J
DUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De avonturen van
Friquette.
(Ge Jaargang,
Woensdag 21 September 1898,
■o. 4671
.AJBOisrisrEnsA'FrNr'rsFi^ij'S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (korn der
gemeente), per 8 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
b de omstreken en franco per postOAT1^
AD V JBJJE^TIEXlSriTIEnsr
1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte
By Abonnement aanzienlijk rabat
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faitboürg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advartentiën en Reclames betreffende Handel, Nyverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de pry's der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zyn Bloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,by de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZandvooriG. ZWEMMER
Veisen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Officieeie Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Doen te weten, dat by hunne be
schikking van 8 September j.l. aan
Haverschmidt Klaje verguurmg is
verleend tot oprichting van eene stoom-
ververy en chemische wasschery in
het perceel aan een particulieren weg
aan den Zijl weg no. 2.
Haarlem19 Sept. 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
STADSNIEUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem, 20 Sept. 1898.
Museum van Kunstnijverheid.
De Tentoonstelling van gebatikte
stoffen, Indische Sarongs Kains, hoofd
doeken en verdere stoffen tot verschil
lend gebruik bestemd, die op het
Museum van Kunstny verheid te Haar
lem zal gehouden worden, belooft zeer
belangrijk te wordenreeds werden
verschillende toezeggingen ontvangen.
Bydragen voor deze tentoonstelling
worden ingewacht door den conser
vator van genoemd Museum.
Bouwovertreding.
Naar wy vernemen zal de lieer S.
J. W. Mons eerstdaags voor den kan
tonrechter moeten terecht staan, we
gens overtreding van art. 177 der
Alg. Politieverordening, waarbij straf
wordt bedreigd tegen hem, „die een
„gebouw doet oprichten, herbouwen,
„vernieuwen of van gedaante veran
deren, zonder vooraf aan Burgemees-
„ter en Wethouders mededoeling te
„hebben gedaan van de plannen van
„den bouw en öf van dezen de ver
klaring te hebben ontvangen, dat zy
„geene bedenkingen tegen den voor
genomen bouw hebben èf van den
„Raad vergunning tot dien bouw te
„hebben erlangd."
Naar men weet begon de heer Mons
te bouwen voor hy deze vergunning
had, omdat de goedkeuring van zyn
bouwplan overmatig lang uitbleef.
Sommigen meenden, dat wegens de
bijzondere omstandigheden, waaronder
de overtreding plaats had, de vervol
ging niet zou worden doorgezet.
Toch zal dit geschieden. De straf
op deze overtreding gesteld is een
boete van ten hoogste f25.
R. K. Volksbond.
Maandagavond vergaderden de leden
van boven genoemden bond in de groote
zaal der Sociëteit „de Kroon" alhier.
De zaal was stampvol. Als spreker
trad op de ZeerEerw. heer pastoor G.
W. Konings van Amsterdam.
De heer van Dam opende de vergadt
ring en heette allen welkom. V erdetr
deed hij eemige mededeelingen o.a. dat
een telegram van dankbetuiging van.
H. M. was ontvangen in antwoord op
het H. M. na de vorige vergadering toe
gezonden telegram van huldebetuiging.
Ook deelde hij mede, dat de vorige week
25 woningen voor werklieden door den
adviseur waren ingewijd en verder dat
ieder lid met tien anderen recht had
candidaat te stellen voor het bestuur
en dat deze candidaten a^s. Donderdag
op de Bestuursvergadering moeten wor
den opgegeven. De Voorzitter eindigde
met een opwekkingswoord tot toetreding
als lid van de liefdebeurs.
Nadat de notulen der vorige vergade
ring waren voorgelezen en goedgekeurd,
kreeg spreker hèt woord, die bij het
...nnentreden der zaal en het betreden
van den katheder luide begroet was.
Spreker begon zijne rede met eenige
woorden te wijden aan het drama te
Genève. Daar heeft eene waardige en
edele vrouw haar leven gelaten, alleen
omdat zij Keizerin was. Die feiten moe
ten wi] in onze Maatschappij aanschou-.
wen. Wij hebben hier niet te doen met
een persoonlijk gevoel van wraak, maar
met een principe, waaruit noodzakelijk
dergelijke feiten worden geboren.
Niet een enkel persoon, maar velen
worden er helaas voor gevonden om zul
ke laaghartige dadefn ten uitvoer te
brengen. Er is hierdoor een schrille
klank gegaan over de blijde feesten, die
wij vieren.
