X
twee man der equipage twist. Van
cón dier mannen was ook de 14-jarig©
zoon aan boord, en deze ziende dat
zffu rader het onderspit zon moeten
delven, stak de andere een mes zoo
diep io het dijbeen, dat, indien niet
spoedig naar Maassluis teruggekeerd
was om geneeskundige hulp, deze
zeker zou zyn bezweken aan bloed
verlies. De dader is in hechtenis ge
nomen.
De tramquae3tie te
Amsterdam.
Woensdag heeft de gemeenteraad
te Amsterdam met 31 tegen 13 stem
men aangenomen eene motie, voorge
steld door de heeren Muller, Fabius,
Yan Nierop, Serrurier en Gerritsen,
met de volgende voorstellen
1. Op 1 Januari 1900 in te trekken
de concessie aan de Amst. Omnibus
My. verleend.
2. Op 1 Januari 1900 het Trambe
drijf tQ nemon in eigen beheer.
3. B. en W. uit te noodigen
a. Hiervan kennis te geven aan de
A. O. M.
b. Den Raad voorstellen te doen
tot uitvoering van dit besluit.
c. Den Raad ten spoedigste voor
stellen te doen tot uitbreiding van
het net.
Inbrekers.
Geruiraen tyd geleden werd inge
broken bjj den goud- en zilverkashou
der Soesman te Bergen-op-Zoom. De
Maatschappij waarbij de beer S. ver
zekerd was. weigerde vergoeding der
schade, omdat h. i. niet gebleken was
dat er inbraak bad plaats gehad. De
eigenaar heeft, ook met het oog op
geruchten die minder vleiend voor
em waren, op allerlei wijze getracht
zich te zuiveren. Thans vernemen we
het voor hem verblijdend bericht
dat te Antwerpen de daders zijn ge
vat. Eeoige gouden horloges van den
diefstal afkomstig, zijnlin hun bez:t
gevonden. Het vijftal maakt deel uit
van een gansche dierenbende, die in
Parijs en elders groote diefstallen
pleegde en waaronder ook twee vrou
wen" behooren, die het gestolene aan
den man brengen.
Dinsdagnacht is er te Nijmegen al
weder ingebroken, ditmaal bjj een
particulier in de St. Annalaan, den
heer V. d. P.
De dieveu moeten er danig buisge
houden hebben. Behalve een aanzien
lijke waarde aan zilver, zou er ook
f300 aan gelu zyn ontvreemd.
31 jaar in de gevangenis.
De persoon van L S. te Rotterdam
gearresteerd, als verdacht van in
braak te Amsterdam, heeft op 461
jarigen leeftijd reeds 31 jaren in de
gevangenis doorgebracht. Hij pleegde
reeds twee iubraken met daaraan ge
paard gaande diefstallen van 17.000
en 34.000 gld., welke geldsommen
grootendeels door hem verbrast wer
den.
Een ongeluk.
Een bruidspaar te Stolwijk bracht
Dinsdag een bezoek aan familie te
Langeruigeweide. Vóór deo spoorweg
aldaar gekomen, waren de slagboomen
neergelaten voor een naderenden trein.
De bruigom, ziende dat het paard
onrustig werd, sprong uit de tilbury
en kwam io een sloot terecht. Het
jonge paard vloog vooruit en verbrij
zelde den eersten slagboom. De bruid
waagde toen ook den sprong, doch
bleef aan het voetijzer haken, en zoo
ging het den spoorweg over, gelukkig
langs den laatsten wagen van den
voorbijsnellenden trein. De tweede
slagboom vloog nu uit den haak en
verder ging het, terwijl het meisje
achteraan sleepte. Toen het dier een
eind verder gegrepen werd. bleek bet,
wouder boven wonder, dat de bruid
er met ontvelde handen en lichte
beenwonden was afgekomen, hoewel
de kleeren haar aan flarden langs het
ljjf hingen. De bruigom kwam met
den schrik en een nat pak vrij.
van den vermaarden Eugène Scribe j
ten tooneele gebracht door de Ko
ninklijke Yereeniging „Het Neder-
landsch Tooneel" Deze vijf bedrjj-
ven, die zooals ik reeds zeide lang!
zyn, behandelen een alleraardigst J
spelletje, dat io Januari 172-5 metj
deu oppermachtigen heerscber aller j
RussenCzaar Peter de Groote,
is gespeeld door de Czarina Catarina
en eenige leden van de hofhouding.
