Banden Pickwick.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
SAMUEL PICKWICK,
De avonturen van
Friquette.
i6e Jaargang
Dinsdag 20 September 1898.
lo 4870
HAARLEM S DAGBLAD
A^03<risn5aiv^cEa<rTSFjEe,iJ'S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
'Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
■Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
o de omstreken en franco per post 0.37!/2
Directeur-Uitgever
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité JStrangire G. L. DAUBJü
-AJD VUSinE&TIEnsrTIIÊDlsr
1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Bockhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
PEEREBOOM.
JOHN F. JONES, Succ., Parijs Slbis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing vaL Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën vau 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zyn Bloemendaal. Santpoort en Schoten, P. v. d. LAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Spaarndam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. BOORRS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen od Advertentiën aan.
Ingevolge den wensch van velen
heeft ondergetoekendo voor den Pre
mieroman
Tau CHARLES DICKENS,
een fraai Stempeibandje doen
vervaardigen, rood met zwart en rug-
en plattitel in goud.
Aan het Bureau Kleine Houtstraat
14, is een exemplaar ter bezichtiging
neergelegd.
De kosten van Band en inbinden
te zamen zyn slechts 55 Cents per
exemplaar, te voldoen by vooruitbe
taling.
Incomplete Exx. worden niet ge
completeerd. Op verzoek zyn ont
brekende all., voor zoover d voorraad
strekt, aan het Bureau te verkrygen,
tegen vergoeding van vijf Cents
per vel (16 pag.) druks.
Opgaven worden spoedig ingewacht.
J.C. PEEREBOOM,
Directeur- Uitgever.
STADSN8EUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem, 19 Sept. 1898.
Wedvlucht.
De vereeniging „de Snelvlieger"
hield Zondag eeDe onderlinge wed
vlucht tusschen Utrecht en Haarlem.
Voor dezen wedstrijd waren 9 me
dailles (3 verguldzilvereu, 3 zilveren
en 3 bronzeD) uitgeloofd.
Met prachtig, helder weder en Z.
Z. O. wind, werden de duiven door
de welwillendheid van den stations
chef te Utrecht (Maliebaan) des mor
gens te 9 uur losgelaten.
Reeds te 9 u. 44 M. 46 sec. werd
de eorste duif door den hoer J. van
Booren getoond, dra gevolgd door die
van den heer P. J. van DaaleD, te 9
n. 45.19. Achtereenvolgens kwamen
"i de duiven van de beeren
W. van der Laan te 9.46.56
Bekouw 9.47.10
R. Slot Jr. 9.49.11
J. G. Schippers 9.57.04
Wiemer 10.06.19
H. van Daalen 10.27.40
en L. Govaerts 10.30.02
m.
Hiermede zijn de onderlinge wed
vluchten voor dit jaar afgeloopen.
Twee dames en een heer die Vrij
dagavond met trein 38 H. S. M. al
hier aankwamen, gaven kennis dat
tusschen Leiden en Haarlem op hun
coupé was geschoten. Het portier
raam bleek verbrijzeld. Gelukkig was
uiemand van de hevig ontstelde reizi
gers getroffen.
Hot«l Duin en Daal.
Het drukke bezoek dat dezen zomer
is gebracht aan het scboono park Duin
en Daal en aan het hotel van den-
zelfden naam, heeft wel bewezen hoe
zeer men in Haarlem weet te waar-
deeren, dat de prachtige, westelijke
omstreken der stad met een schoone
plek eu eene mooie uitspanningsplaats
verrijkt zyn.
Stellig zal het dan ook zeer velen
aangeuaam zyn te vernemen dat het
hotel eene belangrijke vorgrooting zal
ondergaan. De Naamlooze Vennoot
schap die „Duin en Daal" in handen
heeft, heeft het hotel verkocht met
een groot omliggend terrein bosch- en
duingrond, aan eene maatschappij,
die het hotel zal exploiteeren. De heer
Riesener blyft directeur. Met veel
spoed zal de bouw worden aangevan
gen van een vleugel ten westen van
het bestaande hotel, welke vleugel
40 50 logeerkamers zal bevatten.
Den lsten Mei van het volgende
jaar hoopt men dit nieuwe gebouw
geheel gereed te hebben. Intusschen
blyft dezen winter het hotel geopend.
