Foulard-Zijde 60 ct. tot f3,35 p. Meter in de nieuwste dessins en kleuren. Zijde-Fabrieken G. Henneberg, Zürich (k. k. Hofleverancier). net iveede hoofdcommissaris van politie, de vijfheer Franken. met »rdj HET VUURWERK. Indrukken zjjn als halletjes, men c*erjnoet ze versch consnmeerenEn daar- ÜZ^om is het, dat ge mij thuis zoudt ^P^unnen zien zitten, schrijvende eenige LaiJregelen over het schouwspel, waar- oe' van men thans onder de ramen van bet persgebouw de nawerking hoort ia de hoofden van feestvierend Am- ®^8terdam. Er is mjj vooral één indruk bijgebleven, die van de schittering der lijnen der verlichte vaartuigen, bet geknal der bommen van Pain and Sons, de tallooze kleuren der vuur- bouquetten, de geestdrift toen „het groote stuk" werd afgestoken. Ik heb mij trotsch gevoeld, trotsch op mijn geschenk aan onze lieve, jonge Koningin en ook gij, Haar lemmers, inwoners van Noord-Hollands hoofdstad, gij hebt Hare Majesteit een geschenk aangeboden. Het vuur werk is aangeboden door de geheele provincie, alle inwoners hebben indirect (en niet het minst door de directe be lastingen) mede bijgedragen aan deze he, indrukwekkende huldebe- ...0—Ziet ge daar, hóóg in de lucht juist boven Nieuwendam Dat lange gedrocht van lichten, alle onder elkander aan een draad geregen als Miinchhauseus ganzen aan de laad stok Goed uitgerekend is elk dier lichten bekostigd door ongeveer hon derd en éen inwoner der bloemenstad en den dank, dien Hare Majesteit betuigde, was even goed voor u be stemd als voor ons en voor Schage- naars, Krommenieërs, Wormers, Edammers en Seharwoudenapn. Doch om tot het schitterend schouwspel terug te keeren, dat gisteren op ons aloud IJ te zien was. Het was alweer ons niet genoeg te waardeeren persblikje, dat ons hielp door de ontzaglijke meuschenmassa, die langs de de Ruyterkade stond opeen gehoopt en dat ons, na het gevaarlijk gedrang zonder kleerscheuren achter ons te hebben gelaten voor de pers booten Ceres en W. F. Leemans bracht. Deze booten, door het Ge meente-bestuur ter beschikking van de pers gesteld en waarop het stads bestuur zich een allercharmantsten gastheer toonde, lagen aan het hoofd van de linie der versierde vaartuigen en boden een uitnemend uitzicht op het afgezette gedeelte water, waarop zich de verlichte gondels der roei- en zeilvereenigingen alléén bewogen en aan het einde waarvan het vuurwerk was gereed gezet. De in linieën gerang schikte vloot, waarvan geen enkel schip zonder illuminatie was, de schit terend langs de lijnen der gebouwen verlichte graansilo's, „Korthals Altes" het gebouw van den Algemeenen Dienst aan den kop van de Handels kade, de brandweerkazerne en de kantoren en het station van de Noord- Hollandsche Tramweg Maatschappij boden een schitterend tooneel. Am sterdam boft, boft ongelooflijk, telkens als de zon noodig is, verschijnt zfl, moet het mooi en stil weer zijn voor illuminatie of vuurwerk, geen windje rimpelt het watervlak, geen koeltje strijkt langs de duizende lichtjes. Aan den wal de compacte massa, in toom gehouden door de politiedienaren en het publiek, medewerkend als nooit te voren, laat zich in rijen stellenen is der politie gehoorzaam. Stoomvaart-Maatschappij. Het ver lichte Koninginnedok der Amster- damsche Droogdok-Maatschappij sluit de oostelijke linie. Tevens is aan de oostzijde de ligplaats van deAmster- damsche Rijnbeurtvaart en van het Loodswezen. Op de watervlakte tusschen de koninklijke tribune en het vuurwerk beweegt zich een optocht van ver lichte roeivaartuigen. Deelnemers aan den optocht zflo de sloepen van Harer jesteits Opleidingsschip „Admiraal van Wassenaar", de Kweekschool voor de Zeevaart en het Matrozen- Instituut der Koninklijke Nederland- sche Zeil- en Roeivereeniging, de Amsterdamscbe