NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Be oorlog fessclien Spanje
en Amerika.
De Kroningsfeesten.
De Hertog van
St. Osmund.
S6e Jaargang.
Donderdag II Augustus 1898.
Ho. 4636
HAARLEM'S DAGBLAD
^-jBOlSTISr J"S
'Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.871/a
ADYBKTIIMTIÏÏlSr:
Van 1 —5 regels 50 Cts.; iedere regel mc-cr 10 Ces. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOIIN F. JONES, Sua:., Parijs 3Vm Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het, Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiön en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0.30.
Agenten voor dit|blad in den omtrek zyn: bloemen daal. Santpoort en S< holen, P. v. d. LAADT, Zandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Sva.am.damC. HARTENDORPZandvoord G.1ZWEMMER;
Velsen, W. J. RU IJ TER; BeverwijkJ. HOORNS; BillegomAR1E HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan.
Uit Washington wordt gemeld, dat
uit Spanje antwoord op de vredes
voorwaarden van Amerika bekend is
geworden, dat de regeering te Madrid
de voorwaarden der Vereeuigde Staten
aanneemt, maar zy bespreekt catego
risch elk punt daarvan eu de vraag
stukken welke zich zullen voordoen
wanneer de Aiaerikaansche voorwaar
den zullen worden uitgevoerd. Het
blijft to bezien of dit antwoord vol
doende zal worden geacht.
De conferentie tusschen Mc. Kinley
en Cainbon, den fraoscben gezant en
bemiddelaar, duurde zeventig minuten
en was om 7 uur afgeloopen. Omtrent
het resultaat der bespreking lekt niets
uit.
De Herald verneemt uit Washing
ton, dat indien het antwoord van
Spanje niet bevredigend is, Sampson
bevel zal ootvaugon om met de vloot
naar Spanje te «toornen.
Volgens de berichten, aangebracht
door het Duïtsche stoomschip Pe
trarch uit Manilla, dat 6 Augustus te
Hongkong aankwam, hadden de Span
jaarden den bleu Tuli twoe aanvailen
gedaan op ue Amerikaansche linie.
By den eersten aanval werd het cen
trum der Spanjaarden door het vuren
der Amerikanen doorbroken en werden
de aanvallers tot den terugtocht ge
dwongen. De tweede niet minder
krachtige aanval werd eveneens afge
slagen. De Spanjaarden trokken terug
naar het boschachtige gedeelte, waar
zy voortdurend vuurden op de
straatwegen, die door de Amen-
kanen bezet waren. De Amerikanen
verloren 11 dooden en 37 gewonden.
De verliezen aan Spaansche zyde
moeten groot zyn.
Drie duizend Spanjaarden vielen
den 31en Juli krachtig het Ameri
kaansche kamp by Manilla aan, doch
werden met groote verliezen terugge
slagen. De opstandelingen bleven on
zijdig.
Het Journal te New-York meldt,
dat de aanval der Spanjaarden te
Manilla op 31 Juli werd afgeslagen,
<en dat de Spaansche troepen twee
honderd dooden en driehonderd ge
wonden hadden. De Amerikanen
verloren 9 dooden en hadden 4.4 ge
wonden.
v. h. vreemdelingenverkeer is aan
Haar'ems Zanggenot" een zilveren
medaille geschonken, geslagen op den j
stempel der vereeniging, voor don
nationalen zangwedstrijd van mannen
koren iD November van dit jaar te
houden.
Stukken van den Raad.
B. en W. stellen aan den gemeen
teraad hier ter stede voor de heeren
dr. J. Huizing a en dr. A. van Eldik,
in J897 beiden voorloopig voor den
tijd van'cén jaar benoemd totleeraar
aan de II. Burgerscholen mee 5- en
3-jarigen cursus alhier te benoemen
met 1 Sept. a.s. respectievelijk tot
leeraar in de geschiedenis en neder-
landsche taal en tot leeraar in do wis-
en werktuigkunde, op eene jaarwedde
van f1800.
