NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD,
d6e Jaargang
1898. Ho 4638
DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 8 maanden. 0.30
de omstreken en franco per postJ 0.371/2
i 1-5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cis. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland,Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Suec., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentien van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer fo, 15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor ditgjblad in den omtrek zyn: BloemendaalSantpoort en Schoten, P. v. d. RAADT. Sandpoort; HeemstedeJ. LEUYEN,bij de tol; Spaarndam, G. HARTENDORPZandvoort, GJZWEMMER
V eisen, W. J. PR IJ TER,liever wijle, J. HOORNS; HillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan.
85*^ Aan hen die daarop zyn ge
abonneerd, wordt hierbij verzonden
No. 33 van het Weekblad voor de
Jeugd.
(Elk No., groot 8 bladzijden, bevat
tal van fraaie, gekleurde platen en
een voor kinderen alleraardigsten
tekst. De prijs per 3 maanden is slechts
60 Cents.)
lOfficïeele BsricStleni.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Doen te' weten, dat van heden op
alle werkdagen, van des voormiddags
10 tot des namiddags 4 unr, tot 25
Aug. e.k., 's namiddags ten 2 are, ter
gemeente-secretarie ter visie is ne-
dergelegd, het ingekomen verzoek
schrift met de bijlagen van E. L. W.
van Dobben om vergunning tot uit
breiding van zijne oliekokerij door
bijplaatsing van twaalf oventjes ach
ter het perceel aan de Antoniestraat
13 en van Ruygrok en Co. om ver
gunning tot uitbreiding van hunne
boekdrukkerij door gaskracht bewo
gen aan de Ged. Oude Gracht 129,
en dat op den 2m Aug. des namid
dags ten 2 ure op het Raadhuis der
gemeente de gelegenheid zal worden
gegeven, om ten overstaan van het
gemeente-bestuur bezwaren tegen het
oprichten dezer inrichtingen in te
brengen.
Haarlem, li Aug. 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
De Burgemeester van Haarlem,
Brengt ter kennis van belangheb
benden, dat volgens ontvangen mede-
deeling van den IJker, Chef van
Dienst te Leiden, het IJkkantoor
aldaar na 29 Aug. 1898 zal zijn ge
opend eiken Vrijdag en Zaterdag van
9 tot 1 uur.
Alleen tusschen 4 en 25 Sept. '98
is het ijkkantoor gesloten.
Haarlem, 10 Aug. 1898.
De Burgemeester voornoemd,
BOREEL.
Foöitëek Ö&arzichi.
Het zal niet lang meer duren of de
oorlog tusschen de Vereenigde Staten
en Spanje is geëindigd. Natuurlijk
zullen er nog wel eenige weken ver-
loopen voordat de vrede officieel is
geteekend. Donderdagavond heeft de
spaanscbe ministerraad het vredes-
protocol ontvangen en dat goedge
keurd.
Dit protocol geeft niet den datum
aan van de ontruiming van Cut a en
PortoricoSpanje zal vergunning
ontvangen de eilanden met alle moge
lijke krijgseer te verlaten. De troepen
mogen hun wapens en uitrusting
medenamen. De ontruiming begint
zoo spoedig mogelijk.
De spaansche RegeeriDg zou nog
Donderdagavond haar antwoord Daar
Washington zenden en Camhon de
noodige volmachten geven omdevre-
despreliminairen te onderteekenen. De
schorsing der vijandelijkheden zou
waarschijnlijk heden worden besloten.
De vredesonderhandelingen zullen te
Parijs worden gevoerd.
De Ameri kaansche generaal Schwan
seinde Donderdag, dat zijn brigade
in een gevecht gewikkeld is geweest
met eeu sterke Spaansche macht,
eenige mijlen afstauds van Mayaguez,
de havenstad op Porto Rico. Twee
Ameri kaansche soldaten werden ge
dood, een luitenant en veertien man
gewond.
