BINNENLAND Parlementaire Praatjes. sloege*. De personen dio in liet rijtuig nog wel zai herinneren, indertijd ver- zaten, kwamen evenals de koetsier klaard dat Tilburg niet van protectie I met den schrik rrjj, terwijl men de gediend was. Hetgeen toen nog een r. paarden ook weer spoedig op de been protest van andere katholieken heeft Zonderlinge dingen. Ifiad. F 6 uitgelokt. De Eerste Kamer had het noodtg i EeQ eQ ander had n0g al eenige' Aan de hand van die uiting meenon geoordeeld een aparte zitting te be-vertra«jng in de passage tengevolge, wy dus te mogen constatesron, dat1 leggen voor de betiandehng van den j - j do<)r de laatste verkiezing één zetel, j de bende van Panglima Polim in zyn bezit werden gevonden twee achter laders en een voorlader. Tan Segli werd te Kotaradja aan gebracht een deserteur van Oemar's bende met een Beaumontgeweer en 60 patronen. aankoop van den spoorweg Batavia) Krawang en van de (Indische) leening. Maar van geen van beide onder werpen werd iets gezegd. Alleen werd over liet eerste ontwerp gestemd en bleken er 5 stemmen tegen te zijn. En wat bet tweede onderwerp aangaat het debat ging er geheel langs. De oud-minister Fransen van de Putte, Indische specialiteit bij uit nemendheid, nam de gelegenheid te baat om ons bestuur in Indië en de vruchten der liberale-kolooiale politiek te verdedigen tegenover de aanvallen die daarop aan de andere zijde van i..L De zaak Hogerhuis. De Sociaaldemocraathet blad dat onder redactie van mr. Troelstra staat, meldt, dat deze. na de afwyzende beschikking van den officier van justitie vernomen te hebben, direct 'naar Beetgum vertrokken is ter voor bereiding van zyn interpellatie over de Hogerhuis-zaak en den voorzitter der Tweede Kamer verzecht heeft den datum der interpellatie voor 17 Juni te willen vaststellen. Een© restauratie. Men meldt uit 's Gravenhage -;--r De zaal aan het departement van hot Binnenhof zyn gericht. Toch l koloniën bestemd voor de ontvangst meende spr. dat Diet te veel lastenvan ,i0 Indische vorsten en groot- op Indië mochten worden gelegd en I waardigheidsbekleders, die doinhul- bleek hy voorstander van eeu wette- i digingsplechtigheid komen bijwonen, lyke regeling van de tinancieele js z00 g0ed als gereed, verhouding van Ryk en Koloniën. Intjet vertrek, in afmeting 8 by 6.40 een historische beschouwing zette hy meter, ziet er keurig uit, door de vervolgens den gunstigen invloed van zaci,te kleureu en het sierlyk ver ons liberaal-koloniaal bestuur uiteen guldsel van plafond en staand werk. en beloofde hij zijn steuD aan militaire De zolder is decoratief beschilderd: uitgaveQ tot behoud en bescherming 10p vier plaatsen rondom het ovaal van ons koloniaal bezit. vormïg middenstuk de wapens van Minister Pierson scheen het vol-Oost- en West-Indië, van Batavia komen eens met deze historische be- j enZ.5 ïq de kleinste bijzonderheden schouwingen. En in verband daarmedeniterst correct in de heraldieke kleu- wees spr. op de moeilijkheid eenerj.ea uitgevoerd, wettelijke regeling, die boven dien van j Langs de rijk vergulde wanden weinig nut zou wezen. Want niet j prijken in vier vergulde omlijstingen de wet, maar de geest waarin onze i de portretten van de verschillende koloniën moesten beheerd worden 2-ouverneurs-generaai van Indië. Deze kon ons baten om dat beheer zoo serie van 57 geschilderde beeltenissen door den bril van een nijverheidsman j bekeken, wel eenigszins van kleur is' veranderd. vruchtbaar mogelijk te doen zyn. Nadat minister Cremer eeu Atjeh- ielegram had medegedeeld en na een repliek, werd de leening zonder stem ming gevoteerd. De Kamer is tot Maandag 27 dezer des namiddags 2 unr uiteengegaan. G. Jr. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Eervol ontslag verleend aan jhr. mr. L. E. H. Michiels van Kessenich, op verzoek, als kan tonrechter-plaats vervanger in het kanton Roermond. Vergunning verleend aan den "neer M. C. Teves, koop man te Haarlem, tot liet aannemen der ordeteekenen van ridder 3e k.asse der orde van het Borstbeeld van den Bevrijder Simon Bolivar van Vene zuela en aan mr. L. H. Ruyssenaers, buitengewoon gezant en gevolmach tigd minister, chef van het Kabinet van den minister van buitenlandsche zaken, tot het aannemen der versier selen van grootkruis der orde van den Heiligen Schat van Japan. Bevorderd, met ingang van 1 Juli 1898 tot: commies der telegraphie 2de klasse O. A. Deul, thans commies der tele graphie 3de klasse, en tot commies der telegraphie 3de klasse J. B. C. Hendrix. thans commies der telegra phie 4de klasse. Tweede Kamer. Rij wielenbelasting. De heer Van den Berch van Heem stede heeft by amendement voorge steld om de belasting te verhoogen en jaarlijks te doen bedragen: voor eeu éénpersoons rijwiel niet 2 maar 3 guldenvoor ieder rijwiel voor meer dah een persoon niet 4 maar 6 gul den; voor rywielen, die telkens voor niet langer dan eene week aan ande ren ten gebruike worden afgestaan en wegens rijwielen die gebezigd worden om onderricht in het wiel- rijden te geven of te doen geven, een en ander door personen, die daar van hun bedrijf maken of tot wier hedryf zulks behoort, voor ieder rij wiel in plaats van f 1.50 f2, en voor de rywielen die geregeld gebruikt worden om voor winkelneringen be stellingen op te nemen of waren te bezorgeu, voor ieder rijwiel niet f' maar f 1.50. vangt aan met het portret van Pie- ter Both en eindigt met dat van Pyn- aeker Hordijk Ieder portret is bovendien gevat in een wit en goud gekleurd lijstje, terwyl er tevens onder vermeld staan de jaartallen gedurende welke de be trokken opperlandvoogd het bewind voerde in onzen O.-L Archipel. Uit het midden van het plafond hangt een kristallen kroon met elec- trische gloeilampjes. De wit marmeren schoorsteenman tel is kuDStig gebeeldhouwd met de koninklijke kroon in het midden van de voorlijst. Boven den schoorsteen mantel verrijst een ruim 2'/a meter hooge spiegel en daarboven is aan den wand als hoofdmotief aangebracht in zeer fijn decoratief: het Neder- landscbe Wapen. Aau den wand tegenover dezen spiegel is een groot vak bestemd ter plaatsing van het portret van H. M. de Koningin, dat door Maris jr. wordt geschilderd. Onder den schoorsteen staat een massief koperen haard van eigenaar dige constructie. Ter weerszijden van de spiegels zijn kristallen lustres aangebracht. De onbedekt gebleven vakken van de wanden zijn behangen met kostbaar velonté. Op den parketvloer ligt een rijk bewerkt kleed. In het midden van de zaal staat een ruim 3 meter lauge tafel, waarvoor het kleed expresselyk moest worden geweven. De verdere meubelen zijn wit en goud. De geheeie inrichting van het ver trek is ontworpen door den rijks bouwmeester, den beer Knuttel. Te Helder is Dinsdag de zeemili- cien van Hr. Ms. Neptuuus, A. D.. bij het baden in het Noordholland- sche