J DUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De avonturen van Friquette. (Ge Jaargang, Woensdag 21 September 1898, ■o. 4671 .AJBOisrisrEnsA'FrNr'rsFi^ij'S: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (korn der gemeente), per 8 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 b de omstreken en franco per postOAT1^ AD V JBJJE^TIEXlSriTIEnsr 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte By Abonnement aanzienlijk rabat Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faitboürg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advartentiën en Reclames betreffende Handel, Nyverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de pry's der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zyn Bloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,by de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZandvooriG. ZWEMMER Veisen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Officieeie Berichten. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, Doen te weten, dat by hunne be schikking van 8 September j.l. aan Haverschmidt Klaje verguurmg is verleend tot oprichting van eene stoom- ververy en chemische wasschery in het perceel aan een particulieren weg aan den Zijl weg no. 2. Haarlem19 Sept. 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. STADSNIEUWS Eerste en derde pagina. Haarlem, 20 Sept. 1898. Museum van Kunstnijverheid. De Tentoonstelling van gebatikte stoffen, Indische Sarongs Kains, hoofd doeken en verdere stoffen tot verschil lend gebruik bestemd, die op het Museum van Kunstny verheid te Haar lem zal gehouden worden, belooft zeer belangrijk te wordenreeds werden verschillende toezeggingen ontvangen. Bydragen voor deze tentoonstelling worden ingewacht door den conser vator van genoemd Museum. Bouwovertreding. Naar wy vernemen zal de lieer S. J. W. Mons eerstdaags voor den kan tonrechter moeten terecht staan, we gens overtreding van art. 177 der Alg. Politieverordening, waarbij straf wordt bedreigd tegen hem, „die een „gebouw doet oprichten, herbouwen, „vernieuwen of van gedaante veran deren, zonder vooraf aan Burgemees- „ter en Wethouders mededoeling te „hebben gedaan van de plannen van „den bouw en öf van dezen de ver klaring te hebben ontvangen, dat zy „geene bedenkingen tegen den voor genomen bouw hebben èf van den „Raad vergunning tot dien bouw te „hebben erlangd." Naar men weet begon de heer Mons te bouwen voor hy deze vergunning had, omdat de goedkeuring van zyn bouwplan overmatig lang uitbleef. Sommigen meenden, dat wegens de bijzondere omstandigheden, waaronder de overtreding plaats had, de vervol ging niet zou worden doorgezet. Toch zal dit geschieden. De straf op deze overtreding gesteld is een boete van ten hoogste f25. R. K. Volksbond. Maandagavond vergaderden de leden van boven genoemden bond in de groote zaal der Sociëteit „de Kroon" alhier. De zaal was stampvol. Als spreker trad op de ZeerEerw. heer pastoor G. W. Konings van Amsterdam. De heer van Dam opende de vergadt ring en heette allen welkom. V erdetr deed hij eemige mededeelingen o.a. dat een telegram van dankbetuiging van. H. M. was ontvangen in antwoord op het H. M. na de vorige vergadering toe gezonden telegram van huldebetuiging. Ook deelde hij mede, dat de vorige week 25 woningen voor werklieden door den adviseur waren ingewijd en verder dat ieder lid met tien anderen recht had candidaat te stellen voor het bestuur en dat deze candidaten a^s. Donderdag op de Bestuursvergadering moeten wor den opgegeven. De Voorzitter eindigde met een opwekkingswoord tot toetreding als lid van de liefdebeurs. Nadat de notulen der vorige vergade ring waren voorgelezen en goedgekeurd, kreeg spreker hèt