Indische Torsten. Kaar «en verneemt zuilen de In dische prinseu, die in Nederland toe ven om tegenwoordig te zy'n by de inhuldigingsfeesten, eerlang bniten- lands gaan en verschillende groote Europeesche sleden bezoeken. De aan hen door de Regeering toe gevoegde controleur der le klasse by het B. B. in Nederl.-Indië, thans met verlof, de heer A. van Senden, zal de vorstelijke bezoekers op die reizen vergezellen. Mel bet S. Lawoe van de Rotter- damsche Lloyd, is Dinsdag te Mar seille aangekomen sultan Hasjimin vau Siak^ die de inhuldiging van H. M. de Koningin kouit bijwonen. De sultan wordt begeleid door den gep. ads.-ress. G. A. Schouten. Maatschappij van bouwkunst. De „Maatschappij tot bevordering der bouwkunst" hield Donderdag in bet gebouw der Maatschappij te Am sterdam hare 77e algemeene vergade ring, welke wegens ziekte van den lieer Salm gepresideerd werd door den heer Ed. Cuypers, die na voor lezing van een schrijven van den heer Salm de aandacht der aanwezigen j Groningen, vestigde op eene aan de vergadering gepaarde tentoonstelling van bouw plannen, inzendingen op prijsvragen, modellen eener nieuwe wandbedek- king uit de werkplaats der heeren Hooft Labouebère te Deift en een zeif werkende gasmaehine uit de fabriek der firma Van Minden te Haarlem. Het jaarverslag, reeds in druk ver schenen. werd goedgekeurd. Bij de behandeling der begrooting sprak de beer Lelimau over de bate. welke de Maatschappij geniet door de welwillendheid van eenige obiiga- tiehouders. die voor den tijd van drie jareu 2 pet. hunner rente hebben laten vatlen. In 1S9S zullen die beeren echter weder de volle 4 pet. moeten genieten. Het verschil bedraagt ca. f 1200, zoodat men nu vooral naar vermeerdering van het ledental moet streven om een aequivalent te vinden tegen deze som, die men na 1898 zal missen. De balans en de begrooting voor 1898 werden goedgekeurd. Van de geldleeniug. groot f 65000, werden uitgeloot de obligatiën nrs. •425, li 14. 3, 515 en 282. Onder deze obligatiën waren twee het eigendom van den heer Leliman. die ze der Maatschappij ten geschenke aanbood, waarop een luid applaus volgde. Ter verkieziug van twee bestuurs leden, bleken in de afdeelingen te zijn uitgebracht. op den heer Mutters te 's-Graveuhave 60, en op den heer J. Van den Ban alhier 49 van de 62 stemmen, zoodat deze beide heeren gekozen zijn. Tot voorzitter van het bestuur werd met 46 tegen 48 stem men gekozen de {heer A. yalm G. Rzn. Besloten werd de September- vergadering te Zutphen te houden, waarna de vergadering gesloten werd. In den namiddag werd een bezoek gebracht aan het in aanbouw zijnde Lieve Vrouwe Gasthuis, het werk van den architect Bleys. RECHTSZAKEN. Beleediging. Voor de Rechtbank to Amsterdam werd Donderdag behandeld de ver zeteaak van G. van Deth. beschul digd in een brief aan ds. Van Gbeel Gildemeester in Den Haag, dezen be- leedigd te hebben. Volgens schrifte lijke verklaring van den bekl. heeft hij het smaadschrift geschreven, om dat ds. Van Gbeel Gildemeester oor zaak is geweest dat ds. Louis A. B&hler die een vriend van bekl. is, geen bewys van goed zedelijk gedrag heeft gekregen van bet klassikaa bestuur van Groningen. Bekl. was niet ter terechtzitting verschenen, wel ds. Van Gbeel Gil demeester. Deze herinnerde er aan, hoe er indertijd beweerd is door Van Deth, dat gét. betrokken was in de zaak -Yan 't Liudenhout. Ds. Ballier rakelde deze quaestie in een blad