Feestvierende landgenooten in
Frankfurt a. M.
nere burgers, die reeds hun oogst op aarde, onz© moeder, oiib liefkoosde,
geborgen hadden, tot den bedelstaf ons bidden leerde, en God voor hare.
ZQn geraakt. Door het spoedig en lieveling smeekteis 't die taal in well®
flink optreden der brandweer is groo-1 eon zorgend vader ons zijne wij
tere ramp voorkomen. De burgemee- gaf.
Ster was direct op het terrein aan- Is 't dat land? onzer zorgenlooze vroo-
wezig en nam de noodige maatregelen1 lijke jeugd, onzer dolle jongensstreken.en
tot leniging van den nood. waar zoo velen onzer dierbaren rusten.
Door krachtig en flink optreden Is t dat land dei- vrijheid, moed en
van de politie zyn ongelukken voor- manschonliefdewelks grenzen voor el
ders werd aangeboden en de vice-consul
de heeren der feestcommissie dank en
hulde voor hunne groote moeite eai zor
gen had gebracht, eindigde dit schoone
feest.
komen. Èeoige dieren, als varkens en
bonden, zijn verbrand,
Hoewel wat laat tot ons gekomen, go-
ven wij nog gaarne plaats aan het vol
gende schrijven uit Frankfort a/Main,
vermeldende een en ander over eene
feestviering ter eere van de inhuldiging
van H. 11. Koningin Willielmina.
Gelijk overal, wilde ook onze kleine
Hollandsche kolonie hier ter stede niet
terugblijven de inhuldiging onzer jeugdi
ge Koningin op waardige wijze te vieren.
Voor eemge maanden had zich eenj drift^"vreugde" bij"het; Wen ctezer
comité gevormd onder voorzitterschapnamen van ons heerliik, onvergetelijk
van den heer H. N. van Santen, sedert voorgeslacht!
jaren in Frankfurt woonachtig, om te
beraadslagen, hoe deze heuglijke en go- Doch donkere, zware onheilvolle tij-
wichtige gebeurtenis zoo waardig moge- den braken aan een groot, doch door
lijk moest worden gevierd. I valsche roem en veroveringszucht
Men besloot Hare Majesteit de Ko- j blind volk, werd onder aanvoering van
ningin als huldeblijk een artistiek uit-1 een bloeddorstigen despoot de vloek van
gevoerd adres aan te bieden, door alle j Europa en van ons vaderland,
m Frankfurt wonende Nederlanders te' J 11
ken vervolgde, eiken ongelukkige open
stonden.
Is 't het Vaderland! van dat machtig
roemrijk huis van Oranje, van den groo-
ten vorst en staatsman Willem de Zwij
ger, den grondlegger onzer onafhanke
lijkheid, van Prins Maurits, Frederik
Hendrik, van den onvergetelijken zee
held Michiel Adriaanszoon de Ruyter,
van Tromp, van Galen, Evertsen, Piet
Hein, gebroeders de Witt, den staats
man Oldenbarneveld, van Huig de
Groot. Leeghwater. Anna Maria Schuer-
rnans, van den filosoof Spinoza, van de
dichters Jacob Cats en Vondel, der
groote schilders Rembrandt, van der
Helst. Frans Hals, Teniers, Gerard Dou,
Wouwermans Ostade, de Potter.
Vriemden LandgenootenWelk Hol-
landsch hart klopt met sterker, vol
onderteekeueu.
Met de uitvoering werd een der eer
ste kunstschilders, professor Klusmeijer,
belast welke volkomen met. de uitvoe
ring
Duizenden van ons volk vonden voor
den heerschzucht des Corsicaans, den
dood op Ruslands starre ijsvelden en
aan de Beresina.
Na harden langen strijd sloeg het urn-
der vergelding, der wijheidbij Water-
Het adres werd omsloten door eene»an Oranje's Prins de eer ver-
wit lederen Map, rijk versierd met
Arabesken en zilver, verguld en eanaille.
In het midden prijkten de kroon en de
initialen van Hare Majesteit.
Dit huldeblijk werd door den consul-
generaal der Nederlanden, dr. Schmitt
van Panhuvs, opgezonden.
Op den dag der inhuldiging was groo
te receptie bij den consul, welke met
zijnen zwager, jhr. van Panhuys, vice-
consul, in galat-uniform, de autoriteiten
der stad. de heeren dor feestcommissie
en de Nederlanders, welk© hun als verte
genwoordigers der regeering hunne ge-
lukwenschen kwamen aanbieden, feeste
lijk ontvingen. Eon overvloedig buffet
bevond zich in eene dei' salons van het
consulaat.
