NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De Hertog van
St. Osmund,
iBa Jaargang.
Vrijdag 2 September 1898.
80. 4858
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in don omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijkper 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
A I )V H n^,:T~'~RTT\rri~T~HTN3"-
regels 50 Cts.; iedoie regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatenunit
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der AdvertentiëD van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer fo, 15; Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: BloemendaalSantpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bjj de tol; Spaarndam, C. HARTENDORPZandvoort, G, ZWEMMER
Veisen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; Hülegom, ARTE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan.
?*&iifiek Overziohf.
De Fransche afgevaardigde Mirman
heeft deal minister-president medege
deeld, dat hij bij de hervatting der Ka
merzittingen een interpellatie wemscht
te houden over de vredesboodschap van
den Czaiar. „Wanneer een dergelijk voor
stel aan een republikeinscii land, als
Frankrijk, gedaan wordt, zegt hij, komt
het mij voor dat de vertegenwoordigers
van dat land er rechtstreeks op behooren
te antwoorden. Dat antwoord is immers
een daad die veel meer beteekent dan de
gewone diplomatieke mededeelingeoi. Ik
ben overtuigd dat de Kamer, die uit het
algemeen stemrecht voortgekomen is, dat
voorstel onafhankelijk behoort te onder
zoeken en de regeering moet opdragen,
zoo te handelen dat zdj na het einde der
parlementaire vacantia niet voor een vol
dongen feit staat." Mirman meent dat
de zaak van genoegzaam gewicht geacht
kan worden om de Kamer in buitenge
wone zitting ervoor bijeen te roepen.
Op het congres van Italiaansche land
bouwers, dat te Turijn gehouden wordt,
heeft de senator Vincenzi een motie
voorgesteld, waarin do stap, door den
Czaar gedaan, toegejuicht wordt. Deze
motie is bij acclamatie aangenomen.
De Paus heeft, naar de Figaro mede
deelt, dadelijk do strekking geprezen van
de Boodsohap en er op gewezen dat ze
in overeenstemming is met de denkbeel
den, in do encyclieken ontwikkeld.
Te Kopenhagen gelooft men dat de
vredesconferentie daar zal bijeenkomen,
en met te Petersburg.
Onder de Spaansche bladen maakt de
Imparcial de opmerking dat de Czaar,
omringd door bekwame raadgevers, wel
niet overgegaan zal zijn tot een stap, die
zijn prestige zou kunnen benadeelen.
Spanje behoort tot de staten die zeker
niet het minst belang hebben bij de
kwestie, wij zullen haar dus nauwlettend
volgen, zegt het blad. De Liberal zegt,
dat als het denkbeeld van den Czaar ver
wezenlijkt wordt, de werkzaamheden
van do commissie voor het vredesverdrag
tusschen Spanje en de Yereenigde Sta
ten een bijna onbeteeken.end incident
zouden zijn tegenover het groote congres.
Het blad acht de Boodschap van den.
Czaar geschikt om het gevaar van een
vredebreuk te verwijderen. Mocht een
gewapende botsing plaats hebben, dan
zou die zich uitstrekken van de Middel-
landsche Zee tou aan de Chineesche Zee.
De toestand, nu door don Czaar gescha
pen, beteekent voor ons, óf hoop op ver
goeding. óf de kans op geheel en onder
gang-
Do Globo gelooft noch aan den we
reldvrede, noch aan een c nmiddellijken
rijkste en weldadigste beweging die de
geschiedenis kent."