woord, die bij het ...nnentreden der zaal en het betreden van den katheder luide begroet was. Spreker begon zijne rede met eenige woorden te wijden aan het drama te Genève. Daar heeft eene waardige en edele vrouw haar leven gelaten, alleen omdat zij Keizerin was. Die feiten moe ten wi] in onze Maatschappij aanschou-. wen. Wij hebben hier niet te doen met een persoonlijk gevoel van wraak, maar met een principe, waaruit noodzakelijk dergelijke feiten worden geboren. Niet een enkel persoon, maar velen worden er helaas voor gevonden om zul ke laaghartige dadefn ten uitvoer te brengen. Er is hierdoor een schrille klank gegaan over de blijde feesten, die wij vieren. Wij, die getoond hebben, trouwe kin deren te zijn van ons dierbaar Oranje huis, wij verafschuwen diep het feit aan j Geneve's boorden gepleegd. De ooi-zaak hiervan moet in het onge loof worden gezocht, waarin tegenwoor dig zoovelen him eer stellen. De ramp zalige vruchten, die het afwerpt zien wij thans voor oogen. De wetenschap, wordt beschouwd als de eenige bron, waaruit licht en geluk voor de menschen voorkomen en 't dra<- ma te Geneve toont ons welke vruchten het afwerpt. Wil de wereld weder gelukkig worden, clan moet zij tot het geloof in God terug- keeren. Spreker wees er verder op, dat voorna melijk bij de opvoeding der kinderen een eerste vereischte is om hun godsdienst in i te prenten. Waar dit niet gebeurt, zal| toegegeven worden aan beginselen., diei noodlottig kunnen worden. God is hetj gezag, waar wij ons allen voor moeten buigen. Hoe meer wij den Koning derj Koningen eerbiedigen, des te meer doen I wij het ook de Koningen der Aarde, j Eer-ied voor God kweekt in onze har-1 ten eerbied voor recht. In onze eeuw is de leuze doorgedrongen van Macht is j Recht. Die leuze is de richtsnoer van zoovele daden van onrechtvaardigheid. Nadat Spr. er nogmaals op had gewe zen dat do geestelijke opvoeding zooveel goeds tot stand brengt, herinnerde hij tevens aan de mooie woorden door H. M. bij de inhuldiging gesproken, dat de geestelijke en stoffelijke belangen harer onderdanen Haar ter harte zullen gaan. (Luid applaus.) Hierna vervolgde spreker zijn rede en wees er op, hoe vooral couranten en tijdschriften en slechte lectuur, waarin de verbeelding wordt geprikkeld, waarin de hartstocht wordt opgewekt en waarin wordt gespot met alles wat heilig is, een verkeerden invloed kunnen uitoefenen. \V 13 moeten voor goede lectuur zorgen en vermijuen alles wat het zedelijk ge voel kwetst. Ook betreurde spreker het, dat de pers zoo de vrijheid had om alles te verkondigen in dagbladen en tijdschrif ten. Hierdoor worden alle misdaden be kend gemaakt, waarop de misdadigers zich trotsch gevoelen, en waardoor de roem hunner gruweldaden alom ver- spread wordt. Dit verkondigen, alsmede het verhoo- ren van misdadigers in het openbaar doen bepaald schade aan de maatschap pij. En is dit wel noodzakelijk? Gaarne wilde spreker dan ook aan JLgsien, die wetten maken, ter bescherming der maatschappij, in overweging geven, hier aan hunne aandacht te wijden. Ook gaf spreker den raad, de versla gen en gruweldaden, waarvan de wereld riit, niet aan de kinderen voor te lezen en hen hiervan geheel onkundig te hou den. Deze daden kunnen dikwijls ramp zalige gevolgen in de hart-n brengt1*.. Sprei er eindigde zijn rede met er <-p te wijzen, dat het een heerlijk ceesen voor ons w.