Wij, die getoond hebben, trouwe kin
deren te zijn van ons dierbaar Oranje
huis, wij verafschuwen diep het feit aan j
Geneve's boorden gepleegd.
De ooi-zaak hiervan moet in het onge
loof worden gezocht, waarin tegenwoor
dig zoovelen him eer stellen. De ramp
zalige vruchten, die het afwerpt zien wij
thans voor oogen.
De wetenschap, wordt beschouwd als
de eenige bron, waaruit licht en geluk
voor de menschen voorkomen en 't dra<-
ma te Geneve toont ons welke vruchten
het afwerpt.
Wil de wereld weder gelukkig worden,
clan moet zij tot het geloof in God terug-
keeren.
Spreker wees er verder op, dat voorna
melijk bij de opvoeding der kinderen een
eerste vereischte is om hun godsdienst in i
te prenten. Waar dit niet gebeurt, zal|
toegegeven worden aan beginselen., diei
noodlottig kunnen worden. God is hetj
gezag, waar wij ons allen voor moeten
buigen. Hoe meer wij den Koning derj
Koningen eerbiedigen, des te meer doen I
wij het ook de Koningen der Aarde, j
Eer-ied voor God kweekt in onze har-1
ten eerbied voor recht. In onze eeuw is
de leuze doorgedrongen van Macht is j
Recht. Die leuze is de richtsnoer van
zoovele daden van onrechtvaardigheid.
Nadat Spr. er nogmaals op had gewe
zen dat do geestelijke opvoeding zooveel
goeds tot stand brengt, herinnerde hij
tevens aan de mooie woorden door H. M.
bij de inhuldiging gesproken, dat de
geestelijke en stoffelijke belangen harer
onderdanen Haar ter harte zullen gaan.
(Luid applaus.)
Hierna vervolgde spreker zijn rede en
wees er op, hoe vooral couranten en
tijdschriften en slechte lectuur, waarin
de verbeelding wordt geprikkeld, waarin
de hartstocht wordt opgewekt en waarin
wordt gespot met alles wat heilig is, een
verkeerden invloed kunnen uitoefenen.
\V 13 moeten voor goede lectuur zorgen
en vermijuen alles wat het zedelijk ge
voel kwetst.
Ook betreurde spreker het, dat de
pers zoo de vrijheid had om alles te
verkondigen in dagbladen en tijdschrif
ten. Hierdoor worden alle misdaden be
kend gemaakt, waarop de misdadigers
zich trotsch gevoelen, en waardoor de
roem hunner gruweldaden alom ver-
spread wordt.
Dit verkondigen, alsmede het verhoo-
ren van misdadigers in het openbaar
doen bepaald schade aan de maatschap
pij. En is dit wel noodzakelijk? Gaarne
wilde spreker dan ook aan JLgsien, die
wetten maken, ter bescherming der
maatschappij, in overweging geven, hier
aan hunne aandacht te wijden.
Ook gaf spreker den raad, de versla
gen en gruweldaden, waarvan de wereld
riit, niet aan de kinderen voor te lezen
en hen hiervan geheel onkundig te hou
den. Deze daden kunnen dikwijls ramp
zalige gevolgen in de hart-n brengt1*..
Sprei er eindigde zijn rede met er <-p te
wijzen, dat het een heerlijk ceesen voor
ons w.\s, dat bij de inhuldiging het ge
hele Vaderland één was. Geen wan
klank werd gehoord, overal werd ter eere
van H. M. feest gevierd.
Juist omdat zij eene wouw is, die ge
zegd wordt „zwak" te zijn, is het onze
plicht het gezag van onze jeugdige Ko
ningin hoog te houden, een trouwe steun
te zijn voor den Vorstenkroon.
Mocht deze eens bedreigd worden, dan
zal zij in de leden van den R. K. Volks
bond trouwe verdedigers vinden van
haar rechten en haar persoon.
De rede werd met daverend applaus
begroet.
De Eerw. heer Wierdels bedankte
hierop namens alle leden den spreker
voor zijn schoone rede en hoopte, dat
zijne woorden goede en blijvende vruch
ten mochten voortbrengen, en dat de
aanwezigen naar zijnen raad om goede
lectuur te nomen en voor eene degelijke
opvoeding der kinderen te zorgen, zou
den handelen.
