscheidene der kuststaatjes aan Te Ambon, waar de inlandsche be-: Januari niets is vernomen, hebben de Noordkust hebben door de ijverige volking zich op Europeesche wijze schipbreuk geleden en zoo hun graf bemoeiingen van den wd. assistent- heeft ingericht, heeft de inlandsche erbieden dat. Ja. myn leeftijd, niet dat ik mijn oogen naar het lint op tafel wendde. Hoc- veel wist hij? vroeg ik my zelf af, maar ik had in geen bevolking dus meer schade geleden, dan zulks bij een dergelijk geval op Java zoude zyn. „Behoudens eenige weinige uitzon deringen zijn alle huizen beschadigd. „In de Chineesche kamp, waar uit sluitend steenen gebouwen waren, ziet het er het treurigst uit (puinhoopen overal, ruïnes als van een gebombar deerde stad). Hier werden de meeste slachtoffers aangetroffen. Velen wer den verpletterd onder de instortende huizen. De groote passar aldaar, op getrokken met zware steenen pilaren en pannen dak, is totaal een ruïne ge worden. In de kampongs ziet men op sommige plaatsen 4, soms 5 huizen over elkander in een chaos van hout, bamboe, meubilair enz. liggen. De meest optimistische mensch moet treu rig gestemd zijn, bij het zien van zoo veel leed en schade, aangedaan aan een bevolking, die misschien een menschenleeftyd noodig heeft om zich daarvan te herstellen. Alle bezitters werden getroffen, en niet alleen zy, maar ook de diaconiebedeelden waren er het slachtoffer van. Spaarbank en diacouiefonds, kerkfonds er. Chineesch kerkfonds, al deze instellingen had don hun gelden in hypotheken bologd. Daar nu byna alle panden beschadigd, en vele zelfs totaal vernietigd zyn, zoo zyn geen dezer instellingen iu staat, geld los te maken en hebben zij zelfs weinig vooruitzicht, vau hun uitzettingen iets terug te zien. Bjj myn vertrek uit Ambon had de com missie reeds een totale schadebereke- niug van p.m. 7 ton. Volgens de leden der commissie zouden er nog p.m. 2 ton bykomeu. Indien men uu bedenkt dat de schade-overal zeer matig ge taxeerd is, zoo is het cijfer van p.m. een millioen niet overdreven." G£ftsENGI2 KIEUWS Het proees-Zola. In de Siècle komt een artikel voor, geteekend Un ancien clerc d'avoué, waarin Zola den raad gegeven wordt, by de eerste zitting van 'het Hof van Assises te Versailles, de volgende verklaring af te leggen: „De aanklacht bij het parket van den procureur dor Republiek inge diend, is onregelmatig opgesteld door officieren, die geen bevoegdheid had den haar uit te brengen. Er is dus geen wettige grond voor de vervol ging. Het Hof behoeft geen vonnis te wijzen op ccn aanklacht, die tot ver nietiging van zyn uitspraak aanleiding kan geven. „Zonder dat ik mij behoef te ver klaren over de zaak zelve, moet ik op die gronden van rechtsvervolging worden 'ontslagen." Deze redeoeering is gegrond op het feit, dat de krygsraad een lichaam is, dat permanent wordt geconstitu eerd in de militaire commandementen; de eerste krygsraad van Parys had dus de aanklacht moeten indienen. Dit nu is niet geschied. De aanklacht is ingediend door een reeds ontbonden krygsraad, die voor dit doel weder is bijeengeroepen. Zelfs de samenstel ling vau dien krygsraad was onwettig, daar een der leden niet langer be hoorde tot het eommandemeut van Parys, en dus rechtens in dien krijgs raad geen zitting kon nemen. De krygsraad, zooals die thans in het commandement van Parys is samengesteld, had de klacht moeten indienenniet de oude krygsraad die reeds weder ontbonden was. De schrijver van het artikel ver wacht nu van twee dingen één. Of het Hof van Assises erkent de juist heid van de redeneering, en ontslaat den beklaagde van rechtsvervolging; óf het meent, dat er redenen bestaan om de zaak toch in behandeling te nemen. In het laatste geval laat Zola zich by verstek veroordeelen; want het j Hof van Cassatie heeft getoond de wetlelyke vormen volkomen te eer- biedigen, en zal als cassatie wordt aangeteekend, opnieuw het vonnis vernietigen wegens eeu gebrek in den vorm. En dan heeft Zóla opnieuw het pleit