NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. .AJD'V^EH^TIECjSrTIIElNr De oorlog tusschen Spanje en Amerika. d> FE' II.LETON. Oe Schipbreuk. (Se '6e Jaargang Dinsdag 12 Juli !898. Ho- 4610 HAARLEMS DAGBLAD ^JBOlISriNriEIIedllEiTTSIF'ZRIJ'S: iv.aanaen. Agent gevestigd is ikom - voor c;dorpen m aen omtrtk wn gemeente), per 3 maanden Franco door het geheele Rijkper 3 maanden Afzonderlijke nummers Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden. de omstreken en franco per post f 3.20 e 1.30 1.65 0.05 0.30 j regels 50 Cis.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. nnementcn en Ad vertonnen worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks,, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14. Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Grnérale -7c PubUcité Etrangère G. L. DAUBE <Sc Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 31bis Faubourg Montrnartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prjjs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel f0,30. Agenten voor dit. blad in den omtrek zjjn Bloemet,daal. Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,bij de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER Velsen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, MoleE~x"_i J 1 - Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. De Madridsche Liberal beweert, dat br tusschen Madrid en Washington een jendaagsche wapenstilstand is tot stand ;ekomen, waarop eventueel verdere vre- lesonderhandelingen zullen volgen. Sagast» heeft Zaterdag bij het verla- a van het koninklijk paleis verklaard. ,t het gerucht van een wapenstilstand, raarvan sommige bladen gewagen, zon- ler grond ie. Hij voegde erbij dat de ©geering zich thans slechts bezighoudt biet het voortzetten van den oorlog. Het. departement van buitenlandsche zaken te Washington, verzekerde ook Katerdag nog. dat. het geen enkele di recte of indirecte poging tot opening van jredesonderhandelïngen heeft ontvan gen. Zaterdagmiddag om half vier verklaar de Alger, echter na ontvangst van een telegram van Shafter, niet te gelooven dat er dien dag zou gevochten worden sn, gaf te verstaan, dat de onderbande- ingen over capitulatie voortduurden. Men geloofde te Wasliington des ivonds, dat als Santiago Zondag met la.pituleerde de aanval zou volgen. Sha-f- ilèr zal onkel een onvoorwaardelijke over- lave aanvaarden. j Te Madrid loopt het gerucht dat de jegeering niet alleen de waag overwo- ;en had of rechtstreeks vr ed eson derhan- jen met de Vereenigde Stoten aa-nge- inoopt moesten worden, maar dat graaf klmodovar on Gamazo reeds bezig wa tt aan een onderzoek naar liet beste jj roddel om de onderhandelingen aan te j. 'angen. Ook zou keizer Frans Jozef ver- iaard hebben, met de hulp va.n zijn ndgenooten alles te willen doen om ir Spanje een eervollen vrede te ver- ijgen. De mooder van de Konmgin-Regentes rtshertogin Isabel, is uit Spanje ver- >kken. Bij het instappen van den trein >rde zij, met tranen in de oogen, de ai eraals aan, haar dochter to blijven schermen Onder de Spanjaarden moet langza merhand de overtuiging ingang vinden at de Amerikanen toch op ridderlijke ij ze oorlog weten te voeren. Men is ankbaar voor de manier waarop de Hjgsgevangenen behandeld worden. Voigens den correspondent van de New-York Herald' te Cadix is men aar nog altijd met koortsachtigen ijver ezig aan het versterken van de batt-e- ,jen en forten. Te Pimta Carnero, dat rijwel de straat van Gibraltar bestrijkt, jordt vooral hard gewerkt, maar niets U gereed, en er zijn nog geen goede ka mmen geplaatst. Volgens een telegram van de ..Herald" it Havana heeft Toral geweigerd San- ago over te geven. Hij zegt dat hij be oten heeft de stad tot het uiterste te ïrdedigen. Blanco keiul Total's stand- istigheid goed. Een telegram uit Charleston meldt, I it Miles en zijn staf Vrijdagavond aan oord van de Yale naar Santiago ver- •okken zijn. Een telegram uit Santiago meldt dat a uitwisseling van de gevangenen der van de