Faure by zijn bezoek aan het Hotel in de golven gevonden. De beide resident aldaar, den heer I. A. van
Continental werd ontvangendoorden neven waren evenals liet gezin van Rijn van Alkeraade, die tijdens zijn
Nederlandschen gezant te Parys, rid- Speelman Groningers; zjj heetten jlaatste verlof herhaaldelijk doorZ.E.
der De Stuers, die hem onmiddellyk j Berend en Roelof Slangenberg, de 1 den gouverneur-generaal gehoord is,
07 nn An on^Apa 0.4 laar rtnfl Knnnü roitKiftn r\Tt liflt voï-löönon T
naar de Koninginnen geleidde.
HH. MM. werden aan het perron
van het Elysée opgewacht door den
secretaris-generaal van het president-
schip, generaal Hagron, den „intro-
dectenr'des ambassadeurs", den heer
Crozier, en twee officieren van dienst.
Uit
de Staatscourant".
Kon. besluiten.
Goedgekeurd dat aan G. Vos, bur
gemeester der gemeente Linden, op
zijn verzoek, met ingang van 1 Juni
1898, eervol ontslag is verleend als
secretaris dier gemeente.
Toestemming verleend aan W. T.
Smits, burgemeester der gemeente
Jutphaas, om tot 1 Mei 1899 te Utrecht
te wonen.
Toegekend de bronzen eere-medaille
(met de gekruiste Zwaarden) der orde
van Orauje-Nassau aan de marechaus
sees A. A. Adam en I. van der Waal,
beiden van de 1ste divisie Koninklijke
marechaussee en behoorende tot de
brigade te IJzendyke.
Benoemdby het wapen der artil-
lerie. bü het 3de re^ vesting-artillerie, nd was
tot kapitein, de eerste-luit. jhi.E.H. ^js vermoedelijke dader is in arrest
J. Storm van s Gravesande, van hetteld zekere SehoQWeD.
2de reg. veld-artillerie;
by het korps pantserfort-artillerie,
tot eerste-luit. de tweede-luit. N. M.
H. Doppler, van het korps.
Aan C. S. Jeronimus te Utrecht is
eerste 27 en de andere 24 jaar oud, hunne rechten op het verleenen van
en waren zonen van de zuster van
kapitein Speelman. Van het gezin
van den heer Speelman is niemand
overgebleven; eene gehuwde dochter
ieeft nog.
(N. Pr. Or. Ct.)
Ben goede maatregel.
By het 6e regiment infanterie te
Breda is eene opgave gevraagd van
miliciens, die niet lezen of schrijven
kannen en dit wenschen te leeren.
Een dertigtal moet zich hebben opge
geven, en dezen ontvangen nu eiken
dag, na afloop der oefening, gere
geld les.
Maandagavond gebood de agent
van politie Vau den Paerl te Rozen-
daal een 8-tal beschonken personen
op te houden met zingendaar zy
hieraan niet wildon voldoen, wilde
hy proces-verbaal tegen hen opmaken
doch nu werd hij aangevallen en
weldra lag hij in onmacht op de straat.
By onderzoek bleek dat de agent
door messteken in den rug zwaar
op zijn verzoek, met ingang van 1
Mei 1898, eervol ontslag verleend als
assistent aan 's Rijks veeartsenij
school.
Aan den heer P. M. Sasso, inge
zetene van de kolonie Curasao, ver
gunning verleend tot het aannemen
van het ordeteeken der derde klasse
van het Borstbeeld van den Bevrij
der hem door den President der Y er-
eenigde Staten van Venezuela ge
schonken.
Aan den heer S. P. van der Diis,
gepensiouneerd koloniaal ambtenaar
op het eiland Curasao, vergunning
verleend tot het aannemen van het
ordeteeken der vierde klasse van het
Borstbeeld van den Bevrijder, hem
door den President der Vereenigde
Staten van Venezuela geschonken.
Het inhuldigingskleed van de
Koningin.
Naar men verneemt, wordt te Am
sterdam het borduurwerk vervaardigd
voor het kleed, dat H. M. Koningin
Wilhelmina zal dragen bij de inhul
diging.