Roei- en Zeilvereeni ging „de Hoop", de Roei en Zeilver- eeniging „De Amstel", de Amster- damsehe Roeivereeniging „Neptuuus". de Roeivereeniging „Willem Hl" en de Amsterdamscbe Studenfcen-Roei- vereeniging „Nereus". De voornaamste vaartuigen in den stoet stellen voör Hot Amsterdamscbe Koggeschip een oud Siameesch Koningsjachteen Japansche Jonk; het schip van Ulys ses. (Studenten Roeivereeniging „Ne reus") bet vaartuig „de Burgemees ter van Amsterdam", (Amsterdam- sche Roei- en Zeilvereeniging „de Hoop")het vaartuig „de Regentes", (Roei- en Zeilvereeniging „de Am- stel") het schip van Neptunus, (Am sterdamscbe Roeivereeniging „Nep tunus") het vaartuig „Hulde", (Roei vereeniging Willem III). Langs het afgesloten watervlak zfln gerangschikt geïllumineerde jacbten behoorende tot de Koninklijke Neder- landsche Zeil- en Roeivereeniging en de Zeilvereeniging „het Y". Aan de stadszflde nemen verlichte vaartuigen der Zuiderzee- en Binnen vaart hunne gewone ligplaatsen in. Het geheel beoogde een eerbiedige hulde van het scheepvaartwezen aan de geliefde Vorstin die de Regeering aanvaardt over het volk, dat onder de Hooge leiding van het Huis van Oranje de Nederlandsche vlag op alle wateren in eere heeft gebou en. Moge het een zinnebeeld zfln van den steeds grooteren bloei, welke handel en scheepvaart in Nederland hopen te bei eiken onder de Regeering van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina. Het is ruim half negen als de koninklijke stoet door de cour van gelukwensching lang ten Paleize ge houden, het koninklijk paviljoen nadert, dat is opgericht op den pon ton van den Koninklijken West-In dischen Maildienst, daartoe door de Directie afgestaan en fraai gedeco reerd. In het paviljoen hadden reeds vroeger de indische vórsten en vele autoriteiten plaats genomen en toen de vorstelijke bezoekers na de gebrui kelijke plichtplegingen hadden plaats genomen, ving een vuurwerk aan, zóó indrukwekkend mooi, zóó over weldigend schoon van kleur en vorm als, geloof ik, alléén Pain and Sons het maken kunnen. Hierover echter straks; het is noo- dig, dat ik eerst tracht u een beeld te geven van het anders zoo vredige IJ, zooals het er Woensdagavond uitzag. Middenpunt van de liniën is de koninklijke tribune, door de zorg der provincie Noord-Holland opgericht op den West-Indischen steiger. Aan de west- en oostzijde der tri bune langs de beide oevers van het Y, van af den Graansilo, uiterste punt aan de westzijde, tot aan het Koninginnedok aan de oostzijde, zijn de geïllumineerde vaartuigen gemeerd. Aan de westzijde is de ligplaats van Harer Majesteits oorlogsscnepeu. Het eskader dat aan de illuminatie deelneemt, bestaat uit de pantserdek- kruisers „Zeeland" en „Holland", de pantserdekschepen „Piet Hein" en „Evertsen", en meerdere torpedoboo ten en andere vaartuigen. Aan de oostzijde en aan de uitein den ilggen de mailbooten van de Stoomvaart-Maatschappij „Nederland" den Koninklijken West-Indischen Maildienst, de Koninklijke Nederland sche Stoomboot-Maatschappij, de Hol- landsche Stoomboot-Maatschappij en ue Nederlandsch Amerikaansche Als de jongens van de kweekschool voor de Zeevaart nog vroolyk hun „Piet Hein, z\jn naam is klein" over de watervlakte doen Klinken, weer galmt plotseling een schot, donderend herhaald door een echo in de richting van de Zuiderzee bij de mailbooten de eerste vuurpijl, door een bewonde rend „hè" van de menigte begroet; dan volgt het rijk programma aste roïden-, ineteoriscbe-, parachute-, elec- trische-, ketting-, zingende-, fluitende-, congrevische vuurpflleD (ik erken, dat deze technische benamingen niet in mijn brein geboren werden) en daar- tusschen de grootere stukken, de lucht ballons, medevoerende hoog in de heldere lucht, kleuren, rood, groen, olauw en