op, er ook den naam van ds. Van Gbeel Gildemeester in noemende. Deze riep hem ter verantwoording en toen ds. Babler, die destijds nog zyu eerste standplaats moest innemen, zijn be schuldiging van ds. Van Gheel Gil demeester niet introk, klaagde deze hem aan bij het klassikaal bestuur van Van Deth laakte deze handelwijze van ds. Van Gheel Gildemeester in een brief 19 Me: 1894 verzonden, en vergeleek hierin op beleedigende wyze het" zedelijk gedrag van ds Biihler en ds. Van Gheel Gildemeester. Het O. M. eischte tegen bekl. een gevangenisstraf van 10 dagen, aldus bevestiging van het vonnis van 6 Nov. 1894. Het openbaar ministerie bij het Haagsche gerechtshof vroeg Donder dag bevestiging der levenslange ge vangenisstraf, door de Haagsche recht bank opgelegd aan Van Kampen, wegens de bekende vergiftigingen te Lisse en Sassenheim. De Amsterdamsche rechtbank ver" oordeelde Woensdag den psendo aan' staanden schoonzoon van den heer Prot, die eenige winkeliers oplichtte onder voorgeven dat hij hun vrybil- jetten zou verschaften voor den Schouwburg, tot 9 maanden gevan genisstraf. Te Schiedam slaagde de politie er Donderdagmiddag in een tweetal vreemdelingen te arresteeren die zich met ladelichten onledig hielden. Een duel. In de Oude Plantage te Rotter dam zou dezer dagen een doei plaats hebben tusschen twee jongelieden, die op een zelfde meisje verliefd wa ren. De wapens zouden in deze beslis sen, wie de gelukkige minnaar zou wezen van hei meisje, dat van buiten gewone schoonheid was. Op het bestemde tijdstip des mor gens le zes uur waren een achttal Solitieagenten van de afdeeling Kra- ngen ter plaatse, voorts een paar nieuwsgierige journalisten en een amateur-photograaf. De duellisten bieken evenwel van gedachten veranderd te zijn. tenmin ste zy lieten op zich wachten. INGEZONDEN MEDEDEE- LINGEN. 30 cents per regel. H KT BOBDE BOEKJE. Wij lezen in het «Algemeen Handelsblad van Amsterdam" Ik keer naar het veld terug! Dusdanig is de vroolijke uitroep van een landbouwer, waarvan de heuvelen van de Dordogne ons de echo doen hooren. Het is inderdaad drie maanden geleden dat men mij een belaiig- wekkenden brief van den Heer Boucher, eigenaar te Montirac. canton van Lalinde (Dordogne, Frankrijk), mededeelde. Het was alleen dezer dagen dat ik de gelegenheid had den Heer Boucher nauwkeurige inlichtingen te vragen omtrent het onderwerp van zijn brief. Ik geel'zijn antwoord weder, waartoe hij mij overigens gemachtigd had Sedert negen opeenvolgende jaren, zeide mij de Heer Boucher, leed ik aan vreeselijke aangezichts- pijn. Vooral gedurende de vier laatste jaren, heb ik vreeselijke pijnen doorstaan. Ik heb alles be proefd behandeling van alle ge- neesheeren van het land die ik de een na den ander geraadpleegd heb. geneesmiddelen van buren en vrienden die roij elk het hunne gaven en die ik falie ingenomen heb. Ik zou krankzinnig geworden zijn indien ik zoo voortgegaan was. Het was mij onmogelijk eenig werk in mijn eigendom te verrich ten. noch het geringste toezicht uit te oefenen. Jk moest dogeheeie als de Mijtte ia bewerkte, die ge- alen. Aaa den wal haerscht drakte nog: aityd vergezeld van de ialaadsehe Terlatea en verklaarde by heen tt heel ea al gener.e* warea gewor-en vertier. Laadprauwea komau af vrouw Marianna. wi'lea blijven, dea door het gebruik der Pink 00 aan; het terrein tusschen hetKlaarblijkelijk was zyn doel nog Yan der Ileyde ging au mot geweer