Keil Desertie1'. Een kleine stevige lamp brandde in' dc kajuit van den schoener Greyhound, bij welks licht een zeeman van middelbar ren leeftijd met een bezadigd voorkomen, bezig was een net te knoop enTwee an dere mannen lagen zwaai* snorkend in hun kooien, terwijl een kleine jongen, met heldere oogen. rechtop in bed. avon tuurlijke verhalen zat te lezen. Dar komt de oude Dan aan," zeido d< man mot het net op een waarschu wenden toon, toen een paar zeelaarzen aan het begm van de kajuitstrap verschc- niu, ,,'t is beta*, dat hij je niet met dat boek in je handen viudt, Billee." Do jongen verstopte het boek onder dt dekens, en zich 11 eer vleiende, sloot hij zijn oogen. toen de nieuw aangekomene de kajuit binnentrad. ..Allen ter ruste vroeg de laatste. De andere man knikte, en Dan boog zich zonder verder iets te zeggen over do slapenden, en schudde hen hevig. ..lièWat is er aan da hand?" vroe gen de slapers verschrikt. ..Sta op," zeide Dan nadrukkelijk, „ik moet jelui spreken iets belangrijks." Mui eeiug gemor voldeden de mannen aau het bevel, en him beenen uit de kooien stekende, lieten zij zich op den gron dzakken, en zaten dwars op hun bed te wachten op wat zou volgen. „Ik moet een armen kerel een dienst bewijzen,"' zeide Dan, hen uit zijn kleine zwarte oogen oplettend gadeslaande, ,,en jelui moeten mij helpen en de jongen ook. Men is nooit te jong. om zijn mede- mensch te helpen. Billy." „Dat weet ik wel," zeide Billy, van de gelegenheid gebruik makende, om er iets bij te voegen. „Ik hielp eens een dronken man en bracht hem thuis, toen ik pas tien jaar oud was, en toen ik pas De spreker hield op. niet omdat hij aan 't eind van hetgeen hij zeggen wilde gekomen was, maar omdat een dei- zeelie den zijn arm om zijn hals sloeg, en hem zoo belette voort te gaan. „Ga voort," zeido de man kalm. „Ik heb hem zóó goed. Gooi het or uit, Dan, en zonder veel omhaal." ..Wel. dit is de zaak, Joe," zeide de oude man. „een arme kerel, een jong soldaat van het dépot hier, is weggeloo- pen. Hij heeft zich twee dagen in een hut aan den weg schuil gehouden 011 hij wil naar Londen gaan om eerlijk werk of een betrekking te krijgeu. geen schie ten met geweren meer." ..Help hem," zeide Joe ongeduldig ..Hij durft niet naar het station te gaan. en zich in zijn uniform te vertoo- nen," vervolgde Dan. „Mijn hart bloedt voor den armen jongen kerel, en ik heb hem beloofd om hem met ons mede naar Londen te nemen. De inenschen. bij wie hij nu is willen hem niet langer houden. Zij hebben maar één bed. 011 zoodra hij soldaten ziet aankomen kruipt hij er iu, of hij zijn schoenen aan heeft of niet." ..Hebt ge het aan den schipper ver teld?" vroeg Joe, spottend. ...Ik wil 11 niet misleiden, Joe, ilc hob liet niet verteld," hernam de oude man. Hij zal hier overdag beneden moeten blijven, en alleen 's nachts wanneer het onze wacht is .aan dek mogen komen. Ik zeide hem. wat een goedhartige kerel je was. en Joe. „Hoeveel zal hij je geven?" vroeg Joe ongeduldig. „Het is maar een schijntje, hij zou wat voor zijn overtocht betalen," zeide Dan. Hoeveel V' vroeg Joe, met zijn vuist op de driehoekige kleine tafel slaande, waardoor de man met liet net een paar steken liet vallen. .Vijf en twintig shillings," zeide de oude Dan onwillig," en ik zal vijf shil lings met de jongens verteren, wanneer we naar Lïmehouse gaan." „Ik heb je geld niet noodig," zeide Joe, „er is een ledige kooi, die hij kau krij gen, en denk er 0111, dat jij al de verant woording op je neemt, ik wil er niets mee te doen hebben." „Dank je, Joe," zeide de oude man, met een zucht van verlichting, ,,'t is een knappe jonge vent, jo kunt lieni gerust nemen. Ik zal naar hem toegaan, en hem; maar meteen verzoeken aan boord te ko- men." Hij klom weder naar dek en floot zachtjes, waarop een gedaante, welke verscholen had gestaan achter eenige kar ren, te voorschijn kwam, en na voorzich