Des avonds 7 uur vond het feestban
ket onder talrijke deelneming plaats, en
wel in het alom bekende Hotel „Schwan"
waar de vrede tusschen Frankrijk en
Duitschland gesloten werd.
Do hotelier van dit schoone nu kor
telings geheel gerestaureerd hotel, had
de historische zaal ter onzer beschikking
gesteld en op de smaakvolste wijze deze
met onze schoone driekleur gedecoreerd
en als schoonste sieraad prijkte het le
vensgroot© portret der Koningin in eene
rijk met bloemen versierde lijst.
Nadat de consul-generaal en vice-con
sul door de feestcommissie verwelkomd
waren nam het diner ton aanvang.
Do eerste toast gold natuurlijk Ko
ningin Willielmina en werd door den
consul uitgesproken. Zijne warme woor
den vonden grooten weerklank in aller
harten.
De 2de voorzitter, de heer Van Raalte,
dronk op de Koningin-Moeder, doctor
Oudselians op den Duitschen keizer.
Hierna nam de voorzitter der feestcom-
gund was zijn bloed voor het vaderland
te storten, werd de overweldiger en zijn
overmoedig volk geslagen en verjaagd.
Europa, ons vaderland, herademde,
nieuwe levenslust en energie werden ge
boren.
Onze Koningen Wil lean de eerste', Wil
lem de tweede en Willem de derde streef
den er naar door hunne milde en wijze
regeering, 's lands welvaart en aanzien
en het geluk hunner onderdanen te be
vorderen dankbaar blikt Neerlands
volk op hen terug; doch bovenal op die
edele Koningin en vrouw, welke haar
volk Europa zulk een schoon voorbeeld
gaf van Moederliefde, Vrouwendeugd
en Regentenplicht. Koningin Emma
zal elk Nederlander eeren en verknocht
blijven.
Weer bloeien handel, kunsten en we
tenschappen.
Alsnog bewijzen de daden van ons
dapper Indisch leger op Atjeh en Lom
bok en de namen van de generalan v. d.
Heijden, Vetter en Stemfoort, den moed
onzer soldaten en het beleid hunner
aanvoerders.
Is ook de tijd voorbij, dat onze sche
pen in de toppen der masten een „be
zem" voerden, toch is en blijft onze vlag
hooggeëerd en welkom tot aan het einde
der wereld ze brengt geen bloed of
ijzer, doch Vrijheid en Zegen! en het
witte doek in onzo schoone driekleur is
het symbool der vlekkelooze eer van ons
dierbaar vaderland.
„Met God voor Oranje en Vaderland
was en blijve onze leus.
Eén voor allen, allen voor één in zulk
eene eendracht, in de trouw en gehecht
heid aan ons Koningshuis, en de achting
der volken, ligt- onze ka-acht, ons zelfbe
houd ondersteunen wij door onze lief-
missie de heer Van Santen, het woord j de en trouw, de zware taak onzer jeug-
en sprak het navolgende j dige aanvallige Koningin, haar volk met
Waarde land- en fcestgenootenj wijsheid te regeeren, is toch voor vrije
„Ubi Bene Ibi Patria" aldus sprak j wakkere mannen zoo edel en ridderlijk,
onlangs een landgenoot tot mij, welken 1 eeno schoone jonge vrouw en Koningin
het gelukt is zich alhier eene gun- te mogen dienen.
stige levenspositie te veroverenhoe- J Mocht, wat God verhoede moge, nog-
zcer ik ook waardeer die mannen, aan maals een overmoedige vijand het wagen
wie door eigen kracht en capaciteiten ons vaderland, onze vrijheid te bedrei-
zulks mogelijk was, klonken mij die gen, dan zal diezelfde heldengeest van
woorden, door een Hollander gesproken,weleer herleven, en moet het zijn, ons
vreemd, gelijk een wanklank in de ooren. j volk liever die dierbare plek grond, met
Ik vond ze ondankbaar en liefdeloos, zooveel moeite aan de zee ontwoekerd,
eene heiligschennis aan onze dierbaarsteweer aan de golven prijsgeven en zich
herinneringen, eene heiligschennis aan j gelijk van Spevk de onschatbare eer
ons roemrijk Vaderland en die groote j verwerven „Voor de vrijheid en de roem
mannen welke in 80jarigen helden strijd, j van het vaderland te sterven. Het va-
goed en leven voor de vrijheid van het derlandlandgenooten. Het dierbaar va-
Vaderland, ten offer brachten. derland'! Hoezee!"