Pillen voor bleeke personea va* scheepvaart-etablissement oa de Chi- j even naar Priaman aau te gaan om en kapmes gewapend recht op de Dr VYilliams Na dit boekie aiot neescbe feamP Hg* bezaaid met hout-zijne ouders te zien ea vervolgens i plaats af, waar een bende Maleiers aanfWl.t wWp. m hphhJ. Hp 1 werken en kadj&ngmatten. Hier wordtverder te gaan. geposteerd stond onder bevel vau dei iivpiïl p 'bet hout geteld en gekeurd, om daarnaNu evenwel had bet bestuur zekereToeankoe-laras van Oelakan. yverae ik mij om i hik ruien te ]W6<jer oDgevoerd te worden naar de j berichten omtrent zijn aanwezigheid' laten komen. In het Ua">~ begin der plaatSf waar als het ware een nieuw behandeling ondervond ik reeds dorp verrijst, eene belangrijke verlichting e*1 hoe meer ik voortging des te meer de verbetering toenam. Spoedig was de genezing volkomen en >vel zoodanig, dat ik heden vier en vijftig jaar oud ben en mijne ge zondheid beter is dan op vijf en twintig jarigen leeftijd. Men komt mij thans uit nieuwsgierigheid bezoeken, zoo wonderbaar is mijne genezing. Voor gisteren is een per soon uit het naburige dorp, waar van de vrouw door dezelfde ziekte aangetast was als ik, zich reken schap komen geven van de waar heid van het herkrijgen mijner gezondheid. Zij was er zoo door getroffen, dat zij terstond Pink Pillen heeft moeten laten komen. Dit boekje wordt op franco aan vrage door den Heer Snabilié toe gezonden. Diegenen die gebruik maken van de Pink Pilllen zullen er de beste resultaten van bekomen. Zij zijn krachtdadig voor bloedarmoede, •rlhmmingruggeniergstering rhumatiek, heupjient. zenuwpijn, St. Vitus dans, hoofdpijn zenuw ziekte. kliergezwellen, enz., zij zijn een hernieuwer van het bloed en een spierversterkend middel. Zij geven schoone kleuren aan de bleeke gelaatskleuren, handelen in alle tijdperken der verzwakkin: bij de vrouw en veroorzaken bij den man eene werkdadige werking tegen al de ziekten veroorzaakt door lichamelijke en geestelijke overspanning en door buitenspo righeden. Prijs fl.vS de doos. f9.per 6 doozen. Verkrijgbaar bij Snabilié. Stei ger 27, Rotterdam, eenig depot houder voor Nederland en Apo theken. Franco toezending tegen post wissel. Chapellerie du Sport. Ed. MEUWSEN, 21, Anegang- 21. Eenigstvertegenwoordiger van de beroemde Amerikaanèche Heeren-Hoedeii. Grootste sorteering- Dames- en Heeren Stroolioeden (Ma telots). Zijden Hoeden, zeer elegant model. Specialiteit in Sportpetlen en Kinder-NouveautéN. Elke kooper van een hoed ontvangt, gratis een Feest- knoop. die daarop gedragen kan worden. Leeuwe u w a s. Sinds eenige jaren is groote af trek in 't artikel «Leeuwehwas». De oorzaak ligt aan de zuivere bestanddeelen. waarvan deze was .efabriceerd wordt. Wij kunnen deze «Leeuwenwas» bijzonder aan bevelen voor onderhoud van vloer zeil. leder en meubelen. Lees achterstaande advertentie. verzorging er van aan mijne vrouw Bij het aoioveeren van de oude overlaten, kazerne te Groningen zyn vyt ar- js ^en maanden geleden, taders onder den opvallenden muur!d t ;jn f rt zich ond<?rdege_ bedolven. Een hunner, Hendenkus - Jan Dieters, werd gedood. Van een idaante van een^ allerliefst boekje Koloniën Pedir De Donderdag ontvangen DéU-Cl. bevat het volgende schrijven, geda teerd: Segli, 18 April. Hoewel wij nu pas in April zyn, en de voorgenomen Pedir-espeditie ineen aanvang zal nemen, is men na reeds druk bezig, die voor- - 7bereidende maatregelen te nemen voor ander, Rutger Borgman, werd de arm aa^ rm.j voordeed, waaraan ikvee' .