Banden Pickwick. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. SAMUEL PICKWICK, De avonturen van Friquette. i6e Jaargang Dinsdag 20 September 1898. lo 4870 HAARLEM S DAGBLAD A^03<risn5aiv^cEa<rTSFjEe,iJ'S: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 'Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 ■Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 o de omstreken en franco per post 0.37!/2 Directeur-Uitgever Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité JStrangire G. L. DAUBJü -AJD VUSinE&TIEnsrTIIÊDlsr 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Bockhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Slbis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing vaL Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën vau 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zyn Bloemendaal. Santpoort en Schoten, P. v. d. LAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Spaarndam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER Velsen, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. BOORRS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen od Advertentiën aan. Ingevolge den wensch van velen heeft ondergetoekendo voor den Pre mieroman Tau CHARLES DICKENS, een fraai Stempeibandje doen vervaardigen, rood met zwart en rug- en plattitel in goud. Aan het Bureau Kleine Houtstraat 14, is een exemplaar ter bezichtiging neergelegd. De kosten van Band en inbinden te zamen zyn slechts 55 Cents per exemplaar, te voldoen by vooruitbe taling. Incomplete Exx. worden niet ge completeerd. Op verzoek zyn ont brekende all., voor zoover d voorraad strekt, aan het Bureau te verkrygen, tegen vergoeding van vijf Cents per vel (16 pag.) druks. Opgaven worden spoedig ingewacht. J.C. PEEREBOOM, Directeur- Uitgever. STADSN8EUWS Eerste en derde pagina. Haarlem, 19 Sept. 1898. Wedvlucht. De vereeniging „de Snelvlieger" hield Zondag eeDe onderlinge wed vlucht tusschen Utrecht en Haarlem. Voor dezen wedstrijd waren 9 me dailles (3 verguldzilvereu, 3 zilveren en 3 bronzeD) uitgeloofd. Met prachtig, helder weder en Z. Z. O. wind, werden de duiven door de welwillendheid van den stations chef te Utrecht (Maliebaan) des mor gens te 9 uur losgelaten. Reeds te 9 u. 44 M. 46 sec. werd de eorste duif door den hoer J. van Booren getoond, dra gevolgd door die van den heer P. J. van DaaleD, te 9 n. 45.19. Achtereenvolgens kwamen "i de duiven van de beeren W. van der Laan te 9.46.56 Bekouw 9.47.10 R. Slot Jr. 9.49.11 J. G. Schippers 9.57.04 Wiemer 10.06.19 H. van Daalen 10.27.40 en L. Govaerts 10.30.02 m. Hiermede zijn de onderlinge wed vluchten voor dit jaar afgeloopen. Twee dames en een heer die Vrij dagavond met trein 38 H. S. M. al hier aankwamen, gaven kennis dat tusschen Leiden en Haarlem op hun coupé was geschoten. Het portier raam bleek verbrijzeld. Gelukkig was uiemand van de hevig ontstelde reizi gers getroffen. Hot«l Duin en Daal. Het drukke bezoek dat dezen zomer is gebracht aan het scboono park Duin en Daal en aan het hotel van den- zelfden naam, heeft wel bewezen hoe zeer men in Haarlem weet te waar- deeren, dat de prachtige, westelijke omstreken der stad met een schoone plek eu eene mooie uitspanningsplaats verrijkt zyn. Stellig zal het dan ook zeer velen aangeuaam zyn te vernemen dat het hotel eene belangrijke vorgrooting zal ondergaan. De Naamlooze Vennoot schap die „Duin en Daal" in handen heeft, heeft het hotel verkocht met een groot omliggend terrein bosch- en duingrond, aan eene maatschappij, die het hotel zal exploiteeren. De heer Riesener blyft directeur. Met veel spoed zal de bouw worden aangevan gen van een vleugel ten westen van het bestaande hotel, welke vleugel 