NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
.AJD'V^EH^TIECjSrTIIElNr
De oorlog tusschen Spanje
en Amerika.
d> FE' II.LETON.
Oe Schipbreuk.
(Se
'6e Jaargang
Dinsdag 12 Juli !898.
Ho- 4610
HAARLEMS DAGBLAD
^JBOlISriNriEIIedllEiTTSIF'ZRIJ'S:
iv.aanaen.
Agent gevestigd is ikom -
voor c;dorpen m aen omtrtk wn
gemeente), per 3 maanden
Franco door het geheele Rijkper 3 maanden
Afzonderlijke nummers
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden.
de omstreken en franco per post
f 3.20
e 1.30
1.65
0.05
0.30
j regels 50 Cis.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
nnementcn en Ad vertonnen worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks,, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14. Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Grnérale -7c PubUcité Etrangère G. L. DAUBE <Sc Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 31bis Faubourg Montrnartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prjjs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel f0,30.
Agenten voor dit. blad in den omtrek zjjn Bloemet,daal. Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,bij de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, MoleE~x"_i J 1 -
Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
De Madridsche Liberal beweert, dat
br tusschen Madrid en Washington een
jendaagsche wapenstilstand is tot stand
;ekomen, waarop eventueel verdere vre-
lesonderhandelingen zullen volgen.
Sagast» heeft Zaterdag bij het verla-
a van het koninklijk paleis verklaard.
,t het gerucht van een wapenstilstand,
raarvan sommige bladen gewagen, zon-
ler grond ie. Hij voegde erbij dat de
©geering zich thans slechts bezighoudt
biet het voortzetten van den oorlog.
Het. departement van buitenlandsche
zaken te Washington, verzekerde ook
Katerdag nog. dat. het geen enkele di
recte of indirecte poging tot opening van
jredesonderhandelïngen heeft ontvan
gen.
Zaterdagmiddag om half vier verklaar
de Alger, echter na ontvangst van een
telegram van Shafter, niet te gelooven
dat er dien dag zou gevochten worden
sn, gaf te verstaan, dat de onderbande-
ingen over capitulatie voortduurden.
Men geloofde te Wasliington des
ivonds, dat als Santiago Zondag met
la.pituleerde de aanval zou volgen. Sha-f-
ilèr zal onkel een onvoorwaardelijke over-
lave aanvaarden.
j Te Madrid loopt het gerucht dat de
jegeering niet alleen de waag overwo-
;en had of rechtstreeks vr ed eson derhan-
jen met de Vereenigde Stoten aa-nge-
inoopt moesten worden, maar dat graaf
klmodovar on Gamazo reeds bezig wa
tt aan een onderzoek naar liet beste
jj roddel om de onderhandelingen aan te
j. 'angen. Ook zou keizer Frans Jozef ver-
iaard hebben, met de hulp va.n zijn
ndgenooten alles te willen doen om
ir Spanje een eervollen vrede te ver-
ijgen.
De mooder van de Konmgin-Regentes
rtshertogin Isabel, is uit Spanje ver-
>kken. Bij het instappen van den trein
>rde zij, met tranen in de oogen, de
ai eraals aan, haar dochter to blijven
schermen
Onder de Spanjaarden moet langza
merhand de overtuiging ingang vinden
at de Amerikanen toch op ridderlijke
ij ze oorlog weten te voeren. Men is
ankbaar voor de manier waarop de
Hjgsgevangenen behandeld worden.
Voigens den correspondent van de
New-York Herald' te Cadix is men
aar nog altijd met koortsachtigen ijver
ezig aan het versterken van de batt-e-
,jen en forten. Te Pimta Carnero, dat
rijwel de straat van Gibraltar bestrijkt,
jordt vooral hard gewerkt, maar niets
U gereed, en er zijn nog geen goede ka
mmen geplaatst.
Volgens een telegram van de ..Herald"
it Havana heeft Toral geweigerd San-
ago over te geven. Hij zegt dat hij be
oten heeft de stad tot het uiterste te
ïrdedigen. Blanco keiul Total's stand-
istigheid goed.
