Br. Darta's Gebeim. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. r l6e Jaargang. Zaterdag 22 October 1888. ■o. 4698 HAARLEM'S DAHBLAD A^02ST3SrEIlVCHII<rTSFH,IJ'S: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Ryk, per 3 maanden«1-65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsbladvoor Haarlem, per 3 maanden0.30 n de omstreken en franco per post 0.87!/o Directeur-Uitgever l - 5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. By Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen deor onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publieité Etrangére G. L. DATJBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montnuvrtre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nyverheidgen Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30. Agenten voor dit blad iu den omtrek zjjjD Bloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN,by de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER Veisen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSHiüegomARTE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen od Advertentiën aan. Aan hen die daarop zijn ge- wnneerd, wordt hierbij verzonden o. 43 van het Weekblad voor de (iflk No., groot 8 bladzijden, bevat van fraaie, gekleurde platen en m voor kinderen alleraardigsten kst. De prijs per 3 maanden is slechts Cents.) STADSH8E UW S Eerste en tweede pagina. Haarlem, 21 Oct. 1898. Als onderwijzers aan de Groen van 'Irinstererschool alhier zyn benoemd de peren Boon van Zaamslag en Janze jan Amsterdam. De laatste zal primo Dec. '98, de erste primo Jan. '99 in functie reden. Parlementaire Praatjes. Als de heeren Kamerleden het den roorzitter niet naar den zin maken, an moeten ze.... schoolblijvenze rorden voor te veel praten gestraft et avondzitting. Zoo ging het gisteren. Het algemeen ebat over de Indische mijnwet nam og zoo'n vaart, dat men er eerst iu en middag mede kon klaar komen, 'oen bleven nog 46 artikelen voor de orst, dus moest wel tot een avond- itting worden besloten, met 41 tegen 6 stemmen, na eenig tegenstribbelen in den heer Lohman. Het algemeen debat werd nog voort- ezet door een groote repliek van den eer van Kol, zijn motie vasthoudend evolgd door een groote dupliek van en Minister, in zijn systeem volhar- end. Daarna werd het gesloten en de ïotie— van Kol verworpen met 57 egen 11 stemmen. Toen begon de artikelsgewyze be- landeliug, waarmede men het in de agzitting tot art. 12 bracht. By art. I kwam een amendement 'an den heer Pijnappel in behande ling aarvan de bedoeling was om te loen uitmakeD, dat de eigenaar van len grond mocht beschikken over de onder opsporing of ontginning ge- 'onden delfstoffen, terwijl het irtikel der wet, door den Regeerings- mis8aris, Mr. Loudon verdedigd, doel had om te formuleereu, dat onverschillig of men eigenaar ran den grond is of niet, voor op- iporing en ontginning de vergunning der Reg. behoeft. Het amendement werd met 34 te gen 29 stemmen verworpen. Hierme de was een der grondbeginselen van de wet tot stand gebracht. Een tweede beginsel is, dat by het vragen vaD vergunningen wèl het eerst maalt wie 't eerst komt, maar dat de Gouv.