op zijn verzoek, teruggesteld tot bode,
en \V. F. Bruens, kamerbewaarder
bij het departement, benoemd tot
concierge.
De eerste luitenant A. F. C. Ram-
bonneï, van het 8ste regt. inf., is op
non-activite t gesteld.
Benoemd: tot secretaris van het
polderdistrict Bommelerwaard, bene
den den Meidijk, prov. Gelderland,
S. van Dalentot heemraad van de
polders Dirk Smeetsland en Meester
Arend van der Woudensland, prov.
Zuid-Holland, J. J. Overwater; tot
gezworen voor den polder Dreischor,
prov. Zeeland, J. M. Klompetot
hoogheemraad van denLekdjjk Boveu-
dams, prov. Utrecht, G. C. D. d'Au-
male baron van Hardenbroek van
Hardenbroek.
A. Mondt jr., te 's-Gravenhage,
benoemd tot opzichter by de Lands-
gebouwen.
Aan A. C. Ficq, koopman, wonende
te 's-Gravenhage, en aan P. Bredius,
bankier, wonende te Rotterdam, ver
lof verleend tot het aannemen van
het ordeteeken van ridder in de orde
van den H. Gregorius den Groote,
hun door den Paus geschonken.
Audientien.
De gewone audiëntie van de minis
ters van oorlog en van waterstaat,
handel en nijverheid zullen deze week
niet plaats hebben.
Onderscheidingen.
By Koninklijk besluit van 17 Sep
tember zyn benoemd
tot commandeur in de orde van
Oranje-Nassaujhr. S. M. S. de
Ranitz, kamerheer van H. M. de
Koningin, intendant van het Huis
van Hl M. de Koningin-MoederG.
A. baron Tindal, kamerheer, en rnr.
F. S. K. J. graaf van Randwyck, cere
moniemeester van H.M. de Koningin
tot ridder in de orde van den Neder-
landschen LeeuwH. A. baron Clif
ford, hofmaarschalk, en C. A. baron
Bentinck eerste-staimeester van H.
M. de Koningin
tot officier iu de orde van Oranje-
Nassau jhr. J. P. E. Hoeufft van
Yelsen, te 's-Gravenhage, en jhr. C.
C. Th. Six, te Amsterdam
en is aan den binnenloods, tevens
loods naar zee, te Brouwershaven, M.
van den Berge, de zilveren eereme
daille in de orde van Oranje-Nassau
verleend.
Pauweveeren verboden.
Door B. en W. van Leiden wordt
den Raad ter vaststelling aangeboden
eene verordening houdende wyziging
van de straatpolitie.
Aangezien de in den laatsten tyd
by openbare feesten meer en meer in
zwang komende gewoonte om anderen
met pauweveeren aan te raken en te
kittelen, van vele zjjden en naar B.
en W. van oordeel zyn te recht wordt
gelaakt en gewraakt en door genees
kundigen by herhaling op het gevaar
lijke dier gewoonte werd gewezen,
hebben B. en W. gemeend den Raad
te moeten voorstellen zoowel den ver
koop als het gebruik van die en der
gelijke voorwerpen by plaatselijke
verordening te verbieden.
Met het oog op de aanstaande in-
haldigingsfeesten op 22 en 23 dezer
zal dit voorstel worden behandeld in
eene spoedeischende vergadering van
den gemeenteraad, om het terstond na
eventueele vaststelling door den Raad
te kunnen afkondigen en verbindend
te verklaren.
De ontvoering te Utrecht.
In verband met de ontvoering van
een meisje van 4 jaar, door haar vader,
te Utrecht, deelt men nader mede,
dat aan de politie te Rotterdam de
opsporing en aanhouding verzocht is
van den 24-jarigen timmerman J. J.
Muyzert, geboren te Utrecht, die in
onmin leeft met zyne vrouw, A.
Draayer genaamd. Het 4-jarig doch
tertje uit dit huwelijk werd verpleegd
ten huize van de grootmoeder, van
wie het ontvoerd werd.
M. heeft aan zyne vrouw schrifte
lijk doen weten dat hy naar Transvaal
ging, terwijl hy voorts verzocht
Zaferdaguamid Jag aan het Maasstation
te Rotterdam te komen om het meisje
in ontvangst te nemen en afscheid ie
nemen van haar man. Op het be
paalde uur was de vrouw aanwezig,
doch er was niemand.