B. en W. stellen voor met ingang
van 1 Sept. a.s. de jaarwedde van dr.
H. van Erp, leeraar aan do H. B.
School met 5 jarigen cursus alhier,
wegens dienstjaren te verhoogen met
f200.
Op de aanvraag voor pensioen ge
daan door den eervol ontslagen haven
meester-inspecteur P. Piepenbrink,
lieeft de commissie voor de pensioenen
voorgesteld dit pensioen vast te stel
len op f30'\81.
B. on W. geven echter den Raad
in overweging, met het oog op den
leeftijd en de dienstjaren van den
afgetreden functionaris, hem behalve
dit bedrag eene jaarlijksche toelage
te verleeuen van f287.19, waardoor
de jaarlijks uit te keeren som f600
zou bedragen.
Eenige kermisgangers hebben Maan
dagavond nog getracht „Metje te be
graven", als zinnebeeld van het einde
der kermis, maar evenals het vorig
jaar heeft de politie er een stokjo
voor gestoken. Reeds uit vrees dat
dit zou gebeuren had men de persoon
die het „lyk" op de ladder moest
voorstellen vervangen door een paar
stoelen, maar nauwelijks had de stoet
zich voor café Brmkmanu opgesteld,
of het verbod werd door de aldaar
geposteerde politie gegeven en de
stoet mocht niet rondtrekken.
STADSNIEUWS
Eerste eii derde pagina.
Haarlem10 Ang. 1898.
Voor eenige dagen is gemeld, dat
Z.Exc. de minister van Koloniën, de
heer J. T. Cremor, Zaterdag 20 Augus
tus een garden-party zal geven op
zijn buitenverblijf „Duin en Kruid-
berg" onder Yelsen. Do Haarl. Man-
nenzangvereenigiog „Zanirgenot" is
voor deze gelegenheid aangezocht
eenige zangnummers uit te voeren.
Door de Yereeniging tot Verfr. van
Haarlem eu oml. geaiéeoten en t. bev.
Yoor het examen gymnastiek L. M.
O. zyn Dinsdag te Utrecht geslaagd
de heeren J. P. den Baars, 3. D.
Boes en M. Dijkstra, allen alhier.
Haarlem-Zandvoort Spoorweg
Maatschappij.
Maand April 1898.
Opbrengst reizigers f 2612.095
idem goederen 464.903
idem diversen 69.19
Tezamen f 3146.19.
Per dag en per kilometer f 12.34.
b m e n l a sa o.
Uit de „Staatscourant".
Koninklijke besluiten.
Benoemd tot burgomeester: van
Oosterhesselen, S. J. M. van Moock,
secretaris dier gemeente, en van Leeu-
warderadeel, IJ. Oosterlotor, adjunct-
commies aan het departement van
waterstaat, handel en nijverheid mr.
J. O. A. Evorwjjn.
I)e kapitein-luitenant ter zee S. K.
Sybrandi, met 23 Augustus a.s. eer-
vól ontheven van het bevel over Hr.
Ms. wachtschip te Hellevoetslnis, en
dat bevel alsdan opgedragen aan den
kapitein luitenant ter zee \V. P. A.
