NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD, d6e Jaargang 1898. Ho 4638 DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 8 maanden. 0.30 de omstreken en franco per postJ 0.371/2 i 1-5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cis. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland,Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Suec., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentien van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer fo, 15; Reclames per regel f 0,30. Agenten voor ditgjblad in den omtrek zyn: BloemendaalSantpoort en Schoten, P. v. d. RAADT. Sandpoort; HeemstedeJ. LEUYEN,bij de tol; Spaarndam, G. HARTENDORPZandvoort, GJZWEMMER V eisen, W. J. PR IJ TER,liever wijle, J. HOORNS; HillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan. 85*^ Aan hen die daarop zyn ge abonneerd, wordt hierbij verzonden No. 33 van het Weekblad voor de Jeugd. (Elk No., groot 8 bladzijden, bevat tal van fraaie, gekleurde platen en een voor kinderen alleraardigsten tekst. De prijs per 3 maanden is slechts 60 Cents.) lOfficïeele BsricStleni. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, Doen te' weten, dat van heden op alle werkdagen, van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 unr, tot 25 Aug. e.k., 's namiddags ten 2 are, ter gemeente-secretarie ter visie is ne- dergelegd, het ingekomen verzoek schrift met de bijlagen van E. L. W. van Dobben om vergunning tot uit breiding van zijne oliekokerij door bijplaatsing van twaalf oventjes ach ter het perceel aan de Antoniestraat 13 en van Ruygrok en Co. om ver gunning tot uitbreiding van hunne boekdrukkerij door gaskracht bewo gen aan de Ged. Oude Gracht 129, en dat op den 2m Aug. des namid dags ten 2 ure op het Raadhuis der gemeente de gelegenheid zal worden gegeven, om ten overstaan van het gemeente-bestuur bezwaren tegen het oprichten dezer inrichtingen in te brengen. Haarlem, li Aug. 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. De Burgemeester van Haarlem, Brengt ter kennis van belangheb benden, dat volgens ontvangen mede- deeling van den IJker, Chef van Dienst te Leiden, het IJkkantoor aldaar na 29 Aug. 1898 zal zijn ge opend eiken Vrijdag en Zaterdag van 9 tot 1 uur. Alleen tusschen 4 en 25 Sept. '98 is het ijkkantoor gesloten. Haarlem, 10 Aug. 1898. De Burgemeester voornoemd, BOREEL. Foöitëek Ö&arzichi. Het zal niet lang meer duren of de oorlog tusschen de Vereenigde Staten en Spanje is geëindigd. Natuurlijk zullen er nog wel eenige weken ver- loopen voordat de vrede officieel is geteekend. Donderdagavond heeft de spaanscbe ministerraad het vredes- protocol ontvangen en dat goedge keurd. Dit protocol geeft niet den datum aan van de ontruiming van Cut a en PortoricoSpanje zal vergunning ontvangen de eilanden met alle moge lijke krijgseer te verlaten. De troepen mogen hun wapens en uitrusting medenamen. De ontruiming begint zoo spoedig mogelijk. De spaansche RegeeriDg zou nog Donderdagavond haar antwoord Daar Washington zenden en Camhon de noodige volmachten geven omdevre- despreliminairen te onderteekenen. De schorsing der vijandelijkheden zou waarschijnlijk heden worden besloten. De vredesonderhandelingen zullen te Parijs worden gevoerd. De Ameri kaansche generaal Schwan seinde Donderdag, dat zijn brigade in een gevecht gewikkeld is geweest met eeu sterke Spaansche macht, eenige mijlen afstauds van Mayaguez, de havenstad op Porto Rico. Twee Ameri kaansche soldaten werden ge dood, een luitenant en veertien man gewond. Wat China betreft en de voordee- len die dit land aan de mogendheden kan opleveren, zitten deze laatsten