De Commissie van financiën advi
seert den Raad tot goedkeuring vau
de begrooting der d.d. schutterij voor
1899, die in ontvangsten en uitgaven
zal bedragen f 7673.54 maar kan
zich er niet mee veree1 igen, dat op
die begrooting wordt gebracht f 200
als gratificatie aan den luitenant-ad
judant Van Alphen, die naar men
weet officieren en kader instrueert.
„Wy meenen," zegt de Commissie,
„dat daarvoor geen post op de be-
grooting moet worden gebrachtvoor
eerst is het nog onzeker, of aan dien
officier diezelfde opdracht ook in '99
zal worden gegeven eu, als by als
zoodanig mocht worden vervangen, is
het vooruit niet met zekerheid te
zeggen, of zyn opvolger wegens de
zelfde redenen en op dezelfde wijze
daarvoor in aanmerking zal worden
gebracht."
Op deze manier doorredeneerende
kan men op de gemeentebegrooting
ook geen tractement van een gemeente
ambtenaar brengen, vooreerst omdat
het nog niet zeker is of hy in 1899
zyn betrekking nog wel zal waarne
men (by kan naar elders vertrekken,
ontslagen worden of sterven) eu in
de tweedo plaats, omdat vooruit niet
met zekerheid is te zeggea of zyn
opvolger wel hetzelfde traktement zal
genieten.
Wij vatten dan ook de bedoeling
vau de opmerking der Commissie niet.
Is de heer Van Alphen niet meer in
functie als instructeur, welnu dan
vervalt de gratificatie van zelf, of
wordt er gedeeltelijk over de som
beschikt.
Dezelfde Commissie stelt voor, ook
goed te keuren de begrootir.g van het
tSt, Elizabeths-Gasthuis voor 1899,
sluitende in ontvang en uitgaaf met
een bedrag van f73,884, waaronder
een subsidie uit de gemeentekas van
f44,364.
Hierover valt niets te zeggen, al
thans de commissie zegt er niets van.
Maar de tweehonderd gulden van de
schutterij-begrooting zullen het vader
land moeten redden
BlgëNE3ILARO.
HAAGSCHE BRIEVEN.
Do feesten zijn afgeloopen. Wij zullen
er de herinnering aan bewaren, als aan
de heerlijkste dagen van ons leven,
want we hebben een familiefeest gevierd,
heel 't volk, wegvallend alle verschil van
geboorte of stand, met haar die niet al
leen onze Vorstin is, maar die wij, een
onzer collega's heeft 't zoo treffend ge
zegd, ook beschouwen willen als een jon
gere zuster.
Wie, als ik, in een goed deel des lands
de feesten medemaakte, moet wel eenigs-
zins teleurgesteld zijn door wat de resi
dentie in dit opzicht gaf. De tooi, de
verlichting ik zeide 't reeds in een
vorigen viel mede. Maar 't feestpro-
gram liep nu juist niet schitterend van
stapel, voor zoover do org.misatie daar
van uitging van het Uitvoerend Comité
voor de feestelijkheden. De dure eere
poorten een kostte niet minder dan
3500 gulden konden moeielijk in over
eenstemming mot de kosten gerekend
worden. De zeldzaam kostbare illumina
tie van den Scheveningschen weg maak
te geenszins dat overweldigend effect,
dat men zich had voorgesteld. De volks
spelen liepen vrijwel in 't honderd en
men tracteerde er de Vorstinnen op het
gezicht van een paar honderd jongens en
mannen, die 't niet eens do moeite waard
achtten om hun kleeding, zij 't ook maar
iets meer dan eiken dag, te soigneeren.
De aubade was prachtig, dit dient
erkend, de regeling van het schoolfeest
uitmuntend, maar 't waren in bedde ge
vallen sub-commissies die al het werk
hadden verricht. En zoo 't concours hip-
piqué en het bloemencorso uitnemend
slaagden, dan komt voor het eerste de
eer toe aan de Hollandsclie Maatschap
pij van Landbouw, voor het tweede aan
den A. N. W. B. (afkorting bekend
Bij het vuurwerk eindelijk kwam een op
merkelijk verschil aan den dag tusschen
de pyroteebnische overdrijving van het
programma en de vurige werkelijkheid.