De Norddeutsche Allgemeiae Zeitung
bevat een hoofdartikel met het opschrift
„Wereldvrede," en zegt daarinWan
neer thans, uit den mond van den be-
vrienden heerscher, tot de wereld de op
roeping gericht wordt om de rust der
wapenen, nu al haast sedert een men-
schenleeftijd durend, op nieuwe grond
slagen te vestigen, die meer zekerheid
geven en minder offers vergen, dan zal
het krachtige en vredelievende. Duitsche
rijK de toegestoken hand gaarne aangrij
pen. De moeielijkheden die ieder groot
denkbeeld aan de beschaving overwin
nen moet op den weg van zijn ontstaan
tot zijn verwezenlijking, moeten ons des
te meer aansporen, het grootsche pro
gram van den Czaar te doen slagen, voor
zoover het in onze macht ligt. Van het
ijverige streven om die bezwaren gemeen- j
schappelijk te overwinnen, zal voor de
tweo keizerrijken opnieuw verbetering
van de wederzij dsche betrekkingen het
gevolg zijn, al ware het slechts wegens
de onvermijdelijke versterking van de
overtuiging dat noch Rusland voor I
Duitschland, noch Duitschland voor Rus-
land een beletsel vormt op den weg, die
tot het vestigen van den wereldvrede zou
kunnen ledden.
Van de Amerikaansche kranten zegt
de New-York Herald nog niets over de
Vredeboodschap. De Press zegt, dat de
ontwapening van Europa door het voor
stel van den Czaar althans op het ter
rein van vruchtbare discussie gebracht
wordt, en dat het voorstel een dam op
werpt tegen het militarisme. De New-
York Times acht het voorstel van den
Czaar hoogst praktisch, en neemt dus
aan dat het oprecht gemeend is. „Het
kan het begin worden van de belang-
De Inhuldigingsfeesten.
Tweede Dag.
DE GODSDIENSTOEFENINGEN.
In alle kerken is Woensdag met
treffende eenstemmigheid in den vroe-
geu morgen een godsdienstoefening
gehouden, om Gods zegen aftesmee-
ken over onze jonge Koningin. Wjj
deelen daarvan een en ander mede:
In de kerk der Doopsgezinden trad
ds. Jo. de Vries op. Vóór en na de
toespraak deed het orgel het Wilhel
mus booren.
In de R. K. kerk op de Groen
markt hoorde een dichte schare de
predikatie aan en de uitvoering van
Verhulst's Mis en Te Deum.
Ds. B. Tideman leidde den dienst in
der Remonstranten kerk, welke met
het Wilhelmus besloten werd.
Ook de Ned. Israëlietische gemeente
herdacht dien dag met eene buiten
gewone godsdienstoefening, waarvan
het, programma voor het ressort Noord-
Holland verschenen was met oranje
omslag. Dit bevatte o.a. een gebed voor
de Koningin en het Koninklijk Huis
{Zie verder derde pagina.)
Veel, veel wind, b\jna een storm
De versieringen in ds straten hebben
in den nacht vrjjwat geleden: de twee
groote eerepoorten in de Wilhelmina-
straat z\jn geheel tegen den grond
gesmakt. Ook de electriscbe verlich
ting was er beschadigd, doch deze
meende men des avonds weer hersteld
te krijgen. Overigens was er geen
schade aangericht, die niet gevoeglijk
kon worden hersteld. De eerepoort
in de Spaarnwouderstraat was door
een lncifer, die een jongen er onvoor
zichtig had ingeworpen, voor een ge
deelte afgebrand.
De eerste muziek op dezen dag ge
blazen, kwam van de Groote Markt.
Daar had de Beiersche Kapel onder
directie van H. Ullrich in de tent
plaats genomen en gaf er een klein
concert van halftien tot halfe-f. Ter
zelfder tyd speelde een korps onder
den heer Pimentel in de muziektent
op het Leidscheplein.
Langer behoefden deze muziekuit
voeringen niet te duren, want reeds
te ruim tien uur stroomden de men-
schen noordwaarts naar het parade
terrein aan den Schooterweg. In het
voorbijgaan hadden zjj de gelegenheid,
een kijkje te nemen van de fontein
op het Frans Halsplein, die zeker bij
menigeen den wensch zal hebben doen
opkomen, dat er permanent een fon
tein mocht zjjn op dit aardig" plein.
