NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Be oorlog fessclien Spanje en Amerika. De Kroningsfeesten. De Hertog van St. Osmund. S6e Jaargang. Donderdag II Augustus 1898. Ho. 4636 HAARLEM'S DAGBLAD ^-jBOlSTISr J"S 'Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.871/a ADYBKTIIMTIÏÏlSr: Van 1 —5 regels 50 Cts.; iedere regel mc-cr 10 Ces. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOIIN F. JONES, Sua:., Parijs 3Vm Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het, Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiön en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0.30. Agenten voor dit|blad in den omtrek zyn: bloemen daal. Santpoort en S< holen, P. v. d. LAADT, Zandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Sva.am.damC. HARTENDORPZandvoord G.1ZWEMMER; Velsen, W. J. RU IJ TER; BeverwijkJ. HOORNS; BillegomAR1E HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan. Uit Washington wordt gemeld, dat uit Spanje antwoord op de vredes voorwaarden van Amerika bekend is geworden, dat de regeering te Madrid de voorwaarden der Vereeuigde Staten aanneemt, maar zy bespreekt catego risch elk punt daarvan eu de vraag stukken welke zich zullen voordoen wanneer de Aiaerikaansche voorwaar den zullen worden uitgevoerd. Het blijft to bezien of dit antwoord vol doende zal worden geacht. De conferentie tusschen Mc. Kinley en Cainbon, den fraoscben gezant en bemiddelaar, duurde zeventig minuten en was om 7 uur afgeloopen. Omtrent het resultaat der bespreking lekt niets uit. De Herald verneemt uit Washing ton, dat indien het antwoord van Spanje niet bevredigend is, Sampson bevel zal ootvaugon om met de vloot naar Spanje te «toornen. Volgens de berichten, aangebracht door het Duïtsche stoomschip Pe trarch uit Manilla, dat 6 Augustus te Hongkong aankwam, hadden de Span jaarden den bleu Tuli twoe aanvailen gedaan op ue Amerikaansche linie. By den eersten aanval werd het cen trum der Spanjaarden door het vuren der Amerikanen doorbroken en werden de aanvallers tot den terugtocht ge dwongen. De tweede niet minder krachtige aanval werd eveneens afge slagen. De Spanjaarden trokken terug naar het boschachtige gedeelte, waar zy voortdurend vuurden op de straatwegen, die door de Amen- kanen bezet waren. De Amerikanen verloren 11 dooden en 37 gewonden. De verliezen aan Spaansche zyde moeten groot zyn. Drie duizend Spanjaarden vielen den 31en Juli krachtig het Ameri kaansche kamp by Manilla aan, doch werden met groote verliezen terugge slagen. De opstandelingen bleven on zijdig. Het Journal te New-York meldt, dat de aanval der Spanjaarden te Manilla op 31 Juli werd afgeslagen, <en dat de Spaansche troepen twee honderd dooden en driehonderd ge wonden hadden. De Amerikanen verloren 9 dooden en hadden 4.4 ge wonden. v. h. vreemdelingenverkeer is aan Haar'ems Zanggenot" een zilveren medaille geschonken, geslagen op den j stempel der vereeniging, voor don nationalen zangwedstrijd van mannen koren iD November van dit jaar te houden. Stukken van den Raad. B. en W. stellen aan den gemeen teraad hier ter stede voor de heeren dr. J. Huizing a en dr. A. van Eldik, in J897 beiden voorloopig voor den tijd van'cén jaar benoemd totleeraar aan de II. Burgerscholen mee 5- en 3-jarigen cursus alhier te benoemen met 1 Sept. a.s. respectievelijk tot leeraar in de geschiedenis en neder- landsche taal en tot leeraar in do wis- en werktuigkunde, op eene jaarwedde van f1800. B. en W. stellen voor met ingang van 1 Sept. a.s. de jaarwedde van dr. H. van Erp, leeraar aan do H. B. School met 5 jarigen cursus alhier, wegens dienstjaren te verhoogen met f200. Op de aanvraag voor pensioen ge daan door den eervol ontslagen haven meester-inspecteur P. Piepenbrink, lieeft de commissie voor