NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De Hertog van St. Osmund, iBa Jaargang. Vrijdag 2 September 1898. 80. 4858 HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in don omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijkper 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.371/2 A I )V H n^,:T~'~RTT\rri~T~HTN3"- regels 50 Cts.; iedoie regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatenunit Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der AdvertentiëD van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer fo, 15; Reclames per regel ƒ0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: BloemendaalSantpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bjj de tol; Spaarndam, C. HARTENDORPZandvoort, G, ZWEMMER Veisen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; Hülegom, ARTE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan. ?*&iifiek Overziohf. De Fransche afgevaardigde Mirman heeft deal minister-president medege deeld, dat hij bij de hervatting der Ka merzittingen een interpellatie wemscht te houden over de vredesboodschap van den Czaiar. „Wanneer een dergelijk voor stel aan een republikeinscii land, als Frankrijk, gedaan wordt, zegt hij, komt het mij voor dat de vertegenwoordigers van dat land er rechtstreeks op behooren te antwoorden. Dat antwoord is immers een daad die veel meer beteekent dan de gewone diplomatieke mededeelingeoi. Ik ben overtuigd dat de Kamer, die uit het algemeen stemrecht voortgekomen is, dat voorstel onafhankelijk behoort te onder zoeken en de regeering moet opdragen, zoo te handelen dat zdj na het einde der parlementaire vacantia niet voor een vol dongen feit staat." Mirman meent dat de zaak van genoegzaam gewicht geacht kan worden om de Kamer in buitenge wone zitting ervoor bijeen te roepen. Op het congres van Italiaansche land bouwers, dat te Turijn gehouden wordt, heeft de senator Vincenzi een motie voorgesteld, waarin do stap, door den Czaar gedaan, toegejuicht wordt. Deze motie is bij acclamatie aangenomen. De Paus heeft, naar de Figaro mede deelt, dadelijk do strekking geprezen van de Boodsohap en er op gewezen dat ze in overeenstemming is met de denkbeel den, in do encyclieken ontwikkeld. Te Kopenhagen gelooft men dat de vredesconferentie daar zal bijeenkomen, en met te Petersburg. Onder de Spaansche bladen maakt de Imparcial de opmerking dat de Czaar, omringd door bekwame raadgevers, wel niet overgegaan zal zijn tot een stap, die zijn prestige zou kunnen benadeelen. Spanje behoort tot de staten die zeker niet het minst belang hebben bij de kwestie, wij zullen haar dus nauwlettend volgen, zegt het blad. De Liberal zegt, dat als het denkbeeld van den Czaar ver wezenlijkt wordt, de werkzaamheden van do commissie voor het vredesverdrag tusschen Spanje en de Yereenigde Sta ten een bijna onbeteeken.end incident zouden zijn tegenover het groote congres. Het blad acht de Boodschap van den. Czaar geschikt om het gevaar van een vredebreuk te verwijderen. Mocht een gewapende botsing plaats hebben, dan zou die zich uitstrekken van de Middel- landsche Zee tou aan de Chineesche Zee. De toestand, nu door don Czaar gescha pen, beteekent voor ons, óf hoop op ver goeding. óf de kans op geheel en onder gang- Do Globo gelooft noch aan den we reldvrede, noch aan een c nmiddellijken rijkste en weldadigste beweging die de geschiedenis kent." De Norddeutsche Allgemeiae Zeitung bevat een hoofdartikel met het opschrift „Wereldvrede," en zegt daarinWan neer thans, uit den mond van den be- vrienden heerscher, tot de wereld de op roeping gericht wordt om de rust der wapenen, nu al haast sedert een men- schenleeftijd durend, op nieuwe grond slagen te vestigen, die meer zekerheid geven en minder offers vergen, dan zal het krachtige en vredelievende. Duitsche rijK de toegestoken hand gaarne aangrij pen. De moeielijkheden die ieder groot denkbeeld aan de beschaving