Atlanta". i) Toen de dag aanbrak waren de dne - wszeilen het- voorzeil, de stag- en ver- re zeilen gereefd en ingehaald en dit les was het werk van drie dood ver- tieide menschen, waarvan er een totaal - tgeput was door het gevecht met de D niters, de tweede na een gevangen- hap van drie dagen in een bedompt tenhok eenige oogenblikken geleden or het eerst weer do buitenlucht in- .ernde en de derde een slag op zijn pols d ontvangen, waardoor ieder ander n een Engelsch zeeman, een maand sk zou zijn geworden." Meirimac, gen waal Shafter Santiago op- ei sch te zich over te geven anders zou de aanval dien middag beginnen. Hoe wel de vesting levensmiddelen ontbeert, zal zij zich tot het einde toe verdedigen. Kapitein Evans, van de Iowa. heeft aan een interviewer het volgende ver haald naar aanleiding van de vernieti ging van Cervera's eskader Eindelijk naderde de boot, die kapi tein Eulate, van de Vizcaya, naai- de Iowa overbracht. Daar de kapitein blijk baar gewond was, liet men een stoel zak ken om hem aan boord te hijsdien. Een detachement mariniers, op het dek staan de, bewees Eulate militaire eer. Toen hij in zijn stoel op het dek werd neergezet, presenteerden de mariniers het geweer. Eulate richtte zich op, groette ernstig en waardig, gespte zijn gordel los en, zijn degen opheffend, kuste hij eerbiet diglijk het gevest.. De tranen stroomden over zijn wangen. Eulate wilde daarop zijn degen overgeven, maar Evans wei gerde natuurlijk, dien te ontvangen. Toen de bemanning dit zag. barstte zij in toejuichingen los. Op het oogenblik dat Evans Eulate naar zijn hut geleidde om de wonden van zijn gevangene te laten nazien, vlo gen met vreeselijk geknal de ammimitie- magazijnen van de Vizcaya in de lucht. .Adios Vizcayazeide Eulate en hij i voegde er bij„Daar gaat mijn mooi schip." Genei aal Shafter heeft naar Wasliing ton de juiste opgaven geseind van de verliezen, door de Ameribme® op den len er. 2en dezer maand bij Santiago geleden. Het aantal dooden is veel groo- ter dan eerst werd opgegeven, het werd toen op 150 geschat, en Shafter geeft nu op 230 dooden, waaronder 22 offi cieren. Voorts zijn er 1284 gewonden, waaronder 80 officieren, en. 79 vermis ten, totaal 1593 man. De correspondent van do New-York Herald te Washing ton seint dat generaal Shafter aan hei ministerie van oorlog gemeld heeft Ge neraal Toral wil zich overgeven, maar onder zekere voorwaarden. De regeering seinde terug dat de overgave onvoor waardelijk moest. zijn. Intusschen werd met het oog op deze onderhandelingen de wapenstilstand veer verlengd tot Zondagmiddag 12 uur. Het was wel te denken dat wij van Cervera'e spookschepen nog zouden hoo- ren, zelfs nadat ze ..vernietigd" waren. Minister Long moet van schout-bij-nacht Sampscn het telegrafische bericht ont vangen hebben dat de Cristobal Colon waarschijnlijk vlot gemaakt kan worden, en dat er zelfs redelijke grond bestaat orn ook dc Maria Teresa en de Vizcaya nog te behouden. IntusFchen hebben eenige ingenieurs de Oqucndo en de Vizcaya. op eenige mijlen van den ingang der baai van San tiago op het strand liggende, onderzocht en zij zijn hierbij tot het eenigszms zon derlinge resultaat, gekomen dat de ramp van de Maine niet aan een ont ploffing in hét schip zelf te wijten was. Do uitwerking der ontploffing van de amunitiemagazijnen in de Spaansche schepen, zeggen zij. is heel anders dan die, welke- het wrak van de Maine te aanschouwen gaf. Men zou, zonder een oordeel uit te spreken over de oorzaak van de ramp op hei Amerikaansche oor logsschip. toch mogen vragen of die uit- I werking dan altijd precies dezelfde moet zijn. I Naai- de meening van deze ingenieurs j is de Viscaya onbruikbaar geworden de Teresa en de Colon zouden echter hersteld kunnen worden. De uitwerking van het Amerikaansche geschut op de Spaansche schepen is verschrikkelijk, hoewel er niet zooveel groote gaten in de pantsering geslagen zijn als men ver moedde. Maar overal op de dekken vond men granaatschervenEen projefctiel uit een kanon van 33 