\s, dat bij de inhuldiging het ge hele Vaderland één was. Geen wan klank werd gehoord, overal werd ter eere van H. M. feest gevierd. Juist omdat zij eene wouw is, die ge zegd wordt „zwak" te zijn, is het onze plicht het gezag van onze jeugdige Ko ningin hoog te houden, een trouwe steun te zijn voor den Vorstenkroon. Mocht deze eens bedreigd worden, dan zal zij in de leden van den R. K. Volks bond trouwe verdedigers vinden van haar rechten en haar persoon. De rede werd met daverend applaus begroet. De Eerw. heer Wierdels bedankte hierop namens alle leden den spreker voor zijn schoone rede en hoopte, dat zijne woorden goede en blijvende vruch ten mochten voortbrengen, en dat de aanwezigen naar zijnen raad om goede lectuur te nomen en voor eene degelijke opvoeding der kinderen te zorgen, zou den handelen. Na een „Lang zal pastoor Konings leven" te hebben aangeheven, werd de vergadering te ongeveer 10 uur Weldadigheid naar Vermogen Af deeling Werkverschaffing Van 1 Nov. tot 20 Sept. hebben zich de volgende personen aangemeld 47 voor werkvrouw. 9 voor naai ster. 13 voor los werkman. 1 voor schoenmaker. 1 voor stoelenmatter. 2 voor schrijfwerk. 3 voor grondwer ker. 1 voor sigarenmaker. 20 voor loopwerk. 1 voor mangelwerk. 2 voor schilder. 2 voor portier. 2 voor paK- huisknecht. 1 voor huisknecht. 6 voor waschvrouw. .1 voor stopster. 3 voor strijkster. 1 voor costuumnaaister. 1 voor kookster. 2 voor breister. 1 voor koperslager. 1 voor blikslager. 1 voor smid. 1 voor bankwerker. 1 voor kleedermaker. 3 voor oppasser. 3 voor nachtwaakster 1 voor baker. 1 voor metselaar. 1 voor behanger. 1 voor verstelwerk van tapijten. Bp de aanmelding moet een getuig schrift van goed gedrag overgelegd worden. Van 1 Nov. tot 20 Sept. zyn de vol- mde personen geplaatst: 43 voor werkvrouw. 3 voor naaister. 1 voor huishoudster. 1 voor strijkster. 2 voor loopwerk. 1 voor los werk man. 2 voor waschvrouw. 1 voor stopster. Particulieren en werkgevers, die van bovenstaande aanbiedingen ve- bruik wenschen te maken wordt beleefd verzocht hunne aanvragen schriftelyk tot het Bestuur te richten. Bas Doelen, Stadhuis of Stationsplein. Inlichtingen kunnen dagelijks van 9—1 en van 3—5 nur verkregen worden hij den Administrateur, borean Doelen, Kamer No 2. 8INNENLA3ÜD De Koninginnen in het Westiand. De Koninginnen maakten Maandag een feesttocht naar Loosduinen. De straten in 't westen van Den Haag hadden haar versieringen behouden. Daaraan sloot zich de landelijke ver siering van den Loosdninschen weg van den tol naar het dorp aan. De villa's en boerenwoningen langs den weg waren keurig versierd door het kwistig aanbrengen van bloemen, gewassen nit de moestuinen enz. Ook waren verschillende eerepoorten op gericht. In Loosdninen maakte de vierzijdige eerepoort aan het kruis punt van den weg naar zee een eigen aardiger! indruk. Een eerewacht werd gevormd door boerenzoons die in den stoet plaats namen, in Loosdninen waaide van alle woningen de vlag; de geheele bevolking jubelde den Koninginnen toe. Het hoofddoel van den tocht was een bezoek aan het Raadhuis, waar Hare Majesteiten onder den koepel van fijn denneirroen werden ontvan gen door den burgemeester, mr. H. A. van de Velde, de raadsleden en notabelen. Uit naam van do bevolking hield de burgemeester eene toespraak ter vertolking van de gevoelens van ge hechtheid en verknochtheid aan het Vorstelijk Huis. Hij smeekte Gods zegen af voor de Koninginnen en het Huis van Oranje. Onder gezang en de opstelling der vereenigingen werd de jubeltocht voortgezet door andere Westlandsche gemeenten. Op verschillende punten werden bouquetten aangeboden, die de Koningin met een handdruk aan vaardde. Prachtig herfstweder begunstigde den tocht door Hollands Moestuin. Op de Regentesselaan in Den Haag werden Maandag aan de Koningin op Haren weg naar het Westiand, rui kers aangeboden door de jongejuf frouwen Smets eu Wilhelmina Byning. De Koningin dankte recht vrien delijk „Dank je wel, hoorik vind het heel aardig vau je." En toen het laatstgenoemd