Indische Torsten.
Kaar «en verneemt zuilen de In
dische prinseu, die in Nederland toe
ven om tegenwoordig te zy'n by de
inhuldigingsfeesten, eerlang bniten-
lands gaan en verschillende groote
Europeesche sleden bezoeken.
De aan hen door de Regeering toe
gevoegde controleur der le klasse by
het B. B. in Nederl.-Indië, thans met
verlof, de heer A. van Senden, zal
de vorstelijke bezoekers op die reizen
vergezellen.
Mel bet S. Lawoe van de Rotter-
damsche Lloyd, is Dinsdag te Mar
seille aangekomen sultan Hasjimin
vau Siak^ die de inhuldiging van H.
M. de Koningin kouit bijwonen. De
sultan wordt begeleid door den gep.
ads.-ress. G. A. Schouten.
Maatschappij van bouwkunst.
De „Maatschappij tot bevordering
der bouwkunst" hield Donderdag in
bet gebouw der Maatschappij te Am
sterdam hare 77e algemeene vergade
ring, welke wegens ziekte van den
lieer Salm gepresideerd werd door
den heer Ed. Cuypers, die na voor
lezing van een schrijven van den heer
Salm de aandacht der aanwezigen j Groningen,
vestigde op eene aan de vergadering
gepaarde tentoonstelling van bouw
plannen, inzendingen op prijsvragen,
modellen eener nieuwe wandbedek-
king uit de werkplaats der heeren
Hooft Labouebère te Deift en een
zeif werkende gasmaehine uit de fabriek
der firma Van Minden te Haarlem.
Het jaarverslag, reeds in druk ver
schenen. werd goedgekeurd.
Bij de behandeling der begrooting
sprak de beer Lelimau over de bate.
welke de Maatschappij geniet door
de welwillendheid van eenige obiiga-
tiehouders. die voor den tijd van drie
jareu 2 pet. hunner rente hebben
laten vatlen. In 1S9S zullen die beeren
echter weder de volle 4 pet. moeten
genieten. Het verschil bedraagt ca.
f 1200, zoodat men nu vooral naar
vermeerdering van het ledental moet
streven om een aequivalent te vinden
tegen deze som, die men na 1898 zal
missen.
De balans en de begrooting voor
1898 werden goedgekeurd.
Van de geldleeniug. groot f 65000,
werden uitgeloot de obligatiën nrs.
•425, li 14. 3, 515 en 282. Onder deze
obligatiën waren twee het eigendom
van den heer Leliman. die ze der
Maatschappij ten geschenke aanbood,
waarop een luid applaus volgde.
Ter verkieziug van twee bestuurs
leden, bleken in de afdeelingen te zijn
uitgebracht. op den heer Mutters te
's-Graveuhave 60, en op den heer J.
Van den Ban alhier 49 van de 62
stemmen, zoodat deze beide heeren
gekozen zijn. Tot voorzitter van het
bestuur werd met 46 tegen 48 stem
men gekozen de {heer A. yalm G.
Rzn. Besloten werd de September-
vergadering te Zutphen te houden,
waarna de vergadering gesloten werd.
In den namiddag werd een bezoek
gebracht aan het in aanbouw zijnde
Lieve Vrouwe Gasthuis, het werk
van den architect Bleys.
RECHTSZAKEN.
Beleediging.
Voor de Rechtbank to Amsterdam
werd Donderdag behandeld de ver
zeteaak van G. van Deth. beschul
digd in een brief aan ds. Van Gbeel
Gildemeester in Den Haag, dezen be-
leedigd te hebben. Volgens schrifte
lijke verklaring van den bekl. heeft
hij het smaadschrift geschreven, om
dat ds. Van Gbeel Gildemeester oor
zaak is geweest dat ds. Louis A.
B&hler die een vriend van bekl. is,
geen bewys van goed zedelijk gedrag
heeft gekregen van bet klassikaa
bestuur van Groningen.
Bekl. was niet ter terechtzitting
verschenen, wel ds. Van Gbeel Gil
demeester. Deze herinnerde er aan,
hoe er indertijd beweerd is door Van
Deth, dat gét. betrokken was in de
zaak -Yan 't Liudenhout. Ds. Ballier
rakelde deze quaestie in een blad op,
er ook den naam van ds. Van Gbeel
Gildemeester in noemende. Deze riep
hem ter verantwoording en toen ds.
