BINNENLAND
Parlementaire Praatjes.
sloege*. De personen dio in liet rijtuig nog wel zai herinneren, indertijd ver-
zaten, kwamen evenals de koetsier klaard dat Tilburg niet van protectie
I met den schrik rrjj, terwijl men de gediend was. Hetgeen toen nog een
r. paarden ook weer spoedig op de been protest van andere katholieken heeft
Zonderlinge dingen. Ifiad. F 6 uitgelokt.
De Eerste Kamer had het noodtg i EeQ eQ ander had n0g al eenige' Aan de hand van die uiting meenon
geoordeeld een aparte zitting te be-vertra«jng in de passage tengevolge, wy dus te mogen constatesron, dat1
leggen voor de betiandehng van den j - j do<)r de laatste verkiezing één zetel, j
de bende van Panglima Polim in zyn
bezit werden gevonden twee achter
laders en een voorlader.
Tan Segli werd te Kotaradja aan
gebracht een deserteur van Oemar's
bende met een Beaumontgeweer en 60
patronen.
aankoop van den spoorweg Batavia)
Krawang en van de (Indische)
leening.
Maar van geen van beide onder
werpen werd iets gezegd.
Alleen werd over liet eerste ontwerp
gestemd en bleken er 5 stemmen tegen
te zijn.
En wat bet tweede onderwerp
aangaat het debat ging er geheel
langs.
De oud-minister Fransen van de
Putte, Indische specialiteit bij uit
nemendheid, nam de gelegenheid te
baat om ons bestuur in Indië en de
vruchten der liberale-kolooiale politiek
te verdedigen tegenover de aanvallen
die daarop aan de andere zijde van
i..L
De zaak Hogerhuis.
De Sociaaldemocraathet blad dat
onder redactie van mr. Troelstra staat,
meldt, dat deze. na de afwyzende
beschikking van den officier van
justitie vernomen te hebben, direct
'naar Beetgum vertrokken is ter voor
bereiding van zyn interpellatie over
de Hogerhuis-zaak en den voorzitter
der Tweede Kamer verzecht heeft
den datum der interpellatie voor 17
Juni te willen vaststellen.
Een© restauratie.
Men meldt uit 's Gravenhage
-;--r De zaal aan het departement van
hot Binnenhof zyn gericht. Toch l koloniën bestemd voor de ontvangst
meende spr. dat Diet te veel lastenvan ,i0 Indische vorsten en groot-
op Indië mochten worden gelegd en I waardigheidsbekleders, die doinhul-
bleek hy voorstander van eeu wette- i digingsplechtigheid komen bijwonen,
lyke regeling van de tinancieele js z00 g0ed als gereed,
verhouding van Ryk en Koloniën. Intjet vertrek, in afmeting 8 by 6.40
een historische beschouwing zette hy meter, ziet er keurig uit, door de
vervolgens den gunstigen invloed van zaci,te kleureu en het sierlyk ver
ons liberaal-koloniaal bestuur uiteen guldsel van plafond en staand werk.
en beloofde hij zijn steuD aan militaire De zolder is decoratief beschilderd:
uitgaveQ tot behoud en bescherming 10p vier plaatsen rondom het ovaal
van ons koloniaal bezit. vormïg middenstuk de wapens van
Minister Pierson scheen het vol-Oost- en West-Indië, van Batavia
komen eens met deze historische be- j enZ.5 ïq de kleinste bijzonderheden
schouwingen. En in verband daarmedeniterst correct in de heraldieke kleu-
wees spr. op de moeilijkheid eenerj.ea uitgevoerd,
wettelijke regeling, die boven dien van j Langs de rijk vergulde wanden
weinig nut zou wezen. Want niet j prijken in vier vergulde omlijstingen
de wet, maar de geest waarin onze i de portretten van de verschillende
koloniën moesten beheerd worden 2-ouverneurs-generaai van Indië. Deze
kon ons baten om dat beheer zoo serie van 57 geschilderde beeltenissen
door den bril van een nijverheidsman j
bekeken, wel eenigszins van kleur is'
veranderd.
vruchtbaar mogelijk te doen zyn.