Wat China betreft en de voordee-
len die dit land aan de mogendheden
kan opleveren, zitten deze laatsten
elkander nog steeds in het haar.
In het engelsche Lagerhuis adelde
minister Balfour Donderdag mede,
dat de Regeering den gezant te Pe
king Sir Claude Mac Donald, den In
Maart de opdracht gaf, aan de Cbi-
neesche regeering mede te deelen, dat
zij de volle vrijheid had om na te
gaan of Duitsche aanbiedingen, voor
het leggen van spoorwegen gedaan,
betere voorwaarden bevatten dan die
door Engelsche kapitalisten gedaan.
Doch de Engelsche regeering kon
niet toestaan dat aan Duitschland een
recht van voorkeur werd gegeven,
uitsluitend op grond dat de ontwor
pen lyn in de provincie Shantung
ligt. Sir Claude Mac Donald kreeg
de opdracht, zich tegen het toestaan
van zulk een eisch te verzetten.
Het bericht dat China toestemde
in de ve-zoeken van den Russischen
gezant Pawlof betreffende het con
tract voor den Niutsehwangspoorweg
is in hoofdzaak juist; de zaak maakt
eon onderwerp van voortdurende zorg
der Regeering uit.
8 T A O O S
Eerste en derde pagina.
Haarlem, 12 Aug. 1898.
Examen.
De uitslag van het eiudexamen voor de
Hoogere Burgerscholen met öjarigen
cursus in de Provincie Noord-Holland
is als volgt:
Geslaagd van de H. B. S. te Am
sterdam
Mej. J. P. Adrian, de heer E.
Arriae, Y. J. F. Berckmans, J. Bou
ten, F. Muller van Brakel, C. B. de
Bruyn, F. C. A. BrijaD, L.J.Büller,
R. Citroen, M. Dondorp, W. Dull,
K. M. A. Erthoven, P. C. J. Euwes,
C. J. B. M. Evers, H. P. van Gelder,
W. van Harencarspel, A. de Haan,
A. P. van der Horst, A. P. de Jonge,
C. A. Kaufmann, R. Kerkhoven, A.
J. Koelensmid, L. M. Köhler, A. R.
Wittop Koning, G. B. van Barne-
veld Kooy, F. G. Kou veld, J. de
Lange, Mej. C. M. de Kruijff, de
heer J. H. Kufijer, A. L. Lopes de
Leao Laguna, J. G. Lepper, J.P. J.
A. B. Marx. J. G. Maschhaupt, N.
H. Meijer, W. A. P. F. Z. J. Men-
dels, Th. H. J. M. MensiDg, A. Olden-
boom, F. A. Overhoff. EH, Peloter,
W. F. D. Philips, J. Polak, G. Ree,
W. F. G. O. Reinders, T. Rosskopf,
J. A. Roukens, J. H. A. Rupert, G.
J. Zalm, H. J. Scholte, C. J. Schotel,
D. Schotel, A. da Silva, J. E. van
der Stok, S. Stork, E. Streep, J. P.
Yeening, A. A. J. Veldhuis, mej.E.
H. P. de Yos, J. G. Wattjes, de heer
J. W. Weehuizen, P. A. W. Wes
terkamp, H. Wirix, S. Zeehandelaar,
H. J. Zier, A. v. d. Zijl.
Yan de H. B. S. te Haarlem
De heeren P. A. F. Appelboom,
EI. Teding van Berkhout. C. Blok
huis, J. A. de Bordes, M'ej. V. C.
M. Boshouwers, de heeren G. A.
Brender a Brandis. W. van den
Broek, J. A. F. Brnijns, D. van
Cap pel le, H. W. Dahlberg, mej. A.
C. Dnijfjes. De heeren D. C. Enders,
J. van Gogh, A. M. Hubregtse, M.
J. de Bosch Kemper, E. Bolle-
man Zystra, J. F. Ligteuberg, P. N.
