NIEUWS-
ADVERTENTIEBLAD.
Dinsdag G September 1898.
Ho. 4658
.A^oiK^iEi^/riEiïsr^s^iEoX JS
Voor Haarlem per 3 maanden
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom uer
gemeente), per 3 maanden
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden
Afzonderlijke nummers
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden
de omstreken en franco per post
1.30
1.65
0.05
0.30
0.371.
-A.3D"VTErE^a?3±asro?zmrsr:
1- 5 regeli 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naai' plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Ad verten tien worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT. SandpoortHeemstede, J. LEUVEN,by de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZandvoortG. ZWEMMER
PelsenW. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen 6D Advertentiën aan.
Op den dag der
K.M. KONINGIN WILHELMINA.
Wuif hoog, OraDje en Driekleurhaan,
Van huis en torentrans,
En golf aan kust en oceaan
In vollen luisterglans,
Nu Neerland huldigt, fier van geest,
Zijn jonge Rijks vorstin,
Nu Ncêrlaud juicht op 't Kronings
feest
Der dierbre Koningin.
Leef! Wilhelmina, en regeer
Het Volk, dat U bemint,
Dat zegen smeekt van God den Heer,
Zich nauw met U verbindt
Het Volk, dat U met liefde noemt,
Oranje iu 't harte draagt,
U, Koniuginne, eert en roemt,
Uw Troon getrouwe schraagt.
Uw ed'le Moeder ging U voor
Met wys en kloek beleid,
Druk Gij, o Koningin, haar spoor,
Bekleed met. Majesteit.
Uw Vaders Scepter voer' uw hand
Het Land tot heil en eer,
Uw lof weerklink' aan Indie's strand
Tot over zee en meer
Behoede God U, Koningin,
Bevestig' Hy uw Kroon I
Wij roepen zijn bescherming in
"Voor Land en Koningstroon,
Gezegend zij uw Worsten huis,
Wil'mina van Nassau 1
In vreugd en vreê, by kamp en kruis,
U Neêrlands liefde en trouw!
J. NIEROP.
STADSNIEUWS
Eerste en tweede pagina,
Haarlem, 5 Sept. 1898.
Ophot telegram van gelukwensching,
door de Koninklijke Liedertafel „Zang
en Vriendschap" alhier aan H. M. de
Koningin gezonden, is het volgende
antwoord ontvangen:
„Hare Majesteit draagt mij op,
de vereeniging dank te betuigen
voor de aangeboden hulde."
(wx/.) Adjudant VAN TETS.
Groep Willem de Zwijger.
De groep Willem van Oranje heeft
Zaterdag zijn laatste feest gevierd in
den vorm van een diner in het Grand
Hotel te Zandvoort, dat aangeboden
werd door den heer Jan Veder.
Vooraf is de groep in de Buiten-
societeit „Trouw moet Blijken" ge-
photografeerd.
Aan het diner, waar als gasten
aanzaten de heeren jhr. mr. A. J.
Rotbaan Macaré, W. C. de Vos en
H. Th. Chappuis (de heer mr. A. A.
Land was verhinderd) heerschtte een
zeer aangename toon. Aan de Koningin
werd een telegram van hulde gericht
en natuurlijk Haar en der Koningin
Moeder een dronk gewijd.
Met een reeks van toosten werden
verschillende personen, die zich voor
den optocht verdienstelijk hadden ge
maakt, herdacht en daarbjj o. a. in
herinnering gebracht, dat de hoofd-;
persoon van dezen groep, de heer
Veder, op uitstekende wijze, tot het:
laatste toe, zijn rol als Willem de'
Zwijger had weten vol te houden.)
Het woord werd gevoerd door del
heeren Crommelin, Macaré, de Vos,!
Muiier, Van Rossum, Smits Van der)
Goes, Lieftinck en Veder.
