Dr. MMs Geheim. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 16a Jaargang Woensdag 2 November 1898. No. 4707 HAARLEM S DAGBLAD ^BOISnsnETMIHEN"1TSPBI «TS Voor Haarlem per 3 maandenf 1-20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1-30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afeonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, por 3 maanden0.80 de omstreken en franco per post0.371/2 A T~) V HKV I 1 H i~Nl I I Hi 1\T- Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentie» worden aangenomen deor onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PuUidté Etramgére ff. L. DAUBS Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montnmrtre. Met uitzondering fan het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing Tan AdTcrtcntien en Reclames betreffende Handel, NijTerheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Burean A. DB LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prjis der Ad.Tertentiën Tan 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30. Agenten Toor dit blad in den omtrek zpn bloemmdaal. Santpoort en Schoten, P. d. RAADT. Bandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,bp de tol; Snaarniam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER *»-•W. J. RULJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advortentiën aan. S*<a5iiSSek Öweracieht. Er vrordt weer heftig aan de alarmbel geluid. Het is alsof eene Europeesche oorlog reeds voor de deur staat, als men het telegram leest dat Reuter Maandag avond uit Londen heeft gebracht. Dit luidt als volgt Er hcerscht de grootst mogelijke be drijvigheid aan de marinewerven te De- vonport, Plymouth en Portsmouth. De oorlogsschepen worden zeeklaar gemaakt en nemen kolenvoorraden en oorlogsma teriaal in. Ook de manschappc-n worden naar boord gezonden. De verloven van de kanonniers zijn ingetrokken. De ..Pall Mall Gazette" zegt in staat tc zijn om te verklaren, dat maatregelen genomen zijn voor het oproepen van de reserve, het mobiliseeren van de vrij willigers cn net vormen van groote kam pen van geregelde militie en vrijwilli- gers-infanteria in de nabijheid van ver schillende belangrijke snijpunten van spoorwegen. Wat de fceteekenis van deze berich ten nog verhoogt is het gelijktijdig ver melden van het inkorten der reis van keizer Wilhelm in Palestina en wel om do verwikkelingen in Europa, zooals het heat. is ïettemiii moet aan de vrees voor een mogciijken oorlog tusschen Frankrijk en Engeland niet te veel toegegeven wor den. ret gezond verstand moet ons zeg gen, dat .Frankrijk het toch wel niet zoover zal laten komen en dat alleen om de Fasjoda-ci uaestie. Het nieuwe Fransche ministerie is thans samengesteld en wel als volgt Minister-president en binnenlandsche zaken Dupuyjustitie Lebret; oorlog de Freycinetmarine Lockroybui- tenlandsche zaken Delcassófinanciën Pevtraonderwijs Levgueskoophan del Delomb-e; openb. werken Krantz koloniën Guillainlandbouw Viger. .ueze benoemingen zullen iu hetJour nal officie!" van Donderdag bekend ge maakt worden. De heer Ribot, die de portefeuille van justitie reeds zoo goed als aangenomen had, heeft zich teruggetrokken, omdat naar het schijnt de heer De Freycinet het niet geraden achtte, wegens de rol welke de protestanten in de beweging ten gruist van Dreyfus hebben gespeeld, in het toekomstige kabinet twee protes tanten op te nemen, Ribot en De Frey cinet zelf. Men noemde nu den lieer Constans als minister van justitie. Lie ver zag de minister-president echter dat professor Lebret, die zich nog maar al leen in de wetenschappelijke wereld als rechtsgeleerde naam heeft gemaakt, de portefeuille van justitie nam. zullen medewerken de heeren F. H. ter, commandant van de troepen en van Duinen (Zang) van Amsterdamvan