De Czaar, dien de schrijver ons voor
stelt als vanonmenschelyke wreedheid,
brengt zyn tijd door met het wantrou
wen van Hare Majesteit en het on
derteekenen van tallooze decreten,
waardoor nu eens deze dan weer gene
de vrijheid of, erger nog, het hoofd j
verliest. Weliswaar verliest ook de j
Czaar zjjn hoofd, doch slechts in de j
figuurlijke beteekenis van het woord, i
Men onderschatte niet de groote
waarde van deze moorden als bouw- j
stof van een draa.... drama van dit j
gehalte 1 Intusschen is de Czaar, wiens
wantrouwen volkomen gegrond is. aan
den anderen kant weer een goedige
lummel, want telkens als hy de be-
wjjzen van Catarina's ontrouw in het
helderste licht vóór zich ziet, laat hy
zich weder „paaien". Dat dit gedu
rende vyf bedrijven, die zooals ik
j zeide, lang zjjn op den duur nog
I al vervelend wordt, is vry begrijpelijk
en hieruit resulteert dan ook het ge-1
ringe succès, dat de voorstelling bij
de weinige aanwezigen behaalde.
De Czaar was Bouwmeester, voor
wiens talent het jammer is dergelijke
fraaiigheden te moeten vertoonen. De
Czarina, mevrouw Frenkel-Bouwmees-
ter, was uitnemend in hare rol van
Keizeriu-ex-dienstmeïd. Duidelijk liet
zij blijken, dat haar vroeger rijk de
keuken was; de scène in bet laatste
bedryf zou zelfs een visehvrouw vol- j
komen waardig zjjn geweest. 1
Mevrouw Holtropvan Gelder,
eveneens gedoemd aan al dit zonder
ling gedoe deel te nemen, speelde bare
rol alleraandoenlykst en de Jong, was
in zyn dierbare minnaarsrol houteriger
dan de houten poppen van Cabolt,
die „op brailoften en partijen" de
poppenkast vertoout. Schoonhoven
was de nobele man, die alleen weet
te redden, maar daarbij toch een droe
vig figuur maakt, ook al spande hy
zich in zyn orgaan tragischer dan
ooit te doen klinken.
Schulze en Holtrop, de eerste altijd
dronken (en verdienstelijk dronken
ook 1) de laatste met geen andere rol
in dezen genoeglijken draak dan„Ja
sire!" speelden hunne rollen bepaald
meesterlijk ennu ja, de rest
was aan het aodere gelijk.
Leitere» en SCwrest
De Czarina.
Men schrijft ons uit Amsterdam
van heden:
In den Stadsschouwburg werd gis
terenavond „de Czarina", drama in
niet minder dan 5 lange bedrijven
RECHTSZAKEN.
Beleediging.
De rechtbank te Leeuwarden heeft
in de zaak van Geert Hoitenga. Barend
van der Ploeg en Daan Sjoerds Bak
ker, te Beetgumermolen, beschuldigd
van op 10 Juli jl. op den openbaren
weg aan Allard Dijkstra te hebben
toegevoegd„Dit is de inbreker van
Britsum, inbreker te Britsum, moor
denaar", alle drie te dier zake veroor
deeld tot eene gevangenisstraf van
ieder een maand.
O O ft 9 ft.
Inhuldigingsfeesten te
Batavia.
Er is ook den 6en September druk
feestgevierd te Batavia en in verschei
den andore plaatsen van Indie.
's Morgens is te Batavia een bidstond
in de Willemskerk gehouden, waarbij
Z. E. de gouverneur-generaal en me
vrouw Van der Wijek, o.a. door hun
zoon vergezeld, tegenwoordig waren. Ds.
Fregeres preekte.
In de R.K. kerk word een plechtige
hoogdienst om Gods zegen over de re
geering van Koningin Wilhelmana af te
smeeken, opgedragen door Z. D. H. j
Monseigneur E. S. Luypen, benoemd i
titulair bisschop van Orope en aposto
lisch vicaris van Batavia.
Do c-erw. hoer C. W. J. Wenneker'
sprak de feestrede uit- j
Na afloop van den bidstond in de
kerken van alle gezindten ontving Z. E.
de gouverneur-generaal in bijzonder ge- i
hoor eene deputatie, bestaande uit een
vijftigtal vertegenwoordigers van alle
vrijmetselaarsloges uit Nederlandsch-
Indië.