Wie weet of dat niet eens komt: de
gemeente heeft nn toch zelf het water 1
i
De parade, die Woensdagmorgen te
half elf werd gegeven op het terrein voor
de Cavalerie-kazerne, door de schutterij,
de infanterie en de cavalerie genoot de
gewone belangstelling. Het aantal toe
schouwers op het terrein zelf was bizon-
der groot, daar de garnizoens-comman-
dant de uitnoodigingen o.a. ook had uit
gestrekt over de leden der sociëteit „Ver-i
eeniging" en Brongebouw. De parade
werd gecommandeerd door majoor Bo- j
gaert en geinspeeteerd door majoor Cbap-
puis. Aanwezig waren o.a. de Commis
saris der Koningin, de. heer xnr. G. van
Tienhoven en de burgemeester, jhr.
mr. J. W G. Boreel van Hogelanden,
beiden in ambtskleoding en. deputaties
van de oudstrijders en oud-onderofficie
ren.
jJe muziek der d.d. Schutterij luister
de dit schouwspel op.
Na afloop der
PARADE
werden op het parade-terreiu eenige
honderden duiven losgelaten. Onge
veer te 11 uur werden de manden
opengezet en stegen de duiven, toebe-
hoorende aan verschillende vereeni-
gingen, omhoog met een gefladder en
geklapwiek van belang, hetgeen een
zeer aardig gezicht opleverde.
Nadat het militaire schouwspel op
het veld der cavalerie-kazerne was
geëindigd trok de schutterij met mu
ziek voorop, vergezeld van eeüe groote
menigte belangstellenden naar let
Nassanplein, alwaar het hek om den
Wilhelminaboom, in Mei 1.1. geplant,
zou worden onthuld. De schutterij
zette het terrein af.
Tegenwoordig waren vele autoritei
ten; o.a. merkten wij op enkele Raads
leden, de Wethouders de Breuk, de
Haan Bugeuholz en de Kauter, Mr.
Thöne, auditeur militair, enkele leden
van het Hoofdbestuur der feestcom-j
missie, overste de Wilde, den oud-
commandant der schutterij maj. Jager,
Gei lings, de gemeente secretaris, als- i
mede eenige dames. Te ongeveer half
twaalf verscheen de burgemeester op j
het terrein. Na eenige plichtplegingen i
nam de Burgemeester het woord. In'
korte bewoordingen herdacht spreker
hoe op initiatief van den Raad deze
boom ter herinnering aan ons jubeljaar
werd geplant en bij hoopte dan ook
dat deze boom flink moctit opgroeien
en een gedenkteeken zal worden voor
de stad.
Op dit oogenblik wordteen hek ont
huld dat ter bescherming van den boom
is geplaatst, als symbool van onze
bescherming van het Oranjehuis.
AlleD, die het Vaderland liefhebben
en de Koningin eerbiedigen, weten
dat ons de taak wacht haar te be
schermen. Telkens als wij deze plek
voorbijkomen, denken wij aan do be
lofte den 31sten Augustas gedaan om
onze geliefde Koningin en ons dier
baar Oranjehuis te beschermen". Spre
ker eindigde zijne rede mot een
opwekkingswoord hiertoe en 't uit
spreken van den wensch, dat H. M.
ons nog lang zal mogen regeeren.
Hierna werd het doek weggetrokken
en de boom, omgeven dour groen
en bloemen, zichtbaar. Om den boom
is een prachtig hek geplaatst, dat
met draperieën was versierd, terwijl
aan twee zijden een schild met kroon
was aangebracht, waarop de woorden
Wilhelmina-boom 1898. Aan de an
dere zflde ziet men het beeld van H.
M. en haute relief.
Het geheel is op een hardsteenon
voetstuk geplaatst.
Na het spelen van het Wilhelmus
werd een „lang leve de KoniDgin"
aangeheven.
De plechtigheid werd door vele be
langstellenden bijgewoond.
DE OPTOCHT.