M. Kluit.
Aan de na te noemen personen ver
lof verleend tot het aannemen der
oiidersclieidingsteekeneu achter hunne
namen vermeld
,lhr. mr. P. H. Gevers Deynoot. te
's-Gravenhage, directeur van het Ka
binet der Koningin, de versierseleu
van groot-officier der orde van het
Legioen van Eer, hem door den pre
sident der Frausche republiek ge-
schouk.en
mr. H. J. Dyckmeester, te 's-Gra
venhage, secretaris generaal vau het
departement van binnenlaudsche za
ken, de versierselen van commandeur
der orde van het Legioen van Eer,
hem door den president derFransche
republiek geschonken
jhr. mr. O. J. den Tex, toAmstei-
dauo, oud-lid van Gedeputeerde Sta
ten van Noord-Holiaod, voorzitter
van de Nederlandsche commissie der
internationale tentoonstelling van 1897
te Brussel, de versierselen van com
mandeur der Leopoldsorde, hem door
den koning der Belgen geschonken
dr. W. P. Ruysch, te 's-Graven
hage, adviseur voor de medische en
veterinaire politie by het departement
van binuenlandsche zaken en inspec
teur voor het Staatstoezicht op krank
zinnigen en krankzinnigengestichten,
en dr. P. J. Kaiser, te Leiden, advi
seur-verificateur van 'sRyks zeeio-
sfcrumenten, beiden de versierselen van
officier der Leopoldsorde, hun door
den koning der Belgen geschonken
J. A. Roy er, te 's-Gravenhage,
hoofdcommies by het Departement van
Binnenlandsche Zaken, mr. A. Ferf,
te 's-Gravenhage, secretaris van het
Nederlandse!) Landbouw comité, en E.
G H. H. Cuypers, zich noemende en
schryvende Ed. Cuypers, te Amster
dam, architect, allen de versierselen
van ridder der Leopoldsorde, hun
door den Koning der Belgen geschon
ken.
J. F. Jansen, te Tilburg, lid van
de Tweede Kamer eu burgemeester
van Tilburg de versierselen van rid
der der orde van den H. Gregorins
den Grooten, hem door den Paus ge
schonken
P. F. Bergmans, te Tilburg, wet
houder vau Tilburg, voorzitter van
het algemeen armbestuur aldaar, de
versierselen van ridder der Pius-orde,
j hem door den Paus geschonken
dr. \V. Francken, te Scheveniugen,
I baddoeter te Öcheveningeu en genees-
jheor te Menton (Frankryk), de ver-
sierselen van officier de 1'Académie
hem door deu minister van openbaar
1 onderwys en selvoone kunsten der
Frausche Republiek geschonken
J. P. R. Gaiesloot, te Amsterdam,
bloemist-boomkweeker, het kruis van
chevalier du Mérite Agricole, hem
door den minister van landbouw der
Fransche Republiek geschonken;
jhr. mr. A. van Daebne van Va-
rick, te 's Gravenhage, de versierselen
van rectitsridder der Johanniterorde,
Balley Brandenburg, hem door Z. K.
H. den Prins Albrécht van Pruisen,
Herrenmeister der Balley Branden
burg, geschonken;
J. Maris, te 's Gravenhage. kunst
schilder, de versierselen der Konink
lijke orde van Verdienste van tien
Heiligen Michael, Ilde klasse, hem
namens Z.M. den KoniDg van Beye-
ren door Z. K. H. den Prins-Regent
geschonken
H. W. Jansen, te Amsterdam, kunst
schilder, en
N. van der "VVaay, te Amsterdam,
hoogleeraar aan de Rijks-Academie
van Beeldende Kunsten te Amsterdam,
beiden de versierselen der Kooiuk-
lyke orde van Verdienste vau den
Heiligen Michael, IVde klasse, hun
namens Z. M. den Koning van "Beye-
ren door Z. K. H. den Prins-Regent
geschonken.
Hedenmorgen zyn de amsterdamscbe
gasfabrieken door de Imperial Conti
nental Gas Association overgedragen
aan de gemeente Amsterdam. Ook
liet personeel, 700 werklieden eu 60
beamten zijn in den dienst der ge
meente overgegaan.
„Dat is goud en wal, man wel zal
'k vragen", is 't weifelend antwoord.
„Wat duukt die van Hillechien",
komt B. voor den dag„dou dei nog
bie ons dainde stonden ie beiden op
'n gouden vout. Wie warren der dou
tegen, man op 't oogenblik zul 'k er
veur wezen."