Na een „Lang zal pastoor Konings
leven" te hebben aangeheven, werd de
vergadering te ongeveer 10 uur
Weldadigheid naar Vermogen
Af deeling Werkverschaffing
Van 1 Nov. tot 20 Sept. hebben
zich de volgende personen aangemeld
47 voor werkvrouw. 9 voor naai
ster. 13 voor los werkman. 1 voor
schoenmaker. 1 voor stoelenmatter. 2
voor schrijfwerk. 3 voor grondwer
ker. 1 voor sigarenmaker. 20 voor
loopwerk. 1 voor mangelwerk. 2 voor
schilder. 2 voor portier. 2 voor paK-
huisknecht. 1 voor huisknecht. 6 voor
waschvrouw. .1 voor stopster. 3 voor
strijkster. 1 voor costuumnaaister. 1
voor kookster. 2 voor breister. 1 voor
koperslager. 1 voor blikslager. 1 voor
smid. 1 voor bankwerker. 1 voor
kleedermaker. 3 voor oppasser. 3 voor
nachtwaakster 1 voor baker. 1 voor
metselaar. 1 voor behanger. 1 voor
verstelwerk van tapijten.
Bp de aanmelding moet een getuig
schrift van goed gedrag overgelegd
worden.
Van 1 Nov. tot 20 Sept. zyn de vol-
mde personen geplaatst:
43 voor werkvrouw. 3 voor naaister.
1 voor huishoudster. 1 voor strijkster.
2 voor loopwerk. 1 voor los werk
man. 2 voor waschvrouw. 1 voor
stopster.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaande aanbiedingen ve-
bruik wenschen te maken wordt
beleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelyk tot het Bestuur te richten.
Bas Doelen, Stadhuis of Stationsplein.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
9—1 en van 3—5 nur verkregen
worden hij den Administrateur, borean
Doelen, Kamer No 2.
8INNENLA3ÜD
De Koninginnen in het
Westiand.
De Koninginnen maakten Maandag
een feesttocht naar Loosduinen. De
straten in 't westen van Den Haag
hadden haar versieringen behouden.
Daaraan sloot zich de landelijke ver
siering van den Loosdninschen weg
van den tol naar het dorp aan.
De villa's en boerenwoningen langs
den weg waren keurig versierd door
het kwistig aanbrengen van bloemen,
gewassen nit de moestuinen enz. Ook
waren verschillende eerepoorten op
gericht. In Loosdninen maakte de
vierzijdige eerepoort aan het kruis
punt van den weg naar zee een eigen
aardiger! indruk.
Een eerewacht werd gevormd door
boerenzoons die in den stoet plaats
namen, in Loosdninen waaide van
alle woningen de vlag; de geheele
bevolking jubelde den Koninginnen
toe.
Het hoofddoel van den tocht was
een bezoek aan het Raadhuis, waar
Hare Majesteiten onder den koepel
van fijn denneirroen werden ontvan
gen door den burgemeester, mr. H.
A. van de Velde, de raadsleden en
notabelen.
Uit naam van do bevolking hield
de burgemeester eene toespraak ter
vertolking van de gevoelens van ge
hechtheid en verknochtheid aan het
Vorstelijk Huis. Hij smeekte Gods
zegen af voor de Koninginnen en het
Huis van Oranje.
Onder gezang en de opstelling der
vereenigingen werd de jubeltocht
voortgezet door andere Westlandsche
gemeenten. Op verschillende punten
werden bouquetten aangeboden, die
de Koningin met een handdruk aan
vaardde.
Prachtig herfstweder begunstigde
den tocht door Hollands Moestuin.
Op de Regentesselaan in Den Haag
werden Maandag aan de Koningin op
Haren weg naar het Westiand, rui
kers aangeboden door de jongejuf
frouwen Smets eu Wilhelmina Byning.
De Koningin dankte recht vrien
delijk „Dank je wel, hoorik vind
het heel aardig vau je."
En toen het laatstgenoemd kleintje,
een dame van 4 jaren, heel parmantig
zei„Ik heet ook Wilhelmina"
toen lachte de Koningin en gaf nog
een handdrukje, zeggend„Zoo, zoo,
heet je ook Wilhelmina P'
Vertrek van vorstelijke
personen.
By het vertrek, Maandag, uit Sche-
veningen werd den Groothertog van
Saksen en de Hertogin van Mecklen
burg uit het Hotel-Kurhaus uitge
leide gedaan door den directeur-gene
raal, die bouquetten deed aanbieden.
