NIEUWS-
ADVERTENTIEBLAD.
^_T;/vm:s6'x,iLiJsr TIZEDSL
De oorlog tusschen Spanje
en Amerika.
De Hertog van
St. Osmund,
;6e Jaargang
Vrijdag 12 Augustus 1828.
No 4637
Voor Haarlem per B maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 8 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden,1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco pei post0.371/2
Directeur-Uitgever
- regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruunr
Bij A bon item ent aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advert.eutifn winden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DA U.BE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsiDg van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30.
Agenten voor dit|blad in den omtrek zijn Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,by de tolSpaarndamG. HARTENDORPZandvoort, G.]ZWEMMER
VelsenW. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; HillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan.
Spaüje's antwoord op de vredes
voorwaarden bevat ongeveer 1200
woorden. Het is in vijf paragrafen
verdeeld, betreffende Cuba, Portorico
de Ladrones, de bezetting vau Manilla
en de benoeming van een commissie.
De Cubaansche schuld wordt niet
vermeld. In beginsel geeft Spanje
toe dat zijn souverein gezag over
Cuba ten einde is, maar het oppert
de kwestie van het toekomstige be
stuur van het eiland, en verklaart
uitdrukkelijk dat de Amerikanen by
de regeling van dat bestuur de groote
Spaausche bolaugen op Cuba in bet
oog moeten houden. Het tijdstip van
de ontruiming wordt beschouwd als
een omstandigheid die overgelaten
kan worden aan de commissie, welke
zal bestaan uit vyf gemachtigden voor
elke partij, en waarschijnlijk te Parys
zal bijeenkomen.
Nader wordt uit Washington ge
meld, dat men het eens is geworden;
het protocol dat de vredesvoorwaar
den behelst is opgesteld.
Het protocol is Woensdag niet ge-
teekend. Men verzekert dat dit uit
stel alleen noodig is ten einde het
stak in categorische bewoordingen op
te stellen, om de mogelijkheid van een
misverstand te ontgaan, en verder om
Cambon tyd te laten om machtiging
te ontvangen voor de onderteekeniug.
De ondersecretaris van buitenland-
scbe zaken Adee stelde nu het pro
tocol op.
Minister Day doet de volgende
mededeeling: Wij hebben een schik
king getroffende aangaande het pro
tocol dat de vredesvoorwaarden be
helst met inbegrip van de ontruiming
van Cuba en Porto Rico. Wij gelooven
dat dit protocol ten uitvoer gelegd
zal worden.
Men kan verzekeren dat de voor
waarden dezelfde zyn als door Mac
Kinley ia zijn nota gesteld waren.
Men gelooft dat nog slecht enkele
formaliteiten overblijyen, alvorens het
protocol geteekend wordt.
Generaal Wilton heeft Dinsdagoch
tend Coamo bezet. De Amerikanen
kregen 7 gewonden; de Spanjaarden
12 dooden, waaronder majoor Gelles-
cas en twee kapiteins, en 35 gewon
den.
De Amerikanen hebben bij dat
innemen van Coamo 180 Spanjaarden
krijgsgevangen genomen. De inneming
van~ de stad geschiedde door een flank
beweging, waarbij bet 16e regiment
uit Pennsylvania den terugtocht der
Spaausche infanterie afsneed. Het
geschutvuur begon om zeven uur
's morgens en duurde 45 minuten. Het
fort werd vernield. Vijftig Spaansche
cavaleristen zijn ontsnapt.
Volgens brieven uit Cavite van 5
dezer te Hongkong ontvangen, zijn
de Spanjaarden nog in net bezit van
Manila.
De Times verneemt uit Manila: De
Spanjaarden hebben de Amerikaan-
sche troepen, toen deze landden en
zich verschansten, weinig verontrust,
en zjj schoten, toen zij met het snel
vuur begonnen, als gewoonlijk zeer
slecht. De Amerikanen vatten dan
ook aanvankelijk blijkbaar het schie
ten van den vijand niet ernstig op.
Toen de correspondent de Amen-
kaansche stellingeu bezocht, vond by
daar de soldaten zoo onverschillig
mogelijk, sommigen waren aan bet
dobbelea. Maar het werd ernstiger
toen de Spanjaarden eindelijk goed
begonnen te schieten, en Zondag een
uitval deden tydens een zwaren storm,
die hun bewegingen maskeerde. Toch
had het hevige geweervuur dat de
Spanjaarden twee uren lang onder
hielden, aan den Amerikaanschen kant
slechts 10 dooden en 46 gewonden
tengevolge; de verliezen der Span
jaarden bleven onbekend. De Span
jaarden bleven nu echter eiken dag
op de Amerikaanscbe stellingen vuren,
hun voortdurend verliezen toebren
gend.