Babler, die destijds nog zyu eerste
standplaats moest innemen, zijn be
schuldiging van ds. Van Gheel Gil
demeester niet introk, klaagde deze
hem aan bij het klassikaal bestuur van
Van Deth laakte deze handelwijze
van ds. Van Gheel Gildemeester in
een brief 19 Me: 1894 verzonden, en
vergeleek hierin op beleedigende wyze
het" zedelijk gedrag van ds Biihler en
ds. Van Gheel Gildemeester.
Het O. M. eischte tegen bekl. een
gevangenisstraf van 10 dagen, aldus
bevestiging van het vonnis van 6
Nov. 1894.
Het openbaar ministerie bij het
Haagsche gerechtshof vroeg Donder
dag bevestiging der levenslange ge
vangenisstraf, door de Haagsche recht
bank opgelegd aan Van Kampen,
wegens de bekende vergiftigingen te
Lisse en Sassenheim.
De Amsterdamsche rechtbank ver"
oordeelde Woensdag den psendo aan'
staanden schoonzoon van den heer
Prot, die eenige winkeliers oplichtte
onder voorgeven dat hij hun vrybil-
jetten zou verschaften voor den
Schouwburg, tot 9 maanden gevan
genisstraf.
Te Schiedam slaagde de politie er
Donderdagmiddag in een tweetal
vreemdelingen te arresteeren die zich
met ladelichten onledig hielden.
Een duel.
In de Oude Plantage te Rotter
dam zou dezer dagen een doei plaats
hebben tusschen twee jongelieden,
die op een zelfde meisje verliefd wa
ren.
De wapens zouden in deze beslis
sen, wie de gelukkige minnaar zou
wezen van hei meisje, dat van buiten
gewone schoonheid was.
Op het bestemde tijdstip des mor
gens le zes uur waren een achttal
Solitieagenten van de afdeeling Kra-
ngen ter plaatse, voorts een paar
nieuwsgierige journalisten en een
amateur-photograaf.
De duellisten bieken evenwel van
gedachten veranderd te zijn. tenmin
ste zy lieten op zich wachten.
INGEZONDEN MEDEDEE-
LINGEN.
30 cents per regel.
H KT BOBDE BOEKJE.
Wij lezen in het «Algemeen
Handelsblad van Amsterdam"
Ik keer naar het veld terug!
Dusdanig is de vroolijke uitroep
van een landbouwer, waarvan de
heuvelen van de Dordogne ons de
echo doen hooren.
Het is inderdaad drie maanden
geleden dat men mij een belaiig-
wekkenden brief van den Heer
Boucher, eigenaar te Montirac.
canton van Lalinde (Dordogne,
Frankrijk), mededeelde.
Het was alleen dezer dagen dat
ik de gelegenheid had den Heer
Boucher nauwkeurige inlichtingen
te vragen omtrent het onderwerp
van zijn brief. Ik geel'zijn antwoord
weder, waartoe hij mij overigens
gemachtigd had
Sedert negen opeenvolgende
jaren, zeide mij de Heer Boucher,
leed ik aan vreeselijke aangezichts-
pijn. Vooral gedurende de vier
laatste jaren, heb ik vreeselijke
pijnen doorstaan. Ik heb alles be
proefd behandeling van alle ge-
neesheeren van het land die ik de
een na den ander geraadpleegd
heb. geneesmiddelen van buren en
vrienden die roij elk het hunne
gaven en die ik falie ingenomen
heb. Ik zou krankzinnig geworden
zijn indien ik zoo voortgegaan was.