Nu zou dit alles werkelijk nog niet
zoo erg zijn en ik ben geneigd te
erkennen, dat ik wellicht wat bromme
rig ben uitgevallen. want in. een fees
telijke stemming ziet men zoo nauw niet.
Maar die feestelijke stemming is bij dui
zenden bedorven door de hun onvoldoen
de, als voor het publiek hinderlijke, zelfs
gevaarlijke wijze, waarop de orde-dienst
in de residentie geregeld was.
„Geregeld" is eigenlijk overdreven.
En men kou ook moeielijk een regeling
verwachten van een hoofdambtenaar ten
Stadhuize, die aan politie nooit iets ge
daan bad en die nu, met de kaart in de
hand, een plan moest maken, theoretisch
fraai, maar practisch onbeduidend
en waarin de hoofdrol was toebedeeld
aan de steigerende paarden van artille
risten en cavaleristen, 't Leek soms of
do stad in staat van beleg was. Uren
vóór dat de Koningin ergens moest ko
men, waren geheele wijken voor 't ver
keer gesperd. Dat wekte ontevredenheid
en met ontevreden menschen is 't slecht
huishouden.
Maar de ontevredenheid was er niet
alleen bij het publiek.
Onder reserve hoewel de bron ver
trouwbaar genoeg is deel ik het vol
gende mede
Op den avond van den taptoe, die er,
onder ons, niemendal van had, verscheen
de Koningin, van het gala-diner op
staand, op het balcon.
Heel 't voorplein van 't Paleis was
ledig en in de omringende straten was
geen sterveling te zien. Alleen stond be
neden een armzalig hoopje van een paar
honderd soldaten, die muziek maakten.
De Koningin keerde zich om en vroeg
„Waar is het volk? Ik wil het volk
zien!"
De burgemeester, die onder de gasten
was, vloog naar beneden, kwam in bot
sing met den hoofdcommissaris, letterlijk
en figuurlijk en weinige oogenblikken
later stormde het publiek toe, uitbar
stend in gejuich voor de Koningin, voe
lend dat liet op Haar wensch werd toe
gelaten, maar nu ook de politie uitjou
wend.
j_>at is één staaltje. Er waren er meer,
die getuigenis aflegden van het te be
treuren feit, dat de ven-houding der ver
schillende autoriteiten, met de handha
ving der orde belast, te wenschen over
liet. De burgemeester had alles zelf wil
len regelen voor de gevallen waarin hij
dat niet deed, trad de hoofdcommissaris
op, volgend zijn eigen opinie, die echter
niet steeds klopte met die van 't hoofd
der gemeentelijke politie. Van een derge
lijke manier van handelen werd het pu
bliek de dupe en het is meer geluk
dan wijsheid, dat er geen ernstige onge-
lukken zijn voorgevallen.
Heden bezoeken de Koninginnen het
Westland. Ik nam er gisteren (Zondag)
een kijkje. Wel, de dorpen zien er keu
rig uit. Hier, waar men op groen en
bloemen niet behoeft te zien, is men er
royaal mede geweest. De Vorstinnen
Krijgen alleen in Loosduinen reeds zóó
veel bouquettein, 14 of 16 geloof ik, dat
er geen plaats in het rijtuig zal zijn
om de ruikers te bergen die in de vier
andere plaatsten, Monster, Naald
wijk, 's Gravenzande en Wateringen,
zullen aangeboden worden. Men weet,
dat de Koningin er van houdt
bloemen te krijgen, hoe meer hoe
liever, zij stelt dergelijke attenties op
hoogen prijs. En als Hare Majesteit
zeLve van deze feestgaven genoegen heeft
geuau, dan krijgen deze bloemen nog de
prachtige bestemming om in de zieken
huizen de lijders wat op te vroolijken.
Welhaast gaan de dingen weer hun
gewonen gang.
De zitting der beide Kamers is ge
sloten.
En morgen zal on^e jonge Koningin,
doende wat eener goede Koningin is, zelf
openen de gewone zitting van haar ge
trouwe Staten-Generaal.
Laten wij hopen, dat de Edelhoog-
mogenden, bezield door 't liefelijke stem
geluid hunner gebiedster, in de nieuwe
wetgevende periode veel zullen tot stand
brengen, dat voor Land en Volk een ze
gen zal zijn
H. A. GANUS Jr.
Hofberichten.
H. M. de Koningin keert 30 Sep
tember op het Loo terug.