de pensioenen voorgesteld dit pensioen vast te stel len op f30'\81. B. on W. geven echter den Raad in overweging, met het oog op den leeftijd en de dienstjaren van den afgetreden functionaris, hem behalve dit bedrag eene jaarlijksche toelage te verleeuen van f287.19, waardoor de jaarlijks uit te keeren som f600 zou bedragen. Eenige kermisgangers hebben Maan dagavond nog getracht „Metje te be graven", als zinnebeeld van het einde der kermis, maar evenals het vorig jaar heeft de politie er een stokjo voor gestoken. Reeds uit vrees dat dit zou gebeuren had men de persoon die het „lyk" op de ladder moest voorstellen vervangen door een paar stoelen, maar nauwelijks had de stoet zich voor café Brmkmanu opgesteld, of het verbod werd door de aldaar geposteerde politie gegeven en de stoet mocht niet rondtrekken. STADSNIEUWS Eerste eii derde pagina. Haarlem10 Ang. 1898. Voor eenige dagen is gemeld, dat Z.Exc. de minister van Koloniën, de heer J. T. Cremor, Zaterdag 20 Augus tus een garden-party zal geven op zijn buitenverblijf „Duin en Kruid- berg" onder Yelsen. Do Haarl. Man- nenzangvereenigiog „Zanirgenot" is voor deze gelegenheid aangezocht eenige zangnummers uit te voeren. Door de Yereeniging tot Verfr. van Haarlem eu oml. geaiéeoten en t. bev. Yoor het examen gymnastiek L. M. O. zyn Dinsdag te Utrecht geslaagd de heeren J. P. den Baars, 3. D. Boes en M. Dijkstra, allen alhier. Haarlem-Zandvoort Spoorweg Maatschappij. Maand April 1898. Opbrengst reizigers f 2612.095 idem goederen 464.903 idem diversen 69.19 Tezamen f 3146.19. Per dag en per kilometer f 12.34. b m e n l a sa o. Uit de „Staatscourant". Koninklijke besluiten. Benoemd tot burgomeester: van Oosterhesselen, S. J. M. van Moock, secretaris dier gemeente, en van Leeu- warderadeel, IJ. Oosterlotor, adjunct- commies aan het departement van waterstaat, handel en nijverheid mr. J. O. A. Evorwjjn. I)e kapitein-luitenant ter zee S. K. Sybrandi, met 23 Augustus a.s. eer- vól ontheven van het bevel over Hr. Ms. wachtschip te Hellevoetslnis, en dat bevel alsdan opgedragen aan den kapitein luitenant ter zee \V. P. A. M. Kluit. Aan de na te noemen personen ver lof verleend tot het aannemen der oiidersclieidingsteekeneu achter hunne namen vermeld ,lhr. mr. P. H. Gevers Deynoot. te 's-Gravenhage, directeur van het Ka binet der Koningin, de versierseleu van groot-officier der orde van het Legioen van Eer, hem door den pre sident der Frausche republiek ge- schouk.en mr. H. J. Dyckmeester, te 's-Gra venhage, secretaris generaal vau het departement van binnenlaudsche za ken, de versierselen van commandeur der orde van het Legioen van Eer, hem door den president derFransche republiek geschonken jhr. mr. O. J. den Tex, toAmstei- dauo, oud-lid van Gedeputeerde Sta ten van Noord-Holiaod, voorzitter van de Nederlandsche commissie der internationale tentoonstelling van 1897 te Brussel, de versierselen van com mandeur der Leopoldsorde, hem door den koning der Belgen geschonken dr. W. P. Ruysch, te 's-Graven hage, adviseur voor de medische en veterinaire politie by het departement van binuenlandsche zaken en inspec teur voor het Staatstoezicht op krank zinnigen en krankzinnigengestichten, en dr. P. J. Kaiser, te Leiden, advi seur-verificateur van 'sRyks zeeio- sfcrumenten, beiden de versierselen van officier der Leopoldsorde, hun door den koning der Belgen geschonken J. A. Roy er, te 's-Gravenhage, hoofdcommies by het Departement van Binnenlandsche Zaken, mr. A. Ferf, te 's-Gravenhage, secretaris van het Nederlandse!) Landbouw comité, en E. G H. H. Cuypers, zich noemende en schryvende Ed. Cuypers, te Amster dam, architect, allen de versierselen van ridder der Leopoldsorde, hun door den Koning der Belgen geschon ken. J. F. Jansen, te Tilburg, lid