cM. had een groot gat geslagen in de bakboordzijde van de Teresa,, was in de kleedkamer ontploft en had brand veroorzaakt. Aan den in gang van den commando-toren van de Oouendo vond men een revolver en een degen en eenige verkoolde menschelijke overblijfselen. Men vermoedde dat het die van den commandant, kapitein La- zaga-, waren, die, naai- men zegt, zelf moord pleegde, toen hij zijn schip ver loren zag. De machines van de Spaan sche schepen hebben betrekkelijk wei nig schade geleden. Het departement van oorlog te Was hington heeft de kennisgeving ontvan gen, dat het bombardement van Santia go is begonnen. Generaal Shafter- seinde te 3 u. 40 rnin. hedenmiddag „De toestand is onveranderd. Ik bezet- een onneembare stelling en vrees geen aanval." Van gezaghebbende zijde wordt ver klaard dat president Mc Kinley alleen met de onvoorwaardelijke overgave van Santiago genoegen zal nemen. De kruiser St. Louis met admiraal Cervera en andere krijgsgevangenen aan boord is hedenmorgen te Portsmouth (in Virginië) aangekomen. Maarschalk Martinez Campos acht het oogenblik neg niet gekomen om over den wrede te onderhandelen. De Carlisteu beginnen merkbaar te agiteeren. Een telegram uit Madrid aan de Temps meldt Maarschalk Blanco seinde dat het onmogelijk is te rechter tijd versterkin gen binnen Santiago te brengen. Hoe lang de stad het zal uithouden, zal van de hoeveelheid levensmiddelen en muni tie afhangen. De regeering ontveinst zich niet dat na de overgave van Santiago, het oogen blik zal zijn gekomen om vrede te slui ten. Twee kruisers en twee Spaansche trans portschepen vertrekken heden naar Spanje. De rest van net eskader van admiraal Camara is te Port Said aangekomen. Een onzer ingezetenen heeft een schrij ven ontvangen, gedateerd 24 Juni. van een familielid uit New-York, wiens zoon dient op de Indiana, naar men weet een van de grootste schepen der Ameri kanen. Wij ontleen en daaraan een en ander Het schip ligt met nog andere oor logsschepen voor Santiago en heeft een transport begeleid, waarop 16000 man. 1000 paarden geschut en ammunitie vervoerd is geworden naar Cuba. Het zal wel eenige dagen duren voor alles ontscheept is. Ik weel niet uit welke bron gij de oorlogsberichten ontvangt. De Spaansche tijdingen moet ge met als waar aannemen. De wezenlijke toe stand is deze, dat Dewey de Spaansche vloot in de Philippijnen vernietigd heeft zonder dat eenige schade aan onze sche pen is toegebracht. Dat de troepen dezer dagen aldaar aangekomen zijn of aankomen zullen om Manilla in te nemen. San Juan is gebombardeerd. De Indiana nam daar aan deel. De Merrimac hebben wij met opzet laten zinken, om de Spaansche vloot 011- j der Cervera, die in de haven ligt, op te sluiten. Men wil Hobson en zijn 7 lot- j genooten niet uitwisselen. Mac Kinley heeft den oorlog niet flink doorgezet, want het was om Cuba te doen. Waar om Havana niet terstond gebombar deerd en tegelijkertijd de leening be- weiksteJRgd 1 dan was alles spoediger af- geloopen. Tot heden hebben wij geen noemenswaardige verliezen en Spanje meer dan hun Hef is. De berichten die Spanje uitgeeft, zijn logenachtig en die nen alleen om den moed der Spanjaarden gaande te houden. Ofschoon ik het met je eens ben, dat een oorlog in de 19e eeuw een verschrik kelijk ding is, moet. ik je opmerkzaam maken, dat geheel Europa in staat van gewapenden vrede verkeert en dat de eene mogendheid slechts te zeer bevreesd is om met de andere in verwikkelingen te geraken wanneer er iets mocht gebeu ren. Vandaar al die staande legers en machtige oorlogsschepen, ter welker be strijding van onkosten de bevolking on der belastingen gebukt gaat,, waardoor 't hoe langer hoe moeielijker wordt in het levensonderhoud te voorzien en men naar de Vereenigde Staten trekt, waar die belastingen onbekend zijn. De Vereenigde Staten, hebben, zooals je weet, bijna geen staand leger, tenmin ste naar de mate van hare uitgestrekt heid. De manschappen die tot het leger behooren, plm. 20.000, liggen aan de grenzen bij Canada en