Met een galabal ten paleize van den.
gouverneur-generaal zijn de inhuldigings
feesten op waardige wijze besloten. Het-
aantal gasten, waaronder natuurlijk alle
buitenlandsche afgevaardigden en in-
landsche vorsten, scheen bijna tc groot
om zich in de keurig versierde en fraai
verlichte zalen van het paleis te kunnen
bewegen. Te ongeveer half tien versche
nen de gouverneur-generaal en mevrouw
Van der Wijck te midden, van de schit
tering van de prachtgewaden der inland-
sche vorsten, de rijke uniformen der
Duitsche marine-officieren en de beko
ring, die uitging van al wat Batavia
kan opleveren aan schoone vrouwen in
passend hoftoilet. Met eene nijging naar
alle zijden heetten de hooge gastheer en
gastvrouw hunne genoodigden welkom,
om dadelijk daarop het bal te openen,
dat ongewoon lang duurde. Er heerschte
een opgeruimde stemming in de
le omgeving en er werd met animo ge
danst er was ruimschoots gelegenheid
om zich aan de weelderig voorziene buf
fetten te verkwikken, alvorens in den
vriendelijken tuin een luchtje te gaan
scheppen. Eerst na een uur weerklonk
het Wilhelmus, ten teeken dat de gou
verneur-generaal zich in zijne apparte
menten zou terugtrekken. Dit gala-bal
zal mede tot de beste herinneringen aan
de feesten behooren.
Den 7en September heeft aan boord
van den Duitschen kruiser Kaiser nog
eene soiree plaats gehad. Evenals de
Duitsche marine-offic. en ook hunne
minderen op geheel Batavia een aller-
gimstigsten indruk hebben gemaakt door
hun hoffelijk optreden, schrijft de J.-B..
schijnt het état-major ingenomen to zijn
met de wijze waarop het te Batavia ont
vangen is; de heeren gevoelden er be
hoefte aan die sympathie te tooneu en
dat hebben zij op vorstelijke wijze ge
daan, voor zooveel de ruimte aan boord
van hun machtig schip dit toeliet.
Te 5.35 ure stond een extra-trein ter
beschikking van de genoodigden, waar
onder de gouverneur-generaal en me
vrouw Yan der Wijck, de leden van
den Raad van Iudië, de generaals Swart
en Stemfoort en andere autoriteiten en
de bloem van Batavia's jufferschap. Aan
het station te Tandjong-Priok werd Z.E.
in do versierde wachtkamer door eene
deputatie van Duitsche officieren ver
welkomd; aan de kade lagen allerlei
stoomvaartuigjes gereed om do gasten
naar de Kaiser over te voeren, die reeds
uit de verte kenbaar was aan de ge
kroonde W. in electrisch licht, terwijl
ook Iïr. Ms Sumatra weder schitterend
geïllumineerd was. De tocht te water
duurde ongeveer een half uur, want de
kolos, die een diepgang heeft van. 23
voet, moest een heel eind buiten de
havenkom blijven liggen. De indruk aan
boord was toovcrachtig. Al wat deed
denken aan de gevaarlijke bestemming
van het schip was zooveel mogelijk ge
maskeerd door draperieën van vlaggen
en groen, van Japansclie lampions en
van al wat goede smaak en een leven
dige fantasie maar kunnen bedenken.
Het voor den vice-admiraal von Diede-
rïcli gereserveerde achterdek was geheel
ingericht tot receptie van den gouver
neur-generaal en diens naaste omgeving,
de campagne tot een met bloemen ge
tooide balzaal, waai* aan iedere dame
een fijn bouquetje en een artistiek uit
gevoerd balboekje werden aangeboden.
Een deel van de batterij was herscha
pen in een oud-Duitsche kneip „Zum
alten Landsknecht", waar als Duitsche
landslieden verkleëde matrozen ijskoud
bier en sigaren aanbodeneen paar
Tyrolers bespeelden de citer en aan den
wand hingen in gothsiche karakters ge-
teekende spreuken, die nog meer klem
bijzetten aan de uitnoodigingen van de
joviale gastheeren om toe te tasten aan
de rijk voorziene buffetten; ging men
van bakboord over naai* stuurboord, dan
bevond men zich op deftiger terrein,
waar geen bier meer getapt werd, doch
uitsluitend bowl, rijnwijn en champag
ne; dit deel'was met behulp dca* water
vaten uit de sloepen herschapen in een
Van alles hadden de commandant en
zijne officieren bedacht om hunne gas
ten op aangename wijze bezig te hou
den het bal werd afgewisseld door
koorgezang, begeleid door het orkest
van matrozenook hier werd vooral
hoofsche beleefdheid betrachthet eerst
zongen de schepelingen de Nederland-
sche volksliederen en dat wel onberis
pelijk zuiver. Een gezelschap athleten
gaf proeven van herculische kracht en
lenigheid een paaa* clowns deden het
gezelschap schateren. Met de geweldigei
kracht van het schip werd niet te koop
geloopen, maar wie ei* zelf om verzocht,1
werd zonder eenige terughouding in dc
gelegenheid gesteld om de 8 zware stuk
ken van 26 cM., de snelvuur- en revol
ver-kanonnen, de Maxims en heb lan-
dingsgeschut, de torpedos en de lanceer-
buizen te bezichtigen tot in de gering-
ste bijzonderheden.