Na ailoop van het diner verwijlden
de deelnemers nog een poos in dej
Passage en keerden in rijtuigen, zoo-j
als zij ook gekomen waren, naar
Haarlem terug.
De hoofddeksels van de leden van
het Hof van H. M. de Koningin, die
heden deel uitmaakten van den stoet
by den plechtigen intocht te Amster
dam, zijn uit Haarlem afkomstig en
wel van den heer Henning, firma
Prinsen Co.
De heer Henning leverde dezeste
ken, naar een door hem ontworpen
model, voor den Koning van Wape
nen, den Chef van het Militaire Huis,
den Opperstalmeester, de vijf adju
danten, rijdende op een gelid en ver
schillende generaals.
g [Ook de verpleegden in het Stads-
Armenhuis zullen, evenals die van
andere gestichten hier ter stede, den
Kroningsdag feestelijk vieren. Een
dele gever of geefster, die onbekend
wenscht te blijven, schonk hiervoor
een milde gift.
Hulde aan Van Breemen.
„Wou u iets weten," zoo schreef
ons iemand, over de buldebetooning
van Zang en Vriendschap aan haren
vice-president Van Breemen? Met
plezier.
U moet dan allereerst weteD,
dat het gebeurde op de bovenzaal
van de Sociëteit. Nu zul je misschien
zeggen: waarom geen serenade ge
bracht aan zyn huis, met fakkellicht
en muziek, tsjing tsjing boem? Ja,
ik weet het niet precies, hoor, maar
de hoogen hadden het zoo besloten,
't bestuur zie je en als dat eenmaal
beslist heeft, dan zeggen wij leden:
„'t zal zoo wel goed wezen voor den
zang" en dan halen we de vriendschap
zelf voor den dag en is het zaakie
in orde. En dan moet je denken: de!
Bakenessergracht is smal eu een onge-1
Ink ligt in een klein hoekje. Verbeeld I
je, dat onze eerste tenoren, waarop!
we zoo trotsch mogen wezen. Ie
water raakten. Wedewer zelf zou!
mogelyk van de schrik en de nattig-)
heid in een ondiepe bas veranderen!
Kwartier over negen zoowat, 't;
kon ook balftien geweest zijD, (zoo
net komt 't er op een Zaterdagavond1
op een kwartiertje niet an, wel kwam
de jubilaris met zyn echtgenoote en
zyn twee zoons binnen en zongen
we uit volle borst: „Er lebe hoch",
wat eigenlijk eon vreemde welkomst
groet is voor een nederlandsche lieder
tafel. Maar al was de begroeting wat
duitsch, de bedoeling was er niet
minder om, want de zangers hebben
veel op met Van Breemen, dat kon
je aan de opkomst wel zien.
Nadat de familie had plaats geno
men heeft de president, meneer de
Lanoy, den nieuwen ridder toegespro
ken en hem gefeliciteerd. Wy zon
gen het Wien Neerl&ndsch Bloed en
het Wilhelmus eu toen antwoordde
Van Breemen, kort en goed, want
van lange redevoeringen is hy niet
thuis. Vervolgens werd het verplichte
koor vau den laatsten wedstryd te
Amsterdam gezoDgen en zullen er
misschien gedacht hebben: „als de
repetities voor dat concours even
trouw bezocht waren geworden als
deze uitvoering, dan zouden we naar
den eersten prys nog wel een gooi
hebben gedaan.
Ten slotte heeft meneer de Lanoy
weer gesproken en den nieuwen rid
der vergeleken met de oude ridders,
die op on lernemingen uitgingen
Van Breemen ook, hy gaat turf zoe
ken tot in Italië en Zweden en Noor
wegen toehy zingt als de oude trou
badours en was het een ridder, die
de seboone slaapster in het boscli
deed ontwaken, Van Breemen heeft
de slapende schatten van de droog
gemaakte Haarlemmermeer, de kost
bare veenlagen, opgewekt.