Een telegram uit Charleston meldt, I
it Miles en zijn staf Vrijdagavond aan
oord van de Yale naar Santiago ver-
•okken zijn.
Een telegram uit Santiago meldt dat
a uitwisseling van de gevangenen der
van de
Atlanta".
i)
Toen de dag aanbrak waren de dne
- wszeilen het- voorzeil, de stag- en ver-
re zeilen gereefd en ingehaald en dit
les was het werk van drie dood ver-
tieide menschen, waarvan er een totaal
- tgeput was door het gevecht met de
D niters, de tweede na een gevangen-
hap van drie dagen in een bedompt
tenhok eenige oogenblikken geleden
or het eerst weer do buitenlucht in-
.ernde en de derde een slag op zijn pols
d ontvangen, waardoor ieder ander
n een Engelsch zeeman, een maand
sk zou zijn geworden."
Meirimac, gen waal Shafter Santiago op-
ei sch te zich over te geven anders zou
de aanval dien middag beginnen. Hoe
wel de vesting levensmiddelen ontbeert,
zal zij zich tot het einde toe verdedigen.
Kapitein Evans, van de Iowa. heeft
aan een interviewer het volgende ver
haald naar aanleiding van de vernieti
ging van Cervera's eskader
Eindelijk naderde de boot, die kapi
tein Eulate, van de Vizcaya, naai- de
Iowa overbracht. Daar de kapitein blijk
baar gewond was, liet men een stoel zak
ken om hem aan boord te hijsdien. Een
detachement mariniers, op het dek staan
de, bewees Eulate militaire eer. Toen hij
in zijn stoel op het dek werd neergezet,
presenteerden de mariniers het geweer.
Eulate richtte zich op, groette ernstig
en waardig, gespte zijn gordel los en,
zijn degen opheffend, kuste hij eerbiet
diglijk het gevest.. De tranen stroomden
over zijn wangen. Eulate wilde daarop
zijn degen overgeven, maar Evans wei
gerde natuurlijk, dien te ontvangen.
Toen de bemanning dit zag. barstte zij
in toejuichingen los.
Op het oogenblik dat Evans Eulate
naar zijn hut geleidde om de wonden
van zijn gevangene te laten nazien, vlo
gen met vreeselijk geknal de ammimitie-
magazijnen van de Vizcaya in de lucht.
.Adios Vizcayazeide Eulate en hij i
voegde er bij„Daar gaat mijn mooi
schip."
Genei aal Shafter heeft naar Wasliing
ton de juiste opgaven geseind van de
verliezen, door de Ameribme® op den
len er. 2en dezer maand bij Santiago
geleden. Het aantal dooden is veel groo-
ter dan eerst werd opgegeven, het werd
toen op 150 geschat, en Shafter geeft
nu op 230 dooden, waaronder 22 offi
cieren. Voorts zijn er 1284 gewonden,
waaronder 80 officieren, en. 79 vermis
ten, totaal 1593 man. De correspondent
van do New-York Herald te Washing
ton seint dat generaal Shafter aan hei
ministerie van oorlog gemeld heeft Ge
neraal Toral wil zich overgeven, maar
onder zekere voorwaarden. De regeering
seinde terug dat de overgave onvoor
waardelijk moest. zijn.
Intusschen werd met het oog op deze
onderhandelingen de wapenstilstand
veer verlengd tot Zondagmiddag 12 uur.
Het was wel te denken dat wij van
Cervera'e spookschepen nog zouden hoo-
ren, zelfs nadat ze ..vernietigd" waren.
Minister Long moet van schout-bij-nacht
Sampscn het telegrafische bericht ont
vangen hebben dat de Cristobal Colon
waarschijnlijk vlot gemaakt kan worden,
en dat er zelfs redelijke grond bestaat
orn ook dc Maria Teresa en de Vizcaya
nog te behouden.
IntusFchen hebben eenige ingenieurs
de Oqucndo en de Vizcaya. op eenige
mijlen van den ingang der baai van San
tiago op het strand liggende, onderzocht
en zij zijn hierbij tot het eenigszms zon
derlinge resultaat, gekomen dat de
ramp van de Maine niet aan een ont
ploffing in hét schip zelf te wijten was.