Nog waren, de laatste militairen niet
van bet terrein af of daar verschenen
reeds de eerste gecostumeerdenhet wa
ren Jhr. Jacob van Almonde (A. van
Rossum), Floris I van Pallandt (G. B.
Crornmelin) en Cornells Stalpart van der
Wiele (M. G. Wildeman). In den gehee-
len omtrek kleedden zich de deelnemers
aan en het was onder anderen in de na-
bijzijnde school een bont taf reel, al die
gecostumeerden te zien, die zich voor
den tocht gereed maakten.
Omstreeks twaalf uur kwamen er ve
len op het terrein. Vlak voor de kazerne
verzamelde zich de groep Willem I. Me
nigeen der ridders en andere aanzienlij
ken reden al eens op hunne paarden
rond, als om deze vast in de pas te krij
gen. Want er waren er van elke soort.
Nevens het elegante eigen rijpaard zag
men er een van de Bloemendaalsche
Tramtusschen de twintig paarden, ge
leend in het circus Remz, dieren vol vuur
en pit, kon men ook de paarden van de
Haarlemscho gemeentereiniging aan
schouwen. Overal vandaan waren ze ge-
recruteerd.
Tien minuten over twaalven kwamen
in een victoria Prins Willem I en Lo-
dewijk van Nassau, de twee hoofdperso
nen van de groep, voorgesteld door de
heeren J. Veder en R. de Favauge. Er
klonk een Wilhelmus je bij hunne aan
komst. Willem de Zwijger was gekleed in
het zwart, met een zwart fluweelen, van
binnen geel gevoerden mantel en droeg
een zwarten hoed met geel en een witte
stolpkraag. Lodewijk van Nassau droeg
oen geel en rood costuum, met een roode
baret.
Het opstellen nam een aanvang. De
heeren die zich daarmee belastten, had
den waarlijk geen sinecure te vervullen.
Men riep om dezen, om dien, vroeg waar
paarden waren. De stentorstem van mar
joor Chappuis klonk nu hier, dan daar
op het veld.
Onder de costumes viel zeer in het
oog dat van Philips graaf van Hohen-
lohe (voorgesteld door den heer Lief-
tinck), die een fraai, zwart paard be
reed; de rose kleeding van Franfois de
la Kethule (de heer J. van Marle) het
fraaie harnas van baron Van Boetze-
laar, gedragen door een zijner gelijkna
mige nazaten. Behalve deze was er neg
veel fraais onder de costumes, maar het
gaat niet aan, deze alle te beschrijven.
Daar kwam een compleete ruitergroep
het terrein oprijden. Het war n Bloys
van Treslong (de heer G. A. van der
Steur), en zijne edelen. Het was een uit
stekend geslaagde groep, in sierlijke cos-
tuuma, gelijk van snit, maar verschil
lend in kleur.
En nu begon het van alle kanten druk
en levendig te worden. Het groote gras
veld, anders zoo eentonig, werd als het
ware een gedicht van kleur. Hier reed
de groep van kleurige arquebusiers,
ginds naderde het Slagersgilde, in een
aardige uniform en gewapend met bijlen,
als attribuut van het vakdaar stond op
de hem aangewezen plek de Bouwmees
ter uit de industrieele afdeeling, de heer
P. Kleiweg Dyserinck, gekleed in het
blauw, met bruinen, mantel en baret van
groen en geel; ginds reden do aardig
gekleede zestien herauten, die den wagen,
voorstellende de hulde aan het konink
lijk gezag, moesten omgeven; weer el
ders schreden in hunne oude costumes de
muzikanten, die onder deze antieke klee
ding bijna niet waren te herkennen.
Ripper da, de kloeke bevelhebber van
Haarlem, voorgesteld door den heer J.
J. Zeewoldt, reed stapvoets heen en weer
in een zwart fluweelen costuum met een
oranjesjerp en gedekt door een zwarten
hoed met veeren in Haarlems kleuren.