Er was maar één klacht over het
j feesthet kon niet eeuwig duren. Een
der officieren van gezondheid had met
zijn geestig gekout eon half dozijn hee
ren geannexeerd, en de dienende broe
der kwam juist met een guitig gezicht
vragen ,,Ünd was soli ich jetzt noch
bringen, Hérr Arzt toen boven de
hoofden van het gezelschap de kanon
nen een saluut van 21 schoten den gou
verneur-generaal tot afscheid achterna
donderden.
Een kwartiertje nog en toen werd het
ook voor de anderen tijd om op te bre
ken; het werd tijd, want de annexatie
was bijna volledig volbracht.
De vice-admiraal von Diederich, zijne
officieren en manschappen kunnen er
zich von verzekerd houden dat zij allen
nog zeer lang op de aangenaamste wij
ze in de herinnering zullen blijven voort
leven.
Atjeh.
Aan het officieele verslag, loopende
van 28 Augustus tot 3 September, is
het volgende ontleend.
Noordkust-. T. Oernar, die de kloof bij
Tamseli bezet had, verliet na onze om
trekking zijne stellingen en vluchtte
overhaast met zijne benden, vrouwen en
goederen in de richting van Lageim
(Westkust van Atjeh).
Het regende dagelijks zwaar in het-
gebergte; de gezondheidstoestand bleef
echter gunstig.
In den nacht van 25 op 26 Augustus
werden eene vrouw en beide kinderen
van T. Mantroi Garoet in kampong
Mamplan opgelicht.
Westkust. Op vier na zijn alle lie
den van Tampat Toewan en Sania Doe-i
wa, die de godsdienstschool van Teng-
koe Aboe in Telok Boeboen bezochten, j
naar Melaboeh en naar Tampat Toe-
wan teruggekeerd en zulks wegens hoog
gaande oneenigheden met de Atjehsche
leerlingen dier school.
Van de twee Atjehsche benden, die in
de Bataklanden rooftochten liielden,
zouden do Batakkers en Karouers er
ééne geheel vernietigd hebben en de an
dere zoodanig omsingeld houden, dat
zij zich niet meer verplaatsen kon bij
deze bende moet zich de beruchte Teng-
koe Joesoef bevinden.
Volgens te Melaboeh ontvangen be
richt moet T. Nja Doeraman van Ba-
koengan ongeveer eene maand geleden
gedood zijn geworden door den zoon
van T. Semaoen, Radja, van Bekoengan.
In den morgen en voormiddag van den
19en Augustus werd het blokhuis bij
Kota Pasir herliaaldelijk en hevig be
schoten, waarschijnlijk door volgelingen
van Tengkoe Hadji Ali eai van Said Ha-
sin (alias Tengkoe Djanggoet), waaron
der zich ook lieden van Oeloe Boeboen,
Oeloe Melaboeh, Ranton Pandjang,
Kanton Pandjang, Merbou en Waila
zouden hebben bevonden; nadat echter
uit dc versterking te Melaboeh eenige
granaten in het terrein nabij Oedjong
Kala waren geworpen, hield het vuur
op. Door een dier granaten werden 3
kwaadwilligen gedood en 4 anderen
gewond.
Van T. Tengah word vernomen, dat
de hoofden in het Lok Poeh'sche nog
steeds oneenigheclen met elkaar hebben
en elkaar niet afweisseleiid succes be-
vocliten.
Ook zou, volgens T. Dik Abdoelrach-
man Tengkoe Kadli thans op zeer ge
spannen voet staan met Wakil Abah.
Poeloe Weh. Niets bijzonders.
Weersgesteldheid. Regenachtig met nu
en dan hevige windvlagen.
Gezondheidstoestand. Voor zoover be
richt ontvangen werd over het alge
meen gunstig.
Veeziekte. De veepest heerschte nog
in de XXII moekims Djanthoi, Seli-
moen. Lam Kabeue, Tanali Abée, en
Glé Jeung. Betrouwbare cijfers omtrent
het aantal sterfgevallen konden niet ver
kregen worden.