We zyn daarna nog lang genoeg
lijk bijeen gebleven en hebben menig
hartig woordje gesproken, 'tis in de
wereld eenmaal zoo„ieder nieuw-
geridderde heeft zyn benyders," maar
aan Van Breemen wordt zeker door
elk lid van Zang en Vriendschap de
onderscheiding van harte gegund. Hy
steunt haar met zyn persoon en ook
met wat anders, maar dat laatste
alleen zou den band er niet inhouden,
als zijn persoonlijke sympathie er niet
was voor de vereeniging en hare
leden.
Nu moet het vandaag of morgen
maar weer op de Belgen los en we
zullen ze wel klein krygenHet
eerste ridderkruis in de liedertafel
moge ons tot de overwinning voeren."
Ontsnapte slangen.
Men schryft ons
In verband met het bericht omtrent
ontsnapte slangen, deel ik u mede
dat door my j. 1. Zondag ook een
slang werd gedood in mijn tuin Zijl-
weg 49. Het dier was ruim een meter
lang en behoort tot de familie der
gladde slangen, een niet vergiftige
soort, zooals ik later vernam.
Indien men echter rustig in den tuin
wandelende opeens een zoo groote slang
ziet dan is de eerst opkomende ge
dachte (vooral als men kleine kinderen
heeft) doodeu. Iets dat ik dan ook
deed zonder eerst ua te gaan of het
dier gevaarlijk of niet gevaarlijk zou
zyn.
De heeren, mede-slangen-vangers O.
en B. zullen het waarschijnlijk met
my eens zyn omtrent de wenscbelijk-
l'.eid, datmensclien die behagen schep
pen in bet houden van slangen ze
dan ook goed houden en niet laten
ontsnappen, en is mijn beleefd ver
zoek aan den eventueelen vinder van
de derde exemplaar, in dit blad te
willen mededeelen, als hij er een vangt.
Totdat ook dit exemplaar zal ge- j
vangen zyn en de eigenaar, de heerj
B., verzekert dat er niet meer dan
deze drie ontsnapt zijn, zullen be- j
wooers van Zylweg en omliggende j
straten hunne kinderen niet zonder
onrust in den tuin kunnen laten spelen.
Door den agent-rechercheur Van
Halst is aangehouden J. R., oud 39
jaren, metselaarsknecht, als verdacht
van diefstal van een party lood ten
nadeele van den aannemer G., bij wien
by in dienst betrekking was.
Zaterdagnamiddag heeft juffrouw
E. wonende Frankenstraat, by eene
huiselijke twist met haren man in
drift een glasruit in het alcoof harer
benedenkamer met hare rechterhand
ingeslagen waarbij zjj den slagader
van haar pols heeft stukgesneden. Zy
is naar het St. Elisabeth's Gasthuis
overgebracht.
B!WN?iE§£LAft&.-
HAAGSCHE BRIEVEN.
Amice schreef er e©u doe me
het genoegen om me even te seinen als
ik commandeur van den Nederlandschen
Leeuw hen geworden.
Dat was een grappenmaker. Doch er
waren ook anderen, die het serieus meen
den. Nu, die laatsten hebben me een
koopje bezorgdHet was een aardig ge
zoek onder al die namen, om uit te vin
den wie de gelukkigen geweest waren
op den avond van den 31 sten Aug.
Tweehonderd en achttien daarvan wa
ren in Indië. Ik kan verklaren, dat zij
gelijktijdig met de Nederlandsche rid
ders bekend zijn geworden met de htm
te beurt gevallen onderscheidingen
Reeds den 29en Juli waren de lijsten
naar Indië verscheept en dus vóór 31
Aug. in het bezit van den gouv.-gen.