-gen. van dien regel mag afwyken, teneinde bevoorrechting te Vermijden en in het algemeen be- K I Belanghebbenden waren vooral ge kant tegen het verleenen van twee concessies op éen terrein en de heer Pynacker Hordijk poogde dit door een amendement te verhinderen. Maar die poging mislukte, door ver werping van zy'n voorstel met 55 tegen 6 stemmen. Uit het avonddebat is te relevee- ren, dat de Minister zijn voornemen te kennen gaf om voor opsporingen wel groote, doch voor ontginningen kleine terreinen uit te geven. By art. 85 kwam het amendement- van Kol in behandeling om den Staat 50 pCt. te verzekeren van de netto winst der concessiën als het in de ont ginning gestoken kapitaal geen risico meer loopt. De Reg. wilde 2 pCt. der brnto-opbrengst vragen. Dat wilde de heer Pyttersen ook niet, hg vond het verkeerd, omdat er dan betaald moest worden by verlies en te weinig by winst. Hy stelde voor om den Staat een derde te verzekeren in aandeelen van het maatschappelijk kapitaal eener vennootschap, die een concessie exploi teert, of een aandeel van een derde in de winst der exploitanten. Ook de heer Pijnacker Hordyk bestreed den bruto-cyos, als verkeerd en belemme rend voor de ontwikkeling van het mjjnbonwbedryf. Hy stond een netto- cyns voor, doch achtte 50 pCt. te hoog. De heer Mackay voegde zich bij hen die een netto-cyns verdedigden. Thans kou de Ind. Reg. desnoods 10 pOt. netto-cyns heffen zou men met de 2 pCt. bruto er niets op achteruit gaan Zeer scherpzinnig ontleedde de heer Hartogk beide araeudementen, aan- toonende, dat zy onuitvoerbaar zou den zyn, zonder een behoorlijke, mis schien onmogelijke omschrijving van het begrip „netto-winst," dat voor honderd uitleggingen vatbaar is. De Minister constateerde wel be zwaren, maar zag geen practische contra-voorstellen ingediend. Tegen woordig gold iu Indië wat overal ter wereld geldt: een cyns van de netto opbrengst. wat iets anders was dan winst, En dat werkte in Indië ver keerd, want men kon nu tot 1' pCt. van de netto-opbrengst heffen van een onderneming die grof verlies lijdt. Voor een cijnsregeling naar netto winst zag de Min. geen kans. De Min. verdedigde de voorgedra gen regeling en bestreed de beide amendementen de onuitvoerbaarheid daarvan aantoonende. Te 11 uur ging de Kamer uiteen. G. Jr. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau, de heer dr. A. H. Pareau, leeraar aan deHoogere Krijgs school; tot notaris in het arrondisse ment Haarlem, ter standplaats de ge meente Heemstede, mr. C- J. Boer lage, thans notaris te Uithoorn; tot ontvanger der directe belastingen in voerrechten eo accynzen te Helder, G. C. Droogleever Fortuyn, ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Ylissingen; tot adspirant-ingenieur van den Rijkswaterstaat jhr. C. E. W. van Panhuys. Aan de reserve-officieren van gez. der 2de klasse dr. G. J. Teljer en dr. D. Snoeck Henkemans, een eerrol ontslag verleend uit hunne betrekking tot de landmaeht; aan dr. L. Steen buis, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als onderwijzer aan de Rijks kweekschool voor onderwijzers te Gro ningen. De Koninginnen te Amster dam. Omtrent het bezoek Donderdag morgen door H.IL M.M. de Koning innen aan de Rembrandt-tentoonstel- ling te Arasterdam gebracht, vermel den wy nog het voigende: In de vestibule van het Stedelijk Museum werden de Vorstinnen ont vangen door eenige leden der com missie voor de Rembrandt-tentoonstel ling. en wel de heeren C. Hofstede de Groot, A. K. P. F. R. van Has selt en jbr. mr. C. den Tex, waarna onmiddellijk de wandeling door de verschillende zalen werd aangevangen. Het bezoek duurde volle twee uren en alle 125 schilderyen werden door H.H. M.M. nauwkeurig bezichtigd onder geleide van den heer Hofstede de Groot, die zieh eerst op den ach tergrond had gehouden, daar de Ko ningin te kennen had gegeven, alleen door den voorzitter van het Comité ontvangen te willen worden. H.M. vroeg echter naar haren vroo- geren leermeester en stelde zich onder diens geleide. Over 't algemeen bleek weder de voorliefde der Koningin voor de werken van deu meester uit diens lateren tyd, uit den tyd der volle rypheid van zyn talent. By de „Nachtwacht" bleef men een kwartier toeven. H. M. loofde