Nadat minister Cremer eeu Atjeh-
ielegram had medegedeeld en na een
repliek, werd de leening zonder stem
ming gevoteerd.
De Kamer is tot Maandag 27 dezer
des namiddags 2 unr uiteengegaan.
G. Jr.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Eervol ontslag verleend aan jhr.
mr. L. E. H. Michiels van Kessenich,
op verzoek, als kan tonrechter-plaats
vervanger in het kanton Roermond.
Vergunning verleend
aan den "neer M. C. Teves, koop
man te Haarlem, tot liet aannemen
der ordeteekenen van ridder 3e k.asse
der orde van het Borstbeeld van den
Bevrijder Simon Bolivar van Vene
zuela en aan mr. L. H. Ruyssenaers,
buitengewoon gezant en gevolmach
tigd minister, chef van het Kabinet
van den minister van buitenlandsche
zaken, tot het aannemen der versier
selen van grootkruis der orde van den
Heiligen Schat van Japan.
Bevorderd,
met ingang van 1 Juli 1898 tot:
commies der telegraphie 2de klasse
O. A. Deul, thans commies der tele
graphie 3de klasse, en tot commies
der telegraphie 3de klasse J. B. C.
Hendrix. thans commies der telegra
phie 4de klasse.
Tweede Kamer.
Rij wielenbelasting.
De heer Van den Berch van Heem
stede heeft by amendement voorge
steld om de belasting te verhoogen
en jaarlijks te doen bedragen: voor
eeu éénpersoons rijwiel niet 2 maar
3 guldenvoor ieder rijwiel voor meer
dah een persoon niet 4 maar 6 gul
den; voor rywielen, die telkens voor
niet langer dan eene week aan ande
ren ten gebruike worden afgestaan
en wegens rijwielen die gebezigd
worden om onderricht in het wiel-
rijden te geven of te doen geven,
een en ander door personen, die daar
van hun bedrijf maken of tot wier
hedryf zulks behoort, voor ieder rij
wiel in plaats van f 1.50 f2, en voor
de rywielen die geregeld gebruikt
worden om voor winkelneringen be
stellingen op te nemen of waren te
bezorgeu, voor ieder rijwiel niet f'
maar f 1.50.
vangt aan met het portret van Pie-
ter Both en eindigt met dat van Pyn-
aeker Hordijk
Ieder portret is bovendien gevat
in een wit en goud gekleurd lijstje,
terwyl er tevens onder vermeld staan
de jaartallen gedurende welke de be
trokken opperlandvoogd het bewind
voerde in onzen O.-L Archipel.
Uit het midden van het plafond
hangt een kristallen kroon met elec-
trische gloeilampjes.
De wit marmeren schoorsteenman
tel is kuDStig gebeeldhouwd met de
koninklijke kroon in het midden van
de voorlijst. Boven den schoorsteen
mantel verrijst een ruim 2'/a meter
hooge spiegel en daarboven is aan
den wand als hoofdmotief aangebracht
in zeer fijn decoratief: het Neder-
landscbe Wapen.
Aau den wand tegenover dezen
spiegel is een groot vak bestemd ter
plaatsing van het portret van H. M.
de Koningin, dat door Maris jr. wordt
geschilderd.
Onder den schoorsteen staat een
massief koperen haard van eigenaar
dige constructie.
Ter weerszijden van de spiegels
zijn kristallen lustres aangebracht.
De onbedekt gebleven vakken van de
wanden zijn behangen met kostbaar
velonté.
Op den parketvloer ligt een rijk
bewerkt kleed. In het midden van
de zaal staat een ruim 3 meter lauge
tafel, waarvoor het kleed expresselyk
moest worden geweven. De verdere
meubelen zijn wit en goud.
De geheeie inrichting van het ver
trek is ontworpen door den rijks
bouwmeester, den beer Knuttel.
Te Helder is Dinsdag de zeemili-
cien van Hr. Ms. Neptuuus, A. D..
bij het baden in het Noordholland-
sche kanaal verdronken. Zyn lyk werd
later opgehaald.
Het stoomjacht „Greyhound", eige
naar de heer James Grandfield, is
Dinsdagnacht 2 mijlen noordwaarts
van Schiermonnikoog gezonken.De be
manning is gered.