Met ingang van 1 November zyn
benoemd tot hofdames van de Ko
ningin jonkvrouw C. E. B. barones
Sloet van Markveld en jonkvrouw
I. J. F. barones do Constant Re-
becque.
Vertrek vau vorstelijke gasten.
Z. K. H. de prins van Wied is
Zondagochtend te 8.55 naar Duitsch-
iand teruggekeerd. Zijne gemalin, de
Erfprins en zyne dochters verge
zelden hem tot in den trein. De Prins,
die in de laatste dagen niet welwas,
verklaarde thans zich veel beter te
gevoelen.
Aan het station namen afscheid de
Burgemeester der residentie, de gezant
graaf Van Bylandt, de oud-minister
jhr. Rüell, de kunstschilder Bisschop
en anderen.
H. K. H. prinses Marie en de overige
leden der familie van Wied vertrek
ken Woensdag naar Amsterdam
Vrydag van daar naar Neuwied.
Hedenochtend te 8.55 keerden de
Groothertog van Saksen en de Groot
hertogin van Mecklenburg naar Wei-
mar terag.
H. M. de Koningin heeft generaal-
majoor De Palezieux-Falconnet, adju
dant-generaal van den Groothertog,
het grootkruis van de Oranje-Nassau-
orde verleend.
Sluiting van de zitting der
Staten-Generaal.
De beide Kamers waren Zaterdag
middag te 3 uur iu zitting vereenigd.
Do heer Van Naamen van Eemnes,
voorzitter der Eerste Kamer, bekleedt
den voorzittersstoel.
De Voorzitter laat door den griffier
der Eerste Kamer voorlezen een Ko
ninklijk besluit van den 5den Sep
tember 1898, no. 49, waarby de mi
nister van binnenlandsche zaken ge
machtigd wordtom zich Zaterdag te
drie uur des namiddags te begeven
naar de vergadering der Staten-Gene
raal, ten einde in eene vereenigde
vergadering der beide Kamers de,
zitting in naam der Koningin te slui
ten.
De Voorzitter benoemt eene com-
missie, die den Minister in het gebouw
der Tweede Kamer zal ontvangen en
uitleiden.
Kort daarna treedt de Minister,
voorafgegaan door de commissie, de
vergaderzaal binnen.
De heer Goeman Borgesius, minis
ter van binnenlandsche zaken, neemt
plaats voor den troon en houdt de
volgende aanspraak
Mijne heeren!
Het behaagde der Koningin my te
belasten U Harer Majesteiis dank over
te brengen voor uwe onafgebroken
behartiging van 's lands belang, waar
van deze zitting talrijke bewyzen op
leverde. Ik kwyt my by deze gaarne
van dien plicht.
Als voorbereiding van de hervor
ming der levende strijdkrachten weid
de dienstvervanging by de militie af
geschaft. Een verdrag tot het vast
stellen van gemeenschappelijke rege
len ten aanzien van sommige onder
werpen van internationaal privaat
recht op de burgerlijke rechtsvordering
betrekking hebbende, verkreeg wet
telijke bekrachtiging. De goedkeuring
bij de wet van de sanitaire conven-
tiën te Parijs en te Venetië tusschen
Nederland en verschillende andere
staten gesloten, zal, naar met grond
verwacht mag worden, der volksge
zondheid ten goede komen.
De behartiging van de verschillende
landbouwbelangen werd by een de
partement gecentraliseerd. Door het
toestaan van gelden voor den aan
bouw van een nieuw pantserscbip is
de noodige versterking van onze zee
macht voortgezet. De belangen van
rijksambtenaren werden bevorderd
door de regeling van vergelding van
tijdelijke diensten met pensioen, als
mede door nieuwe bepalingen omtrent
de zekerheidsstelling ten behoe e van
den Staat door hen, die daartoe krach
tens hunne betrekking verplicht zyn.
De aanvalling van de wet op de per-
soneele belasting met bepnlingen om
trent den grondslag rijwielen kwam
tot stand. De verkeersbclangen, zoo
in Nederland als in Iudië werden be
vorderd door de overneming van eenige
in Nederland en België gelegen spoor
wegen en van den Bata'viaschen Oos
terspoorweg, alsmede door bevordering
van den aanleg eu regeling der ex
ploitatie van den Noordooster Locaal-
spoorweg.