Aguinaldo's benden gaan voort met
de Amerikanen te sarren. Een af-
deeling Californiscbe vrijwilligers, die
hout kapten, werd door hen in hech
tenis genomen. De Amerikanen ver
losten de gevange ten, en gaven
Aguinaldo te kennen dat zy verplicht
zouden zyn, alle opstandelingen te
ontwapenen indien zy hen weder
lastig vielen.
De nadere berichten schilderen den
toestand in Manila als zeer droevig.
Zelfs de rijkere inwoners van Ma
nila krijgen nn gebrek aan levens
middelen. Er is geen vleescb, geen
brood, geen meel, uehoudens kleine
noodzakelijke voorraden voor de troe
pen. De regens en de hongersnood
veroorzaken een epidemie, die men
voor dyssenterie houdt. De inboor
lingen eten ratten en muizen. Men
doodt ook honden en paarden voor
voedsel. De rystvoorraden zullen wel
dra uitgeput zijn.
In den nacht van den 31sten Juli
was er een hevige kanonnade. Vele
kogels vielen in de stad en verschei
dene raakten de citadel. Verscheidene
dames moeten gedood zyn. Er heerscht
een vreeselyke paniek. Een granaat
maakte twintig slachtoffers by de
batterij van Limeta. Het bombarde
ment heeft veel huizen beschadigd;
1500 huizen zyn op 31 Juli afgebrand.
In Tondo is de Engelsche consul aan
dyssenterie gestorven. De Fransehe
en Engelsche consulaten handelen ge
zamenlijk zij hebben officieus rot
taak een wapenstilstand te öe* erken,
maar de Amerikanen zeggen niet ge
machtigd te zyn eenig ander voorstel
aan te nemen dan de overgave.
Volgens een dépêche van 4 dezer
uit Manila, is er uog geen aanval
gedaau op de Spaansche liniesmaar
de Amerikanen houden thans de
schansen bezet, die de insurgenten
eerst bezet hielden.
Amerikanen hebben, van Guayamo
komeude, de hoogten by Guamani
bestookt, maar moesten aftrekken. De
Spanjaarden hebben Coano verlaten
tengevolge van een zeer heftigen aan
val van de Amerikanen. De Span
jaarden retireer en.
Uit San Francisco wordt gemeld,
dat tweeduizend man troepen Woens
dag naar Manila zyn scheepgegaan
vijfduizend andere soldaten wachten
nog op transportschepen.
De Alicante is Woensdag met 1000
invalide Spanjolen uit Santiago ver
trokken. De Isla de Luzon is ook
aangekomen en zal 2000 andere mee
nemen.
3T A&SN&ECJWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem11 Aug. 1898.
Brongebouw.
De matinée en de soirée Woensdag
in het Broügebouw gegeven door de
Weener Dameskapel hebben veel suc
ces geliad. Des middags werd het con
cert buiten gehouden maar des avonds
in de zaal, tengevolge van het slechte
weer. Vau degenen, die de soirée be-
zochton. zullen stellig zeer weinigen
dit laatste betreurd hebben, want het
was een hoogst gezellige avond, [dank
zy de levendige, opwekkende, goede
muziek en het feit, dat de toehoor
ders om tafeltjes gezeten, de fraaie
zaal vulden.
Heden en morgen matinee en soirée
door dezelfde kapel.
De nieuwbenoemde dir. off. van
gez. 2e kl. Dr. F. Daniels blijft in
zyn nieuwen rang chef van het mil.
hosp. alhier.
H. M. de Koningin-Regentes heeft
aan den Volksbond, Vereeniging tegen
drankmisbruik, een subsidie verleend
ten bedrage van f 500.speciaal voor
de Volks-Koffiehuizen, waaromtrent
het volgende jaar by de Regeering
een verslag wordt ingewacht.
Inhuldiging van H. M. de
Koningin.
Officeel programma.
m.
De intocht te 's Gravenhage.
Betreffende het vertrek uit Amster
dam en den plechtigen intocht in de Ko-
n in lelijke residentie.
H. M. de Koningin, vergezeld van
H. M. de Koningin-Moeder, zal op Vrij
dag den 9don September 1898, te 10
uur 40, met een extrarirein van den
Staatsspoorweg, naar 's Gravenhage ver
trekken.