de wijze van plaatsingmet het licht trof men het vrij wel' ook de bezichtiging der „Staalmeesters" nam geruimen tijd in beslag en van de portretten van den meester door hem zeiven geschilderd, trof haar 't meest dat op 50jarigen leeftijd, no. 91 van den catalogus (achter glas). Ook stelde H. M. bij zonder belang in het portret van N. Ruts. Ten slotte werd nog bet album met teekeningen, van den hertog van Devonshire, bezichtigd, waarna H. M. afscheid nam. Even over half een verlieten H.H. M.M. het Stedelijk Museum, waar voor zich thans een groote schare bevond, die H.H. M.M. luide toejuich ten. Langs de van Baerlestraat, P. C. Hooftstraat, en van hier langs dezelfde route als van Donderdagmor gen reden de vorstinnen, overal en- thousiastisch begroet met zakdoek- gewnif enhoedgezwaaivan het publiek, dat thans in grooten getale op de trottoirs stond, naar het Centraal station. Toen Hare Majesteit de koninklijke wachtkamer verliet, deed zich een betreurenswaardig incident voor. Onder de verslaggevers der pers, die op het gewone, hun door de po litie verstrekte insigne, op het perron waren toegelaten, bevond zich ook de heer J. G. van Westerhoven, behoo- rende tot de redactie van de „Echo". Het had onder zyn collegas reeds de aandacht getrokken, dat genoemde verslaggever zich bij deze gelegenheid vertoonde in een kostuum, minder vour dat oogenblik geschikt. Hy was nl. gekleed in fietskostuum met gele lederen knitbedekkingen. Men nam echter verder geen notitie van den man. Toen de Koningin echter naar buiten kwam, trad de heer v. Wes terhoven, die gezorgd had vooraan bij het kleed te staan, op eens op Hare Majesteit toe. De Vorstin bleef staauv. Wester hoven prevelde iets, maar werd dadelijk door den heer Fundter achteruit getrokken en door dien politie-ambtenaar gevraagd wat dit optreden te beduiden had. De heer v. Wester hoven antwoordde dat hy Harer Majesteit den arm had willen aanbieden, om Haar naar den coupé te geleiden. Hare Majesteit vroeg de* burge meester wat die man had gewild, waarop de heer Franken, die de toe dracht der zaak inmiddels vernomen had, de Vorstin dienaangaande in lichtte. De Koningin glimlachte staande in het portier, om het geval en hoopte dat dit incident voor den betrokkene geen verder onaangename gevolgen zou hebben. Inmiddels was de heer v. Wester hoven door de twee commissarissen van politie naar het politie-pos thuis van het Centraalstation gebracht en daar nader in het byzyn vau den heer Franken verhoord. Toen hem daar gezegd was, dat het. toch niet te pas kwam op deze wyze de Koningin lastig te vallen, antwoordde hy, dat by niet geweten had, dat by niet op deze wyze mocht optreden. Het pers-insigne werd hem door den eer Franken afgenomen, terwijl hij later nog naar het bureau Oudebrug werd gebracht, waar ook de papieren die hy by zich had, nader werden onderzocht. De algemeene indruk, dien degenen die het incident bewoonden, kregen, was dat men hier te doen had gehad met iemand, die in zyn geestvermogens was gekrenkt. De koninklijke trein had zich in middels in beweging gesteld naar Apeldoorn. Door een marechaussee van de bri gade te Nienweschans werd Woens dagochtend een jongmaatje, onlangs met twee makkers van Hr. Ms. oor logsschip „Wassenaer" te Amsterdam weggeloopen en met een schip, in het kolenhok waarvan zy zich hadden we ten te verbergen, te Hamburg gearri veerd. op transport gesteld om naar Amsterdam terug te worden gebracht. De beide andere matroosjes waren den vorigen dag reeds naar Amsterdam teruggebracht. De door een officier der marine in Den Haag verloren f 15.000 zyn terecht. Zij werden door een eeriyk man ge vonden. Inbraak. Woensdagnacht zyn by den hor