NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
avonturen van
Friquette.
16e Jaargang.
Vrijdag 30 September 1898.
■o. 4679
HAARLEMS DAGBLAD
AJBOISO^'EnVCEnsrTSFB^I O'S
Voor Haarlem per 8 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 8 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post 0.371/2
AJDVTEIE^T3EÏ3SrT3ZËI2ST
ui 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Ad verten tién worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PublicUé Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zyn BloemendaalSantpoort en SchotenP. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,by de tolSpaamdam, C. HARTENDORPZandvoord, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
uit de Oranjestraat, die een groer te-1
wagen voortduwde.
Zy werd, niet onbelangrijk ver
wond, by den heer Jolles binnenge
dragen, waar haar zoo spoedig doen
lijk geneeskundige hulp verleend werd.
Het Ameublement, op de Tentoon
stelling van Vrouwenarbeid ingezon
den door het Haarlemsche Comité,
met bestemming om ten bate van de
tentoonstellingsfondsen te worden ver
loot, is bij de op 28 September j.l.,
ten overstaan van den notaris M. N.
Beets te Haarlem gehouden verloting,
ten deel gevallen aan no. 1587. Naar
wy vernemen werd het winnende lot
te 's-Graven hage op de tentoonstel
ling gekocht door eene te Haarlem
wonende dame.
STADSNIEUWS
Eerste en derde pagina. J
Haarlem, 28 Sept. 1898.
Electrisch Liclit.
De veriichtingsquaestie, hoe oud ook,
blijft altijd nieuw. De meiisch, die zioh
in het zonlicht het behaaglijkst voelt,
tracht in zijn a.vondverlichting steeds
meer het daglicht te naderen en door
keel de wereld heen is de aandacht ge
vestigd op het electrisch licht, waaraan
toekomst behoort. Was er niet een
financieel bezwaar, dan zou ook Neder
land van den Helder tot Maastricht elec
trisch verlicht worden. Maar helaas,
hier komt onze zucht naar het beste in
botsing met onze portemonnaie. Voor
een enkelen particulier, die zijn huis
electrisch mocht willen verlichten hangt
wanneer hij niet tot de rijken behoort
- de peer voorloopig nog te hoog.
Ja, waar men arbeidskracht en licht
tegelijk noodig heeft, daar is het wat an
ders. De Haarlemsche Machinefabriek
niet eens meegerekend, waar wel niet
anders dan electriciteit de bron van
drijfkracht en licht kan wezen omdat
de fabriek de toestellen daarvoor zelf
vervaardigt hebben we tegenwoordig
toch nog twee fabrieken, waar da elec
triciteit ten troon is verheven, de werf-
Conrad en de Caoutchouc-fabrieb van
Gebroeders Merens. Over de laatste dee-
len wij eerlang een en ander mede, wat
de Conrad aangaat, zij, heeft eene instal
latie van 2 stoommachines, elk van 125
p.k. en drie dynamo's (een komt daar
nog bij) en natuurlijk een zeer uitge
breid schakelbord. Door de haven is een
kabel gelegd, waarmee ook het woonhuis
ran den directeur electrisch wordt ver
licht, terwijl ook allerlei huiselijke be
sognes, als koken en strijken, door mid
del van electriciteit worden verricht.
Dit is een aanleg van de firma Willem
Smit te Slikkerveer, wiens electricien,
de heer Rössling, reeds geruimen tijd
bier verblijft. Hij heeft inmiddels ook
eens in do stad rondgekeken en onder
handelingen op touw gezet voor electri-
sche verlichting van een paar groote:
verbruikers te zamen of van een geheel
blok huizen.
Voor blokverlichting zijn de perceelen
van de Groote Markt tot de Paar laar-
steeg, die. straat zelve, de Koningstraat
tot aan de Markt en de magazijnen van
de firma Kaxthaus, door hunne ligging
als het ware aangewezen. Niet het minst,
omdat daarbij geen vergunning van het
gemeentebestuur noodig is, behalve die
tot plaatsing van een stoommachine.
De heer Rössling meent, dat dit blok
niet alleen niet duurder, maar zelfs goed-
kooper met electrisch licht zou kunnen
worden verlicht dan nu geschiedt met
gas. Naast deze combinatie denkt hij
zich eene andere, van het Café Brink-
mann met de Sociëteit de Kroon eene
van de Soc. Vereeniging. Genoeg om
weer opnieuw de aandacht te vestigen
op dit Hciht van de toekomst, op het be
zit waarvan plaatsjes als Baani zich
reeds kunnen verhoovaardigen.