overwin nen moet op den weg van zijn ontstaan tot zijn verwezenlijking, moeten ons des te meer aansporen, het grootsche pro gram van den Czaar te doen slagen, voor zoover het in onze macht ligt. Van het ijverige streven om die bezwaren gemeen- j schappelijk te overwinnen, zal voor de tweo keizerrijken opnieuw verbetering van de wederzij dsche betrekkingen het gevolg zijn, al ware het slechts wegens de onvermijdelijke versterking van de overtuiging dat noch Rusland voor I Duitschland, noch Duitschland voor Rus- land een beletsel vormt op den weg, die tot het vestigen van den wereldvrede zou kunnen ledden. Van de Amerikaansche kranten zegt de New-York Herald nog niets over de Vredeboodschap. De Press zegt, dat de ontwapening van Europa door het voor stel van den Czaar althans op het ter rein van vruchtbare discussie gebracht wordt, en dat het voorstel een dam op werpt tegen het militarisme. De New- York Times acht het voorstel van den Czaar hoogst praktisch, en neemt dus aan dat het oprecht gemeend is. „Het kan het begin worden van de belang- De Inhuldigingsfeesten. Tweede Dag. DE GODSDIENSTOEFENINGEN. In alle kerken is Woensdag met treffende eenstemmigheid in den vroe- geu morgen een godsdienstoefening gehouden, om Gods zegen aftesmee- ken over onze jonge Koningin. Wjj deelen daarvan een en ander mede: In de kerk der Doopsgezinden trad ds. Jo. de Vries op. Vóór en na de toespraak deed het orgel het Wilhel mus booren. In de R. K. kerk op de Groen markt hoorde een dichte schare de predikatie aan en de uitvoering van Verhulst's Mis en Te Deum. Ds. B. Tideman leidde den dienst in der Remonstranten kerk, welke met het Wilhelmus besloten werd. Ook de Ned. Israëlietische gemeente herdacht dien dag met eene buiten gewone godsdienstoefening, waarvan het, programma voor het ressort Noord- Holland verschenen was met oranje omslag. Dit bevatte o.a. een gebed voor de Koningin en het Koninklijk Huis {Zie verder derde pagina.) Veel, veel wind, b\jna een storm De versieringen in ds straten hebben in den nacht vrjjwat geleden: de twee groote eerepoorten in de Wilhelmina- straat z\jn geheel tegen den grond gesmakt. Ook de electriscbe verlich ting was er beschadigd, doch deze meende men des avonds weer hersteld te krijgen. Overigens was er geen schade aangericht, die niet gevoeglijk kon worden hersteld. De eerepoort in de Spaarnwouderstraat was door een lncifer, die een jongen er onvoor zichtig had ingeworpen, voor een ge deelte afgebrand. De eerste muziek op dezen dag ge blazen, kwam van de Groote Markt. Daar had de Beiersche Kapel onder directie van H. Ullrich in de tent plaats genomen en gaf er een klein concert van halftien tot halfe-f. Ter zelfder tyd speelde een korps onder den heer Pimentel in de muziektent op het Leidscheplein. Langer behoefden deze muziekuit voeringen niet te duren, want reeds te ruim tien uur stroomden de men- schen noordwaarts naar het parade terrein aan den Schooterweg. In het voorbijgaan hadden zjj de gelegenheid, een kijkje te nemen van de fontein op het Frans Halsplein, die zeker bij menigeen den wensch zal hebben doen opkomen, dat er permanent een fon tein mocht zjjn op dit aardig" plein. Wie weet of dat niet eens komt: de gemeente heeft nn toch zelf het water 1 i De parade, die Woensdagmorgen te half elf werd gegeven op het terrein voor de Cavalerie-kazerne, door de schutterij, de infanterie en de cavalerie genoot de gewone belangstelling. Het aantal toe schouwers op het terrein zelf was bizon- der groot, daar de garnizoens-comman- dant de uitnoodigingen o.a. ook had uit gestrekt over de leden der sociëteit „Ver-i eeniging" en Brongebouw. De parade werd gecommandeerd door majoor Bo- j gaert en geinspeeteerd door majoor Cbap- puis. Aanwezig waren o.a. de Commis saris der Koningin, de. heer xnr. G. van Tienhoven en de burgemeester, jhr. mr. J. W G. Boreel van Hogelanden, beiden in ambtskleoding en. deputaties