Do uitwerking der ontploffing van de
amunitiemagazijnen in de Spaansche
schepen, zeggen zij. is heel anders dan
die, welke- het wrak van de Maine te
aanschouwen gaf. Men zou, zonder een
oordeel uit te spreken over de oorzaak
van de ramp op hei Amerikaansche oor
logsschip. toch mogen vragen of die uit-
I werking dan altijd precies dezelfde moet
zijn.
I Naai- de meening van deze ingenieurs
j is de Viscaya onbruikbaar geworden
de Teresa en de Colon zouden echter
hersteld kunnen worden. De uitwerking
van het Amerikaansche geschut op de
Spaansche schepen is verschrikkelijk,
hoewel er niet zooveel groote gaten in
de pantsering geslagen zijn als men ver
moedde. Maar overal op de dekken vond
men granaatschervenEen projefctiel
uit een kanon van 33 cM. had een groot
gat geslagen in de bakboordzijde van de
Teresa,, was in de kleedkamer ontploft
en had brand veroorzaakt. Aan den in
gang van den commando-toren van de
Oouendo vond men een revolver en een
degen en eenige verkoolde menschelijke
overblijfselen. Men vermoedde dat het
die van den commandant, kapitein La-
zaga-, waren, die, naai- men zegt, zelf
moord pleegde, toen hij zijn schip ver
loren zag. De machines van de Spaan
sche schepen hebben betrekkelijk wei
nig schade geleden.
Het departement van oorlog te Was
hington heeft de kennisgeving ontvan
gen, dat het bombardement van Santia
go is begonnen.
Generaal Shafter- seinde te 3 u. 40
rnin. hedenmiddag
„De toestand is onveranderd. Ik bezet-
een onneembare stelling en vrees geen
aanval."
Van gezaghebbende zijde wordt ver
klaard dat president Mc Kinley alleen
met de onvoorwaardelijke overgave van
Santiago genoegen zal nemen.
De kruiser St. Louis met admiraal
Cervera en andere krijgsgevangenen aan
boord is hedenmorgen te Portsmouth (in
Virginië) aangekomen.
Maarschalk Martinez Campos acht het
oogenblik neg niet gekomen om over den
wrede te onderhandelen.
De Carlisteu beginnen merkbaar te
agiteeren.
Een telegram uit Madrid aan de
Temps meldt
Maarschalk Blanco seinde dat het
onmogelijk is te rechter tijd versterkin
gen binnen Santiago te brengen. Hoe
lang de stad het zal uithouden, zal van
de hoeveelheid levensmiddelen en muni
tie afhangen.
De regeering ontveinst zich niet dat
na de overgave van Santiago, het oogen
blik zal zijn gekomen om vrede te slui
ten.
Twee kruisers en twee Spaansche trans
portschepen vertrekken heden naar
Spanje.
De rest van net eskader van admiraal
Camara is te Port Said aangekomen.
Een onzer ingezetenen heeft een schrij
ven ontvangen, gedateerd 24 Juni. van
een familielid uit New-York, wiens zoon
dient op de Indiana, naar men weet
een van de grootste schepen der Ameri
kanen.
Wij ontleen en daaraan een en ander
Het schip ligt met nog andere oor
logsschepen voor Santiago en heeft een
transport begeleid, waarop 16000 man.
1000 paarden geschut en ammunitie
vervoerd is geworden naar Cuba. Het
zal wel eenige dagen duren voor alles
ontscheept is. Ik weel niet uit welke
bron gij de oorlogsberichten ontvangt.
De Spaansche tijdingen moet ge met
als waar aannemen. De wezenlijke toe
stand is deze, dat Dewey de Spaansche
vloot in de Philippijnen vernietigd heeft
zonder dat eenige schade aan onze sche
pen is toegebracht.
Dat de troepen dezer dagen aldaar
aangekomen zijn of aankomen zullen
om Manilla in te nemen. San Juan is
gebombardeerd. De Indiana nam daar
aan deel.