gewonnen. De' terechtzittingen te Versailles toch zijn eeu eomedie-vertoouing, waarby niemand iets kan winnen, alleen het rsebt nog iets kan ver liezen van '.en eerbied, dien men liet verschuldigd is. Zola heeft officieel als getuige iu zyn proces gedagvaard den "heer Alfred Dreyfus, gewezen kapitein van het Fransche leger, thans ge vangene op het Duivelseiland. Zou de Fransche regeering hem, den vermoedelijk onschuldig veroor deelde, naar Frankrijk doen komen, om zyn onschuld te bewijzen? De Stéde bevat een telegram, uit Bern door kolonel Panizzardi aan Casella gezonden, betreffende het démenti, dat de attaché volgens een redacteur van het blad „Le .Tour" aan Casella's bekende mededeelragen in de Siècle zou gegeven hebben. Panizzardi seint: „Een rectificatie betreffende ons gesprek (van Panizzardi met den Jour-redacteur) moet van ochtend in de Siècle verschenen zyn. Er wordt in gezegd dat ik geweigerd heb over deze zaak iets te antwoorden, tege lijk verklarende dat het Fransche leger al myn sympathie heeft. Ik ben uiet verantwoordelijk voor de commen taren van een blad op de wisseling van enkele zinsneden, die toevallig plaats had terwijl ik uitging eu die maar een minuut geduurd heeft." De Pliilippijnen. Een groot handelshuis te Berlijn heeft van zijn vertegenwoordiger voor Luzon een brief ontvangen, waarin de tegenwoordige toestand op het eiland in de zwartste kleuren wordt geschilderd. In de drie noordelijke provinciën zyn de opstandelingen meester van alle stelliageu. De telegraafdraden zijn afgesneden, de telegrafisten, meest Engelschen, zyn zwaar gewond. Yele katholieke priesters zyn vermoord. De schrijver vreest dat de revolutio naire toestand blijft voortduren en dat de Pliilippijnen, uit een staatkundig oogpunt, een tweede Cuba zullen worden. Dum-dum-patronen. Het Duitschc Chirurgen congres, dat de vorige week gehouden is, heeft een protest doen hooren tegen het onmenschelijk bedrijf der Britsche troepeu. die iu den strijd tegen de bergstammen in Indië de zoogenaam de Dum-dum-patronen hebben ge bruikt, waarby dc mantel vau de spits wordt afgenomen. Daardoor wordt bereikt, dat de inhoud uiteenspat en uiterst gevaarlijke wonden gemaakt worden. Dr. Brums uit Ttibingen toonde met preparaten eu Röntgen- photographieën aan, hoe vreeselyk de uitvv erking is va dit projectiel, door het verscheuren fan huid, peezen en beenderen. Op zyn voorstel sprak het Congres den wensch uit, dat de Duitsehe regeering stappen zal doen om de internationale conventie van Petersburg over oorlogsgebruikeu iu dien geest aan te vullen, dat het ge bruik vau patronen van klein kaliber zonder mantel worde verboden, omdat het doel enkel moet zyn den vijand buiten gevecht te stellen, niet hem te verminken. Or to ii-Tiehbor ne Men weet, dat Tiehborne, dat wil zeggen de man, die zich voor den zoon van den baroüet van dien naam uitgegeven heeft, dezer dagen over leden is. Zyn weduwe schryft nu iu de kranten, dat men geen waarde mag hechten aan de zoogenaamde gedenk schriften, door haar man uitgegeven, en dus evenmin aan de bekentenis daarin gedaan, als zou hy inderdaad Orton en dus een bedrieger zijn. Zy ichryft, dat haar man, ziek en in kommervolle omstandigheden, zich ter wille van zyn vrouw, door een on bekend gebleven man voor een aan bod vau drie duizend pond heeft la ten vinden om dat verhaal, niet door hem zelf opgesteld en een samenraap sel van getuigenissen voor de recht banken, te onderteekenen. Yan die drieduizend pond hadden zy nooit iets gezien, maar de gedenkschrif en wa ren verschenen. „Hij is nu ter ruste", schryft „Lily Tiehborne", „en wat de pers of de'wereld moge zeggen of denken van zyn gedrag, hij was des ondanks Roger Charles Donghty Tiehborne, zoon van sir James en Lady Tiehborneeu ik geloof, dat zyn'wensch, dikwyls onder echte tra nen herhaald, dat hy hen in den Hemel mocht ontmoeten, vervuld is." Te P.ari in Italië is de directeur van een tooneelb'.ad veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf omdat hy zich door acteurs liet betalen voor het plaatsen van gunstige artikeli en gedreigd had wanneer zy niet 1 taalden hen in zyn blad af te breke I Professor Yenturi heeft in de It 1 liaansche Kamer betoogd, dat diii j leeren een zeer beschaafde meth<* is om persoonlijke geschillen te I slissen. j Professor Yenturi is, merkt Qlobc vrij hatelijk op, inspecteur krankzinnigengestichten. Josephine. Toen de Amerikaansche lui tens ter zee Sharp benoemd werd commandant van 't.jacht „Josephine hetwelk in Engeland door de Ame> kaaQsche regeering is aangekoci vertelde hy den heor Long, minist van Marine, eeu opmerking wel zijn vrouw gemaakt had. Mevrot Sharp, die ook Josephine heet, n.l. gezegd, toen bekend werd, d haar echtgenoot het jacht zou c mandeeren: „Dat is nu de eers Josephine, die ge gecommaudee hebt". De minister heeft mevroi Sharp echter geen gelijk willen gev en veranderde do „Josephine" „Vixen". Vergaan. De viscbstoomboot „President Hi wig", uit Geestemünde, is by lJsla vergaan, eu de bemanning, die d tien koppen telde, vermoedelijk in golven omgekomen. Te Petersburg is opgericht maatschappij voor de overbrengi van kracht, ontleend aan waterval! Men is begonnen fabrieken te bouw om kracht te halen uit de Naroi Smatra en Wuozen watervallen, di door electrische geleiding over brengen en te verspreiden om inl tersburg en omliggende district dienst te doen voor het branden electrisch licht en het leveren beweegkracht. Het. kapitaal is 5a lioen gulden. Theorie en Practijk. Alfred Capus vertelt in den „Figai de volgende grap, ingegeven oorl liefelykea indruk dien Koningin belmina op de Paryzenaars maakt Een heftig radicaal (wandeltin! Bois de Boulogne, met een van z geestvenvauten) Bravo, Brisson Zijn vriend. Juist, leve Brisson, is onze man! De heftige radicaal. Heb je j redevoering gelezen? De vriend. Ik ken ze uit het hoo De H. R. Dat is er een die t minste de groote beginselen nog i vergeten heeft. Het gevaar zyde der clerical en D. V. De centraliseering D. H. R. En den tweeden Deceml D. V. Sedert den dood van onz grooten Madier de Montjau is ort maar één echte zuivere radicaal o\' dat is Brisson 1 D. H. R. Alle anderen zijn in sl nog eens met de geestelijkheid konkelen D. V. O! D. H. R. Of zelfs met een pret dent D. V. Weg met dc pretendeutf D. H. R. Weg met het koni; schap(De stoet van dc jonge Konia van Nederland rydt hen voorby). D. V. Kyk ecos, de jonge koniii Wilhelmina. D. H. R. O wat ziet zy er lief i D. Y. (neemt zijn hoed af) koorlyk Beiden (vol enthousiasme). Leve Koningin. tfefvoig $iadsnieu« Naar wij vernemen is de toesü van den heer Weigand, die zo; men weet bij den brand in zyue richting Maandagavond zeer ernsl brandwonden heeft gekregen, dezelfde. In het district Haarlemmermeei ajs lid van het college vau Proi ciale Staten dit jaar aan de fcc vaG aftreding de heer J. H. M. I ie-inals tegeueandidaat wordt gëfioi de heer A. van Rossum te Haarl Naar wy vernemen zal de cerni sie voor den aankoop van paar voor bet leger, voor dat doel ook IJ- en Haarlemmermcerpolders zoeken. kiug en leeftijd omdat myn arm verzwakt is, maar omdat ik mot de jaren geleerd heb my te beheerschcn. geval recht hem meer te vragen eu dit zeide ik hem ook. Mijn jonge vriend,"gij zyt een dwaas." I «Ik heb er geen recht toe, dat is zoo, maar ik herhaal, Ik weet, dat ik dit geweest ben," morde ik, „maar als die praatjes waar zyn, dan is alles uit." 'L i w -v.