^en bouw van barakken enz. verbrijzeld. aandacht wijdde en des te meer; Sedert mijne komst voerden handels- - daar ik ei gelijksoortige ziekten schepen niets anders aan dan materi-dat iemand hem daarin bemoeilijkte,1 Ongeveer een drie weken geleden arriveerden twee boormeesters van Padang, die met den meesten spoed een put moeten boren, ten einde de troep van drinkwater te voorzien. Ongelukkig echter dat zy, alvorens aan hunne werkzaamheden te kunnen beginnen, eerst verplicht zyn voor hunne veiligheid te zorgen. Veertien dagen hebben zy noodig gehad om eene versterking te houwen, die nu bezet wordt door 10 bajonetten. Behalve de werkzaamheden Yan den boormeester is ook de Atjeh- associatie bezig maatregelen te nemen, ten einde de haar toevertrouwde ver zorging van den inwendigen mensch naar behooren te kunnen waarnemen. Tydelyke magazijnen en een slacht huis zijn in aanbouw, in welk laatste, naar ik hoor, 20 beeston per dag moeten geslacht worden, 't ls dan ook geen kleinigheid om eene menage op te richten voor ongeveer 7500 monden. Eenige dagen geleden kwam een detachement Genie werklieden aan, dat onder toezicht van een kapitein en een luitenant, al aardig wat heeft neergezet. Indien men op de reede van .Segli aankomt, ziet men op het terrein tusschen de versterking en het bivak van de twee compagnieën van het 14e bataljon een groot aan tal geraamten voor barakken staan, dat veel weg heeft van een kermis. Met de Both, die 16 dezer op de reede kwam, kreeg de genie eene versterking van werkkrachten be staande uit 70 Chineesche timmer lieden en 250 dwangarbeiders. Voor het betrekken der wachtposten, o. a. voor de versterking van den boor meester zond men uit Kota-Radja 100 manschappen onder twee officieren. Met dat al gaat Oemar rustig zyn volk te Garoet verzamelen. Vergade ringen op vergaderingen worden daar gehouden met de hoofden. Men zegt dat hy de ons bevriende oeloebalangs in deze streek tracht, of reeds heeft overgehaald, om met hem samen te werken en onze troepen het hoofd te bieden. Dat het by de vijandig- gezinden bekend is dat wy eerstdaags het binnenland zullen bezoeken, kan men aan alles merken. Niettegenstaande de verblijfplaats van Oemar slechts een uur gaans van hier verwijderd is, verontrust hy ons onbegrijpelijker wyze niet; ver moedelijk om zjjn aanhang niet te versnipperen. Zijn macht moet een lOOOtal geweerdragenden tellen en wat hy eigenlijk van plan is te doen, weet men ook niet. Dan is het weer dat hy op insinuatie van Panglima Polim de XXII Moekims zal aanvallen, dan weer op verzoek van den pretendent sultan hier in de buurt zal blijven om Segli te verontrusten. Bijzondere maatregelen om hem by een mogelijken aanval het hoofd te bieden, zijn hier tot dusver nog niet genomen. Het is echter te hopen dat hy met de andere hoofden van verzet te Garoet blijft tot wy hem daar zullen komen opzoeken. ledereen ziet reikhalzend uit naar de komst van onzen nieuwen Gouver neur, die over gebrek aan sympathie volstrekt niet te klagen zaf hebben. PADANG, 28 April. De gevangenneming van den moor denaar Van der Hegde. De „Som. Ct." bevat uitvoerige ver halen, hoe de arrestatie van den uit <ie gevangenis ontsnapten Van der Heyde zich beeft toegedragen. Het on derstaande verslag is daaraan ontleend. Wij gaan terug tot het oogenblik, dat Yan der