De Groothertog en zijne dochter be
tuigden hunne tevredenheid over de
uitmuntende zorgen en de Groother
tog uitte zyne beste wenschen voor
de verdere ontwikkeling van Scbe-
veningen en hoopte, wanneer het zyn
gezondheid zal gedoogen, het volgend
jaar weer op de hadplaats terug te
keeren.
De vorstelijke personen werden door
een groote menigte toegejuicht.
De Groothertog heeft het zilveren
kruis van verdienste verleend aan den
gerant van het hotel-Kurhans, den
heer H. Raupe.
Het vertrek van de vorstin van
Wied met den erfprins en de prin
sessen op Woensdag a.s. over Amster
dam naar Dnitschland, is bepaald op
11.35 voormiddags (spoortyd) per
Staatsspoor.
De indisehe prinsen.
Gevolg gevende aan eene uitnoodi-
ging van de directeuren der Rotter-
damsche Lloyd, de heeren Wm. Ruys
Zonen, kwamen Maandagnamiddag
te 12 u. 49 (spoortyd) de Sultan van
Siak, prins Ario Mataram en de ove
rige gezanten van Solo, en de twee
prinsen van Koetei, met hun gevolg,
te zamen 12 personen, aan het sta
tion D. P. te Rotterdam aan. Door
de heeren Ruys aan dat station ont
vangen, begaven zij zich eerst naar
het raadhuis, waar de Indische vor
sten aan den burgemeester werden
voorgesteld.
Vervolgens werd met den tender
van de heeren Ruys Zonen een
boottocht op de rivier gemaakt, waar
aan ook de directeur der gemeente
werken, de heer G. J. de Jongh,
deelnam. Nadat aldus de havenwer
ken bezichtigd waren, werd een rij
toer door de gemeente gemaakt. In
het Maashotel werd aan de Indische
vorsten een diner aangeboden, waar
aan, met den burgemeester en den
heer De Jong als genoodigden, de
directie en de commissarissen van de
Rotterdamsche Lloyd deelnamen.
Te 8 u. 14 (spoortyd) des avonds
vertrokken de Indische vorsten weer
naar 's-Gravenhage.
Uit de „Staatscourant".
Koninklijke Besluiten.
Benoemd tot kantonrechter-plaats
vervanger in het kanton Hoogeveen,
mr. L. Nysingh Kymmell, bnrgemees-
tec, advocaat en procurear, wonende
te Westerborktot kantonreebter-
plaatsvervanger in het kanton Ter-
borg, mr. A. baron van Heeckeren
van Keil, wonende te Stad-Doetin-
cheratot griffier by het kantonge
recht te Gorinchem, mr. G. Blokhuis,
thans kantonrechter-plaatsvervanger,
advocaat en procureur aldaar.
Aan mr. H. Vaillant, op zyn ver
zoek, verleend eervol ontslag uit zyne
betrekking van ambtenaar van het
openbaar ministerie bij de kantonge
rechten in het arr. Rotterdam, voor
de kantons No. 3 en Gouda, ter stand
plaats Rotterdam; benoemd tot amb
tenaar van het openbaar ministerie
by de kantongerechten in het arr.
Rotterdam voor de kantoDS Rotterdam
no. 3 en Gouda, ter standplaats Rot
terdam, mr. J. Hanegraaff, thans amb
tenaar van het openbaar ministerie
by de kantongerechten in het arr.
Rotterdam, voor de kantons Rotterdam
no. 1 en Schoonhoven, ter standplaats
Rotterdam.
Aan de na te noemen personen ver
lof verleend tot het aannemen der
onderscheidingsteekenen achter hnnne
namen vermeld
jhr. mr. J. Röell, te's Gravenhage,
oud-minister van bnitenlaodsche zaken
lid van de Eerste Kamer, der ver
sierselen vau ridder-grootkruis in de
orde der Ster van Rumeuiö, hem door
den koning van Rumoniögeschonken;
J. J. Duynstee, te 's-Gravenhage,
lid der Provinciale Staten van Zuid-
Holland en hoogheemraad van Delf
land, de versierselen van ridder in de
orde van den H. Gregorius den Groo-
ten, hem door den Paus geschonken.
Examens Gymnastiek.