van de oudstrijders en oud-onderofficie ren. jJe muziek der d.d. Schutterij luister de dit schouwspel op. Na afloop der PARADE werden op het parade-terreiu eenige honderden duiven losgelaten. Onge veer te 11 uur werden de manden opengezet en stegen de duiven, toebe- hoorende aan verschillende vereeni- gingen, omhoog met een gefladder en geklapwiek van belang, hetgeen een zeer aardig gezicht opleverde. Nadat het militaire schouwspel op het veld der cavalerie-kazerne was geëindigd trok de schutterij met mu ziek voorop, vergezeld van eeüe groote menigte belangstellenden naar let Nassanplein, alwaar het hek om den Wilhelminaboom, in Mei 1.1. geplant, zou worden onthuld. De schutterij zette het terrein af. Tegenwoordig waren vele autoritei ten; o.a. merkten wij op enkele Raads leden, de Wethouders de Breuk, de Haan Bugeuholz en de Kauter, Mr. Thöne, auditeur militair, enkele leden van het Hoofdbestuur der feestcom-j missie, overste de Wilde, den oud- commandant der schutterij maj. Jager, Gei lings, de gemeente secretaris, als- i mede eenige dames. Te ongeveer half twaalf verscheen de burgemeester op j het terrein. Na eenige plichtplegingen i nam de Burgemeester het woord. In' korte bewoordingen herdacht spreker hoe op initiatief van den Raad deze boom ter herinnering aan ons jubeljaar werd geplant en bij hoopte dan ook dat deze boom flink moctit opgroeien en een gedenkteeken zal worden voor de stad. Op dit oogenblik wordteen hek ont huld dat ter bescherming van den boom is geplaatst, als symbool van onze bescherming van het Oranjehuis. AlleD, die het Vaderland liefhebben en de Koningin eerbiedigen, weten dat ons de taak wacht haar te be schermen. Telkens als wij deze plek voorbijkomen, denken wij aan do be lofte den 31sten Augustas gedaan om onze geliefde Koningin en ons dier baar Oranjehuis te beschermen". Spre ker eindigde zijne rede mot een opwekkingswoord hiertoe en 't uit spreken van den wensch, dat H. M. ons nog lang zal mogen regeeren. Hierna werd het doek weggetrokken en de boom, omgeven dour groen en bloemen, zichtbaar. Om den boom is een prachtig hek geplaatst, dat met draperieën was versierd, terwijl aan twee zijden een schild met kroon was aangebracht, waarop de woorden Wilhelmina-boom 1898. Aan de an dere zflde ziet men het beeld van H. M. en haute relief. Het geheel is op een hardsteenon voetstuk geplaatst. Na het spelen van het Wilhelmus werd een „lang leve de KoniDgin" aangeheven. De plechtigheid werd door vele be langstellenden bijgewoond. DE OPTOCHT. Nog waren, de laatste militairen niet van bet terrein af of daar verschenen reeds de eerste gecostumeerdenhet wa ren Jhr. Jacob van Almonde (A. van Rossum), Floris I van Pallandt (G. B. Crornmelin) en Cornells Stalpart van der Wiele (M. G. Wildeman). In den gehee- len omtrek kleedden zich de deelnemers aan en het was onder anderen in de na- bijzijnde school een bont taf reel, al die gecostumeerden te zien, die zich voor den tocht gereed maakten. Omstreeks twaalf uur kwamen er ve len op het terrein. Vlak voor de kazerne verzamelde zich de groep Willem I. Me nigeen der ridders en andere aanzienlij ken reden al eens op hunne paarden rond, als om deze vast in de pas te krij gen. Want er waren er van elke soort. Nevens het elegante eigen rijpaard zag men er een van de Bloemendaalsche Tramtusschen de twintig paarden, ge leend in het circus Remz, dieren vol vuur en pit, kon men ook de paarden van de Haarlemscho gemeentereiniging aan schouwen. Overal vandaan waren ze ge- recruteerd. Tien minuten over twaalven kwamen in een victoria Prins Willem I en Lo- dewijk van Nassau, de twee hoofdperso nen van de groep, voorgesteld door de heeren J. Veder en R. de Favauge. Er klonk een Wilhelmus je bij hunne aan komst. Willem de Zwijger was gekleed in het zwart, met een zwart fluweelen, van binnen geel gevoerden mantel en droeg een zwarten hoed met geel en een witte stolpkraag. Lodewijk van