Gelijktijdig waren de officieele program
ma's der feesten, gelijk die in de Staats
courant verschenen, aan dezen toegezon
den, of iets later, teneinde daarvan aan
de Indische pers mededeeling te kunnen
doen. Met de mail van 29 Juli waren
j ook verzonden de beide proclamaties der
I Koninginnen. Mij is beslist verzekerd,
dat het ontwerp der proclamatie van
I 31 Aug. van Koningin Wilhelmina per
soonlijk afkomstig was, doch dat de
Minister-president, de heer Pierson, H.
j M. eenige wijzigingen in bedenking gaf.
Velen hebben trouwens reeds de opmer
king gemaakt, dat de eerste zinsnede
der proclamatie kennelijk het stempel
draagt van den stijl eener 18jarige jonk-
j vrouw. Daarentegen is de volzin die
eindigt met de woorden „gevoel Ik mij
als gedragen door uw trouw" geheel en
al in dien idealist-ischen stijl die onzen
Min. van Fin. kenmerkt. Mij is ook he
slist verzekerd, dat de redevoering, die
H. M. morgen bij de inhuldiging in de
Nieuwe Kerk zal uitspreken, uit dezelfde
samenwerking is geboren.
In het begin van dezen brief spi'ak ik
van de uitgereikte onderscheidingen. Van'
een oordeel daarover zal ik mij onthou
den, mijn groote voldoening uitspreken-
de, dat door de Reg. ditmaal ook de Pers
in haai" meest uitnemende vertegenwoor-1
digers is gehuldigd. Men heeft de op
merking gemaakt, dat eenige onderschei
dingen, in den vonn van verheffingen
in den adelstand, die venvacht werden,
zijn uitgebleven. En men heeft de ver
wachting uitgesproken, dat die nog na1
de feesten zullen „afkomen." Ben ik
wel ingelicht, dan zou die verwachting
wel eens peheel en al beschaamd kunnen
worden, tot groote vreugde van de vrien-1
den der Reg., die dergelijke onderschei
dingen al zeer weinig strookend vinden
met de democratische richting waarin
het kabinet zich beweegt.
Het liefst had ik van dezen Haagschen
brief een Amsterdamschen gemaakt,
want, om de waarheid te zeggen, ik ben
eigenlijk niet in de Ooievaars- maar in
de Amstelstad.
Heel Nederland is er ik heb van
daag op straat alle dialecten hooren
spreken. Mijn vingers jeuken eigenlijk,
heel mijn journalistiek bloed dreigt
drukinkt te worden, om de geestdrift to
beschrijven, die in de hoofdstad nu reeds
heerscht. Maar dat zou grasduinen zijn
op het veld van mijn Amsterdamschen
collega en dus handen thuis
Trouwens, er is nog wel een Haagsch
onderwerp te hespreken.
Opnieuw heeft een wielrijder beproefd
om do onwettige bepaling, op geen enke
le verordening rustend, te breken, die
hem verbiedt op het terrein te komen
(met zijn wiel, wel te verstaan), dat de
Maatschappij „Zeebad" voor het badle
ven heeft bestemd. Vier gegalonneerde
uitsmijters hebben dezen heer, een offi
cier, onder het waleend oog van een po
litieagent zijn wiel ontnomen en hem
van het strand verwijderd. Indien hij
zijn sabel getrokken, en om zich heen
geslagen had, zou hij, tegenover deze
aanranding, in zijn volle recht geweest
zijn.
Zal de justitie nu vervolgenMen
hoopt het en men acht het niet te be
twijfelen.
Er is, dunkt mij, een ander middel
om aan dezen strijd een einde te maken,
dat ik den officials van den Wiolrij-
dersbond aanbeveel.
De aanleiding van deze wetsovertre
ding en vrijheidsberooving is de direc
teur-generaal van het Kurhaus. Hij ver
oorzaakt dus wanorde.
Welnu, er is een artikel in de vreem
delingenwet, bepalende, dat die vreem
delingen over de grenzen gezet worden
die de orde en rust in den lande versto
ren.
IIA. GANUS Jr.
Deze volzin luidt aldus „Op dezen
voor U en mij gewichtigen dag gevoel
ik mij gedrongen, eenige woorden tot
u te richten."