40 50 logeerkamers zal bevatten. Den lsten Mei van het volgende jaar hoopt men dit nieuwe gebouw geheel gereed te hebben. Intusschen blyft dezen winter het hotel geopend. De Commissie van financiën advi seert den Raad tot goedkeuring vau de begrooting der d.d. schutterij voor 1899, die in ontvangsten en uitgaven zal bedragen f 7673.54 maar kan zich er niet mee veree1 igen, dat op die begrooting wordt gebracht f 200 als gratificatie aan den luitenant-ad judant Van Alphen, die naar men weet officieren en kader instrueert. „Wy meenen," zegt de Commissie, „dat daarvoor geen post op de be- grooting moet worden gebrachtvoor eerst is het nog onzeker, of aan dien officier diezelfde opdracht ook in '99 zal worden gegeven eu, als by als zoodanig mocht worden vervangen, is het vooruit niet met zekerheid te zeggen, of zyn opvolger wegens de zelfde redenen en op dezelfde wijze daarvoor in aanmerking zal worden gebracht." Op deze manier doorredeneerende kan men op de gemeentebegrooting ook geen tractement van een gemeente ambtenaar brengen, vooreerst omdat het nog niet zeker is of hy in 1899 zyn betrekking nog wel zal waarne men (by kan naar elders vertrekken, ontslagen worden of sterven) eu in de tweedo plaats, omdat vooruit niet met zekerheid is te zeggea of zyn opvolger wel hetzelfde traktement zal genieten. Wij vatten dan ook de bedoeling vau de opmerking der Commissie niet. Is de heer Van Alphen niet meer in functie als instructeur, welnu dan vervalt de gratificatie van zelf, of wordt er gedeeltelijk over de som beschikt. Dezelfde Commissie stelt voor, ook goed te keuren de begrootir.g van het tSt, Elizabeths-Gasthuis voor 1899, sluitende in ontvang en uitgaaf met een bedrag van f73,884, waaronder een subsidie uit de gemeentekas van f44,364. Hierover valt niets te zeggen, al thans de commissie zegt er niets van. Maar de tweehonderd gulden van de schutterij-begrooting zullen het vader land moeten redden BlgëNE3ILARO. HAAGSCHE BRIEVEN. Do feesten zijn afgeloopen. Wij zullen er de herinnering aan bewaren, als aan de heerlijkste dagen van ons leven, want we hebben een familiefeest gevierd, heel 't volk, wegvallend alle verschil van geboorte of stand, met haar die niet al leen onze Vorstin is, maar die wij, een onzer collega's heeft 't zoo treffend ge zegd, ook beschouwen willen als een jon gere zuster. Wie, als ik, in een goed deel des lands de feesten medemaakte, moet wel eenigs- zins teleurgesteld zijn door wat de resi dentie in dit opzicht gaf. De tooi, de verlichting ik zeide 't reeds in een vorigen viel mede. Maar 't feestpro- gram liep nu juist niet schitterend van stapel, voor zoover do org.misatie daar van uitging van het Uitvoerend Comité voor de feestelijkheden. De dure eere poorten een kostte niet minder dan 3500 gulden konden moeielijk in over eenstemming mot de kosten gerekend worden. De zeldzaam kostbare illumina tie van den Scheveningschen weg maak te geenszins dat overweldigend effect, dat men zich had voorgesteld. De volks spelen liepen vrijwel in 't honderd en men tracteerde er de Vorstinnen op het gezicht van een paar honderd jongens en mannen, die 't niet eens do moeite waard achtten om hun kleeding, zij 't ook maar iets meer dan eiken dag, te soigneeren. De aubade was prachtig, dit dient erkend, de regeling van het schoolfeest uitmuntend, maar 't waren in bedde ge vallen sub-commissies die al het werk hadden verricht. En zoo 't concours hip- piqué en het bloemencorso uitnemend slaagden, dan komt voor het eerste de eer toe aan de Hollandsclie Maatschap pij van Landbouw, voor het tweede aan den A. N. W. B. (afkorting bekend Bij het vuurwerk eindelijk kwam een op merkelijk verschil aan den dag tusschen de