vlekkeloos wit, telkens ver anderende als een zwevende caméleon. Het bengaalsch vuur, in rijken over vloed ontstoken langs den geheelen noordelijken IJ-oever, zette alles in gloed, belichtende de rook die het afgeeft, en daarmee de illusie gevende, als dreven kleurige wolken over de plaats, vanwaar onze verheven ge biedster het schouwspel bijwoonde. De lichten der gondels, der mailboo- teu en der plezierjachten, schenen palen in het water geheidin den vlakken waterspiegel weerkaatst scheen het één lang goudgordijn te zijn, sluitend voor eiken profanen blik een tooverpaleis uit een sprookje vol lieflijke mysterie, een sprookje van een maagd, jong en teer, aangebeden door duizenden, een sprookje vau eene fee, weldoende reeds door hare tegen woordigheid alleen. Er volgden nog meer reuzenbouquetten, die hun goud geel, groen, rood en blauw licht wier peu over de duizendtallen, die geno ten van het schouwspel, dat. een évé nement zal blijven in het leven van ieder, die tiet mocht bijwonen. Toen het slotstuk, waarop de woor den „Hulde van Noord-Holland" in vurige letters, was afgestoken, ver spreidde zich de ontzaglijke menigte in de stad en het was moeilijk te be grijpen, dat die eiudelooze stroom vau feestgangers, die langs de wegen die naar het IJ leiden, zich voortkron- kelde, was samengepakt geweest in het betrekkelijk kleine stadsgedeelte aan de Noordzijde. Hossend, zingend, kriebelend met het nieuwste, maar uiterst vieze speel goed „de Amerikaansche kietelaar", door onze voorouders „panweveer" genoemd, kroop de menscheuslang voort. Onder de ramen vanhetPers- gebouwnaendaueeu„ViV6 laPressel", „Vivent les journalist-s." Een opge wonden menigte hoadt op het Spui stand en betoogt, dat „de pers nooit verloren gaat" een eigenschap die wij gemeen hebben met alles en ieder een, die de vroolyke, zingende bende op haren weg door de feestvierende stad nog zal ontmoeten. De draaiorgels gillen hunne melo dieën nit tot laat in den nacht en als wfl ons ter ruste begeven, zal het ons zeker nog in de ooren klinken „hoera," „leve de Koningin," en „Oranje gaat nooit verloren," „leve "Wilhelmina"! Een chaos van geluiden, melodieën en accenten, alle slechts éen doel beoogendebljjk te geven van liefde voor Oranje en Nederland. B. DONDERDAG 8 SEPTEMBER. De feestelijkheden voor vandaag vingen weer aan met koraalmuziek van verschillende kerktransen. Te half elf reed de vorstelijke stoet uit van het Paleis om een bezoek te brengen aan de Tentoonstelling van voorwer pen betrekking hebbende op het Huis van Oranje en aan de Rembrandt- teutoonstelling in het Stedelijk Ma in het Fr agmentengebou w van het Rijksmuseum waar deze tentoonstelling gehouden wordt, zijn niet minder dan zalen geheel gevuld met portretten, pastel 9 en voorwerpen, die alle hetzij in min of meerdere mate betrekking heb ben op het stamhuis Oranje Nassau. Om hier den naam van allen te vermelden, die tot het welslagen dezer in hooge ma te belangrijke onderneming hebben bij gedragen, is niet mogelijk. Genoeg zij het, dat van alle zijden steun en hulp aan de commissie, die zich met de sa menstelling heeft belast, werd verleend. Zoo prijkt in de eerste plaats onder de namen van de lijst van inzenders die an H. M. de Koningin en H. M. de i-onmgin-Regentes, benevens de naam an II. K. H. de Vorstin von Wied. Zoomede zonden de Keizer van Duitsch- land en Rusland, en H. M. de Koningin van Engeland interessante doeken en andere bijdragen, en bij particulieren, zoowel hier te lande als in het buiten land, werd nimmer te vergeefs aange klopt. Het is dan ook zeker voor een niet gering gedeelte aan deze bereidwil ligheid en medewerking te danken, dat de tentoonstelling een bepaald succes genoemd kan worden. Want geslaagd is zij zeker. Hierbij nog deze