(RED.)
Uit de „Staatscourant".
Koninklijke Besluiten.
Benoemd tot ridder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw C. W. R.
Scholten Jr., directeur van den Kon.
Westindiscben maildienst te Araster-
FEUILLETON.
De Hertog van
St. Osmund.
Hij had niet de minste reden
de waarheid van Dalrymple's ver
haal, zoover het de antecedenten van
Jack betrof, in twijfel te trekkenmaar
wel begon, er een ander vermoeden bij
hem te rijzen. Terwijl hij hierover nog
zat na te denken, en de andere heeren
de zooeven vernomen feiten bespraken,
werd hij uit zijn gepeins opgeschrikt
door de driftige binnenkomst van zijn
vrouw, die in een zeer- overspannen ge
moedstoestand scheen te verkeeren.
Er moest iets gebeurd zijnwaren de
verloofden met de Noorderzon vertrok
ken Neen; met Mary Freke volgden zij
Caroline op den voet, die als 't ware met
den stormpas het geheele vertrek door
schreed haar coiffure was totaal in
wanorde, terwijl zij met een ontstelden
Wik het goed geconserveerde, onverschil-
ge gelaat van Dalrymple, den squatter,
gadesloeg.
„Weet ge, wat men mij beneden ver
teld heeft?" riep haar Ladyschap uit,
ieder om beurten aanziende. „Matthew
Hunt staat beneden en weet ge wat hij
zegt? Dat noch Jack noch Clauue de
heatog van. St. Osmund is maar gij
gij I" Bij deze laatste woorden keerde zij
zich als een tijgerin tot niemand anders
dan den squatter.
„Dat kon ik hem wel gezegd hebben,"
merkte de heer Sellwood kalm opeerst
de laatste tien seconden was hij tot deze
conclusie gekomen.
„Ik zal hem iets zeggen, waar hij be
paald niet naar verlangt die idioot
voegde de squatter er sotto voce bij.
„Dus je geloof het?" riep Lady Caro
line. „Ben je krankzinnig geworden
„Uw Ladyschap heeft gelijk; het zou
volslagen krankzinnigheid zijn zoo'n on
gerijmd vertelsel te gelooven!" riep de
heer Cripps uit, die bijna van zijn stoel
viel van ongeloof.
„Zoover zal zelfs de heer Dalrymple
niet durven gaan. Hij heeft reeds zoo
veel gezegd wat de justitie niet voor
waar kan aannemen; wij zullen hem
recht laten wedervaren door te zeggen,
dab hij niet toerekenbaar is. Evenals
wij, weet hij zeer goed, dat de markies
van Maiske dood in het bosch gevonden
werd wij hebben daar de bewijzen van.
En al hadden wij die niet, wie heeft hem
dan herkend? Kan hij iemand noemen,
die zijn identiteit bewijst? Als dat zoo
is, welnu, laat hij het dan doen!"
„Mijnheer Cripps is opgewonden,",
merkte Dalrymple op, aan de bel trek
kend. „Komt het werkelijk niet bij hem
op, dat ik mij zelf dood kan gevonden
hebben en mijn identiteit heb laten vast
stellen op schijnbaar zeer aanneemlijke
gronden
„Is het zoo onmogelijk, dat een man
met mijn reputatie de kans om op 't
papier te sterven permitteer mij die
uitdrukking, met beide handen aanpak
te Zoon dood brengt buitengewone
voordeelen mee; het is bijna hetzelfde
als een wedergeboorte. Hoe het ook zij
ik ben niet van plan deze proef in de
werkelijkheid te nemen, en tenminste
niet op deze melodramatische wijze
maar ik kon den lust niet weerstaan
naar Engeland terug te keer en om de
grap te aanschouwen, en ik kreeg mijn
verdiende loon ik moest mijn gelag be
talen. Of ik mijn identiteit bewijzen
kan Zeker had ik geen plan dit te doen,
maar nu gij mij er toe dwingt moet ik
wel. De oude Hunt kende mij terstond
en ook Stebbings kan als getuige optre
den. Doe de deur dicht Stebbings en be
antwoord mij een paar vragen. Men ge
looft algemeen, dat je gisteren dronken
waart, Stebbings. Was dat zoo ja of
neen
..Neen, uw Genade?"