pyroteebnische overdrijving van het programma en de vurige werkelijkheid. Nu zou dit alles werkelijk nog niet zoo erg zijn en ik ben geneigd te erkennen, dat ik wellicht wat bromme rig ben uitgevallen. want in. een fees telijke stemming ziet men zoo nauw niet. Maar die feestelijke stemming is bij dui zenden bedorven door de hun onvoldoen de, als voor het publiek hinderlijke, zelfs gevaarlijke wijze, waarop de orde-dienst in de residentie geregeld was. „Geregeld" is eigenlijk overdreven. En men kou ook moeielijk een regeling verwachten van een hoofdambtenaar ten Stadhuize, die aan politie nooit iets ge daan bad en die nu, met de kaart in de hand, een plan moest maken, theoretisch fraai, maar practisch onbeduidend en waarin de hoofdrol was toebedeeld aan de steigerende paarden van artille risten en cavaleristen, 't Leek soms of do stad in staat van beleg was. Uren vóór dat de Koningin ergens moest ko men, waren geheele wijken voor 't ver keer gesperd. Dat wekte ontevredenheid en met ontevreden menschen is 't slecht huishouden. Maar de ontevredenheid was er niet alleen bij het publiek. Onder reserve hoewel de bron ver trouwbaar genoeg is deel ik het vol gende mede Op den avond van den taptoe, die er, onder ons, niemendal van had, verscheen de Koningin, van het gala-diner op staand, op het balcon. Heel 't voorplein van 't Paleis was ledig en in de omringende straten was geen sterveling te zien. Alleen stond be neden een armzalig hoopje van een paar honderd soldaten, die muziek maakten. De Koningin keerde zich om en vroeg „Waar is het volk? Ik wil het volk zien!" De burgemeester, die onder de gasten was, vloog naar beneden, kwam in bot sing met den hoofdcommissaris, letterlijk en figuurlijk en weinige oogenblikken later stormde het publiek toe, uitbar stend in gejuich voor de Koningin, voe lend dat liet op Haar wensch werd toe gelaten, maar nu ook de politie uitjou wend. j_>at is één staaltje. Er waren er meer, die getuigenis aflegden van het te be treuren feit, dat de ven-houding der ver schillende autoriteiten, met de handha ving der orde belast, te wenschen over liet. De burgemeester had alles zelf wil len regelen voor de gevallen waarin hij dat niet deed, trad de hoofdcommissaris op, volgend zijn eigen opinie, die echter niet steeds klopte met die van 't hoofd der gemeentelijke politie. Van een derge lijke manier van handelen werd het pu bliek de dupe en het is meer geluk dan wijsheid, dat er geen ernstige onge- lukken zijn voorgevallen. Heden bezoeken de Koninginnen het Westland. Ik nam er gisteren (Zondag) een kijkje. Wel, de dorpen zien er keu rig uit. Hier, waar men op groen en bloemen niet behoeft te zien, is men er royaal mede geweest. De Vorstinnen Krijgen alleen in Loosduinen reeds zóó veel bouquettein, 14 of 16 geloof ik, dat er geen plaats in het rijtuig zal zijn om de ruikers te bergen die in de vier andere plaatsten, Monster, Naald wijk, 's Gravenzande en Wateringen, zullen aangeboden worden. Men weet, dat de Koningin er van houdt bloemen te krijgen, hoe meer hoe liever, zij stelt dergelijke attenties op hoogen prijs. En als Hare Majesteit zeLve van deze feestgaven genoegen heeft geuau, dan krijgen deze bloemen nog de prachtige bestemming om in de zieken huizen de lijders wat op te vroolijken. Welhaast gaan de dingen weer hun gewonen gang. De zitting der beide Kamers is ge sloten. En morgen zal on^e jonge Koningin, doende wat eener goede Koningin is, zelf openen de gewone zitting van haar ge trouwe Staten-Generaal. Laten wij hopen, dat de Edelhoog- mogenden, bezield door 't liefelijke stem geluid hunner gebiedster, in de nieuwe wetgevende periode veel zullen tot stand brengen, dat voor Land en Volk een