Neen, waarde landgenooten geen „UbiDiepen indruk maakten deze woorden
bene Ibi Patria"' dan. lean men dat op alle feestvierenden en de geestdrift-
land zijn vaderland noemen, in hetwelk uitte zich in het „Wien Neerlandsch
ons verblijven slechts geduld en ons elk bloed" en „Wilhelmus."
oogenblik ontzegd kan worden, en dan Nadat nog door den voorzitter aan den
is 't het land waar onze wieg op stond,consul-generaal eene groote zilveren kro-
waar dierbare ouders ons in de armen ningsmedaille als bewijs van achting der
sloten, is 't die taal in welke onze engel in Frankfurt a/Main wonende Nederlan
Sport en Wedstrijden
Wielernieuw8.
Het professionnal kampioenschap
2000 M. te Weenen is door den Ame
rikaan Banker gewonneu.
Arend is in de finale gevallen.
De uitslag was:
le serie: 1. Broca; 2. Verheven.
2e serie: 2. Jacquelin; 2. Jenkins.
3e serie: 1. Meyers; 2. Arend.
4e serie1. Banker; 2. Seidl. Grogna
heeft niet gereden.
le demi finale: 1. Verheyen; 2.
Jacquelin.
2e demi finale: 1. Arend; 2. Banker.
Finale: 1. Banker; 2. Verheyen;
3. Jacquelin.
De quintuplet-Mulder heeft weder
uitstekend Hollands roem hoog ge
houden door in het Multiplex-uummer
te Weenen de beroemde Dunlop en
vele bekende Duitsche en Fransche
teams te kloppen en eerste aan te
komen.
Duivenwedvlueht.
De tjjden van aankomst der post
duiven, losgelaten achter het Rijks
museum te Amsterdam Woensdagmid
dag om 1,38 Amst. tijd, zyn als volgt:
1.50.53, Hoop,Weesp; 1,57 Aalsm.Post-
duiveu-ver., Aalsmeer; 1.57.44, Lucbt-
gids, Haarlem; 1.58.5, Snelvlieger,
Haarlem; 2.2.20, Kennemerland, Bloe-
meudaal; 2.6.39, Courier, Bussum;2.18,
Pro Patria, Rotterdam; 2.22.35, Val
kenier. Leerdam; 2.30, Postduif, Alk
maar; 2.38, Arend, Rotterdam; 2.43,
's Graveuhage, deo Haag; 2.46, Zwa
luw, Rotterdam; 2.47.5", Luchtbode,
id.; 2.52.4-', Snelvlieger, id; 2.53, Snel-
post, Leerdam; 2.54.50, Vriendschap,
Delft; 3.10, Suelvlucht, Oosterhout;
3.15, De Hoop, 's Hertogenboscb
3.17.14, De Postduif, Waalwijk; 3.18,
Postduif, Ginnekeu; 3.-2.55, Lucht
bode, Leur; 3.25.50, Koningin Wil-
helmina, Bergen op Zoom3.30.30,
Luchtbode, Mil3.33, Postduif, Ro-
zendaal, 3.38.25, Het Noorden, Rot
terdam; 3.41, Telegraaf,- Rozendaal;
3.45, Postduif, Woensel; 3.54.20, Wil
lielmina, Apeldoorn; <5.58, Doesburg en
Omstreken, Doesburg; 4.4, Volharding
Rozendaal; 4.25.1, Pijlsnel,Roermoud;
5.3, Mercurius, Groningen; 5.7, Kerk-
rader Postduiven bond, Kerkrade; 5.13,
La Colombo, Maastricht; 5.21, Duif,
Elsloo; 5.36 47, l'Hirondelle, Beek
(Limburg); 5.39.20, Eendracht, Nieu-
wenhage.
De hier opgegeven tijden zijn (le
tfiden van aankomst der eerste duif
van iedere vereenigiug.
GEIMEftGO MIEUtiTS
De keizerin van Oostenrijk
vermoord.
Het lfik van de Keizer n van
Oostenrijk is Zondagavond voorloopig
gekist in tegenwoordigheid van een
hofdame, den aide-de camp generaal
Perzevidzy en het diep bedroefde
bediendenpersoneel.
Het lyk heeft eèn byz nder vredige
uitdrukking. De Keizerin schijnt te
slapen.
Haar gezicht is in het minst niet
veranderd en getuigt nog altijd vau
een groote schoonheid.