De heer Yves Gayot met zyn echt-
genoote en twee dochters, heeft Woens
dag Amsterdam verlaten, bezocht des
middags onze stad, terwyl Teylers
Museum en de Groote Kerk werden
bezichtigd, waarna hy zyne reis naar
de residentie vervolgde.
Hedenmiddag zou hjj van daar naar
Rotterdam vertrekken, om verder de
terugreis naar Parys te aanvaarden.
Vroeger hebben wy wel eens ge
legenheid gehad, melding te maken
van een stadgenoot, den heer J. Post-
ma, die zich toen reeds deed kennen
als een begaafd jong violist, die goede
verwachtingen opwekte. Sedert dien
tyd maakt hy als eerste violist deel
uit van de Arnhemsche Orkestver-
eeniging, directeur de heer Heuckeroth.
In Arnhem nu heeft onlangs de
heer Postma medegewerkt aan een
concert in de Groote Kerk, waarover
een toonkunstenaar aan de Arnhem
sche Courant schryft
„Het tweede nommer, Air van J.
S. Bach voor viool en orgelbegelei
ding, werd zeer schoon voorgedragen
prachtig is de toon, dien de heer
Postma aan zyn instrument weet te
ontlokken, gevoel en kunst spreken
uit zyn vertolking
Preghiena voor viool en orgel, van
Martin Röder, is een zeer mooi ge
bed en byzonder in de kerk op zyn
plaats. Eveneens speelde de heer
Postma dit met bezieling"
Referent eindigt met een woord van
dank aan de beide kunstenaars.
De taillemeter.
Eenigen tyd geleden ontvingen wy
van de firma Wisbrnn Liffmann,
Anegang alhier, een door haar in den
handel gebracht toestel tot het zelf
maken van japonnen. Overtuigd van
onze onbevoegdheid in deze materie
verzochten wy aan een dame des
kundige ons haar oordeel te doen
kennen.
Wy laten dat hier volgen
Een uitstekend hulpmiddel by het
maken van een patroon voor een
taille is de taillemeter. Hy bestaat
uit twee boekjes benevens een stevig
cartonnen apparaat. Het eene boekje
beschryft wélke maten genomen
moeten worden en hoe men daarvan
de patronen teekent, terwyl het andere
boekje het maatnemen en het teekenen
der patronen door figuren aanschou
welijk voorstelt. Natuurlijk zyn er
èn in de beschrijvingen èn in de
teekeningen correspondeerende cijfers,
die het voor iedereen heel duidelijk
doet zyn. Het cartonnen apparaat is
eigenlijk eene vereeniging van de
verschillende lijnen, die men by het
teekenen van een taillepatroon noodig
heeft. Met behulp daarvan kan men
van punt tot punt zuivere lijnen trek
ken. De taillemeter is voor iedere
dame, die costumes wil maken zeer
aan te bevelen. Ieder is daardoor in
staat zichzelve het maatnemen en
patroouteekenen eigen te maken.
Hedenmorgen werd op de Nieuwe
Gracht tusschen Kruisweg en Rol-
huizen door het rijtuig van den heer
Enschedé uit de Zijlstraat, een vruuw
overreden, zekere juffrouw Francois
Leger des Heils.
De Marécbale, de oudste dochter
van Generaal Booth, leidde Woens
dagavond hier ter stede de bijeenkomst
door gebeden en toespraken, hierin
bijgestaan door Ensign de Zwaan,
die de rede, welke in het Engelsch,
gehouden werd, vertaalde. Hierna
sprak de kolonel Cozanty, chef-secre
taris, de aanwezigen nogmaals toe.
Deze meeting werd door vele be
langstellenden, waaronder eenige aan
zienlijke, bijgewoond.
BINNENLAND
Het plan moet reeds nu by H. M.
de Koningin vaststaan H. M. gaf
het zelf aan eenige autoriteiten in de
laatste dagen te kennen om in het
volgend jaar weer een reis door het
land te maken en alle provincies op
nieuw te bezoeken.
(Arnh. Crt.)
Staatsbegrooting 1899.
Hoofdstuk IX Waterstaat)^ is thans
in druk verschenen. Yoor rivierver-
leteriug is f808,000 uitgetrokken,
waarvan f245,000 voor de Yecht in
Overysel en f 191,500 voor de Maas
voor uitbreidingswerken te IJmuiden
is f469,000 geraamd.