ze gen zal zijn H. A. GANUS Jr. Hofberichten. H. M. de Koningin keert 30 Sep tember op het Loo terug. Met ingang van 1 November zyn benoemd tot hofdames van de Ko ningin jonkvrouw C. E. B. barones Sloet van Markveld en jonkvrouw I. J. F. barones do Constant Re- becque. Vertrek vau vorstelijke gasten. Z. K. H. de prins van Wied is Zondagochtend te 8.55 naar Duitsch- iand teruggekeerd. Zijne gemalin, de Erfprins en zyne dochters verge zelden hem tot in den trein. De Prins, die in de laatste dagen niet welwas, verklaarde thans zich veel beter te gevoelen. Aan het station namen afscheid de Burgemeester der residentie, de gezant graaf Van Bylandt, de oud-minister jhr. Rüell, de kunstschilder Bisschop en anderen. H. K. H. prinses Marie en de overige leden der familie van Wied vertrek ken Woensdag naar Amsterdam Vrydag van daar naar Neuwied. Hedenochtend te 8.55 keerden de Groothertog van Saksen en de Groot hertogin van Mecklenburg naar Wei- mar terag. H. M. de Koningin heeft generaal- majoor De Palezieux-Falconnet, adju dant-generaal van den Groothertog, het grootkruis van de Oranje-Nassau- orde verleend. Sluiting van de zitting der Staten-Generaal. De beide Kamers waren Zaterdag middag te 3 uur iu zitting vereenigd. Do heer Van Naamen van Eemnes, voorzitter der Eerste Kamer, bekleedt den voorzittersstoel. De Voorzitter laat door den griffier der Eerste Kamer voorlezen een Ko ninklijk besluit van den 5den Sep tember 1898, no. 49, waarby de mi nister van binnenlandsche zaken ge machtigd wordtom zich Zaterdag te drie uur des namiddags te begeven naar de vergadering der Staten-Gene raal, ten einde in eene vereenigde vergadering der beide Kamers de, zitting in naam der Koningin te slui ten. De Voorzitter benoemt eene com- missie, die den Minister in het gebouw der Tweede Kamer zal ontvangen en uitleiden. Kort daarna treedt de Minister, voorafgegaan door de commissie, de vergaderzaal binnen. De heer Goeman Borgesius, minis ter van binnenlandsche zaken, neemt plaats voor den troon en houdt de volgende aanspraak Mijne heeren! Het behaagde der Koningin my te belasten U Harer Majesteiis dank over te brengen voor uwe onafgebroken behartiging van 's lands belang, waar van deze zitting talrijke bewyzen op leverde. Ik kwyt my by deze gaarne van dien plicht. Als voorbereiding van de hervor ming der levende strijdkrachten weid de dienstvervanging by de militie af geschaft. Een verdrag tot het vast stellen van gemeenschappelijke rege len ten aanzien van sommige onder werpen van internationaal privaat recht op de burgerlijke rechtsvordering betrekking hebbende, verkreeg wet telijke bekrachtiging. De goedkeuring bij de wet van de sanitaire conven- tiën te Parijs en te Venetië tusschen Nederland en verschillende andere staten gesloten, zal, naar met grond verwacht mag worden, der volksge zondheid ten goede komen. De behartiging van de verschillende landbouwbelangen werd by een de partement gecentraliseerd. Door het toestaan van gelden voor den aan bouw van een nieuw pantserscbip is de noodige versterking van onze zee macht voortgezet. De belangen van rijksambtenaren werden bevorderd door de regeling van vergelding van tijdelijke diensten met pensioen, als mede door nieuwe bepalingen omtrent de zekerheidsstelling ten behoe e van den Staat door hen, die daartoe krach tens hunne betrekking verplicht zyn. De aanvalling van de wet op de per- soneele belasting met bepnlingen om trent den grondslag rijwielen kwam tot stand. De verkeersbclangen, zoo in Nederland als in Iudië werden be vorderd door de overneming van eenige in Nederland en België gelegen spoor wegen en van den Bata'viaschen Oos terspoorweg, alsmede door bevordering van den aanleg