De Pedir-expeditie.
De Deli-correspont van het Hbld.
seint van 8 Juni 11 uur v.ra.
„De Pedir-expeditie rukte van 2
tot 5 Juni met succes voort. Toekoe
Oemar vluchtte van Garoet naar Tjot
Moeroeng.
„De vijand werd uit zyn verschil
lende stellingen verdreven, met achter
lating van een groot aantal dooden.
Onze verliezen waren zeer klein. Te
Groeng Groeng werd gebivakkeerd
en den 5en Juni verder opgerukt
naar Padang Tidji."
Aan een officieel telegram aan bet
departement van koloniën van Woens
dag is het volgende ontleend
Den éde naar Reuug-Renng opge
rukt waar benden uit de VII Moe-
kims en uit het gebied van Toekoe
Bintara Reubee van westelijke heu
vels verdreven. Ons bivak aldaar des
nachts beschoten Onzerzijds drie ge
wonden.
■5 dezer by opruk keu voor de VIL
Moekims benden verdreven achter
latende 12 dooden. Geen schot in
de YH Moekims. Panglima Polim
gevlucht.
6 dezer verkeuning uaar Genae-
breuck. Aankomst öelimoen-kolonue.
Deze bivakkeert te Padang-Titji in
de YH Moekims. Rukt t dezer naar
Reung-Reung, 9 dezer naar Segli,
dezer Segli kolonue langs Oetoe
ongestoord terug te Reung-Reung.
Doorgenikt tot Scumi-deun, maar
gesignaleerde vyand niet aangetroffen.
Het weder in Mei.
Aan het maandelijksch overzicht
van het weder, medegedeeld door het
Kon. Ned. Met Instituut, is het vol
gende ontleend:
Onder den invloed van eeu depres
sie, die N.waarts langs Groot-Brittan-
nië trok, begon de maand met buiig
weder, veelal vergezeld van ouwe-
der s, terwyl de temperatuur steeg,
en deze op 2 Mei haar maximum be
reikte. Toen op 5 Mei een depressie
over het Z. van Engeland en de
Noordzee naar het O. van Nederland
trok, werd het weder bij N-lyken wind
kond en schraal, maar klaarde op 8
Mei een weinig op. Na 10 Mei werd
het weder beheerscht door een depres
sie van boven Scandinavië, waarvan
buiig, koud weder met NVY.-lijken
wind het gevolg was, die echter teu
gevoige eener andere depressie boven
de Noordzee op 11 Mei meen krach-
tigeu ZW. wind overging.
Terwyl deze depressie den volgen
den dag N.waarts trok, ruimde de
wind.
De lnchtdrukking was na 15 Mei
gelijkmatig over Europa verdeeld,
zoodat de wind zwak en zeer afwis
selend van richting was. O.lyke wind
kwam betrekkelijk veel voor en het
weder was ae laatste helft der maand
byna voortdurend somber en schraal.
Op 20 en 21 Mei trokken nog onwe-
ders over Nederland.
Koloniën.
Atjeh.
Aan een van den civielea en mili
tairen gouverneur van Atjeh en on-
derhoorigheden ontvangen telegram
wordt door de „Java Ct." het volgende
ontleend
Den lsten Mei is de post teSama-
hani opgeheven en zijn de daar ge
legerde marechaussees naar Glé Katu-
bing verplaatst, terwijl de infanterie-
bezetting van laatstgenoemde plaats
naar Indrapoeri is teruggekeerd.
Door eene patrouille van Selimoen
werden in den nacht van 4 op 5 Mei
in Boëeng boven Djanthoi overvallen
Het onderstaande is ontleend aan
Atjeh-brieven van de „Sum. Ct." j
Met de „Maetsnjcker" kwamen den j
27en April de volgende officieren aan:
de kapitein der artillerie J. J. D.
Milder, de 2e luitenant der artillerie
J. Schultz, de le luitenant dercava-
lorie H. C. de Waal, de 2e luitenant
der cavalerie J. C. Boon en de 2e
luitenant der infanterie J. F. E. ten
Klooster. Laatstgenoemde officier is
onder nadere goedkeuring ingedeeld
bij het 12e bataljon te Selimoen.