zijn noodig om tegen onverhcedsche aanvallen der Indi anen op te traden. Den geregelden troepen bij ons is uit dien hoofde het vechten niet vreemd, want ze hebben allemaal kruit geroken. In de Vereenigde Stoten bestaat zeer veel liefhebberij voor alles wat tot het, krijgswezen behoort. Er worden in eiken staat tal van vaste vrijwilligers gevonden, die geoefen de schutters zijn. Dit is ook het geval met de kanon- j uiers op de oorlogsschepen ze schieten om te dooden en maken dus een gunstig verschil met de Spanjaarden, die slechte schutters zijn. Wij hadden geen oorlog in den zin, maar zijn door de omstan digheden er toe gedwongen. De Presi dent heeft .vrucht eloos getracht den vre de te bewaren, doch de Spanjaarden hebben dat niet gewild. De afgrijselijke moordtooneelen der Spanjaarden in Cu ba en de diepe ellende der Cubanen zijn ons lang een doom ui het oog geweest. Hunne onmenschelijke gruweldaden zijn met geen pen te beschrijven. De Amerika nen in Cuba leden evenzeer en onze han del in Cuba was geknakt. Het is mij on begrijpelijk, dat men dien schandelijken staat van zaken die volstrekt niet in de 19e eeuw thuis behoort en daarom niet behoefde geduld te worden, zoolang on gestraft liet. Toen kwam het vergaan der Maine, een van onze beste .battleships". Toen er nog geen sprake van oorlog was, heb ben die verraderlijke Spanjaarden in den nacht, toen allen lagen te slapen, dat schip mei zijn 266 man in dc lucht doen springen. Een grondig onderzoek heeft bewezen, dat de Spanjaarden deze helsehe middeneeuwsche wandaad heb ben bedreven, en zouden wij nu, omdat het in de 19e eeuw is, moeten gedoogen dat die middeneeuwsche misdaad straffe-* loos gepleegd werd Neen, het ..remember the Maine" is voldoende om hier ieders vaderlandslief de te doen ontvonken en het is dus geeu wonder, dat de kanonniers bij het af schieten zeggen: ..Remember the Maine, To hell with Spain." Er liggen mi op dit oogenblik te San tiago 34 schepen, die troepen, paarden enz. naar Cuba vervoerd hebben, alsme de 25 oorlogsschepen, dus totaal 59. Van de 16.000 man zijn 5000 reeds ge land zonder weerstand ontmoet te heb ben. De oorlogsschepen maken met ge schut ruimte. Een tweede expeditie van ruim 5000 man gaat begin volgende week en niet voordat al de troepen ge land zijn wordt, de aanval gedaan. Het is te hopen, dat dit hot begin van liet eind moge zijn. De vloot van Cervera ligt nog opge sloten en zoodra die het waagt er uit te komen wordt ze door onze vloot vernie tigd, want het is voor ons gevaarlijk den nauwen ingang binnen te gaan. omdat er mijnen in de baai liggen, an ders was het al lang geschied. STADSNIEUWS Eerste en derde pagina. Haarlem, 11 Juli 1898. Bü beschikking van den minister van binnenlandsche zaken is bepaald dat de commissie, belast methetexa- mineeren van hen, die eene akte van bekwaamheid wenschen te verkrijgen tot het geven van middelbaar onder was in hand- en rechtlijnig teekenen en boetseeren, voor het jaar 1898 zit ting zal houden te Amsterdam; is aan deze commissie tevens opgedragen het examineeren van hen, die in 1898 de akte van bekwaamheid verlangen voor het handteekenen, bedoeld in art. 65bis der wet tot regeling van het lager onderwijsen zijn benoemd tot leden dier commissie o.a. de heeren H. A. C. Dekker, onderwijzer aan de rijkskweekschool voor onderwijzers alhier, F. Th. Grabjjn leeraar aan de schooi voor kunstnijverheid en onder wijzer aan de rijks normaal lessen al hier, en H. J. de Vries, directeur der burgeravondschool en leeraai aan de H. B. S. met 5-jarigen cursus alhier. Voor het examen apothekersbedien de is Zaterdag te Breda geslaagd de heer J. A. M. Freytag. alhier. Loonbeweging der Timmer lieden. Wij ontvingen Zondag het navol gende schrijven Mijnheer de Redacteur 1 Ondergeteekende verzoekt beleefd plaatsing voor het volgende schrijven; bij voorbaat mijn dank. Aan de Redactie van Haarlem's Dagblad. Naar aanleiding van een schrijven, voorkomende in Uw blad van Maan dag 11 Juli, van de beeren timmer lieden-patroons