NIEUWS- ADVERTENTIEBLAD. Dinsdag G September 1898. Ho. 4658 .A^oiK^iEi^/riEiïsr^s^iEoX JS Voor Haarlem per 3 maanden Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom uer gemeente), per 3 maanden Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden Afzonderlijke nummers Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden de omstreken en franco per post 1.30 1.65 0.05 0.30 0.371. -A.3D"VTErE^a?3±asro?zmrsr: 1- 5 regeli 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naai' plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Ad verten tien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT. SandpoortHeemstede, J. LEUVEN,by de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZandvoortG. ZWEMMER PelsenW. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen 6D Advertentiën aan. Op den dag der K.M. KONINGIN WILHELMINA. Wuif hoog, OraDje en Driekleurhaan, Van huis en torentrans, En golf aan kust en oceaan In vollen luisterglans, Nu Neerland huldigt, fier van geest, Zijn jonge Rijks vorstin, Nu Ncêrlaud juicht op 't Kronings feest Der dierbre Koningin. Leef! Wilhelmina, en regeer Het Volk, dat U bemint, Dat zegen smeekt van God den Heer, Zich nauw met U verbindt Het Volk, dat U met liefde noemt, Oranje iu 't harte draagt, U, Koniuginne, eert en roemt, Uw Troon getrouwe schraagt. Uw ed'le Moeder ging U voor Met wys en kloek beleid, Druk Gij, o Koningin, haar spoor, Bekleed met. Majesteit. Uw Vaders Scepter voer' uw hand Het Land tot heil en eer, Uw lof weerklink' aan Indie's strand Tot over zee en meer Behoede God U, Koningin, Bevestig' Hy uw Kroon I Wij roepen zijn bescherming in "Voor Land en Koningstroon, Gezegend zij uw Worsten huis, Wil'mina van Nassau 1 In vreugd en vreê, by kamp en kruis, U Neêrlands liefde en trouw! J. NIEROP. STADSNIEUWS Eerste en tweede pagina, Haarlem, 5 Sept. 1898. Ophot telegram van gelukwensching, door de Koninklijke Liedertafel „Zang en Vriendschap" alhier aan H. M. de Koningin gezonden, is het volgende antwoord ontvangen: „Hare Majesteit draagt mij op, de vereeniging dank te betuigen voor de aangeboden hulde." (wx/.) Adjudant VAN TETS. Groep Willem de Zwijger. De groep Willem van Oranje heeft Zaterdag zijn laatste feest gevierd in den vorm van een diner in het Grand Hotel te Zandvoort, dat aangeboden werd door den heer Jan Veder. Vooraf is de groep in de Buiten- societeit „Trouw moet Blijken" ge- photografeerd. Aan het diner, waar als gasten aanzaten de heeren jhr. mr. A. J. Rotbaan Macaré, W. C. de Vos en H. Th. Chappuis (de heer mr. A. A. Land was verhinderd) heerschtte een zeer aangename toon. Aan de Koningin werd een telegram van hulde gericht en natuurlijk Haar en der Koningin Moeder een dronk gewijd. Met een reeks van toosten werden verschillende personen, die zich voor den optocht verdienstelijk hadden ge maakt, herdacht en daarbjj o. a. in herinnering gebracht, dat de hoofd-; persoon van dezen groep, de heer Veder, op uitstekende wijze, tot het: laatste toe, zijn rol als Willem de' Zwijger had weten vol te houden.) Het woord werd gevoerd door del heeren Crommelin, Macaré, de Vos,! Muiier, Van Rossum, Smits Van der) Goes, Lieftinck en Veder. Na ailoop van het diner verwijlden de deelnemers nog een poos in dej Passage en keerden in rijtuigen, zoo-j als zij ook gekomen waren, naar Haarlem terug. De hoofddeksels van de leden van het Hof van H. M. de Koningin, die heden deel uitmaakten van den stoet by den plechtigen intocht te Amster dam, zijn uit Haarlem afkomstig en wel van den heer Henning, firma Prinsen Co. De heer Henning leverde dezeste ken, naar een door hem ontworpen model, voor den Koning van Wape nen, den Chef van het Militaire Huis, den Opperstalmeester, de vijf adju danten, rijdende op een