opmerking. Men ga niet heen, om een fraaie collectie schilderijen van beroemde meesters te bewonder-en en alles met een artistiek oog te bezien, maar men beoordeele het tentoongestelde alleen van uit een his torisch standpunt, en dan is het zeker niet to veel gezegd, dat het bijeenge brachte in het Fragmentenhuis alleszins bezienswaardig mag heeten. Natuurlijk bevinden zich onder de vele portretten een niet-onbelangrijk aantal doeken van eerste schilders, maar dit beschouwe men als zuiver aanwinst. Hoofdzaak is en blijft het historische. En nu de tentoonstelling. Links van den ingang bevinden zich twee groote en een kleinere zaal. In dit vertrek hangen uitsluitend de schil derijen der Friesche stadhouders uit de 17e eeuw. De directe stamvaders dus der Koningin. Zoo zagen wij hier prins Willem Frederik en zijn echtgenoote prinses Albertina Agn.es, dochter van Frederik Hendrik. Beide geschilderd door de leekende Harmeman, een kun stenaar, die in die dagen grooten naam als portretschilder bezat. Verder nog dezelfde prins te paard, waarschijnlijk door v. d. Eist gedaan, een knap stuk en nog begeven ons, ter wille der beknopt heid, reeds naar de aangrenzende groo tere zaal. Hier zijn alleen doeken te za- men gebracht, die betrekking hebben op de Friesche stamvaders onzer Koningin (voortzetting i/e eeuw), welk tijdvak gesloten wordt met Jan Willem Friso. Reeds dadelijk treffen ons de 3 fraaie sc -iderijen van Willem Lodewijk, de medestanden van Manrits, door het stadhuis te Delft afgestaan en de beide stukken ongeveer terzelfde grootte Ernst Casimir en zijn broeder voorstel lende. Willem Lodewijk en Ernst Casi mir door Miereveldt geschilderd. Van dezelfde stadhouders bevinden zich nog in deze zaal twee einere portretten bij voete uit geschilderd door Wijsbrandt de Geest. Bedde door aen heer Mr. v. Panhuys te Groningen, welwillend afge staan. Zoo ook zullen in dit vertrek, waar H.H. M.M. bij hun ai.s. bezoek door het comité worden verwelkomd, de portretten der Koninginnen, rustende op ezels, worden aangetroffen. Het por tret van H. M. de Koningin is opzette lijk voor deze tentoonstelling door den lieer Josselin de Jong geteekeiid, en vormt dus een noviteit op het gebied van portretten onzer aanvallige Vorsten. Volledigheidshalve zij hier nog ver meld, dat zich in deze zaal een prachtig uitgevoerde gebeeldhouwde schoorsteen uit net midden der 17 de eeuw bevindt, afkomstig uit het Westindisclie gebouw te Amsterdam. Onmiddellijk op deze zaal volgt een nog grootere zaal de laatste bekeken waar alles dat ons aan de erfstadhou ders Willem IV en Willem V doet den ken, is bijeengebracht. Inderdaad een merkwaardige collec tie, die ons gemakkelijk een blik doet slaan, in het huiselijk en openbaai- leven dezer prinsen. Afgezien van de portret ten, die de laatste stadhouders en hun Duitsch familie voorstellen meestal inzendingen van Z. M. den Keizer van Duitsehland zijn er in dit vertrek zeer origineele pastelteekeningen en klei nere schilderijen van tamelijk onbeken de meesters, waarop allerlei gebeurte nissen uit het intieme leven worden her dacht. Zoo een aquarel van La Targue voorstellende het bezoek van prins Wil lem TV, toen slechts 7 jaar oudaan den graaf Bentinck m zijn huis op het Voorhout. In deze woning is thans het ministerie van marine gevestigd. Verder een silhouetten schilderij, dat ons prins Willem V en familie laat zien. De prins speelt viool, zijn broeder, „Padua" maakt een partijtje met zijn oom, en verder zijn nog de zuster van den stadhouder en andere familieleden op dit merkwaar dig stukje dook geteekend. In een klei ne uitbouwing van dit vertrek te klein om zaal te heeten vindt men nog een paar pastels van Liotards en in de vitriene, welke hier is opgesteld, een etsplaat