Dit geschiedt aan de in het Rijks
museum gevestigde Rijksschool voor
Kunstnijverheid door eenige dames-
leerlingen, onder toezicht van de
lèerarcs, mevrouw Ida van Emstede—
Winkler.
Het geheel belooft een kostbaar
product van kunstnaaldwerk te zuilen
worden.
De waarnemende burgemeester van
's-Gravenhage, de heer Gevaerts van
Simonshaven, herdacht in de Dinsdag
gehouden raadszitting het treffend
sterfgeval van den burgemeester De
Beaufort.
Hij herinnerde aau de goede ver
wachtingen door ham gekoesterd,
toen hij zeven maanden geleden den
burgemeester installeerde en getuigde
namens den Raad, dat gedurende den
korten tijd, dat jhr. De Beaufort zyu
functie bekleedde, door zijn groote
minzaamheid, vriendelijkheid en aan-
genamen omgang de aigemeene sym
pathie van den Raad en de gemeente
verwierf.
Deze rede werd staande door de
raadsleden aangehoord.
Het Dagelyksch Bestuur zou offi
cieel by de begrafenis vertegenwoor
digd worden.
De vergadering werd, na afdoening
van een paar urgente zaken, ten
teeken van rouw gesloten.
Thans is er geen twijfel aan of
kapitein Harm Speelman, oud 56 jaar,
diens ecktgenöóte Alberdina Schuur,
oud 46 jaar, eu hunne kinderen Geer-
Koioniën
Atjeh.
De J.-B. schrijft:
„Het lijkt er naar alsof de Atjeh-
politiek even vóór de belangrijke expe
ditie naar Pedir en Gigbien geheel
op losse schroeven zal worden ge
steld. De kolonel Van Vliet, by
koninklyk besluit van 9 Maart bevor
derd tot generaal-majoor, vraagt, naar
men ons den 14en uit Kotaradjaseint,
ontslag uit zyn betrekking. Op don
15en Maart besluit de gouverneur-
generaal, na den raad van Indië te
hebben gehoord, dat de tydeiyke be
trekking van resident voor deAtjeh-
sche zaken in het algemeen en voor
de uitvoering der scheepvaartregeling
in het gouvernement Atjeh en onder-
hoorigheden in het bijzonder van den
9eu April a.s. af voorloopig niet zal
worden vervuld, iu afwachting van
wat nader ter zake zal worden be
slist. Den volgenden dag wordt de
resident K. F. H. van Langen, die
dia betrekking sedert 26 Augustus
1892 heeft bekleed, met ingang van
dienzelfden 9en April op verzoek
eervol uit 's lands dienst ontslagen
en den adviseur voor de Oostersche
talen eu het mohammedaansch recht,
dr. C. Snouck Hurgronje. nevens zijne
tegenwoordige fuuctiën die van advi
seur voor inlandsche zakeu opgedra
gen, iu het bijzonder om zich naar
Atjeh en ouderhoorigheden te begeven,
zoo dikwijls en er te vertoeven zoo
lang zulks in het belang dier laatste
werkzaamheden noodig zal zyu. Een
week te voren waren de referendaris
mr. J. Paulus, die ter aigemeene
secretarie in het bijzonder de Atjeh-
zaken behandelt, eu zyn collega J.
B. van der Houven van Oordt, die
om zyn bijzondere bekwaamheden
speciaal het vertrouwen van gouver
neur-generaal eu algemeeuen secre
taris geuiet, quaesi met verlof, ieder
op eigeu particuliere gelegenheid naar
Atjeh vertrokken.
„Zijn wij wel ingelicht, dan wensebt
de regeering zoo spoedig mogelijk het
zwaard om te smeden tot den sikkel
en met de werken des vredes den
Atjeher tot ons te brengen. De stoom
tram doet reeds wonderen van toe
nadering en moet er nog meer doen
reeds hebben wy medegedeeld, dat die
lijn van Selhnoen over Reung-Reung
door de vallei van Pedir Daar Segli
zal worden doorgetrokkenis dat vol
münbnuwconcessiën tegen -50 pet. der
opbrengst aan het gouvernement af
gestaan, zoodat de openstelling van
meerdere plaatsen tot exploratie nog
slechts een kwestie van tyd is. De
jagers zitten al op het vinketouw.
maar vonden in den resident Van
Langen naar het schijnt geen erg
meegaand ambtenaar.