Aangekomen te 's Gravenhage te 11
uur 54 zal Hare Majesteit de Koningin
op het perron van het Station van den
Staatsspoorweg bij den ingang van de
koninklijke ontvangkamers worden ont
vangen en gecomplimenteerd door:
a. den Commissaris der Koningin in
de provincie Zuid-Holland, met de le
den van Gedeputeerde Staten en
Griffier
b. den Burgemeester van 's Gravenha
ge, met de Wethouders en den Secreta
ris.
Verder zullen zich met gelijk doel in
de Koninklijke Ontvangkamers bevin
den
c. de Voorzitters der beide Kamers
van de Staten-Generaal
d. Ministers, Hoofden van Departe
menten van Algemeen Bestuur;
e. de Vice-President van den Raad.
van State;
f. de President, de Vice-President, de
Procureur-generaal, de Advocaten-Gene
raal, de Griffier en de Substituut-Grif
fiers van den Hoogen Raad der Neder
landen
g. de Voorzitter van de Algemeen e
Rekenkamer
h. de Leden van den Gemeenteraad
van 's Gravenhage;
i. de President, de Vice-President, de
Procureur-Generaal, de Advocaat-Gene
raal, de Griffier en de Substituut-Grif
fier van het Gerechtshof te 's Graven
hage;
j. de President, de Vice-President, de
Officier en de Substituut-Officieren van
Justitie, de Gi-iffier en de Substituut-
Griffiers der Arrondissements-Recht-
bank te 's Gravenhage.
k. de Kantonrechter te 's Gravenliage.
L de Gouverneur der Residentie, de
Commandant van de 1ste Divisie In
fanterie, de Vlag-Officieren en de onbe
reden Generaals, in actieven dienst in
de Residentie verblijf houdende, de
Plaatselijke Commandant en de Com
mandant van de Schutterij van 's Gra
venhage en het Hoofd-Comité voor de
feesten te 's Gravenhage.
Op het Stationsplein zullen zijn op-
tegenover het Stationsgebouw
a. een compagnie dei- dienstdoende
schutterij van 's Gravenhage, als E ere
wacht, met het Vaandel en de Muziek;
b. een compagnie van het 4de Regi
ment Infanterie, als Eere-wacht, met
het Vaandel en de Muziek.
De stoet waarmede H. M. de Ko
ningin het stationsgebouw zal verlaten,
wordt als volgt samengesteld
I. Zestien bereden Maréchaussees.
II. Een eskadron van het 3de Regi
ment Huzaren, met den Standaard en
de Muziek.
m. Een detachement van het 2de
Regiment Veld-Artillerie.
IV. Twee hereden officieren
Een Kapitein en een 1ste Luitenant
van de Genie.
V. Een compagnie van het 4de Re
giment V esting-Artillerie.
VI. Een compagnie van het korps Ge
nietroepen.
Vil. Twee bereden Officieren
Een Kapitein van het Regiment Gre
nadiers en Jagers en een 1ste Luitenant
van de Infanterie.
VUT. Een detachement van de Kolo
niale Reserve.
IX. Twee bereden officieren
Een Kapitein en een 1ste Luitenant
van de Koninklijke Maréchaussee.
X. Een compagnie Grenadiers en
compagnie Jagers, met de muziek van
de Jagers.
XI. Twee bereden Officieren:
Een Kapitein van de Veld-Artillerie
en een 1ste Luitenant van de Rijdende
Artillerie.
XII. Een detachement Mariniers uit
Rotterdam.
XIII. Een compagnie van de Stede
lijke Schutterij van 's Gravenhage.
XIV. Twee bereden Officieren.
Een Kapitein en een 1ste Luitenant
van het Oost-Indische Leger.
XV. Een stalfourier met twee Rij
knechts, te paard.
XVI. De Herauten van Wapenen met
hun trompetters, te paard.
XVII. De Ceremoniemeester van Ha
re Majesteit de Koningin, gezeten in
een rijtuig met twee paarden.
XVIII. De dienstdoende Kamerhee-
ren, gezeten in twee rijtuigen, elk met
twee paarden.
XIX. De Hoofden der Departemen
ten van de Koninklijke Hofhouding, ge
zeten in twee rijtuigen, elk met twee
paarden.
XX. De Hofdames van Hare Majes
teit de Koningin en de twee adjudanten
der Marine van Hare Majesteit, gezeten
in een rijtuig met twee paarden.