kanaal verdronken. Zyn lyk werd later opgehaald. Het stoomjacht „Greyhound", eige naar de heer James Grandfield, is Dinsdagnacht 2 mijlen noordwaarts van Schiermonnikoog gezonken.De be manning is gered. De Pedir-expeditie. De Deli-correspont van het Hbld. seint van 8 Juni 11 uur v.ra. „De Pedir-expeditie rukte van 2 tot 5 Juni met succes voort. Toekoe Oemar vluchtte van Garoet naar Tjot Moeroeng. „De vijand werd uit zyn verschil lende stellingen verdreven, met achter lating van een groot aantal dooden. Onze verliezen waren zeer klein. Te Groeng Groeng werd gebivakkeerd en den 5en Juni verder opgerukt naar Padang Tidji." Aan een officieel telegram aan bet departement van koloniën van Woens dag is het volgende ontleend Den éde naar Reuug-Renng opge rukt waar benden uit de VII Moe- kims en uit het gebied van Toekoe Bintara Reubee van westelijke heu vels verdreven. Ons bivak aldaar des nachts beschoten Onzerzijds drie ge wonden. ■5 dezer by opruk keu voor de VIL Moekims benden verdreven achter latende 12 dooden. Geen schot in de YH Moekims. Panglima Polim gevlucht. 6 dezer verkeuning uaar Genae- breuck. Aankomst öelimoen-kolonue. Deze bivakkeert te Padang-Titji in de YH Moekims. Rukt t dezer naar Reung-Reung, 9 dezer naar Segli, dezer Segli kolonue langs Oetoe ongestoord terug te Reung-Reung. Doorgenikt tot Scumi-deun, maar gesignaleerde vyand niet aangetroffen. Het weder in Mei. Aan het maandelijksch overzicht van het weder, medegedeeld door het Kon. Ned. Met Instituut, is het vol gende ontleend: Onder den invloed van eeu depres sie, die N.waarts langs Groot-Brittan- nië trok, begon de maand met buiig weder, veelal vergezeld van ouwe- der s, terwyl de temperatuur steeg, en deze op 2 Mei haar maximum be reikte. Toen op 5 Mei een depressie over het Z. van Engeland en de Noordzee naar het O. van Nederland trok, werd het weder bij N-lyken wind kond en schraal, maar klaarde op 8 Mei een weinig op. Na 10 Mei werd het weder beheerscht door een depres sie van boven Scandinavië, waarvan buiig, koud weder met NVY.-lijken wind het gevolg was, die echter teu gevoige eener andere depressie boven de Noordzee op 11 Mei meen krach- tigeu ZW. wind overging. Terwyl deze depressie den volgen den dag N.waarts trok, ruimde de wind. De lnchtdrukking was na 15 Mei gelijkmatig over Europa verdeeld, zoodat de wind zwak en zeer afwis selend van richting was. O.lyke wind kwam betrekkelijk veel voor en het weder was ae laatste helft der maand byna voortdurend somber en schraal. Op 20 en 21 Mei trokken nog onwe- ders over Nederland. Koloniën. Atjeh. Aan een van den civielea en mili tairen gouverneur van Atjeh en on- derhoorigheden ontvangen telegram wordt door de „Java Ct." het volgende ontleend Den lsten Mei is de post teSama- hani opgeheven en zijn de daar ge legerde marechaussees naar Glé Katu- bing verplaatst, terwijl de infanterie- bezetting van laatstgenoemde plaats naar Indrapoeri is teruggekeerd. Door eene patrouille van Selimoen werden in den nacht van 4 op 5 Mei in Boëeng boven Djanthoi overvallen Het onderstaande is ontleend aan Atjeh-brieven van de „Sum. Ct." j Met de „Maetsnjcker" kwamen den j 27en April de volgende officieren aan: de kapitein der artillerie J. J. D. Milder, de 2e luitenant der artillerie J. Schultz, de le luitenant dercava- lorie H. C. de Waal, de 2e luitenant der cavalerie J. C. Boon en de 2e luitenant der infanterie J. F. E. ten