Het was mij onmogelijk eenig
werk in mijn eigendom te verrich
ten. noch het geringste toezicht
uit te oefenen. Jk moest dogeheeie
als de Mijtte ia bewerkte, die ge- alen. Aaa den wal haerscht drakte nog: aityd vergezeld van de ialaadsehe Terlatea en verklaarde by heen tt
heel ea al gener.e* warea gewor-en vertier. Laadprauwea komau af vrouw Marianna. wi'lea blijven,
dea door het gebruik der Pink 00 aan; het terrein tusschen hetKlaarblijkelijk was zyn doel nog Yan der Ileyde ging au mot geweer
Pillen voor bleeke personea va* scheepvaart-etablissement oa de Chi- j even naar Priaman aau te gaan om en kapmes gewapend recht op de
Dr VYilliams Na dit boekie aiot neescbe feamP Hg* bezaaid met hout-zijne ouders te zien ea vervolgens i plaats af, waar een bende Maleiers
aanfWl.t wWp. m hphhJ. Hp 1 werken en kadj&ngmatten. Hier wordtverder te gaan. geposteerd stond onder bevel vau dei
iivpiïl p 'bet hout geteld en gekeurd, om daarnaNu evenwel had bet bestuur zekereToeankoe-laras van Oelakan.
yverae ik mij om i hik ruien te ]W6<jer oDgevoerd te worden naar de j berichten omtrent zijn aanwezigheid'
laten komen. In het Ua">~
begin der plaatSf
waar als het ware een nieuw
behandeling ondervond ik reeds dorp verrijst,
eene belangrijke verlichting e*1
hoe meer ik voortging des te meer
de verbetering toenam. Spoedig
was de genezing volkomen en >vel
zoodanig, dat ik heden vier en
vijftig jaar oud ben en mijne ge
zondheid beter is dan op vijf en
twintig jarigen leeftijd. Men komt
mij thans uit nieuwsgierigheid
bezoeken, zoo wonderbaar is mijne
genezing. Voor gisteren is een per
soon uit het naburige dorp, waar
van de vrouw door dezelfde ziekte
aangetast was als ik, zich reken
schap komen geven van de waar
heid van het herkrijgen mijner
gezondheid. Zij was er zoo door
getroffen, dat zij terstond Pink
Pillen heeft moeten laten komen.
Dit boekje wordt op franco aan
vrage door den Heer Snabilié toe
gezonden.
Diegenen die gebruik maken van
de Pink Pilllen zullen er de beste
resultaten van bekomen. Zij zijn
krachtdadig voor bloedarmoede,
•rlhmmingruggeniergstering
rhumatiek, heupjient. zenuwpijn,
St. Vitus dans, hoofdpijn zenuw
ziekte. kliergezwellen, enz., zij zijn
een hernieuwer van het bloed en
een spierversterkend middel. Zij
geven schoone kleuren aan de
bleeke gelaatskleuren, handelen in
alle tijdperken der verzwakkin:
bij de vrouw en veroorzaken bij
den man eene werkdadige werking
tegen al de ziekten veroorzaakt
door lichamelijke en geestelijke
overspanning en door buitenspo
righeden.
Prijs fl.vS de doos. f9.per
6 doozen.
Verkrijgbaar bij Snabilié. Stei
ger 27, Rotterdam, eenig depot
houder voor Nederland en Apo
theken.
Franco toezending tegen post
wissel.
Chapellerie du Sport.
Ed. MEUWSEN,
21, Anegang- 21.
Eenigstvertegenwoordiger van
de beroemde Amerikaanèche
Heeren-Hoedeii.
Grootste sorteering- Dames-
en Heeren Stroolioeden (Ma
telots).
Zijden Hoeden, zeer elegant
model.
Specialiteit in Sportpetlen
en Kinder-NouveautéN.
Elke kooper van een hoed
ontvangt, gratis een Feest-
knoop. die daarop gedragen
kan worden.
Leeuwe u w a s.
Sinds eenige jaren is groote af
trek in 't artikel «Leeuwehwas».
De oorzaak ligt aan de zuivere
bestanddeelen. waarvan deze was
.efabriceerd wordt. Wij kunnen
deze «Leeuwenwas» bijzonder aan
bevelen voor onderhoud van vloer
zeil. leder en meubelen.
Lees achterstaande advertentie.
verzorging er van aan mijne vrouw
Bij het aoioveeren van de oude overlaten,
kazerne te Groningen zyn vyt ar- js ^en maanden geleden,
taders onder den opvallenden muur!d t ;jn f rt zich ond<?rdege_
bedolven. Een hunner, Hendenkus -
Jan Dieters, werd gedood. Van een idaante van een^ allerliefst boekje
Koloniën
Pedir
De Donderdag ontvangen DéU-Cl.
bevat het volgende schrijven, geda
teerd: Segli, 18 April.