In tegenstelling met de officieele be
richten vernam de J.-B. dat de gezond
heidstoestand in het bivak Segli, dat
op zulk een langdurig gebruik niet be
rekend was. minder gunstig is en dat de
evacuatiën van officieren en minderen
dan ook toenemen.
Uit het bivak Segli is dato 26 Au-
gustus nog aan hetzelfde blad geschre-
het noodige hemelwater getrakteerd
ook wij krijgen er nu en dan hier al
een proefje van. Dat het trouwens
het gebergte al flink regent, valt af te
leiden uit de loeëngs waterleidingen, die
hier en daar al tot aan den rand vol
staan en aan de bruine kleur van het
water in de Pedir-rivier.
„Wij mogen dus wel van geluk spre
ken dat de expeditie een maand vroe
ger dan men zich had voorgenomen,
aangevangen is. Ware dit niet het geval
geweest, dan zouden wij er nu vrij wat-
minder gunstig voor zitten dan thans
het geval is. Doch de sawahs, die droog
zijn, zelfs zóó dat zij vol scheuren en
spleten zitten, kunnen voorloopig nog
wel wat water opslurpen, en er moet
dan heel wat regen vallen om ze zóó
drassig te maken als zij er tijdens de
eerste dagen van de operatie uitzagen/
Vulkanische verschijnselen.
De gouverneur van Celebes en On-
derhoorigheden bericht dat in den voor
middag van den 7en Aug. j.l. te Dong-
gala de volgende natuurverschijnselen
zijn waargenomen.
Des morgens van dien dag naderde
van uit het Noord-Oosten. Oosten en
Zuiden een grauwe wolk de baai, terwijl
van het Westen en Zuid-Westen zich
donkere zware wolken vertoonden.
Gedurende ruim een uur, en wel van
acht uur tot over negen, was het te
Donggala zóó donker, dat de lampen
moesten worden ontstoken en de kip
pen samenschoolden en in de boomen
vlogen.
Kwartier voor tien ure kwam een
flinke bries, vergezeld van regen uit het
Westen en verdreef de grauwe wolk,
welke later bleek uit asch te hebben
bestaan, naar het Oosten.
In den nacht van den 6en Augustus
en den daaropvolgenden morgen werden
ettelijke knallen als van zware kanonnen
gehoord, vermoedelijk ten gevoige der
vulkanische werking van het eiland Oo
nang Oenang in de, Tomini-bocht.
De bevolking van Donggala verkeerde
op bovenbedoelden voormiddag in angst
en had haar have en goed reeds gereed
om eventueel de vlucht te nemen. Zij
werd echter weder gerustgesteld toen
bij het doorkomen van den Westenwind
gepaard met regen, die eenige uren aan
hield, de zon weer aan den hemel zicht
baar werd.
(J ava-Ct.)
Giereieisgd Nieuws.
Om een haas!
Van de Belgische grenzen wordt
het volgende feit gemeld: vier gen
darmen en een brigadier bemerkten
omstreeks drie our m deu morgen
drie wildstroopers met lichtbakken
(een stroopmiddel algemeen in deze
streken gebruikelijk) in de bossehen
van den heer E. Visart de Bocarmé
te St. Kruis by Brugge. Toen de
wildstroopers zich omsingeld zagen,
schoten twee hunner op een afstand
van 8 a 10 meter op de gendarmen
maar troffen niemand.
De gendarmen beantwoo* dden het
vuur en zekere Theophilis Venneman,
26 jaren oud, werd in den onderbuik
getroffen en viel ter aarde.
Toen de kruitdamp was opgetrok
ken, zagen de gendarmen Venneman
op den grond liggenby wilde zich
nog oprichten, maar zyn krachten be
gaven hem, by viel neder en blies
den laatsten adem uit. En dat voor
een baas! Een der andere wilddieven
moet ook getroffen zyn, want men
hoorde hem kermend het hazenpad
kiezen met zyn kameraad en by nader
onderzoek vond men bloedsporen. In
verband met deze zaak werd nog
zekere Vlaemynck aangehoudenwoon -
achtig te 8t. Kruis. De straffen in
België op het stuk van jacht
zyn zeer streng, en vandaar verzet
van stroopers, wanneer ze op de daad
betrapt worden, en waardoor jaarlijks
menschenlevens vallen te betreuren.
quaestie van harmonieleer, dus van
vak dat ik onderwijs. Ik geef noi
voor niet lesde prys myner less
is een pond sterling. Ik kan u <j
verklaring dan alleen geven wanne
gy my die som betalen zult.