Klooster. Laatstgenoemde officier is onder nadere goedkeuring ingedeeld bij het 12e bataljon te Selimoen. Zyn overgeplaatstin verband met, liet vertrek van het gedetacheerd ge deelte van het 14e bataljon uaar Segli, van het 14e naar het 3e batal jon, de kapitein C. K. de Veer en de ooderluiteuaut Kramersnaar het le garnizoens-bataljon (compagnie te Gedab) de le luitenant H. G. F. Bosch naar het 6c bataljon, de adju dant-onderofficier, dd. officier De Tbouars, de Enrop. sergeant Lücht en Vos; (de laatste blijft in subsi stence by het subsistentenkader). In verband met het vertrek van bet 14e zijn daarheen overgeplaatst: vau het 3e bataljon, de kapitein G- A. A. Marchantvan bet 7e bataljon, de le luitenant P. H. Specht Gryp;van het 6e bataljon, de 2e luitenant R. A. Gerth van Wvk eü do onderluitenant Freiherr von und zu Egloffstein. Nog zyn overgeplaatst; van het9e naar liet 12e bataljon, de kapitein P. R. de Rochcmorit; van het 6e naar het 3e bataljon, de kapitein J. T. M. Dart, van het 6e naar de mobiele co lonne te Daja naar Oleh-leh, de le luitenant B. W. Visser, van hst 7e naar het 3e bataljon, de lc luitenant J. Guldenberg. De le luitenant der infanterie E. Warris, die den 2en Mei per Van Lansberge aankwam, is onder nadere goedkeuring ingedeeld by het 7e ba taljon te Tjot Mantjang. Den 7en Mei vertrokken roet de Maetsuyeker ook n^ar Padang (ge ëvacueerd), de kapitein der infanterie jhr. A. W. van Holthe en de le-luile- nant-kwartiermeester C. Anten naar Batavia (geëvacueerd), de le-lnitenant der infanterie .J. P. de Josselin de Jongnaar Nederland, de le-laitenant der artillerie P. van Asselt en de 20-luitenantder artillerie K.A. Pfeiffer. Overgeplaatst naar Muntok, de officier van gezondheid der le klasse A. J. Salm. Amboina. De Java Ct. meldt: De resident van Amboina seinde den 3en Mei aan de regeering dat het tydelyke residentie- en postkantoor gereed kwamen en den len Mei be trokken zyn; dat het onderwijs der 2e en der meisjesschool in tijdelijke gebouwen in alle klassen hervat is. Met den gezondheidstoestand gaat het minder goed; behalve dat ter hoofdplaats mazelen heerscheu, kwa men in veie negoryen veel malaria koortsen voör. By Algemeene Order is den offi! eieren aanbevolen de in'andsche talen meer te beoefenen. Tevens is den 1 inspecteurs opgedragen by hunne in- 1 spectiereizen bepaaldelijk na te gaan in hoeverre de heeren de Maleisehe taai machtig zyn. iJ.-B.) moest worden. Bonrrillon weigerde eerst, «jaar toen men hem het schrik woord je contractbreuk voorhield steeg hy op, reed, doch liet op in het oog vallende wjjze Areud winnen. De laatste afdeeling zou daa-op gereden worden en Bonrrillon trok een gezicht waarop men lezen kon, dat by het zelfde comediespelletje ging herhalen. Daar verscheen Herr Arend aan den stau in „hel" tricot met de Duitsche kleuren én het Duitsche rykswapen Dat was den Frauschraan te mach tig. Hy hield op met onverschillig kijken, reed achter Arend tot de laat ste ronde en nam toen een eindspurt die hem zes lengten van zyn tegen stander bracht. Op den eindstreep sloeg Singrossi Arend nog. De eind uitslag der tweedaagsche wedstrijden was ten slotte: 1. Bonrrillon 6 pun ten 2 Arend 9 punten3 Singrossi lü puuten; 4. Büchner .14 punten. Schaaktoumooi te Weeneii. De leidint? is in handen van Pills- bnry met 4, Alapiri en Öteinitz met 3 en Tarrasch met 2 gewonnen spelen. de jalousie der