Hy had er de bedreiging bijgevoegd,
dat, wanneer zy de politie in de zaak
mengde, hy het kind zou dooden,
„Kom, mijnheel' pastoor, gij maakt
veel te veel drukte over mijn onbedui
dende daden."
„Mijn kind, uw geneeskundige kennis
heell u in staat gesteld duizenden <?©-
zond te maken. Hoeveel huidziekten,
waarvoor niemand raad wist, zijn door
u niet genezen."
FriqueUe lachte vroolijk, wat vreemd
paste bij den wanhopigen toestand van
den geestelijke.
„Wel," vervolgde de grijsaard, „gij
hebt wonderen verricht"
Li had een plotselinge uiting van har
telijkheid' en Li-Houi lachte tot zijn
mond zich van het oene oor tot het an
dere verbreedda
„Maar, mijnheer pastoor, gij kunt
even goede wonderen verrichten, zooveel
gij wilt, bij honderden en duizenden...",
„Ik ben geen dokter."
Men hoeft niet gestudeerd te hebben
om te weten, dat de ziekten hier door
onzindelijkheid ontstaan.
Wil ik u mijn geneesmiddel zeggen?
Een goede hooveelhoid aqua fontis en
sapo simplex, zooveel men nemen wil."
„Maar, beste kind..."
„Neem dan een flinken schuier en rei
nig do huid, waar zij door de ziekte is
aangetast.
Water en zeep moor hebt gij housch
terwyl hy reeds vroeger meegedeeld
heeft, dat het niet onmogelyk is, dat
men vroeg of laat zyn lyk en dat
Tan het meisje uit de Maas zou op-
visschen. De moeder en hare familie
verkoeren begrypelykerwyze in doods
angst. Onwillekeurig komt devreese-
lyke misdaad in herinnering van den
kastelein Witmond, enkele maanden
geleden gebeurd.
Eene stremming'
Zondagmorgen is nabij het station
Udenhout (N.-Br.) door verzakking
van den grond trein 1 der Staats
spoorwegen gederailleerd. De voorste
bagagewagen en een personenrijtuig
kantelden zonder ongelukken te ver
oorzaken, doch de machinist moest
buiten dienst gesteld worden wegens
verwonding. Daar de weg daar enkel
spoor heeft, moesten de volgende trei
nen van Utrecht naar Breda over
Bokstel gaan, hetgeen een groote ver
traging veroorzaakte.
Letteren en Kunst.
„Eigen Haard" van Zaterdag 17
dezer bevat o. a.
Naar aanleiding van de Rembrandt-
tentoonstelling, door C. G. 't Hooft,
met afbeeldingen en portretten.
Onze Rembrandt-afbeeldingen.^
Eene hulde uit Insulinde, doorN. W.
Schuurmanns, met portret, H. Hoi-
laenderby op Amager, door J. Ver-
maat, met afbeelding.
De „Wereldkroniek" van Zaterdag
bevat o.a. een porti et van de keizerin
van Oostenryk en van haar moorde
naar Lucchini, eene afbeelding (naar
foto) van de KoDinkl. Tribune by
het Bloemencorso in den Haag, op
het oogenblik, dat H. M. in gesprek
is met het bestuur van den A. N. W.
B., verschillende portretten enz.
De heer H. D. Tjeenk Willink,
uitgever alhier, heeft een practisch
denkbeeld verwezenlijkt, n. 1. de uit
gave ondernomen vau een werk, waarin
het beschaafd publiek, zonder verdere
voorbereiding, de noodige inlichtingen
kan vinden over ons burgerlijk recht.
Zeer juist wordt in het prospectus
de navolgende opmerking gemaakt:
„Het ontbreekt niet aan voortreffe-
lyke leerboeken van ons burgerlijk
recht. Maar zij zyn voor hetmeeren-
deel bestemd voor hen, die eene rechts
geleerde opleiding genieten of genoten
hebben. Buiten dezen bestaat een
breede kring van leeken, voor wie
het van belang is de regelen te leeren
kennen, die de rechten en rechtsbe
trekkingen der personen beheerschen,
zouder op voor hen onverstaanbare
uitdrukkingen of begrippen te stuiten.