Hoewel wij nu pas in April zyn,
en de voorgenomen Pedir-espeditie
ineen aanvang zal nemen, is
men na reeds druk bezig, die voor-
- 7bereidende maatregelen te nemen voor
ander, Rutger Borgman, werd de arm aa^ rm.j voordeed, waaraan ikvee' .^en bouw van barakken enz.
verbrijzeld. aandacht wijdde en des te meer; Sedert mijne komst voerden handels-
- daar ik ei gelijksoortige ziekten schepen niets anders aan dan materi-dat iemand hem daarin bemoeilijkte,1
Ongeveer een drie weken geleden
arriveerden twee boormeesters van
Padang, die met den meesten spoed
een put moeten boren, ten einde de
troep van drinkwater te voorzien.
Ongelukkig echter dat zy, alvorens
aan hunne werkzaamheden te kunnen
beginnen, eerst verplicht zyn voor
hunne veiligheid te zorgen. Veertien
dagen hebben zy noodig gehad om
eene versterking te houwen, die nu
bezet wordt door 10 bajonetten.
Behalve de werkzaamheden Yan
den boormeester is ook de Atjeh-
associatie bezig maatregelen te nemen,
ten einde de haar toevertrouwde ver
zorging van den inwendigen mensch
naar behooren te kunnen waarnemen.
Tydelyke magazijnen en een slacht
huis zijn in aanbouw, in welk laatste,
naar ik hoor, 20 beeston per dag
moeten geslacht worden, 't ls dan
ook geen kleinigheid om eene menage
op te richten voor ongeveer 7500
monden.
Eenige dagen geleden kwam een
detachement Genie werklieden aan,
dat onder toezicht van een kapitein
en een luitenant, al aardig wat heeft
neergezet. Indien men op de reede
van .Segli aankomt, ziet men op het
terrein tusschen de versterking en
het bivak van de twee compagnieën
van het 14e bataljon een groot aan
tal geraamten voor barakken staan,
dat veel weg heeft van een kermis.
Met de Both, die 16 dezer op de
reede kwam, kreeg de genie eene
versterking van werkkrachten be
staande uit 70 Chineesche timmer
lieden en 250 dwangarbeiders. Voor
het betrekken der wachtposten, o. a.
voor de versterking van den boor
meester zond men uit Kota-Radja
100 manschappen onder twee officieren.
Met dat al gaat Oemar rustig zyn
volk te Garoet verzamelen. Vergade
ringen op vergaderingen worden daar
gehouden met de hoofden. Men zegt
dat hy de ons bevriende oeloebalangs
in deze streek tracht, of reeds heeft
overgehaald, om met hem samen te
werken en onze troepen het hoofd
te bieden. Dat het by de vijandig-
gezinden bekend is dat wy eerstdaags
het binnenland zullen bezoeken, kan
men aan alles merken.
Niettegenstaande de verblijfplaats
van Oemar slechts een uur gaans
van hier verwijderd is, verontrust hy
ons onbegrijpelijker wyze niet; ver
moedelijk om zjjn aanhang niet te
versnipperen. Zijn macht moet een
lOOOtal geweerdragenden tellen en
wat hy eigenlijk van plan is te doen,
weet men ook niet. Dan is het weer dat
hy op insinuatie van Panglima Polim
de XXII Moekims zal aanvallen, dan
weer op verzoek van den pretendent
sultan hier in de buurt zal blijven
om Segli te verontrusten. Bijzondere
maatregelen om hem by een mogelijken
aanval het hoofd te bieden, zijn hier
tot dusver nog niet genomen.
Het is echter te hopen dat hy met
de andere hoofden van verzet te
Garoet blijft tot wy hem daar zullen
komen opzoeken.
ledereen ziet reikhalzend uit naar
de komst van onzen nieuwen Gouver
neur, die over gebrek aan sympathie
volstrekt niet te klagen zaf hebben.
PADANG, 28 April.
De gevangenneming van den moor
denaar Van der Hegde.