Heyde op zijn vlucht naar den Soebaug-pas ter hoogte van Rasaq-Boengah het bosch inging en de bevolkings-patrouille met ne twee militairen tot den terugtocht dwong. Na beproefd te hebben den Soé- baug-pas te forceeren of de Zuid te bereiken, week by weder Zuidwaarts jriaona gesproken heeft, uit naar Padang; hier bleef hy niet langer dan een halven dag en een nacht Hij ging weder op weg langs Pand- jahnan naar het zeestrand, zonder het Priamansche en zaten hem reedsjspionnen der politie op de hielen. Terwfjl hy 's avonds in een maleische woning aan den maaltijd was, kwam een spion en vroeg een der beide in landers, die hy als gidsen aangeno men had, of zij ook iets van Van der Heyde afwisten. De iulandscho gidsen verklaarden evenwel niets vau zoo iemand te we ten en de spion ging verder. Van der Heyde wist nu dat men hem op het spoor was en ging on middellijk daarna in den Dacht op marschzyn doel was nu Priaman te mijden en door de Aneikloof naar Melala, naby Fort-de-Kock te gaan, waar hy met betoog op zyn relaties al daar zich veilig- achtte yoor alle ver volging der justitie. Het was echter te laat; toeu het bestuur eenige zekerheid had waar de vluchtelingen zich zoo ongeveer bevonden, werd de politieopziener Hakkers, van Emmahaven, door Int bestuur aangezocht, zich ter beschik king te stellen van den assistent-resi dent van Priaman, tot opsporing en gevangenneming van Van der Heyde. Vrijdag 15 April vertrok de opzie ner Hakkers naar Priaman en Zater- 16 April naar Oelakan om met het onderzoek een aanvang te maken. Het voortgezet onderzoek leidde den opziener Hakkers tot de aanhouding der twee inlandsche gidsen van Van der Heyde, die verklaarden, door dezen aangenomen te zijn voor §0 centen daags, maar door gebrek aan voedsel de kans waargenomen hadden er van door te gaan. Op het spoor vau Van der Heyde marcheerde de politie-opziener Hak kers verder naar Pau-Kambar en Poenggoeng-Kasiq, alwaar zy zekere berichten omtrent de vluchtelingen ontvingen. Den volgenden dag, 20 April, be gon de jacht opnieuw, doch nu met meer zekerheid, daar men nu wist, waar Van der Heyde te vinden zoudö zyn, en wel in een moerassig bosch, Poenggoeng-Kasig genaamd. De. bevolking toonde zich zeer on willig de behulpzame hand te bieden en het kostte veel moeite om de lie den op ban post te doen blijven eene loffelijke uitzondering maakte hierop de Toeankoe-laras Soetan Moearah, van Oelakan, die onvermoeid er op uitging. Gedurende dezen dag werden in het bosch wederom sporen gevonden van het verblijf der vluchtelingen, doch te^en den middag moest wegens het vallen van den avond de jacht opgeheven worden. Den volgenden morgen werd Hak kers ziek en gaf hij de leiding over aau den Djaksa van Priaman, den Mantri der cultures van Kajoe-Tanara en aan het Larashoofd van Oelakan. Hoewel zjj de vluchtelingen dicht achter de hielen zaten, gelukte het ook dien dag niet Van der Heyde in handen te krijgen. Den volgenden morgen (22 April) nam de opziener Hakkers weder de leiding op zichal spoedig ontdekte men in een pisangtuin de versche overblijfselen van een kampvuur .waar naast eenige geroosterde pisangs, blijk baar in de haast achtergelaten. Deze pisangtuin bevindt zich naby Barït-Malingtan, rechts van den ouden postweg naar de Bovenlanden engrenst aan een uitgestrekt ilalangveld en aan een groot dicht bosch. Natuurlijk dat Van der Hevde zou trachten dit bosch te bereiken, maar het