Duitsche werklieden op. Er ontstond een woedende vecht partij tusschen de arbeiders van beide nationaliteiten. Twee arbeiders uit Dinxperloo werden met diepe messte ken zwaar gewondhetzelfde ge schiedde met, 4 uit Issel borg. Do bel hamels werden door den directeur ontslagen. i fó E E 2L Voor den inhoud dezer rubriek stelt ie redactie zich niet aansprakelijlc. Van ingezonden stuitteen, geplaatst of mei geplaatst, wordt de copy niet aan den inzender terug gegeven. Da verkiezing te Tilburg. Het Hbld. meldt Üe uitslag der Kamerverkiezingen te Tilburg brengt schijnbaar geen ■e verandering in de samenstelling der 11 Kamer, daar in plaats van wijlen iden heer Bahlinann eeu ander katho-j en neergeschoten de beruchte Pang jliek is gekozen, nl. de heer J. F.'Bong, eén van Polim's volgelingen, Woensdagmorgen is op de spoorlijn i Jansen, burgemeester van Tilburg. die geruimen tijd den omtrek van aan den overweg by de Muiderpoort.1 Toch geeft deze verkiezing in één Selimoen voor de bevolking onveilig te Amsterdam een spoortrein tegen opzicht een groot verschil. De heer maakte, en een zijner aanhangers, een volgkoets welke juist van de Bahlmann was een der corypheeën Den 28sten April werd by Reung- begraafplaats kwam. aangereden, van de protectionisten. Daarentegen Reung gearresteerd de gevreesde waardoor èn paaiden èu rijtuig om- heeft de heer .lansen, zooals men zich Pang Hitam, dio mede behoorde tot Bonrrillon heeft dezer dagen te Berlyn gereden en zyn optreden daar heeft aanleiding gegeven tot een aar dig trekje, waaruit blijkt, dat bij hee ren beroepsrijders liet. eergevoel W6l degelijk een groote rol kan spelen. De wedstrijd was verdeeld over 2 dagen. Den lsten dag won Bonrrillon zijne afdeeling. Den 2;len dag reed hy weer tegeiyk met Singrossi, Arend en Büchner, welke in deze volgorde aankwamen, maar het tempo was niet snel genoeg geweest en de jury be sliste, dat de afdeeling overgereden $E&T£N&0 NSEtm In het Journal publiceert Hugnes lo Roux een brief, dien hij aau den prefect van politie te Parijs heeft gezonden en waarin hy vertelt dat hy Zondag in de rue de Courcelles met zijn vrouw en kinderen byna overreden is door een automobiel. De wagen was uit het gezicht verdwe nen, voor zij van den schik bekomen wareu, on de politie kon ook niets uitrichten. Hugnes le Roux vraagt nu dat onmiddellijk verplichte num mering van die voertuigen ingevoerd worde en voegt er aan toe: „lu af wachting daarvan behoor ik tot hen die raeenen dat men in de straten van Parijs niet veilig is. En daar uw agenten verklaren zonder wapens to zijn, heb ik de eer u to waarschuwen, dat ik van heden af rondwandel met een revolver in mijn zak en dat ik zal schieten op den eersten dollen hond die, op een automobiel of een petroleumtricycle gezeten, de vlucht zal nemen na de mijnen of mij bijna verpletteid te hebben." Gearresteerd. De moordenaar Peugnez, van wiens afschuwelijk misdrijf te Charenton in Frankrijk begaan, wy in ons vorig nummer verhaalden, is gearresteerd. De twee dagen na den moord bracht hij met zyn vriendin door, die hem eindelijk op zyn aansporen verliet en, gevangen genomen, de politie op het spoor bracht. Toen hy haar Dinsdag ochtend aan haar woning wilde ko men bezoeken, vond hij (laar politie agenten. Er volgde een wilde jacht, waarby Peugnez een revolver op de agenten afschoot, zonder een hunner te raken, en eindelijk zichzelf een schot in den