Nassau droeg oen geel en rood costuum, met een roode baret. Het opstellen nam een aanvang. De heeren die zich daarmee belastten, had den waarlijk geen sinecure te vervullen. Men riep om dezen, om dien, vroeg waar paarden waren. De stentorstem van mar joor Chappuis klonk nu hier, dan daar op het veld. Onder de costumes viel zeer in het oog dat van Philips graaf van Hohen- lohe (voorgesteld door den heer Lief- tinck), die een fraai, zwart paard be reed; de rose kleeding van Franfois de la Kethule (de heer J. van Marle) het fraaie harnas van baron Van Boetze- laar, gedragen door een zijner gelijkna mige nazaten. Behalve deze was er neg veel fraais onder de costumes, maar het gaat niet aan, deze alle te beschrijven. Daar kwam een compleete ruitergroep het terrein oprijden. Het war n Bloys van Treslong (de heer G. A. van der Steur), en zijne edelen. Het was een uit stekend geslaagde groep, in sierlijke cos- tuuma, gelijk van snit, maar verschil lend in kleur. En nu begon het van alle kanten druk en levendig te worden. Het groote gras veld, anders zoo eentonig, werd als het ware een gedicht van kleur. Hier reed de groep van kleurige arquebusiers, ginds naderde het Slagersgilde, in een aardige uniform en gewapend met bijlen, als attribuut van het vakdaar stond op de hem aangewezen plek de Bouwmees ter uit de industrieele afdeeling, de heer P. Kleiweg Dyserinck, gekleed in het blauw, met bruinen, mantel en baret van groen en geel; ginds reden do aardig gekleede zestien herauten, die den wagen, voorstellende de hulde aan het konink lijk gezag, moesten omgeven; weer el ders schreden in hunne oude costumes de muzikanten, die onder deze antieke klee ding bijna niet waren te herkennen. Ripper da, de kloeke bevelhebber van Haarlem, voorgesteld door den heer J. J. Zeewoldt, reed stapvoets heen en weer in een zwart fluweelen costuum met een oranjesjerp en gedekt door een zwarten hoed met veeren in Haarlems kleuren. Allengs kwamen ook de zegewagens aanrijdenwaarvan er vier in de fabriek van de firma J. J. Beijnes hebben gelo geerd. Ze waren met hun achten. De rij werd geopend door dien, gewijd aan het Koninklijk Gezag. Het zal wel aan de geldmiddelen der feestcommissie hebben gelegen, dat deze wagen een weinig te genviel, althans vergeleken bij de vol genden. Keurig was de wagen Haarlem als Bloemenstad, waarvan moeielijk ai ia ere beschrijving is te geven, dan dez3 dat het een lage wagen was, die in. een grootschen bloementuin was herschapen en van waaruit meisjes in het wit bloe men strooiden onder de toeschouwers. De vier zwarte paarden met oranje dek- kleeden, die dezen wagen trokken, ver hoogden niet weinig het fraaie effect. Dat de wagen van de firma Joh. En schedé Zonen de boekdrukkunst voor stelde, laat zich hooren. Hij verbeeldde een ouderwetsch huis, waarin de bekende antieke handpers stond. Het geheel was versierd met groen, vanen en bloemen en droeg aan de voorzijde de buste van onzen ouden Coster. Onder het voortgaan werden van de zen wagen kleine, kaartjes rondgestrooid, die mot de spreuk Vicit vim Virtus een symbolieke herinnering aan dezen op tocht hadden afgebeeld. Na de boekdrukkunst de steendruk kunst, voorgesteld op een wagen van de firma Emrink en Binger. Ontworpen door den heer IJzerclraat maakte deze wagen een zeer goeden indruk. Hij werd voorafgegaan door een ruiter, die negen banderollen omhoog hief, welke elk door een leerjongen werden, gedragen. Boven op stond Apollo, ondea* een baldakijn een bronzen buste van de Koningin, daarachter een gewone litografische handpers en, op de hoeken steenen, waar op portretten der Koninklijke familie. Jammer was het, dat deze smaakvolle wagen veel te lijden had van den har den wind, die zich buiten sterk deed ge voelen. Fraai was ook de wagen van de werf- Conrad omgeven door niet minder dan, tachtig gecostumeerdo werklieden, waar bij hot muziekkorps van deze fabriek. Smaakvol werd, naar