elkander nog steeds in het haar. In het engelsche Lagerhuis adelde minister Balfour Donderdag mede, dat de Regeering den gezant te Pe king Sir Claude Mac Donald, den In Maart de opdracht gaf, aan de Cbi- neesche regeering mede te deelen, dat zij de volle vrijheid had om na te gaan of Duitsche aanbiedingen, voor het leggen van spoorwegen gedaan, betere voorwaarden bevatten dan die door Engelsche kapitalisten gedaan. Doch de Engelsche regeering kon niet toestaan dat aan Duitschland een recht van voorkeur werd gegeven, uitsluitend op grond dat de ontwor pen lyn in de provincie Shantung ligt. Sir Claude Mac Donald kreeg de opdracht, zich tegen het toestaan van zulk een eisch te verzetten. Het bericht dat China toestemde in de ve-zoeken van den Russischen gezant Pawlof betreffende het con tract voor den Niutsehwangspoorweg is in hoofdzaak juist; de zaak maakt eon onderwerp van voortdurende zorg der Regeering uit. 8 T A O O S Eerste en derde pagina. Haarlem, 12 Aug. 1898. Examen. De uitslag van het eiudexamen voor de Hoogere Burgerscholen met öjarigen cursus in de Provincie Noord-Holland is als volgt: Geslaagd van de H. B. S. te Am sterdam Mej. J. P. Adrian, de heer E. Arriae, Y. J. F. Berckmans, J. Bou ten, F. Muller van Brakel, C. B. de Bruyn, F. C. A. BrijaD, L.J.Büller, R. Citroen, M. Dondorp, W. Dull, K. M. A. Erthoven, P. C. J. Euwes, C. J. B. M. Evers, H. P. van Gelder, W. van Harencarspel, A. de Haan, A. P. van der Horst, A. P. de Jonge, C. A. Kaufmann, R. Kerkhoven, A. J. Koelensmid, L. M. Köhler, A. R. Wittop Koning, G. B. van Barne- veld Kooy, F. G. Kou veld, J. de Lange, Mej. C. M. de Kruijff, de heer J. H. Kufijer, A. L. Lopes de Leao Laguna, J. G. Lepper, J.P. J. A. B. Marx. J. G. Maschhaupt, N. H. Meijer, W. A. P. F. Z. J. Men- dels, Th. H. J. M. MensiDg, A. Olden- boom, F. A. Overhoff. EH, Peloter, W. F. D. Philips, J. Polak, G. Ree, W. F. G. O. Reinders, T. Rosskopf, J. A. Roukens, J. H. A. Rupert, G. J. Zalm, H. J. Scholte, C. J. Schotel, D. Schotel, A. da Silva, J. E. van der Stok, S. Stork, E. Streep, J. P. Yeening, A. A. J. Veldhuis, mej.E. H. P. de Yos, J. G. Wattjes, de heer J. W. Weehuizen, P. A. W. Wes terkamp, H. Wirix, S. Zeehandelaar, H. J. Zier, A. v. d. Zijl. Yan de H. B. S. te Haarlem De heeren P. A. F. Appelboom, EI. Teding van Berkhout. C. Blok huis, J. A. de Bordes, M'ej. V. C. M. Boshouwers, de heeren G. A. Brender a Brandis. W. van den Broek, J. A. F. Brnijns, D. van Cap pel le, H. W. Dahlberg, mej. A. C. Dnijfjes. De heeren D. C. Enders, J. van Gogh, A. M. Hubregtse, M. J. de Bosch Kemper, E. Bolle- man Zystra, J. F. Ligteuberg, P. N. Max, Mej. P. M. Offerhaus, de^ hee ren J. H. Poppiuk, E. N. L. Quadekker, J. C. Ritsema,C. E. Sepp, J Tideman, R. van Vloten, A. G. van Waveren, R. A. Weerman, J. H. Wester veld, E. F. Wiemer. Yan de H. B. S. te Leiden K. Bool, A. A. Boonacker, J. Th. Bornwater, A. va.n Driel, H.Filippo, J. J. de Gelder, M. H. J. Groenen dijk, C. J- F. L. Knufman, H. G. Magnin, P. J. Meerburg, P. Schoor, E. G. P. van Sijpveld, P. W. M. Trap, W. Verhoeven, «J. Verkoren, J. L. Wissenburgh. Van de H. B. S. te Alkmaar: Mej. A. M. Boeke, de heeren A. Dros, G. A. B. Micola van Fürsten- recht, O. de Meij van Gerwen, K. Hart, J. Wittop Koning, J. vanKo- ningsdaal, D. Kos, W. Bronneger Onnekes, K. Over, H. Adama van Scheltema, W. J. Vos. Van de H. B. S. te Hoorn: De heeren C. Bolding, A. GleijsteeD, mej. C. W. M. Harmens, F. H. Holz- miiiler, J. C. van Hoolwerff, L. van Buren Lensink, N. J. Schilder, C. de Wit. Van de H. B. S. te Zaandam: De heeren H. Behrend, Mej. C. C. A. van Hille, de heeren