Allengs kwamen ook de zegewagens
aanrijdenwaarvan er vier in de fabriek
van de firma J. J. Beijnes hebben gelo
geerd. Ze waren met hun achten. De rij
werd geopend door dien, gewijd aan het
Koninklijk Gezag. Het zal wel aan de
geldmiddelen der feestcommissie hebben
gelegen, dat deze wagen een weinig te
genviel, althans vergeleken bij de vol
genden. Keurig was de wagen Haarlem
als Bloemenstad, waarvan moeielijk
ai ia ere beschrijving is te geven, dan dez3
dat het een lage wagen was, die in. een
grootschen bloementuin was herschapen
en van waaruit meisjes in het wit bloe
men strooiden onder de toeschouwers.
De vier zwarte paarden met oranje dek-
kleeden, die dezen wagen trokken, ver
hoogden niet weinig het fraaie effect.
Dat de wagen van de firma Joh. En
schedé Zonen de boekdrukkunst voor
stelde, laat zich hooren. Hij verbeeldde
een ouderwetsch huis, waarin de bekende
antieke handpers stond. Het geheel was
versierd met groen, vanen en bloemen
en droeg aan de voorzijde de buste van
onzen ouden Coster.
Onder het voortgaan werden van de
zen wagen kleine, kaartjes rondgestrooid,
die mot de spreuk Vicit vim Virtus een
symbolieke herinnering aan dezen op
tocht hadden afgebeeld.
Na de boekdrukkunst de steendruk
kunst, voorgesteld op een wagen van de
firma Emrink en Binger. Ontworpen
door den heer IJzerclraat maakte deze
wagen een zeer goeden indruk. Hij werd
voorafgegaan door een ruiter, die negen
banderollen omhoog hief, welke elk door
een leerjongen werden, gedragen. Boven
op stond Apollo, ondea* een baldakijn
een bronzen buste van de Koningin,
daarachter een gewone litografische
handpers en, op de hoeken steenen, waar
op portretten der Koninklijke familie.
Jammer was het, dat deze smaakvolle
wagen veel te lijden had van den har
den wind, die zich buiten sterk deed ge
voelen.
Fraai was ook de wagen van de werf-
Conrad omgeven door niet minder dan,
tachtig gecostumeerdo werklieden, waar
bij hot muziekkorps van deze fabriek.
Smaakvol werd, naar het ontwerp van
de architecten Roog on Van den Ban, in
wit met goud een soort galjoot afgebeeld,
waarop een klein model baggermolen.
De verschillende groepen mot hunne
attributen en de hoofdpersonen trokken,
zeer de aandacht.
De Hollandsche Spoor gaf een locomo
tief te zien, benevens andere emblmata
van haar bedrijf.
Bij dezen wagen trok zeer de aandacht
de smaakvolle costumeering der omrin
gende personen, geel en wit.
Op dezen volgde de wagen der Haar-
lemsche Machinefabriek, een ontwerp
van den heer F. C. Dufour. Een zeer ou-
derwetsche kraan vormde een scherpe
tegenstelling met het groote vliegwiel,
en vooral met de electrische installatie,
dio bekroond door een dynamo, verder
op den wagen waren opgesteld.
Ten slotte gaf do wagen do Scheep
vaart, van de firma's Bus, Planije en
Blansert en het Kaarseladeveer, een
klein stoombootje tc zien, dat (althans
in den aanvang) stoom op had-
Het gaat niet aan, alles uitvoerig te
beschrijven, we zouden aan gcon einde
komen. Vermelden wij nog, dat de stoet
zes muziekkorpsen teldedat van do
- Akmaarsche schutterij, die van Ullrich
en Pimentel, twee korpsen van de Cen
trale Werkplaats, de Harmonie en Or
pheus en het korps van de Werf Con
rad.
Te half een scheen het nog zulk een
chaos, dat velen al bedenkelijke gezich
ten trokken en voor te laat afgaan vrees-
den. Maar zij hadden buiten de militai
re punctualiteit gerekend. Nog vóór
éenen riep majoor Chappuis, geholpen
door den len luitenant Van Alphen,
de ridders van Willem don Zwijger bij
een en wees hun hunne plaatsen aan.