Ook worden niet weinigen, die geen
latijn verstaan en het romeinsche recht
niet beoefenden, tot de studie van
ons burgerlijk recht geroepen."
Het werk zal 60 vel druks beslaan
a 17'/i ct. per vel.
Spor! en ^edstrijdesi.
Lawntennis.
De Nationale Tenniswedstrijden, ge
houden te 's-Gravenhage, hadden tot
uitslag
Heeren Single, kampioenschap van
Nederland, gewonnen door den heer
K. Beukema in den final tegen den
heer H. van Rees; pry's een zilveren
beker, in 1894 uitgeloofd door de hee
ren Williams en Horlez, achtereenvol
gens gewonnen door de heeren L. de
Bree, van Rhede van der Kloot, C.
van Rappard en H. van Rees.
Dames Single, kampioenschap, ge
wonnen door mej C. van Lennep,
evenals verleden jaar.
Heeren Double, kampioenschap, ge
wonnen door de heeren C. van Rap
pard en L. von Hemert; houders
waren de heeren K. en F. Beukema
en 't jaar te voren de heeren C. van
Rappard en Yan Rhede van der
Kloot.
Handboogschutters.
De Kon. Ned. Handboogschutterij
„Concordia" te Amsterdam herdacht
Zondag aan het Tolhuis over het IJ,
op feestelijke wyze haar 50-jarig be
staan, door het honden van een wed
strijd, waaraan konden deelnemen de
vereenigingeu van den Nederlandschen
Bond voor Handboogschutteryen.
De uitslag was als volgt
niet noodig. Dat is het geheim, van mijn
genezingen en het voorschrift voor de
wonderen, zooals gij ze noemt."
Het was nu reeds einde Januari en de
Japanners trokken mei yteeds meer
succes voorwaarts.
Na eenige slagen, waarin zij overwin
naars bleven, gingen zij Port-Arthur be-
legeren, na eerst het Chineesche leger
uit Korea verjaagd en op Chineesch ge
bied gedreven te hebben.
Woedend over hun tegenspoed,
J waardoor zij steeds meer en meer van
de overmacht der Japanners overtuigd
werden, en welke hun hoop geheel ver
nietigde, beraamden de Togakoutos een
nieuw plan.
Zij zwoeren den dood aan alle vreem
delingen, die zij van him tegenspoed be
schuldigden en vooral aan Friquette,
wier invloed op den Koning bij den dag
toenam.
Zij konden 't jonge meisje maar niet
vergeven, dat het den troonopvolger ge
red en zoodoende den Chineezen een gij
zelaar ontroofd had, die op een gegeven
oogenblik don loop van zaken geheel
had kunnen wijzigen.
Nu besloten zij alles op 't spel te zet
ten en brutaal op Chineesche manier,
deax koning, den kleinen Li, Friquette
vader Charpentier en alle vreemdelingen
1. Banierprys, zilveren medaille, ge
schenk van H. M. de Kouingin. Be
haald door „Concordia" met 245 pun
ten en 10 rozen.
2. Banierprys, groote br. medaille,
geschenk van H. M. de Koningin-
Moeder. Winner „Claudius Civilis"
met 189 punten en 3 rozen.
3. Banierprys, verguld zilveren me
daille werd toegewezen aan „Willem
Tell" met 179 punten en 5 rozen.
Als personeele pry zen waren uit
geloofd
le prysgouden medaille, behaald
door den heer Oltmans van Concordia
met 50 ponten.
2e prysverguld zilveren medaille,
voor den heer Ross van dezelfde ver-
eeniging met 47 punten.
3e prys: zilveren medaille voor den
heer Öteinkamp van Claudius Civilis
met 45 punten.
Rozenpryszilveren medaille voor
den heer E. Querido van Willem Teil.
Ü8 wedstrijden, die te 10 uur door
den voorzitter geopend waren, eindig
den te 5 uur ongeveer.
Cricket wedstrijd.
Te Hilversum speelden Zondag
tegen elkaar „Amstels C. C en de
's Gravenhaagsche C. C., beide uit
de eerste competitie. De Hagenaars
wisten in hunne eerste innings niet
meer dan 15 te krygen. De Amstelaren
beantwoordden dit lage totaal met 148.