H. J. Gejjl en M. van Ommeren, die daarin vragen dat na men genoemd zouden worden van die patroons, bedoeld in het stukje in Uw blad van 8 Juli, en de naam van den schrijver van het stukje, kortom bedoeld wordt het nader uiteenzetten van betrokken patroons en gezellen, in de aanklacht bedoeld, is het naar mijn bescheiden meening beter, dat die besprekingen in een vergadering, die eerstdaags zal plaats hebben, ge houden worden, dan ellenlange ko lommen in de courant te piaatsen, daar dan op die vergadering, de pa troons en de gezéllen tegenover ei kander zullen komen te staan, dus dat dan de zaak, waarin die patroons zijn betrokken, eerlijk met de gezel len kan uitgestreden worden. Jammer is het echter dat de i uit- noodigingen niet geleid hebben tot een goed resultaat, daar wij ai zoo menig keer reden hebben gehad om te spreken van laakbare handel' en van de zyde der patroons. Ik zal echter niet verder gaan om nog meer over deze zaak te spreken, maar ik hoop dat op de aanstaande vergadering alle patroons aanwezig zullen zijn. Mocht het blijken dat zij veder ongenegen zullen zjjn. om met ons te onderbandelen over die zaak, dan eerst achten wjj het noodig óm de namen van die patroons bekend te maken in Uw veelgelezen blad. J. FORTGEN^. Algem. Secr., Bakkerstraat No. 7rood. Ook schrijver van het voorgaande stukje, voorkomende in Uw blad van 8 Juli. Zondagmiddag had de loting plaats voor het concours dat „Zanglust" te Amsterdam houdt op 27, 28 er. 29 Aug. e.k. In de uitnemeudheids-af- deeling is de volgorde aldus: Zang en Vriendschap, Haarlem, Société lyrique, Augrée, Onderlinge Oefening* Amsterdam, en Moed en Volharding, Mechelen. Deze afdeeling wordt gezongen op i Zondag den 28sten, des avonds te 8 uur. Daarna volgt Maandagavond j de eerewedstrijd voor vereenigingen, j die in de uitnemendheids-afdeeiing I vroeger reeds een eersten prijs heb ben behaald. Het zijn 5 vereenigin- 1 gen Cercle fétio, Bergen, De Maas- trechter Staar, MaastrichtLa Royale j Concorde, Chenée; La Carolorigienne, Charleroi en Les Disciples de Grét y Luik. HOOFDSTUK XX. One oerste werk was nu de hoofd assen te latea vieren en het 9chip in Q Westelijke koers te brengen. Maar voor wij dit deden zagen de bootsman en ik eenigen tijd naar de lucht. De wolkenmassa, die te middernacht een laag hangende, misschien voorbij gaande bank geleek, hing ons nu bijna vlak boven het hoofd, en wat het drei- j gende aanzien der lucht nog meer ver- 1 hoogde was haar staalblauwe tint, slechts 1 op sommige plaatsen lichter, maar ove- rigens bijna- volkomen effen van kleur. Het hart van de groote wolk was van een levendige kleur, waardoor liet ge heel, door een optisch bedrag bolvormig scheenbij tusschenpoozen schoten er pijlvormige lichtstralen uit de donkere massa, maar toch onweerde het. niet. ..Als het gaat regenen voordat den wind opsteekt, houd dan de ra's van het marszeil in de gaten," zeide de boots- man. „Je kunt er van op aan dat er meer dan een duimpje regen achter schuilt en vermoedelijk nog wel wat er- gers dan regen ook Het dreigende van dit naderend on- j weer, als het dit tenminste was, bestond in zijn langzame nadering die zoowel ge- heimzinnig als indrukwekkend was. I Ik liet mij hierdoor echter niet om j den tuin leiden, door te denken dat er goon wind in aantocht was. Ik had meer dan eens een storm, die op deze ver schijn eel ec volgde, bijgewoond en herin nerde mij ook de opmerkingen die de officieren van het schip, waarop ik voer, maakten. ..Zulke wolken houden een orkaan in zich verborgen en drijven over de zee om schepen te ontdekken bemerkten zij er een, dat zij waard vinden te ver nielen, dan barsten zij los. Laat je nooit door hun langzame nadering om den tuin leiden en onthoud dat zij donder stormen zijn. Zij barsten te midden van een doodelijke kalmte plotseling los en zoodra ge er een ziet opkomen, haal dan alle zeilen in en draai in den wind." „Ik denk er over na. bootsman, of ik het schip in of voor den wind zal draai en. Wat vindt jij