Onder de nieuwe werken en sub-
sidiën zijn uitgetrokken f8000 voor
de geologische kaart, f50,000 voor
aanschaffing van een ysbreker, f 117,000
voor verbetering der Heldersche zee
wering, f25,000 voor de verbetering
van zeewerken op Wieringen, f 160,000
voor verdediging van de Noordzee
kust in Noord-Holland C/s gedeelte),
f 30,000 voor de verbetering der ha
ven te Delfzijl, f74,000 voor verbree
ding der Zuid-Willemsvaart, f 5200
voor de telephonische verbinding van
Schokland en Urk, f 12,000 voor een
wachtpost tevens telegraafkantoor
en woning v^an den Kanaalwachter
aan de Hembrug, f 17,000 voor ver
betering der westelijke waterleiding
te Ter-Neuzen en knechtswoning,
f 16,000 voor eene tweede doorvaart
van de Postbrug, f 18,500 voor ver
nieuwing van de schutsluis in de Veen-
huizervaart, f 50,000 bijdrage aan het
waterschap Regge, f66,700 bijdrage
aan het waterschap Berkel, f2000
bijdrage voor de haven te Philippine,
f10,000 bijdrage voor kunstwegen te
Emmen, 116,200 bijdrage voor een
weg Vries—Peize, f21,600 bijdrage
voor een weg Zundert—Belgische
grens, f 15,500 bijdrage voor een weg
Haaksbergen—Dnitsche grens en
f 22,000 bijdrage voor verbetering der
Oude Vaart.
Verder f 30,000 voor onderzoek en
herstel der grafelijke zalen, f 20,000
voor aankoop van een huis in den
Practizynshoek te 's-Gravenhage,
f406,000 voor aanleg van havens in
verband met den aanleg van stoom
tramwegen, f300,000 subsidie voor
den aanleg van stoomtramwegen en
f 167,300 subsidie voor die de Parij-
sche wereldtentoonstelling van 1900.
Op de begrooting van waterstaat
is gerekend op aanstelling van machi
nisten voor de electrische verlichting
en waterleiding by de sluizen te IJmui
den en aanstelling van het personeel
voor den vischafslag aldaar3 ton is
geraamd voor gemeenschappelijk met
Noord-Holland versterken van de zee
wering, allereerst der zwakke punten
en het aanleggen en in standhouden
van flinke zanddijken, zoodanig dat
de algemeene toestand geen onge
rustheid behoeft te veroorzaken.
Zoodra het overleg met de Holl.
IJzeren Spoorwegmaatschappij zal
zijn afgeloopen, zal de uitvoering van
het werk der vernieuwing van het
westelijk viaduct alhier met kracht
ondernomen worden.
Het ligt in de bedoeling nog in den
loop van dit jaar tot de oprichting
der Noordooster Locaalspoorwegmy.
over te gaan. Yoor een tramweghaven
te Lemmer, welke door een verbin-
dingsspoor met het tramenplacement
zal worden verbonden, en welke bui
ten de schutsluis zal uitmonden, is
f15,000 subsidie uitgetrokken.
Een collega van curatoren zal wor-
den ingesteld voor het Kon. Ned,
Meteorologisch Instituut.
De 3 ton voor de Parysche ten
toonstelling strekt om te bestrijden
de kosten, voortvloeiende uit de be
moeiingen ten behoeve der inzendin
gen uit Nederland en voor de inzen
dingen van de Dept. van Oorlog en
Waterstaat.
Yoorgesteld wordt aanneming van
een va3t stelsel van bevordering der
ambtenaren van het stoomwezen en
vermeerdering van het korps met een
adspirant-ingenieur en een opzichter.
Voorts twee ambtenaren, een chef de
bureau en een klerk toe te voegen
aan de inspecteurs en adjuct-inspec-
teurs van het toezicht, bedoeld by de
veiligheidswet en de arbeidswet, het
korps aan te vullen met twee adjunct-
inspecteurs en over te gaan tot de
benoeming van een adjunct-inspectrice
van den arbeid.
Bij de uitgaven voor de posteryen
is gerekend op een vast jaarlyksch
verlof voor de ambtenaren.
Het „Nut."