H. Schoorl, P. Schoute, C. Snuif en Th. C. van Wijngaarden. Verder slaagden de extraneï G. F. Louwerse, P. H. M. Teupker, H. S. Hallo en C. Bakker. Het 6e en 2e bataljon met cava lerie trekken naar den pas van het zuidergebergte op weg naar Tangseh om Toekoe Oemar en zijn familie te zoeken. Onze troepen bezetten Tjot Geuëh. Heden herdenkt de heer P. J. Heere den dag, waarop hy voor 25 jaar bij de firma J. P. Kartbaus in betrekking kwam. B§ü^Ef3L&üD Atjeli. De correspondent te Batavia der N. B. Cl. seinde onder dagteekening van Donderdag De telegrafische gemeenschap tus schen Kota Radja en Medan is ver stoord. Den 4en Aug. trok het 3e bataljon naar Mampreh. Het ontmoette geen tegenstand. Herstemming Prov. Staten te Weesp. De voorloopige uitslag der her stemming voor een lid der Prov. Sta ten, in het district Weesp is als volgt: D. J. van Houten (lib.) 2281 st., mr. Jorritsma 1987 stemmen. De stemmen van Blaricum ontbreken nog. Toch is het zoo goed als zeker dat de heer Van Houten is gekozen. Een afscheidswoord van Dr. Knyper. Het volgende schrijven zendt Dr. A. Kuyper ter publiceering Voor ik naar New-York scheep ga, een kort woord van opbeldering en van verweer. Van opheldering, in zooverre het vreemd is gevonden, dat ik als Kamerlid en Voorzitter van het Pers- Comité, niet bij de inhuldigingsfesti viteiten tegenwoordig zal zijn. Voor wat het Pers-Comité aangaat kan ik dit zeer kort afdoen. Toen in het Bestuur van den Journalisten kring de vraag tot my kwam, of ik het voorzitterschap van het Comité voor de Buitenl. Pers aanvaarden wilde, heb ik, terstond en duidelijk, geantwoord, dat ik bereid was te helpen wat ik kon, maar dat de hee ren wel moesten weten, dat ik niet bij de feesten zou zyn, w ij 1 ik naar Amerika moest. Alleen onder het verband van die pertinente verklaring trad ik als voor zitter van het Comité op, en het is alzoo geheel onbillijk, my thans een verwijt te maken van wat ik van meet af als conditie heb gesteld. En wat de inhuldiging zelve aan gaat, zoo zal te deien opzichte de teleurstelling wel voor niemand pijn lijker zyn dan voor my zeiven, maar ik was reedstwee jarente voren gebonden, en kon van de S t o n e-lectures niet afzien. De Uni versiteit van Princetown had mij honoris causa doctor in de rechten gemaakt, en nitgenoodigd haarbnlin loco te komen ontvangen, met het houden van eenige lectures. Beleefd heid veroorloofde my niet, dit af te slaan. Toen was het reeds twee ach tereenvolgende jaren uitgesteldhet laatst in '97 om de verkiezingen. Toen nu in den beginne van dit jaar er nogmaals op werd aangedrongen, dat ik thans myn belofte gestand zou doen, heb ik moeten aannemen, en kon ik niet meer terugte minder, daar, toen ik beslissen moest, de juiste dag der Inhuldiging nog van verre niet bekend was. Aan deze korte opbeldering voeg ik een kort woord van verweer toe tegenover een lasterlyk gerucht, door de „Controleur" de wereld inge bracht, en door de „N. Sprokkelaar" blykbaar met zekere graagte, verder verspreid. Dat gerucht hield in, dat myn zoon Guillaume, sergeant by bet Reserve kader te Arnhem, by zyn examen voor sergeant effectief „gezakt" was, maar daarop, dank zy myn invloed en voorspraak, toch was toegelaten. De mededeeling eindigde met denfraaien uitroep„Arm leger, dat door zulke officiereu moet worden aangevoerd." Nu heb ik op soortgelijke geruch ten, waar ze mijn persoon betreffen, nooit regard geslagen. Het genot van my met booze praatjes te achtervol gen, moest aan myn tegenstanders gegund blijven. Maar van myn kinderen zal men afblijven. De laaghartigheid om een politiek tegenstander tot in zijn kinderen te wonden, zal