van de Tweede Kamer eu burgemeester van Tilburg de versierselen van rid der der orde van den H. Gregorins den Grooten, hem door den Paus ge schonken P. F. Bergmans, te Tilburg, wet houder vau Tilburg, voorzitter van het algemeen armbestuur aldaar, de versierselen van ridder der Pius-orde, j hem door den Paus geschonken dr. \V. Francken, te Scheveniugen, I baddoeter te Öcheveningeu en genees- jheor te Menton (Frankryk), de ver- sierselen van officier de 1'Académie hem door deu minister van openbaar 1 onderwys en selvoone kunsten der Frausche Republiek geschonken J. P. R. Gaiesloot, te Amsterdam, bloemist-boomkweeker, het kruis van chevalier du Mérite Agricole, hem door den minister van landbouw der Fransche Republiek geschonken; jhr. mr. A. van Daebne van Va- rick, te 's Gravenhage, de versierselen van rectitsridder der Johanniterorde, Balley Brandenburg, hem door Z. K. H. den Prins Albrécht van Pruisen, Herrenmeister der Balley Branden burg, geschonken; J. Maris, te 's Gravenhage. kunst schilder, de versierselen der Konink lijke orde van Verdienste van tien Heiligen Michael, Ilde klasse, hem namens Z.M. den KoniDg van Beye- ren door Z. K. H. den Prins-Regent geschonken H. W. Jansen, te Amsterdam, kunst schilder, en N. van der "VVaay, te Amsterdam, hoogleeraar aan de Rijks-Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, beiden de versierselen der Kooiuk- lyke orde van Verdienste vau den Heiligen Michael, IVde klasse, hun namens Z. M. den Koning van "Beye- ren door Z. K. H. den Prins-Regent geschonken. Hedenmorgen zyn de amsterdamscbe gasfabrieken door de Imperial Conti nental Gas Association overgedragen aan de gemeente Amsterdam. Ook liet personeel, 700 werklieden eu 60 beamten zijn in den dienst der ge meente overgegaan. „Dat is goud en wal, man wel zal 'k vragen", is 't weifelend antwoord. „Wat duukt die van Hillechien", komt B. voor den dag„dou dei nog bie ons dainde stonden ie beiden op 'n gouden vout. Wie warren der dou tegen, man op 't oogenblik zul 'k er veur wezen." De gelukkige „spiertke-trekker" vindt dit idee niet verkeerd en na eenig overleg komen de beide broers tot het besluit, dat de jongste Hil lechien voor een hu wel ijk met den ouderen Loeder zal vragen. „Zai kan dan doadelyk zain, dat wie er niks meer tegen hebt," zegt B. B. trekt daarop zyn Zondagspak aan eu aanvaardt de reis naar het naburige dorp,waar Ilillechien's ouders woonachtig zyn. Deze vinden het aanzoek zeer vereereodde moeder- begeeft zich onmiddellijk op weg om Hillechien, die in de nabijheid dienst baar is, er mede in keunis te stellen. Hillechien is dadelijk bereid ora lief en leed met. haren aanbidder te doelen en onderwyl hare moeder den terug tocht naar huis aanvaardt, maakt zy zich gereed voor de reis naar hare toekomstige echtelijke woning. Als B. later thuis komt, is de zaak dan ook reeds beklonken. Eenige dagen later wordt de huwelijks-aangifte ge daan en thans zyn de beide jongelui reeds man 6n vrouw. (Historisch.) Amor op het platte land. In een der kleine Westerwoldscbe gehuchten staat een „keutery", die bewoond wordt door twee ongetrouwde broers en hunne ziekelijke zuster. Sedert eenige maanden was de laatste bedlegerig, waardoor niet alleen het vruuwenwerk in de kleine boerderij, maar ook de gewone huiselijke bezig heden door den jougsten broer moesten worden verricht. „Bruier", zegt deze op zekeren dag tot den oudsten, „zoo kan 't nich langerein van ons beiden mout trauwen." „Joa bruier", is 't lakonieke ant woord. „Trauw doe man bruier", herneemt de jongste. „Nee, dou doe 't man," zogt de oudste. Geen van beiden voelt zich zooda nig tot het schoone geslacht aange trokken, dat hy zyn vrijgezellenstaat voor het knellende huwelijksjuk wil prijsgeven, doch de