De miuister van binnenlandsche
zaken brengt ter kennis van belang
hebbenden, dat het examen ter ver
krijging van akten van bekwaamheid
voor huis- en schoolonderwijs in de
vrye- en orde-oefeningen dor gym
nastiek zal aanvangen op 17 Oct. e.k.
Zy die zich aan dit examen wen
schen te onderwerpen, gelieven zich
vóór 5 October a. s. aan te melden
by den voorzitter der commissie, voor
welke zy verlangen te verschijnen
met overlegging vana. geboorte-
i akteb. getuigschrift van zedelijk
igedrag.
De adspiranten die aauspraak heb-
j beu op vrijstelling van het in art. 65
1 der wet op het lager onderwijs be-
paalde examengeld, gelieven daarvan
te doen blijken door by hunne aan-
gifte over te leggen de akte van be
kwaamheid vermeld in art. 56, onder
a of b dier wet, verkregen vóór 1
Januari 1890 of de daarmede gelijk
gestelde akte van bekwaamheid of
toelating.
De voorzitters der commissiën zyn:
t6 Nijmegen, jhr. mr. L. F. H. Michiels
van Kessenich, inspecteur van het
lager onderwijs in de eerste inspectie,
te Roermond; te Rotterdam, mr. A.
M. de Cock, schoolopziener in het
district Rotterdam, te Rotterdam; te
Haarlem, F. J. Poutsma, schoolop
ziener in het district Haarlem, te
Haarlem; te Zwolle, J. E. vanRenesse,
schoolopziener in bet district Heoren-
veon, te Sneek; te Groningen, J.
Wj,jn, schoolopziener in het district
Winterswijk, te Hoogezandte Maas-
FEUILLETON.
12)
Maar de koning, die bijna krankzin
nig van schrik was, wilde niemand zien.
Hij had aan allen zelfs aan zijn fami
lieleden, vertrouwelingen en gunstelin
gen den toegang tot rijn vertrekken ont-
zegd.
Friqueitte kon tenminste den kleinen
Li goeden dag zeggenhij was om
ringd door rijn lijfwacht, die uit jongens
bestond, waarvan de oudste ternauwer
nood veertien jaar telde, maar die allen
als veteranen gewapend waren.
De kleine prins brabbelde eenige
Franscho woorden, terwijl Friquette van
haar kant een weinig Chineesch ver
stond.
Met deze weinige taalkennis, maar
met veel sprekende «rebaren slaagden de
beide vrienden er in zich. voor elkaar
verstaanbaar te maken.
Toen de kledno Li hoorde, dat Fri
quette hem ging verlaten was hij zeer
uit het veld geslagen, snikte luid en om
armde naar hartstochtelijk.
Zijn lijfwacht, hem ziende weenen,
volgde evenals de koren in de klassieke
tragedies rijn voorbeeld en steunde droe
vig-
Na rijn ontsnapping was de kleine Li
dank rij den gezonden levensregel, dien
hij nu volgde en welke door Friquette;
voorgeschreven was, een net, mollig Chi-
neesje geworden, en al kon men hem niet
mooi noemen, hij zag er toch present»-1
bel uit.
Goede voeding, water en zeep, en
schuieren hadden him uitwerking niet
gemist.
Iedereen was verrukt over het tegen-:
woordige uiterlijk van het ventje cn;
bracht hulde aan de jonge mandarijne, j
die uit het verre westen gekomen was.
Maar op dit oogenblik was er niet.,
veel met bet prinsje aan te vangen.
Tevergeefs trachtte Friquette hem!
duidelijk te maken, welk gevaar rij liep
als zo nog langer bleef.
Hij riep maar steeds
„Nannan nan (wat neen be-
teekende.)
„Ik wou dat je „nan-nan" op de Moo-
kerheido zat.
Het is wat moois
wil mij vermoorden?"
Dit zeggende streek ze met haar hand
langs haar hals, om hem te beduiden,
dat men haar oen kopje kleiner wilde
maken.
„Nan... nan!... Falliquette niet var-
moorden
„Toch zullen rij het doen...
Leelijke mannen, de Togakoutoe ge
naamd, willen mij dooden.
Begrijp ge mij nu?
Zij rijn woedend op mij... op ons al
len... Zij doen hun naam wel eer aan.
want rij zetten ons den dolk op de keel.
Het is beestachtig
Deze woordenvloed, die vergezeld ging
van haar innemenden lach, kalmeerde
Li oen weinig.