niet straffeloos door „Controleur" of „Nieuwe Sprokke laar" in ons goede land geïntroduceerd worden. Ik schreef daarom aan den kolonel van bet regiment, den heer Van Dam van Isselt, met verzoek my te willen melden wat vaD de zaak aan was. Ziebier zyn antwoord Arnhem, 7 Aug. 1898. Hooggeachte Heer I In antwoord op Uw geëerd schrij ven kan ik U mededeelen dat het be richt, in de „Controleur", betreffende het examen van Uwen zoon, geheel onjuist is. De voorstelling, door genoemd blad vau de bedoelde zaak gegeven, is lijnrecht met de waarheid in stryd. Uw zoon heeft een in alle opzich ten ruim voldoend examen afgelegd. Er is dan ook bij de examen-com missie geen sprake geweest hem af te wyzen. Hoogachtend heb ik het voorrecht te zyn van U de dienstvaardige dienaar, J. van DAM van ISSELT Alles was alzoo in den haak, en al wat aanleiding tot het gerucht gaf was een grap van mijn zoon, die aan een bezorgd kameraad op zyn vraag: Ben je er door? met een bedrukt gezicht antwoordde„gezakt En daaruit na is, zonder eenig ver der onderzoek, de drievoudige booze conclusie getrokken lo dat ik mis bruik had gemaakt van myn invloed om onrecht te plegen; 2o. dat de militaire Overheid zich daartoe had laten vinden, en 3o. dat myn zoon als officier een ongeluk voor het leger zon zyn. Nu keur ik die grap van myu zoon niet goed. Zelfs in scherts moet men geen dingen anders zeggen, dan ze zyn. Maar wat van organen der pers te denken, die zich zeiven door zulke „occasional notes" ont sieren onteeren zeg ik liefst niet Of ze na dit verweer hun lezers beter zullen inlichten, zy hun zelve ter beslissing gelaten. Na e9n rusttijd, weinig langer dan ik toch elk jaar nam, hoop ik van Amerika uit èn in „Standaard" èn in „Heraut" myn taak weer op te vat ten, en zoo de Heere onze God my welstand en veilig geleide schenkt, in begin van November terug te zyn. Tot zoolang roep ik myn lezers en lezeressen een hartelijk vaarwel toe. De reddmgsbooteii op de „Spaarndam". Een Dnitscher verhaalt in het „Berl. Tagebl.", naar aanleiding van liet lot der „Bourgogne", zyn ondervinding op de „Spaarndam", het schip der HollandAmerika-lyn, waarmede hy de reis naar Europa maakte. Hy zegt daarin „Kapitein Stenger ging mot ons naar het dek. Nauwelijks hadden wij dat betreden of er klonk een signaal. De bemanning, die daareven nog be zig was, snelde toe en met het hor loge in de hand konden wy nagaan, dat in 25 tot 30 seconden alle red dingsbooten gereed waren om te water te worden gelaten. De snelheid en orde, waarmede deze manoeuvre was geschied, waren zoo verrassend, dat het moeilijk sctieen zich een juist denkbeeld te vormen van de moeilijkheden van het werk. Zeer moeilyk wordt het werk ge maakt door de bevestiging der booten aan het dekzy moeten tegon iedere beweging van het schip en de kracht der golven bestand, doch tevens in geval van nood onmiddellijk gereed zyn. „Wij verkregen den indruk, dat het systeem van de Holland—Amorika- lijn juist deze moeilijkheid zeer goed ontwijkt. De bootskrabbers worden door het opschuiven van eeu enkelen ring losgemaakt. Bovendien zyn de bootskrabbers door touwwerk beves tigd, en dit is in geval van nood ge makkelijk door te snyden. Een tweede moeilijkheid is, dat zelfs als de touwen waarmede de boot af gelaten moet worden, strak zy'd, de boot op klampen rast. Om de boot nu overboord te draaien moet zy eerst een weinig worden opgeheschen wat by een ongeluk tot vertraging aan leiding kan geven. Na vele proefne mingen heeft de Holland-Amerika-lyn de klampen vervangen door ijzeren stoelen, die door het wegnemen van een bont gemakkelijk tegen het dek vallen en daardoor