Zyn overgeplaatstin verband met,
liet vertrek van het gedetacheerd ge
deelte van het 14e bataljon uaar
Segli, van het 14e naar het 3e batal
jon, de kapitein C. K. de Veer en de
ooderluiteuaut Kramersnaar het le
garnizoens-bataljon (compagnie te
Gedab) de le luitenant H. G. F.
Bosch naar het 6c bataljon, de adju
dant-onderofficier, dd. officier De
Tbouars, de Enrop. sergeant Lücht
en Vos; (de laatste blijft in subsi
stence by het subsistentenkader).
In verband met het vertrek van bet
14e zijn daarheen overgeplaatst: vau
het 3e bataljon, de kapitein G- A. A.
Marchantvan bet 7e bataljon, de
le luitenant P. H. Specht Gryp;van
het 6e bataljon, de 2e luitenant R. A.
Gerth van Wvk eü do onderluitenant
Freiherr von und zu Egloffstein.
Nog zyn overgeplaatst; van het9e
naar liet 12e bataljon, de kapitein P.
R. de Rochcmorit; van het 6e naar
het 3e bataljon, de kapitein J. T. M.
Dart, van het 6e naar de mobiele co
lonne te Daja naar Oleh-leh, de le
luitenant B. W. Visser, van hst 7e
naar het 3e bataljon, de lc luitenant
J. Guldenberg.
De le luitenant der infanterie E.
Warris, die den 2en Mei per Van
Lansberge aankwam, is onder nadere
goedkeuring ingedeeld by het 7e ba
taljon te Tjot Mantjang.
Den 7en Mei vertrokken roet de
Maetsuyeker ook n^ar Padang (ge
ëvacueerd), de kapitein der infanterie
jhr. A. W. van Holthe en de le-luile-
nant-kwartiermeester C. Anten naar
Batavia (geëvacueerd), de le-lnitenant
der infanterie .J. P. de Josselin de
Jongnaar Nederland, de le-laitenant
der artillerie P. van Asselt en de
20-luitenantder artillerie K.A. Pfeiffer.
Overgeplaatst naar Muntok, de
officier van gezondheid der le klasse
A. J. Salm.
Amboina.
De Java Ct. meldt:
De resident van Amboina seinde
den 3en Mei aan de regeering dat het
tydelyke residentie- en postkantoor
gereed kwamen en den len Mei be
trokken zyn; dat het onderwijs der
2e en der meisjesschool in tijdelijke
gebouwen in alle klassen hervat is.
Met den gezondheidstoestand gaat het
minder goed; behalve dat ter
hoofdplaats mazelen heerscheu, kwa
men in veie negoryen veel malaria
koortsen voör.
By Algemeene Order is den offi!
eieren aanbevolen de in'andsche talen
meer te beoefenen. Tevens is den
1 inspecteurs opgedragen by hunne in-
1 spectiereizen bepaaldelijk na te gaan
in hoeverre de heeren de Maleisehe
taai machtig zyn.
iJ.-B.)
moest worden. Bonrrillon weigerde
eerst, «jaar toen men hem het schrik
woord je contractbreuk voorhield steeg
hy op, reed, doch liet op in het oog
vallende wjjze Areud winnen. De
laatste afdeeling zou daa-op gereden
worden en Bonrrillon trok een gezicht
waarop men lezen kon, dat by het
zelfde comediespelletje ging herhalen.
Daar verscheen Herr Arend aan den
stau in „hel" tricot met de Duitsche
kleuren én het Duitsche rykswapen
Dat was den Frauschraan te mach
tig. Hy hield op met onverschillig
kijken, reed achter Arend tot de laat
ste ronde en nam toen een eindspurt
die hem zes lengten van zyn tegen
stander bracht. Op den eindstreep
sloeg Singrossi Arend nog. De eind
uitslag der tweedaagsche wedstrijden
was ten slotte: 1. Bonrrillon 6 pun
ten 2 Arend 9 punten3 Singrossi
lü puuten; 4. Büchner .14 punten.
Schaaktoumooi te Weeneii.