logemaker Dnursma te Apeldoorn door verbreking van een winkelraam ontvreemd 250 horloges, 90 gonden ringen en 30 gouden parures. De Rozendaalsche boterfabrikant A. Bartelen is te Antwerpen aan het Aziadok onder een goederentrein ge raakt en zoo vreeselyk verwond, dat hy by het overbrengen naar het gast huis is overleden. Ds ongelukkige laat een weduwe met drie minderjarige kinderen ach ter. Ter gemeentesecretarie te Sleeuw- wjjk vervoegden zich twee personen van elders, met verzoek de noodige „pampiereu" in orde te maken, ten einde een wettig huwelijk aan te gaan metéèn en hetzelfde meisje uit die Het echtpaar Weverwyk, te IJsel* stein, heeft er eindelyk in toegestemd het nog iu hnn bezit zynde kind van ruim 2 jaar af te staau, dat ook op bosten van een onbekende in de Marihasticbting te Alfen zal worden verpleegd. Ter rechtvaardiging van Weverwyk en ziju vronw meldt men aan Het N. v. d. D. van daar, dat het aan vallige kind er helder en frisch uit zag, geeu enkel spoor van verwaar- loozing vertoonde en dat 'r, bovendien heel wat moeite heeft gekost, ben te bewegen de akte van afstand to teekeueu. Algemeen is men er daar van overtuigd, dat het tafereel van de 9-jarige martelares, in het Ulr. Dagblad opgehangen, minstens zeer overdreven is geweest. iLetfteren e« Hum*. De bovenzalen van de Groote Club te Amsterdam zullen binnen niet al te langen tijd een bestemming krijgen. Wanneer de plannen doorgaan, zal er een llollandsche Kuustclub inge richt worden, een permanente tentoon stelling van kunstproducten, schilde ryen, drijfwerk, meubels, aardewer ken, enz., enz. Leget* en tfSoot. Te 's-Graveukage is overlodeu in den ouderdom van 90 jaren, de ge pensioneerde kolenel der genie C. P. del Campo genaamd Camp. Aan de firma Fr. Krnpp te Essen is de levering opgedragen vau geschut, affutage, projectielen, gereedschappeu en rookzwak kruit, bestemd voor de in aaubouw zijnde pantserschepen Utrecht, Gelderland en N. Brabant. RECHTSZAKEN. Een lastig beer. Reeds vroeger is melding gemaakt van den vreemdeling, die in den nacht van 19—20 Juli in de Kalverstraa te Amsterdam betrapt werd by poging tot diefstal in perceel 169, waar de heer B. Kulker een juweliers-winkel heeft, en die zich niet wilde laten photografeeren toen hij in handen der justitie was. Deze man stond Donderdag voor de rechtbank te Amsterdam terecht. Hy heeft zich tydens zyn voorloopige hechtenis zoo lastig gedragen dat hy geboeid en onder bewaking van drie rijksveldwachters werd binnengeleid. Op de gebruikelijke vragen ant woordde hij dat hy Albert Peel heet, en in 1847 te Boston geboren is. Zyn beroep is stoker en hy is met een schip hier gekomen, heeft ergens ge logeerd in een plaats, die men Dyk noemt ('vermoedelijk de Zeedijk) en hy beweert verder toen hy in hech tenis werd genomen zoo beschonken te zyu geweest, dat hy zich niets her innerde. Hy verklaart den naam van zyn ouders niet meer te weteo, daar zij stierven toen hy drie jaar oud was hy weigerde den naam zijner vronw te noemen, alsook om aan te geven met welk schip hy gearriveerd is. De president deelde hem mede, dat een onderzoek is ingesteld en dat hy op geen Amerikaansch schip is aange komen. Bekl. vroeg hoe by dan is gekomen, waarop de president hem deed opmerken, dat hy aanwezig was om te antwoorden en niet om te vra gen. Uit het getuigenverhoor bleek, dat de heer M. Hoekstra, tailleur, in den nacht van 19—20 Juli te 2*/a uur van ueu Heiligenweg in de Kalverstraat komend, voor zich uit iets zag schit teren, hetgeen zyn aandacht een oogenblik trok. Zyn weg vervolgende zag hy tot zyn schrik, dat een per soon bezig was aan een der luiken van den winkel van den heer Kulker te breken. Teruggaan