De tweede innings werd niet uitge
speeld, zoodat Amstels C. C. won
met 133.
GEMENGD NIEUWS
De zaak-Dreyfus.
In den ministerraad Zaterdagmor
gen, op het Elysée onder voorzitter
schap van president Faure gehouden,
heeft de minister Sarrien de feiten
uiteengezet, welke voor hem volgen
uit het onderzoek van het Dreyfus-
dossier, dat hy ondernam. Hy heeft
vervolgens geconstateerd dat, volgens
de termen van artikel 444 van den
Code destruction criminelle, hy op
het verzoek om revisie, tot hem ge
richt krachtens art. 443 sub 4° van
datzelfde wetboek, niet mag beschik
ken dan na het advies te hebben in
gewonnen van de commissie, daartoe
by het ministerie van justitie door
de wet ingesteld.
De ministerraad heeft hem daarop
machtiging verleend bedoelde com
missie byeen te roepen.
De beraadslaging van den minister
raad was om kwart over twaalven
afgeloopen.
Generaal Zurlinden heeft aan den
minister-president Brissou zijn ont
slag verzocht iu een schrijven waarin
hy verklaart dat zijne overtuiging van
de schuld van Dreyfus hem verhin
dert iedere andere oplossing te aan
vaarden dan de volledige handhaving
van het vonnis.
Tot minister van oorlog is benoemd
generaal Chanoine; en tot minister
van openbare werken het lid van den
Senaat Jules Godin.
De commissie voor de revisie bij
het ministerie van justitie zal Woens
dagochtend bijeen komen om een aan
vang te maken met het onderzoek
van het dossier Dreyfus.
Sarrien heeft aan de commissie van
voorlichting by het ministerie van
justitie reeds kennis gegeven van de
door mevrouw Dreyfus aangevraagde
revisie. De commissie bestaat uit drie
leden van het hof van cassatie, nml.
Lepelletier, Crepon en Petit, en drie
directeuren van de kanselarij, nml.
Laborde, Geoffroy en Couturier.
Men betuigt zyn leedwezen o er
de wyze waarop generaal Zurlinden,
in zyn verzoek om ontslag, zijne
meeniug heeft uitgesprokenhij heeft
de vraag of Dreyfus werkelijk schul
dig is, verward met de noodzakelijk
heid dat er recht worde gedaan.
De groote meerderheid der publieke
opinie juicht de revisie toe, als de
overwinning van het rechtfc omdat
zij een einde zal maken aan eene
noodlottige crisis, en omdat zy hoop
geeft dat thans een tijdperk van rust
zal kunnen aanbreken.
Met name de „Temps" roemt krach
tig het besluit van het ministerie, als
in overeenstemming met de gerech
tigheid, de waarheid en het algemeen
belang.
De officier in het Dreyfus-proces
betrokken, en wiens geruchtmakende
arrestatie verwacht wordt (volgaas
de Aurore en de Libre Parole), zou
luitenant-kolonel Bonnier zyn, in het
departement Meurthe-et-Moselle in
garnizoen.
die door den koning in zijn land geduld
werden, om 't leveai te brengen.
Maar zij wilden met de uiterste voor
zichtigheid te werk gaan, en overlegden
nun. plan heel slim om zoodoende alle
wantrouwen te vermijden en den slacht
offers een zekeren dood te bereiden. i
En de slag werd geslagen op een oogen
blik, dat niemand meer aan de samen
zweerders en hun duivelsche werken
dacht.
Daar de Japanners voor de belegering
van den aanval op Port-Arthur, al hun
troepen noodig hadden, riepen zij het
garnizoen, dat in het begin der vijande
lijkheden te Séoul achtergebleven was,
°P
Dit garnizoen, dat de veiligheid van
den koning en de vreemdelingen verze
kerde, scheepte zich te Tchemoulpo
met bestemming voor Lou-Clmng-Pao in,
welke plaats door de Engelschen Port-
Arthur gedoopt is.
Li-Houi had nu alleen zijn soldaten
over, die heel slim en voorzichtig door
de agenten der Togakoutos omgekocht
werden.
Den morgen, die op het vertrek van
het Japansche garnizoen volgde, aan
schouwde men voor de poort van het
Koninklijk paleis een vreeselijk toonecl.