Max, Mej. P. M. Offerhaus, de^ hee
ren J. H. Poppiuk, E. N. L.
Quadekker, J. C. Ritsema,C. E. Sepp, J
Tideman, R. van Vloten, A. G. van
Waveren, R. A. Weerman, J. H.
Wester veld, E. F. Wiemer.
Yan de H. B. S. te Leiden
K. Bool, A. A. Boonacker, J. Th.
Bornwater, A. va.n Driel, H.Filippo,
J. J. de Gelder, M. H. J. Groenen
dijk, C. J- F. L. Knufman, H. G.
Magnin, P. J. Meerburg, P. Schoor,
E. G. P. van Sijpveld, P. W. M.
Trap, W. Verhoeven, «J. Verkoren,
J. L. Wissenburgh.
Van de H. B. S. te Alkmaar:
Mej. A. M. Boeke, de heeren A.
Dros, G. A. B. Micola van Fürsten-
recht, O. de Meij van Gerwen, K.
Hart, J. Wittop Koning, J. vanKo-
ningsdaal, D. Kos, W. Bronneger
Onnekes, K. Over, H. Adama van
Scheltema, W. J. Vos.
Van de H. B. S. te Hoorn:
De heeren C. Bolding, A. GleijsteeD,
mej. C. W. M. Harmens, F. H. Holz-
miiiler, J. C. van Hoolwerff, L. van
Buren Lensink, N. J. Schilder, C. de
Wit.
Van de H. B. S. te Zaandam:
De heeren H. Behrend, Mej. C. C.
A. van Hille, de heeren H. Schoorl,
P. Schoute, C. Snuif en Th. C. van
Wijngaarden.
Verder slaagden de extraneï
G. F. Louwerse, P. H. M. Teupker,
H. S. Hallo en C. Bakker.
Het 6e en 2e bataljon met cava
lerie trekken naar den pas van het
zuidergebergte op weg naar Tangseh
om Toekoe Oemar en zijn familie te
zoeken.
Onze troepen bezetten Tjot Geuëh.
Heden herdenkt de heer P. J. Heere
den dag, waarop hy voor 25 jaar bij
de firma J. P. Kartbaus in betrekking
kwam.
B§ü^Ef3L&üD
Atjeli.
De correspondent te Batavia der
N. B. Cl. seinde onder dagteekening
van Donderdag
De telegrafische gemeenschap tus
schen Kota Radja en Medan is ver
stoord.
Den 4en Aug. trok het 3e bataljon
naar Mampreh. Het ontmoette geen
tegenstand.
Herstemming Prov. Staten
te Weesp.
De voorloopige uitslag der her
stemming voor een lid der Prov. Sta
ten, in het district Weesp is als volgt:
D. J. van Houten (lib.) 2281 st., mr.
Jorritsma 1987 stemmen. De stemmen
van Blaricum ontbreken nog. Toch
is het zoo goed als zeker dat de heer
Van Houten is gekozen.
Een afscheidswoord van
Dr. Knyper.
Het volgende schrijven zendt Dr.
A. Kuyper ter publiceering
Voor ik naar New-York scheep
ga, een kort woord van opbeldering
en van verweer.
Van opheldering, in zooverre
het vreemd is gevonden, dat ik als
Kamerlid en Voorzitter van het Pers-
Comité, niet bij de inhuldigingsfesti
viteiten tegenwoordig zal zijn.
Voor wat het Pers-Comité aangaat
kan ik dit zeer kort afdoen. Toen in
het Bestuur van den Journalisten
kring de vraag tot my kwam, of ik
het voorzitterschap van het Comité
voor de Buitenl. Pers aanvaarden
wilde, heb ik, terstond en duidelijk,
geantwoord, dat ik bereid was te
helpen wat ik kon, maar dat de hee
ren wel moesten weten, dat ik niet
bij de feesten zou zyn, w ij 1 ik naar
Amerika moest.