was te laat! Deze pisangtuin was weldra te half twee uur 's namiddags omsingeld door byna 300 gewapende Maleiers, die langzaam dóch zeker den levenden muur om Van der Heyde nauwer toehaalden. Vau der Heyde moet toen het plan gehad hebben om het cordon tc for ceeren en men zag duidelijk, dat hy na een nauwkeurige beschouwing van de hem steeds nader omringende ver volgers, tot de inlandsche vrouw Ma- Juist op dit oogent lik trad e«£ Maieier, een gewezen bediende vas Van der Heyde, die door den opzi^ ner Hakkers opgespoord en gezonden was, naar voren en smeekte zyn g«. wezen meester zyn dood niet te ge- moet te gaan en zyn wapens neder te leggen; met zyn lichaam stondbj borg, dat Van der Heyde geen letaal zoude aangedaan worden. Van der Heyde hield een oogenblik op en wenkte 'mot de woorden „Tida oesa lagi!" (hot is onnoodig), zp ouden bediende om uit den weg te gaan. Hy legde zyn geweer aau en school op ,een Doebalang van den Djaknai die achter het lichaam van don ouden bediende gedekt, hem stil wilde na deren. De man viel neer en was spoe. dig dood. Beide partijen stonden toen ougeveer 100 passen van elkander af, Het Larashoofd van Oelakan, eon goed schutter, legde nu, goed gedekt, zijn oud tromplaadgeweer op Van der Heyde aau eu trof hem maar al te goed; de kogel drong in de zyde, dwars door liet lichaam de andere zijde weder uit. Ondanks deze doodelyke wonde bleef Van der Heyde overeind staan en verbrijzelde met eeu welgericht schot den linkerpols van eeu Maieier, die juist op hem aanlegde. Van der Heyde bekwam nog eea schot in den rechterelleboog. maar bleef nog staan en loste nog 4 sche ten uit zyn repeteergeweer, die ech ter geen doel troffeo, daar de Ma leiers het hazenpad kozen en zijo anders zoo vaste hand gewond was. Uitgeput door bloedverlies viel bj toen voorover; Si Marianna die vlai achter hem op den grond lag, on zich tegen de kogels te beveiligen, richtte hem toen weder op, maar Vai der Heyde kon niet meer. De Maleiera kwamen nu nader er de Mantri van Kajoe-Tanam eischft zyn geweer op, dat hem door Si Ma rianna toegeworpen werd. Van der Heyde, die gekleed waj in een donker jasje, een zwarte broek en een witten gebatikten hoofddoek, verbond zich zèlven met dien hoofd doek. De Maleiers dorsten hem nog niet te naderen, daar zy hot zaakje nog niet te best vertrouwden. Óp het geluid der schoten toege sneld, ging de opziener Hakkers, die aan de tegenovergestelde zjjdo post gevat had, naar Van der Heyde toe, die hem reeds van vroeger kende eu zeide „Mijn wond isdoodelyk, bl\jf bjjl my, lang zal ik 't niet meer maken Het was iets over 3 uur 's namiddags Op last van den opziener werd nu van een wolion deken van den ge wonde, benevens een paar stokken oen draagbaar gemaakt en daarop de gewonde naar Uoeboeq-Aloeng ver voerd. De controleur eu de officier vao gezondheid van Kajoe Tanam bevon den zich reeds daar, welke laatste den gewonde een verband aanlegde; daar de trein naar Padang reeds ver trokken was, werd de reis gedaan naar Kajoe Tanam, met een bak wa gen, getrokken door een locomotief. Hier werd Si Marianna in ver zekerde bewaring genomen en Van der Heyde in het' hospitaal gebracht, alwaar hy, na door den controleur nog in verhoor genomon te zyn. den 22en April overleed, kwartier voor middernacht. Deze verklaarde dat Van der Heyde haar toen gezegd heeft „Alles is ge daan ik wi! sterveu als een man.;-. Verlaat mij, anders loop je