De „Som. Ct." bevat uitvoerige ver
halen, hoe de arrestatie van den uit
<ie gevangenis ontsnapten Van der
Heyde zich beeft toegedragen. Het on
derstaande verslag is daaraan ontleend.
Wij gaan terug tot het oogenblik,
dat Yan der Heyde op zijn vlucht
naar den Soebaug-pas ter hoogte van
Rasaq-Boengah het bosch inging en
de bevolkings-patrouille met ne twee
militairen tot den terugtocht dwong.
Na beproefd te hebben den Soé-
baug-pas te forceeren of de Zuid te
bereiken, week by weder Zuidwaarts jriaona gesproken heeft,
uit naar Padang; hier bleef hy niet
langer dan een halven dag en een
nacht
Hij ging weder op weg langs Pand-
jahnan naar het zeestrand, zonder
het Priamansche en zaten hem
reedsjspionnen der politie op de hielen.
Terwfjl hy 's avonds in een maleische
woning aan den maaltijd was, kwam
een spion en vroeg een der beide in
landers, die hy als gidsen aangeno
men had, of zij ook iets van Van der
Heyde afwisten.
De iulandscho gidsen verklaarden
evenwel niets vau zoo iemand te we
ten en de spion ging verder.
Van der Heyde wist nu dat men
hem op het spoor was en ging on
middellijk daarna in den Dacht op
marschzyn doel was nu Priaman te
mijden en door de Aneikloof naar
Melala, naby Fort-de-Kock te gaan,
waar hy met betoog op zyn relaties al
daar zich veilig- achtte yoor alle ver
volging der justitie.
Het was echter te laat; toeu het
bestuur eenige zekerheid had waar
de vluchtelingen zich zoo ongeveer
bevonden, werd de politieopziener
Hakkers, van Emmahaven, door Int
bestuur aangezocht, zich ter beschik
king te stellen van den assistent-resi
dent van Priaman, tot opsporing en
gevangenneming van Van der Heyde.
Vrijdag 15 April vertrok de opzie
ner Hakkers naar Priaman en Zater-
16 April naar Oelakan om met
het onderzoek een aanvang te maken.
Het voortgezet onderzoek leidde den
opziener Hakkers tot de aanhouding
der twee inlandsche gidsen van Van
der Heyde, die verklaarden, door dezen
aangenomen te zijn voor §0 centen
daags, maar door gebrek aan voedsel
de kans waargenomen hadden er van
door te gaan.
Op het spoor vau Van der Heyde
marcheerde de politie-opziener Hak
kers verder naar Pau-Kambar en
Poenggoeng-Kasiq, alwaar zy zekere
berichten omtrent de vluchtelingen
ontvingen.
Den volgenden dag, 20 April, be
gon de jacht opnieuw, doch nu met
meer zekerheid, daar men nu wist,
waar Van der Heyde te vinden zoudö
zyn, en wel in een moerassig bosch,
Poenggoeng-Kasig genaamd.
De. bevolking toonde zich zeer on
willig de behulpzame hand te bieden
en het kostte veel moeite om de lie
den op ban post te doen blijven
eene loffelijke uitzondering maakte
hierop de Toeankoe-laras Soetan
Moearah, van Oelakan, die onvermoeid
er op uitging.
Gedurende dezen dag werden in
het bosch wederom sporen gevonden
van het verblijf der vluchtelingen,
doch te^en den middag moest wegens
het vallen van den avond de jacht
opgeheven worden.
Den volgenden morgen werd Hak
kers ziek en gaf hij de leiding over
aau den Djaksa van Priaman, den
Mantri der cultures van Kajoe-Tanara
en aan het Larashoofd van Oelakan.
Hoewel zjj de vluchtelingen dicht
achter de hielen zaten, gelukte het
ook dien dag niet Van der Heyde in
handen te krijgen.
Den volgenden morgen (22 April)
nam de opziener Hakkers weder de
leiding op zichal spoedig ontdekte
men in een pisangtuin de versche
overblijfselen van een kampvuur .waar
naast eenige geroosterde pisangs, blijk
baar in de haast achtergelaten.