De leidint? is in handen van Pills-
bnry met 4, Alapiri en Öteinitz met
3 en Tarrasch met 2 gewonnen spelen.
de jalousie der Duitsche werklieden
op. Er ontstond een woedende vecht
partij tusschen de arbeiders van beide
nationaliteiten. Twee arbeiders uit
Dinxperloo werden met diepe messte
ken zwaar gewondhetzelfde ge
schiedde met, 4 uit Issel borg. Do bel
hamels werden door den directeur
ontslagen.
i fó E E 2L
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
ie redactie zich niet aansprakelijlc.
Van ingezonden stuitteen, geplaatst
of mei geplaatst, wordt de copy
niet aan den inzender terug
gegeven.
Da verkiezing te Tilburg.
Het Hbld. meldt
Üe uitslag der Kamerverkiezingen
te Tilburg brengt schijnbaar geen
■e verandering in de samenstelling der
11 Kamer, daar in plaats van wijlen
iden heer Bahlinann eeu ander katho-j en neergeschoten de beruchte Pang
jliek is gekozen, nl. de heer J. F.'Bong, eén van Polim's volgelingen,
Woensdagmorgen is op de spoorlijn i Jansen, burgemeester van Tilburg. die geruimen tijd den omtrek van
aan den overweg by de Muiderpoort.1 Toch geeft deze verkiezing in één Selimoen voor de bevolking onveilig
te Amsterdam een spoortrein tegen opzicht een groot verschil. De heer maakte, en een zijner aanhangers,
een volgkoets welke juist van de Bahlmann was een der corypheeën Den 28sten April werd by Reung-
begraafplaats kwam. aangereden, van de protectionisten. Daarentegen Reung gearresteerd de gevreesde
waardoor èn paaiden èu rijtuig om- heeft de heer .lansen, zooals men zich Pang Hitam, dio mede behoorde tot
Bonrrillon heeft dezer dagen te
Berlyn gereden en zyn optreden daar
heeft aanleiding gegeven tot een aar
dig trekje, waaruit blijkt, dat bij hee
ren beroepsrijders liet. eergevoel W6l
degelijk een groote rol kan spelen.
De wedstrijd was verdeeld over
2 dagen. Den lsten dag won Bonrrillon
zijne afdeeling. Den 2;len dag reed hy
weer tegeiyk met Singrossi, Arend
en Büchner, welke in deze volgorde
aankwamen, maar het tempo was niet
snel genoeg geweest en de jury be
sliste, dat de afdeeling overgereden
$E&T£N&0 NSEtm
In het Journal publiceert Hugnes
lo Roux een brief, dien hij aau den
prefect van politie te Parijs heeft
gezonden en waarin hy vertelt dat
hy Zondag in de rue de Courcelles
met zijn vrouw en kinderen byna
overreden is door een automobiel. De
wagen was uit het gezicht verdwe
nen, voor zij van den schik bekomen
wareu, on de politie kon ook niets
uitrichten. Hugnes le Roux vraagt
nu dat onmiddellijk verplichte num
mering van die voertuigen ingevoerd
worde en voegt er aan toe: „lu af
wachting daarvan behoor ik tot
hen die raeenen dat men in de straten
van Parijs niet veilig is. En daar uw
agenten verklaren zonder wapens to
zijn, heb ik de eer u to waarschuwen,
dat ik van heden af rondwandel met
een revolver in mijn zak en dat ik
zal schieten op den eersten dollen
hond die, op een automobiel of een
petroleumtricycle gezeten, de vlucht
zal nemen na de mijnen of mij bijna
verpletteid te hebben."
Gearresteerd.
De moordenaar Peugnez, van wiens
afschuwelijk misdrijf te Charenton
in Frankrijk begaan, wy in ons vorig
nummer verhaalden, is gearresteerd.
De twee dagen na den moord bracht
hij met zyn vriendin door, die hem
eindelijk op zyn aansporen verliet en,
gevangen genomen, de politie op het
spoor bracht. Toen hy haar Dinsdag
ochtend aan haar woning wilde ko
men bezoeken, vond hij (laar politie
agenten. Er volgde een wilde jacht,
waarby Peugnez een revolver op de
agenten afschoot, zonder een hunner
te raken, en eindelijk zichzelf een
schot in den raoncl gaf. Maar de
kogel bleef in het gehemelte zitten
en kon er, nadat de moordenaar ge
boeid naar de gevangenis was ge
bracht, gemakkelijk uitgehaald wor
den.