Aan het jaarboekje van de My. tot
Nat van 't Algemeen, is het volgende
ontleend
De rekening en verantwoording over
het afgeloopen jaar wyst in uitgaven
aan het bedrag van f 33,l37.96,/a,
waarvoor f 1430 uit het kapitaal der
My. moest genomen worden. De staat
der bezittingen bedraagt ruim f 19.000,
waarbij oog komen f20.000 belast
met vruchtgebruik en ,/6 van het te
ontvangen saldo der liquidatie nala
tenschap mr. Hamelberg.
De aangeboden begrooting voor
1898/99 bedraagt in uitgaven f 40,940,87
het vermoedelijk nadeelig saldo zal
zijn f7450, te nemen uit het kapitaal
der maatschappij.
Op 8 Augustus 1898 bedroeg het
aantal departementen 308, het aantal
leden 13.082 en 266 eereieden, tegen
813 departementen, 13,435 leden en
276 eereleden op 1 Juli 1897.
Een déraillement.
Dinsdagavond werden de reizigers
in den laatsten trein Utrecht—Rot
terdam nabij Harmeien opgeschrikt
door een geweldigen schok. Een der
wielen van de locomotief was afge
broken, waardoor de machine en de
eeeste bagagewagen derailleerden. Met
het veilig maken der baan was men
1 uur bezig, in welks tijdsverloop
een andere machine was gearriveerd
om reizigers en post in plaats van te
12 uur, te halftwee te Rotterdam aan
te brengen.
dat zij ten allen tijde bereid ware»
voor hunne Koningin en hun vaderland
hun leven te geven, dan zoude men met
ons de overtuiging erlangd hebben, dot
ook verre van het vaderland de „Oranje-
dag" op waardige wijze kon worden ge
vierd.
En de traan in het oog van de vrouwe
lijke passagiers was een stille hulde aaa
de zoo innig geliefde vorstin.
Dat het detachement en de bemanning
gul onthaald werden door onzen kranigea
gezagvoerder, dat op het diner de cham
pagne fonkelde in de glazen en nog me
nige feestdronk gewijd werd aan het ge
liefde vorstenhuis, zal wel geen vermel
ding behoeven.
Een spectacle varié sloot onzen feest
dag in volle zee en toen onze brave sol
daten als laatste nummer gaven een met
groen, oranje en de- driekleur versierd
portret van onze vorstin, waarom de
beste zangers zich vereenigd hadden, die
het oxide Oranjelied aanhieven toe*
vond die zang niet alleen weerklank bij
allen, doch in aller harten rijpte dat
eenige ware ernstige voornemen
„Wij zullen onzer Koningin Wilhelmi-
na getrouw zijn tot aan den dood."
Hulde aan onzen gezagvoerder, die aaa
de passagiers van de Koningin Wilhd-
rnina zulk een feestdag bereid heeft.
Koninginnedag op zee.
Een der passagiers van het stoom
schip Koningin Wilhelmina schrijft het
volgende aan het Hbld.
't Was voor de passagiers een heer
lijke feestdag dié 6 September.
Al betreurden zij het hunne geliefde
Koningin niet te kunnen zien en toe
juichen, zij keerden naai' him vaderland
terug en zij waren er trotsch op den
Oranjedag te vieren op het prachtige
stoomschip dat de eer heeft den naam te
dragen van Koningin Wilhelmina.
Met een flinken bries en helder blau
we lucht doorkliefde de Koningin dien
dag den Oceaan.
De kranige gezagvoerder, de heer
Dninker en een wakkere feestcommissie
hadden er voor gezorgd, dat die dag
vooral voor de terugkeerende militairen
en bemanning een ware feestdag zoude
zijn.
Reeds te half negen begonnen de volks
spelen, die den geheelen dag voortduur
den.
Het geheele dek was ter beschikking
gesteld van het detachement en het
mastklimmen, boegspriet- en zakloopen,
het stroophappen en het tonsteken op
het nu eu dan flink stampende schip ga
ven menig teekenend tooneeltje te zien.
Ten 10 u. vm. vereenigden zich de
officieren en de bemanning van het
stoomschip, het detachement militairen
en alle passagiers op het middenschip
en wijdde een der passagiers een ernstig
woord aan de gelïefdei vorstin, wier
moeielijke taak alleen door de trouw en
de toewijding van al hare onderdanen
het Nederlandsche volk ten zegen zoude
rijn.
En wanneer men na die woorden die
van Atjeh terugkeerende militairen ge
zien had, in wier oog men de verzekering
Land- en Tuinbouw.
UIT AMSTERDAM.
Floralia.
Vereeniging tot Volksontwikkeling
door bet kweeken van bloemen
en planten.