gelid en ver schillende generaals. g [Ook de verpleegden in het Stads- Armenhuis zullen, evenals die van andere gestichten hier ter stede, den Kroningsdag feestelijk vieren. Een dele gever of geefster, die onbekend wenscht te blijven, schonk hiervoor een milde gift. Hulde aan Van Breemen. „Wou u iets weten," zoo schreef ons iemand, over de buldebetooning van Zang en Vriendschap aan haren vice-president Van Breemen? Met plezier. U moet dan allereerst weteD, dat het gebeurde op de bovenzaal van de Sociëteit. Nu zul je misschien zeggen: waarom geen serenade ge bracht aan zyn huis, met fakkellicht en muziek, tsjing tsjing boem? Ja, ik weet het niet precies, hoor, maar de hoogen hadden het zoo besloten, 't bestuur zie je en als dat eenmaal beslist heeft, dan zeggen wij leden: „'t zal zoo wel goed wezen voor den zang" en dan halen we de vriendschap zelf voor den dag en is het zaakie in orde. En dan moet je denken: de! Bakenessergracht is smal eu een onge-1 Ink ligt in een klein hoekje. Verbeeld I je, dat onze eerste tenoren, waarop! we zoo trotsch mogen wezen. Ie water raakten. Wedewer zelf zou! mogelyk van de schrik en de nattig-) heid in een ondiepe bas veranderen! Kwartier over negen zoowat, 't; kon ook balftien geweest zijD, (zoo net komt 't er op een Zaterdagavond1 op een kwartiertje niet an, wel kwam de jubilaris met zyn echtgenoote en zyn twee zoons binnen en zongen we uit volle borst: „Er lebe hoch", wat eigenlijk eon vreemde welkomst groet is voor een nederlandsche lieder tafel. Maar al was de begroeting wat duitsch, de bedoeling was er niet minder om, want de zangers hebben veel op met Van Breemen, dat kon je aan de opkomst wel zien. Nadat de familie had plaats geno men heeft de president, meneer de Lanoy, den nieuwen ridder toegespro ken en hem gefeliciteerd. Wy zon gen het Wien Neerl&ndsch Bloed en het Wilhelmus eu toen antwoordde Van Breemen, kort en goed, want van lange redevoeringen is hy niet thuis. Vervolgens werd het verplichte koor vau den laatsten wedstryd te Amsterdam gezoDgen en zullen er misschien gedacht hebben: „als de repetities voor dat concours even trouw bezocht waren geworden als deze uitvoering, dan zouden we naar den eersten prys nog wel een gooi hebben gedaan. Ten slotte heeft meneer de Lanoy weer gesproken en den nieuwen rid der vergeleken met de oude ridders, die op on lernemingen uitgingen Van Breemen ook, hy gaat turf zoe ken tot in Italië en Zweden en Noor wegen toehy zingt als de oude trou badours en was het een ridder, die de seboone slaapster in het boscli deed ontwaken, Van Breemen heeft de slapende schatten van de droog gemaakte Haarlemmermeer, de kost bare veenlagen, opgewekt. We zyn daarna nog lang genoeg lijk bijeen gebleven en hebben menig hartig woordje gesproken, 'tis in de wereld eenmaal zoo„ieder nieuw- geridderde heeft zyn benyders," maar aan Van Breemen wordt zeker door elk lid van Zang en Vriendschap de onderscheiding van harte gegund. Hy steunt haar met zyn persoon en ook met wat anders, maar dat laatste alleen zou den band er niet inhouden, als zijn persoonlijke sympathie er niet was voor de vereeniging en hare leden. Nu moet het vandaag of morgen maar weer op de Belgen los en we zullen ze wel klein krygenHet eerste ridderkruis in de liedertafel moge ons tot de overwinning voeren." Ontsnapte slangen. Men schryft ons In verband met het bericht omtrent ontsnapte slangen, deel ik u mede dat door my j. 1. Zondag ook een slang werd gedood in mijn tuin Zijl- weg 49. Het dier was ruim een meter lang en behoort tot de familie der gladde slangen, een niet vergiftige soort, zooals ik later vernam. Indien men echter rustig in den tuin wandelende opeens een zoo groote slang ziet dan is de eerst opkomende ge dachte (vooral als men kleine kinderen heeft) doodeu. Iets dat ik dan ook deed zonder eerst ua te gaan of het dier gevaarlijk of niet gevaarlijk zou zyn. De heeren, mede-slangen-vangers O. en B. zullen het waarschijnlijk met my eens zyn omtrent de wenscbelijk- l'.eid, datmensclien die behagen schep pen in bet houden van slangen ze dan ook goed houden en niet laten ontsnappen, en is mijn beleefd ver zoek aan den eventueelen vinder van de derde exemplaar, in dit blad te willen mededeelen, als hij er een vangt. Totdat ook dit exemplaar zal ge- j vangen zyn en de eigenaar, de heerj B., verzekert dat er niet meer dan deze drie ontsnapt zijn, zullen be- j wooers van Zylweg en omliggende j straten hunne kinderen niet zonder onrust in den tuin kunnen laten spelen. Door den agent-rechercheur Van Halst is aangehouden J. R., oud 39 jaren, metselaarsknecht, als verdacht van diefstal van een party lood ten nadeele van den aannemer G., bij wien by in dienst betrekking was. Zaterdagnamiddag heeft juffrouw E. wonende Frankenstraat, by eene huiselijke twist met haren man in drift een glasruit in het alcoof harer benedenkamer met hare rechterhand ingeslagen waarbij zjj den slagader van haar pols heeft stukgesneden. Zy is naar het St. Elisabeth's Gasthuis overgebracht. B!WN?iE§£LAft&.- HAAGSCHE BRIEVEN. Amice schreef er e©u doe me het genoegen om me even te seinen als ik commandeur van den Nederlandschen Leeuw hen geworden. Dat was een grappenmaker. Doch er waren ook anderen, die het serieus meen den. Nu, die laatsten hebben me een koopje bezorgdHet was een aardig ge zoek onder al die namen, om uit te vin den wie de gelukkigen geweest waren op den avond van den 31 sten Aug. Tweehonderd en achttien daarvan wa ren in Indië. Ik kan verklaren, dat zij gelijktijdig met de Nederlandsche rid ders bekend zijn geworden met de htm te beurt gevallen onderscheidingen Reeds den 29en Juli waren de lijsten naar Indië verscheept en dus vóór 31 Aug. in het bezit van den gouv.-gen. Gelijktijdig waren de officieele program ma's der feesten, gelijk die in de Staats courant verschenen, aan dezen toegezon den, of iets later, teneinde daarvan aan de Indische pers mededeeling te kunnen doen. Met de mail van 29 Juli waren j ook verzonden de beide proclamaties der I Koninginnen. Mij is beslist verzekerd, dat het ontwerp der proclamatie van I 31 Aug. van Koningin Wilhelmina per soonlijk afkomstig was, doch dat de Minister-president, de heer Pierson, H. j M. eenige wijzigingen in bedenking gaf. Velen hebben trouwens reeds de opmer king gemaakt, dat de eerste zinsnede der proclamatie kennelijk het stempel draagt van den stijl eener 18jarige jonk- j vrouw. Daarentegen is de volzin die eindigt met de woorden „gevoel Ik mij als gedragen door uw trouw" geheel en al in dien idealist-ischen stijl die onzen Min. van Fin. kenmerkt. Mij is ook he slist verzekerd, dat de redevoering, die H. M. morgen bij de inhuldiging in de Nieuwe Kerk zal uitspreken, uit dezelfde samenwerking is geboren. In het begin van dezen brief spi'ak ik van de uitgereikte onderscheidingen. Van' een oordeel daarover zal ik mij onthou den, mijn groote voldoening uitspreken- de, dat door de Reg. ditmaal ook de Pers in haai" meest uitnemende vertegenwoor-1 digers is gehuldigd. Men heeft de op merking gemaakt, dat eenige onderschei dingen, in den vonn van verheffingen in den adelstand, die venvacht werden, zijn uitgebleven. En men heeft de ver wachting uitgesproken, dat die nog na1 de feesten zullen „afkomen." Ben ik wel ingelicht, dan zou die verwachting wel eens peheel en al beschaamd kunnen worden, tot groote vreugde van de vrien-1 den der Reg., die dergelijke onderschei dingen al zeer weinig strookend vinden met de democratische richting waarin het