gevaar i zienluB. Yau. U1ïln vonnis te vragen, doodgeschoten te worden." omhels je met ai myn hof de eu Si Marianna wilde hem echter niet ouze heve> dierbare kinderen. SOSE31QO NIEUWS. De Dreyfus-zaak. „Ik tart schryft Joseph Reinach in de Siècle den bardvochtigstet anti-semiet, zoo hy ook maar ooit een beetje vau een hond heeft ge houden, zonder ontroering dit briefje te lezen, vreesoffjk in zyn kortheid, dat mevrouw Dreyfus nu van haai man heeft gekregen. „Ik lijd te veel, uiyn hersenen, mp zeuuweu zyn zóó sterk gespannen, ee dan moet het hart wel overloopea Ik beb daar juist een beroep gedaau op dc liooge rechtvaardigheid van deu president der republiek om de her- schrikte biggen, en het rollen van een ledige waterton, die losgeslagen was en nu over het middendek heen en weder rolde, veroorzaakten zoo'nontzettend lawaai, dat zelfs de bekwaamste pen niet in staat is er ook maar een flauwe beschryving van te geven. Toen het begon te dagen waren de zeilen der Atlanta gereefd; zoover ging alles goed, maar de dekken dreven van het water, want de storm was oorzaak dat de zee zeer hol stond en daar hei schip, zooals ik reeds op merkte eeu zeer zware lading inhad sloegen de golven by herhaling over de verschansing heen. De helft der matrozen, die geen dekwacht hadden, waren weder naar bun kooien teruggegaan, maar daar het reeds half vier was, zou ik ook over een half uur worden afgelost. Het schip was nu aan myD zorg toe vertrouwd, want de kapitein, die den ganschen nacht op liet dek had vertoefd om liet schip te surveilleeren toen alle zeilen by stonden, was naar zyn hut gegaan. Ik voelde iny hierdoor bepaald verlicht, want, zyn voort durende tegenwoordigheid drukte my zeer ter neer. I)e zee, zooals ze nu verlicht werd, door de lichtende streep in het Oosten, bood een merkwaardig schouwspel aan. De elkaar opvolgende golven teekenden zich tegen de horizon als even zoo veel bogen af, waarvan de koppen witgekleurd werden door bet daarop schijnende licht, terwyl de holte tusschen twee koppen in lood kleurig was; wanneer het schip door een golf hoog opgelicht werd, dacht men een ontelbaar aantal kloven or afgrondeu in een onafzienbaar sneeuwveld te aan schouwen. Het is uiet mogelijk zich een meer verlaten toonecl voor te stellen, dan de zee op dit oogenblik opleverdede verbieekende hemel, waarin hier eo daar nog flauwtjes een ster te onderscheiden was, en waar langs donkere en door den wind uiteengereten wolkge vaarten zich snel voortbewogen, de holle, onstuimige zee, die zich melancholiek tot den nog donkeren horizon uitstrekte eu welke alleen metaalachtig verlicht, was op het punt, waar de zon zich binnen eetiigen tyd zou vert-oonen. Ik had nu gelegenheid om my het fatale ongeval te binnen te brengen, dat ik reeds verhaald heb en tevens de onmenschelyke wreedheid, die kapitein Coxon daarbij aan den dag had gelegd. Ik huiverde niettegenstaande de dikke jas, die ik aau had, toen ik aan het kille graf dacht, dat zich zoo plotseling voor de opvarenden vau het verongelukte schip had geopend. Met welk een dui zelingwekkende snelheid had alles zich niet toegedragen 1 ja zelfs de doodskreten waren overstemd geworden door het vreeselyke leven, dat de storm veroorzaakte. Laugcn tyd daarna nog vervolgde mjj de herinnering van dat donkerkleurige zeil, dat ik een oogenblik drijvende zag op de ziedende zee. En had de mau op den uitkyk hel ongelukkige schip niet