tig om zich heen gekeken te hebben, zich zonder gedruisch op het dek van den schoener liet zakken, en zijn be schermer naar beneden volgde. „Goeden avond jongens."' zeide de man, nieuwsgierig en tegelijk angstig om zich lieen kijkende, terwijl hij een bun del op de tafel ncdcrlegde benevens zijn zwaren stok „Wat is je maat?" vroeg Joe plotse ling. „Zeven voet?" „Neen, maar zes voet, vier," zeide do nieuwaangekomene nederig. „Ik ben er niet trolsch op Het is veel gemakkelijker voor een kleinen man om er van cioor te komen gaan, dan voor een grooten. „Het verwondert mij." zeide Joe na denkend, „waarom zij hem lerug willen ik zou denken dat zij blij mochten wezen, bevrijd te worden van zulke hier hield hij een oogenblik op. daar de beleefdheid met hel gevoel 111 strijd wa.\ vervolgde„van zulke stinkdieren." „Misschien heb ik reden een stinkdier te zijn, misschien ook niet.' hernam Smith, met een lang gezicht. „Dit is je kooi," viel Dan hem haastig in de rede. „berg daar je spullen maar in. en wanneer je eerst maar gewend bent. zul je je er zoo gemakkelijk in ge voelen, als een oester in zijn schelp. De bezoeker voldeed aan liet verzoek, on 11a eerst uit zijn bundel eenige blik ken vleeseh en een flescli whisky te heb ben gehaald, welke zaken hij op de tafel zette, verzocht hij zenuwachtig 0111 do eer van liet aanwezige gezelschap 0111 met hem te soupeeren. Met uitzondering van Joe. die lomp weder in zijn kooi klom, stemden de mannen toe. c-n waren van meening dat jongens van Biily's leeftijd behoorden opgevoed te worden door sterke verma ningen, maar geen eten noodig hadden. Toen liet avondmaal gedaan was, trok ken Smith en zijn beschermers zich naar hunne kooien terug, waar de laatste tot twee uur 111 den morgen vol angst wak ker bleef liggen, totdat zij onder zeil gingen. ,IIet is nu geheel 111 orde, mijn jon gen," zeide Dan, „toen de wacht was afgelost, en hij bij de kooi van den de serteur stond." Ik heb je gered ik heb je voor vijf en twintig shillings ge red." „Ik wensolite dat het meer was," zeide Smith beleefd. De oude man zuchtte en wachtte. „Ik ben nu heelemaal zonder geld," vervolgde de deserteur, „op vijf halve stuivers na. Ik zal het moeten wagen, in mijn uniform naar huis te gaan. „O je zult daar wel komen," zeide Dan vrcolijk. ..en wanneer je thuis komt. kun je liet geld zonder twijfel van je vrienden krijgen, en als je hei toeschijnt, dat je liever et-u beetje meer hadt moe ten geven, aan hen, die je in de uren van nood ter zijde gestaan li ebben, zal je niet ondankbaar zijn. mijn jongen, clat weet ik. Zoo ben je niet." Met. deze woorden klopte de oude Dan hem hartelijk op den schouder en ver trok, terwijl de soldaat in zijn bekrom pen ruimte den slaap trachtte te vatten, totdat hij door een kneep aan zijn arm ontwaakte. „Als je een luchtje wilt scheppen, moet- je nu aan dek komen." zeide de stem van Joe, „ik heb de wacht. Je kunt, wanneer je wilt over dag wel sla pen." Verheugd uit zulk een bedompte ver blijfplaats te kunnen klauterde Smith uit zijn kooi, en volgde den ander op dek. Het was een mooie heldere nacht, en de schoener voer onclcr een lichte bries de zeeman nam het stuurrad, en zich tot ziju. metgezel wendende vroeg hij hem plotseling waaro mhij deserteer de, en waarom zij hem plaagden met zes voet vier en onderkruipsel. Haarlemmer Halleijes Een Zaterdagavondpraatje. CCCXXIII. Mijn vrouw en ik hebben onze lieve lingen voor oen tijdlang thuisgekregen. Ilunne ouderwijzers, en leeraars hebben hen gelukkig gemaakt met zes a zeven weken vacantie en nu wordt den ouders beleefd verzocht, gedurende dien tijd de opvoeding eens geheel voor hunne eigen rekening te nemen. De tegenwoordige vacantie 11 hebben bij mij een wonderlijke stelling doen ontstaan, die ik niet zolfzuehtig voor mij alleen houden, maar ook aan de publieke mcciiing mededeelen wil. Het is deze dat bij het Middelbaar