XXI. De Hofdames van Hare Majes
teit de Koningin-Moeder, gezeten in een
rijtuig met twee paarden.
XXII. De Groot-Officieren van Hare
Majesteit de Koningin,
rijtuig met vier paarden.
XXIII. De Dames du Palais van
Hare Majesteit de Koningin, gezeten
in een rijtuig met vier paarden.
XXIV. De Groot-Meesteressen van
Hare Majesteiten, gezeten in een rijtuig
met vier paarden.
XXV. Twee Stalmeesters in buiten
gewonen cüunst van Hare Majesteit de
Koningin, te paard.
XXVI. De Opper-Ceremoniemeester
van Hare Majesteit de Koningin, geze
ten in een rijtuig met vier paarden.
XXVII. Het 1ste gedeelte van de
E erewacht, te paard.
XXVIII. De Koningen van Wape
nen te paard.
XXIX. De Ordonnans-Officieren van
Hare Majesteit de Koningin, te paard,
rijdende op éen gelid.
XXX. H. M. de Koningin, vergezeld
van H. M. de Koningin-Moeder, geze
ten in een rijtuig met acht paarden,
een koetsier naast elk paard.
Rechts van het koninklijk rijtuig de
chef van het Militaire Huis van Hare
Majesteit de Koningin, Adjudant-Gene
raal van Hare Majesteit, de Generaal-
Majoor Gouverneur der Koninklijke Re
sidentie en de Commandant van de Eere-
wacht.
Links van het koninklijk rijtuig de
Luitenant-Generaal, Adj udant-Generaal
van Hare Majesteit de Koningin, en de
Onder-Commandant van de Eerewacht.
Achter het koninklijk rijtuig:
a. De Adjudanten in gewonen dienst
van Hare Majesteit de Koningin, rij
dende op één gelid;
b. Zijne Hoogheid Jang di Pertoewan
besar Sjarif Hasjim Abdoel Djalil Sai-
foeddin, Sultan van Siak Sri Indrapoera
en Onderhoorigheden
Pangeran Ario Mataram, Luitenant-
Kolonel bij den Generalen Staf, broeder
van Zijne Hoogheid den Soesoehoenan
van Soerakarta;
Pangeran Mangkoe Negoro en Pan
geran Sosro, Zoons van Zijne Hoogheid
den Sultan van Koetea, allen te paard
en rijdende op één gelid.
c. de Adjudanten in buitengewonen
dienst van Hare Majesteit de Koningin,
rijdende drie aan drie en naar ouder
dom van rang;
d. de niet-ingedeelde bereden Opper
en Hoofd-Officieren van het garnizoen
der Residentie, rijdende vier aan vier
en naar ouderdom van rang.
XXXI. Het 2de gedeelte van de Eere-
wacht te paard.
XXXII. De aan het Station aanwe
zig geweest zijnde Eerewacht van de
stedelijke Schutterij, met het Vaandel
en de Muziek.
XXXIII. De aan het Station aanwe
zig geweest zijnde Eerewacht van het
4 do Regiment Infanterie, met het vaan
del en de muziek.
XXXIV. Een commando Cavalerie
tot sluiting van den stoet.
De stoet zal den volgenden weg ne-
an
Rijnstraat, Bezuidenhoutschen weg
tot aan de 1ste Van den Boschstraat,
door het Bosch, langs het Malieveld,
over de Willemsbrug, door het Korte
Voorhout, het Lange Voorhout ver
hoogd middelpad, De Parkstraat, de
Oranjestraat en de Paleisstraat naar
het Koninklijk Paleis.
Bij aankomst van Hare Majesteit aan
het Koninklijk Paleis zal daar zijn op
gesteld een Eerewacht van het Regiment
Grenadiers en Jagers, met het Vaandel
en de Muziek.
De Stedelijke Schutterij en het Gar
nizoen van de Residentie zullen op den
weg, door den stoet te volgen, zijn opge
steld.
Bij aankomst in de Residentie zal
Hare Majesteit met 101 kanonschoten
worden begroet, het carillon zal bespeeld
en de klokken zullen geluid worden tot
dat Hare Majesteit het Koninklijk Pa/-
leis zal zijn ingetreden.
Alle Leden der Koninklijke Hofhou
ding zijn gekleed in gala, de Civiele Au
toriteiten in ambtsgewaad en in gala,
de Militaire Macht in groot tenue.