durfde get. niet, ait vrees de aandacht te trekken, hy liep dus door als een beschonken man, maar toen hy by het Spai was zette hy het op een loopen en zocht poli tie. De eerste agent, dien hy tegen kwam, ging er dadelijk op af, anderen volgden. Men vond deu man nog voor den winkel. Het luik was nu afge nomen en tegen het huis geplaatst, daartegenaan leunde de persoon. De heer Hoekstra herkende in hem den man, dien hy ook de eerste maal voor het huis zag. Onder hevig ver- i zet is hy toen door de politie on j burgerwaker naar bot bureau Gyra- i nasium gebracht. Tydens zijn ar re- J statie wierp hy iets weg, dat een beitel bleek te zyn en bii fouiüeering werden op hem gevonden drie centen en drie loopers. Volgens bekl. bshooreo twee sleu tels by kisten, welke hy vroeger ;:ad en een by een scheepskistje. Opge merkt werd dat op de vensterruiten van den winkel opschrifieu staan en dat nog wel boven de luiken uitko men de woordenJuwelier, diamonds, English Spoken. Den heer Hoekstra werd door het O. M., waargenomen door Mr. Baar^ FEUILLETON. Het Roode Huis. Het stond op een hoogen heuvel, doodsch em eenzaam. In den winter was het aan alle weer en wind blootgesteld, terwijl de zon het 's zomers zelden bescheen. Aan de voor zijde was het door een dichte haag van cypressen van alle licht en vroolijkheid buiten gesloten, terwijl een steile rots zich aan de achterzijde verhief. Op heldere dagen had men van uit dit eenzame gebouw een ruim gezicht op het beschutte dal beneden, en velen die don weg, die het doorsneed, langs liepen zagen naar boven en verwonder den zich over de eigenaardige kleur van het Roode huis het was zulk een vreemde, sombere tint, zóó wat men noemt, bloedrood. Het had altijd een somber aanzien, maar den dag, waarop ons verhaal be gint zag het er somberder uit dan ooit. Er viel een zachte regen, een motregen voor den geheelen dag en al het liefe lijke van een Meimorgen smolt in trar nan weg. In spijt van zijn groote afme tingen zag het huis er armzalig uit. Maar muren kunnen het gemis aan de schoonheden der Natuur, boschjes, boo- in en en bloemen niet goed maken. Nergens bespeurde men een terras, bloemperken, of een versiering van an deren aard. Eén leelijke olm stond mid den op het Sale grasveld, terwijl de haag cypressen zich donker en somber als een begrafenisstoet voor de huis deur uitstrekte. Diezelfde haag was er reeds geweest, toen Dr. Darkham tien jaar geleden zijn intrek in het huis nam. Eerst was hij van plan geweest haar to laten omhakken, maar later was hij van idee veranderd. In elk ge val, zoo zeide hij, paste ze bij zijn heele huishouding. De atmosfeer binnen was, als 't kon nog drukkender dan buiten. Mei be hoort mooi te zijn maar maanden vol doen niet altijd aan hun verplichtingen. En deze Meidag was, zooals ik reeds gezegd heb, allertreurigst, 's Morgens en 's middags regen en nu de avond reeds begon te vallen regende het nog. In de ontbijtkamer zat Mevrouw Darkham voor liet vuur ze was een groote vrouw met een onbeschaafd voor komen. En haar manier van doen be antwoordde volkomen aan dat uiterlijk. Haar glansloos, bruin haar, waartus- scheai reeds verscheidene grijze haren i iepen, za|t slordig, terkvijjl een paar losgeraakte lokken langs haar ooren liin- t gen. j Zij zat voorovergebogen met haar kleine oogen, waarin een domme maar eenigszins wraakzuchtige uitdrukking lag, in het vuur te staren, terwijl de trek om haar mond van geen vriende- lijko gedachte getuigde. Zij had een or- dinairen mond maar alles aan de vrouw, elke trek en beweging, deden aan een zeer burgelijke afkomst den ken. De kamer was goed gemeubeld, dat j wil zeggen geriefelijk en zelfs overdadig, maar ze miste alle