„Uw Genade, hoort gij het herhaal
de de squatter.
„Ik ben bang, dat je wel wat voorba
rig zijt, Stebbings Maar als je niet dron
ken waart, wat scheelde er dan aan?"
„Ik was zenuwachtig!" riep Stebbings
uit, die zich ook nu lang niet op zijn ge
mak gevoelde. „Ik herkende uw Genade,
dien ik reeds zoo lang dood waande!"
„Juist, en ik vloekte als een dolle op
je, om aan je verbazing eenigen grond
van waarschijnlijkheid te geven. Dat is
alles Stebbings, ge kimt nu wel gaan.
Ja Jack zie mij maar aan. Het verwon
dert je, dat je er toen niets van gemerkt
hebt, hè? Als ik toen niet tegen Steb
bings uitgevaren was, waart gij mis
schien achter het geheim gekomenik
moet bekennen, dat ik ontstelde, toen je
Stebbings bij mij in de kamer vondt.
Ik verzeker u allen, dat ik toen van plan
was heen te gaange kunt mij gelooven
of niet, het is zoo. In weerwil van alles
j wat ik zoo straks zeide, ben ik ui et zóó
op 't Engelsche leven gesteld als Jack
i het mij toescheen te zijn en daarbij ver-
moedde ik niet, dat zijn positie onzeker
was. Ja, mijn jongen, ik stond je met
genoegen alles af, wat mij eigenlijk toe
kwam. Ik was van plan naar de bos-
schen terug te gaan
I „Wat zegt geriep Jack uit, een paar
pas voorwaarts komendOlivia trad ook
j op den squatter toe en een blos van
vreugde, die bewees boe onverschillig zij
voor de groote verandering was, kleurde
haar wangen. Jack behoorde haar. Wat
kwam het er op aan, wie de hertog was
„Ja, ik was van plan heen te gaan,"
zeide de squatter, „maar per slot van
rekening zult- gij het toch zijn, die ver
trekt. Hoe zou je het vinden Carara te
besturen? En zoudt gij hem daarbij be-
1 hulpzaam willen zijn, juffrouw Sellwood
Gij moet er maar eens met uw vader
over spreken. En om 's liemols wil. Jack,
bedank mij niet; ik ben een slechte
vriend voor je geweest."
De staatssecretaris was reeds in een
druk gesprek met zijn vrouw gewikkeld.
Jack en hun dochter stonden naast hen.
De nieuwe hertog keerde zich om en
voegde zich bij Claude. De zaakwaarne
mer was er tusschen uit getrokken en do
Frekes hadden zich reeds vóór hem ver
wijderd; de overige aanwezigen, waar
onder ook Jack, maakten aanstalten om
eveneens het vertrek te verlaten. Maar
voordat Claude en de squatter de deur
uit waren keerde Jack zich om.
„Een slecht vriend!" riep hij verwij-
dam, en de eere-medaille der orde van
Oranje-Nassau, in zilver, toegekend
aan F. A. de Weger, adjunct-opzich
ter by den Rijkswaterstaat, te Enge
len. (Herplaatst wegens misstelling
in de „St. Ct.")
Bij bet korps Leidsche Studenten-
vereeniging tot vrijwillige oefening in
den wapenhandel „Pro Patria", te
Leiden, benoemdtot 2de luitenant
commandant J. L. van de Mortelen
tot 2de luitenant H. J. Lycklama a
Nyebolt.