noodzakelijkheid er van inziende, dat eene vrouwen hand weer aan het roer komt, her vatten zy het afgesproken gesprek. „Zult wie spiertke-trekken vraagt de jongste. Joawal", antwoordt de andere, zeer voldaau over deze goede oplossing. B, de jongste, maakt twee „pionten" gereed en laat zijn broer trekken. Deze trekt de langste bent en is daar door, volgens afspraak, de aange wezene. „Ziezoo, bruier, 't lot is die vallen," merkt de jongste op, „doe moust man zain 'n vrouw te kriegen." Dinsdagochtend om zes uur verliet het houten tjalkschip „Het is niet anders", schipper M. Boelhouwers uit Zevenbergen, het Wemeldingsche schaar. Door den hevigen wind sloeg de schoot los, met liet gevolg, dat de 70-jarige schipper overboord sloeg. De pogingen, welke de knecht aan wendde om den drenkeling te redden, bleven vruchteloos, tengevolge van den harden wind. Toen het schip daarop de noodvlag heescb. werd het door het rijksstoomschip „Arges" te Wemeldinge binnengesleept. UIT AMSTERDAM. in. Hoewel vele van de voornaamste hotelhouders besloten hebben de pry- zen in hunne inrichtingen niet tot eene fabelachtige hoogte op te dry ven, zooals zoo vaak by deze en dergelyke gelegenheden te doen gebruikelijk is, meeue men niet, dat de groote licha men in andere vakken allen voorne mens zyn desgelijks te handelen en zoo is b. v. thaus de aandacht der stalhouders in de hoofdstad vry alge meen gevestigd op de houding te dezer zake van de „Amsterdamscbe Rijtuig Maatschappij" de groote concurrente der particuliere stalhouders. Wanneer de handel vrachten heeft te vervoe ren is het deze Maatschappij, die tot de laagste offerten in staat is; by geen stalhouder vindt men billijker tarieven, meer royaal toegepast, dan by deze grootste aller amstecdamsche stalhouders weliswaar kunnen velen zich nog niet vcreenigen met de om standigheid, dat het personeel in uni form is gestoken en liever een koet sier op hun rijtuig zien, die do bekende eenvoudige, zwarte bok jas draagt met een gewonen hoogen hoed, doch de „Amsterdamscbe Rijtuig Mij." mag zich desondanks verheugen' in een ruimen kring van cliënten. Het heeft daarom de verwondering gaande ge maakt der concurrentie en de mis noegdheid vau vele, waaronder „goede", klanten, dat de Directie thans voor de feesten fabelachtige prijzen vor dert voor hare vehikels. Een enkele rit, b. v. van de Muiderpoort tot den Dam, zal gedurende de ïuhuldigings- feesten, niet mindor dan vijf Gulden moeten kosten en voor de in den stoet en by de rijtoeren door officials benoodigde rytuigen vraagt de Maat schappij prijzen, waarvan de ooren my nu nog tuiten. Er is weinig te zeggen voor deze handelwijzein de eerste plaats zullen de in de hoofd stad vertoevende -vreemdelingen van onze stad een indruk vau „beunha zerij" medenemen, die aanleiding zal zya tot minder vleiende gedachten om trent hare bewoners en in de tweede plaats is het nimmer een juiste han delspolitiek om gebruik (of boter misbruik) te maken van eene gelegen heid, die v o o r b ij g a a n d e is, daar dit noodzakelijk nadeolig moet, rca- geeren op de betrokkenen, wanneer die gelegenheid eenuiaal zal zyn voor bijgegaan. De gevolgen van de formi dabele pryzen der Directie zyn, naar ik verneem, dan ook niet uitgebleven. Op het Leidscheplein bevindt zich eene filiale der Maatschappij, tusschen de stallen van twee voorname parti culiere stalhouders en het was deze filiale, die van het eveneens op dit plein gelegen „American Hotel" de klandizie genoot en ik behoef geen oningewijde te zeggen wat een loonend werk het is een zóó ruim beklant hotel, een zóo druk bezocht cafó als dit te kunnen bedienen Had meD zich wat verlaat of wilde men zyn onberegenschei aide dames beveiligen tegen een ploiseling invallend nood weer, de altijd