Woensdagavond werd in „Maison
Stroucken de 25ste jaarlyksche ten
toonstelling in tegenwoordigheid van
een zeer talrijk publiek geopend.
De heer P. H. Testas, eerelid en
oud-president van de vereeniging,
hield eene feestrede.
Het is, zoo zeide spr., nu 25 jaar
geleden dat door de Nederl. Tuin
bouw My. in vereeniging met de ver
eeniging „Linaeus" de vereeniging
„Floralia" werd opgericht.
Slechts drie van de oprichters zyn
thans nog in leven, nl. het eerelid en
oud-voorzitter Perk, de heer Pellom
de president en mijn persoon Het is
de 25ste tentoonstelling. Dat deze
minder feestelijk wordt ingewijd dan
men zou verwachten is een gevolg
van de geldelijke moeielykheden,
waarin de vereeniging verkeert. Het
bestuur heeft daarom terecht gemeend
de tering naar de nering te zetten.
Als ik m|jne gedachten zoo laat gaan,
vervolgde spr., zie ik de vlag van
Floralia nog wapperen op 't Paleis
voor Volksvlijt, voor P'.ancius, café
Flora en Maison Stroncken. In 't
laatste gebouw is 't nu voor de 16de
maal dat de tentoonstelling gehouden
wordt. Hier zyn wy thuis. Hier heb
ik gezien dat soms wel 10.000 plantjes
werden ingezonden. Elk kina kwam
met zyn potje aan zetten. Wel is dit
aantal, toen meerdere plantjes aan
een persoon werden uitgereikt, sterk
verminderd, doch daar staat tegenover
dat we gewonnen hebben aan fraai
heid en pracht der ingezonden plan.
FEUILLETON.
18)
Barca sloeg rijn tent ver van het
dorp verwijderd op, en Friquette nog
vermoeider dan den vorigen dag gebruik
te haastig het een en ander en legde
zich te ruste, zender er een oogenblik
aan te denken dat rij rich in een woeste
streek bevonden en aan de genade van
gewetenlooze menschen overgeleverd wa
ren.
Zij bevonden rich nu nog twaalf kilo
meter van, Marovoay af, waar rij twee
dagen dachten te rusten.
Wat! al weer?
Men moet echter niet vergeten, dat
dergelijke tochten van zeven a acht uur
au dan in de felle zon zeer afmattend
rijn.
Wij, die gewoon rijn enorme afstan
den per spoor, rijtuig of velocipede af te
gen, kunnen ons geen denkbeeld ma
ken van een dergelijke langzame reis en
ons nauwelijks in de moeielijkheden in
denken van een tochtje van vijftien a
twintig kilometer.
Ten eerste wordt gij voortdurend door
een ondragelijke warmte gekweld, het
zweet parelt u op het gericht en door
weekt uw kleeren, en een afschuwelijke
dorst en insecten komen het onaangena
me van uw toestand nog vermeerderen.
Daarbij rijn de wegen bijna onbegaan
baar rij stijgen, dalen, loopen over rot
sen, door aioderpoelen, stinkende slooten
en kreupelbosch de schokken, sprongen
en struikelingen van het beest, dat zich
moeielijk voortbeweegt, de ongemakkelij
ke houding op een slecht vervaardigd
zadel.dit alles maakt den reiziger half
riek.
„Gij, die in een geriefelijk 1ste klassei
compartement in een hoekje rit gedoken,
en weilanden en huizen voorbij riet vlie
gen, kimt u moeielijk voorstellen hoe af
gemat Friquette na haar reis van die
twee dagen was.
Te Madagascar kan men wel op een
andere, meer origineele en minder ver
moeiende manier reizen. Men kan rich
nl. laten vervoeren in een zoogenaamde
„Ailanjane". Dit is een soort- primitieve
leuningstoel, aan welks rijden men een
boom heeft aangebracht. De reiziger of
liever do patient neemt op den stoel
plaats, twee dragers van beroep heffen
hem op, leggen de boomen op hun schou
ders en zetten rich in beweging.
Over 't algemeen lijkt het voertuig
veel op een palankijn.
Maar zulk een vervoermiddel is niet
gemakkelijk te. verkrijgen en kost zeer
duur.
Bij gevolg was Friquette wel verplicht
rich tot nader order op haar zébu, rijn
vriendelijkheid en zachtmoedigheid te
verlaten.