en Hooger On derwijs de leerlingen beter bestand zijn tegen de vermoeienis van het onderwijs, dan de leermeesters. Want ik weet niet hoe liet anderen moeders en vaders gaat, maar ik heb nog nooit waargenomen, dat mijn kinderen behoefte hadden aan een rust van veertig of vijftig dagen ach ter elkander, 't Klinkt misschien vreemd maar ik vond ze jia ceil week vacantie al tijd heel vermoeid, maar van uitputting op het oogenblik dat ze vacantie kregen, heb ik nooit veel ontdekt. Ik houd liet er dan ook voor, dat in de vacantie liet nietsdoen lien begint te vermoeien. Hieruit mag nu de conclusie getrok ken worden, dat deze lange vacanties zijn bestemd om de leeraren gelegenheid te geven wat op te kikkeren. Het lesge ven moet wel een verbazend sloopende bezigheid wezen, wanneer er zooveel we ken rust. noodig zijn om iemand weer op krachten te brengen. Ik heb eons een achterneef gehad, die een reis gedaan heeft 111 de binnenlanden van Afrika en in dien Lijd slaags was geweest met ne gers, tijgers, slangen en andere wilde dieren. Welnu, toen hij veertien dagen bij zijn moeder thuis was geweest, be gon hom het nietsdoen te vervelen en ging hij eens kijken of er in Klondike ook nog een stukje goud voor lic-m over gebleven was. E11 nu zoo men toch op pervlakkig zeggen, dat een reis in Afri ka heel wat vermoeiender is, dan het lesgeven in een school in de Jacobijnen- straat. „Je liebt- het glad mis," zei een van mijn buren, die 1 eeraar is. „je hebt het glad mis. Zoo lastig kunnen leeu wen. slangen en tijgers niet wezen als een klasse woelige jongens in den omtrek van liet Prinsenhof Eén omstandigheid is er evenwel in strijd met den indruk, dat het oude richten den leeraar zoo vermoeien zou en wel deze dat hij dikwijls weken van zijn vacantie doorbrengt, met examens afnemen. Ik heb al eens gedacht, dat dit dan eigenlijk je reuzen waren uit dc de leeraarswereld, je Simsons die des noods wel altijd door aan 't- werk zouden kunnen blijven als 't maar moest, even als die heer uit- de grijze oudheid, die al tijd maar weer opnieuw een vat tegen een he.Uing opduwde, omdat het, als 't eenmaal boven was steeds weer naar be lieden rolde. Evenwel ook die verklaring is niet afdoende, omdat hot eene jaar deze, dan weer gene in examenconiissies wordt ge kozen. Ilc heb er mijn buurman, den leer aar, eens naar gevraagd. „Begrijp je dat niet?" riep hij. Dan zal ik het je vertel den. Wij nemen in don tijd, dat we hoog noodzakelijk moesten uitrusten om weer friscli voor den volgenden cursus te be ginnen. in examencommissies zitting, om- I dat we daar goed. voor betaald worden en ons inkomen zoo karig is. Geef ons 'maar eens duizend gulden meer trakte „Dat komt allemaal door mijn meisje." j zeide Smith zachtmoedig; eerst haalde zij mij aan en maakte dat ik dienst nam cn nu zij dien anderen vent aangehaald heeft, schreef zij mij af. „En nu. veronderstel ik." zeide Joe. „heeft die andere kerel jou plaats iii hel leger ingenomen Wel, een meisje als dat zou een geheel regiment kuunen vul len, als zij dat verkoos. BahZij zullen, je in dat uniform wel betrappen, cn je zult wel zes maanden krijgen, en je hec- len tijd kunnen uitdienen." „Het is zeer waarschijnlijk," zeide de soldaat treurig. „Ik zal in deze kleeren als een vagabond naar Manchester kun nen loopen, dat zie ik nu reeds. „Waarom gaf je al je geld aan dim ouden Dan \roeg Joe. Ik dacht- er in het eerst alleen aan om weg te komen," zeide Smith, en ik had te nemen, wat- mij aangeboden werd." „Wel, ik zal voor je doen. wat ik kan." zeide de zeeman. Als je verliefd bent, ben je niet- verantwoordelijk voor je daden. Ik herinner mij nog den eersten lijd, dat het mij overkwam. Ik ging in een herberg, en verbrijzelde er al de glazen en flesscheri, die onder mijn be reik waren. Ik kon het niet laten. Als je maar kleiner waart, zou ik jc wat klee- *en leeneu." „Je bent een beste