de boot vrijmaken om, zelfs als het schip op zyde ligt, buiten boord te worden gedraaid. De geheele handeling bestaat das in het losmaken van den krabber en het uithalen van den bont. Een kleine beweging is voldoende om de stoelen te doen'wegvallen, en de boot buiten boord te brengen. Vier man zyn daarvoor per boot voldoende; zoo noodig kan het zelfs door twee man geschieden. Juist de eenvoud ver hoogt de waarde van dit systeem; want elke nieuwe complicatie is de oorzaak van nieuwe bezwaren. Behalve reddingsbooten hebben de schepen der Holland—Amerika-lyn ook reddingsvlotten aan boorddeze zyn minder geschikt om er langen tijd op te blijven, doch zyn zeer goed om een betrekkelijk groot aantal per sonen snel de gelegenheid te geven zoo noodig het schip te verlaten. Ons bleek dat ook deze vlotten in een oogwenk te water kannen worden ge laten. FEUILLETON. De Hertog vanaj St. Osmund. 12) De eteaaszakken hingen, niet aan de zoldering, aangezien niemand daar zijn maaltijd gebruikte. De platen, die boven de krib hingen, waren ook uit de Lon don News geknipt en niet uit de „Sket- cher", die Jack niet in Londen had kunnen krijgenook 'zagen ze heel schoon en waren netjes gerangschikt. Maar de krib geleek precies op die, waarop Jack in Australië sliep, want hij h<id er zijn ouden, blauwen deken over heen gelegd, waarop een spinnende, gele bal lag, als een zandbank midden in zee. „Dit is dus Livingstone!" riep Olivia uit, den kop van deze vermaardheid streelend. „Ja, en bij het vuur liggen de oude Tom en zwarte Maria. Ik heb ze van daag opgesloten, want niet in alle op zichten gelijkt 't hier op mijn bosschen. Zij zouden hier gestolen kunnen wor den, wat daar niet zoo licht zou gebeu ren, want eerst vijf mijl van mij venvij- j derd in Carara woonden menschen." - 1 „Dan moet het er toch vreeselijk een zaam zijn geweest!" ,Daar raakt men aan gewoon. En om de paar maanden ging ik naar stad en. en ontmoette dan mijn baas," zeide Jack nog bijtijds een andere wending aan den zin gevend, zich herinnerend hoe hij Claude eens geschokt had. Olivia hield zich met de katten bezig, terwijl Jack met een stralend gezicht naast haar stond. Het poesje, dat zij eens van hem gekregen had, was in een mandje uit de stad meegekomen. Het huisde nu in Olivia's kamer, maar zij stelde voor heit diertje weer bij zijn mak- kers te brongen. Jack herinnerde haar echter op teoderen toon, dat het haar eigendom was en sprak toen op zoo'n in verlegenheid brengende wijze over haar vriendelijkheid bij die eerste ontmoeting dat het jonge meisje het gesprek dadelijk op een ander onderwerp bracht. „Ik merk," zeide zij op de krib wij zend, „dat gij hier uw middagdutje doet." „Ik slaap hier 's nachts," was het antwoord. „Dat meent ge niet „Zeker, eiken nacht breng ik hier door. Dat schijnt u te verbazen. Ik had Claude verzocht het stil te houden, maar eigenlijk dient het nergens toe. De fris- sche lucht en de eenzaamheid bevallen mij 't best. Ik ben er aan gewoon. Tel kens als ik wakker word hoor ik den wind door de pijnboomen raisch.cn j net als in mijn vorige hut. Het is mij dan, alsof ik weer in mijn bosschen slaap. Er is bijna geen verschil in j tenminste niet de moeite waard om er over te spreken." „Gij zoudt zeker gaarne weer terug- j gaan", zeide Olivia beslist, alsof er geen ontkennen mogelijk was; toch vestigde zij liaai- oogen op J ack's gelaat als wilde zij hem door en door zien. „Dat zeg ik niet, juffrouw Sellwood," protestcorde hij. „Het is natuurlijk een heel ding voor mij om aan al dien rijk- j dom en weelde gewend te raken en! het is nog moeielijker voor mij om te ge- looven, dat