Aan beide zijden vaai den ingang,
De beslissing van den ministerraad
heeft te Parijs een onormen indruk ge
maakt. Van vijf uur des avonds tot mid
dernacht was het Zaterdag bijzonder le
vendig op de boulevards, waai' de kran
tenjongens speciale edities uitriepen.
Een oogenblik heeft men voor een be
tooging gevreesd. De politieposten waren
verdubbeld en zelfs de troepen geconsig
neerd. Het is echter kalm afgeloopen.
Alleen in den omtrek van het Elysée is
wat rumoer gemaakt. De beide aftreden
de ministers werden begroet met de kre
ten „Leve BrissonLeve do revisie
waarop door andoren werd geantwoord
„Weg met de verradersWeg met Bris
son
Er werd druk gesproken over do hou
ding van generaal Zurlinden. De minis
ters vertelden, aan een iegelijk die het
maar hooren wilde dat zij niets van den
man begrijpen. Toen Cavaignac aftrad,
sprak generaal Zurlinden de ministers
Bourgeois en Delcassé en zeide tot hen
dat terstond tot do herziening moest
worden overgegaan. De heer Bourgeois
bracht het gesprek over aan minister
Brisson, die den generaal verzocht de
portefeuille van oorlog te nemen. Toen
liet Zurlinden zich in denzelfden geest
uit tegen don premier.
In den ministerraad van verleden
Dinsdag was de generaal nog vuur en
vlam voor de herziening. Hij zeide o.a.
tot den minister van marine Lockroy
zonder eenige* inleiding„Wij moeten
eens denken over de manier, waarop
we Dreyfus zullen laten terugkomen.
Zult ge een pantserschip of een paket-
boot zenden.?" Alle ministers staarden
den spreker verbaasd aanzooveel spoed
was hun wel wat to gehaast.
Maai' in den volgenden ministerraad
verklaarde de generaal kort en bondig
dat hij van de herziening niet meer wil
de wetenHoe deze ommekeer tot stand
is gekomen, weet men niet, maar het
schijnt dat do ministers er niet onkundig
van zijn.
Het Duivelseiland.
Een passagier van de stoomboot
Georges Croiset. Emile Martin, doet
het volgende verhaal over het Dui
velseiland
Zeven Augustus jl. kwamen wy in
het gezicht vau de Iles-du-Öalut. VVy
vroegen den kapitein de kust te na
deren om fotografieën le kunnen ne
men. Zoo geschiedde.
Zeer duidelijk zagen wy de omhei
ning van de tent van Dreyfus, be
staande uit geteerde planken, van
waartusschen de veroordeelde slechts
de lucht kan zien. Daarachter de
verblijfplaats der wachters er boven
een soort van minaret, waarin een
Hotchkisskanon. Wy waren '200 me
ter van liet Duivelseiland. Het was
kwart voor tweeën, wy namen een
aantal fotografieën. Op net oogenblik
dat wij er vlak tegenover waren en
terwijl wy keken naar twee wachters,
die ons zonder voel verbazing zagen
voorbijgaan, werden twee kanonscho
ten gelost met een minuut tusscheu-
pooze.
Wy keken elkaar aan, denkende
dat men misschien onze vlag wilde
groeten. Wy bleven het oog op de
hut van Dreyfus gevestigd houden,
toen een derde schot, gevolgd door
den val van een zwaar voorwerp, het
water in de hoogte joeg. Wy begre
pen het nu.
De kapitein zag het gevaar en voor
dat hy den tyd had het roer te wen
den, bewees een vierde kanonschot,
dat vlak over de kommandobrug heen-
vloog, dat de kanonniers goed ge
mikt haddeu. Het. projectiel viel op
tieu meter afstand over de boot in
zee. Wy verwijderden ons haastig,
ons afvragend wat er gednreude deze
ongewone kanonuade wel moest om
gaan iu het hoofd vau den veroor
deelde.
Sedert hebben wij vernomen, dat
elk schip dat het Duivelseiland tot
op minder dan drie mijlen afstand na
derde, aldus ontvangen werd.
Zola.
Een vriend van Emile Zola heeft
Yrijdag aan hetzelfde agentschap
medegedeeld, dat de schrijver van
J'accuse einde October in zyn huis
zal terugkeerea.