„Is het verzet in Pedir gebroken
en heeft de minister van koloniën het
geld voor den spoorweg van de volks
vertegenwoordiging verkregen, dan
zal het korps marechaussees inmid
dels tot een paar bataljons zijn uit
gebreid om hier en daar, in open
kampementen gelegerd, de baan te
bewaken en den omtrek veilig te
houdende posten in Groot-Atjeh
kunnen dan geleidelijk worden opge
heven en het veldleger kan tot een
minimum worden teruggebracht.
„Wie met dit plan, dat de instem
ming des ministers heeft, uiet mee
kan gaan, moet springen. Nu de er
varing van den resident Van Langen
voor 'het bestuur iu Atjeh verloren
gaat, heeft de gouverneur-generaal
de voorlichting noodig van dr. Snouck
Hurgronje; de andere heeren met
officieele en officieuse opdrachten
moeten Z.E. ieder op bijzondere wyze
rapport uitbrengen omtrent bunne
bevinding. Het langer aanblijven van
den gouverneur-generaal zal met de
verwezenlijking van dit fraaie plan
zeker verband honden."
Ter aanvulling van vorige bench
ten omtrent de samenstelling der
Pedir-expeditie kan de J.-B. nog
mededeelen dat met de reserve-berg-
battery nog zullen medegaan de lui
tenants A. v. d. Hegge Spies en H.
C. J. Smeets.
Ook de kapitein der infanterie C.
H. van Rietschoten, die den cursus
der hoogere krijgsschool heeft door-
loopen, zal aan den staf der expedi-
tionnaire macht worden toegevoegd.
Het 17e bataljon te Padang en het
linker half 4e bataljon te Tjimabi,
welke beide korpsen met het 8e ba
taljon zyn aangewezen om voor de
aanvulling der naar Atjeh te zenden
troepen te zorgen, zullen met den
meesten spoed mee repeteergeweren
worden bewapend.
Te Segli is men reeds bezig een
groot kampement voor de expedition-
naire colonnes op te slaan.
Amboina.
Omtrent den toestand op Ambon
rapporteerde de heer F. W. Fabius
van het Soerab. Comité het navolgende
na een persoon iyk bezoek aan het ge
teisterde eiland:
„Te Arabon had zich reeds een
comité gevormd, bestaande uit den
resident, secretaris, controleur,kapitein
der artillerie Baermayer, ds. Keiften-
belt, architect waterstaat De Boer,
hoofddjaksa, kapitein der Chinee/,en
dito Arabieren co den heer Van Aart,
particulier. De resident verzocht dade
lijk een vergadering te beleggen, en
den volgenden dag had deze plaats.
Staande deze vergadering, waarin ik
welkom werd geheeten, bleek het, dat
er reeds f 8000 was binnengekomen.
De beer Baermayer stelde voor, zich
ia sub-commissies te verdeelen van 2
personen elk.