het ontwerp van de architecten Roog on Van den Ban, in wit met goud een soort galjoot afgebeeld, waarop een klein model baggermolen. De verschillende groepen mot hunne attributen en de hoofdpersonen trokken, zeer de aandacht. De Hollandsche Spoor gaf een locomo tief te zien, benevens andere emblmata van haar bedrijf. Bij dezen wagen trok zeer de aandacht de smaakvolle costumeering der omrin gende personen, geel en wit. Op dezen volgde de wagen der Haar- lemsche Machinefabriek, een ontwerp van den heer F. C. Dufour. Een zeer ou- derwetsche kraan vormde een scherpe tegenstelling met het groote vliegwiel, en vooral met de electrische installatie, dio bekroond door een dynamo, verder op den wagen waren opgesteld. Ten slotte gaf do wagen do Scheep vaart, van de firma's Bus, Planije en Blansert en het Kaarseladeveer, een klein stoombootje tc zien, dat (althans in den aanvang) stoom op had- Het gaat niet aan, alles uitvoerig te beschrijven, we zouden aan gcon einde komen. Vermelden wij nog, dat de stoet zes muziekkorpsen teldedat van do - Akmaarsche schutterij, die van Ullrich en Pimentel, twee korpsen van de Cen trale Werkplaats, de Harmonie en Or pheus en het korps van de Werf Con rad. Te half een scheen het nog zulk een chaos, dat velen al bedenkelijke gezich ten trokken en voor te laat afgaan vrees- den. Maar zij hadden buiten de militai re punctualiteit gerekend. Nog vóór éenen riep majoor Chappuis, geholpen door den len luitenant Van Alphen, de ridders van Willem don Zwijger bij een en wees hun hunne plaatsen aan. Daarop volgden met lofwaardige snelheid do andere groepen, die op het veld ge reed stonden en het was tien minuten over een en, toon de banieren van de deelnemende vereenigingen aan hot hoofd van den stoet de poort aan de Klover- laan werden uitgereden. Daarop volgde de heelo keurige, klou- rigo stoet zonder ongeval, totdat plotse- ling even buiten de poort de disselboom van den wagen der firma Enschedé brak, i hetgeen een oponthoud teweeg bracht •van circa een kwartier. Daarna slingerde zich dc lange stoet a,ls een langzaam rut- rollend lint de Kleverlaan Langs, over FEUILLETON. 27) De avond scheen donkerder dan ooit geen maan of sterren waren aan hot uit spansel te bekennen en Jack was ge noodzaakt stil te staan om na te denken, welke richting hij moest inslaan. Hij wilde recht op de poorten aanhouden en Jack wist hoe ze ten opzichte van de hut gelegen waren, ofschoon hij dien weg nooit geloopen had. Maai' zelfs voor een man als Jack, die gewoon was in bos- schen te zwerven, leverde zulk een tocht, zonder eenig licht, moeielijkheden op. Hij schatte den afstand op een kleine mijlin Australië had hij 's nachts door struikgewas heen wel mijlen ver afge legd. En daar droeg hij den naam van een geoefend „woudlooper" te zijn en hij meende nu ook zijn naam eer aan te doen. Maar zijn hoofd was met geheel ande re dingen vervuld en hij was eigenlijk niet in staat tot handelen. In plaats van op den muur aan te houden en dezen tot aan de poort te volgen, vergiste hij zich en kwam. ein delijk en ten laatste dicht bij het huis uit, Dit was een vernedering voor hem, maar zijn gedachten hadden bij Olivia, verkeerd en het scheen alsof zijn voeten hem naar haar toegetrokken hadden. Hij wilde dien avond niet meer aan haar denken. Do rijweg was om verschillende rede nen niet te verkiezen; toch was het 't veiligst hem nu maar te volgen, daar hij veel kans had niemand op zijn weg te ontmoeten. Toch kwam het anders uit; een eindje verder hoorde hij eerst voet stappen naderen, en toen een lucifer af strijken. Hij verschool zich achter een boom. Nog eens werd de lucifer afgestreken en toen brandde hij. Zonder een oogen blik langer te dralen kwam Jack nu uit zijn schuilhoek te voorschijn, want het vlammetje verlichtte hét gelaat van Dalrympla „Hallomijnheer, ik had n reeds op gegeven," begon Jack. „Ben jij daar, Jack Ik kan geen hand voor