kabinet zich beweegt. Het liefst had ik van dezen Haagschen brief een Amsterdamschen gemaakt, want, om de waarheid te zeggen, ik ben eigenlijk niet in de Ooievaars- maar in de Amstelstad. Heel Nederland is er ik heb van daag op straat alle dialecten hooren spreken. Mijn vingers jeuken eigenlijk, heel mijn journalistiek bloed dreigt drukinkt te worden, om de geestdrift to beschrijven, die in de hoofdstad nu reeds heerscht. Maar dat zou grasduinen zijn op het veld van mijn Amsterdamschen collega en dus handen thuis Trouwens, er is nog wel een Haagsch onderwerp te hespreken. Opnieuw heeft een wielrijder beproefd om do onwettige bepaling, op geen enke le verordening rustend, te breken, die hem verbiedt op het terrein te komen (met zijn wiel, wel te verstaan), dat de Maatschappij „Zeebad" voor het badle ven heeft bestemd. Vier gegalonneerde uitsmijters hebben dezen heer, een offi cier, onder het waleend oog van een po litieagent zijn wiel ontnomen en hem van het strand verwijderd. Indien hij zijn sabel getrokken, en om zich heen geslagen had, zou hij, tegenover deze aanranding, in zijn volle recht geweest zijn. Zal de justitie nu vervolgenMen hoopt het en men acht het niet te be twijfelen. Er is, dunkt mij, een ander middel om aan dezen strijd een einde te maken, dat ik den officials van den Wiolrij- dersbond aanbeveel. De aanleiding van deze wetsovertre ding en vrijheidsberooving is de direc teur-generaal van het Kurhaus. Hij ver oorzaakt dus wanorde. Welnu, er is een artikel in de vreem delingenwet, bepalende, dat die vreem delingen over de grenzen gezet worden die de orde en rust in den lande versto ren. IIA. GANUS Jr. Deze volzin luidt aldus „Op dezen voor U en mij gewichtigen dag gevoel ik mij gedrongen, eenige woorden tot u te richten." (RED.) Uit de „Staatscourant". Koninklijke Besluiten. Benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw C. W. R. Scholten Jr., directeur van den Kon. Westindiscben maildienst te Araster- FEUILLETON. De Hertog van St. Osmund. Hij had niet de minste reden de waarheid van Dalrymple's ver haal, zoover het de antecedenten van Jack betrof, in twijfel te trekkenmaar wel begon, er een ander vermoeden bij hem te rijzen. Terwijl hij hierover nog zat na te denken, en de andere heeren de zooeven vernomen feiten bespraken, werd hij uit zijn gepeins opgeschrikt door de driftige binnenkomst van zijn vrouw, die in een zeer- overspannen ge moedstoestand scheen te verkeeren. Er moest iets gebeurd zijnwaren de verloofden met de Noorderzon vertrok ken Neen; met Mary Freke volgden zij Caroline op den voet, die als 't ware met den stormpas het geheele vertrek door schreed haar coiffure was totaal in wanorde, terwijl zij met een ontstelden Wik het goed geconserveerde, onverschil- ge gelaat van Dalrymple, den squatter, gadesloeg. „Weet ge, wat men mij beneden ver teld heeft?" riep haar Ladyschap uit, ieder om beurten aanziende. „Matthew Hunt staat beneden en weet ge wat hij zegt? Dat noch Jack noch Clauue de heatog van. St. Osmund is maar gij gij I" Bij deze laatste woorden keerde zij zich als een tijgerin tot niemand anders dan den squatter. „Dat kon ik hem wel gezegd hebben," merkte de heer Sellwood kalm opeerst de laatste tien seconden was hij tot deze conclusie gekomen. „Ik zal hem iets zeggen, waar hij be paald niet naar verlangt die idioot voegde de squatter er sotto voce bij. „Dus je geloof het?" riep Lady Caro line. „Ben je krankzinnig geworden „Uw Ladyschap heeft gelijk; het zou volslagen krankzinnigheid zijn zoo'n on gerijmd vertelsel te gelooven!" riep de heer Cripps uit, die bijna van zijn stoel viel van ongeloof. „Zoover zal zelfs de heer Dalrymple niet durven gaan. Hij heeft reeds zoo veel gezegd wat de justitie niet voor