„Deze commissies zouden zich dan
elk van een wijkmeester voorzien, en
reeds den volgenden morgen aanvan
gen, elk iu zijn aangewezen wjjjk huis
aau huis de schade aau meubilair en
gebouwen op te nemen. Aldus werd
besloten. Ik verzocht en verkreeg
daarop vergunniug, beurtelings tot
bracht, en is eeumaal de lyn der
Deli-spoorwegmaatschappij van Me- 4_
dan tot Tandjong-Poea gelegd, danmijn vertrek, den J3den Febr. de com-
wil men de laatstgenoemde plaats met j missie te vergezellen. Tengevolge van
Segli verbinden, zoodat men dan een dezen verstandigen maatregel, door
lijn Olebleh-Medan zal krygen, waarin j het comité aldaar genomen, was ik in
a! de kustplaatsen aan de Noordkustde gelegenheid, beter dan iemand op
zullen zyn opgenomen. De verplaat- j de hoogte te komen van de grootte van
sing der mobiele colonnes van Medan j de ramp. Niet enkele doch alle wy-
naar Koeala Simpang staat mede in ken werden door mij bezocht. En geen
tie eu Petrónella, oud 18 en 15 jaarverband raet dit spoorwegplan; de wyken waren gespaard gebleven.J
welke zich, beuevens drie man equipage Tederatiën van Pedir en Giglnën zijnSteenen buizen zoowel als bamboe'
waaronder twee neven, aan boord:dan van twee zijden per spoor be-kampong-huizen, alle waren min ot'
van den "affelschooner Alberdina, op j reikbaar cn gemakkelijk in bedwang meer beschadigd. Het meubilair van,
reis van Dusseldorf naar Granton te houden. alle woningen was deerlyk gehavend, i
bevondeu en waarvan sedert den 26en „Verscheidene der kuststaatjes aan Te Ambon, waar de inlandsche be-:
Januari niets is vernomen, hebben de Noordkust hebben door de ijverige volking zich op Europeesche wijze
schipbreuk geleden en zoo hun graf bemoeiingen van den wd. assistent- heeft ingericht, heeft de inlandsche
erbieden dat. Ja. myn leeftijd, niet dat ik mijn oogen naar het lint op tafel wendde. Hoc-
veel wist hij? vroeg ik my zelf af, maar ik had in geen
bevolking dus meer schade geleden,
dan zulks bij een dergelijk geval op
Java zoude zyn.
„Behoudens eenige weinige uitzon
deringen zijn alle huizen beschadigd.
„In de Chineesche kamp, waar uit
sluitend steenen gebouwen waren, ziet
het er het treurigst uit (puinhoopen
overal, ruïnes als van een gebombar
deerde stad). Hier werden de meeste
slachtoffers aangetroffen. Velen wer
den verpletterd onder de instortende
huizen. De groote passar aldaar, op
getrokken met zware steenen pilaren
en pannen dak, is totaal een ruïne ge
worden. In de kampongs ziet men op
sommige plaatsen 4, soms 5 huizen
over elkander in een chaos van hout,
bamboe, meubilair enz. liggen. De
meest optimistische mensch moet treu
rig gestemd zijn, bij het zien van
zoo veel leed en schade, aangedaan
aan een bevolking, die misschien een
menschenleeftyd noodig heeft om zich
daarvan te herstellen. Alle bezitters
werden getroffen, en niet alleen zy,
maar ook de diaconiebedeelden waren
er het slachtoffer van. Spaarbank en
diacouiefonds, kerkfonds er. Chineesch
kerkfonds, al deze instellingen had
don hun gelden in hypotheken bologd.
Daar nu byna alle panden beschadigd,
en vele zelfs totaal vernietigd zyn,
zoo zyn geen dezer instellingen iu
staat, geld los te maken en hebben
zij zelfs weinig vooruitzicht, vau hun
uitzettingen iets terug te zien. Bjj
myn vertrek uit Ambon had de com
missie reeds een totale schadebereke-
niug van p.m. 7 ton. Volgens de leden
der commissie zouden er nog p.m. 2
ton bykomeu. Indien men uu bedenkt
dat de schade-overal zeer matig ge
taxeerd is, zoo is het cijfer van p.m.
een millioen niet overdreven."
G£ftsENGI2 KIEUWS
Het proees-Zola.
In de Siècle komt een artikel voor,
geteekend Un ancien clerc d'avoué,
waarin Zola den raad gegeven wordt,
by de eerste zitting van 'het Hof van
Assises te Versailles, de volgende
verklaring af te leggen:
„De aanklacht bij het parket van
den procureur dor Republiek inge
diend, is onregelmatig opgesteld door
officieren, die geen bevoegdheid had
den haar uit te brengen. Er is dus
geen wettige grond voor de vervol
ging. Het Hof behoeft geen vonnis te
wijzen op ccn aanklacht, die tot ver
nietiging van zyn uitspraak aanleiding
kan geven.
„Zonder dat ik mij behoef te ver
klaren over de zaak zelve, moet ik
op die gronden van rechtsvervolging
worden 'ontslagen."