De gelukkige „spiertke-trekker"
vindt dit idee niet verkeerd en na
eenig overleg komen de beide broers
tot het besluit, dat de jongste Hil
lechien voor een hu wel ijk met den
ouderen Loeder zal vragen. „Zai kan
dan doadelyk zain, dat wie er niks
meer tegen hebt," zegt B.
B. trekt daarop zyn Zondagspak
aan eu aanvaardt de reis naar het
naburige dorp,waar Ilillechien's ouders
woonachtig zyn. Deze vinden het
aanzoek zeer vereereodde moeder-
begeeft zich onmiddellijk op weg om
Hillechien, die in de nabijheid dienst
baar is, er mede in keunis te stellen.
Hillechien is dadelijk bereid ora lief
en leed met. haren aanbidder te doelen
en onderwyl hare moeder den terug
tocht naar huis aanvaardt, maakt zy
zich gereed voor de reis naar hare
toekomstige echtelijke woning. Als
B. later thuis komt, is de zaak dan
ook reeds beklonken. Eenige dagen
later wordt de huwelijks-aangifte ge
daan en thans zyn de beide jongelui
reeds man 6n vrouw.
(Historisch.)
Amor op het platte land.
In een der kleine Westerwoldscbe
gehuchten staat een „keutery", die
bewoond wordt door twee ongetrouwde
broers en hunne ziekelijke zuster.
Sedert eenige maanden was de laatste
bedlegerig, waardoor niet alleen het
vruuwenwerk in de kleine boerderij,
maar ook de gewone huiselijke bezig
heden door den jougsten broer moesten
worden verricht.
„Bruier", zegt deze op zekeren dag
tot den oudsten, „zoo kan 't nich
langerein van ons beiden mout
trauwen."
„Joa bruier", is 't lakonieke ant
woord.
„Trauw doe man bruier", herneemt
de jongste.
„Nee, dou doe 't man," zogt de
oudste.
Geen van beiden voelt zich zooda
nig tot het schoone geslacht aange
trokken, dat hy zyn vrijgezellenstaat
voor het knellende huwelijksjuk wil
prijsgeven, doch de noodzakelijkheid
er van inziende, dat eene vrouwen
hand weer aan het roer komt, her
vatten zy het afgesproken gesprek.
„Zult wie spiertke-trekken vraagt
de jongste.
Joawal", antwoordt de andere, zeer
voldaau over deze goede oplossing.
B, de jongste, maakt twee „pionten"
gereed en laat zijn broer trekken.
Deze trekt de langste bent en is daar
door, volgens afspraak, de aange
wezene.
„Ziezoo, bruier, 't lot is die vallen,"
merkt de jongste op, „doe moust
man zain 'n vrouw te kriegen."
Dinsdagochtend om zes uur verliet
het houten tjalkschip „Het is niet
anders", schipper M. Boelhouwers uit
Zevenbergen, het Wemeldingsche
schaar. Door den hevigen wind sloeg
de schoot los, met liet gevolg, dat de
70-jarige schipper overboord sloeg.
De pogingen, welke de knecht aan
wendde om den drenkeling te redden,
bleven vruchteloos, tengevolge van
den harden wind. Toen het schip
daarop de noodvlag heescb. werd het
door het rijksstoomschip „Arges" te
Wemeldinge binnengesleept.
UIT AMSTERDAM.
in.