mijn oogen zien," zeide de Squat ter, terwijl de op den grond geworpen lucifer langzaam uitdoof da „Ja, ik ben het; waar zijt gij ge weest „Waar ga jij naar toe?" „Eerst mijn vraag beantwoorden," zei- do Jack. „Goed. Ik ben een praatje gaan ma ken met Hunt. Nu, waar ga jij naar toe?" „Naar Australië Jack wachtte tevergeefs op een uit roep van verbazing; eenige oogenblik- ken bleef het stil en toen hoorde hij den squatter zachtjes lachen. „Dat dacht ik welzeade hij. „Ik zag aan 't gezicht van Cripps, welke tijding hij kwam brengen. Vertel mij nu alles, dan kan ik weten of ik gelijk heb." En het scheen, dat dit zoo was, op te maken uit de manier waarop hij telkens onder het verhaal van Jack zijn hoofd schudde. Zij stonden nu weer onder de boomen en bij het vuur van zijn sigaar zag Dalrymple, dat Jack zijn grooten hoed op had. Zijn sigaar als lantara ge bruikende bemerkte hij ook de kooi met katten, waarop zijn gezicht een zeer ern stige uitdrukking aannam. „Nu," zei de Dalirmple, „houd je taai. Ik moet je iets vertellen, mijn jon gen." En hij fluisterde Jack een paar woorden in het oor. Jack stond sprakeloos. „Nonsens' Dat geloof ik niet," riep hij uit, toen hij in staat was te spreken. „Maar ik kan het bewijzen," zeide de squatter. „Ik zal je het een en ander uitleggen, onderwijl wij naar huis wandelen. Wat? aarzel je nu nog? Kom, kom; mijn woord is jo toch wel voldoende! Wees verstandiglaat die vorwenschte katten waar ze zijn en ga mee!" HOOFDSTUK XXII. Do staatssecretaris had een ellendig uur doorleefd. Zijn geliefd kind had haar tranen gedroogd en hem op den man af gevraagd, wat hij beslist had. Hoezeer haar tranen hem ook neerdruk ten, hij verkoos ze toch verre boven de houding, die zij daarna tegenover hem aannam. Zij was te onafhankelijk om met zijn ouderwetsche begrippen te strooken en toch gaf zij hem een hooge ren dunk van Olivia's karakter. Zij was een goed kind van haar va- v-or geesig, moedig en edel. Zijn in zicht nam ze aan, maar begon toen haar eigen bloot te leggen. Veel van wat zij zeide was onverant woordelijksommige gezegden maakten hem onrustig want een vadn* voelt zich 't spoedigst verlegen tegenover zijn volwassen kindoren. En een zekere vrijmoeligheid in haar manier van spreken was lang niet een j van do minst in 't oog springende eigen schappen van Olivia's oprecht karakter zij verlangde te weten welken invloed 1 de geboorte op het karakter van een i man kan hebben en zooal meer. De heer Sell wood antwoordde als een man van do wereld en verafschuwde zichzelf. Maar de voornaamste reden van zijn wroeging was, dat hij van Jack's vlucht af wist en haar verzweeg. Hierdoor werd hij genoodzaakt te liegen; en zijn ver ademing was nog groot er dan zijn ver bazing toen hij stemmen hoorde naderen en in één van deze die van Jack herken- da Olivia snelde op Jack toe. „EindelijkOI Jack, waar ben je zoo lang geweest?" De heer Sallwood vernam het ant woord nooitzijn haren rezen te bergen bij het voelen van des squatter's hand, die zijn arm aanraakte en hem even ter zijde nam. „Het is alles door mijn toedoen," leg de nij uit „maar ik kan mij rechtvaar-, digen. En ik ben van plan dit terstond te doen. Hob ik het bij het rechte eind als ik zeg, dat Jack's geboorte uw eenig bezwaar is?" „Ja," zeide de heer Sell wood. „Dan kan ik dit bezwaar wegnemen, wanthet bestaat niet." „En hoe komt gij er toe dit to denken, mijnheer Dalrymple?" „Ik denk het niet-, maar weet het. Goede Hemel, hebt ge dan nooit begre pen, dat Jack meer voor mij was dan een gewonen schapenscheerder Hij was do zoon tenminste de stiefzoon van mijn oudsten vriend." „De stiefzoon? En hoe heette die vriend, als ik u vragen mag?" „Het is onnoodig dien te noemen. Gij hebt het- geraden. Ik heb u veel uit te leggen. Waar kan ik dit doen Ik zou graag willen, dat Cripps en Claude La- font er bij tegenwoordig waren." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1