gedienstige portier telefoneerde even naar de filiale der A. R. M. en kwam veilig en droog naar huis. Ounoodig te zeggen, dat het aantal dergenen, die op deze wyze de A. R. M. begunstigden, tamelijk groot was on even OQUoodig is het mede te dee- len, dat het „American Hotel" voor de beide, in de onmiddellijke nabijheid gelegen concurrenten eeu vurig be geerde klant was. Het zijn de belache- lijk hooge prijzen alweer, die de di- rectie van het American Hotel ben ik wel ingelicht - hebben doen besluiten de aanbieding te acceptee- i ren van den concurreerenden buur man, die van de gelegeubeid geen misbruik maar gebruik heeft weten te maken en door geen hooge prijzen te bedingen in de dagen der inhuldi ging, zich daarna een goede on vaste klant heeft verzekerd. Wy spraken verscheidene particuliere stalhouders, die verzekerden dal op deze wijze zy der Maatschappij reeds meriigen klai-. FEUILLETON. 1°) „Zij zijn jaar in jaar uit bedorven ge worden en verwachten nu, dat uw Ge nade hen ook ontzien zal. Ik zou mij van de heele bende ontslaan." „Neen, mijnheer, neen!" verklaarde de hertog. „Claude heeft gelijk. Dat kan ik niet doen. Het zou nog kunnen als ik dien kerel niet zoo afgeranseld had. Nu kan 't niet, het zou te hardvochtig zijn." De opzichter zeide niets meer, maar haalde de schouders op, wat niet be paald politiek en beleefd was. Forsch gospierd en „sportman" als hij was, daarbij beschaafd, voelde hij zich genoeg om een beetje uit de hoogte op de beide neven neer te zien. En hij deed dit met een vrijpostigheid, die te verwonderen was in iemand met zoo'n doorzicht. „Op een goeden dag," zeide Jack, geef ik dien grappenmaker zijn ont slag. Hij bevalt mij als opzichter vol strekt niet. Als hij zich te hoog voor die betrekking voelt, laat hij dan zijn bie zen pakken en zoo niet, waarom be moeit hij zich dan net meer met zijn werk „Wol, wat is de reden van je ontevre denheid?" vroeg Claude; zij bevonden zich in de billardkamer, die de opzich ter zooeven verlaten had, nadat hij hen „een lesje" had gegeven in het zooge naamde pyramide spelnu was hij weg en de hertog bezig zijn boord af te doen. „Wat zeidö hij dan van avond?" vroeg de poeët op meer natuurlijken toon. „Ik heb niet gemerkt, dat bij iets beleedi- gends zei." „Jij bent te goed van vertrouwen," zeide de hertog. „Jij zou 't niet merken als iemand je in 't bootje wilde nemen, maar ik wel, en het zal niet gebeuren. Wat of hij van avond zeide? Hij ging door zijn neus praten toen wij onze stoo- ten misten. Wat bij van een billard en de bosschen opmerkte, kwam er min der opaan; maar toen hij over je ge dichten begon, oude kerel, voelde ik grooten lust hem met mijn queue te lijf te gaan. Een poëten stoot, zeide hij toen je zelf verliep en daar moet ge een vers op dichten, toen je er drie in een stoot raaktet. Ik zeg niet, dat het geen „beest was! dat doet er niet toe. Maar de toon waarop hij het zeide beviel mij niet. Zoo zou hij tegen mijn ouden baas niet gesproken h; boen cn hij zal 't tegen mij ook niet doen. Een dezer dagen zal ik hem zeggen, dat hij wel vertrekken kan; het zou mij niets verwonderen, als hij me van woede doorstak." Claude's angst, verdreef elk ander ge voel. Hij trachtte den hertog te overre den geen tweede scène te maken en ten minste niet met den opzichter, wiens flauwe aardigheden hem in 't geheel niet kwetsten. Jack schudde het hoofd, waarop Claude hem verweet, dat hij nog lichtgeraakter was wanneer het een ongelukldgen dichter betrof, dan de poeët zelf. Dat kon toch niet. Claude had het niet zoo heel mis. Zijn bundel was veel gecritiseerd of liever gezegd, men had er notitie van genomen, want dat is lang niet hetzelf de. De opmerkingen, die er over ge maakt werden waren van een vriendelij ken aard, maar