De lichtstoet te Amsterdam
Naar men verneemt, bestaat de kans
dat de lichtstoet toch nog plaats zal
vinden, maar dan Diet op den 8sten
maar op den lOden September a.s.
De leden der subcomité's voor den
lichtstoet kwamen Woensdagavond in
het hotel Pays Bas sameu tot het
veruemen van don uitslag eener poging,
by den burgemeester aangewend om
deu lichtstoet toch te doen doorgaan,
al ware het dau op oen dag na liet
vertrek der Koningin.
Dinsdag is eene commissie uit de
subcomité's met den hoer Wynperle
aan het hoofd by den burgemeester
geweest, Woensdag het uitvotrend
comité, welks president de heer Huart
is. De heeren Wynperle en Huart
waren beiden vol lof over de ontvangst
in 's burgemeesters kamer. Het bleek
dat de burgemeester den lichtstoet
niet kon toestaaD, omdat voor net
bewaren der orde slechts de hulp van
het leger kon worden verkregen voor
de in het officieele programma opge
nomen festiviteiten en omdat er geen
politie geuoeg beschikbaar zou zyn
om het bewaren der orde op een der
avonden vau 5, 6, 7 of 8 Septoraber
aan haar alleeD op te dragen. De
burgemeester maakte echter weinig
FEUILLETON.
ii)
Daar zat hij op den bok in een
keurig fijn pak van een onberispelijken
snit, met een strooien hoed op het
hoofd, en met een stralend gezicht dat
door de morgenzon beschenen werd.
Hij wuifde Claude met zijn zweep goe
den dag en Claude gaf dezen groet met
-.e hand terug.
Nog eens klapte de zweep en de poeët
keerde in gepeins verzonken naar zijn
verzen terug. Hij had zijn best gedaan.
Hij eeg een vaag vermoeden wat het
resultaat hem zou brengen en dacht er
toen over, wat Lady Caroline en Olivia
nu zouden
HOOFDSTUK M.
Olivia zeide weinig. Haar moeder
drukte Claude de hand en bedankte
hem met tranen in de oogen, want zij
was een Iersche van geboorte, die zeer
bewogen kon zijn als zij wilde. Wat de
heer Sellwood betrof, deze was vreese-
lijk teleurgesteld, toen hij den hertog
ontmoette, van wien hij zooveel had
hooren vertellen. Jack scheen hem een
aardige kerel toe hoewel geen „golfer,"
wat erg jammer was klaarblijkelijk
had hij zelfs een afkeer van het spel,
wat een onvolkomenheid in zijn karak
ter kon beduiden.
Dit zeide de staatssecretaris. Olivia
vroeg wie al die rozen in haar kamer
gebracht had en toen Claude het haar
vertelde boog zij even en nam den ge-
heelen avond geen notitie meer van
Jack. Toch had zij een paar van de bloe
men tusschen haar ceintuur gestoken
en op dia wijze bedankte zij hem.
Het was zeker niet de vriendelijkste
manier en Jack had er zich een geheel
andere voorstelling van gemaakt. Hij
voelde zich bedroefd en teleurgesteld,
maar nog meer beschaamd. Hij had zich
vrijheden veroorloofd en zijn vriend op
zijde gedrongen.
Dit verweet hij zich zelf bitter en
toen kreeg zijn teleurstelling weer de
bovenhand. Zijn gevoelens waren eenigs-
zins gemengd. Het eene oogenblik vond
hij, dat Olivia niet was, wat hij zich van
haar had voorgesteld; het volgende
oogenblik overtrof zij zijn voorstelling.
Zij was mooier geworden.
Dikwijls had hij getracht zich haar ge
laat voor den geest te roepen, maar tever
geefs, want hij had haar maar eenmaal
en toen nog slechts eenige minuten ont
moet. Nu zag hij in, dat zijn eerste in
druk van haar, die hem wel flauw bij
gebleven maar toch altijd dierbaar was
geweest, Olivia geen recht had doen we
dervaren. Haar mooie, donkere wenk
brauwen, nog donkerder van tint dan
heur haar, waren hem totaal uit het
geheugen gegaan. Ook wist hij niet moer
dat zij zoo'n liefelijken blos had, die
op het zachte rood van de opkomende
zon in Australië geleek.
Toch herinnerde hij zich van dit alles
niets meer, ook was hij de kleur harer
oogen vergeten; de oprechte uitdruk
king er van had hij het best onthouden,
maar juist dien openhartigen blik miste
hij nu.