kerel," zeide de soldaat dankbaar. Ik heb geen geld, dat ik je zou kun nen leen oh," zeide Joe. Ilc heb nooit- wat. Maar kleeren zal je hebben." Hij verzonk in diepe gedachten en keek naar omhoog, als hield hij een in spectie over de zeilen, terwijl de soldaat op de verschansing van het schip geze ten, hopeloos op een wonclei* wachtte. „Je deedt beter, weer naar beneden te gaan," zeide Joe plotseling. Er schijnt iemand beneden te bewegen, en als cle schipper je ziet. is het met je gedaan. Hij is een ware barbaar en hij heeft een broer, die sergeant-majoor in het- leger is. Hij zou je direct aanhouden, als hij je snapte. .Ik ga weg," zeide Smith en met slui pende katachtige bewegingen, verdween hij snel naar beneden. Twee dagen ging alles goed, en Dan stond reeds op het punt zich zelf ge luk te wensclien, met deze kleme over winning. toen zijn vredig gemoed op ruwe wijze werd verstoord. Het volk was beneden en zat thee te drinken, toen Billy, die naar de kombuis geweest was om heet water, bleek cn verschrikt berieden kwam, „zeg eens," zeide hij zenuwachtig, „ik heb met dien ent hier aan Boord niets uit te staan, wel V' ..Wat is er dan gebeurd vroeg Dan mei. „Alles is uitgekomen," zeide Billy. „Watschreeuwde het volk woest. „Tenminste, het zal uitkomen,zeicle cle jongen, zich zelf verbeterende. „Het as beter geweest hem over boord te- smijten, toen het nog tijd was. Ik hoor de de kapitein tot clen stuurman zeggen, toen hij naar beneden 111 de kajuit ging. dat- overmorgen inspectie zou worden ge houden. Hij Iaat het, schip schilderen. „Dat," zeide Dan, in het midden van een pijnlijke pauze, "dat komt er nu van. als men oen ander helpt. Wat moet er gedaan worden ..Zeg aan clen scliipper dat de kajuit niet geschilderd behoeft te worden." meende Billy. De gekwelde oude zeeman, zijn kop thee nederzettende, schudde spijtig zijn hoofd. „Er is ee neffen zee," zeide hij, in het verontrustte gelaat van Smith kijkende, „en er zijn verscheiden schepen in de buurt-. Als ik een deserteur was, zou ik mij. liever dan gevangen genomen te worden, met een reddingsboei 's nachts over boorcl laten glijden en zoo mijn kans wagen. „Dat zou ik niet," zeide Smith, beslist. „Dat zou ik niet? Ook niet, wanneer je dicht bij een ander schip waart?" vroeg Dan. „Ook niet wanneer ik dicht bij vijftig schepen was. en alle trachtten mij het eerst op te pikken.' hernam Smith met cenig vuur. ment en je zult eens zien, of we den Mi nister niet zelf zijn eindexamens laten afnemen Ik ben daar toen niet verder op door gegaan. aangezien het me minder schikte om aan alle leeraren duizend gulden pcr jaar uit mijn zak te betalen. Tegenover één vader vond ik dat verlangen van mijn buurman wel een beetje onbillijk. Inbusschen, hoo ik 01* ook over bespiegel of niet bespiegel, een foil is het, dat ik mijn lievelingen thuis gekregen heb met een vacantie van veertig a vijftig dagen." Daar is Willem, die veertien is. Calo van dertien en Jacob van negen. Deze drie moeten nu de vacantie doormaken op de voor hunne ouders minst hinder lijke e-n cle voor henzelven meest amu sante manier. Nu zou dat zoo bezwaarlijk niet we zen. wanneer we met ons allen een week of drie naar zee gingen en daarna drie weken logeerden bij een erfoom, die op een kasteel in Gelderland woont, maar door een samenloop van omstandigheden zijn mijn vrouw en ik van kindsbeen af verstoken gebleven van ertooms en een verblijf aan zee aangaat, daar kan mijn portemormnie maar absoluut niet tegen" We zijn dus tot onze eigen hulpmidde len beperkt. In de eerste plaat-s hebben mijn vrouw en ik elkaar beloofd, een ge deelte van den vacantietijd te besteden aan het mot wortel en tak uitroeien van de gewoonte om woorden te gebruiken die men in beschaafde gesprekken zoo niet hoort. Dat- doen we elke vacantie met naarstigheid en geduld. Gaan de kinderen weer naar school, dan komen dergelijke