Deze redeoeering is gegrond op het
feit, dat de krygsraad een lichaam
is, dat permanent wordt geconstitu
eerd in de militaire commandementen;
de eerste krygsraad van Parys had
dus de aanklacht moeten indienen.
Dit nu is niet geschied. De aanklacht
is ingediend door een reeds ontbonden
krygsraad, die voor dit doel weder
is bijeengeroepen. Zelfs de samenstel
ling vau dien krygsraad was onwettig,
daar een der leden niet langer be
hoorde tot het eommandemeut van
Parys, en dus rechtens in dien krijgs
raad geen zitting kon nemen.
De krygsraad, zooals die thans in
het commandement van Parys is
samengesteld, had de klacht moeten
indienenniet de oude krygsraad die
reeds weder ontbonden was.
De schrijver van het artikel ver
wacht nu van twee dingen één. Of
het Hof van Assises erkent de juist
heid van de redeneering, en ontslaat
den beklaagde van rechtsvervolging;
óf het meent, dat er redenen bestaan
om de zaak toch in behandeling te
nemen.
In het laatste geval laat Zola zich
by verstek veroordeelen; want het j
Hof van Cassatie heeft getoond de
wetlelyke vormen volkomen te eer-
biedigen, en zal als cassatie wordt
aangeteekend, opnieuw het vonnis
vernietigen wegens eeu gebrek in den
vorm. En dan heeft Zóla opnieuw
het pleit gewonnen.
De' terechtzittingen te Versailles
toch zijn eeu eomedie-vertoouing,
waarby niemand iets kan winnen,
alleen het rsebt nog iets kan ver
liezen van '.en eerbied, dien men liet
verschuldigd is.
Zola heeft officieel als getuige iu
zyn proces gedagvaard den "heer
Alfred Dreyfus, gewezen kapitein
van het Fransche leger, thans ge
vangene op het Duivelseiland.
Zou de Fransche regeering hem,
den vermoedelijk onschuldig veroor
deelde, naar Frankrijk doen komen,
om zyn onschuld te bewijzen?
De Stéde bevat een telegram, uit
Bern door kolonel Panizzardi aan
Casella gezonden, betreffende het
démenti, dat de attaché volgens een
redacteur van het blad „Le .Tour"
aan Casella's bekende mededeelragen
in de Siècle zou gegeven hebben.
Panizzardi seint:
„Een rectificatie betreffende ons
gesprek (van Panizzardi met den
Jour-redacteur) moet van ochtend in
de Siècle verschenen zyn. Er wordt
in gezegd dat ik geweigerd heb over
deze zaak iets te antwoorden, tege
lijk verklarende dat het Fransche
leger al myn sympathie heeft. Ik ben
uiet verantwoordelijk voor de commen
taren van een blad op de wisseling
van enkele zinsneden, die toevallig
plaats had terwijl ik uitging eu die
maar een minuut geduurd heeft."
De Pliilippijnen.
Een groot handelshuis te Berlijn
heeft van zijn vertegenwoordiger voor
Luzon een brief ontvangen, waarin
de tegenwoordige toestand op het
eiland in de zwartste kleuren wordt
geschilderd.
In de drie noordelijke provinciën
zyn de opstandelingen meester van
alle stelliageu. De telegraafdraden
zijn afgesneden, de telegrafisten, meest
Engelschen, zyn zwaar gewond. Yele
katholieke priesters zyn vermoord.
De schrijver vreest dat de revolutio
naire toestand blijft voortduren en dat
de Pliilippijnen, uit een staatkundig
oogpunt, een tweede Cuba zullen
worden.
Dum-dum-patronen.