eu regeling der ex ploitatie van den Noordooster Locaal- spoorweg. Eene geldleening, ten laste van den Staat gesloten, voorzag in de gelde lijke behoeften vanNederlandsch-Indië. De invoering van de opiumregie op Java eu Madura, alsmede op Lom bok, vond wettelijke regeling, terwijl het uitvoerrecht van suiker in Ne- derlandsch-Indië werd afgeschaft en de gouvernementskoffiecultuur in de residentie Menado werd opgeheven. Nog op menig ander gebied kwa men wettelijke regelingen tot stand of werden zij voorbereid. Door de vervulliag van het acht tiende levensjaar Ier Koningin op 31 Augustus, nam het Regentschap een einde. Steeds zullen de uitnemende diensten in herinnering blijven door Hare Majesteit de Koningin-Moeder als Regentes van het koninkrijk den volke bewezen. In naam der Koningin verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal te zyn gesloten. De Minister wordt door de com missie uitgeleid, en nadat zy in de vergaderzaal is teruggekeerd, sluit de Voorzitter de vereenigde vergadering. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Met ingang van 20 Sept. a. s. is aan den lait.-ter-zee der 2de klasse A. G. Boissevain, op zyn verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst ver leend. J. H. Wen ting, concierge van het departement van buitenlaudsche zaken FEUILLETON. Begeerig om te leer en, een gröote op merkingsgave en veel volharding bezit tend, doorkruiste Friquette Séoul en stond verbaasd over haar ontdekkingen. - Zonder eenigen samenhang, maar dik- !*ijls zeer aandoenlijk beschreef Friquet te de narigheden, waaraan de missionai rs en zij zich bij liederen voetstap Stootten. Laten wij nog eens een kijkje van W9 aan teekeningen nemen I „Séoul is werkelijk een zeer eigenaar dige stad. En toch, is het wel een stad.? Ik zon meenen van ja, op te maken uit het ontzaglijk groote aantal inwoners, die ik op twee honderdduizend schat. Maar de huizenKrotten gelijk Sombere bouwvallen van klei en hout 'opgetrokken, met rieten, daken en zoo klein, dat men denken zou, dat er dwer gen in woonden. De meeste zijn geen drie meter hoog. Wanneer men een heel gezin, mannen, vrouwen en kinderen naar buiten ziet komen, denkt men onwillekeurig aan een troep kippen, die uit bun hok kruipen. Deze krotten staan Ln stinkende, nau we stegen, waarin men alle vuilnis neer- werptVandaar dat het dikwijls zoo! moeilijk is om er door te komen! Een vuilnisman uit Parijs zou met kar en al onder den smeerboel bedolven worden De goede Koreërs leven hier als wur men in een mesthoop. Him voorkomen is dan ook verre van smakelijk. Er zijn ook wel breedere straten, een stuk of vier, die echter even vuil zijn en waar modderige gaten als riolen dienst doen. En verleden jaar klaagde ik er nog wel over dat het in Parijs zoo vies rook Maar do atmosfeer in. Aubervilliers, Pantin, Bondy en Bolesguy is rozegeur vergeleken bij den stank in Séoul. Ik heb van allerlei luchtjes geroken in het hospitaal, en in de snijkamer, maar ik walg, als ik hier door de straten loop. Vader Charpentier schijnt er reeds aan gewoon te zijn on 't niet meer te ruiken. Wat een gelukkig mensch De koning heeft een massa paleizen te zijner beschikking die ongetwijfeld beter onderhouden worden dan de stad. Maar overal treft men toch onreinheid aan en men moet met zeer veel omzichtigheid loopen, net alsof men den eierendans uitvoert. De vader van mijn vriendje Li heeft we eenige opvoeding genoten. Hij kan zich bijzonder vermaken met de telefoon en do phonograaf. Natuurlijk begrijpt hij niet hoe de toestellen in elkaar zitten en heeft dan ook gauw dit geheimzinnige speelgoed bedorven. Het gaat hem evenals de jon gen, die zijn paljas van binnen, wilde bekijken. Hij