Alleen onder het verband van die
pertinente verklaring trad ik als voor
zitter van het Comité op, en het is
alzoo geheel onbillijk, my thans een
verwijt te maken van wat ik van
meet af als conditie heb gesteld.
En wat de inhuldiging zelve aan
gaat, zoo zal te deien opzichte de
teleurstelling wel voor niemand pijn
lijker zyn dan voor my zeiven, maar
ik was reedstwee jarente
voren gebonden, en kon van de
S t o n e-lectures niet afzien. De Uni
versiteit van Princetown had mij
honoris causa doctor in de rechten
gemaakt, en nitgenoodigd haarbnlin
loco te komen ontvangen, met het
houden van eenige lectures. Beleefd
heid veroorloofde my niet, dit af te
slaan. Toen was het reeds twee ach
tereenvolgende jaren uitgesteldhet
laatst in '97 om de verkiezingen.
Toen nu in den beginne van dit jaar
er nogmaals op werd aangedrongen,
dat ik thans myn belofte gestand zou
doen, heb ik moeten aannemen, en
kon ik niet meer terugte minder,
daar, toen ik beslissen moest, de juiste
dag der Inhuldiging nog van verre
niet bekend was.
Aan deze korte opbeldering voeg
ik een kort woord van verweer
toe tegenover een lasterlyk gerucht,
door de „Controleur" de wereld inge
bracht, en door de „N. Sprokkelaar"
blykbaar met zekere graagte, verder
verspreid.
Dat gerucht hield in, dat myn zoon
Guillaume, sergeant by bet Reserve
kader te Arnhem, by zyn examen
voor sergeant effectief „gezakt" was,
maar daarop, dank zy myn invloed en
voorspraak, toch was toegelaten. De
mededeeling eindigde met denfraaien
uitroep„Arm leger, dat door zulke
officiereu moet worden aangevoerd."
Nu heb ik op soortgelijke geruch
ten, waar ze mijn persoon betreffen,
nooit regard geslagen. Het genot van
my met booze praatjes te achtervol
gen, moest aan myn tegenstanders
gegund blijven.
Maar van myn kinderen zal men
afblijven.
De laaghartigheid om een politiek
tegenstander tot in zijn kinderen te
wonden, zal niet straffeloos door
„Controleur" of „Nieuwe Sprokke
laar" in ons goede land geïntroduceerd
worden.
Ik schreef daarom aan den kolonel
van bet regiment, den heer Van Dam
van Isselt, met verzoek my te willen
melden wat vaD de zaak aan was.
Ziebier zyn antwoord
Arnhem, 7 Aug. 1898.
Hooggeachte Heer I
In antwoord op Uw geëerd schrij
ven kan ik U mededeelen dat het be
richt, in de „Controleur", betreffende
het examen van Uwen zoon, geheel
onjuist is.
De voorstelling, door genoemd blad
vau de bedoelde zaak gegeven, is
lijnrecht met de waarheid in stryd.
Uw zoon heeft een in alle opzich
ten ruim voldoend examen afgelegd.
Er is dan ook bij de examen-com
missie geen sprake geweest hem af
te wyzen.
Hoogachtend heb ik het voorrecht
te zyn van U
de dienstvaardige dienaar,
J. van DAM van ISSELT
Alles was alzoo in den haak, en al
wat aanleiding tot het gerucht gaf
was een grap van mijn zoon, die aan
een bezorgd kameraad op zyn vraag:
Ben je er door? met een bedrukt
gezicht antwoordde„gezakt
En daaruit na is, zonder eenig ver
der onderzoek, de drievoudige booze
conclusie getrokken lo dat ik mis
bruik had gemaakt van myn invloed
om onrecht te plegen; 2o. dat
de militaire Overheid zich
daartoe had laten vinden, en 3o. dat
myn zoon als officier een ongeluk
voor het leger zon zyn.