zonderlinge expressies langza merhand weer voor don dag, totdat wij ze in de daaraan volgende vacantie weer den kop inknijpen. De omgeving zaait er telkens dat- onkruid weer in cn wij trek „Dan zullen wij je aan je lot moeten overlaten," zeide Dan ernstig. „Wanneer iemand, voor geen rede vatbaar is, kunnen zijn vrienden niets voor hem doen." „Smijt al zijn kleeren overboord," zeido Billy. „Dat is een goed idee van den jon gen. Je blijft van zijn ooren af," zeide Joe, de opgeheven hand van den verbit terden Dan tegenhoudende. „Hij heeft meer verstand, dan een van ons allen. Kun je niet wat anders bedenken, Billy Wat zullen we dan doen?" Aller oogen waren op hun jeugdigen raadgever gericht die van Smith puil den bijna uit. L Was een trotsck oogen blik voor Billy, en hij zat eenigen tijd zonder te spreken, met een trek van die- po wijsheid op zijn gezicht. Ten laatsto begon hij te spreken. Laat een ander eens wat zeggen, zei hij. De stem von den netten knooper ver brak de stilte. „Laat zijn lichaam met allerlei kleu- 'öu beschilderen cn hij zich voor doen alsof hij gek is, en niet- weet, hoe hij hier gekomen is," zeide hij, met zeer veel zelf voldoening, bij dit denkbeeld, dat zeer koel ontvangen werd. Smith was er zeer •er ontstemd. „Ik weet het, schreeuwde Billy schei, in zijn handen klappende. „Ik heb liet gevondenAls hij van nacht zijn klee ren overboord heeft gesmeten, laat hem clan ook met een lijn. overboord sprin gen. E11 hem dan op sleeptouw nemen en hem tusschenbeide beschuiten toewer pen, veronderstel ik." spotte Dan. „Neen. zeide de jongeling geraakt. „Het kan toch wezen, clat hij uit een boot is gevallen, en in zee is blijven zwemmen, totdal. wij zijn hulpgeroep gehoord en» hem gered hebben „Het is nog de beste manier," zeide Joe, na cenig nadenken, 't Is warm we der, en je zult er geen nadeelige gevol gen van houden, maat. Doe het wanneer ik de wacht heb. clan zal ik je er oogen- bükkelijk uithalen. ,Zou het niet gedaan kunnen worden, door mij een emmer water over het lijf to smijten en te vertellen, dat je mij uit het water getrokken hebt," stelde het slachtoffer voor. Dat- andere schijnt mij een groote leugen toe. ,Neen.' zeide Billv gewichtig, „je moet er lialf verdronken uitzien, en wa ter ingezwolgen hebben en je oogen moe ten met bloed beloopen zijn." Daar ieder behalve Smith verlangend 'as naar het avontuur, werd met een tot cle uitvoering er van besloten, en cle nadering van den nacht ongeduldig v-v- waclit. Het was juist voor middernacht toen Smith, die in dien tijd zijn el'- n l; den slaap vergeten had, wik'ier ge luid werd. I11 geen vroolijke stemming stond Smith op, en volgde den jongen op dek. Hij voelde den kouden wind toen hij daar stond, maar voor alles was het met een gevoel van verlichting toen hij Harcr Majesteit® uniform over de'ver schansing zag werpen, en in het donkere water verdwijnen. Hij loont- zoo niet veel, zonder uni form, vindt ge zeide Billy, die hem oplettend had beschouwd. „Jij gaat naar beneden," zeide Dan streng. „Neen." zeide Billy verontwaardigd. „Ik mag evengoed de grap zien als jij, zou ik denken." „Grap?" zeide de oude man streng. „Grap Als men een niedemensch ziet lijden, en misschien verdrinken. - Ik geloof dat ilc maar gaan moet," zeide het slachtoffer. „Ja, dat is goed." zeicle Joe. „Wincl deze lijn een paar maal 0111 je arm. en zwem langzaam voort, totdal ik je op trek. Gehoorzaam nam Smith cle lijn en zich over cle verschansing latende han gen, onderzocht- hij met zijn voet de tem peratuur van het water, en liet zich ver volgens langzaam en voorzichtig met kleine rukjes in de diepte zakken, Joe vierde de lijn en wachtte, vierde vervol gons weder, toen de man in het wat-er, die angstig werd, schreeuwde om opge haald te worden. ken het er even regelmatig weer uit Van weerskanten konden wc onzen t ijd vruchtbaarder gebruiken. Dc eerste dag van cle