Deze pisangtuin bevindt zich naby
Barït-Malingtan, rechts van den ouden
postweg naar de Bovenlanden engrenst
aan een uitgestrekt ilalangveld en aan
een groot dicht bosch.
Natuurlijk dat Van der Hevde zou
trachten dit bosch te bereiken, maar
het was te laat!
Deze pisangtuin was weldra te half
twee uur 's namiddags omsingeld door
byna 300 gewapende Maleiers, die
langzaam dóch zeker den levenden
muur om Van der Heyde nauwer
toehaalden.
Vau der Heyde moet toen het plan
gehad hebben om het cordon tc for
ceeren en men zag duidelijk, dat hy
na een nauwkeurige beschouwing van
de hem steeds nader omringende ver
volgers, tot de inlandsche vrouw Ma-
Juist op dit oogent lik trad e«£
Maieier, een gewezen bediende vas
Van der Heyde, die door den opzi^
ner Hakkers opgespoord en gezonden
was, naar voren en smeekte zyn g«.
wezen meester zyn dood niet te ge-
moet te gaan en zyn wapens neder
te leggen; met zyn lichaam stondbj
borg, dat Van der Heyde geen letaal
zoude aangedaan worden.
Van der Heyde hield een oogenblik
op en wenkte 'mot de woorden „Tida
oesa lagi!" (hot is onnoodig), zp
ouden bediende om uit den weg te
gaan.
Hy legde zyn geweer aau en school
op ,een Doebalang van den Djaknai
die achter het lichaam van don ouden
bediende gedekt, hem stil wilde na
deren. De man viel neer en was spoe.
dig dood. Beide partijen stonden toen
ougeveer 100 passen van elkander af,
Het Larashoofd van Oelakan, eon
goed schutter, legde nu, goed gedekt,
zijn oud tromplaadgeweer op Van der
Heyde aau eu trof hem maar al te
goed; de kogel drong in de zyde,
dwars door liet lichaam de andere
zijde weder uit.
Ondanks deze doodelyke wonde
bleef Van der Heyde overeind staan
en verbrijzelde met eeu welgericht
schot den linkerpols van eeu Maieier,
die juist op hem aanlegde.
Van der Heyde bekwam nog eea
schot in den rechterelleboog. maar
bleef nog staan en loste nog 4 sche
ten uit zyn repeteergeweer, die ech
ter geen doel troffeo, daar de Ma
leiers het hazenpad kozen en zijo
anders zoo vaste hand gewond was.
Uitgeput door bloedverlies viel bj
toen voorover; Si Marianna die vlai
achter hem op den grond lag, on
zich tegen de kogels te beveiligen,
richtte hem toen weder op, maar Vai
der Heyde kon niet meer.
De Maleiera kwamen nu nader er
de Mantri van Kajoe-Tanam eischft
zyn geweer op, dat hem door Si Ma
rianna toegeworpen werd.
Van der Heyde, die gekleed waj
in een donker jasje, een zwarte broek
en een witten gebatikten hoofddoek,
verbond zich zèlven met dien hoofd
doek. De Maleiers dorsten hem nog
niet te naderen, daar zy hot zaakje
nog niet te best vertrouwden.
Óp het geluid der schoten toege
sneld, ging de opziener Hakkers, die
aan de tegenovergestelde zjjdo post
gevat had, naar Van der Heyde toe,
die hem reeds van vroeger kende eu
zeide „Mijn wond isdoodelyk, bl\jf bjjl
my, lang zal ik 't niet meer maken
Het was iets over 3 uur 's namiddags
Op last van den opziener werd nu
van een wolion deken van den ge
wonde, benevens een paar stokken
oen draagbaar gemaakt en daarop de
gewonde naar Uoeboeq-Aloeng ver
voerd.
De controleur eu de officier vao
gezondheid van Kajoe Tanam bevon
den zich reeds daar, welke laatste
den gewonde een verband aanlegde;
daar de trein naar Padang reeds ver
trokken was, werd de reis gedaan
naar Kajoe Tanam, met een bak wa
gen, getrokken door een locomotief.
Hier werd Si Marianna in ver
zekerde bewaring genomen en Van
der Heyde in het' hospitaal gebracht,
alwaar hy, na door den controleur
nog in verhoor genomon te zyn. den
22en April overleed, kwartier voor
middernacht.