De kamer van het hotel Beau Ri-
vage waar de kist is geplaatst is her
schapen in een rouwkapel. By het
lyk waken twee vrouwen.
Het lyk wordt tegeu Donderdag te
Weenen verwacht, waar het Vrijdag
zal worden teu toon gesteld en waar- i
schijnlijk Zaterdag bijgezet.
De indruk dien het bericht van den
moord te Weenen eu te Boedapest
heeft gemaakt, is niette beschrijven.
Toen den Keizer de ramp werd
medegedeeld, zonk liy als vernietigd
op een zetel neder en verborg het
gelaat in de handen.
Na een pijnlijk stilzwijgen ontvlood
aau zijn lippen de smartkreet„Wordt
my dan niets bespaard hier beneden."
Een hofbeambte, die de onheils-
tydiug onvoorbereid vernam, werd
krankzinnig. Hy rende door bet paleis,
roepende
„Waar is de moordenaar van onze
keizerin?" en Snelde de straat
waar hy op de voorbijgangers aanviel.
De hoofdstad stak zich In ronw-
kleed. De buitenlandsche garant-I
schapshotels hebben alle de vlag half- j
stok geheschen, van de openbare
gebouwen waaien rouwvlaggen en in
de winkelkasten worden rouwdrape-|
rieën aangebracht. Van alle zijden
ontvangt de gryze Keizer hartelijke j
betnigingen van deelneming.
Koniog Umberto zond onmiddellijk
een telegram, de Italiaansche Regee
ring evenzoo, de diplomatieke ver
tegenwoordigers kwamen in persoon
hun deelneming betuigen.
Van de openbare gebouwen te Rome
waaien op bevel der Regeering rouw-
wimpels, de Italiaansche schepen
zullen tot na de begrafenis rouwvl
gen voeren.
Er zyn geruchten in omloop ge
bracht, dat de keizerin niet door den
steek maar ten gevolge van den schrik
was gestorven. Deze zyn ten eenen-
male onwaar.
By de lijkschouwing is overtuigend
gebleken dat de steek en de daarop
I gevolgde inwendige bloeding de oor
zaak van den dood zyn geweest.
I De keizerin was niet bijzonder
verschrikt door den aanval Zy ver
keerde in de meening dat een lomperd
haar omver had geloopen en besefte
in het minst niet, dat zij het slacht-
j offer was geworden van een lageu
moordenaar. Zoodra zy was opgestaan,
liep zy zeer kalm deu steiger van de
stoombooten op.- Eerst op de boot
zakte zy ineen. De dolk waarmede
het misdryf is gepleegd, is in de
nabijneid van de plaats des onheils
gevonden.
De moordenaar, Nicaise Lucchesi
(maar volgens anderen Luigi Luccini),
is vijf-en-twintig jaar. uit Italiaansche
ouders geboren te Parijs. Hy heeft
eeu tijdje in de rechten gestudeerd,
maar beweert al als jongen van veer
tien jaar anarchist te zijn geweest.
Sinds een jaar woonde hy dan hier,
dan daar, en wydde zich geheel aan
't. anarchisme; het laatst was by in
Zürich. Wegens zyn woestheid noem
den zyn kameraden hem Ravachol.
Hy toonde zich bij zyn verboor ver
stokt en onverschillig, en weigerde
eerst iets te zeggen. Ten slotte echter
gaf hij de verklaringen waaruit bleek
dat het hem niet erom te doen was
geweest deze persoon, maar in 't al
gemeen een „rijke" te treffen. „Als
er meer zulke flinke kerels waren,"
zei hy zelf, „dan zou de burgermaat
schappij geen lang loven hebben."
De negende kamer van inbeschul
digingstelling te Parys heeft de voor-
loopige invrijheidstelling van Picquart
De zaak-Dreyfus.
De fransche bladen erkennen eenstem-
migden ernst van den pohtieken toe
stand. Indien generaal Zurlinden blijft
bij zijn plan om ontslag te nemen, zal er
een buitengewone moeielykheid zyn
om eeu plaatsvervanger voor hem te
vinden.
De „Gaulois" schrijftIndien gene
raal Zurlinden aftreedt, zou dit alleen
reeds de ontwrichting van het mini
sterie biuuen zeer korten tijd met zich
brengen.