waar kan aannemen; wij zullen hem recht laten wedervaren door te zeggen, dab hij niet toerekenbaar is. Evenals wij, weet hij zeer goed, dat de markies van Maiske dood in het bosch gevonden werd wij hebben daar de bewijzen van. En al hadden wij die niet, wie heeft hem dan herkend? Kan hij iemand noemen, die zijn identiteit bewijst? Als dat zoo is, welnu, laat hij het dan doen!" „Mijnheer Cripps is opgewonden,", merkte Dalrymple op, aan de bel trek kend. „Komt het werkelijk niet bij hem op, dat ik mij zelf dood kan gevonden hebben en mijn identiteit heb laten vast stellen op schijnbaar zeer aanneemlijke gronden „Is het zoo onmogelijk, dat een man met mijn reputatie de kans om op 't papier te sterven permitteer mij die uitdrukking, met beide handen aanpak te Zoon dood brengt buitengewone voordeelen mee; het is bijna hetzelfde als een wedergeboorte. Hoe het ook zij ik ben niet van plan deze proef in de werkelijkheid te nemen, en tenminste niet op deze melodramatische wijze maar ik kon den lust niet weerstaan naar Engeland terug te keer en om de grap te aanschouwen, en ik kreeg mijn verdiende loon ik moest mijn gelag be talen. Of ik mijn identiteit bewijzen kan Zeker had ik geen plan dit te doen, maar nu gij mij er toe dwingt moet ik wel. De oude Hunt kende mij terstond en ook Stebbings kan als getuige optre den. Doe de deur dicht Stebbings en be antwoord mij een paar vragen. Men ge looft algemeen, dat je gisteren dronken waart, Stebbings. Was dat zoo ja of neen ..Neen, uw Genade?" „Uw Genade, hoort gij het herhaal de de squatter. „Ik ben bang, dat je wel wat voorba rig zijt, Stebbings Maar als je niet dron ken waart, wat scheelde er dan aan?" „Ik was zenuwachtig!" riep Stebbings uit, die zich ook nu lang niet op zijn ge mak gevoelde. „Ik herkende uw Genade, dien ik reeds zoo lang dood waande!" „Juist, en ik vloekte als een dolle op je, om aan je verbazing eenigen grond van waarschijnlijkheid te geven. Dat is alles Stebbings, ge kimt nu wel gaan. Ja Jack zie mij maar aan. Het verwon dert je, dat je er toen niets van gemerkt hebt, hè? Als ik toen niet tegen Steb bings uitgevaren was, waart gij mis schien achter het geheim gekomenik moet bekennen, dat ik ontstelde, toen je Stebbings bij mij in de kamer vondt. Ik verzeker u allen, dat ik toen van plan was heen te gaange kunt mij gelooven of niet, het is zoo. In weerwil van alles j wat ik zoo straks zeide, ben ik ui et zóó op 't Engelsche leven gesteld als Jack i het mij toescheen te zijn en daarbij ver- moedde ik niet, dat zijn positie onzeker was. Ja, mijn jongen, ik stond je met genoegen alles af, wat mij eigenlijk toe kwam. Ik was van plan naar de bos- schen terug te gaan I „Wat zegt geriep Jack uit, een paar pas voorwaarts komendOlivia trad ook j op den squatter toe en een blos van vreugde, die bewees boe onverschillig zij voor de groote verandering was, kleurde haar wangen. Jack behoorde haar. Wat kwam het er op aan, wie de hertog was „Ja, ik was van plan heen te gaan," zeide de squatter, „maar per slot van rekening zult- gij het toch zijn, die ver trekt. Hoe zou je het vinden Carara te besturen? En zoudt gij hem daarbij be- 1 hulpzaam willen zijn, juffrouw Sellwood Gij moet er maar eens met uw vader over spreken. En om 's liemols wil. Jack, bedank mij niet; ik ben een slechte vriend voor je geweest." De staatssecretaris was reeds in een druk gesprek met zijn vrouw gewikkeld. Jack en hun dochter stonden naast hen. De nieuwe hertog keerde zich om en voegde zich bij Claude. De zaakwaarne mer was er tusschen uit getrokken en do Frekes hadden zich reeds vóór hem ver wijderd; de overige aanwezigen, waar onder ook Jack, maakten aanstalten om eveneens het vertrek te verlaten. Maar voordat Claude en de squatter de