Daar had de rechter volstrekt ge
zin aan, doch de kunstenaar wil
liever zyn zaak verliezen dan qrai
te werken.
Picquart.
Kolonel Picquart is nu 92 dag
in voorloopige hechtenis, waarond
20 dagen au secret Tot dusver
nog niet bekend geworden dat
afzondering van den gevangene
opgeheven. Wel heeft zyn schoo
broeder, de heer Gast verlof verkregi
den kolonel te zien en te spreken
tegenwoordigheid van een wacht
en van hem gescheiden door e;
dubbele ry tralies, maar Picquari
advocaat mr. Labori heeft nog alti
geen verlof kannen krijgen om zi
cliënt te spreken. Labori heeft i
tot den minister van justitie een bri
gericht, waarin hy zyn voldoening
kennen geeft over de aan den üei
Gast verleende verdunning, maar
tevens op wyst dat juist het toelatt
van dit bezoek nog meer de onwettij
beid doet uitkomen van de weigerir
aan den verdediger om zyn cliënt
bezoeken.
De teraardebestelling van koningi
Lonise van Denemarken zal Vry da;
avond zeer eenvoudig zijnalleen
Koning, de Czaar en de overige aai
wezige leden van de koninklijke famili
zullen het stoffelijk overschot naa
het graf te Roskilde begeleiden.
De Czaar gaat Zondagochtend tern
naar Liwadia.
ons n
direct
slotei
voors
hand
den,
om
zouve
zoude
dagei
gunst
stemc
de h
voors
Arno
Fisct
stemt
opvot
ben
een ig
was"
By
Of
burg
van
De
volde
zou
kan
Arne
Lind
geno
een
Octc
AS
ware
keer
daar
|»m t
a kew<
Volgens een officieel telegram ui
Madrid hebben zich op de Visayi
eilanden vierduizend opstandelingei gyvo
waaronder acht-en-dertig hoofden, o
genade of ongenade aan de Spanjaai
den overgegeven.
Carl Neufeld.
lemr
kade
plat'
M,
dam
met
De^ correspondent van de „Dail bere
Mail" heeft een onderhoud gehad me
Carl Neufeld, de onlangs be vry de ge
vangene van den Mahdi. Neufeld vet
haalt: „Toen ik voor 13 jaar gevan
gen werd genomen, wenschte ik t
sterven, daar ik er aan wanhoopt
ooit weder in vryheid te worden ge,
steld. De Mahdi veroordeelde my dat]
ook aanvankelijk ter dood, doch be
sloot later my in boeien te doen leg
gen. Ik werd aan tal van marteling©
onderworpen. Eens ontving ik hon
derdvyftig zweepslapen. De Derwi
sehen bespotten my en riepen „Waar
om schreeuw je niet Neufeid aüt
woordde„Als jelui wilt hoorei
schreeuwen, moeten jelui iernani
anders slaan Neufeld vertelde ver
der„Toen zjj ervoeren, dat ik b«'
leven wilde verliezen om van myi
smarten verlost te zyn, besloten zjj
dat ik het behouden zou. Na de vluch
van Slatin werd ik in zwaardere ke
tens gelegd. Ik weet niet hoe 't op
't oogenblik m6t my staat, of ikiuyp;
vermogen verloren heb of niet. Wa
de toekomst aangaat, ik zal waar
schynlyk weder naar Soedan terugkee
ren. 12 jaar stond ik stil, terwijl d
groote wereld daarbuiten voorwaart
ging. In Duitschland ben ik by all
menschon ten achter, daar niet. Daa
ligt dus myn toekomst. Myn famili
heeft niet verwacht my ooit weer t
teru
ten
koel
«ion
kenc
D
Buis
koe1
toeli
eisc:
ma a
r
ieel
vele
A
jn.l.
nog
bcic
|t|
Blo
reu
ia
slei
sta.'
daa
zien. Wanneer ik naar Europa kwam
zou zij my niet lang behouden, wegenj -
het klimaat. Zelfs te Cairo ril ik.
Neufeld gelooft aan de mogelijk her
van de ontwikkeling van Soedau. Hi
had nooit verwacht Britsche troepei
te Oindurman te zien. Hy werkt o]
't oogenblik aan een boek met he
verhaal zijner avonturen.
'g'
leic
dal
hec
..De regens schijnen werkelijk al in te
vallen, Lho Igeuëh wordt dagelijks op
Een zonderlinge aanklager.