De „Figaro" Het groote publiek
gelooft dat de ontdekking van Henry's
bedrog de revisie logisch ten gevolge
moet hebben. Men vraagt zich af,
waarom de overtuiging van Zurlinden
(dat Dreyfus schuldig is) zyn weige
ring van de revisie met zich zou moe
ten brengen, welko toch geenszins de
onschuld vau deu beklaagde behoeft
te veronderstellen. Wy zien een wer
kelijk ourastbareudeu politieken toe
stand in het verschiet.
De „Matin" De rechterlijke macht
is de eenige bevoegde om het verzoek
van mevrouw Dreyfus naar de wet
telijke waarde der ingeroepen motie
ven te ouderzoeken of te verwerpen.
Noch de minister van justitie noch
die vau oorlog zyn bevoegd om over
de revisie te beslissen. Hun opvattin
gen omtrent het dossier tellen niet
mee. De zaak moet op wettelijk ter
rein blijven.
In de „Siècle" betoogt Junius dat
het Hof van Cassatie alleen heeft te
beslissen. Het onderzoek van Zurlin
den, geholpen door onbekwame mede
werkers van deu generalen staf, beeft
geen waarde hoegenaamd. Geen wil
lekeur de wet boven alles
De„Petite Républiqne" en de „Siècle"
leggen den nadruk op de tegenstrijdige
getuigenissen vau majoor Lauth (in
het Zola-proces) en maken hem voor
valschen getuige en falsaris uit.
De „Petite République" zegt voorts
dat Znrlindeu op inblazingen van
Faure handelt'
Kolonel Dn Paty de Clam is met
ontslag uit zyn functie aan het de
partement van oorlog op non-activi
teit gesteld, op voordracht van den
minister van oorlog, generaal Zurlin
den, tengevolge van een onderzoek
door den generalen staf ingesteld naar
zyn handelingen in de zaak Esterhazy.
Minister Sarrien verzocht een nieuw
uitstel voor het onderzoek van het
dossier-Dreyfus.
De eerstvolgende ministerraad zal
Zaterdag worden gehouden.
In strijd met het vroeger genomen
beslnit zal generaal Zurlinden presi
dent Faure niet op de manoen res
vergezellen. Aan het departement vaD
oorlog zegt men dat generaal Zurlin
den dit besluit zou hebben genomen
om den minister van jastitie te hel
pen by het onderzoek van het dossier-
Dreyfus. De heer Sarrien is met dit
onderzoek niet gereed gekomen, waar
om de ministerraad de beslissing in
de zaak-Dreyfus uitstelde.
Het feit. dat du Paty de Clam op
non-activiteit is gesteid wegens de
zaak van Esterhazy en niet wegens
de zaak van Dreyfus, zegt veel. Het
duidt aan, dat Zurlinden volstrekt
besloten is, niets te doen om het
proces van Dreyfus weer te laten
beginnen. Men gelooft algemeen, dat
Zurlinden zyn ontslag beeft verdaagd
om een crisis te verrayden gedurende
de manoeuvres, maar de toestand is
by voortduring zeer ernstig.
De Soir zegt, dat Zurlinden Zater
dag zyn ontslag zal nemen en Lockroy
ook.
Uit Transvaal.
Het Spoorwegongeluk.
Over het ongeluk by Matjesfontein
in de Kaapkolonie, waarvan een Reu-
ier-telegram melding heeft gemaakt,
vinden wy in de thans ontvangen
bladen de volgende bijzonderheden.
De trein die Zondagavond 15 Augus
tas uit Kaapstad naar Transvaal ver
trokken was, kwam tusschen Mat
jesfontein en Laingsbrug in botsing
niet eenige wagens van een goederen
trein die in de nabjjheid rangeerde.
De wagens waren losgeraakt entoen
langs de helling naar beneden geloo
pen. Toen ze met den Johannesbnrg-
sclien trein in aanraking kwamen,
was de snelheid groot en de schok
dus zeer hevig.
Het voorste gedeelte vau den passa-
gierstrein werd tot. splinters verbrij
zeld, vatte vlam en stond weldra in
lichtelaaie. Het vuur deelde zich ook
aau de losse goederenwagens mede.
Verscheidene kaffers verbrandden en
vyf blanken werden onmiddellijk ge
dood. De passagiers in alle rijtuigen
behalve de eerste drie kwamen er met
den schrik af.
De blankeu die het leven lieten by
de ramp waren dominee W. du Toit
(uit De Westdorp K.K.) mei diens
vrouw en kind, Josias de Vilüers,
landmeter en Bondscandidaat voor
Vryburg beneveos zekere Cope, een
voetbalspeler uit Johannesburg.