Een vaste datum kan nog niet ge
steld worden, want Zola weuscht in
elk geval dat voor zyu terugkeer de
zaak-Picquart en andere geheel afge
loopen zulien zyn. Eerst daarna kan
zijn advocaat beginnen met de voor
bereiding van het derde Zola-proces
even voor de liggende leeuwen, waren
twee roodgekleurde palen in den grond
geslagen.
Aan elk van deze palen was op onge
veer twee meter hoogte een lijk vastge-
slagcu.
Het eene was dat van een grijsaard,
het ander van een man in de kracht
van rijn leven.
De eerste kostbaar gekleed, scheen
een aristocraat te zijn, de tweede een
man uit de volksklasse.
De schildwachten hadden niets gezien
of gehoord. Op den grond zag men geen
sporen van bloed.
Het had trouwens gesneeuwd, dus alle
sporen waren uitgcwischt.
Do schildwachten sloegen terstond al
arm en men ging den koning waarschu
wen.
Li-Houi verscheen, bevende over al
rijn leden en doodsbleek, wat weldra in
een aschgrauwo tint veranderde.
Men trachtte de lijken los te maken.
Maar de been en, .3 onder de heupen
afgesneden waren, violen met een doffen
slag in de sneeuw.
Toen volgden de ingewanden, die door
een lap vastgehouden werden...
Nu durfde men de lijken niet meer
aanraken.
„Spoedig!... maakt voort..." riep de
in November en zal de tegenwoordig
heid van Zola te Parijs noodig zyn.
De begrafenis van Keizerin
Elisabeth.
Het lyk van keizerin Elisabeth van
Oostenrijk is te Weenen aangekomen.
Aan het Wester spoorwegstation werd
het ontvangen door de geestelijkheid
van bet paleis.
De kist werd geplaatst in een prach-
tigen lijkwagen, gedekt door de kei
zerlijke kroon en omgeven door een
galerij van arenden die in hun snavel
een ryke draperie vasthouden. Twee
pikeurs ia diepen rouw, dragende bran
dende lantaarns, openen den stoet. Een
escadron huzaren gaat den rouwry-
tuigen vooraf waarin het Huis der
Keizerin heeft plaats genomen en
onmiddellijk daarop volgt de lijkkoets,
getrokken door zes zwarte paarden
metgroote kleeden omhangen en zwarte
veeren op het hoofdstel. De paarden
worden aan den toom geleid. De koets
is omringd door de paleiswacht in
groot uniform en wordt gevolgd door
een piket van Oostenrykscheen Hon
gaarsche keurtroepen, waarna een
escorte huzaren den stoet sluit. De
weg dien de stoet ging was afgezet
door militairen, daarachter staan tnau
aan man de burgers vau Weenen ge
schaard, phantastisch verlicht door de
toortsen die op de straatlantarens zyn
geplaatst.
Iu ademlooze stilte trekt de stoet
voort. Men hoort niets, zelfs niet het
getrappel der paarden wier hoeven
met vilt zyn omwoeid. De menigte
houdt eerbiedig het hoofd ontbloot,
de soldaten staan als pilaren met ge
presenteerd geweer en in de stilte des
doods doet Elisabeth, Keizerin van
Oostenrijk, Koningin van Hongarije
haar laatsten plechtigen intocht in de
hoofdstad van haar ryk, waar h?.ar
zwaarbeproefde keizer haar wacht.
Aan de buitenste poort van den Hof-
burg wordt halt gehouden. De pastoor
van de parochie met zyn geestelijke
treedt vooruit om het lijk te ontvangen.
De kist wordt uit de koets getild en
naar de kapel gedragen. Acht pages
met waskaarsen, twaalf gardes en zes
tien drag ouders te voet omringen haar.
De grootmeester, de grootmeesteres en
het geheele Huis der Keizerin volgen.
Do keizer die pas uit Schönbruun
was teruggekeerd, zag uit een der
vensters den stoet aan.
Toen de kist ;n de kapel op de
katafalk was geplaatst, verscheen, in
stryd met de etiquette, de keizer om
de inzegening by te wonen. Diep ge
schokt knielde de grijze vorst by het
overschot van haar die hem eenmaal
een dierbare gade was.