De Merrimac hebben wij met opzet
laten zinken, om de Spaansche vloot 011-
j der Cervera, die in de haven ligt, op te
sluiten. Men wil Hobson en zijn 7 lot-
j genooten niet uitwisselen. Mac Kinley
heeft den oorlog niet flink doorgezet,
want het was om Cuba te doen. Waar
om Havana niet terstond gebombar
deerd en tegelijkertijd de leening be-
weiksteJRgd 1 dan was alles spoediger af-
geloopen. Tot heden hebben wij geen
noemenswaardige verliezen en Spanje
meer dan hun Hef is. De berichten die
Spanje uitgeeft, zijn logenachtig en die
nen alleen om den moed der Spanjaarden
gaande te houden.
Ofschoon ik het met je eens ben, dat
een oorlog in de 19e eeuw een verschrik
kelijk ding is, moet. ik je opmerkzaam
maken, dat geheel Europa in staat van
gewapenden vrede verkeert en dat de
eene mogendheid slechts te zeer bevreesd
is om met de andere in verwikkelingen
te geraken wanneer er iets mocht gebeu
ren.
Vandaar al die staande legers en
machtige oorlogsschepen, ter welker be
strijding van onkosten de bevolking on
der belastingen gebukt gaat,, waardoor 't
hoe langer hoe moeielijker wordt in het
levensonderhoud te voorzien en men naar
de Vereenigde Staten trekt, waar die
belastingen onbekend zijn.
De Vereenigde Staten, hebben, zooals
je weet, bijna geen staand leger, tenmin
ste naar de mate van hare uitgestrekt
heid. De manschappen die tot het leger
behooren, plm. 20.000, liggen aan de
grenzen bij Canada en zijn noodig om
tegen onverhcedsche aanvallen der Indi
anen op te traden.
Den geregelden troepen bij ons is uit
dien hoofde het vechten niet vreemd,
want ze hebben allemaal kruit geroken.
In de Vereenigde Stoten bestaat zeer
veel liefhebberij voor alles wat tot het,
krijgswezen behoort.
Er worden in eiken staat tal van
vaste vrijwilligers gevonden, die geoefen
de schutters zijn.
Dit is ook het geval met de kanon- j
uiers op de oorlogsschepen ze schieten
om te dooden en maken dus een gunstig
verschil met de Spanjaarden, die slechte
schutters zijn. Wij hadden geen oorlog
in den zin, maar zijn door de omstan
digheden er toe gedwongen. De Presi
dent heeft .vrucht eloos getracht den vre
de te bewaren, doch de Spanjaarden
hebben dat niet gewild. De afgrijselijke
moordtooneelen der Spanjaarden in Cu
ba en de diepe ellende der Cubanen zijn
ons lang een doom ui het oog geweest.
Hunne onmenschelijke gruweldaden zijn
met geen pen te beschrijven. De Amerika
nen in Cuba leden evenzeer en onze han
del in Cuba was geknakt. Het is mij on
begrijpelijk, dat men dien schandelijken
staat van zaken die volstrekt niet in de
19e eeuw thuis behoort en daarom niet
behoefde geduld te worden, zoolang on
gestraft liet.
Toen kwam het vergaan der Maine,
een van onze beste .battleships". Toen
er nog geen sprake van oorlog was, heb
ben die verraderlijke Spanjaarden in
den nacht, toen allen lagen te slapen,
dat schip mei zijn 266 man in dc lucht
doen springen. Een grondig onderzoek
heeft bewezen, dat de Spanjaarden deze
helsehe middeneeuwsche wandaad heb
ben bedreven, en zouden wij nu, omdat
het in de 19e eeuw is, moeten gedoogen
dat die middeneeuwsche misdaad straffe-*
loos gepleegd werd
Neen, het ..remember the Maine" is
voldoende om hier ieders vaderlandslief
de te doen ontvonken en het is dus geeu
wonder, dat de kanonniers bij het af
schieten zeggen:
..Remember the Maine, To hell with
Spain."