teekenen van een goeden smaak. Het was er niet onzin delijk, maar er heerschte een zekere achteloosheid. Van de tafels was goed stof afgenomen, maar er stonden bitter weinig ornamenten op hier lag een copy van Wordsworth zóó dicht, alsof het nooit geopend was geworden, daar een dito van Shakespeare, en een paar schelpen waren de overige sieraden maar nergens bespeurde men bloemen. Op het haardkleed zat een jongen, een afschuwwekkend, doof en idioot schepsel, met de sintels in den haard te spelen. Het was de zoon van die lee- lijke vrouw de zoon van Dr. Dark ham, den knappen, wetenschappelijk ontwikkelden man Daar zat hij met het hoofd op dó knieën gesteund, onverstaanbare klan ken prevelend en onwijze gebaren ma kend. Hij was reeds zestien, maar liij zag er niet ouder uit dan een kind van zeven. Zijn verstand had zich niet ontwik keld, maar zijn lichaam wel. Zijn figuur was kort en plomp, maar de gespierde armen en boenen spraken van de enor me kracht, die de ongelukkige bezat. Het onnoozele gezicht, waarop niet de minste uitdrukking lag, was toch mooi te noemen. En deze eigenaardige schoonheid ver hoogde nog den armzaligen indruk, dien men van hem kreeg. Hij had zijns vaders oogen, en verder al zijn beste trekken. Als zijn geest gelijken tred had ge houden met zijn lichaam, dan. was hij werkelijk een der volmaaktste wezens geweest, die de Natuur ooit geschapen, had maar zijn geest lag braak en do groote. donkere oogen staarden ziel- 1 pond. loos voor zich uit of dwaalden rusteloos Zijn gestalte was afschuwelijk kort en breed. Zijn verstand had zich nooit ontwikkeld, en zijn lichaam was vanaf zijn twaalfde jaar opgehouden in do lengte te groeien. Hij had dus het voor- i komen van een jongen van twaalf jaar, j maar bezat de kracht, van een zeventien jarigen jongen man. I De moeder zat in een leuningstoel in het vuur te staren, en de jongen op het I haardkleed. Geen van beiden deed iets. Plotseling werd de deur geopend. De vrouw schrikte op en zag om zich heen. De ongelukkige jongen bleef stol zitten en zette zijn dom spel met de sin tels voort. „O ben jij hetriep mevrouw Dark ham uit. Het was haar man, die bin nentrad. „Ja, ik ga uit, maar zoek een postze gel." „Je zult ze daar wel op tafel vinden", zeide zijn vrouw lusteloos. Haar stem klonk schor en onbeschaafd. Hij had reeds geleerd zich er aan te gewennen. Hoewel zij van denzelfden stand waren, j was hij vele sporten hooger op do ladder der beschaving geklommen en zij I „Je gaat dus weer uit," zeide zij den pook grijpend om het. vuur wat op te porren. Terwijl zij dit deed vied or een gloeien de kool uit het. vuur op de haaiden van den idioot, die met een luid gehuil ach teruit deinsde. „Wat is er, mijn lieveling, mijn laan ue vrouw knielde bij hem neer en om vatte den jongen teeder. Hoo leelijk en mismaakt hij ook was, liij was haar kind toch. Hij had zich maar licht ge brand, de pijn was dus spoedig over. Mevrouw Darkham stond weer op en do idioot hervatte zijn spel. „Ik geloof, dat jij het kalm zou aan zien, al verbrandde- hij ook levend," zei de zij zich tot haar man koerend met fonkelende oogen. „Jij gelooft zooveel en je bent altijd zoo complimenteus, dat het 't beste is je maar niet meer te antwoorden," zeide Darkham even glimlachend.' Haar oogen hadden gefonkeld, maar zijn oogen drukten doodalijken haat uit. „O1 ben je weer sarcastisch," zeide zij haar hoekige schouders ophalend. „Je gaat dus met dit regenachtige weer uit. En waar naar toe?" „Zieken," op gerekten toon, „bezoe ken." „Altijd hetzelfde antwoord," hernam zijn vrouw met een minachtend lachje. „Je bedoelt, maar hebt niet den moed

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1