Anderhalf uur, nadat rij Aliadana ver
laten hadden deed zich een nieuwe en
groote moeielijkheid in den vorm van
een rivier voor.
Deze rivier de Andranolava genaamd
was slechts twaalf meter breed en twee
meter vijftig diep, maar het was toch
een lastige quaestie om er over te komen
Op een anderen tijd zouden rij met
de pont, door de genie vervaardigd, over
kunnen varen. Tegen een kleine vergoe
ding kon men dan naar de overzijde ge
bracht worden.
Maar de inlandsche visschers waren
voor de Fransche troepen gevlucht, zoo
dat Friquette haar oppasser en de zébu
zich zeer in 't nauw gebracht zagen.
Zij hielden stilhet jonge meisje
sprong op den grond, en Barca zon op
een plan.
Het duurde niet lang of hij had een
origineel praktisch plan gevonden.
Niet ver van daar bemerkte de Kabyl
eenige Lefebvre rijtuigen, die niet meer
gebruikt schenen te worden.
Daar de geleiders geen partij meer van
deze voertuigen wisten te trekken en lie
ver hun last per muilezel vervoerden,
hadden rij ze achtergelaten.
Deze verandering was geheel in hun
voordeel, want zelfs zonder vracht kon
den de rijtuigen met moeite voortge
sleept worden.
De Kabyl zag het dichtstbij staande
na, dat mét de boomen naar boven ge
keerd was, evenals een mensch, die in
wanhoop de armen ten hemel heft.
Barca, zeer goed met het mechaniek
bekend zijnde en wetend hoe hij het rij
tuig in een boot moest veranderen, liet
de veeren springen, maakte de wielen los
en was toen in het bezit van een metalen
bak, die veel op een Decouville wagentje
geleek.
„Wat gaat hij nu beginnen V' vroeg
Friquette zich af, terwijl Barca rijn
werk handig verrichtte.
Barca, die evenals alle Arabieren niet
rederijk was, beantwoordde haar vraag
met handelingen.
Hij haalde een kluw touw uit rijn zak,
wond een eind af en maakte het aan
het bootje vast.
Daarop trok hij het naai' de rivier,
duwde het in het water en verklaarde
dat het, dank rij den dikken binnenwand
stevig genoeg was.
Het volgende oogenblik sprong Barca
in het water, het andere eind van het
touw met de tanden vasthoudend en na
een paar krachtige slagen bevond hij rich
aan den overkant.
Terwijl hij rich als een hond die pas
gezwommen heeft, schudde riep hij
„U instappen. Sida."
Friquette begreep hem. Voorzichtig
stapte rij in het rijtuig, nu Ln een bootje
herschapen, waarop Barca het- langzaam
naar zich toetrok.
Twee minuten later bevond het jonge
meisje zich ook aan den anderen oever.
De zébu, de twee eenige wezens die
hem ooit vriendschap hadden betoond
ziende weggaan, wilde rich bij hen voe
gen.
Beladen en wel stortte hij zich in den
vloed, rich weinig bekommerend of de
levensmiddelen en andere zaken zoodoen
de bedierven.
Barca uitte een gil om het dier tot
staan te brengen en sprong toen zelf in
het water.
Het was hoog tijd, want het dier was
reeds een eindje gevorderd.
Barca legde een deel van den last in
het bootje zwom terug, en haalde het
naar zich toe. Dit herhaalde hij twee
maal, totdat de geheele bagage over was.
De laatste overtocht geschiedde in ge
zelschap van den trouwe zébu, die vaU
het frissche bad, waarop hij geenszins
gerekend had, goed profiteerde.
Nadat, hij rich nog eens een paar maal
ondergedompeld had stapte liij op den
oever, schudde zich en begon toen aan
de voeten van Barca en Friquette in het
gras te rollen.
„Mooi... Mayeuse... mooi zoo. mijn
jongen!" riep de Kabyl uit, die nog
droop van het water.
Dat was dc eenige gebeurtenis op den
tweeden dag van hun reis.
En het was ook misschien de eerste
maal, dat de Lefebvre-rijtuigen ec-nig
nut verschaften.
Een geriefelijker rijtuig deed aan het
eind der reis dienst.
Weldra kregen onze reizigers Maro
voay in 't gericht.
„Wel, dat is een stad," riep Friquette
uit, „een wezenlijke stad."
De komst van Friquette te Margvoay
bleef niet lang onopgemerkt De soldaten,
beschouwden haar terstond als een vrien
din en beschermster.
Marovoay is een van die overbevolkte