Er liggen mi op dit oogenblik te San
tiago 34 schepen, die troepen, paarden
enz. naar Cuba vervoerd hebben, alsme
de 25 oorlogsschepen, dus totaal 59.
Van de 16.000 man zijn 5000 reeds ge
land zonder weerstand ontmoet te heb
ben. De oorlogsschepen maken met ge
schut ruimte. Een tweede expeditie van
ruim 5000 man gaat begin volgende
week en niet voordat al de troepen ge
land zijn wordt, de aanval gedaan.
Het is te hopen, dat dit hot begin van
liet eind moge zijn.
De vloot van Cervera ligt nog opge
sloten en zoodra die het waagt er uit te
komen wordt ze door onze vloot vernie
tigd, want het is voor ons gevaarlijk
den nauwen ingang binnen te gaan.
omdat er mijnen in de baai liggen, an
ders was het al lang geschied.
STADSNIEUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem, 11 Juli 1898.
Bü beschikking van den minister
van binnenlandsche zaken is bepaald
dat de commissie, belast methetexa-
mineeren van hen, die eene akte van
bekwaamheid wenschen te verkrijgen
tot het geven van middelbaar onder
was in hand- en rechtlijnig teekenen
en boetseeren, voor het jaar 1898 zit
ting zal houden te Amsterdam; is
aan deze commissie tevens opgedragen
het examineeren van hen, die in 1898
de akte van bekwaamheid verlangen
voor het handteekenen, bedoeld in
art. 65bis der wet tot regeling van
het lager onderwijsen zijn benoemd
tot leden dier commissie o.a. de heeren
H. A. C. Dekker, onderwijzer aan de
rijkskweekschool voor onderwijzers
alhier, F. Th. Grabjjn leeraar aan de
schooi voor kunstnijverheid en onder
wijzer aan de rijks normaal lessen al
hier, en H. J. de Vries, directeur der
burgeravondschool en leeraai aan de
H. B. S. met 5-jarigen cursus alhier.
Voor het examen apothekersbedien
de is Zaterdag te Breda geslaagd de
heer J. A. M. Freytag. alhier.
Loonbeweging der Timmer
lieden.
Wij ontvingen Zondag het navol
gende schrijven
Mijnheer de Redacteur 1
Ondergeteekende verzoekt beleefd
plaatsing voor het volgende schrijven;
bij voorbaat mijn dank.
Aan
de Redactie van Haarlem's Dagblad.
Naar aanleiding van een schrijven,
voorkomende in Uw blad van Maan
dag 11 Juli, van de beeren timmer
lieden-patroons H. J. Gejjl en M. van
Ommeren, die daarin vragen dat na
men genoemd zouden worden van die
patroons, bedoeld in het stukje in
Uw blad van 8 Juli, en de naam van
den schrijver van het stukje, kortom
bedoeld wordt het nader uiteenzetten
van betrokken patroons en gezellen,
in de aanklacht bedoeld, is het naar
mijn bescheiden meening beter, dat
die besprekingen in een vergadering,
die eerstdaags zal plaats hebben, ge
houden worden, dan ellenlange ko
lommen in de courant te piaatsen,
daar dan op die vergadering, de pa
troons en de gezéllen tegenover ei
kander zullen komen te staan, dus
dat dan de zaak, waarin die patroons
zijn betrokken, eerlijk met de gezel
len kan uitgestreden worden.
Jammer is het echter dat de i uit-
noodigingen niet geleid hebben tot
een goed resultaat, daar wij ai zoo
menig keer reden hebben gehad om
te spreken van laakbare handel' en
van de zyde der patroons.
Ik zal echter niet verder gaan om
nog meer over deze zaak te spreken,
maar ik hoop dat op de aanstaande
vergadering alle patroons aanwezig
zullen zijn.
Mocht het blijken dat zij veder
ongenegen zullen zjjn. om met ons te
onderbandelen over die zaak, dan
eerst achten wjj het noodig óm de
namen van die patroons bekend te
maken in Uw veelgelezen blad.
J. FORTGEN^.
Algem. Secr.,
Bakkerstraat No. 7rood.