Een schouwburggrap.
Uy eeu operette-voorstelling in het
Edöutheater te Straatsburg zag men
midden in een bedrijf uit de zijloge
naast bet tooneel een jongen man op
de planken springen, voor de spelers
den hoed afnemen, hun eenige woor
den toespreken en toen weder even
vlug in de loge klimmen. Groote ver
bazing onder het publiek en ook op
het tooneel, zoodat het scherm moest
vallen. Men begreep spoedig dat het
een grap was geweest, want de jonge
lieden die in de loge zaten schaterden
van de pret en werden, tewyi een
1 deel van het publiek meelaciite en
j anderen groote ergernis toonden, uit
Iden schouwburg verwijderd. Het
waren studenten, die een weddenschap
hadden aangegaan, welke de onver
wachte modespeler schitterend heeft
gewonnen. Maar hy zai zich ver-
j moedelyk voor den politierechter
i hebben te verantwoorden.
In het Duitsche grensplaatsje Issel-
borg werd wegens het 50-jarig jubi
leum van een arbeider op de ijzer
gieterij aldaar feest gevierd. Eender
directeuren prees de llinkheid der
Hollandsche arbeiders, die meest uit
Dinxperloo zyn. Op verzoek zongen
zy hot Noderl. volkslied. Dit wekte
Haarlem9 Juni IS98.
Mynheer de Redacteur!
Ik blijf u steeds in voorbaat dank
baar voor het plaatsen van dit inge
zonden stuk.
Daar in uw meest gelezen blad
van 8 Juni voorkomt van de werk
staking bij C. Hulsebosch, glazen-
wasscher, Raamgracht no. 18, verzoe
ken wij eeuig licht te mogen brengen.
Wellicht deukt de heer C. Hulsebosch
dat het in de doofpot wordt gestopt,
maar neen, dan is hij er niet achter.
Wy hebben behoorlijk gevraagd om
meer geld, daar wy overtuigd zyn,
dat wij het verdienen, want hij zegt
zelf tegen de mouscheu daar hij werk
van aanneemt, dat zyn knechts by
hem 18, 19 a 20 Ct. per uur verdie
nen, dat by het meeste loon uitbe
taalt en zoodoende ook niet voor min
der loon kan werken. Hy doet een
hoog loon betalen aan zyn knechts
en zyn werk is eenig hier in Haar
lem geeft hy voor, maar dat laat veel
te wenschen over. Niet waar zyn
knechts gewerkt hebben, maar overal
waar hy werkt is het schande; maar
daarover later. Wy brengen geregeld
70 a 80 gulden in do week aan werk
thuisde Pinksterweek was het even
over de honderd gulden vau één kar,
en loopen er twee karren, dan heeft
hij een eersten knecht, die heeft vast
geld, maar komt by voor een enkelen
keer een half uur te laat, wordt hem
afgehouden, hy heeft vast geld. By
ziekte durft die baas wel af to hou
den wat hy ziek is, maar toch heeft
hy den naam van vast geld. Breekt
deze of gene per ongeluk eeu rnit,
wordt hem vau zyn weekloon ont
houden. Is dat billijk Krytrt iemand
een ongeluk in zyn dienst, krijgt hy
niets, dan krygt die persoon tenant
woord dan moet je in verzekering
gaan, ik ben geen raillionair. Is dat
billijk? vraag ik, terwyl wekelijks
zooveel geld inkomt, en daar hjj 14
Ct. per uur voor uitbetaalt. Wat de
persoon betreft die nog in zyn dienst
is, die zyu plan was, de eerste knecht
er uit, hy er in. Wij hielden stand,
maar niet zooals er staat, dat wij ons
ontslag gekregen hebben. Maar hy
ging naar den patroon om to vragen
of hij weer aan den gang kon gaan.
Hij zou het wel een beetje harder
doen, ja hy zou het wel war, harder,
dezelfde persoon, die altijd mopperde
omdat hij te hard moest werken.