De „Musical World" te Londen ver
haalt dat een musicus aldaar een jour
nalist voor den rechter heefi gedaagd,
omdat hy zich beleedigd gevoelde
over een recensie van zijn boek, dat
over eene „theorie van bedekte quiu-
ten" handelde.
Wat noemt gy een „bedekte quint",
vroeg de rechter, die in die weten
schap niet tehuis was en toch graag
op de hoogte wilde komen
Dat is, zeide de aanklager, een
I£e3*w©3g Stadsnie-jwi
Sigrid Arnoldson.
Uit onze vorige nummers hebbed
onze lezers kunnen zien, dat er strjji1
is over de vraag, of mevrouw Sigrii
Arnoldson te Haarlem al dan nie
met de Nederl. Opera zal optreden
De schouwburgdirectie hier ter
stede zegt ja, mevrouw Arnoldsoc
telegrafeert neen.
De directie van den schouwburg
heeft ons daarover bet volgende mede
gedeeld „Aanvankelijk was er dooi
▼erlangen voldoen."
En zoo geschiedde het ook. Na van
allen, hartelijk afscheid te hebben geno
men, nam Friquette in den gemakkelij-
ken draagstoel, expres voor haar ver
vaardigd. plaats en de stoet met her
stelden en zieken zette zich in beweging.
Do reis tot aan de haven werd zon
der dat er eenige vermeldenswaardige
gebeurtenis voorviel volbracht en zoo
vinden wij Friquette terug op de keu
rig®» groote stoomboot, de „Saida" die
haar tot Marseille zou brengen.
De kapitein reeds veel van het moe
dige meisje gehoord hebbend bood haar
Barea en den zebu zeer hoffelijk een
vrijen overtocht aan.
Dankbaar nam Friquette zijn aan
bod aan en zoo ontmoeten wij haar weer
in een gemakkelijken stoel op het dek
liggend, met vele der passagiers, dio
nieuwsgierig waren om iets van haar
avonturen te vernemen ,om haar heen
staande.
De vreedzame kalmte om haar heen,
het gezicht der schuimende zee, de fris-
sche lucht, deden Friquette weldadig
aan, en met blijdschap bemerkte de
scheepsdokter, dat de blos op haar wan
gen terugkeerde.
Behalve Friquette bevond er zich nog
oen andere patient aan boord, een jon
ge man van dertig jaar, die als luitenant
de expeditie meegemaakt had en door
ceu ongelukkige verwonding voor den
dienst ongeschikt was verklaard.
Albert Vervelles, zoo heette hij, was
om deze reden op weg naar zijn vader
land.
Het was een groote "man, met een
aangenaam, maar melancholiek uiterlijk
en Friquette. die hem dikwijls wanneer
hij in zijn leuningstoel op 't dek lag.
gadesloeg vroeg zich dan telkens af
Ai-me jongen, wat zou toch de reden
van zijn zwaarmoedigheid zijn1?"
Op een goeden middag, bemerkend
dat hij tevergeefs naar een bediende uit-
I zag ging zij medelijdend als zij was,
naar hem toe en vroeg
„Misschien kan ik u ergens mee van
dienst zijn."
Verwonderd zag de jonge man haar
aan, blijkbaar niet gewoon zijnde, dat
er notitie van hem genomen werd, en
eenigszins verlegen antwoordde hij
„Zoudt gij zoo vriendelijk willen zijn
.mij even mijn medicijnen aan te ge-
ven V'
Zoo was de kennismaking begonnen
i en van dien dag af zag men. de twee
herstellenden dikwijls in eikaars gezel
schap.
Friquette vertelde den jongen offi
cier van haar avonturen, die hem dik
wijls vermaakten en hij op zijn beurt
verhaalde haar zijn levensgeschiedenis
Zijn vader had eertijds te Parijs een
grooten porceleinwinkel bezeten, dien hij,
toen zij hem geld genoeg had opgebracht
voordeelig verkocht.
Toen hadden zijn oudei's hiui koetjes
op het droge hebbend rust genomen en
zich te Passy neergezet. Hun eenige
zoon, Albert, dien zij innig lief hadden
en voor wiens opvoeding geen kosten
gespaard waren, werd naar den harte-
wensch van den laatste op de militaire
school te Saint-Cyr geplaatst.
Werkzaam als hij was daarbij be
gaafd met een helder verstand kw
hij zonder veel moeite door elk examen
en behaalde in weinige jaren den rang
van officier.
Tot groote blijdschap van zijn ouders,
maar zeer tot het nadeel van den jon
gen man, werd hij bij een der regimen
ten to Parijs geplaatst.