Hoewel vele van de voornaamste
hotelhouders besloten hebben de pry-
zen in hunne inrichtingen niet tot
eene fabelachtige hoogte op te dry ven,
zooals zoo vaak by deze en dergelyke
gelegenheden te doen gebruikelijk is,
meeue men niet, dat de groote licha
men in andere vakken allen voorne
mens zyn desgelijks te handelen en
zoo is b. v. thaus de aandacht der
stalhouders in de hoofdstad vry alge
meen gevestigd op de houding te dezer
zake van de „Amsterdamscbe Rijtuig
Maatschappij" de groote concurrente
der particuliere stalhouders. Wanneer
de handel vrachten heeft te vervoe
ren is het deze Maatschappij, die tot
de laagste offerten in staat is; by
geen stalhouder vindt men billijker
tarieven, meer royaal toegepast, dan
by deze grootste aller amstecdamsche
stalhouders weliswaar kunnen velen
zich nog niet vcreenigen met de om
standigheid, dat het personeel in uni
form is gestoken en liever een koet
sier op hun rijtuig zien, die do bekende
eenvoudige, zwarte bok jas draagt met
een gewonen hoogen hoed, doch de
„Amsterdamscbe Rijtuig Mij." mag
zich desondanks verheugen' in een
ruimen kring van cliënten. Het heeft
daarom de verwondering gaande ge
maakt der concurrentie en de mis
noegdheid vau vele, waaronder „goede",
klanten, dat de Directie thans voor
de feesten fabelachtige prijzen vor
dert voor hare vehikels. Een enkele
rit, b. v. van de Muiderpoort tot den
Dam, zal gedurende de ïuhuldigings-
feesten, niet mindor dan vijf Gulden
moeten kosten en voor de in den
stoet en by de rijtoeren door officials
benoodigde rytuigen vraagt de Maat
schappij prijzen, waarvan de ooren
my nu nog tuiten. Er is weinig te
zeggen voor deze handelwijzein de
eerste plaats zullen de in de hoofd
stad vertoevende -vreemdelingen van
onze stad een indruk vau „beunha
zerij" medenemen, die aanleiding zal
zya tot minder vleiende gedachten om
trent hare bewoners en in de tweede
plaats is het nimmer een juiste han
delspolitiek om gebruik (of boter
misbruik) te maken van eene gelegen
heid, die v o o r b ij g a a n d e is, daar
dit noodzakelijk nadeolig moet, rca-
geeren op de betrokkenen, wanneer
die gelegenheid eenuiaal zal zyn voor
bijgegaan. De gevolgen van de formi
dabele pryzen der Directie zyn, naar
ik verneem, dan ook niet uitgebleven.
Op het Leidscheplein bevindt zich
eene filiale der Maatschappij, tusschen
de stallen van twee voorname parti
culiere stalhouders en het was deze
filiale, die van het eveneens op dit
plein gelegen „American Hotel" de
klandizie genoot en ik behoef geen
oningewijde te zeggen wat een loonend
werk het is een zóó ruim beklant
hotel, een zóo druk bezocht cafó als
dit te kunnen bedienen Had meD
zich wat verlaat of wilde men zyn
onberegenschei aide dames beveiligen
tegen een ploiseling invallend nood
weer, de altijd gedienstige portier
telefoneerde even naar de filiale der
A. R. M. en kwam veilig en droog
naar huis.
Ounoodig te zeggen, dat het aantal
dergenen, die op deze wyze de A. R.
M. begunstigden, tamelijk groot was
on even OQUoodig is het mede te dee-
len, dat het „American Hotel" voor
de beide, in de onmiddellijke nabijheid
gelegen concurrenten eeu vurig be
geerde klant was. Het zijn de belache-
lijk hooge prijzen alweer, die de di-
rectie van het American Hotel
ben ik wel ingelicht - hebben doen
besluiten de aanbieding te acceptee-
i ren van den concurreerenden buur
man, die van de gelegeubeid geen
misbruik maar gebruik heeft weten
te maken en door geen hooge prijzen
te bedingen in de dagen der inhuldi
ging, zich daarna een goede on vaste
klant heeft verzekerd. Wy spraken
verscheidene particuliere stalhouders,
die verzekerden dal op deze wijze zy
der Maatschappij reeds meriigen klai-.
FEUILLETON.