Het Duitschc Chirurgen congres, dat
de vorige week gehouden is, heeft
een protest doen hooren tegen het
onmenschelijk bedrijf der Britsche
troepeu. die iu den strijd tegen de
bergstammen in Indië de zoogenaam
de Dum-dum-patronen hebben ge
bruikt, waarby dc mantel vau de spits
wordt afgenomen. Daardoor wordt
bereikt, dat de inhoud uiteenspat en
uiterst gevaarlijke wonden gemaakt
worden. Dr. Brums uit Ttibingen
toonde met preparaten eu Röntgen-
photographieën aan, hoe vreeselyk de
uitvv erking is va dit projectiel, door
het verscheuren fan huid, peezen en
beenderen. Op zyn voorstel sprak
het Congres den wensch uit, dat de
Duitsehe regeering stappen zal doen
om de internationale conventie van
Petersburg over oorlogsgebruikeu iu
dien geest aan te vullen, dat het ge
bruik vau patronen van klein kaliber
zonder mantel worde verboden, omdat
het doel enkel moet zyn den vijand
buiten gevecht te stellen, niet hem te
verminken.
Or to ii-Tiehbor ne
Men weet, dat Tiehborne, dat wil
zeggen de man, die zich voor den
zoon van den baroüet van dien naam
uitgegeven heeft, dezer dagen over
leden is. Zyn weduwe schryft nu iu
de kranten, dat men geen waarde mag
hechten aan de zoogenaamde gedenk
schriften, door haar man uitgegeven,
en dus evenmin aan de bekentenis
daarin gedaan, als zou hy inderdaad
Orton en dus een bedrieger zijn. Zy
ichryft, dat haar man, ziek en in
kommervolle omstandigheden, zich ter
wille van zyn vrouw, door een on
bekend gebleven man voor een aan
bod vau drie duizend pond heeft la
ten vinden om dat verhaal, niet door
hem zelf opgesteld en een samenraap
sel van getuigenissen voor de recht
banken, te onderteekenen. Yan die
drieduizend pond hadden zy nooit iets
gezien, maar de gedenkschrif en wa
ren verschenen. „Hij is nu ter ruste",
schryft „Lily Tiehborne", „en wat de
pers of de'wereld moge zeggen of
denken van zyn gedrag, hij was des
ondanks Roger Charles Donghty
Tiehborne, zoon van sir James en
Lady Tiehborneeu ik geloof, dat
zyn'wensch, dikwyls onder echte tra
nen herhaald, dat hy hen in den Hemel
mocht ontmoeten, vervuld is."
Te P.ari in Italië is de directeur
van een tooneelb'.ad veroordeeld tot
vier jaar gevangenisstraf omdat hy
zich door acteurs liet betalen voor
het plaatsen van gunstige artikeli
en gedreigd had wanneer zy niet 1
taalden hen in zyn blad af te breke
I Professor Yenturi heeft in de It
1 liaansche Kamer betoogd, dat diii
j leeren een zeer beschaafde meth<*
is om persoonlijke geschillen te
I slissen.
j Professor Yenturi is, merkt
Qlobc vrij hatelijk op, inspecteur
krankzinnigengestichten.
Josephine.
Toen de Amerikaansche lui tens
ter zee Sharp benoemd werd
commandant van 't.jacht „Josephine
hetwelk in Engeland door de Ame>
kaaQsche regeering is aangekoci
vertelde hy den heor Long, minist
van Marine, eeu opmerking wel
zijn vrouw gemaakt had. Mevrot
Sharp, die ook Josephine heet,
n.l. gezegd, toen bekend werd, d
haar echtgenoot het jacht zou c
mandeeren: „Dat is nu de eers
Josephine, die ge gecommaudee
hebt". De minister heeft mevroi
Sharp echter geen gelijk willen gev
en veranderde do „Josephine"
„Vixen".
Vergaan.
De viscbstoomboot „President Hi
wig", uit Geestemünde, is by lJsla
vergaan, eu de bemanning, die d
tien koppen telde, vermoedelijk in
golven omgekomen.
Te Petersburg is opgericht
maatschappij voor de overbrengi
van kracht, ontleend aan waterval!
Men is begonnen fabrieken te bouw
om kracht te halen uit de Naroi
Smatra en Wuozen watervallen, di
door electrische geleiding over
brengen en te verspreiden om inl
tersburg en omliggende district
dienst te doen voor het branden
electrisch licht en het leveren
beweegkracht. Het. kapitaal is 5a
lioen gulden.
Theorie en Practijk.