Nu keur ik die grap van myu zoon
niet goed. Zelfs in scherts moet
men geen dingen anders zeggen, dan
ze zyn. Maar wat van organen der
pers te denken, die zich zeiven door
zulke „occasional notes" ont
sieren onteeren zeg ik liefst niet
Of ze na dit verweer hun lezers
beter zullen inlichten, zy hun zelve
ter beslissing gelaten.
Na e9n rusttijd, weinig langer dan
ik toch elk jaar nam, hoop ik van
Amerika uit èn in „Standaard" èn in
„Heraut" myn taak weer op te vat
ten, en zoo de Heere onze God my
welstand en veilig geleide schenkt,
in begin van November terug te zyn.
Tot zoolang roep ik myn lezers en
lezeressen een hartelijk vaarwel toe.
De reddmgsbooteii op de
„Spaarndam".
Een Dnitscher verhaalt in het „Berl.
Tagebl.", naar aanleiding van liet lot
der „Bourgogne", zyn ondervinding
op de „Spaarndam", het schip der
HollandAmerika-lyn, waarmede hy
de reis naar Europa maakte. Hy zegt
daarin
„Kapitein Stenger ging mot ons
naar het dek. Nauwelijks hadden wij
dat betreden of er klonk een signaal.
De bemanning, die daareven nog be
zig was, snelde toe en met het hor
loge in de hand konden wy nagaan,
dat in 25 tot 30 seconden alle red
dingsbooten gereed waren om te water
te worden gelaten.
De snelheid en orde, waarmede deze
manoeuvre was geschied, waren zoo
verrassend, dat het moeilijk sctieen
zich een juist denkbeeld te vormen
van de moeilijkheden van het werk.
Zeer moeilyk wordt het werk ge
maakt door de bevestiging der booten
aan het dekzy moeten tegon iedere
beweging van het schip en de kracht
der golven bestand, doch tevens in
geval van nood onmiddellijk gereed
zyn.
„Wij verkregen den indruk, dat het
systeem van de Holland—Amorika-
lijn juist deze moeilijkheid zeer goed
ontwijkt. De bootskrabbers worden
door het opschuiven van eeu enkelen
ring losgemaakt. Bovendien zyn de
bootskrabbers door touwwerk beves
tigd, en dit is in geval van nood ge
makkelijk door te snyden.
Een tweede moeilijkheid is, dat zelfs
als de touwen waarmede de boot af
gelaten moet worden, strak zy'd, de
boot op klampen rast. Om de boot
nu overboord te draaien moet zy eerst
een weinig worden opgeheschen wat
by een ongeluk tot vertraging aan
leiding kan geven. Na vele proefne
mingen heeft de Holland-Amerika-lyn
de klampen vervangen door ijzeren
stoelen, die door het wegnemen van
een bont gemakkelijk tegen het dek
vallen en daardoor de boot vrijmaken
om, zelfs als het schip op zyde ligt,
buiten boord te worden gedraaid.
De geheele handeling bestaat das
in het losmaken van den krabber en
het uithalen van den bont.
Een kleine beweging is voldoende
om de stoelen te doen'wegvallen, en
de boot buiten boord te brengen. Vier
man zyn daarvoor per boot voldoende;
zoo noodig kan het zelfs door twee
man geschieden. Juist de eenvoud ver
hoogt de waarde van dit systeem;
want elke nieuwe complicatie is de
oorzaak van nieuwe bezwaren.
Behalve reddingsbooten hebben de
schepen der Holland—Amerika-lyn
ook reddingsvlotten aan boorddeze
zyn minder geschikt om er langen
tijd op te blijven, doch zyn zeer goed
om een betrekkelijk groot aantal per
sonen snel de gelegenheid te geven
zoo noodig het schip te verlaten. Ons
bleek dat ook deze vlotten in een
oogwenk te water kannen worden ge
laten.
FEUILLETON.
De Hertog vanaj
St. Osmund.