1°)
„Zij zijn jaar in jaar uit bedorven ge
worden en verwachten nu, dat uw Ge
nade hen ook ontzien zal. Ik zou mij van
de heele bende ontslaan."
„Neen, mijnheer, neen!" verklaarde
de hertog.
„Claude heeft gelijk. Dat kan ik niet
doen. Het zou nog kunnen als ik dien
kerel niet zoo afgeranseld had. Nu kan 't
niet, het zou te hardvochtig zijn."
De opzichter zeide niets meer, maar
haalde de schouders op, wat niet be
paald politiek en beleefd was. Forsch
gospierd en „sportman" als hij was,
daarbij beschaafd, voelde hij zich genoeg
om een beetje uit de hoogte op de beide
neven neer te zien. En hij deed dit met
een vrijpostigheid, die te verwonderen
was in iemand met zoo'n doorzicht.
„Op een goeden dag," zeide Jack,
geef ik dien grappenmaker zijn ont
slag. Hij bevalt mij als opzichter vol
strekt niet. Als hij zich te hoog voor die
betrekking voelt, laat hij dan zijn bie
zen pakken en zoo niet, waarom be
moeit hij zich dan net meer met zijn
werk
„Wol, wat is de reden van je ontevre
denheid?" vroeg Claude; zij bevonden
zich in de billardkamer, die de opzich
ter zooeven verlaten had, nadat hij hen
„een lesje" had gegeven in het zooge
naamde pyramide spelnu was hij weg
en de hertog bezig zijn boord af te doen.
„Wat zeidö hij dan van avond?" vroeg
de poeët op meer natuurlijken toon. „Ik
heb niet gemerkt, dat bij iets beleedi-
gends zei."
„Jij bent te goed van vertrouwen,"
zeide de hertog.
„Jij zou 't niet merken als iemand je
in 't bootje wilde nemen, maar ik wel,
en het zal niet gebeuren.
Wat of hij van avond zeide? Hij ging
door zijn neus praten toen wij onze stoo-
ten misten. Wat bij van een billard en
de bosschen opmerkte, kwam er min
der opaan; maar toen hij over je ge
dichten begon, oude kerel, voelde ik
grooten lust hem met mijn queue te
lijf te gaan.
Een poëten stoot, zeide hij toen je
zelf verliep en daar moet ge een vers
op dichten, toen je er drie in een stoot
raaktet. Ik zeg niet, dat het geen „beest
was! dat doet er niet toe.
Maar de toon waarop hij het zeide
beviel mij niet. Zoo zou hij tegen mijn
ouden baas niet gesproken h; boen cn
hij zal 't tegen mij ook niet doen.
Een dezer dagen zal ik hem zeggen,
dat hij wel vertrekken kan; het zou
mij niets verwonderen, als hij me van
woede doorstak."
Claude's angst, verdreef elk ander ge
voel. Hij trachtte den hertog te overre
den geen tweede scène te maken en ten
minste niet met den opzichter, wiens
flauwe aardigheden hem in 't geheel
niet kwetsten. Jack schudde het hoofd,
waarop Claude hem verweet, dat hij
nog lichtgeraakter was wanneer het een
ongelukldgen dichter betrof, dan de
poeët zelf. Dat kon toch niet. Claude
had het niet zoo heel mis.