Alfred Capus vertelt in den „Figai
de volgende grap, ingegeven oorl
liefelykea indruk dien Koningin
belmina op de Paryzenaars maakt
Een heftig radicaal (wandeltin!
Bois de Boulogne, met een van z
geestvenvauten) Bravo, Brisson
Zijn vriend. Juist, leve Brisson,
is onze man!
De heftige radicaal. Heb je j
redevoering gelezen?
De vriend. Ik ken ze uit het hoo
De H. R. Dat is er een die t
minste de groote beginselen nog i
vergeten heeft. Het gevaar
zyde der clerical en
D. V. De centraliseering
D. H. R. En den tweeden Deceml
D. V. Sedert den dood van onz
grooten Madier de Montjau is ort
maar één echte zuivere radicaal o\'
dat is Brisson 1
D. H. R. Alle anderen zijn in sl
nog eens met de geestelijkheid
konkelen
D. V. O!
D. H. R. Of zelfs met een pret
dent
D. V. Weg met dc pretendeutf
D. H. R. Weg met het koni;
schap(De stoet van dc jonge Konia
van Nederland rydt hen voorby).
D. V. Kyk ecos, de jonge koniii
Wilhelmina.
D. H. R. O wat ziet zy er lief i
D. Y. (neemt zijn hoed af)
koorlyk
Beiden (vol enthousiasme). Leve
Koningin.
tfefvoig $iadsnieu«
Naar wij vernemen is de toesü
van den heer Weigand, die zo;
men weet bij den brand in zyue
richting Maandagavond zeer ernsl
brandwonden heeft gekregen,
dezelfde.
In het district Haarlemmermeei
ajs lid van het college vau Proi
ciale Staten dit jaar aan de fcc
vaG aftreding de heer J. H. M. I
ie-inals tegeueandidaat wordt gëfioi
de heer A. van Rossum te Haarl
Naar wy vernemen zal de cerni
sie voor den aankoop van paar
voor bet leger, voor dat doel ook
IJ- en Haarlemmermcerpolders
zoeken.
kiug en leeftijd
omdat myn arm verzwakt is, maar omdat ik mot de
jaren geleerd heb my te beheerschcn.
geval recht hem meer te vragen eu dit zeide ik hem ook.
Mijn jonge vriend,"gij zyt een dwaas." I «Ik heb er geen recht toe, dat is zoo, maar ik herhaal,
Ik weet, dat ik dit geweest ben," morde ik, „maar als die praatjes waar zyn, dan is alles uit."
'L i w -v.™- „un f „Als ze waar zijn?"
„Dus zy zyu gelogen Mijn hart begon gejaagd te
kloppen.
lang zal ik het niet meer zyn.
„Door die woorden bekrachtigt ^y uw dwaasheid.
Zyt ge zoo buiten u zelt, dat gij zelfs oordeelt zonder
iets te hebben gehoord 1 Ga zitten, man, en luister wat
ik u te zeggen heb. Mijn verhaal zal niet laog duren.
Als ge lust hebt kunt ge vijf minuten later Parys
verlaten."
Ik nam weer plaats en Palin vervolgde
„Gij schijnt u door mevrouw's komst te Parys belee-
digd te gevoelen?"
„Ik voel me niet beleedigd ik heb geen recht het
te zijn."
„Welnu, het zal u belang inboezemen te hooren, dat
Wezyueigcn-
zóó ver
wjj gedwongen waren hierheen te gaau.
Iyk gevangenen."
„Gy wilt daarmee zeggen, dat do koning
is gegaan."
„Ik bedoel niets anders, dan wat ik zeg Mevrouw
raag haar woning niet verlaten uitgezonderd om naar
den Lou^re te gaan zonder zyn toestemming. Zyt
ge na tevreden?"
„Ja," zeide ik zachtjes en al mijn moed verzamelend
vervolgde ik„maar er is nog iets."
„Zyt ge er zeker van hebt gij het recht dit te
vragen
Gelukkig was het te donker voor Palm om te zien,
..Dat zeide ik niet. Bedenk dat do pretendent de
baron d'Ayeu is."
„Er is nog een andere."
„En die is?"