's Vrijdags waren de gasten aangeko
men en nu was het Maandagmorgen en
moest de staatssecretaris vertrekken,
daar zijn plicht hem te St. Stephen riep.
Hij gehoorzaamde aan die oproeping,
maar nu juist niet zooals een staatsman
betaamt.
Hij had den geheelen Zondag ver
spild met „golf" spelen en 't er tot straf,
niet glansrijk afgebracht.
De gespierde opzichter had hem een
lesje gegeven; het kwam hem nu voor.
dat- hij boter gedaan zou hebben met
zijn Zondag in de kerk door te brengen
of liever in de privaatkapel van het
kasteel waarin zijn schoonzoon Ds. Fre-
ke den dienst waarnam.
In een verdrietige stemming borstel
de hij zijn grijze haren, die als stoppels
overeind gingen staan, moffelde een ge
broken golfstok in zijn valies en vertrok.
En toen Olivia het laatste timpje van
haar's vaders jas achter de groote zuilen
zag verdwijnen, voelde ook zij zich ter
neergeslagen, want zij had haar vader
zeer lief.
Jack sloeg haar op eenigen afstand
gada Het kwam niet bij hem op, dat
haar moeder haar eiken dag ja bijna elk
uur voorhield, welk een goede partij hij
was, totdat zij er ziek van werd. En
ofschoon hij begreep, dat hij in zake do
versiering van haar kamer een weinig
te ver was gegaan, vermoedde hij toch
geenszins welk een gezicht het kamer
meisje had gezet, toen zij de bloemen
zag en welk eene schandelijke voldoe
ning Lady Caroline bij die gelegenheid
had getoond. Hij wist alleen, dat Lady
Caroline hem met een benauwende
vriendelijkheid behandelde en het hem
veel gelukkiger zou maken als Olivia
hartige manier toesprak, al waren het
dan ook slechts enkele woorden.
En nu voelde het jonge meisje zich
ongelukkig, dit zag zelfs Jack. Hij trad
op haar toe vast besloten haar een wei
nig op te beuren, niet denkend aan zijn
eigen gemoedstoestand, die ook niet van
de vroolijkste was.
„Gij zult het buiten wel vervelend
vinden, nu ge zoo pas uit Londen komt,
juffrouw Sellwood," begon Jack niet
precies op zijn gewonen natuurlijken
toon.
„Ik wilde, om ik weet niet wat, dat
gij ons verteldet waarmee wij u zouden
kunnen amuseorem!"
„Gij zijt wel vriendelijk," antwoord
de Olivia, „maar ik verlang niet om be
zig gehouden te worden als een klein
kind. Dank u. En wat het buitenleven
betreft, daar houd ik tienmaal zooveel
van als anders, wanneer ik pas uit de
stad kom."
Zij zag den hertog niet aan, maar
keek voor zich uit. En daar zij niemand
bespeurde, werd haai- blik zachter.
„Gij kent deze plaats zeker door en
door, juffrouw Sellwood?" vervolgde
Jack, die zijn hoed had afgezet, in twij
fel verkeerend of de portiek beschouwd
moest worden binnen's of buitenshuis te
zijn.
,0 jaweL ik heb hier dikwijls gelo
geerd," zeide Olivia.
„Hoe vindt gij de plaats?"
„Dat kan ik nauwelijks zeggen. Ik
heb nooit zoo iets meer gezien. Het is
liier alles te mooi en te groot voor een
man zooals ik ben."
„Ik heb ook dikwijls gedacht, dat het
wel wat te groot was," waagde Olivia
op te merken.
„Nu ik ook!" riep Jack uit. „Ik ben
blij, dat er nog iemand is die er ook
zoo over denkt."
„Ik wil niet onbeleefd zijn,' vervolg
de Olivia vertrouwelijk, ziende dat nie
mand hen bespiedde, „maar ik geloof
niet, dat ik het prettig zou vinden hier
altijd te wonen."
„Niet?" vroeg de hertog op geheel
anderen toon; hij voelde zich eenigszins
terneergeslagen, maar zijn manieren
drukten sympathie uit.
„Neen," herhaalde zij, „gij wel?"
„Ik weet het niet. Ik ben er nog niet
aan gewoon, ofschoon alles toch veel te
mooi en groot voor mij is.
Zal ik u eens vertellen, wat ik gedaan
heb? Ik heb buiten een hokje gemaakt,
waar ik naar toe ga, als dit huis mij
verveelt Als 't niet te veel van u ge-
vergd is zou ik zeggen, wilt gij het eens
zien t"