kleintje, een dame van 4 jaren, heel parmantig zei„Ik heet ook Wilhelmina" toen lachte de Koningin en gaf nog een handdrukje, zeggend„Zoo, zoo, heet je ook Wilhelmina P' Vertrek van vorstelijke personen. By het vertrek, Maandag, uit Sche- veningen werd den Groothertog van Saksen en de Hertogin van Mecklen burg uit het Hotel-Kurhaus uitge leide gedaan door den directeur-gene raal, die bouquetten deed aanbieden. De Groothertog en zijne dochter be tuigden hunne tevredenheid over de uitmuntende zorgen en de Groother tog uitte zyne beste wenschen voor de verdere ontwikkeling van Scbe- veningen en hoopte, wanneer het zyn gezondheid zal gedoogen, het volgend jaar weer op de hadplaats terug te keeren. De vorstelijke personen werden door een groote menigte toegejuicht. De Groothertog heeft het zilveren kruis van verdienste verleend aan den gerant van het hotel-Kurhans, den heer H. Raupe. Het vertrek van de vorstin van Wied met den erfprins en de prin sessen op Woensdag a.s. over Amster dam naar Dnitschland, is bepaald op 11.35 voormiddags (spoortyd) per Staatsspoor. De indisehe prinsen. Gevolg gevende aan eene uitnoodi- ging van de directeuren der Rotter- damsche Lloyd, de heeren Wm. Ruys Zonen, kwamen Maandagnamiddag te 12 u. 49 (spoortyd) de Sultan van Siak, prins Ario Mataram en de ove rige gezanten van Solo, en de twee prinsen van Koetei, met hun gevolg, te zamen 12 personen, aan het sta tion D. P. te Rotterdam aan. Door de heeren Ruys aan dat station ont vangen, begaven zij zich eerst naar het raadhuis, waar de Indische vor sten aan den burgemeester werden voorgesteld. Vervolgens werd met den tender van de heeren Ruys Zonen een boottocht op de rivier gemaakt, waar aan ook de directeur der gemeente werken, de heer G. J. de Jongh, deelnam. Nadat aldus de havenwer ken bezichtigd waren, werd een rij toer door de gemeente gemaakt. In het Maashotel werd aan de Indische vorsten een diner aangeboden, waar aan, met den burgemeester en den heer De Jong als genoodigden, de directie en de commissarissen van de Rotterdamsche Lloyd deelnamen. Te 8 u. 14 (spoortyd) des avonds vertrokken de Indische vorsten weer naar 's-Gravenhage. Uit de „Staatscourant". Koninklijke Besluiten. Benoemd tot kantonrechter-plaats vervanger in het kanton Hoogeveen, mr. L. Nysingh Kymmell, bnrgemees- tec, advocaat en procurear, wonende te Westerborktot kantonreebter- plaatsvervanger in het kanton Ter- borg, mr. A. baron van Heeckeren van Keil, wonende te Stad-Doetin- cheratot griffier by het kantonge recht te Gorinchem, mr. G. Blokhuis, thans kantonrechter-plaatsvervanger, advocaat en procureur aldaar. Aan mr. H. Vaillant, op zyn ver zoek, verleend eervol ontslag uit zyne betrekking van ambtenaar van het openbaar ministerie bij de kantonge rechten in het arr. Rotterdam, voor de kantons No. 3 en Gouda, ter stand plaats Rotterdam; benoemd tot amb tenaar van het openbaar ministerie by de kantongerechten in het arr. Rotterdam voor de kantoDS Rotterdam no. 3 en Gouda, ter standplaats Rot terdam, mr. J. Hanegraaff, thans amb tenaar van het openbaar ministerie by de kantongerechten in het arr. Rotterdam, voor de kantons Rotterdam no. 1 en Schoonhoven, ter standplaats Rotterdam. Aan de na te noemen personen ver lof verleend tot het aannemen der onderscheidingsteekenen achter hnnne namen vermeld jhr. mr. J. Röell, te's Gravenhage, oud-minister van bnitenlaodsche zaken lid van de Eerste Kamer, der ver sierselen vau ridder-grootkruis in de orde der Ster van Rumeuiö, hem door den koning van Rumoniögeschonken; J. J. Duynstee, te 's-Gravenhage, lid der Provinciale Staten van Zuid- Holland en hoogheemraad van Delf land, de versierselen van ridder in de orde van den H. Gregorius