er van „Er is een storm in aantocht. Ik ruik het." antwoordde hij, „maar we hebben genoeg zeildoek binnengehaald om stil te gaan liggen, niet waar?" vroeg hij. naar de masten ziende. „Dat zullen we zien." zeide ik. Wij kunnen de Atlanta wel in den wind kee- ren. maar ik ben er vrij zeker van. dat wij naderhand toch met den wind mee moeten." „Wij zullen wel midden in den At- lantischen Oecaan gedreven worden, zou 't niet. mijnheer Royle?" „Ja, ik wilde, dat wij ons meer ten Noorden van de Bermuda-eilanden be vonden. Maar hoe het ook zij. Wij zul len de ra's optakelen en de eilanden trachten te. bereiken „Zij zijn rotsachtig, nietIk heb ze nooit aangedaan." „Ik ook niet; maar er is te Bermuda een scheepmakerswerf, waar de Yankees hun schepen laten restaureer en en dat- is al, wat ik van de eilanden afweet." Ik vroeg juffrouw Robertson het roer zoolang te wenden, totdat de kompas naald naar het W. weesmaar het schip had zoo weinig gang, vanwege het wei nige zeildoek, dat wij op hadden en den zachten wind, dat er een geduchten tijd mee heen ging eer de manoeuvre uitge voerd was. Toen de ra's opgehaald waren en het roer gewend was konden we niet meer doenen besluitend zooveel mogelijk van deze kalmte te profiteeren, beval ik Cornish aan het roer te gaan staan en den hofmeester het vuur in de kombuis aan te maken en koffie te zetten. „Bootsman," zeide ik, „ge deedt er goed aan naar beneden te gaan en de proppen, waarmee ge de lekken gestopt hebt, na te zien. Neem een hamer en licht mede," en ik reikte hem de lan taarn. die boven de kompaakaart hing aan, „en drijf ze er stevig in, anders zouden ze bij een hevige® wind er mis schien uitgerukt worden." Hij ging mijn bevel volbrengen, en ik zeide juffrouw Robertson, dat er nu iets meer voor haar op het- dek te doen was on bedankte haar voor den groote® dienst, dien zij ons bewezen had. Het is mij alsof ik haar nog voor mij ziet staan, met mijn strooien hoed op het hoofd, en haar eenvoudig japonnetje, dat zij zoo opgespeld had. dat. het haar niet in haai* bewegingen kon hinderen. De blauwe aderen van haai* handen schenen door haar blanke huid heen, het- blonde haar was naar achteren gekamd en in een wrong op haar hoofd beves tigd zij zag marmerbleek van vermoeid heid maar haar oogen zagen mij met de zelfde moedige uitdrukking aan als al tijd, ofschoon zij minder helder stonden door het inspannende turen en het neer drukkende gevoel van naderend gevaar In geen geval wilde ik haar toestaan langer op het dek te blijven en ofschoon zij het mij dringend verzocht nam ik haar beslist bij de hand en bracht haar naar de kajuit. „Gij wilt mij beloven eenige oogen blikken te gaan slapen?" vroeg ik. „Ik zal mij te ruste leggen en beproe ven te slapen," antwoordde zij met een flauw lachje. I „Wij zijn er in geslaagd u tot chi?»«* te redden," vervolgde ik ernstig, „er. het zou wreed, zeer wreed jegens mij gehan deld zijn uw gezondheid te benadir-.en door niet te willen ruston, terwijl h in uw vermogen is, nu het leven ons weer toelacht en wij elk oogenblik verwachten kunnen door een schip opgenomen to worden." „Ik zal u geen loed aandoen.' ant woordde zij, heusch ik wil alles doen wat ge verlangt-. Ik kuste eerbiedig haar hand en ->.ide dat een uur rust haar veel goed zou doen; intusschen zou ik zorgen. iiat er een ontbijt- voor haar en haar vader ge reed gemaakt werd en daarop opende ik de deur van haar hut en begaf mij naar boven. Een heel buitengewoon en wonder schoon schouwspel deed zich aan mijn oogen voor. toen ik het dele betrad. De zon was achter de wolkenmassa verrezen en wierp naar stralen, terwijl de bol zelf onzichtbaar bleef, als duizea- de zilveren strepen naar rechts en link;, boven en onder van dc bank en elke lichtstreep was even duidelijk to onder scheiden als een enkelen zonnestraal :ti een duistere kamer. Maar door dit schitterende licht maak te de dreigende wolkenmassa een des te verschrikkelijker effect; vreemd en tref-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1