vacantie gaat vanzelf voorbij. Dan heeft de vacantieus om hein zoo te noemen, genoeg aan liet besef dat hij vacantie heeftden twee den dag'loopt hij een beetje rond en clen derden interviewt hij zijn moeder over de vraag, wat liij tocli doen zal Eu de vacantie duurt nog acht dertig dagen Heeft- de vacantieus een taak van school meegekregen, dan is dat een hecle uitredding. Er wordt wel beweerd, dat de meeste leeraars toch geen tijd hebben oni bij clen aanvang van den nieuwen cursus zulke taken ua te zien, maar houden de jongens toch nog een beetje bezig en dat wil ook wat zeggen. Uit dit oogpunt bekeken is een herexamen een zegen. Nu kunnen ze wel gaan fietsen maar waarheenIn den omtrek Ze kennen er ieder grassprietje uit het hoofd. Ja. ze zouden wel eens naar Den Haag wil len en clan meteen naar Selieveningen, maar dan moet er buitenshuis worden koffie gedronken of gegeten en daar weet mijn poitemonnaie alles van. Toen wij jong waren, hadden we als we eens een groote wandeling gingen doen, boterham men mee in een tasch en limonade in een blikken veldflesch daar hoef je nu niet meer om te komen. V001* cricket is hot te warm, voor tennis zijn. cn* t© veel do stad uit en aan hockey is natuur lijk geen denkeu. Dat liefelijke Indianen- spei mag in 't voorjaar al niet eens op den openbaren weg gespeeld worden, laat staan midden in den zomer. Ga nu met het drietal een dag naar Zanclvoort, een dag naar Bloemend aal, een dag naar Artis, laat ze drie keer uit gevraagd worden dan zijn er al zes da „Dat gaat goed, zeide Dan ten laat- te. „Dat deuk ik ook," zeide Joe, em zijn hand aan zijn mond brengende, gaf hij een hevigen schreeuw. Het word dade lijk beantwoord dooi* verschrikte kreten uit de kajuit, en de schipper en stuur man kwamen haastig aan dek, waar zij het volk in nachtgewaad, in een dichten drom om Joe vonden staan, en belang stellend over de verschansing turen. ,Wat is er aan de hand vroeg de schipper. .Iemand in het water, mijnheer," zei de Joe. liet rad aan een dei* andere zee lieden overgevende en de lijn inhalende." Ik hoorde een schreeuw in het water, en wierp een lijn uit, en waarachtig, ik had beet." Hij haalde dc lijn in. daarin flinie ge holpen door den scliipper. totdat h« t lange witte lichaam van Smith, verstijfd van koude, tegen do zijde van icn s.-line 11a* bengelde „Het is ecu zeemeermin, zeide de stuurman, die bijgeloovig was. terwijl hij twijfelachtig er naar keek. „Laat los, Joe." „Haal in, jongens,zeido cle schipper ongeduldig, waarop twee der mannen over de verschansing klauterden, en zich bukkende, hem uit liet- water trokken. In het midden van een plas, die van hem afdroop legden zij Smith op het dek, en zijn armen op en necler bewegen de trachtten ze de ademhaling op te wekken. „Haal een van die vaten," zeide cle schipper haastig, terwijl hij naar eenige vaten wees. welke langs de kant lagen opgestapeld. De mannen rolden er een uit. en hiel pen toen den schipper het lange lichaam van hun bezoeker er door steken, waar op zij er lustig mede over het dek rol den. „Hij komt bij." zeide de stuurman hij gaat spreken. Hoe gevool je je. arme drommel1 Hij boog zich met zijn oor naar om laag, maar dat was onnoodig. Smith voel de zich ziek, en daar hij geen begrip van zijn toestand had, zeide hij m duidelijk Engelsch zijn meeiiing. ..Hij vloekt," zeide de stuurman. „Hij behoorde zich te schamen." „Ja," zeide de schipper streng, „en zoo nabij den doocl." ..Hoe kwam je in het water?" „Ilc ging zwemmen,"' stamelde Smith norsch ..Zwemmen herhaalde de schipper. „Wat, als je tien mijlen van het land verwijderd bent V' „Zijn hoofd is iu de war. cle arme- ke rel," viel Joc haastig 111. ..Uit welke boot ben je gevallen, maatje?" „Een roeiboot." zeide Smith, trachten de zich uit het bereik van den schipper te rollen, die op zijn knieën lag en hem met een zwabber vercler bij zocht te brengen. „Ik