deur uit waren keerde Jack zich om. „Een slecht vriend!" riep hij verwij- dam, en de eere-medaille der orde van Oranje-Nassau, in zilver, toegekend aan F. A. de Weger, adjunct-opzich ter by den Rijkswaterstaat, te Enge len. (Herplaatst wegens misstelling in de „St. Ct.") Bij bet korps Leidsche Studenten- vereeniging tot vrijwillige oefening in den wapenhandel „Pro Patria", te Leiden, benoemdtot 2de luitenant commandant J. L. van de Mortelen tot 2de luitenant H. J. Lycklama a Nyebolt. Bij bet korps gevormd nit doYer- eeniging „Delftsche Studentenweer- baarheid", te Delft, benoemd tot Ide luitenant E. F. Suringar. Audientiën. De gewone audientiën van de mi nisters van justitie, oorlog en water- terstaat, haudel en nijverheid zullen deze week niet plaats hebben. Een dubbel© moord te Rotterdam. Aan de Boezemkade te Rotterdam heeft Zaterdagmorgen omstreeks 7 uur een bloedig drama plaats gehad, waarby de dader van de misdaad, door de band aar. zich zeiven te slaan, zich aan zijn rechtmatige straf heeft weten te onttrekken. In perceel no. 7 aldaar nabij den Goudsehen Rijweg, kwistig versierd met groen en de nationale kleuren, wonen 4 gezinnen, w. o. dat van J. C. de Gier, borstelmaker, en sedert enkele jaren gehuwd met Mina van Gent, die uit haar eerste huwelyk twee meisjes van 12 en 13 jaar heeft. In betzelfde gezin houdt als kost ganger verblijf de 36-jarige A. J. Pieterse, ijzerertswerker, die reeds 10 weken niet werkte, wegens een onge luk hem overkomen, waarvoor hem uit verschillende ziekenfondsen f21 uitgekeerd wordt. Het had reeds Vrijdagavond de aandacht getrokken, toen Pieterse in de buurt was gaan wandelen, dat hy erg onrustig was. Ook was er de vorige dagen steeds oneenigheid geweest. Te 7 nar Zaterdagmorgen, toen De Gier reeds naar de fabrieit was, rie pen de beide meisjes nit het venster om hulp, waarop buren, voorbijgan gers en politie-agenten naar boven snelden naar de tweede étage achter. De deur was gesloten en werd met enkele trappen geopend. Een ontzettend tooueel vertoonde zich toen aan de binnendringend en. In de bedstede lag vrouw Tan Gent met eene afgrijselijke wonde aan den hals en badende in haar bloed. Naast baar lag haar dochtertje met eene verwonding aan het rechterhandje. Juffrouw Van Gent was buiten kennis. In het vertrek lag op den grond uitgestrekt de kostganger Pieterse, in de eene hand eene geladen revol. tend uit, de hand van zijn. voormaligen baas in de zijne nemend. „Wat zou er van mij geworden zijn. als gij er niet geweest waart. Gij moogt zeggen, wat ge wilt; door uw toedoen ben ik de gelukkigste man van de we reld geworden. Per slot van rekening kan zij toch mijn wouw wordenMijn heer Sellwood is een beste man en Lady Caroline heeft ons zoo juist haar too- stemming gegeven. Maar," en hij legde zijn hand vriendelijk op Claude's schou der, „beste jongen, wat kan ik tegen jou zeggen. Ik schaam mij om je aan te zien. Jij hebt alles verloren!" Claude zag zeer bleek, en Jack's eer lijke oogen zagen hem van onder de borstelige wenkbrauwen deelnemend aan. De nieuwe hertog begon echter luid te lachen. „Alles verloren?" riep hij uit. „Geoni quaestie van. Ik kan niet ecuwig leven en Claude blijft, wat Ixij altijd geweest is mijn opvolger. Denk je van niet. En jij die mij al dio jaren gekend hebt, denk je werkelijk, dat ik nog eens trou wen zal? Jack, mijn jongen, ken je mij daar niet genoeg voor. Ik ben indertijd een slechte kerel geweest, maar de eenige vrouw, die ik ooit oprecht lief had, zal nooit door een andere vervangen wor den." Hij zweeg even, en zichtbaar aange daan legde hij zijn hand op Jack's schou der. „En daar is één man op de wereld, dien ik ziels liefheb om harentwil EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1