Bij bet korps gevormd nit doYer-
eeniging „Delftsche Studentenweer-
baarheid", te Delft, benoemd tot Ide
luitenant E. F. Suringar.
Audientiën.
De gewone audientiën van de mi
nisters van justitie, oorlog en water-
terstaat, haudel en nijverheid zullen
deze week niet plaats hebben.
Een dubbel© moord te
Rotterdam.
Aan de Boezemkade te Rotterdam
heeft Zaterdagmorgen omstreeks 7
uur een bloedig drama plaats gehad,
waarby de dader van de misdaad,
door de band aar. zich zeiven te slaan,
zich aan zijn rechtmatige straf heeft
weten te onttrekken.
In perceel no. 7 aldaar nabij den
Goudsehen Rijweg, kwistig versierd
met groen en de nationale kleuren,
wonen 4 gezinnen, w. o. dat van J.
C. de Gier, borstelmaker, en sedert
enkele jaren gehuwd met Mina van
Gent, die uit haar eerste huwelyk
twee meisjes van 12 en 13 jaar heeft.
In betzelfde gezin houdt als kost
ganger verblijf de 36-jarige A. J.
Pieterse, ijzerertswerker, die reeds 10
weken niet werkte, wegens een onge
luk hem overkomen, waarvoor hem
uit verschillende ziekenfondsen f21
uitgekeerd wordt.
Het had reeds Vrijdagavond de
aandacht getrokken, toen Pieterse in
de buurt was gaan wandelen, dat hy
erg onrustig was. Ook was er de vorige
dagen steeds oneenigheid geweest.
Te 7 nar Zaterdagmorgen, toen De
Gier reeds naar de fabrieit was, rie
pen de beide meisjes nit het venster
om hulp, waarop buren, voorbijgan
gers en politie-agenten naar boven
snelden naar de tweede étage achter.
De deur was gesloten en werd met
enkele trappen geopend.
Een ontzettend tooueel vertoonde
zich toen aan de binnendringend en.
In de bedstede lag vrouw Tan Gent
met eene afgrijselijke wonde aan den
hals en badende in haar bloed.
Naast baar lag haar dochtertje met
eene verwonding aan het rechterhandje.
Juffrouw Van Gent was buiten kennis.
In het vertrek lag op den grond
uitgestrekt de kostganger Pieterse,
in de eene hand eene geladen revol.
tend uit, de hand van zijn. voormaligen
baas in de zijne nemend.
„Wat zou er van mij geworden zijn.
als gij er niet geweest waart. Gij moogt
zeggen, wat ge wilt; door uw toedoen
ben ik de gelukkigste man van de we
reld geworden. Per slot van rekening
kan zij toch mijn wouw wordenMijn
heer Sellwood is een beste man en Lady
Caroline heeft ons zoo juist haar too-
stemming gegeven. Maar," en hij legde
zijn hand vriendelijk op Claude's schou
der, „beste jongen, wat kan ik tegen
jou zeggen. Ik schaam mij om je aan te
zien. Jij hebt alles verloren!"
Claude zag zeer bleek, en Jack's eer
lijke oogen zagen hem van onder de
borstelige wenkbrauwen deelnemend
aan.
De nieuwe hertog begon echter luid
te lachen.
„Alles verloren?" riep hij uit. „Geoni
quaestie van. Ik kan niet ecuwig leven
en Claude blijft, wat Ixij altijd geweest
is mijn opvolger. Denk je van niet.
En jij die mij al dio jaren gekend hebt,
denk je werkelijk, dat ik nog eens trou
wen zal? Jack, mijn jongen, ken je mij
daar niet genoeg voor. Ik ben indertijd
een slechte kerel geweest, maar de eenige
vrouw, die ik ooit oprecht lief had, zal
nooit door een andere vervangen wor
den."
Hij zweeg even, en zichtbaar aange
daan legde hij zijn hand op Jack's schou
der.
„En daar is één man op de wereld,
dien ik ziels liefheb om harentwil
EINDE.