Nu blyven wy u dankbaar voor de
opname.
Uw dw. dn..
,T. C. SMIT.
D. ROZENBOOM.
C. BLOEMZAAD.
Ouze Burgemeester is heden van
verlof teruggekeerd.
Woensdag was de laatste dag voor
de inschrijving op de ïeening van
f 175.000 voor de verbouwing van de
concertzaal der sociëteit Vereeniging.
Naar wjj vernemen worden door
het Bestuur de onderhaudeliögen oog
voortgezet.
Naar wij vernemen moet, een agent
j van poiitie lste kiasse hier ter stede
j tijdelyk ait deu dienst zijn gesteM,
jdaar tegen hem eenê beschuldiging is
j ingebracht, dat liy eeu -bewoner van
j. Zandvoort, terwyl hy inet dezen en
twee anderen een spelletje domiDO
maakte, eene portemonuaieinhoudende
2 rijksdaalders heeft ontstolen. De
portemonnaie was op den grond ge
vallen en daarna door hém opge
raapt.
De man zweeg eenige oogenblikken. Dikwijls ver
dween zyn hoofd, waaruit ik begreep (want zien kon
ik hem niot) dat hy het schuimende water trachtte te
ontduiken.
„Luister," zeide hy met, zyn gezicht vlak bij mij ko
mend. „Wij zouden liever een jaar in de ellendigste
gevangenis in Engeland doorbrengen dan hier te wer
ken, waar wij niets anders dan bedorven voedsel te eten
krygon. AI wat wij verlangen is dit: wilt gy ons naar
de plaats brengen, die wy u zullen noemen, als wy u
het gezag in banden geven?"
Ik ontstelde te zeer van die woorden om terstond te
kuuuen antwoorden. De gedachte aan een langdurige
gevangenschap, myn afschuw van Ooxon en zijn maat,
net verlangen naar vrijheid en de vele verontschuldi
gingen, die ik kon opsommen voor het geval ik gemeene
zaak met het volk maakte, deden my byna ja zeggen.
Maar plotseling bedacht ik mij hoe gevaarlijk een
muiterij aan boord van een schip isnu zy nog onder'de
discipline gebukt giDgen gehoorzaamden zy in elk geval,
al kwamen hun hartstochten er tegen op, msar als deze
verbroken werd wat dan
„Zeg mij uw antwoord," zeide de man. Als Duck
ling over de verschansing kjjkt, word ik ontdekt,"
„Ik kan niet aan jelui verlangen voldoen," antwoordde
ik. „Hei spijt mij even erg voor het volk als voor mij
zelf. Maar het is beter zoo."
„Öy God!" riep de man opgewonden, maar toch Huis-
terend uit. „wij zyn niet van plan <ien loestand zoo te
laten, als hij nu is. We hebben er meer dan genoeg
van. We zullen wel maken, dat gy toestemt begrijpt
ge Eo als gij dan nog niet wilt, denk er dan om, dat
wij met ons allen u toch de baas zijn 1"
Na deze woorden verdween zyu hoofd na nog eenige
oogenblikken gewacht te hebben of hy ook nog terug
zou keeren, sloot ik de poort en kroop weer ui myn
krib.
Ik dacht er over na wat ray to doen stond.
Als ik den kapitein met de plannen der matrozen in
kennis stelde, zouden zij my waarschijnlijk vermoorden.
Eu als zy al geen bloed wilden vergieten, dan zou de
kapitein, al was hy op zijn hoede, het schip toch uiet
kunnen behouden, wanneer zy bet wilden nemen, want
Coxon kon maar op één man rekenen, zoodat hy niets
tegen het volk zou kunnen uitrichten.
Hoe het ook zij, ik wil my niet beter en oprechter
voordoen dan ik was; ik moet dus zeggen, dat ik, na
een goed half uur over de zaak te hebben nagedacht,
tot de overtuiging kwam. dat eeu muiterij beter te
stade zou komen, dan dat de kapitein het gezag be
hield, want niet alleen was het voor myn toekomst beter,
maar ook werd ik daardoor uit mijn onaangename po
sitie, waarin ik door de onrechtvaardigheid van myn
meerdere was gekomen, verlost. Eén ding hoop ik slechts:
dat het niet tót bloedvergieten zou komentoch zou dit
wel onvermijdelijk zijn, als ik bedacht, dat het volk
den kapitein wilde dwingen de naastbyzijode haven aan
te doen om andere proviand in te schepen.