eigenhandig door Willem V als jongeling vervaardigd. Wie het niet gelooven wil, leze slechts het onder schrift! De Dditsclie leermeester van den prins verklaart het gezien te hebben, er bovendien nog bij aanwezig ge weest te zijn. Achter glas is bier nog een collectie snuifdoozén, de gouden kist, waarin Willem V het Octrooi der W. Indiscli Comp. ontving, en drinkglazen van den prins te zien. Aan het eind der groote zaal staan, twee rijtuigen, die vroeger toebehoord hebben aan koning Willem I. De'Russische „Arowsky" is een inzending van den heer v. d. Bogaert uit Sleeswijk en de copé van Willem I is afkomstig uit het Rijksmuseum. Door plaatsgebrek zijn zij eenigszins naar achteren geschoven, maar desniette min is het de moeite waard ze aandach tig te bezien. Langs een torentrap bereiken wij hier de eerste verdieping, waar onmiddellijk onze aandacht door de zg. koningszaal wordt getroffen. Onvermeld laten wij de doeken, die in liet kleine, donkere zaaltje zijn opgehangen, dat toegang tot de groote zaal verleent. Het zijn meest schilderijen voorstellende vorsten uit liet huis Oranje-Nassau, die geleefd hebben vóór 1580. Rine van Chalons, oom en tante van Willem I, benevens zijn vader hebben hier een plaats gevonden. Van meer belang zijn de schatten aan munten en zegels, die hier onder glas ten toon gesteld zijn. De mooie collectie is zoo goed als volledig-. Het zijn geldstukken voorzien met den beeldenaar van prinses van Oranje, vanaf Willem I tot aan H. M. de Koningin. Voor het grootste ge deelte behooren zij aan den heer Hölin, politie-president te Wiesbaden. Ook de verzameling zegels uit binnenland sche musea afkomstig, verdient alle aan dacht. Maar veel tijd hiertoe hebben wij niet. Wij gaan in eens van 1500 tot 1800 over in welken tijd wij ons door de konings zaal verplaatst gevoelen. Ook hier vindt men het offieieele met het huiselijke ka rakter vereenigd. Groote portretten wan onze Koningen, statig tc-u voete uitge schilderd hetzij door Pienneman of Wil lem Martens, en zoo ook even deftige contrafedtsels van onze Koninginnen nl. van do overleden Koningin han gen hier naast, boven en onder doeken, die zich meer met gebeurtenissen uit het gewono leven dezer vorsten bezighouden Zeldzaam zijn een paar schilderijen van onzen helaas te vroeg overleden kroon prins Willem. Het zijn fijn geschilderde goed gevoelde doeken, die beide op uit stekende wijze den prins wedergeven. Op het eerste schilderstuk is hij nauwe lijks 13 jaar oud, gemaakt na liet verla ten der kostschool tc Nóorthev, en het tweede laat hem ons zien in marine uni form, nog jeugdig, maai* toch reeds met die trekken van vastberadenheid op het gelaat waardoor hij zich later zou doen kennen. Linies van dit stuk een prachtig portret door Bisschop van Prins Hendrik in de rok van do Kon. Zeil- en Roei vereeniging gekleed. En tegen denzelfden wand hangen de portretten van den Prins en de Prinses von Wied bene vens dat van Prins Frederik, geschilderd door den Prins von Wied zelfen gra- cieuselijk door Z. K. H. voor de ten toonstelling afgestaan. De tegenoverge stelde zijde is voor het grootste gedeelte bedekt met stukken betrekking hebben de op Koning Willem II. Aan de veld slagen van Salamanca, Quatre-Bras en Waterloo worden wij herinnerd, zoo ook aan den dapperen koning zelf door een menigte afbeeldingen van Z. M. in aller lei posten en uniforme. Ook het por tret van Koningin Anna Paulowna in versierd costuum boeit hier ons oog. Voordat wij deze zaal verlaten, waarin nog zooveel belangrijks is te zien en te bewonderen, een die met recht de „clou" der expositie kan genoemd worden, moe ten wij nog van een mooi portret van Koningin Sophie van Louis Gallart ge- wa - maken, en de aandacht vestigen op twee kleine, allerliefste