Deze verklaarde dat Van der Heyde
haar toen gezegd heeft „Alles is ge
daan ik wi! sterveu als een man.;-.
Verlaat mij, anders loop je gevaar i zienluB. Yau. U1ïln vonnis te vragen,
doodgeschoten te worden." omhels je met ai myn hof de eu
Si Marianna wilde hem echter niet ouze heve> dierbare kinderen.
SOSE31QO NIEUWS.
De Dreyfus-zaak.
„Ik tart schryft Joseph Reinach
in de Siècle den bardvochtigstet
anti-semiet, zoo hy ook maar ooit
een beetje vau een hond heeft ge
houden, zonder ontroering dit briefje
te lezen, vreesoffjk in zyn kortheid,
dat mevrouw Dreyfus nu van haai
man heeft gekregen.
„Ik lijd te veel, uiyn hersenen, mp
zeuuweu zyn zóó sterk gespannen, ee
dan moet het hart wel overloopea
Ik beb daar juist een beroep gedaau
op dc liooge rechtvaardigheid van deu
president der republiek om de her-
schrikte biggen, en het rollen van een ledige waterton,
die losgeslagen was en nu over het middendek heen
en weder rolde, veroorzaakten zoo'nontzettend lawaai,
dat zelfs de bekwaamste pen niet in staat is er ook
maar een flauwe beschryving van te geven.
Toen het begon te dagen waren de zeilen der Atlanta
gereefd; zoover ging alles goed, maar de dekken dreven
van het water, want de storm was oorzaak dat de zee
zeer hol stond en daar hei schip, zooals ik reeds op
merkte eeu zeer zware lading inhad sloegen de golven
by herhaling over de verschansing heen.
De helft der matrozen, die geen dekwacht hadden,
waren weder naar bun kooien teruggegaan, maar daar
het reeds half vier was, zou ik ook over een half uur
worden afgelost. Het schip was nu aan myD zorg toe
vertrouwd, want de kapitein, die den ganschen nacht
op liet dek had vertoefd om liet schip te surveilleeren
toen alle zeilen by stonden, was naar zyn hut gegaan.
Ik voelde iny hierdoor bepaald verlicht, want, zyn voort
durende tegenwoordigheid drukte my zeer ter neer.
I)e zee, zooals ze nu verlicht werd, door de lichtende
streep in het Oosten, bood een merkwaardig schouwspel
aan. De elkaar opvolgende golven teekenden zich tegen
de horizon als even zoo veel bogen af, waarvan de
koppen witgekleurd werden door bet daarop schijnende
licht, terwyl de holte tusschen twee koppen in lood
kleurig was; wanneer het schip door een golf hoog
opgelicht werd, dacht men een ontelbaar aantal kloven
or afgrondeu in een onafzienbaar sneeuwveld te aan
schouwen. Het is uiet mogelijk zich een meer verlaten
toonecl voor te stellen, dan de zee op dit oogenblik
opleverdede verbieekende hemel, waarin hier eo daar
nog flauwtjes een ster te onderscheiden was, en waar
langs donkere en door den wind uiteengereten wolkge
vaarten zich snel voortbewogen, de holle, onstuimige
zee, die zich melancholiek tot den nog donkeren horizon
uitstrekte eu welke alleen metaalachtig verlicht, was
op het punt, waar de zon zich binnen eetiigen tyd zou
vert-oonen.
Ik had nu gelegenheid om my het fatale ongeval te
binnen te brengen, dat ik reeds verhaald heb en tevens
de onmenschelyke wreedheid, die kapitein Coxon daarbij
aan den dag had gelegd. Ik huiverde niettegenstaande
de dikke jas, die ik aau had, toen ik aan het kille graf
dacht, dat zich zoo plotseling voor de opvarenden vau
het verongelukte schip had geopend. Met welk een dui
zelingwekkende snelheid had alles zich niet toegedragen 1
ja zelfs de doodskreten waren overstemd geworden door
het vreeselyke leven, dat de storm veroorzaakte. Laugcn
tyd daarna nog vervolgde mjj de herinnering van dat
donkerkleurige zeil, dat ik een oogenblik drijvende zag
op de ziedende zee. En had de mau op den uitkyk hel
ongelukkige schip niet gesignaleerd, mogelyk was dan
geen van ons ooit te weten gekomen, dat wy in dien
noodlottigen nacht, wie weet hoeveel vrouwen weduwen
en hoeveel kinderen vaderloos hadden gemaakt.