raoncl gaf. Maar de kogel bleef in het gehemelte zitten en kon er, nadat de moordenaar ge boeid naar de gevangenis was ge bracht, gemakkelijk uitgehaald wor den. Een schouwburggrap. Uy eeu operette-voorstelling in het Edöutheater te Straatsburg zag men midden in een bedrijf uit de zijloge naast bet tooneel een jongen man op de planken springen, voor de spelers den hoed afnemen, hun eenige woor den toespreken en toen weder even vlug in de loge klimmen. Groote ver bazing onder het publiek en ook op het tooneel, zoodat het scherm moest vallen. Men begreep spoedig dat het een grap was geweest, want de jonge lieden die in de loge zaten schaterden van de pret en werden, tewyi een 1 deel van het publiek meelaciite en j anderen groote ergernis toonden, uit Iden schouwburg verwijderd. Het waren studenten, die een weddenschap hadden aangegaan, welke de onver wachte modespeler schitterend heeft gewonnen. Maar hy zai zich ver- j moedelyk voor den politierechter i hebben te verantwoorden. In het Duitsche grensplaatsje Issel- borg werd wegens het 50-jarig jubi leum van een arbeider op de ijzer gieterij aldaar feest gevierd. Eender directeuren prees de llinkheid der Hollandsche arbeiders, die meest uit Dinxperloo zyn. Op verzoek zongen zy hot Noderl. volkslied. Dit wekte Haarlem9 Juni IS98. Mynheer de Redacteur! Ik blijf u steeds in voorbaat dank baar voor het plaatsen van dit inge zonden stuk. Daar in uw meest gelezen blad van 8 Juni voorkomt van de werk staking bij C. Hulsebosch, glazen- wasscher, Raamgracht no. 18, verzoe ken wij eeuig licht te mogen brengen. Wellicht deukt de heer C. Hulsebosch dat het in de doofpot wordt gestopt, maar neen, dan is hij er niet achter. Wy hebben behoorlijk gevraagd om meer geld, daar wy overtuigd zyn, dat wij het verdienen, want hij zegt zelf tegen de mouscheu daar hij werk van aanneemt, dat zyn knechts by hem 18, 19 a 20 Ct. per uur verdie nen, dat by het meeste loon uitbe taalt en zoodoende ook niet voor min der loon kan werken. Hy doet een hoog loon betalen aan zyn knechts en zyn werk is eenig hier in Haar lem geeft hy voor, maar dat laat veel te wenschen over. Niet waar zyn knechts gewerkt hebben, maar overal waar hy werkt is het schande; maar daarover later. Wy brengen geregeld 70 a 80 gulden in do week aan werk thuisde Pinksterweek was het even over de honderd gulden vau één kar, en loopen er twee karren, dan heeft hij een eersten knecht, die heeft vast geld, maar komt by voor een enkelen keer een half uur te laat, wordt hem afgehouden, hy heeft vast geld. By ziekte durft die baas wel af to hou den wat hy ziek is, maar toch heeft hy den naam van vast geld. Breekt deze of gene per ongeluk eeu rnit, wordt hem vau zyn weekloon ont houden. Is dat billijk Krytrt iemand een ongeluk in zyn dienst, krijgt hy niets, dan krygt die persoon tenant woord dan moet je in verzekering gaan, ik ben geen raillionair. Is dat billijk? vraag ik, terwyl wekelijks zooveel geld inkomt, en daar hjj 14 Ct. per uur voor uitbetaalt. Wat de persoon betreft die nog in zyn dienst is, die zyu plan was, de eerste knecht er uit, hy er in. Wij hielden stand, maar niet zooals er staat, dat wij ons ontslag gekregen hebben. Maar hy ging naar den patroon om to vragen of hij weer aan den gang kon gaan. Hij zou het wel een beetje harder doen, ja hy zou het wel war, harder, dezelfde persoon, die altijd mopperde omdat hij te hard moest werken. Nu