stukjes waarin wij prinses Marianne herkennen. Beide, werken laten ons de prinses op 18jarigcn leeftijd zien en wij kunnen niet nalaten de mooie, lieve trekken te bewonderen, cue deze prinses indertijd voor een der schoonste vorstinnen van Europa deden doorgaan. Boven den ingang, waardoor wij de „Stadhouders zaal" bereiken een curieus doek, voorstellende de ontvangst van Koning Willem I na zijn aankomst uit Engeland in 1813 ten huize der fa milie van Limburg Sty rum. De voorstel ling der blijdschap en -vreugde moge wat overdreven zijn een der gasten, valt bijna van ontroering achterover, van zijn stoel maar het ge heel geeft ons een treffend juist beeld van de gevoelens waardoor velen in dien tijd werden beheerscht. En thans de stadhouderszaal. In dit vertrek zijn alle doeken en voorwerpen vereenigd, die betrekking hebben op de stadhouders Frederik Hen drik, Willem II en op den Koning van Etigeland Willem III. Wat kunst be treft, zijn Kier de beste stukken te vin den. Verscheidene Van Dycks, Miere veldt en andore groote schilders, die hetzij de prinsen óf hunne naaste fami lie mochten afbeelden, hebben hier een plaats gevonden. Ik noem hier slechts prins Willem III als kind in meisjes- en later in jongenskleedereu door Van Dyck, uit de "Hermitage te Petersburg, ter beschikking gesteld door den Keizer van Rusland. Aanvankelijk was men niet geneigd dit kostbare schilderstuk zulk een verre reis te laten maken, maar door de persoonlijke bemoeiingen van H. M. gelukte het de commissie toch dit doek voor de tentoonstelling in bruik leen te verkrijgen. Hetzelfde is van een ander schilderij te vermelden, dat eveneens in deze zaal hangt en prinses ^jjualia van Solms, vrouw van Frederik Hendrik voorstelt. Hot werd eerst kort geleden toegestuurd, op persoonlijke aanwijzing van den kei zer van Duitsehland. Hoewel niet zoo kostbaar als eerstgenoemd, is het een der Sobns hier aanwezig zijn. Achter SaJms, die hier aanwezig zijn. Achter de vitrinen, die ook in deze zaal zijn ge plaatst. bevinden zich allerlei voorwer pen die op de stadhouders betrekking hebben. Een beker van Willem III en een klok van dezen prins, het harnas va.n Maurits. dat hij waarschijnlijk aan had tijdens den slag bij Nieuwpoort apart in een glazen kast gezet bene-, vens boeken, schrifturen, bundels brie ven van en over de prinsen, die elk af zonderlijk een besenrijving verdienen. an uit de stadhouderszaal begeven wij ons naar een kleiner vertrek, waarin is samengebracht, wat tot het tijd perk van den Vader des Vaderlands be hoort. Stippen wij slechts aan een merk waardig gepenseeld doek, dat het por tret van Willem I voorstelt. In een hoek van het schilderij zien wij het vuur van een afgeschoten pistool, de kogel vliegt. en terzelfder tijd laat dc schilder hot schot treffen, en teekent hij ons de wond die het. moordend lood achter aan het oor van den prins aanbrengt. Inderdaad een practische opvatting van schilderen, die m onzen tijd zeker niet meer zou op gaan. Hier zijn ook nog eenige hoogst zeldzame) schilderstukken bijeenverza meld, portretten van de ouders vail den Zwijger en zijn broeders en zusters. En niet het minst belangrijk zijn de portret ten van den prins zelf, die te oordeelen naai* het aantal, zeker een liefhebber van geportretteerd te worden was. Meest al zijn liet inzendingen uit Duitsehland waar zij voor een cleel door de heeren Jhr. nu*. Backer en Van Eeghen op hun ne reis voor de tentoonstelling onderno men, werden ontdekt. Ten slotte maken wij nog melding van het kleine zaaltje, dat zich boven de stadhoudc-rszaal bevindt, en langs een trap tea* weerszijden met historische stuk ken uit de 17de eeuw behangen bereikt wordt. Hierin zijn slechts schilderstuk ken bijeen, die betrekking hebben op Maurits