De avond kroop voorbij, want ik kon geen oog dicht
doen. De wind ging tegen middernacht liggen en ik
hoorde Duckling zich naar de hut van deu kapitein
begeven om dezen te wekken, Coxon scheen das myn
plichten waar te nemen.
Daarop vernam ik Duckling's stern.
„De wind gaat liggen, maar het ziet er in bet Zuiden
vuil uit. Als hy geheel gaat liggen, dan hebben we hem
toch weder uit eeu andereu hoek te wacbten. Het zal
dus bet beste zijn de zeilen zoo te laten, totdat er
verandering komt."
Daarop begaven zy zich beiden naar boven en biunen
tien minuten keerde Duckling terug en ging naar zijn
hut, de deur met veel leven achter zich sluitend. Even
over één dommelde ik in, maar ontwaakte spoedig door
een verward rumoer vau stemmen voor rnjju deur, want
daar ik elk oogenblik een uitbarsting verwachtte, was
mijn gehoor zelfs in deu slaap zeer gescherpt. Daarop
volgde er eenigen tyd stilte, waarop ik eukelo matrozen
naar de achterkajuit hoorde gaan. Eeu van hen ram
melde aan de knop van mijn deur. Weder was het stil;
en daar de mannen uit de kajuit niet terugkeerden,
vroeg ik myzelf verwonderd af, waar zy zich geposteerd
hadden en wat zy in hun schild voerden. Ongelukkig
was ik door de boeien verhinderd iets te doen.
Nu vernam ik langen tyd niets meer en ik besloot
by my zelf, dat die stemmen van zooeven zeker aan
Coxon en den hofmeester behoorden, want alles bleef
zoo rustig toen ik plotseling voetstappen boven myn
hoofd hoorde.
„Naar "net. achterdek en gei het brikzeil," riep de
kapitein.
önmiddellyk daarop hoorde ik verscheidene matrozen
de ladder aan den achtersteven opsneden, waaruit ik
begreep, dat zy zich dicht by myu hut moesten ver
scholen hebben, en hun zware voetstappen dreunden over
bet dek. Hun stemmen drongen tot my door en toen
deze een oogenblik zwegen, weerklonk er op de voor
plecht een schel gefluit, dat önmiddellyk door geschuifel
van voeten, en geschreeuw gevolgd werd. Plotseling
hoorde ik een harden bons boven my als vau iemand,
die zwaar neervalt, eü tegelykertyd werd de ïiöUr der-
kajuit opengerukt en naar de verdere gebeurtenissen
te oordeeleu drongen eenige matrozen Duckling's hut
binnen. Een woedend gebrul volgde. „Trek fiera er by
zyn haren uit! Jou schurk! je zult me eens moeten
tooneu, hoe sterk je bentDaar, neem datZorg dat
je den volgenden keer niet mist, Beli
Laat my
Maar de forseh gebouwde Duckling was geen gemak
kelijk te vangen prooi en hy scheen zich uaii ook
woedend te verweren. Het gebons van zware lichamen
tegen de v/anden der kajuit, vloeken, het gerinkel van
steengoed en de gejaagde ademhaling der matrozen al
deze geluiden bereikten myn oor.
Het duurde evenwel maar een ondeelbaar oogenblik,
ofschoon Duckling bun veel moeite gaf.
„Dood hem nog niet? Wacht tot wy meer licht heb
ben schreeuwde een stem, die van den kok.
Daarop kwamen zy de kajuit uit, Duckiiug met zich
sleepend. dien zij dood of bewosteloos hadden geslagen
en begaven zich naar bet groote dek.
„Hallojelui daar op bet achterdekriep een van
hen. „Hoera, het zaakje is in orde, hy is zoo dood als
een pier!" was het onmiddellijke antwoord, dat door een
algemeen gelach gevolgd werd.
Wordt vervolgd.