Eene geldleening, ten laste van den
Staat gesloten, voorzag in de gelde
lijke behoeften vanNederlandsch-Indië.
De invoering van de opiumregie op
Java eu Madura, alsmede op Lom
bok, vond wettelijke regeling, terwijl
het uitvoerrecht van suiker in Ne-
derlandsch-Indië werd afgeschaft en
de gouvernementskoffiecultuur in de
residentie Menado werd opgeheven.
Nog op menig ander gebied kwa
men wettelijke regelingen tot stand
of werden zij voorbereid.
Door de vervulliag van het acht
tiende levensjaar Ier Koningin op 31
Augustus, nam het Regentschap een
einde. Steeds zullen de uitnemende
diensten in herinnering blijven door
Hare Majesteit de Koningin-Moeder
als Regentes van het koninkrijk den
volke bewezen.
In naam der Koningin verklaar ik
deze zitting van de Staten-Generaal te
zyn gesloten.
De Minister wordt door de com
missie uitgeleid, en nadat zy in de
vergaderzaal is teruggekeerd, sluit de
Voorzitter de vereenigde vergadering.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Met ingang van 20 Sept. a. s. is
aan den lait.-ter-zee der 2de klasse
A. G. Boissevain, op zyn verzoek,
eervol ontslag uit den zeedienst ver
leend.
J. H. Wen ting, concierge van het
departement van buitenlaudsche zaken
FEUILLETON.
Begeerig om te leer en, een gröote op
merkingsgave en veel volharding bezit
tend, doorkruiste Friquette Séoul en
stond verbaasd over haar ontdekkingen.
- Zonder eenigen samenhang, maar dik-
!*ijls zeer aandoenlijk beschreef Friquet
te de narigheden, waaraan de missionai
rs en zij zich bij liederen voetstap
Stootten.
Laten wij nog eens een kijkje van
W9 aan teekeningen nemen
I „Séoul is werkelijk een zeer eigenaar
dige stad. En toch, is het wel een stad.?
Ik zon meenen van ja, op te maken uit
het ontzaglijk groote aantal inwoners,
die ik op twee honderdduizend schat.
Maar de huizenKrotten gelijk
Sombere bouwvallen van klei en hout
'opgetrokken, met rieten, daken en zoo
klein, dat men denken zou, dat er dwer
gen in woonden.
De meeste zijn geen drie meter hoog.
Wanneer men een heel gezin, mannen,
vrouwen en kinderen naar buiten ziet
komen, denkt men onwillekeurig aan een
troep kippen, die uit bun hok kruipen.
Deze krotten staan Ln stinkende, nau
we stegen, waarin men alle vuilnis neer-
werptVandaar dat het dikwijls zoo!
moeilijk is om er door te komen!
Een vuilnisman uit Parijs zou met kar
en al onder den smeerboel bedolven
worden
De goede Koreërs leven hier als wur
men in een mesthoop. Him voorkomen
is dan ook verre van smakelijk.
Er zijn ook wel breedere straten, een
stuk of vier, die echter even vuil zijn
en waar modderige gaten als riolen
dienst doen.
En verleden jaar klaagde ik er nog
wel over dat het in Parijs zoo vies rook
Maar do atmosfeer in. Aubervilliers,
Pantin, Bondy en Bolesguy is rozegeur
vergeleken bij den stank in Séoul.
Ik heb van allerlei luchtjes geroken
in het hospitaal, en in de snijkamer,
maar ik walg, als ik hier door de straten
loop.
Vader Charpentier schijnt er reeds
aan gewoon te zijn on 't niet meer te
ruiken.
Wat een gelukkig mensch
De koning heeft een massa paleizen te
zijner beschikking die ongetwijfeld beter
onderhouden worden dan de stad. Maar
overal treft men toch onreinheid aan en
men moet met zeer veel omzichtigheid
loopen, net alsof men den eierendans
uitvoert.
De vader van mijn vriendje Li heeft
we eenige opvoeding genoten. Hij kan
zich bijzonder vermaken met de telefoon
en do phonograaf.
Natuurlijk begrijpt hij niet hoe de
toestellen in elkaar zitten en heeft dan
ook gauw dit geheimzinnige speelgoed
bedorven. Het gaat hem evenals de jon
gen, die zijn paljas van binnen, wilde
bekijken.