heb mij in het water moeten 0111- kleeden, om drijvende te blijven en heb al mijn kleeren verloren. „Arme vent." zeide Dan. ..Een gouden horloge en ketting, mijn beurs, en clrie der beste makkers die. ooit geleefd hebben," vervolgde- Smith, clie zich nu geheel van zijn toe stand bewust was ..Arme kerels." zeide de schipper treu rig „Heeft een van lien nog een huisge zin achtergelaten „Vier." zoide Smith treurig. „Kinderen vroeg de stuurman. „Huisgezinnen," zeicle Smith. „Hoe kau dat," zeicle de stuurman, maar de waakzame Joe viel hem in de rede. „Zijn geest is wat verward," zeicle hij haastig. Hij kan niet tellen, de arme vent. Wij deden beter hem naar bed te brengen. „Ja, dat is goed," zeide de schipper, en geholpen door zijn vrienden, werd de geredclo man, half loopende. half gedra gen, naar beneden gebracht, en onder do dekens gelegd, waar hij onder liet ge not van een glas brandewijn met water, dat lic-m van uit de kajuit was toegezon den. bleef liggen. „Hoe heb ik hem dat geleverd vroeg pi hij op tor. toon van zelfvoldoening ,'t Was nieit noodig hen al die leugen te vertellen, zoide Dan scherp,„inplaat van een klein leugentje, vertel je lier .-r een half dozijn. Ik heb er niets mee mede te doen. Je bent nu weer zoo fïisci als een pasgeboren kind." .Geheel in orde," zeide Smith kona en claar hij zeer vermoeid van zijn avffl tuur was, en verkwikt was door brandewijn, viel hij in een diepen ei gerusten slaap. Het was al laat in den morgen, toe hij outwaakte en in het vooronder wa niemand behalve de getrouwe Joc. di op hem toekwam, met- een pak ideere Li onder zijn arm. dc „Trek die aan," zeide hij. toen Smit bi hem half slaperig aanstaarde, „zij zij sc ten minste beter dan niemendal. De soldaat klom uit zijn kooi, en bi gon zich dankbaar aan to kleedcn. Jo beschouwde hém oplettend daar zij lange beenen halverwege uit zijn broc kwamen kijken, en de mouwen van <3 jas hun best cleden om althans zijn ell bogen to verbergen. „Hoo zie ik er uit?" vroeg hij angst® toen hij klaar was. „Zes on een halve voet ongeluk," piot te de schelle stein van Billv dadelijk, té wijl hij zijn hoofd in de hut stale. „Jo kunt in die kleeren niet naar a|7e kerk gaan „Wel, zij zijn goed genoeg vcor hi schip, maar je kunt er niet mee aan wi gaan," zeide Joe, terwijl hij cle laddi besteeg, en plotseling twee sporten t( cf gelijk 11am, om den jongen te grijpen. „De ouwe wil je zien. wees voorzie) tig met je woorden. Met een vruchtelooze poging om zie zt voor te doen. alsof hij niet wist hoe nu hij er uitzag, ging Smith op dek het. verhoor. „Wij kunnen niets doen, vóórdat w in Londen zijn," zeide dei scliipper. t-ei wijl hij aanteekeningen maakte va Smith's avonturen." Zoo gauw ais w daar aangekomen zijn. zal ilc je geld le nen. om aan je vrienden te telegrafe ren. 0111 lien te berichten dat- je in ve liglieid bent, en dat ze je eenige kleero v moeten zenden, en natuurlijk lieb totdat het komt, hier aan boord vri kost en logies, en ik zal een oproeping do couranten laten zetten. „U is heel goed," zeide Smith lx scliaamd. „Eu ik weet niet wie je bent." zeic cle schipper uitvorschend," maar je lx hoort onder de zwemmers van prbfessi Zes uur te zwemmen op die manier wonderbaarlijk .Niemand weet. wat hij in zoo'11 gi val wel doen kan," zeide Smith ncderij terwijl hij langzaam heenging." maar i weusch nooit meer met liet water kei I nis to maken, zoolang ik leef." De twee overblijvende clogen van hu reis, gingen veol te snel voor de mai nen voorbij, die op middcslen pcinsdei 1 om aan de moeielijklieden te ontsnappd die zij voorzagen en waarin zij ge wil keld zouden worden, als zij Londen b reikten. Als je maar behoorlijke kloeder had," zeicle Joe. toen zij Gravcse-nd pa seerd- 11, „kon je aan wal gaan, om ee telegram te verzenden eri niet meer rugkeereu, maar je kunt geen vijf pa* in deze dingen doen, of je hebt een hoo volk achter