blyven wy u dankbaar voor de opname. Uw dw. dn.. ,T. C. SMIT. D. ROZENBOOM. C. BLOEMZAAD. Ouze Burgemeester is heden van verlof teruggekeerd. Woensdag was de laatste dag voor de inschrijving op de ïeening van f 175.000 voor de verbouwing van de concertzaal der sociëteit Vereeniging. Naar wjj vernemen worden door het Bestuur de onderhaudeliögen oog voortgezet. Naar wij vernemen moet, een agent j van poiitie lste kiasse hier ter stede j tijdelyk ait deu dienst zijn gesteM, jdaar tegen hem eenê beschuldiging is j ingebracht, dat liy eeu -bewoner van j. Zandvoort, terwyl hy inet dezen en twee anderen een spelletje domiDO maakte, eene portemonuaieinhoudende 2 rijksdaalders heeft ontstolen. De portemonnaie was op den grond ge vallen en daarna door hém opge raapt. De man zweeg eenige oogenblikken. Dikwijls ver dween zyn hoofd, waaruit ik begreep (want zien kon ik hem niot) dat hy het schuimende water trachtte te ontduiken. „Luister," zeide hy met, zyn gezicht vlak bij mij ko mend. „Wij zouden liever een jaar in de ellendigste gevangenis in Engeland doorbrengen dan hier te wer ken, waar wij niets anders dan bedorven voedsel te eten krygon. AI wat wij verlangen is dit: wilt gy ons naar de plaats brengen, die wy u zullen noemen, als wy u het gezag in banden geven?" Ik ontstelde te zeer van die woorden om terstond te kuuuen antwoorden. De gedachte aan een langdurige gevangenschap, myn afschuw van Ooxon en zijn maat, net verlangen naar vrijheid en de vele verontschuldi gingen, die ik kon opsommen voor het geval ik gemeene zaak met het volk maakte, deden my byna ja zeggen. Maar plotseling bedacht ik mij hoe gevaarlijk een muiterij aan boord van een schip isnu zy nog onder'de discipline gebukt giDgen gehoorzaamden zy in elk geval, al kwamen hun hartstochten er tegen op, msar als deze verbroken werd wat dan „Zeg mij uw antwoord," zeide de man. Als Duck ling over de verschansing kjjkt, word ik ontdekt," „Ik kan niet aan jelui verlangen voldoen," antwoordde ik. „Hei spijt mij even erg voor het volk als voor mij zelf. Maar het is beter zoo." „Öy God!" riep de man opgewonden, maar toch Huis- terend uit. „wij zyn niet van plan <ien loestand zoo te laten, als hij nu is. We hebben er meer dan genoeg van. We zullen wel maken, dat gy toestemt begrijpt ge Eo als gij dan nog niet wilt, denk er dan om, dat wij met ons allen u toch de baas zijn 1" Na deze woorden verdween zyu hoofd na nog eenige oogenblikken gewacht te hebben of hy ook nog terug zou keeren, sloot ik de poort en kroop weer ui myn krib. Ik dacht er over na wat ray to doen stond. Als ik den kapitein met de plannen der matrozen in kennis stelde, zouden zij my waarschijnlijk vermoorden. Eu als zy al geen bloed wilden vergieten, dan zou de kapitein, al was hy op zijn hoede, het schip toch uiet kunnen behouden, wanneer zy bet wilden nemen, want Coxon kon maar op één man rekenen, zoodat hy niets tegen het volk zou kunnen uitrichten. Hoe het ook zij, ik wil my niet beter en oprechter voordoen dan ik was; ik moet dus zeggen, dat ik, na een goed half uur over de zaak te hebben nagedacht, tot de overtuiging kwam. dat eeu muiterij beter te stade zou komen, dan dat de kapitein het gezag be hield, want niet alleen was het voor myn toekomst beter, maar ook werd ik daardoor uit mijn onaangename po sitie, waarin ik door de onrechtvaardigheid van myn meerdere was gekomen, verlost. Eén ding hoop ik