gesignaleerd, mogelyk was dan geen van ons ooit te weten gekomen, dat wy in dien noodlottigen nacht, wie weet hoeveel vrouwen weduwen en hoeveel kinderen vaderloos hadden gemaakt. Onze reis was onder byzonder ongunstige omstandig heden begonnen en toen ik naar den aaubrekenden dag keek overviel mij een groote neerslachtigheid en kreeg ik een voorgevoel, dat vele gevaren en rampen voor ons waren weggelegd en met weemoed herdacht ik den liefelyken aanblik vau Engeland's kust, toen wy voor anker lagen! HOOFDSTUK V. Ik bevond mjj om acht uur weder op het dek. De wind was nog zeer hevig en (laar de marszeilen gereefd waren had Duckling het noodig gevonden de bramzeilen by te zetten en het schip doorsneed snel de golveu. Ofschoon wy een Hinken gang liepen stampte het schip toch geduchtwant ne zee stond nog zeer hol en de wind had nog geen gelegenheid gehad om de richting der golveD te veranderen. Ik rekende uit, dat wij de laatste twaalf uur zoo ongeveer honderd dertig knoopen gevorderd waren eu wy dus alle kans hadden den volgenden morgen do Scilly eilanden gepasseerd te zyn. Een kleine stoomboot voer in tegenovergestelde richting en zette ongetwijfeld koers naar Bristol. Ik sloeg baar door mjjn verrekijker gade en hield soms den adem in, als zij plotseling in de golven verdween. fSoms scheen het alsof zy boven op het water lag, dan weder verdween zy, zoodat ik niets meer zag dan een gedeelte van de stoompijp, waaruit i. Dikwijls later zag ik de rookwolkjes omhoog stijgen, anders zou ik ook vast geloofd hebben, dat. zij gezonken was. Deze geheimzinnige verdwijningen zijn op zee niet zeldzaam, maar zijn moeilijk te verklaren, daar zy ook met een heldere lucht voorkomen. Ik zal b.v. een schip iu het gezicht krijgen en een oogenblik gadeslaan en na een poosje een anderen kant te hebben uitgezien, zie ik het niet meer. Het is mogelijk, dat een dunne mist die op zoo'n afstand niet zichtbaar is, de boot aan mijn oog onttrekt waardoor het schijnt alsof het schip 'opeeus weggetooverd is. De legende van „het spookschip" kan aau die verdwijningen zyn ontstaan te dankeu hebben, want zy zijn wonderlijk genoeg om zulke gedachten en. vooral in een zeemansbrein op te wekken. Men zat aan 't. ontbijt en ik wachtte totdat de kapi tein boven zou komen om ook iets te gaan gebruiken. Maar voor hem verschenen eerst de koperkleurige kok en een paar matrozen op het achterdek. „Mijnheer," begon de kok, die er in zyn roodgestreepi hemd en gele broek allerzonderlingst uitzag, ik kwanm beleefd verzoeken aan den kapitein te zeggen, dat beschuit niet te eten is." o „Ik ben de kok voor degenen, die aan stuurboord zwarte rookwolken "omhoog stegen. Dikwijls dacht ik i wacht honden," verklaarde een van de kerels, „en de als zy daalde, dat zij niet meer boven zou komen. Haar bemanning zegt, dat zij het brood niet door hun keel boeg werd geheel onder water gedompeld, zoodat het kunnen krijgen." schuim hoog opspatte; dan weder stak de achtersteven „Waarom" zegt ge my dit?" vroeg ik woedend. „Ik naar boven en door myn verrekijker zag ik de schroef heb jelui al meer dan eens gezegd, dat ik niets uier de van tijd tot tyd in de lucht ronddraaien. i proviand te maken heb." Het eenige levende wezen op het dek was de man, die op de brng stond. Plotseling verdween zy weder Wordt vervolgd. in de opspattende golven, maar eenige oogenbükken

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2