heeft zelfs een paleis laten bouwen met electrische verlichting. Het mooie van het paleis, dat door ambtenaren, hansworsten en gunstelin- gen in beslag is genomen, is er reeds af en het electrische licht heeft even lang geduurd als een pakje lucifers. Van alle geriefelijkheden is bijna niets overgebleven, zij weten ze ook niet te apprecieeren. In plaats van paleizen gelijken het wel ruines, in elk geval nieuwe, waardoor ze evenwel een nog treuriger aanzien krijgen. Neen, in een dergelijk land zou ik mij niet gelukkig voelen en ik krijg grooten lust maar weer naar het slagveld te trekken. Heit koude jaargetijde is aangebroken, die koude is bijna niet te dragen. Dit land, dat op gelijke breedte ligt met Napels, heeft strenge winters. Do inwoners trekken zich in hun krot ten terug en verwarmen zich op een eigenaardige manier. Onder den grond van elk huisje be vindt zich een soort kelder, waarin een oven van steen en Mei gebouwd, is aan gebracht, dien men met allerlei soorten van brandstoffen stookt, het vuilnis der straten inbegrepen. Schoorsteenen zijn er niet te beken nen. De rook verdwijnt door een buis dio een meter boven den grond loopt- en in do straat uitkomt. Als het erg koud is rooken. deze bui zen vreeselijk en vullen de straten met een dichten nevel, die iemand de adem haling belemmert, de oogen pijnlijk aan doet en de voetgangers verhindert de> voorwerpen op straten te onderscheiden. O maar de winter wordt steeds stren ger. Er heerscht een verschrikkelijke koude, die mij niets lijkt, want ik ben een erge koudkleum. Maar bij een ongeluk komt ook meest al een geluk, want de beekjes bevriezen en het vuilnis op straat wordt zoo hard als steen. Dat staat gelijk met een algemeen e desinfectie en dat is hier wel wat waard. Maar het is mij hetzelfdeten spijt j van de vriendschap, die de kleine Li mij bewijst, in weerwil van de zorgen, waar mee zijn vader mij omringt, en den aan- genamen omgang met den missionaris zou ik wel willen vertrekken en mij bij het leger aansluiten. Maar wanneer zal dat gebeuren? HOOFDSTUK IX. Friquette brengt bet gesprek op haar vertrek. De wonderen van het jon ge meisje. Water en zeep. Nog eens de Togakoutos. Verschrik kelijke verminkingen. De schrik te Séoul. Eerste slachtoffers. Faux dé- part. Gesloten deur. Terugkeer. Verdwenen. Een gedeelte van den winter ver streek zonder dat cr iets bijzonders ge beurde. Friquette, die zeer gevoelig voor koude was, klappertandde en bibberde in het paleis, dat Li-Houi edelmoedig te harer beschikking liad gesteld. Ja, het was een paleis, maar ook niets „Ik woon onder vergulde plafonds," schreef Friquette 'aan haar ouders, „maar ik ben er niet trotsck op. liet is anders geriefelijk genoeg inge richt, dank zij de verbeteringen die ik er in heb aangebracht, en een der beste paleizen. Maar die afschuwelijke koude verveelt me en doet mo lijden. Bij mijn natuuronderzoekingen wil ik graag zonnehitte, maar geen winterhoo rnen verdragon. Met de eerste de beste gelegenheid vertrek ik. Wat! Nu reeds? Ja, wat zal ilc er u van zeggen; Fri quette is van een rustelooze natuur, en dit niets doen verveelt haar. Haar plan om te vertrekken was tot het hof van Li-Houi doorgedrongen, waar Friquette door allen op de handen gedragen werd. De kleine Li klemde zich wanhopig aan haar vast, en schreide zich de oogen uit. Zijn vader had zijn verdriet in luide kreten lucht gegeven. Do missionaris, om zijn verdriet te verbergen, snoot zich luid den neus en pinkte heimelijk een traan weg. Toen zeide hij op een half droevigen, half verwijtenden toon „Gij waart do goede engel van die arme menschenWat moet er nu van hen worden?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1