Hij was nl. een hartstochtelijk lief
hebber van paardrijden en een uitste
kend ruiter zijnde, sprak het als van
zelf dat hij aan militaire wedrennen deel
nam.
Geen enkele meeting te Saint-Ger
main of te Vincomes werd. als zijn
dienst hem dit niet verhinderde, door
hem overgeslagen en daar er geen wed
rennen denkbaar zijn zonder wedden
schappen. werden er door hem ook dik- j
wij Is vrij groote geldsommen gewaagd
en bijna even dikwijls verloren.
Ook behoeft het wel geen betoog, dat-
voor een knappen, jongen luitenant Pa
rijs een dure garnizoensplaats is en zijn
tractement lang niet toereikend was.
Zijn vader had reeds een paar maal j
bijgespijkerd maar hem niet onduide- j
lijk te verstaan gegeven, dat hij dit niet j
j dikwijls meer zou kunnen doen, zonder
zich groote opofferingen te moeten ge-1
j troosten.
Onverwachts had Albert een goede
gelegenheid gevonden om met deze le-
venswijs te breken.
De oorlog met Madagascar werd ver
klaard en van deze gelegenheid maakte
de jonge Vervelles gebruik. Hij bood!
zich aan de expeditie mee te maken,
droomde van lauweren, die hij zou pluk-1
ken en in zijn binnenste den stillen
wensch koesterend er het Kruis van 't
Legioen van Eer te verdienen.
En wat was er van al zijn droomen
geworden.
Ja, lauweren liad hij behaald, want
door zijn dapperheid had hij zich in
het vreemde land zeer onderscheiden,
maar het Kruis van 't- Legioen van
Eer, hing nog in de lucht. En daar
voor in de plaats had de oorlog hem
een stijven, arm bezorgd en voor altijd
ongeschikt voor den dienst gemaakt.
Toen hij zijn verhaal geëindigd had,
zag hij Friquette aan. Wat zou zij van
hem denken? Zou zij vinden, dat zijn
daden te Madagascar zijn wuft, nutte
loos leven te Parijs weder goedmaak
ten? Neen, ongetwijfeld vond zij zijn,
wat zijn vrienden heldendaden noemden,
heel onbeteekénend zij, die van haar
eigen gevaarlijk, mooieflijk leven zoo
weinig gewag maakte.
Terwijl deze gedachten zijn hoofd
doorkruisten zag hij het jonge meisje
nog steeds aan. Friquette, die zijn ver
haal met belangstelling gevolgd had en
den jangen man in stilte bewonderde
om zijn moedig besluitplotseling met
zijn leven te Parijs te breken, en het
oorlogstooneel op te zoeken, voelde diep
medelijden met Albert, die zóó verminkt
naar huis terugkeerde.
Zij uitte haar gevoelens echter niet,
maar kon de ontroering, die in haar
stem klonk toch niet bedwingen, toen
zij vroeg
„En wat zijt ge van plan te begin
nen, als gij nu weer in Parijs terug
rijt V'
„Een bepaald plan heb ik nog niet
gemaakt," zeide hij, „maar wei zal
breken met mijn beuzelachtig lever
van weleer, en miju leven zoo inrichten
dat het meisje, dat ik eenmaal mijn
vrouw hoop te noemen, zich niet ovei
mij behoeft te schamen; toch is 't bijna
onmogelijk mij harer waardig te maken
daar zij in alles zoo ver boven mij staat
I Als gij eens dat meisje, waart, Fri
1 quette, zoudt gij dan donken, dat het
'geen vruchtelooze pogingen waren?"
„Ik geloof, dat ieder meaisch, die
trachten wil goed te worden hierin reed!
half geslaagd is."
„Dank u," zeide hij haai* de hand
drukkend en hiermede scheidden zij.
Friquette ging naar beneden en
zich aan haar gedachten over.
Waarom had ltij haai* gevraagd all
i gij eens dat meisje waart 1 Zou hij haar
liefhebben En hoe was 't met haai
j eigen gevoelens gesteld Zeer zekes
j voelde zij zich tot den jongen man aan
getrokken, in de meeste oprichten wa-
ren zij 't met elkaar eens, zij koesterdei
dezelfde idealen en beiden stelden eea
j afwisselend, zelfs gevaarlijk leven boveü
I een kalm bestaan. Ook bewonderde zi
j hem, zag zelfs tot hem op, maar voelde
tegelijkertijd medelijden met hem. Maar
dat was toch geen liefde.
(Slot volgt.)