En toen de plechtigheid was afge
loopen, gingen allen heen. De Keizer
keerde naar Schonbrunn terug. De
ceremoniemeester der Keizerin over
handigde de sleutels vau de lijkkist
aan den opperceremoniemeester van
het Hof en stille rust omgaf het stof
felijk omhulsel van Oostenrijks Kei
zerin, totdat Yrydagmorgen de deuren
zouden worden geopend voor het volk
dat nog een laatsten groet wil bren
gen aan de vrouw, op wie in het leven
de hand vau het noodlot zwaar heeft
gedrukt.
De Duitsche keizer is Zaterdag te
Weenen aangekomen en aan het station
ontvangen door keizer Frans Jozef.
De beide vorsten omhelsden elkander
drie maal diep geroerd. Keizer Wil
helm legde twee prachtige kransen
neder op de kist, waarin het stoffelijk
overschot Yan keizerin Elisabeth rust.
De begrafenis van keizerin Eliza
beth had dezen dag op zeer plechtige
wijze plaats met het reeds beschreven
ceremonieel. Er was zeer veel yolk op
de been. Toen de lange stoet op het
St. Michelplein aankwam, boorde men
snikken en jammerkreten onder het
publiek.
Na de ter aardebestelling in den
kapucijner grafkelder begaven zich
de beide keizers te zamen per rijtuig
terug naar den Hofburg. Gedurende
de plechtigheid bracht keizer Frans
Jozef de hand voor de oogen en her-
baaidelyk zag men hem geschokt door
snikken.
Incidenten vielen niet voor.
De aanslag op de prins van
Napels.
Het „Extrablatt" te Weenen spreekt
het bericht van den aanslag op den
Italiaanschen kroonprins tegen.
koning met schorre stem uit, klapper
tandend van ontzetting.
De harten, uit de lichamen gerukt,
waren onder de kleederen met een dolle
aan den paal vast gestoken. Die zelfde
dolk doorboorde ook een stuk papier.
Men overhandigde den koning het pa
pier, die de volgende woorden las
„De vreemdelingen en vijanden van
China zullen denzelfden dood sterven."
De armen waren evenals de beenen af
gesneden. Daar zij nog slechts met een
paar vezels aan het lichaam vastzaten,
vielen ze eer, zoodra men ze aanraakte af.
De hoofden alleen, die met een spij
ker door den mond aan den paal beves
tigd waren, bleven vast ritten.
Het waren de hoofden van den kapi
tein Tseng, die Li en Friquette aan
boord genomen en van den ouden man
darijn, die hen naar den koning had ge
bracht.
Deze vreeselijke moord en laaghartige
verminkingen hadden een ontzettende
l>eteekenis, waaromtrent de koning zich
niet kon vergissen.
Hij trad rijn paleis binnen en steunde
„Ik ben verloren... Zij zullen mij ver
moorden."
Hij liet deuren en vensters sluiten,
doorliep rijn geheime vertrekken, uitte
voortdurend kroten van afschuw en viel
Op Kreta.
Zondagnamiddag beval de sultan
aan Djevad voor den eisch van den
heer Noel betreffende de ontwapening
van de bevolking te zwichten. Zoo
werd aan de laatste vraag van den
hoer Noel gevolg gegeven en zijn
memorandum volkomen ten uitvoer
gebracht. Djevad heeft bevel ontvan
gen aan Ehdem de wapens te doen
overreiken, welke zullen worden op
gevorderd. Het groote fort aan den
ingaDg van de haven werd Zondag
door een detachement Eogelsche sol-
daten bezet.
Het gerucht loopt dat "de Turksche
troepen buiten de stad zich zullen
terugtrekken en de Eugelsche troepen
de stad zullen bezetten.
De orkaan in West-Indië.
Yolgens nadere berichten heeft de
orkaan in West-Indië meer dan 100
slachtoffers gemaakt, alleen te St
Vincent. Driekwart van de bevolking
van dat eiland is zonder dak, cn de
administrateur vraagt dringend om
hulp.
Te Barbados zyn 10,000 woningen
vernield.
Eugelsche oorlogschepen zyn met
levensmiddelen naar de geteister
de eilarden gezonden. Kouingin Vic
toria heeft een telegram van deelne
ming gezonden, de Lord Mayor van
Londen zal een fonds trachten byeen
te brengen.