den Groo- ten, hem door den Paus geschonken. Examens Gymnastiek. De miuister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belang hebbenden, dat het examen ter ver krijging van akten van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de vrye- en orde-oefeningen dor gym nastiek zal aanvangen op 17 Oct. e.k. Zy die zich aan dit examen wen schen te onderwerpen, gelieven zich vóór 5 October a. s. aan te melden by den voorzitter der commissie, voor welke zy verlangen te verschijnen met overlegging vana. geboorte- i akteb. getuigschrift van zedelijk igedrag. De adspiranten die aauspraak heb- j beu op vrijstelling van het in art. 65 1 der wet op het lager onderwijs be- paalde examengeld, gelieven daarvan te doen blijken door by hunne aan- gifte over te leggen de akte van be kwaamheid vermeld in art. 56, onder a of b dier wet, verkregen vóór 1 Januari 1890 of de daarmede gelijk gestelde akte van bekwaamheid of toelating. De voorzitters der commissiën zyn: t6 Nijmegen, jhr. mr. L. F. H. Michiels van Kessenich, inspecteur van het lager onderwijs in de eerste inspectie, te Roermond; te Rotterdam, mr. A. M. de Cock, schoolopziener in het district Rotterdam, te Rotterdam; te Haarlem, F. J. Poutsma, schoolop ziener in het district Haarlem, te Haarlem; te Zwolle, J. E. vanRenesse, schoolopziener in bet district Heoren- veon, te Sneek; te Groningen, J. Wj,jn, schoolopziener in het district Winterswijk, te Hoogezandte Maas- FEUILLETON. 12) Maar de koning, die bijna krankzin nig van schrik was, wilde niemand zien. Hij had aan allen zelfs aan zijn fami lieleden, vertrouwelingen en gunstelin gen den toegang tot rijn vertrekken ont- zegd. Friqueitte kon tenminste den kleinen Li goeden dag zeggenhij was om ringd door rijn lijfwacht, die uit jongens bestond, waarvan de oudste ternauwer nood veertien jaar telde, maar die allen als veteranen gewapend waren. De kleine prins brabbelde eenige Franscho woorden, terwijl Friquette van haar kant een weinig Chineesch ver stond. Met deze weinige taalkennis, maar met veel sprekende «rebaren slaagden de beide vrienden er in zich. voor elkaar verstaanbaar te maken. Toen de kledno Li hoorde, dat Fri quette hem ging verlaten was hij zeer uit het veld geslagen, snikte luid en om armde naar hartstochtelijk. Zijn lijfwacht, hem ziende weenen, volgde evenals de koren in de klassieke tragedies rijn voorbeeld en steunde droe vig- Na rijn ontsnapping was de kleine Li dank rij den gezonden levensregel, dien hij nu volgde en welke door Friquette; voorgeschreven was, een net, mollig Chi- neesje geworden, en al kon men hem niet mooi noemen, hij zag er toch present»-1 bel uit. Goede voeding, water en zeep, en schuieren hadden him uitwerking niet gemist. Iedereen was verrukt over het tegen-: woordige uiterlijk van het ventje cn; bracht hulde aan de jonge mandarijne, j die uit het verre westen gekomen was. Maar op dit oogenblik was er niet., veel met bet prinsje aan te vangen. Tevergeefs trachtte Friquette hem! duidelijk te maken, welk gevaar rij liep als zo nog langer bleef. Hij riep maar steeds „Nannan nan (wat neen be- teekende.) „Ik wou dat je „nan-nan" op de Moo- kerheido zat. Het is wat moois wil mij vermoorden?" Dit zeggende streek ze met haar hand langs haar hals, om hem te beduiden, dat men haar oen kopje kleiner wilde maken. „Nan... nan!... Falliquette niet var- moorden „Toch zullen rij het doen... Leelijke mannen, de Togakoutoe ge naamd, willen mij dooden. Begrijp ge mij nu? Zij rijn woedend op mij... op ons al len... Zij doen hun naam wel eer aan. want rij zetten ons den dolk op de keel. Het is beestachtig Deze woordenvloed, die vergezeld ging van haar innemenden lach, kalmeerde Li oen weinig. Friquette