Toen het nieuws Matjesfontein be
reikte, ging een groepje meuschen
direct op weg om hulp te verleeaen. j
Ooggetuigen verklaren dat de plaats:
vau het. ongeval een vreeslijk schouw-
spel aanbood. Daar de drie eerste
wagens versplinterd werden, is het!
een wonder te noemen dat ook maar
één der passagiers daarin er het leven
afbracht.
De postkantoorwagen, vóór in denj
treiu, werd in den N.Z.A.S.M. bogy- j
wagen daar achter gedrongen. De
eerste locomotief liep op de losse goe-
derenwagens, de tweede bleef op de
rails.
De dokters bleven den geheelen
nacht doorwerken om het Ijjdea der
gewonden te verlichten. De postzak
ken werden niet zwaar beschadigd.
Tait, ook een voetbalspeler, werd
zwaar gewond en lag zes uren onder
den trein met den dooden en afschu
welijk verminkten Cope boven hem.
De machinist van de eerste locomo
tief heeft inwendige kneuzingen be
komen, De stoker van die machine
kreeg een wonde in het gelaat, maar
de wonden zyn met gevaarlijk. De
machinist en de stoker van de tweede
locomotief zyn ongedeerd gebleven.
Een postambtenaar die in den Trans-
vaalscben postwagen zat, ontsnapte
met eenige kwetsuren.
In het kamp te Pretoria is een mo
nument opgesteld ter eere vau com
mandant Henning Pretorius. Het is
20 voet hoog en stelt een obelisk voor,
waarop een medal jon bevestigd is met
de in brons gegoten gelijkenis van
den overleden commandant.
De naturellen-commissaris van Ma-
:zal heeft eeu goede vangst gedaan.
Hy beeft namelijk detoovenaresWain-
pinga gevangen, die een van de oor-
j zaken is geweest van den Matabele-
opstand van 1896.
j De opmeting der Gwanda-lyn in
Rhodesië is thans voltooid. De lyn
za! 60 mijlen lang zyn, maar met den
jbouw zal waarschijnlijk niet vóór het
einde van het jaar begonnen worden.
j De Standard Digger's News
deelt mede dat op prof. Molengraau,
den Staatsgeoloog, en op den heer
David Draper, die hem op zyn reis
door Vrijheid vergezelde, door onbe
kende personen is geschoten.;
Als een bewijs wat werkkracht en
vlyt vermogen, haalt De Voksstem
het voorbeeld aan van een der be
kende procureurs te Pretoria. Deze,
die zich cu in een der uitgebreidste
praktijken kan verheugen, begon vier
jaar geleden zjj„ eigen zaken met de
somma vau 8s 6d. De heer Samini
Marks leende hem eeu kantoor, ter
wijl zyn broer, die drukker was, voor
hem eenige communicaties drukte.
Voor de 8s 6d kocht hy voor 3s een
boek, vloei- en schrijfpapier, terwijl
hy voor de overige 5s 6d postzegels
van een halven stuiver kocht, om zyn
communicaties rond te zenden. Na
twee wekeL was by in staat zyn kan
toor te betalen en sinds dien tyd gin
gen zyn zaken steeds meer en meer
vooruit, zoodat hy un na harden arbeid
zich een praktijk verzekerd heeft, die
onder de eerste genoemd wordt.
Zeemos.
Omtrent het tegenwoordig veel in
de salons geziene zeemos lezen wy in.
een Duitsch vaksehrift, die Binde-
kunst, het volgende
Wat is zeeraos? Doze vraag werd
reeds vaak aan een vakman gedaan,
wien het echter niet mogelijk was er
e6n voldoend antwoord op te geven.
Dit zoogenaamde „gewas", waarin
sedert enkele jaren een levendige
handel wordt gedreven, dat, langs
kunstmatigen weg groen geverfd veel
vuldig in schalen en schelpen to koop
wordt aangeboden, is echter alles be
halve dat waarvoor het algemeen ge
houden wordt. Ja. een gewas is het
wel, maar hoezeer daar ook op ge
lijkende, zoo min een mosachtige als-
een algen- (wier-Jachtig of welk plant
aardig gewas ook. Het is, gelijk trou
wens uit den naam waaronder het be
kend is, blijkt, uit de zee, eu wel van
de Sleeswyksche kust der Noordzee
afkom.-tig. Daar wordt het door den
vloed in groote hoeveelheden op het
strand geworpen, en verspreidt her,,
zoodra het begint te drogen, eeu al
les behalve aangeuamen .>euk.