™- „un f „Als ze waar zijn?" „Dus zy zyu gelogen Mijn hart begon gejaagd te kloppen. lang zal ik het niet meer zyn. „Door die woorden bekrachtigt ^y uw dwaasheid. Zyt ge zoo buiten u zelt, dat gij zelfs oordeelt zonder iets te hebben gehoord 1 Ga zitten, man, en luister wat ik u te zeggen heb. Mijn verhaal zal niet laog duren. Als ge lust hebt kunt ge vijf minuten later Parys verlaten." Ik nam weer plaats en Palin vervolgde „Gij schijnt u door mevrouw's komst te Parys belee- digd te gevoelen?" „Ik voel me niet beleedigd ik heb geen recht het te zijn." „Welnu, het zal u belang inboezemen te hooren, dat Wezyueigcn- zóó ver wjj gedwongen waren hierheen te gaau. Iyk gevangenen." „Gy wilt daarmee zeggen, dat do koning is gegaan." „Ik bedoel niets anders, dan wat ik zeg Mevrouw raag haar woning niet verlaten uitgezonderd om naar den Lou^re te gaan zonder zyn toestemming. Zyt ge na tevreden?" „Ja," zeide ik zachtjes en al mijn moed verzamelend vervolgde ik„maar er is nog iets." „Zyt ge er zeker van hebt gij het recht dit te vragen Gelukkig was het te donker voor Palm om te zien, ..Dat zeide ik niet. Bedenk dat do pretendent de baron d'Ayeu is." „Er is nog een andere." „En die is?" „By den HemelmanZeg mij of het waar is, ja dan neen Terg my niet langer. Kort en goed heeft mevrouw de la Bidache beloofd de Gomeron te huwen „Zeker niet. maar Biron en haar naaste bloedverwant. Tremouille hebben haar gezegd.datditdeeenigemanier is om aan dat andere huwelijk te ontsnappen) Zy beeft iu geen geval nog ie:s beloofd." „Dus de Belin heeft mij verkeerd ingelicht?" „Als de graaf de Belin het u verteld heeft, was zijn zegsman niet zeer geloofwaardig." Haastig borg ik den strik weêr in myn linkerborst zak, terwijl my het bloed naar de wangen steeg uit schaamte over myn onwaardig wantrouwen. „Palm," zeide ik, „ge hadt gelijk. Ik ben een gek." „Gy zyt juist wat nw vader op uw leeftijd was," antwoordde by. „Myn vader hebt gjj hem dan gekend „Ja Raonl de Breuil, heer van Aariac en Goever- neur over de provincie, en ik waren vrieuden ik en Henry de Groote, onze koniag, zijn hem ons leven ver schuldigd." „En dat hebt ge mij nooit verteld „Ik vertel het u nu. Reeds tweemaal hebben de afstam melingen van het huis Auriae my het leven gered en hierin zie ik, evenals in alle dingen, de hand van God. Jonge man. ik ken u, gij hebt een edel karakter houd goeden moed." Hij stak mij zyn hand toe, die ik zwijgend drukte. „Luister," vervolgde hy, „ik ben in het schemerdonker uaar u toegekomen, omdat ik u iets te zeggen heb, wat alleen voor uw doren bestemd is. Het is natuurlijk nutteloos de hulp van den koning in te roepen. Onze eenige kans is de vlucht en wy hebben niemand anders die ons hierbij kan helpen, dan gy. Wilt gij ons of beter gezegd mevrouw behulpzaam zijn „Waartoe dient het dit te vragen? Heb ik het dan niet reeds gezegd? Ben ik niet genegen voor haar te sterven, als het 'noodig is?" „Ja, nu," zeide hy „maar ik wil dat punt niet meer aanroeren. Wy kannen dus op u rekenen „By mijn zwaard, dat kant ge; weet mevrouw hier niet van?" „Nog niet. Als het plan in duigen valt, zou het maar weer een nieuwe teleurstelling voor haar zyo. Het is een idéé, dat vandaag eerst by mij opkwam." „Waar zyt ge van plan been te gaan?" „Naar Zwitserland. Daar zyu we veilig." „Kunt ge op twee man rekenen „Was Jacques nog maar hier!" riep ik uit. Maar mij opeens de goede reputatie van mijn nieuwen knecht herinnerend zeide ik „Ravaillae kan het zwaard goed hanteeren, zegt en dan heb ik nog een vriend." ik dacht aau Be „op wien ik zeker kan rekenen." „Beter één stalen zwaard dan twee van ijzer, rid( Wij moeten roeien met de riemen, die wy hebben." „Wanneer wilt ge vertrekken?" „Op den avond van het feest in den Louvre." „En waar ontmoeten wy elkaar?" „Onder de drie linden iu de Tuileriën als de klok! voor het avondgebed luiden." „ïk heb op 't oogenblik maar één paard wy heb: er meer noodig." „Dat is niets waard flat zal ik met Pantin klaar spelen. Hij weet de plek te vinden eu zal u wel heen brengen, als dat noodig is." „Ik ken haar ook en zal niet iu gebreke bljj« God geve er zyn zegen op." „Amen Een oogenblik zwegen beiden en toen stond Pi op. „Het is al donker, ik moet gaan adieu er stak my zyn hand toe. „Wacht eveo," zeide ik. „Ik zal n tot aan het van de Quai Malaquais brengen. HeidaarRavail Myn hoed en jas Geen antwoord volgdemaar ik meende eeu stommel op de trap te hooren, waarna alles weer werd. Wordt vervolg

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2