zóó „onwetenschappe lijk", zooals Claude met een zucht zei- da Toch scheen hij een kruiperige vol doening over hun critiek te smaken; wat Jack betrof, die las alles hard op voor, wat er over geschreven werd, on derwijl de kamer op en neer loopend en Claude in zijn enthousiasme de hand schuddend. Voor hem was elke gedrukte lofspraak een luid bazuingeschal, waar mede zijn roem in elk werelddeel be kend werd gemaakt. Hij wilde er niets van hooren als men op het blad, waarin die kritiek verschenen was, afdong en telkens als Claude met geringschatting over zijn werk sprak, schreef hij dit aan de bescheidenheid van den dichter toe. Elk compliment beschouwde hij als een degelijke kritiek, die de gevoelens van het geheele land omtrent de gedich ten weergaf. Maar Claude, hoewel hij ©enigszins bevredigd was, liet zich niet om den tuin leiden; want de zoetste onbeduidendheden kwamen voor in de locale nieuwsbladen. Hij wist ook noeg om een degelijke kritiek van een opmerking te onderscheiden. i De degelijke kritieken waren van een 1 geheel anderen aard. Ten eerste waren ze weinig in getal en dit was nog slech ter teeken dan de gestrengheid, waar mee die artikelen geschreven waren. En zij waren heel streng of anders hadden de kritici het boek slechts door gebladerd en een vluchtig oordeel neer geschreven en dit was zoo onvriendelijk mogelijk, zeide Claude. „Laat die schurk, die dat geschreven heeft, zich eens aan mij vertoonen," riep Jack op een morgen uit, terwijl hij over Claude's schouder heen in de cou rant keek, „en ik zal hem een pak slaag geven, dat hem zijn leven lang heugt." Een andere kriticus, die een lang sympathiek stuk er over had geschre ven, moest, volgens Jack terstond op Maske Towers geinviteerd worden want zoo zeide hij„dat is bepaald een goede kerel, dien we noodig moeten leeren kennen." „Ik ken hem wel," zeide Claude kleu rend, want hij had dit liever stilgehou den. „Ik ken hem maar al te goed, hij is mij geld schuldig. Dit is afbetaling ■op zijn rekening. Oik ben nietsIk ben niets! Ik moot het opgeven! De goede kritieken dank ik alleen aan on wetende kritici of aan die, wier eigen belang het is mij te vleien. Maar op recht enthousiasme wordt mij door nie mand geschonken!" Ja toch, één was er Jack. Maar was hij wel oprecht De hertog zelf was er niet zeker van. Door zijn enthou siasme deed hij het voorkomen of hij j do gedichten zeer waardeerde, en van de meeste begreep hij weinig of niets. Dit was één hoofdstuk van het rusti ge leven, dat de beide neven op Maske Towers leidden en het had dit effect; in Claude's hart ontstond een genegen heid voor Jack, welke die van Jack voor Claude waardig was. Er waren echter ook andere onderwer pen, waarover zij veel spraken en 't nooit eens werden. Jack had nog steeds niet de groote marmeren gangen, de holle galerijen of donkere schilderijen leeren bewonderen en altijd speelde bem een vaag plan door het hoofd om dat drukkende grootsche van zijn omgeving te vernietigen. Dit onderwerp maakte Claude altijd prikkelbaar, want de meest imp oneer en- de bezittingen, die hun voorvaders hun hadden nagelaten voorvaders, wier voortreffelijke smaak evenals hun zede loosheid spreekwoordelijk waren wa ren juist die, welke den minsten indruk op den negenden hertog van St. Os mund maakten. Het glanspunt van de bezittingen was de verzameling schilderijen, die al leen reeds een minder rijk landgoed dan Maske Towers wereldberoemd zou heb ben gemaakt. Maar Titiaan, Rembrandt Leonardo da Vinci, Andrea del Sarto en Claude Lorraine waren namen, die Jack nooit had hooren noemen. Claude wees hc-t i-ene meeoteratuk na het andere aan, terwijl hij met gejaagd kloppend hart er verklaringen va i gaf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1