Onze reis was onder byzonder ongunstige omstandig
heden begonnen en toen ik naar den aaubrekenden dag
keek overviel mij een groote neerslachtigheid en kreeg
ik een voorgevoel, dat vele gevaren en rampen voor ons
waren weggelegd en met weemoed herdacht ik den
liefelyken aanblik vau Engeland's kust, toen wy voor
anker lagen!
HOOFDSTUK V.
Ik bevond mjj om acht uur weder op het dek. De
wind was nog zeer hevig en (laar de marszeilen gereefd
waren had Duckling het noodig gevonden de bramzeilen
by te zetten en het schip doorsneed snel de golveu.
Ofschoon wy een Hinken gang liepen stampte het schip
toch geduchtwant ne zee stond nog zeer hol en de
wind had nog geen gelegenheid gehad om de richting
der golveD te veranderen.
Ik rekende uit, dat wij de laatste twaalf uur zoo
ongeveer honderd dertig knoopen gevorderd waren eu
wy dus alle kans hadden den volgenden morgen do
Scilly eilanden gepasseerd te zyn. Een kleine stoomboot
voer in tegenovergestelde richting en zette ongetwijfeld
koers naar Bristol. Ik sloeg baar door mjjn verrekijker
gade en hield soms den adem in, als zij plotseling in
de golven verdween. fSoms scheen het alsof zy boven op
het water lag, dan weder verdween zy, zoodat ik niets
meer zag dan een gedeelte van de stoompijp, waaruit
i. Dikwijls
later zag ik de rookwolkjes omhoog stijgen, anders zou
ik ook vast geloofd hebben, dat. zij gezonken was. Deze
geheimzinnige verdwijningen zijn op zee niet zeldzaam,
maar zijn moeilijk te verklaren, daar zy ook met een
heldere lucht voorkomen. Ik zal b.v. een schip iu het
gezicht krijgen en een oogenblik gadeslaan en na een
poosje een anderen kant te hebben uitgezien, zie ik het
niet meer. Het is mogelijk, dat een dunne mist die op
zoo'n afstand niet zichtbaar is, de boot aan mijn oog
onttrekt waardoor het schijnt alsof het schip 'opeeus
weggetooverd is. De legende van „het spookschip" kan
aau die verdwijningen zyn ontstaan te dankeu hebben,
want zy zijn wonderlijk genoeg om zulke gedachten en.
vooral in een zeemansbrein op te wekken.
Men zat aan 't. ontbijt en ik wachtte totdat de kapi
tein boven zou komen om ook iets te gaan gebruiken.
Maar voor hem verschenen eerst de koperkleurige kok
en een paar matrozen op het achterdek.
„Mijnheer," begon de kok, die er in zyn roodgestreepi
hemd en gele broek allerzonderlingst uitzag, ik kwanm
beleefd verzoeken aan den kapitein te zeggen, dat
beschuit niet te eten is."
o „Ik ben de kok voor degenen, die aan stuurboord
zwarte rookwolken "omhoog stegen. Dikwijls dacht ik i wacht honden," verklaarde een van de kerels, „en de
als zy daalde, dat zij niet meer boven zou komen. Haar bemanning zegt, dat zij het brood niet door hun keel
boeg werd geheel onder water gedompeld, zoodat het kunnen krijgen."
schuim hoog opspatte; dan weder stak de achtersteven „Waarom" zegt ge my dit?" vroeg ik woedend. „Ik
naar boven en door myn verrekijker zag ik de schroef heb jelui al meer dan eens gezegd, dat ik niets uier de
van tijd tot tyd in de lucht ronddraaien. i proviand te maken heb."
Het eenige levende wezen op het dek was de man,
die op de brng stond. Plotseling verdween zy weder Wordt vervolgd.
in de opspattende golven, maar eenige oogenbükken