het garnizoen in Surinametot en C. Andriessea (Piano) van Hil- kantonrechter te Oirschot mr. E. M. versum. Het koor zal grootendeels Gompertz, thans substituut-griffier bij nieuwe werken uitvoeren o. a. Ver- j de arrondissement-rechtbank te Breda; zeehting, van Edw. Blaes, Miin Hof, tot onderwijzer aan de Rykskweek- van Ph. Loots, drie koren uit Loken- j school vo»r onderwijzers te Middel- griu met Solo en het vroeger reeds uitgevoerd Piigerchor uit TanDbanser, thans ook met Solo. Ned. E,. K. Volksbond. De afdeeling Haarlem van boven- genoemdeu bond vergaderde Maandag avond in de groote zaal der sociëteit „de Kroon". De voorzitter, de heer C. A. M. van Dam, opende de vergadering en heette allen welkom. Hierna wenschte hij den beer Crornhout, in de vorige' tldcc retZb!«eikr"evördcnng i burg, K. Wiersma, thans to Tiel; tot hoogheemraad van de Krimpener- waard, prov. Zuid Holland, C. Os- kam Az.tot clammeester van den zeedijk de Nieuwendara. prov. Noord Holland, H. van Aken; tot voorzitter van het dageljjksch bestuur voor het waterschap Schouwen, prov. Zeeland, mr. A. J. F. Fokker; tot lid van het col lego van regenten over de gevan genissen te Groningen: mr. N. de Ridder, officier van justitie bij de arroad.-rechtbank aldaar. Aan den beer dr. I. van Dijk, op den bond. De heer Cromhout bedankte hierop de leden voor het vertrouwen in hem gesteld. Vervolgens deelde de voorzitter de agenda mede en zeide tevens dat was ingekomen een schrijven van den beer Ravelli, die bet bestuur van den bond om schadeloosstelling vroeg voor de groote schade, die by door het aan stellen van eenen bode had geledeD. Over dit laatste punt zal de vergade ring bij stemming moeten beslissen. De heer Guskens zegt, dat wanneer de Kath. Volksbond voor het belang van den werkman is, bet zijn plicht is den heer R. een tegemoetkoming te geven. Na nog eenige discussie wordt dit punt in stemming gebracht en met 83 tegen 56 stemmen verworpen. Hierna kwam de spreker van dezeu avond, de heer A. J. de Jong, eere voorzitter van de afd. aan bet woord. ningen, onder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten aan A. S. van de Moer, ond-apothe- ker te Deventer, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als plaatsver vangend lid van den geneeskundigen raad voor Overiisel en Drente. De kapitein H. C. G. Visscher. van het le reg. infanterie, krachtens punt 4o. van art. 3S der wet van 28 Aug. 1851 (St.bld. no. 128) op non-activiteit Een wetenschappelijks tocht. Heden is van de Rijkswerf te Am sterdam het nieuwgebouwde flottielje- vaartuig- Siboga in dienst gesteld, met besteraming naar Oost-Indië, om daar in gebruik gesteld te worden, ten dienste van de Diepzee-expeditie, in de zeeën van onzen lndiscben Archipel. rr/VT/LT „Lr Het vaartuig, dat geheel is inge- richt voor het doel waarmede betrijn lezing gekozen eeue episode uit de Hoekscue en Kabeljauwsche twisten, getiteld „De God des Yredes". Dit dramatische verhaal op talentvolle wijze voorgedragen, werd door het esrste reis zal maken, is gebouwd op de werf van de Nederl. Scheepsbouw maatschappij, aldaar. De stoomwerk tuigen zijn geleverd door de maat schappij van scheeps- en werktoig- auditorium met alle aandacht gevolgd verhalen en een gedicht gekozen w titeld resp. „Do" Kleine Bedelaar", „De Remontrance in de Kerk te1 reD?.e Boheme" en „De zak met noten", waarmede hij eveneens veel succès inoogstte. j Herhaaldelijk werd luid geapp'.au- disseerd, wel een bewijs dat het publiek volop genoot van deze schoone lezing, i Nadat de voorzitter hiervoor een 'woord van dank had gebracht aan jden heer de Jong, werdj de verga- dering te ongeveer 10 uur gesloten. STADSNIEUWS Eerste en derde pagina. Haarlem, 1 Nov. 1898. „Crescendo." Naar wij vernemen zal