Hij heeft zelfs een paleis laten bouwen
met electrische verlichting.
Het mooie van het paleis, dat door
ambtenaren, hansworsten en gunstelin-
gen in beslag is genomen, is er reeds af
en het electrische licht heeft even lang
geduurd als een pakje lucifers.
Van alle geriefelijkheden is bijna niets
overgebleven, zij weten ze ook niet te
apprecieeren.
In plaats van paleizen gelijken het wel
ruines, in elk geval nieuwe, waardoor
ze evenwel een nog treuriger aanzien
krijgen.
Neen, in een dergelijk land zou ik
mij niet gelukkig voelen en ik krijg
grooten lust maar weer naar het slagveld
te trekken.
Heit koude jaargetijde is aangebroken,
die koude is bijna niet te dragen.
Dit land, dat op gelijke breedte ligt
met Napels, heeft strenge winters.
Do inwoners trekken zich in hun krot
ten terug en verwarmen zich op een
eigenaardige manier.
Onder den grond van elk huisje be
vindt zich een soort kelder, waarin een
oven van steen en Mei gebouwd, is aan
gebracht, dien men met allerlei soorten
van brandstoffen stookt, het vuilnis der
straten inbegrepen.
Schoorsteenen zijn er niet te beken
nen. De rook verdwijnt door een buis
dio een meter boven den grond loopt-
en in do straat uitkomt.
Als het erg koud is rooken. deze bui
zen vreeselijk en vullen de straten met
een dichten nevel, die iemand de adem
haling belemmert, de oogen pijnlijk aan
doet en de voetgangers verhindert de>
voorwerpen op straten te onderscheiden.
O maar de winter wordt steeds stren
ger. Er heerscht een verschrikkelijke
koude, die mij niets lijkt, want ik ben
een erge koudkleum.
Maar bij een ongeluk komt ook meest
al een geluk, want de beekjes bevriezen
en het vuilnis op straat wordt zoo hard
als steen.
Dat staat gelijk met een algemeen e
desinfectie en dat is hier wel wat waard.
Maar het is mij hetzelfdeten spijt j
van de vriendschap, die de kleine Li mij
bewijst, in weerwil van de zorgen, waar
mee zijn vader mij omringt, en den aan-
genamen omgang met den missionaris
zou ik wel willen vertrekken en mij bij
het leger aansluiten.
Maar wanneer zal dat gebeuren?
HOOFDSTUK IX.
Friquette brengt bet gesprek op haar
vertrek. De wonderen van het jon
ge meisje. Water en zeep. Nog
eens de Togakoutos. Verschrik
kelijke verminkingen. De
schrik te Séoul. Eerste
slachtoffers. Faux dé-
part. Gesloten deur. Terugkeer.
Verdwenen.
Een gedeelte van den winter ver
streek zonder dat cr iets bijzonders ge
beurde. Friquette, die zeer gevoelig voor
koude was, klappertandde en bibberde
in het paleis, dat Li-Houi edelmoedig te
harer beschikking liad gesteld.
Ja, het was een paleis, maar ook niets
„Ik woon onder vergulde plafonds,"
schreef Friquette 'aan haar ouders,
„maar ik ben er niet trotsck op.
liet is anders geriefelijk genoeg inge
richt, dank zij de verbeteringen die ik
er in heb aangebracht, en een der beste
paleizen.
Maar die afschuwelijke koude verveelt
me en doet mo lijden.
Bij mijn natuuronderzoekingen wil ik
graag zonnehitte, maar geen winterhoo
rnen verdragon.
Met de eerste de beste gelegenheid
vertrek ik. Wat! Nu reeds?
Ja, wat zal ilc er u van zeggen; Fri
quette is van een rustelooze natuur, en
dit niets doen verveelt haar. Haar plan
om te vertrekken was tot het hof van
Li-Houi doorgedrongen, waar Friquette
door allen op de handen gedragen werd.
De kleine Li klemde zich wanhopig
aan haar vast, en schreide zich de oogen
uit. Zijn vader had zijn verdriet in luide
kreten lucht gegeven.
Do missionaris, om zijn verdriet te
verbergen, snoot zich luid den neus en
pinkte heimelijk een traan weg.
Toen zeide hij op een half droevigen,
half verwijtenden toon
„Gij waart do goede engel van die
arme menschenWat moet er nu van
hen worden?"