Zijn bundel was veel gecritiseerd of
liever gezegd, men had er notitie van
genomen, want dat is lang niet hetzelf
de. De opmerkingen, die er over ge
maakt werden waren van een vriendelij
ken aard, maar zóó „onwetenschappe
lijk", zooals Claude met een zucht zei-
da Toch scheen hij een kruiperige vol
doening over hun critiek te smaken;
wat Jack betrof, die las alles hard op
voor, wat er over geschreven werd, on
derwijl de kamer op en neer loopend en
Claude in zijn enthousiasme de hand
schuddend. Voor hem was elke gedrukte
lofspraak een luid bazuingeschal, waar
mede zijn roem in elk werelddeel be
kend werd gemaakt. Hij wilde er niets
van hooren als men op het blad, waarin
die kritiek verschenen was, afdong en
telkens als Claude met geringschatting
over zijn werk sprak, schreef hij dit
aan de bescheidenheid van den dichter
toe. Elk compliment beschouwde hij als
een degelijke kritiek, die de gevoelens
van het geheele land omtrent de gedich
ten weergaf. Maar Claude, hoewel hij
©enigszins bevredigd was, liet zich niet
om den tuin leiden; want de zoetste
onbeduidendheden kwamen voor in de
locale nieuwsbladen. Hij wist ook
noeg om een degelijke kritiek van een
opmerking te onderscheiden.
i De degelijke kritieken waren van een
1 geheel anderen aard. Ten eerste waren
ze weinig in getal en dit was nog slech
ter teeken dan de gestrengheid, waar
mee die artikelen geschreven waren.
En zij waren heel streng of anders
hadden de kritici het boek slechts door
gebladerd en een vluchtig oordeel neer
geschreven en dit was zoo onvriendelijk
mogelijk, zeide Claude.
„Laat die schurk, die dat geschreven
heeft, zich eens aan mij vertoonen,"
riep Jack op een morgen uit, terwijl hij
over Claude's schouder heen in de cou
rant keek, „en ik zal hem een pak slaag
geven, dat hem zijn leven lang heugt."
Een andere kriticus, die een lang
sympathiek stuk er over had geschre
ven, moest, volgens Jack terstond op
Maske Towers geinviteerd worden want
zoo zeide hij„dat is bepaald een goede
kerel, dien we noodig moeten leeren
kennen."
„Ik ken hem wel," zeide Claude kleu
rend, want hij had dit liever stilgehou
den. „Ik ken hem maar al te goed, hij
is mij geld schuldig. Dit is afbetaling
■op zijn rekening. Oik ben nietsIk
ben niets! Ik moot het opgeven! De
goede kritieken dank ik alleen aan on
wetende kritici of aan die, wier eigen
belang het is mij te vleien. Maar op
recht enthousiasme wordt mij door nie
mand geschonken!"
Ja toch, één was er Jack. Maar
was hij wel oprecht De hertog zelf
was er niet zeker van. Door zijn enthou
siasme deed hij het voorkomen of hij
j do gedichten zeer waardeerde, en van de
meeste begreep hij weinig of niets.
Dit was één hoofdstuk van het rusti
ge leven, dat de beide neven op Maske
Towers leidden en het had dit effect;
in Claude's hart ontstond een genegen
heid voor Jack, welke die van Jack
voor Claude waardig was.
Er waren echter ook andere onderwer
pen, waarover zij veel spraken en 't
nooit eens werden.
Jack had nog steeds niet de groote
marmeren gangen, de holle galerijen of
donkere schilderijen leeren bewonderen
en altijd speelde bem een vaag plan door
het hoofd om dat drukkende grootsche
van zijn omgeving te vernietigen.
Dit onderwerp maakte Claude altijd
prikkelbaar, want de meest imp oneer en-
de bezittingen, die hun voorvaders hun
hadden nagelaten voorvaders, wier
voortreffelijke smaak evenals hun zede
loosheid spreekwoordelijk waren wa
ren juist die, welke den minsten indruk
op den negenden hertog van St. Os
mund maakten.
Het glanspunt van de bezittingen
was de verzameling schilderijen, die al
leen reeds een minder rijk landgoed dan
Maske Towers wereldberoemd zou heb
ben gemaakt. Maar Titiaan, Rembrandt
Leonardo da Vinci, Andrea del Sarto
en Claude Lorraine waren namen, die
Jack nooit had hooren noemen.
Claude wees hc-t i-ene meeoteratuk na
het andere aan, terwijl hij met gejaagd
kloppend hart er verklaringen va i gaf