Daarop volgden met lofwaardige snelheid
do andere groepen, die op het veld ge
reed stonden en het was tien minuten
over een en, toon de banieren van de
deelnemende vereenigingen aan hot hoofd
van den stoet de poort aan de Klover-
laan werden uitgereden.
Daarop volgde de heelo keurige, klou-
rigo stoet zonder ongeval, totdat plotse-
ling even buiten de poort de disselboom
van den wagen der firma Enschedé brak,
i hetgeen een oponthoud teweeg bracht
•van circa een kwartier. Daarna slingerde
zich dc lange stoet a,ls een langzaam rut-
rollend lint de Kleverlaan Langs, over
FEUILLETON.
27)
De avond scheen donkerder dan ooit
geen maan of sterren waren aan hot uit
spansel te bekennen en Jack was ge
noodzaakt stil te staan om na te denken,
welke richting hij moest inslaan. Hij
wilde recht op de poorten aanhouden en
Jack wist hoe ze ten opzichte van de
hut gelegen waren, ofschoon hij dien weg
nooit geloopen had. Maai' zelfs voor een
man als Jack, die gewoon was in bos-
schen te zwerven, leverde zulk een tocht,
zonder eenig licht, moeielijkheden op.
Hij schatte den afstand op een kleine
mijlin Australië had hij 's nachts door
struikgewas heen wel mijlen ver afge
legd. En daar droeg hij den naam van
een geoefend „woudlooper" te zijn en
hij meende nu ook zijn naam eer aan te
doen.
Maar zijn hoofd was met geheel ande
re dingen vervuld en hij was eigenlijk
niet in staat tot handelen.
In plaats van op den muur aan te
houden en dezen tot aan de poort te
volgen, vergiste hij zich en kwam. ein
delijk en ten laatste dicht bij het huis
uit,
Dit was een vernedering voor hem,
maar zijn gedachten hadden bij Olivia,
verkeerd en het scheen alsof zijn voeten
hem naar haar toegetrokken hadden.
Hij wilde dien avond niet meer aan haar
denken.
Do rijweg was om verschillende rede
nen niet te verkiezen; toch was het 't
veiligst hem nu maar te volgen, daar hij
veel kans had niemand op zijn weg te
ontmoeten. Toch kwam het anders uit;
een eindje verder hoorde hij eerst voet
stappen naderen, en toen een lucifer af
strijken. Hij verschool zich achter een
boom.
Nog eens werd de lucifer afgestreken
en toen brandde hij. Zonder een oogen
blik langer te dralen kwam Jack nu uit
zijn schuilhoek te voorschijn, want het
vlammetje verlichtte hét gelaat van
Dalrympla
„Hallomijnheer, ik had n reeds op
gegeven," begon Jack.
„Ben jij daar, Jack Ik kan geen hand
voor mijn oogen zien," zeide de Squat
ter, terwijl de op den grond geworpen
lucifer langzaam uitdoof da
„Ja, ik ben het; waar zijt gij ge
weest
„Waar ga jij naar toe?"
„Eerst mijn vraag beantwoorden," zei-
do Jack.
„Goed. Ik ben een praatje gaan ma
ken met Hunt.
Nu, waar ga jij naar toe?"
„Naar Australië
Jack wachtte tevergeefs op een uit
roep van verbazing; eenige oogenblik-
ken bleef het stil en toen hoorde hij den
squatter zachtjes lachen.
„Dat dacht ik welzeade hij. „Ik zag
aan 't gezicht van Cripps, welke tijding
hij kwam brengen. Vertel mij nu alles,
dan kan ik weten of ik gelijk heb."