„By den HemelmanZeg mij of het waar is, ja
dan neen Terg my niet langer. Kort en goed heeft
mevrouw de la Bidache beloofd de Gomeron te huwen
„Zeker niet. maar Biron en haar naaste bloedverwant.
Tremouille hebben haar gezegd.datditdeeenigemanier
is om aan dat andere huwelijk te ontsnappen) Zy beeft
iu geen geval nog ie:s beloofd."
„Dus de Belin heeft mij verkeerd ingelicht?"
„Als de graaf de Belin het u verteld heeft, was zijn
zegsman niet zeer geloofwaardig."
Haastig borg ik den strik weêr in myn linkerborst
zak, terwijl my het bloed naar de wangen steeg uit
schaamte over myn onwaardig wantrouwen.
„Palm," zeide ik, „ge hadt gelijk. Ik ben een gek."
„Gy zyt juist wat nw vader op uw leeftijd was,"
antwoordde by.
„Myn vader hebt gjj hem dan gekend
„Ja Raonl de Breuil, heer van Aariac en Goever-
neur over de provincie, en ik waren vrieuden ik en
Henry de Groote, onze koniag, zijn hem ons leven ver
schuldigd."
„En dat hebt ge mij nooit verteld
„Ik vertel het u nu. Reeds tweemaal hebben de afstam
melingen van het huis Auriae my het leven gered en
hierin zie ik, evenals in alle dingen, de hand van God.
Jonge man. ik ken u, gij hebt een edel karakter
houd goeden moed." Hij stak mij zyn hand toe, die ik
zwijgend drukte.
„Luister," vervolgde hy, „ik ben in het schemerdonker
uaar u toegekomen, omdat ik u iets te zeggen heb, wat
alleen voor uw doren bestemd is. Het is natuurlijk
nutteloos de hulp van den koning in te roepen. Onze
eenige kans is de vlucht en wy hebben niemand anders
die ons hierbij kan helpen, dan gy. Wilt gij ons of beter
gezegd mevrouw behulpzaam zijn
„Waartoe dient het dit te vragen? Heb ik het dan
niet reeds gezegd? Ben ik niet genegen voor haar te
sterven, als het 'noodig is?"
„Ja, nu," zeide hy „maar ik wil dat punt niet meer
aanroeren. Wy kannen dus op u rekenen
„By mijn zwaard, dat kant ge; weet mevrouw hier
niet van?"
„Nog niet. Als het plan in duigen valt, zou het maar
weer een nieuwe teleurstelling voor haar zyo. Het is
een idéé, dat vandaag eerst by mij opkwam."
„Waar zyt ge van plan been te gaan?"
„Naar Zwitserland. Daar zyu we veilig."
„Kunt ge op twee man rekenen
„Was Jacques nog maar hier!" riep ik uit. Maar
mij opeens de goede reputatie van mijn nieuwen knecht
herinnerend zeide ik
„Ravaillae kan het zwaard goed hanteeren, zegt
en dan heb ik nog een vriend." ik dacht aau Be
„op wien ik zeker kan rekenen."
„Beter één stalen zwaard dan twee van ijzer, rid(
Wij moeten roeien met de riemen, die wy hebben."
„Wanneer wilt ge vertrekken?"
„Op den avond van het feest in den Louvre."
„En waar ontmoeten wy elkaar?"
„Onder de drie linden iu de Tuileriën als de klok!
voor het avondgebed luiden."
„ïk heb op 't oogenblik maar één paard wy heb:
er meer noodig."
„Dat is niets waard flat zal ik met Pantin
klaar spelen. Hij weet de plek te vinden eu zal u
wel heen brengen, als dat noodig is."
„Ik ken haar ook en zal niet iu gebreke bljj«
God geve er zyn zegen op."
„Amen
Een oogenblik zwegen beiden en toen stond Pi
op. „Het is al donker, ik moet gaan adieu er
stak my zyn hand toe.
„Wacht eveo," zeide ik. „Ik zal n tot aan het
van de Quai Malaquais brengen. HeidaarRavail
Myn hoed en jas
Geen antwoord volgdemaar ik meende eeu
stommel op de trap te hooren, waarna alles weer
werd.
Wordt vervolg