en Frederik Hendrik. De bele gering van den Bosch, de slag van Nieuwpoort, het afdanken der Waard- pelders tc Utrecht in 1618 zijn hier allen aanschouwelijk voorgesteld. En hiermede hebben wij ons vluchtig overzicht geëindigd. Natuurlijk treft men onder de tentoongestelde schilde rijen, voorwerpen, boeken en geschrif ten nog zeer veel aan, dat een uitvoerigo beschrijving verdient. De plaatsruimte gedoogdo dit evenwel niet. Een woord van lof aan de commissie, die geheel belangeloos deze expositie op touw zette, mag hier zeker niet ach terwege blijven. Gedurende zes weken hebben deze heeren bijna dagelijks al hunne krachten tot liet welslagen der Oranje-ten toonstelling ingespannen. Dat een druk bezoek tot. belooning van hun moeite strekt! waaraan wij tot onze spijt geen bezoek brachten, op 6 September schitterend met vetpotjes was verlicht. De verlichting, die door den hevigen wind op 31 Aug. niet kon plaats hebben, slaagde ditmaal, dank zij het mooie we der, beter. Het geheel maakte een mooi effect eai lokte vele toeschouwers. Door den rechercheur Misset is pro cesverbaal opgemaakt tegen C. S. hvr. van J K. v. D. bierhuishoudster, wo nende Ruvsdaelstraat no. 12 ter zake van het verkoopen van sterken drank in het klein zonder de daartoe vereischte vergunning. De lljarige G. II., loopjongen, heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van eene portemouruuc met geld ten nadee- le van een bediende van den banket bakker M. bij wien hij in betrekking 'was. Ves"vo)@ Stadsnieuws Een heer uit Haarlem, den heer L., is Woensdagavond toen hfl het vuur werk te Amsterdam bezocht, zijne portemonnaie ontrold, die ongeveer F4 bevatte. Behalve het groote aantal treinen der speciale dienstregeling, moest gisteren- namiddag wegens het buitengewoon aan tal reizigers van hier nog een extratrein naar Amsterdam rijden. Ongeveer 130°0 a 14000 personen werden vervoerd. Alles liep in de beste orde af, geen opboopingen had den plaats. Dit is voorzeker alleen te danken aan de uitstekende maatrege len door de H. S. M. ingevoerd om de vele extra-treinen van het nieuwe perron aan den Jausweg te doen ver trekken. Een woord van lof aan het stationspersoneel voor de wijze waarop bet dezen nieuwen maatregel heen uitgevoerd, mag hier voorzeker niet achterwege blflven. Heden is de gewone dienstregeling ingesteld. Vanwege het ministerie van water staat, handel en nijverheid werd heden aan het gebouw van het Provinciaal be stuur alhier aanbesteed Het maken van een vischhal met bij- behoorende werken, op do terreinen der visscliershaven te IJmuiden, deel uitma kende van de uitbreiding der sluis- en havenwerken aldaar. Raming f 152.700. Van de 26 hiervoor ingekomen in- schrijvingsbilletten was dat van G. Rui- gewaard te Egmond aan Zee het laagst voor f 141.465. Een ooggetuige deelt ons mede, dat het rechtsgebouw in de Jansstraat, Op 9 dezer zullen de laatste lotélin- gen dei* gemeente Haarlem bij de mili tie worden ingelijfd. Tengevolge van eene overgangsbepa ling der wet, waarbij de plaatsvervan ging is afgeschaft, zullen na 31 Augus tus 1898 geene lotehngen der lichting 1898 meer ter inlijving kunnen worden opgeroepen. Het hoogste ter inlijving opgeroepen nommer is 313. Er zullen van deze lichting 149 lotelingen, die voor den dienst waren aangewezen, vrij blijven. R£feHTBAr% Zitting van Donderdag S Sept. De eerste zaak, die heden ter te rechtzitting diende, was die van zekere C. Scheffen, dienstbode, die op den 2Ion Juli in het Tehuis voor vrouwen op de Parklaau van de aldaar gelogeerde mej. L. Kraan een portemonnaie met eeuig ge had ontvreemd. Ook mej. A. Bek kering had op 15 Aug. na den nacht in het „Tehuis" tc hebben doorgebracht, des morgens haar portemonnaie, inhou dende een bankbiljet van f 25 