Om deu waren oorsprong van dit
eigenaardige natuurproduct ie leeren
kennen, moet men tot op den bodem
der zee afdalen eu daar ziet men het
dan als ^eemos groeien. Want groeien
doet bet, niet echter als een plant
maar ais polyp, juister als een „Hy-
droidpolyp". Het vormt namelijk een
soort van koraalstok, het beschermend
hulsel der zilversertuiaria Sertularia
argentea. Deze polypen zyn uiterst
kleine diertjes van zeer eenvoudigen
bouw, die. niet onbeschut kunnende
leven, zich van het als zeemos beken
de omhulsel voorzien.
£32 liEZOMOEN.
Voor den inhoud dezer rubriek stel
de redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukkengeplaa'sl
of niet geplaatst, wordt de copij
niet aan den inzender terug-
Waarde Heer Fidélio
Mag ik eventjes ophelderen, waar
om ik bij de repetitie voor het kin
derfeest den hoed niet heb afgeno
men by 't zingen van 't volkslied?
Kijk, dat zit zoo, een repetitie is
voor my geen demonstratie, geen
plechtigheid, 't Is een gewone (of
buitengewone zoo ge wilt) les.
Ik sta daar dan ook met. by om in
zekere stemming te geraken, 'k hoor
eenvoudig of 'r goed gaat. Als ik
een stalen voorwerp waarmee zij het
vuur kon maken. Zelfs geen loupe had
zij in haar taschje.
„Dat is jammer," peinsde zij. ..Wat
zou ik gelukkig zijn, als ik er een bij
me had."
Zij dacht na, of er geen ander middel
bestond om het hout aan te steken.
„Ah!" riep zij eindelijk uit, „mijn
lorgnon kan ik wel gebruiken."
Zooals de meeste meuschen, die veel
gestudeerd hebben, waren Friquette's
oogen niet sterk en moest zij zich bij 't
lezen en schrijven van een lorgnette be
dienen, dat zij altijd in een zakje van
haar jacquette bij zich droeg.
Zij haalde het uit het étui, maakte
het niet los, zoodat de glazen op elkaar
bleven en hield het toen tegen de zon.
Met de andere hand hield zij het stuk
zwam vast. dat zij nu eens dichter bij
het glas bracht, dan weder een eindje er
van verwijderde, om zoodoende het
brandpunt te zoeken.
Haar hart klopte luid, terwijl zij hier
mee bezig was, want gelukten haar po
gingen, dan zou zij tenminste in staat
zijn haar honger te stillen.
naar glinsterende oogen waren onaf
gebroken op het kleine, vurige plekje
gevestigd, dat zich helder tegen het
lichtbruine zwam af toekende.
Langzamerhand werd de plek wanner
en weldra begon het zwam te rooken en
zich een branderige lucht te verspreiden.
De stank en rook namen steeds toe.
Eindelijk brandde het zwam.
„Hoera riep Friquette uit. ,.ik heb
vuurhoera
En Li, ten prooi aan een hevige ver
bazing, die bijna aan ontzetting grensde,
riep op zijn beurt
.Hoewa Hoewa
Friquette wierp het stuk zwam op de
takkenbosschen en begon te blazen.
De takken vatten terstond vlam en
weldra brandde er een vroolijk vuurtje.
Zonder langer over het vreemde van
dit natuurverschijnsel na te denken, dat
zijn begrip van vuur geheel in de war
bracht, pakte Li het eene krokodilletje
na het andere beet en gooide ze zonder
veel plichtplegingen in "t vuur.
Zes van de dieren lagen reeds te spar
telen eerst zwollen ze op, strekten toen
do pooten uit .bloven eindelijk onbewe
gelijk liggen en knapten dat het een
aard had.
Dit alles was het werk van een oogen
blik. Het braden nam nu een aanvang
tol een aangename geur van gebraden
vleescn drong Friquette in den neus.
„Per slot van rekening," zeide Friquet
te, „schijnt dit toch geen slechter eten
te zijn dan iets anders. Die jonge
hebben nog zachte beenderen men
kan ze als een banaan schoon maken en
ze dan heelemaal oppeuzelen.
Heeft Friquet- zelfs geen jonge schild
padden gegeten, die op dezelfde manier
waren klaar gt.iu.akl en was bij er niet
over uit, zoo heerlijk als ze smaakten?
Nu, laat ik ze eens probeeren."
Zij trok een der krokodilletjes, die
door het roosteren geheel verschrompeld
waren en wel op gedroogde zeepaardjes
geleken, die men zoo dikwijls bij na
tuurkundigen aantreft, uit het vuur.