12)
De eteaaszakken hingen, niet aan de
zoldering, aangezien niemand daar zijn
maaltijd gebruikte. De platen, die boven
de krib hingen, waren ook uit de Lon
don News geknipt en niet uit de „Sket-
cher", die Jack niet in Londen had
kunnen krijgenook 'zagen ze heel
schoon en waren netjes gerangschikt.
Maar de krib geleek precies op die,
waarop Jack in Australië sliep, want
hij h<id er zijn ouden, blauwen deken
over heen gelegd, waarop een spinnende,
gele bal lag, als een zandbank midden
in zee.
„Dit is dus Livingstone!" riep Olivia
uit, den kop van deze vermaardheid
streelend.
„Ja, en bij het vuur liggen de oude
Tom en zwarte Maria. Ik heb ze van
daag opgesloten, want niet in alle op
zichten gelijkt 't hier op mijn bosschen.
Zij zouden hier gestolen kunnen wor
den, wat daar niet zoo licht zou gebeu
ren, want eerst vijf mijl van mij venvij-
j derd in Carara woonden menschen."
- 1 „Dan moet het er toch vreeselijk een
zaam zijn geweest!"
,Daar raakt men aan gewoon. En om
de paar maanden ging ik naar stad en.
en ontmoette dan mijn baas," zeide Jack
nog bijtijds een andere wending aan den
zin gevend, zich herinnerend hoe hij
Claude eens geschokt had.
Olivia hield zich met de katten bezig,
terwijl Jack met een stralend gezicht
naast haar stond. Het poesje, dat zij
eens van hem gekregen had, was in een
mandje uit de stad meegekomen. Het
huisde nu in Olivia's kamer, maar zij
stelde voor heit diertje weer bij zijn mak-
kers te brongen. Jack herinnerde haar
echter op teoderen toon, dat het haar
eigendom was en sprak toen op zoo'n in
verlegenheid brengende wijze over haar
vriendelijkheid bij die eerste ontmoeting
dat het jonge meisje het gesprek dadelijk
op een ander onderwerp bracht.
„Ik merk," zeide zij op de krib wij
zend, „dat gij hier uw middagdutje
doet."
„Ik slaap hier 's nachts," was het
antwoord.
„Dat meent ge niet
„Zeker, eiken nacht breng ik hier
door. Dat schijnt u te verbazen. Ik had
Claude verzocht het stil te houden, maar
eigenlijk dient het nergens toe. De fris-
sche lucht en de eenzaamheid bevallen
mij 't best. Ik ben er aan gewoon. Tel
kens als ik wakker word hoor ik den
wind door de pijnboomen raisch.cn j
net als in mijn vorige hut. Het is mij
dan, alsof ik weer in mijn bosschen
slaap. Er is bijna geen verschil in j
tenminste niet de moeite waard om er
over te spreken."
„Gij zoudt zeker gaarne weer terug- j
gaan", zeide Olivia beslist, alsof er geen
ontkennen mogelijk was; toch vestigde
zij liaai- oogen op J ack's gelaat als wilde
zij hem door en door zien.
„Dat zeg ik niet, juffrouw Sellwood,"
protestcorde hij. „Het is natuurlijk een
heel ding voor mij om aan al dien rijk- j
dom en weelde gewend te raken en!
het is nog moeielijker voor mij om te ge-
looven, dat alles werkelijkheid is.
Mijn heele omgeving doet mij aan een
droom denken.
En mijn hutje helpt mij nu om er
mij eenigszins te leeren iu leven dat
is een werkelijk iets. Al de andere
dingen zijn raadsels voor mijzelfs al
ontwaakte ik op dit oogenblik in Carara
dan zou ik niets verbaasd staan."
„Dat verwondert mij," zeide Olivia
hem met haar mooie oogen nog steeds
strak aanziende. „Dat verwondert mij
Haar toon verbaasde hein.