slechts: dat het niet tót bloedvergieten zou komentoch zou dit wel onvermijdelijk zijn, als ik bedacht, dat het volk den kapitein wilde dwingen de naastbyzijode haven aan te doen om andere proviand in te schepen. De avond kroop voorbij, want ik kon geen oog dicht doen. De wind ging tegen middernacht liggen en ik hoorde Duckling zich naar de hut van deu kapitein begeven om dezen te wekken, Coxon scheen das myn plichten waar te nemen. Daarop vernam ik Duckling's stern. „De wind gaat liggen, maar het ziet er in bet Zuiden vuil uit. Als hy geheel gaat liggen, dan hebben we hem toch weder uit eeu andereu hoek te wacbten. Het zal dus bet beste zijn de zeilen zoo te laten, totdat er verandering komt." Daarop begaven zy zich beiden naar boven en biunen tien minuten keerde Duckling terug en ging naar zijn hut, de deur met veel leven achter zich sluitend. Even over één dommelde ik in, maar ontwaakte spoedig door een verward rumoer vau stemmen voor rnjju deur, want daar ik elk oogenblik een uitbarsting verwachtte, was mijn gehoor zelfs in deu slaap zeer gescherpt. Daarop volgde er eenigen tyd stilte, waarop ik eukelo matrozen naar de achterkajuit hoorde gaan. Eeu van hen ram melde aan de knop van mijn deur. Weder was het stil; en daar de mannen uit de kajuit niet terugkeerden, vroeg ik myzelf verwonderd af, waar zy zich geposteerd hadden en wat zy in hun schild voerden. Ongelukkig was ik door de boeien verhinderd iets te doen. Nu vernam ik langen tyd niets meer en ik besloot by my zelf, dat die stemmen van zooeven zeker aan Coxon en den hofmeester behoorden, want alles bleef zoo rustig toen ik plotseling voetstappen boven myn hoofd hoorde. „Naar "net. achterdek en gei het brikzeil," riep de kapitein. önmiddellyk daarop hoorde ik verscheidene matrozen de ladder aan den achtersteven opsneden, waaruit ik begreep, dat zy zich dicht by myu hut moesten ver scholen hebben, en hun zware voetstappen dreunden over bet dek. Hun stemmen drongen tot my door en toen deze een oogenblik zwegen, weerklonk er op de voor plecht een schel gefluit, dat önmiddellyk door geschuifel van voeten, en geschreeuw gevolgd werd. Plotseling hoorde ik een harden bons boven my als vau iemand, die zwaar neervalt, eü tegelykertyd werd de ïiöUr der- kajuit opengerukt en naar de verdere gebeurtenissen te oordeeleu drongen eenige matrozen Duckling's hut binnen. Een woedend gebrul volgde. „Trek fiera er by zyn haren uit! Jou schurk! je zult me eens moeten tooneu, hoe sterk je bentDaar, neem datZorg dat je den volgenden keer niet mist, Beli Laat my Maar de forseh gebouwde Duckling was geen gemak kelijk te vangen prooi en hy scheen zich uaii ook woedend te verweren. Het gebons van zware lichamen tegen de v/anden der kajuit, vloeken, het gerinkel van steengoed en de gejaagde ademhaling der matrozen al deze geluiden bereikten myn oor. Het duurde evenwel maar een ondeelbaar oogenblik, ofschoon Duckling bun veel moeite gaf. „Dood hem nog niet? Wacht tot wy meer licht heb ben schreeuwde een stem, die van den kok. Daarop kwamen zy de kajuit uit, Duckiiug met zich sleepend. dien zij dood of bewosteloos hadden geslagen en begaven zich naar bet groote dek. „Hallojelui daar op bet achterdekriep een van hen. „Hoera, het zaakje is in orde, hy is zoo dood als een pier!" was het onmiddellijke antwoord, dat door een algemeen gelach gevolgd werd. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2