De straf van Luccheni.
Men heeft gemeend dat Luccheni
zyu misdaad juist te Genève begaan
heeft, omdat daar de doodstraf niet
bestaat. Luccheni zelf heeft dat her
haaldelijk tydens ondervragingen be
streden en nu men hoort, welk een
afgrijselijke straf hem te wachten
staat, moet men zich afvragen of de
man dit te voren wel geweten heeft.
Op 't oogenblik is by in voorarrest
geplaatst in de cel no. 10. Zy ligt op
de eerste verdieping, is ruim en kan
zelfs drie gevangenen herbergen.
Er zy drie ijzeren slaapplaatsen
in met stroozak en lakea,
een voetenbank, een wasebkuip, een
tafel en een kruik. Aan den muur
hangt het reglement der gevangenis,
Door een 1.30 M. boven den bodem
aangebracht tralievenster valt het
volle daglicht iu het vertrek, 's Nachts
wordt de cel elektrisch verlicht.
Eik kwartier kykt een wachter
door het in de deur bevestigde kijk
gat in de cel. Luccheni is aan de
huisorde van de gewone g'evangenen
onderworpen. Hij kan eiken dag een
half uur op de plaats van de gevan
genis gaan „lucaten" en mag tot de
terechtstelling lezen en schrijven. Na
zjjn veroordeeling zal Luccheni naar
de gevangenis de l'Echêve worden
vervoord. De straf die hem hier wacht
is de „réclusion". De cellen van de
op deze wyze gestraften liggen drie
verdiepingen diep onder den grond,
Nooit dringt een zonnestraal door en
di gevangenen ademen een met mod-
derreuk bezwangerde lucht in. Zjj
krygeu geen bed doch moeten op den
grond slapen en boeten hun misdaden
iu 't duister, tot de dood hen uit hun
vreeselyken toestand verlost. Slechts
éénmaal 's weeks mogen zy één uur
op de p'aats van de gevangenis door
brengen. De St. Aatome-gevaagenii
herbergt op 't oogenblik slechts één
tot „réclusion" veroordeelden moor
denaar. Luccheni zal hoogstwaar
schijnlijk de tweede zyn.
In een artikel over den dood van kei
zerin Elisabeth verhaalt de Figaro het
volgende
De vader van keizerin Elisabeth, her
tog Maximi liaan, had rijn kindex-en ge
leerd, vriendelijk en goed te zijn voor
iedei'een, maar vooral voor de armen;
hij zelf was een sympathieke vex-schij-
xxiixg en de goedheid in persoon. Toen
hij eens per spoor van Munehen naar
Weenen. reisde, had hij tot reisgezel een
nogal praatziek Weener, die hem dado
lijk vertelde dat hij horlogemaker van
beroep was en zelfs leverancier aan hei
Koninklijk Hof.
- „Maar wat gaat gij toch te Wee
uen doen?" vroeg hij Maxi mi haan.
„Wol ik ga eens kijken hoe mijn
kinderen het maken," antwoordde deze
„Mijn zoon en mijn dochter wox-den er
opgevoed."
„Zoo? En moet de jongen war
den opgeleid voor den handel?
„Ja en neen, zooals gij het ne
men wilt."
eindelijk sxxikkend als een kind op ea
mat neder.
De oude missionaris was door een zij
nor getrouwe volgelingen van den vree
selijken moord ingelicht.
Hij begaf rich terstond naar Friquet
te, die lxij alles meedeelde.
„Mijn kind.het is een zeer ernstige
loestaixd!" voegde hij er bij, hevig be
wogen bij de gedachte, dat hetzelfde ge
vaar het jonge meisje dreigde.
„Wat moeten we beginnen?"
- erstoxxd vertrekken
„Maar hoe?"
„Gij kunt iu een draagstoel naa
Tchemoulpo reizen.in één dag kunt
de stad bereiken..."
„Maar de dragers?"
„Daar zal ik voor zorgen, evenals vod
een geleide."
„Duizendmaal dank."
„Ik zal alles terstond in orde brec
gfcw"
Daarop scheidden rij.
Het jonge meisje ging het paleis bin
nen om den koning on zijn zoon vaarwe
te zeggen.
(Wordt vervolgd).