vermist, dat later bij den heer van Hemert, waar de getuige A. Bekkering het voor be klaagde had gewisseld, werd in beslag genomen. Beklaagde bracht tot haar ver dediging in, dat zij uit armoede daartoe gekomen was. Voor het geld luid zij zich kleedingstukkon aangeschaft. De off. v. just, zijn requisitoir nemen de, eischte voor deze beklaagde, die zich binnen zeer korten tijd tweemaal aan goed van anderen had vergrepen, een gevangenisstraf voor den tijd van 9 maanden, daar haai- verleden zeer gun stig was. De verdediger de heer nu*, van Sloo- ten beval zijn cliënte in de clementie der rechtbank aan. D. Koopmans, niet verschenen, was op don 4. Juli knapjes aangeschoten, aan het erf van den heer Bakker to Haarlemmermeer gekomen, en wensch- te daar binnen gelaten te worden. Do huisvrouw, die dit wilde beletten, hccffc hij daarop geslagen en mishandeld, waar door zi] geruimen t.jd pijn. in haar arm heeft gehad. Daar het wettig en overtuigend be wijs uit het getuigenverhoor voldoende 'as bewezen, werd voor hem een gevan genisstraf van 2 maanden geëischt. P. Jasperse te Velsen, die in den avond van den 13en Aug. ruzie had met zijn broeder en daarom eens duchtig met hem wilde vechten, zag zich daar- verhinderd door den surv ei 11 eer enden veldwachter W. de Ruijter. Hierop in drift ontstoken, pakte hij den dienaar van den Heiligen Hermandad bij de keel, en mishandelde hem. Deswege werd 14 dagen gevangenisstraf voor hem. geëischt. - Een zonderlinge zaak is die voor zeker van zekeren A. Trap, straatmakcr, beschuldigd van diefst al van steen en ten nadeele van den heer J .Elsbachor te Zand voort in do maand April ontvreemd. Beklaagde, die bezig was met het bestra ten van velschillende wegen te Zand- voort, kwam daarvoor stecnen te kort, zoodat hij aan getuige G. "Vens had op gedragen de steenen staande bij dim muur van den heer Elsbacher te halen. Volgens zijn beweren had hij van den opzichter, den heer J. D. Noppen,daartoe toestemming gekregen en was van dief stal in 't geheel geen sprake. Ook waren den 14den Juni kruiwagens tocbchoo- rendo aan dein opzichter door hem aan 't station tea* vervoer naar Amsterdam aangeboden. Hiervan wist beklaagde zich niets meer te herinneren zijn hoofd was door drukte der werkzaamheden op hol geweest, zoo beweerde hij. Jammer genoeg voor hem, dat het O. M. deze praatjes van den beklaagde, die deed voorkomen: alsof hij geheel on schuldig was, niet wilde aannemen en tegen hem, wegens het begaan van twee diei stallen, een gevangenisstraf van 3 maanden vroeg. De beklaagde bleef zijn onschuld volhouden. Wanneer B. v. Ricssen op één der dagen dor vorige maand geen borrel te veel op had gehad zou hij thans niet hier gestaan hebben. Doch aangeschoten zijnde weet een mensch dikwijls niet wat u.j doet. Zonder aanleiding had hij dan ook zijne buurvrouw mej. E. Woltering en haar kind, geslagen en geduwd, voor welk feit hij nu waarschijnlijk 7 dagen zal moeten „zitten". Met tranen in de oogen stond hij daar de nog zèer jeugdige IJ. Witba&rd. Zonder aan do gevolgen te denken had alsmede zwarte, witte en gekleurde Henneberg-Zyde van 35 ct. tot f 14,65 p. Met. effen, gestreept, geruit, gewerkt, damast enz. (ca. 240 versch. qüal. en 2000 versch. kleuren, dessins enz.). Damastzijde v. 65 ct.14,65 Balzijde v. 35 ct.14,65 Zijden Bastkleederen, p. robe f8,6542,75 Grenadine-Z^de j> 65 9,35 Foulard-Zijde bedrukt 65 ct.3,35 Bengaline-Zjjde v f 1,206,45 per meter. Zijden Armftres, Monopols, Cristalliqnes, Moire antique, Dnchesse Princesse, MoscoYite, Mar- cetUnes, Zijden stof voor gestikte Dekens en Vlaggen enz. enz., franco en vrjj van invoerrechten In huis. Stalen en Catalogus, ommegaand. Dubbel briefporto naar Zwitserland.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 3