Ook schrijver van het voorgaande
stukje, voorkomende in Uw blad van
8 Juli.
Zondagmiddag had de loting plaats
voor het concours dat „Zanglust" te
Amsterdam houdt op 27, 28 er. 29
Aug. e.k. In de uitnemeudheids-af-
deeling is de volgorde aldus:
Zang en Vriendschap, Haarlem,
Société lyrique, Augrée, Onderlinge
Oefening* Amsterdam, en Moed en
Volharding, Mechelen.
Deze afdeeling wordt gezongen op
i Zondag den 28sten, des avonds te 8
uur. Daarna volgt Maandagavond
j de eerewedstrijd voor vereenigingen,
j die in de uitnemendheids-afdeeiing
I vroeger reeds een eersten prijs heb
ben behaald. Het zijn 5 vereenigin-
1 gen Cercle fétio, Bergen, De Maas-
trechter Staar, MaastrichtLa Royale
j Concorde, Chenée; La Carolorigienne,
Charleroi en Les Disciples de Grét y
Luik.
HOOFDSTUK XX.
One oerste werk was nu de hoofd
assen te latea vieren en het 9chip in
Q Westelijke koers te brengen. Maar
voor wij dit deden zagen de bootsman en
ik eenigen tijd naar de lucht.
De wolkenmassa, die te middernacht
een laag hangende, misschien voorbij
gaande bank geleek, hing ons nu bijna
vlak boven het hoofd, en wat het drei-
j gende aanzien der lucht nog meer ver-
1 hoogde was haar staalblauwe tint, slechts
1 op sommige plaatsen lichter, maar ove-
rigens bijna- volkomen effen van kleur.
Het hart van de groote wolk was van
een levendige kleur, waardoor liet ge
heel, door een optisch bedrag bolvormig
scheenbij tusschenpoozen schoten er
pijlvormige lichtstralen uit de donkere
massa, maar toch onweerde het. niet.
..Als het gaat regenen voordat den
wind opsteekt, houd dan de ra's van het
marszeil in de gaten," zeide de boots-
man. „Je kunt er van op aan dat er
meer dan een duimpje regen achter
schuilt en vermoedelijk nog wel wat er-
gers dan regen ook
Het dreigende van dit naderend on-
j weer, als het dit tenminste was, bestond
in zijn langzame nadering die zoowel ge-
heimzinnig als indrukwekkend was.
I Ik liet mij hierdoor echter niet om
j den tuin leiden, door te denken dat er
goon wind in aantocht was. Ik had meer
dan eens een storm, die op deze ver
schijn eel ec volgde, bijgewoond en herin
nerde mij ook de opmerkingen die de
officieren van het schip, waarop ik voer,
maakten.
..Zulke wolken houden een orkaan in
zich verborgen en drijven over de zee
om schepen te ontdekken bemerkten
zij er een, dat zij waard vinden te ver
nielen, dan barsten zij los. Laat je nooit
door hun langzame nadering om den
tuin leiden en onthoud dat zij donder
stormen zijn. Zij barsten te midden van
een doodelijke kalmte plotseling los en
zoodra ge er een ziet opkomen, haal dan
alle zeilen in en draai in den wind."
„Ik denk er over na. bootsman, of ik
het schip in of voor den wind zal draai
en. Wat vindt jij er van
„Er is een storm in aantocht. Ik ruik
het." antwoordde hij, „maar we hebben
genoeg zeildoek binnengehaald om stil
te gaan liggen, niet waar?" vroeg hij.
naar de masten ziende.
„Dat zullen we zien." zeide ik. Wij
kunnen de Atlanta wel in den wind kee-
ren. maar ik ben er vrij zeker van. dat
wij naderhand toch met den wind mee
moeten."
„Wij zullen wel midden in den At-
lantischen Oecaan gedreven worden, zou
't niet. mijnheer Royle?"
„Ja, ik wilde, dat wij ons meer ten
Noorden van de Bermuda-eilanden be
vonden. Maar hoe het ook zij. Wij zul
len de ra's optakelen en de eilanden
trachten te. bereiken
„Zij zijn rotsachtig, nietIk heb ze
nooit aangedaan."