alles werkelijkheid is. Mijn heele omgeving doet mij aan een droom denken. En mijn hutje helpt mij nu om er mij eenigszins te leeren iu leven dat is een werkelijk iets. Al de andere dingen zijn raadsels voor mijzelfs al ontwaakte ik op dit oogenblik in Carara dan zou ik niets verbaasd staan." „Dat verwondert mij," zeide Olivia hem met haar mooie oogen nog steeds strak aanziende. „Dat verwondert mij Haar toon verbaasde hein. „Natuurlijk," stamelde hij, „zou het mij spijten bij mijn ontwaken te be merken, dat ook gij een droombeeld waart geweest!" „Natuurlijk," antwoordde zij lachend, en even buigend. Toen zwegen beiden en terwijl Olivia. de plaat boven de krib bekeek vervolg de zij „Ik merk, dat gij reeds lang genoeg in Engeland geweest zijt om vleierijen te leeren. Eens vooral wil ik u zeggen, dat ik er niets van houd. En tenminste niet," vervolgde zij wat vriendelijker en hem aanziende, „wanneer zij van een zóó oprecht man als gij zijt, komen." „Maar gij begrijpt me verkeerd; ik meende oprecht, wat ik zeide," weder- legde de arme Jack. „Het doet er niet toe," zeide het meisje. „Maar het wordt tijd om naar huis te gaan." Olivia was er zich van bewust, dat zij en den hertog elkaar graag mochten lij dein, hoe meer zij hem zag, hoe meer zij van Uem zou gaan houden en dat zij hem in vele dingen van dienst kon zijn als hij verstandig bleef en niet meer dan vriendschap voor haar ging gevoe len. Op dit laatste punt was zij echter niet zoo heel zeker van hem, als zij wel wenschte. Zij wilde dus tot eiken prijs intieme onderwerpen mijden. Het was dus heel ongelukkig, dat zij op 't allerlaatste oogenblik den bouquet op den schoorsteenmantel in 't oog kreeg. „Gij zijt naar een bruiloft geweest-," riep zij uit, „en niemand heeft mij daar iets van verteld! Waar was de bruiloft? Zeker bij een van de. pachters anders had do bruid u haar bouquet niet ge geven V' En zij hield de bloemen onder haar neus; maar zij rooken niet frisch meer en hier en daar was het smettelooze wit in het bruin van een appel veranderd, die eerst half opgegeten is en daarna blijven liggen. „Er kwam geen bruid en ook geen bruiloft bij te pas," zeide Jack. „Wat beteekeut- dan die bruidsbou- quet! Neen, neem mij niet kwalijk, het is een zeer onbescheiden vraag." „In 't geheel niet. Ik had hem voor een jonge dame bestemd. De tuinman heeft hem gemaakt, maar ik zeide hem welke bloemen hij moest kiezen. Er was geen sprake van een huwelijk; ik dacht alleen, dat bloemen een aardige wel komstgroet aan een jong meisje waren, en vond wit de mooiste kleur. Maar 't scheen, dat ik hierin ongelijk had; zij zou 't niet aardig hebben gevonden en ik had er haar slechts mee in verle genheid gebracht. Toen ik dat hoorde kwam ik natuurlijk van mijn plan te rug" „Dat begrijp ik," zeide Olivia, die te veel begreep. „Toch ben ik het niet ge heel met u eensals ik dat jonge meisje geweest was „Wat dan V' Deze begeerige, uitgesproken woorden deden Olivia een andere wending aan haar zin geven. „Zou ik het heel vriendelijk van u gevonden hebben," zeide zij na even na gedacht te hebben. Zij zette den ruiker weer neder en begaf zich naar buiten. „Het spijt mij, dat ge zoo'n haast hebt," zedde hij toen hij haar, nadat da deur zorgvuldig gesloten was, had inge haald. „Anders had ik wat kruidenthee voer u gezet. Die drinken wij in de bosschen- Wat heb ik een moeite ge had om hot hier te krijgen. Ik heb nog wat van die thee; ik vind dat ze beter smaakt dan elke andere, maar gij moet nog maar eens komen om er zelf over te oordeelen." „We zullen zien," zeide Olivia glim-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1