En het scheen, dat dit zoo was, op te
maken uit de manier waarop hij telkens
onder het verhaal van Jack zijn hoofd
schudde. Zij stonden nu weer onder de
boomen en bij het vuur van zijn sigaar
zag Dalrymple, dat Jack zijn grooten
hoed op had. Zijn sigaar als lantara ge
bruikende bemerkte hij ook de kooi met
katten, waarop zijn gezicht een zeer ern
stige uitdrukking aannam.
„Nu," zei de Dalirmple, „houd je
taai. Ik moet je iets vertellen, mijn jon
gen." En hij fluisterde Jack een paar
woorden in het oor.
Jack stond sprakeloos.
„Nonsens' Dat geloof ik niet," riep
hij uit, toen hij in staat was te spreken.
„Maar ik kan het bewijzen," zeide de
squatter.
„Ik zal je het een en ander uitleggen,
onderwijl wij naar huis wandelen. Wat?
aarzel je nu nog? Kom, kom; mijn
woord is jo toch wel voldoende! Wees
verstandiglaat die vorwenschte katten
waar ze zijn en ga mee!"
HOOFDSTUK XXII.
Do staatssecretaris had een ellendig
uur doorleefd. Zijn geliefd kind had
haar tranen gedroogd en hem op den
man af gevraagd, wat hij beslist had.
Hoezeer haar tranen hem ook neerdruk
ten, hij verkoos ze toch verre boven de
houding, die zij daarna tegenover hem
aannam. Zij was te onafhankelijk om
met zijn ouderwetsche begrippen te
strooken en toch gaf zij hem een hooge
ren dunk van Olivia's karakter.
Zij was een goed kind van haar va-
v-or geesig, moedig en edel. Zijn in
zicht nam ze aan, maar begon toen haar
eigen bloot te leggen.
Veel van wat zij zeide was onverant
woordelijksommige gezegden maakten
hem onrustig want een vadn* voelt
zich 't spoedigst verlegen tegenover zijn
volwassen kindoren.
En een zekere vrijmoeligheid in haar
manier van spreken was lang niet een j
van do minst in 't oog springende eigen
schappen van Olivia's oprecht karakter
zij verlangde te weten welken invloed 1
de geboorte op het karakter van een i
man kan hebben en zooal meer. De
heer Sell wood antwoordde als een man
van do wereld en verafschuwde zichzelf.
Maar de voornaamste reden van zijn
wroeging was, dat hij van Jack's vlucht
af wist en haar verzweeg. Hierdoor werd
hij genoodzaakt te liegen; en zijn ver
ademing was nog groot er dan zijn ver
bazing toen hij stemmen hoorde naderen
en in één van deze die van Jack herken-
da
Olivia snelde op Jack toe.
„EindelijkOI Jack, waar ben je
zoo lang geweest?"
De heer Sallwood vernam het ant
woord nooitzijn haren rezen te bergen
bij het voelen van des squatter's hand,
die zijn arm aanraakte en hem even ter
zijde nam.
„Het is alles door mijn toedoen," leg
de nij uit „maar ik kan mij rechtvaar-,
digen. En ik ben van plan dit terstond
te doen. Hob ik het bij het rechte eind
als ik zeg, dat Jack's geboorte uw eenig
bezwaar is?"
„Ja," zeide de heer Sell wood.
„Dan kan ik dit bezwaar wegnemen,
wanthet bestaat niet."
„En hoe komt gij er toe dit to denken,
mijnheer Dalrymple?"
„Ik denk het niet-, maar weet het.
Goede Hemel, hebt ge dan nooit begre
pen, dat Jack meer voor mij was dan
een gewonen schapenscheerder Hij was
do zoon tenminste de stiefzoon
van mijn oudsten vriend."
„De stiefzoon? En hoe heette die
vriend, als ik u vragen mag?"
„Het is onnoodig dien te noemen. Gij
hebt het- geraden. Ik heb u veel uit te
leggen. Waar kan ik dit doen Ik zou
graag willen, dat Cripps en Claude La-
font er bij tegenwoordig waren."
(Wordt vervolgd).