Zij deed het tegen haar gemoed in en
wilde juist trachten dit vreemde gerecht
op te peuzelen, toen een kreet van schrik
dien de kleine Li uitte, haar deed op
springen.
Zij liet het krokodilletje uit de han
den vallen, en zag nu hoe de jongen het
op een loopen zette en haar wenkte
hem te volgen.
Werktuigelijk keerde zij rich om,
nieuwsgierig wat de oorzaak van rijn
angst kon zijn, maar nauwelijks had rij
het gedaan of een hevige
maakte rich van haar meester.
Ter zelfder tijd drong er ook een wal
gelijke reuk van muskus tot haar door
en geen twee meter van haar af bemerk
te rij een enorme krokodil, die een luid
gebrul liet hooren.
Het beest droop nog van het water en
kroop voorzichtig, met wijd opengesper-
den muil en rijn begeerige oogen op het
jonge meisje en den jongen gericht, die
hem een van beiden tot prooi moesten
strekken, vooruit.
Li, die het monster het eerst had op
gemerkt had, na rijn vriendin op het ge
vaar opmerkzaam te hebben gemaakt,
het hazenpad gekozen.
Friquette voelde, dat rij verloren was.
Het beest was haar reeds te dicht
genaderd om zich nog ver te kunnen ver
wijderen. Voordat zij nog tien pas ge-
daan had zou de krokodil haar reeds
gegrepen en in oen minimum van tijd
j verslonden hebben.
j Het gevaarlijke van haar toestand in-
ziende was de jongen weer een weinig
dichterbij gekomen en uitte schelle kre
ten, die de woede van het monster nog
I meer gaande maakten.
Hot beest was ongeveer zes meter
lang. Zijn muil, waarin aan beide rijden
paarsche vliezen zichtbaar werden en
welke oen meter lang was, opende en
sloot zich, oen geluid veroorzakend, als
een tang, die dichtgeslagen wordt, en
rijn staart, welke met hoornachtige
schubben bezet was, sloeg woedend in
de lucht heen en weer.
Een enkele slag daarmee zou reeds
voldoende zijn om den grootsten, sterk-
sten man te dooden
Doodsbleek, maar als altijd vastbera
den, verloor Friquette den moed niet.
Het vuur knetterde lustig voort en
Friquette, eenige van de langste, bran
dende bamboetakken grijpend, stak ze
het monster moedig tot achter in den
gapenden muil.
De kaken vielen met een harden slag
op elkaar. Toen begon rij een lucht als
van gebrand vleesch te ruiken, terwijl
het beest oen angstig gehuil liet hooren.
Het monster, gebrand en half be
dwelmd, deinsde achteruit, terwijl het
met rijn pooten langs rijn muil wreef
en duwde om de brandende takken er
uit te verwijderen.
Het jonge meisje verlangde niets meer.
Door deze eigenaardige manoeuvre
aan het ergste gevaar ontkomen, zette zij
het op een loopen, gevolgd door den
jongen, die luidkeels lachte.
„Ja, ge moét nog lachen ook," zeide
zij niet een koddig, verontwaardigd ge
baar.
„Het is hier een mooi landje, een wa
re menagerie
Nu rijn pijn een weinig bedaard en
het monster van deai schrik bekomen
was, kwam het op nieuw, dikke rookwol
ken uitblazend, naai- hen toekruipen.
Li had zijn gezellin in de richting van
de rivier voortgetrokken. Hij deed dit
niet zonder reden, hoewel het Friquette
onvoorzichtig toescheen.
Het jonge meisje nl. vreesde, dat de
krokodil hun den pas zou afsnijden.
Dat gebeurde ook spoedig.
jxaar Li had ook een plannetje ge
maakt. Op den oever verineven zich
zware boomen, waarvan de laagste tak
ken rich een meter boven den grond'
bevonden.
Li greep een sterken tak en heesch
zich met de behendigheid van een aap
naar boven.
Natuurlijk volgde Friquette terstond
rijn voorbeeld, met niet minder vlugheid
dan hij.
Nu begon zij hartelijk te lachen, we
tend dat rij niets meer van het monster
te vreezen hadden.
„Het wordt al mooier en mooier!...
het lijkt wel alsof wij ons in den „Jar-
din des Plantos" bevinden bij de be
renkuilen Martin, klim in den boom.
Maar nu rijn wij de beren en de
wilde dieren loopen vrij rond."
(Wordt vervolgd).