je." „Ik zal aangehouden worden, veren derstel ik," zeide Smith ontstemd. „En cle arme oude Dan zal zes maai den dwangarbeid krijgen omdat hij geholpen heeft." zeide Joe deelneineni terwijl een schitiorend denkbeeld zie aan hem opdrong. „Gekheid." zoide Dan heanj Hij kan blijven volharden bij zijn ve 1 haal, dat hij overboord geslagen is, ma; de schipper zag hem uit het water tre ken. Ilij is een te eerlijke kerel, om ee ouden man. in moe lelijkheden te brengt die getracht heeft, hem te helpen." „Hij moet 111 nieuwe spullen gesti J ken worden, Dan," zeide Joo zachtjes j en ik zullen ze gaan koopen. ik doe keus en jij betaalt ze. Wel. 't is voor jo zoo erg niet een weinig gelei te ge vei Dan. Wij hebben reeds ren besten wii kei op het oog. gen 0111 en, blijven er nog twee en der tig over, die op een fatsoenlijke manier moeten worden doodgeslagen. Ik zet het iemand in zeven, tenzij zijn kinderen liefhebbers zijn van hen gelen. wat een genot schijnt te wezen zonder einde voor de liefhebbers. Nu vraag ik in gemoedc is er niet eens mogelijkheid om een ruilhandel tot stand te brengen tusschen jongens? Bij voorbeeld A. te Steen wi jk zendt mij zijn zoon cn ik zend hem mijn zoon de jongens komen dan allebei in een nieuwe omgeving, vinden er allicht nieu we amusementen en steken meteen de beenen eens onder andermans tafel, wat niet het kleinste voordeel van den toe stand is. Ze besparen hun respeclieve- lijken vaders heel wat kosten voor uit stapjes, die onmisbaar zijn 0111 met goed fatsoen die lange lange weken door te komen en doen frissche indrukken op, die weinig of niets kosten. Ik geef dat denkbeeld in overweging aan alle vaders, die jongens met vacan tie thuis krijgen, maar geen vette beurs daarbij om met lien uit te gaan. Wat ons huisvaders zeiven aangaat, wij kunnen eens nadenken over de vraag, die een van cle Amstcrdamsclie bladen heeft ge steld naar aanleiding van liet proces van de Hogerhuizen. Meent gij. zoo vragen zij en wel in het bijzonder aan hen die meenen tot de min- of meer bezittende klassen te behoorc-n. huizen op de manier waarop het gevoerd is, allen twijfel aan hun schuld buiten sluit en heeft het rapport van den offi cier van justitie u in die meening be vestigd?" Dat die vragen gesteld worden is han dig. Immers tot dusver had die betoo ging een beslist socialistisch karakter het. is in de meeting in Felix Favore uitdrukkelijk gezegd cn we weten nu eenmaal, dat cle socialisten hot tegende van een warm hart toedragen aan al li wat behoort tot on uitgaat van justit en politie. Wanneer ik 11 u in hot alg meen een heicel heb aan katten en i zeg tot mijn huisgenoot.cn „doe on; kat toch weg, het beest is valscli. ben er zeker van, dat- het valsch is," dn zullen zij zeker antwoorden „hoor een jij bent* geen. onbevooroordeelde criticu jij houdt nu eenmaal niet van. katten., Daarom bleef de beweging over c Hogerhuizen 7.00 in een bepaalden kris beperkt. Daarom ook noemde ik hi handig, dat er buiten dien kring gezocl wordt nqnr belangstelling. E11 ik mor zeggen, dat de verschillende meeting over dé zaak (ik heb die in Felix Fa-voi bijgewoond) evenmin geschikt ware om een onbevooroordeeld mens.ch va hun schuld te overtuigen als het huig stuk van den officier van justitie Leeuwarden. Maar aan den anderen kant is een ernstige zaak partij te kiezen lege de rechters. Want de meesten, verrewf cle raeesten die over de quaestie prat* en schrijven, hebben wel het versla van de terechtzitting gelezen, maar hebben de beklaagden, toen zij terecli stonden, niet gezien Wie hen wel g zien hebben 111 die oogenblikken, d hebben misschien uit huu gezicht, di dan toch de spiegel is van de ziel. a hunne manier van antwoordon, uit hu houding en al hun doen, do innige ova tuiging van hun schuld gekregen. Ik zf niet dat liet zoo is, maar dat het a kan zijn. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 6