„Natuurlijk," stamelde hij, „zou het
mij spijten bij mijn ontwaken te be
merken, dat ook gij een droombeeld
waart geweest!"
„Natuurlijk," antwoordde zij lachend,
en even buigend.
Toen zwegen beiden en terwijl Olivia.
de plaat boven de krib bekeek vervolg
de zij
„Ik merk, dat gij reeds lang genoeg
in Engeland geweest zijt om vleierijen
te leeren. Eens vooral wil ik u zeggen,
dat ik er niets van houd. En tenminste
niet," vervolgde zij wat vriendelijker en
hem aanziende, „wanneer zij van een
zóó oprecht man als gij zijt, komen."
„Maar gij begrijpt me verkeerd; ik
meende oprecht, wat ik zeide," weder-
legde de arme Jack.
„Het doet er niet toe," zeide het
meisje. „Maar het wordt tijd om naar
huis te gaan."
Olivia was er zich van bewust, dat zij
en den hertog elkaar graag mochten lij
dein, hoe meer zij hem zag, hoe meer
zij van Uem zou gaan houden en dat
zij hem in vele dingen van dienst kon
zijn als hij verstandig bleef en niet meer
dan vriendschap voor haar ging gevoe
len. Op dit laatste punt was zij echter
niet zoo heel zeker van hem, als zij wel
wenschte.
Zij wilde dus tot eiken prijs intieme
onderwerpen mijden.
Het was dus heel ongelukkig, dat zij
op 't allerlaatste oogenblik den bouquet
op den schoorsteenmantel in 't oog
kreeg.
„Gij zijt naar een bruiloft geweest-,"
riep zij uit, „en niemand heeft mij daar
iets van verteld! Waar was de bruiloft?
Zeker bij een van de. pachters anders
had do bruid u haar bouquet niet ge
geven V'
En zij hield de bloemen onder haar
neus; maar zij rooken niet frisch meer
en hier en daar was het smettelooze wit
in het bruin van een appel veranderd,
die eerst half opgegeten is en daarna
blijven liggen.
„Er kwam geen bruid en ook geen
bruiloft bij te pas," zeide Jack.
„Wat beteekeut- dan die bruidsbou-
quet! Neen, neem mij niet kwalijk, het
is een zeer onbescheiden vraag."
„In 't geheel niet. Ik had hem voor
een jonge dame bestemd. De tuinman
heeft hem gemaakt, maar ik zeide hem
welke bloemen hij moest kiezen. Er was
geen sprake van een huwelijk; ik dacht
alleen, dat bloemen een aardige wel
komstgroet aan een jong meisje waren,
en vond wit de mooiste kleur. Maar 't
scheen, dat ik hierin ongelijk had; zij
zou 't niet aardig hebben gevonden en
ik had er haar slechts mee in verle
genheid gebracht. Toen ik dat hoorde
kwam ik natuurlijk van mijn plan te
rug"
„Dat begrijp ik," zeide Olivia, die te
veel begreep. „Toch ben ik het niet ge
heel met u eensals ik dat jonge meisje
geweest was
„Wat dan V'
Deze begeerige, uitgesproken woorden
deden Olivia een andere wending aan
haar zin geven.
„Zou ik het heel vriendelijk van u
gevonden hebben," zeide zij na even na
gedacht te hebben.
Zij zette den ruiker weer neder en
begaf zich naar buiten.
„Het spijt mij, dat ge zoo'n haast
hebt," zedde hij toen hij haar, nadat da
deur zorgvuldig gesloten was, had inge
haald. „Anders had ik wat kruidenthee
voer u gezet. Die drinken wij in de
bosschen- Wat heb ik een moeite ge
had om hot hier te krijgen. Ik heb nog
wat van die thee; ik vind dat ze beter
smaakt dan elke andere, maar gij moet
nog maar eens komen om er zelf over te
oordeelen."
„We zullen zien," zeide Olivia glim-