nam het kind in haar ar men, terwijl een hevige aandoening zich van haar meester maakte. „Lieveling," zeide rij, terwijl de tra nen in haar oogen opwelden, „probeer mij niot terug te houden. Ik moet ver trekken. Het doet mij genoeg verdriet je te moeten verlaten... want ik houd veel van je Wij vrouwen voelen ons altijd aange trokken tot degenen, die ongelukkig rijn en jij bent zoo ongelukkig Luister begrijp mij goed men Onze genegenheid, die geen bereke ning kent, gelijkt die van een oudere zuster of moeder... En jij houdt ook veel van mij... arme jongen, die geen zuster of moeder heeft... Je bent de liefste herinnering aan mijn eerste wederwaardigheden in dit onbekende land.Vaarwei.kleintje. Het kereltje had geen woord begrepen van wat rij fluisterend en snel sprak, terwijl de aandoening, die rij niet zocht te onderdrukken, haar overweldigde. Maar haar zachte stem, liefkoozingen en kussen, kalmeerden het kind. Hij omhelsde haar voor de laatste maal en voegde zich toen bij de lijfwacht, terwijl het jonge meisje zich verwijder de onderwijl haar tranen drogend. Friquette ging naar haar paleis en maakte zich haastig voor de reis gereed, er voor zorgend als Engelsche te vertrek ken, om zoodoende nieuwe onaangenaam heden te vermijden. Om drie uur verscheen de missionaris met een talrijk gevolg bestaande uit Tien dragers, twee draagstoelen en vijftien soldaten, die hij uit rijn getrou we volgelingen liad gekozen. „Wij vertrekken, mijn kind," zeide hij zonder eenige inleiding. „Ik ben klaar," antwoordde Friquet te kortaf, „en dank u nog wel duizend- „Spreek daar niet van...", viel de grijsaard baar in de rede, „het is mij een waar genoegen u van dienst te kunnen rijn „Twee draagstoelen vroeg Friquette. „Ik zal u tot Tchemoulpo vergezellen." „Wat rijt ge toch goed! „Kom, stap in, spoedig, wij hebben geen tijd te verliezen." Beiden kropen in het voor hen be stemde vervoermiddelde dragers liie- ven de draagstoelen op en wendden him schreden naar de Zuidpoort. Hoewel Friqueitte zich in 't gevaar moedig toonde, vreesde rij, en met recht, een valstrik zeer. Zij voelde zich beter op haar gemak in het volle licht dan in het duister. Zij zuchtte dus van voldoening, toen de palatijneu de poort bereikten. „Oik ben geredjuichte rij, den kend dat rij nu haar vrijheid te gemoet Arme Friquette! De stoet hield stil. De koorier die voorop liep kwam met een ontsteld ge laat vertellen, dat de poort op bevel van den koning gesloten was en de officier weigerde haar te openen. De missionaris stapte uit rijn draag stoel en trachtte den man over te halen. Friquette voegde liaar stem bij de zijne. Zij smeekte, bad en dreigde Maar de man was niot to verbidden. „Ik moet sterven, als ik de poort open en dat wilt ge toch niet." De koning had in rijn vreeselijkon angst geloofd dat hij veilig was, wanneer hij alle poorten der stad liet sluiten. De ongelukkige man had in rijn doods angst alleen aan vijanden buiten de stad gedacht en vergeten, dat er onder rijn twee honderdduizend onderdanen ook wel samenzweerders konden schuilen. Do twee vluchtelingen keerden be droefd huiswaarts. De geestelijke begaf rich weer naar rijn huis, dat als een tempel gebouwd was, en Friquette keerde naar haar paleis en bedienden terug. Intusschen was het nacht geworden. Friquette, die zich bij de gedacht aan de Tagokoutos, niet erg op haar ge mak gevoelde volgde het voorbeeld van don koning en liet alle deuren afsluiten. „Een nacht is gauw voorbij en de morgen niet ver meer af... en dan zal ik wel de vergunning van Li-Houi ver krijgen om te mogen vertrekken." Den volgenden morgen al heel vroeg was de stad in rep en roer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1