„Ik ook niet; maar er is te Bermuda
een scheepmakerswerf, waar de Yankees
hun schepen laten restaureer en en dat-
is al, wat ik van de eilanden afweet."
Ik vroeg juffrouw Robertson het roer
zoolang te wenden, totdat de kompas
naald naar het W. weesmaar het schip
had zoo weinig gang, vanwege het wei
nige zeildoek, dat wij op hadden en den
zachten wind, dat er een geduchten tijd
mee heen ging eer de manoeuvre uitge
voerd was.
Toen de ra's opgehaald waren en het
roer gewend was konden we niet meer
doenen besluitend zooveel mogelijk
van deze kalmte te profiteeren, beval ik
Cornish aan het roer te gaan staan en
den hofmeester het vuur in de kombuis
aan te maken en koffie te zetten.
„Bootsman," zeide ik, „ge deedt er
goed aan naar beneden te gaan en de
proppen, waarmee ge de lekken gestopt
hebt, na te zien. Neem een hamer en
licht mede," en ik reikte hem de lan
taarn. die boven de kompaakaart hing
aan, „en drijf ze er stevig in, anders
zouden ze bij een hevige® wind er mis
schien uitgerukt worden."
Hij ging mijn bevel volbrengen, en ik
zeide juffrouw Robertson, dat er nu iets
meer voor haar op het- dek te doen was
on bedankte haar voor den groote®
dienst, dien zij ons bewezen had.
Het is mij alsof ik haar nog voor mij
ziet staan, met mijn strooien hoed op
het hoofd, en haar eenvoudig japonnetje,
dat zij zoo opgespeld had. dat. het haar
niet in haai* bewegingen kon hinderen.
De blauwe aderen van haai* handen
schenen door haar blanke huid heen, het-
blonde haar was naar achteren gekamd
en in een wrong op haar hoofd beves
tigd zij zag marmerbleek van vermoeid
heid maar haar oogen zagen mij met de
zelfde moedige uitdrukking aan als al
tijd, ofschoon zij minder helder stonden
door het inspannende turen en het neer
drukkende gevoel van naderend gevaar
In geen geval wilde ik haar toestaan
langer op het dek te blijven en ofschoon
zij het mij dringend verzocht nam ik
haar beslist bij de hand en bracht haar
naar de kajuit.
„Gij wilt mij beloven eenige oogen
blikken te gaan slapen?" vroeg ik.
„Ik zal mij te ruste leggen en beproe
ven te slapen," antwoordde zij met een
flauw lachje.
I „Wij zijn er in geslaagd u tot chi?»«*
te redden," vervolgde ik ernstig, „er. het
zou wreed, zeer wreed jegens mij gehan
deld zijn uw gezondheid te benadir-.en
door niet te willen ruston, terwijl h in
uw vermogen is, nu het leven ons weer
toelacht en wij elk oogenblik verwachten
kunnen door een schip opgenomen to
worden."
„Ik zal u geen loed aandoen.' ant
woordde zij, heusch ik wil alles doen
wat ge verlangt-.
Ik kuste eerbiedig haar hand en ->.ide
dat een uur rust haar veel goed zou
doen; intusschen zou ik zorgen. iiat er
een ontbijt- voor haar en haar vader ge
reed gemaakt werd en daarop opende ik
de deur van haar hut en begaf mij naar
boven.
Een heel buitengewoon en wonder
schoon schouwspel deed zich aan mijn
oogen voor. toen ik het dele betrad.
De zon was achter de wolkenmassa
verrezen en wierp naar stralen, terwijl
de bol zelf onzichtbaar bleef, als duizea-
de zilveren strepen naar rechts en link;,
boven en onder van dc bank en elke
lichtstreep was even duidelijk to onder
scheiden als een enkelen zonnestraal :ti
een duistere kamer.
Maar door dit schitterende licht maak
te de dreigende wolkenmassa een des te
verschrikkelijker effect; vreemd en tref-