Friquette nam het kind in haar ar
men, terwijl een hevige aandoening zich
van haar meester maakte.
„Lieveling," zeide rij, terwijl de tra
nen in haar oogen opwelden, „probeer
mij niot terug te houden. Ik moet ver
trekken.
Het doet mij genoeg verdriet je te
moeten verlaten... want ik houd veel
van je
Wij vrouwen voelen ons altijd aange
trokken tot degenen, die ongelukkig rijn
en jij bent zoo ongelukkig
Luister begrijp mij goed men Onze genegenheid, die geen bereke
ning kent, gelijkt die van een oudere
zuster of moeder...
En jij houdt ook veel van mij... arme
jongen, die geen zuster of moeder heeft...
Je bent de liefste herinnering aan
mijn eerste wederwaardigheden in dit
onbekende land.Vaarwei.kleintje.
Het kereltje had geen woord begrepen
van wat rij fluisterend en snel sprak,
terwijl de aandoening, die rij niet zocht
te onderdrukken, haar overweldigde.
Maar haar zachte stem, liefkoozingen
en kussen, kalmeerden het kind.
Hij omhelsde haar voor de laatste
maal en voegde zich toen bij de lijfwacht,
terwijl het jonge meisje zich verwijder
de onderwijl haar tranen drogend.
Friquette ging naar haar paleis en
maakte zich haastig voor de reis gereed,
er voor zorgend als Engelsche te vertrek
ken, om zoodoende nieuwe onaangenaam
heden te vermijden.
Om drie uur verscheen de missionaris
met een talrijk gevolg bestaande uit
Tien dragers, twee draagstoelen en
vijftien soldaten, die hij uit rijn getrou
we volgelingen liad gekozen.
„Wij vertrekken, mijn kind," zeide
hij zonder eenige inleiding.
„Ik ben klaar," antwoordde Friquet
te kortaf, „en dank u nog wel duizend-
„Spreek daar niet van...", viel de
grijsaard baar in de rede, „het is mij een
waar genoegen u van dienst te kunnen
rijn
„Twee draagstoelen vroeg Friquette.
„Ik zal u tot Tchemoulpo vergezellen."
„Wat rijt ge toch goed!
„Kom, stap in, spoedig, wij hebben
geen tijd te verliezen."
Beiden kropen in het voor hen be
stemde vervoermiddelde dragers liie-
ven de draagstoelen op en wendden him
schreden naar de Zuidpoort.
Hoewel Friqueitte zich in 't gevaar
moedig toonde, vreesde rij, en met recht,
een valstrik zeer.
Zij voelde zich beter op haar gemak
in het volle licht dan in het duister.
Zij zuchtte dus van voldoening, toen
de palatijneu de poort bereikten.
„Oik ben geredjuichte rij, den
kend dat rij nu haar vrijheid te gemoet
Arme Friquette!
De stoet hield stil. De koorier die
voorop liep kwam met een ontsteld ge
laat vertellen, dat de poort op bevel van
den koning gesloten was en de officier
weigerde haar te openen.
De missionaris stapte uit rijn draag
stoel en trachtte den man over te halen.
Friquette voegde liaar stem bij de
zijne.
Zij smeekte, bad en dreigde
Maar de man was niot to verbidden.
„Ik moet sterven, als ik de poort open
en dat wilt ge toch niet."
De koning had in rijn vreeselijkon
angst geloofd dat hij veilig was, wanneer
hij alle poorten der stad liet sluiten.
De ongelukkige man had in rijn doods
angst alleen aan vijanden buiten de stad
gedacht en vergeten, dat er onder rijn
twee honderdduizend onderdanen ook
wel samenzweerders konden schuilen.
Do twee vluchtelingen keerden be
droefd huiswaarts.
De geestelijke begaf rich weer naar
rijn huis, dat als een tempel gebouwd
was, en Friquette keerde naar haar
paleis en bedienden terug.
Intusschen was het nacht geworden.
Friquette, die zich bij de gedacht
aan de Tagokoutos, niet erg op haar ge
mak gevoelde volgde het voorbeeld van
don koning en liet alle deuren afsluiten.
„Een nacht is gauw voorbij en de
morgen niet ver meer af... en dan zal
ik wel de vergunning van Li-Houi ver
krijgen om te mogen vertrekken."
Den volgenden morgen al heel vroeg
was de stad in rep en roer.