het eerste concert in dit seizoen van de Haarlein- sche Mannenzangvereeniging „Cres cendo'' plaats hebben op Donderdag 17 November a.s. waarbij als solisten 8 I 98 E M L A SS B Uit de „Staatscourant". Koninklijke Besluiten. ongeveer 1450 paardenkrachten, gedu- uren, eene gemiddelde snelheid behouden van 13,82 mijl, ofschoon het contract verlaDgde 1100 paardenkrachten, waarbij eene snel heid van 13 mijl werd verwacht. Zooals men weet, is met de leiding der expeditie belast prof. Max Weber, hoogleeraar in de dierkunde aan de gemeentelijke universiteit. Als assis tenten zullen aan de expeditie deel nemen d8 heeren dr. J. Versluys, dr. Schmidt en Nierst-rasz. Met het bevel van den bodem wordt belast de luit. ter zee le klasse G. F. iTydeman. Mede zgn aan boord ge plaatst de luits. ler zee 2e kl. H. J. Boldingh, tevens eerste-officier, jhr. i O. T. L. Holmberg de Beckfelt en E. C. Hoorens van Heyningen, de Benoemd tot ridder der orde van officier van gezondheid 2e kl. dr. F. 1 den Nederlandschen Leeuw, de bij de w. Wissel (arts) en de officier van landmacht in West-Indiëgedetacheer- administratie 2e kl. A. G. ter Cock, de majoor der infanterie van het Ne- By aankomst te Batavia wordt de derlandsche leger, W. A. T. de Mees- Siboga buiten dienst gesteld en komt het schip ter beschikking van prof. Weber. Behalve de commandant G. j F. Tydeman, blijven aan boord de luits. ter zee Boldingh en Hoorens j van Hevcingen de derde officieren, de officieren van gezondheid en van j administratie gaan op andere schepen over. De geneeskundige dienst aan boord zal worden verricht door dr. j Schmidt, assistent der expeditie. De; nieuwe bemanning zal bestaan uit Javaansche matrozen, die te Batavia worden aangeworven. Prof. Webor wordt eerst in liet begin van 1900 uit de tropen in Ne derland terugverwacht. Een hartelijke ontvangst. De Amsl. Ct. ontvangt een van 26 October gedateerd scbry ven uit Stutt- gart omtrent do tegenwoordigheid van onze Koninginnen by bet huwelyk van den oudsten zoon Frederik van den prins Von Wied met prinses Pau line van Wnrtemberg. Hieraan is het volgende ontleend „Gedurende reeds eenige dagen heerscht hier in het wellicht het mooiste, comfortabelste hotel in Duitschland, „Hotel Marquardi", een buitengewone drukte; de gezanten van verschillende hoven komen hier aan, o.a. ook onze gezanten uit Ber- ljjn, baron van Test van Gondriaan, met secretaris Van Weideren Baron Rengers en verder een menigte excel lenties, graven en freiherren. Zoudagavond kwamen de prins en prinses Von Wied, de ouders van den bruidegom met gevolg hier aan. De vorstelijke personen wérden door den koning van Wurtemberg aan het sta tion ontvangen en begaven zich na een korte toespraak naar het zooge naamde nieuwe Schloss, een groot vorstelijk paleis in Franschen stijl, waarvan de gevel geheel met beelden versierd is. Maandagmorgen kwamen de schoon ouders van het Koningspaar, de Fiirst und Fürstin von Scbaumburg Lippe hier, eveneens door den Koning en de Koningin ontvangen. Er wareD zeer weinig nieuwsgierigen op de been; men hoordo bijna geen hoera's of ge juich de kleine menigte groette een voudig, evenals, by de aankomst van den prins von Wied. Doch hedenavond, onze Koningin, dat was een andere ontvangst! Men wist algemeen dat de „hübsche, juDge Königin Wilhelmica" zon komen en reeds vroeg voor de aankomst was er een groote menigte in den omtrek van het station aanwezigde korte weg naar het paleis was slechts door poli tie afgezet. Te 7.08 uur stoomde de extra-trein j het station binnen, waar de Koning, Koningin, verder alle vorstelijke brui- loftsgasten en ook onze gezanten aan wezig waien. Toen onze Wilhelraina met Koning Willem III gearmd in het gezicht van het publiek kwam, i ging er driemaal een krachtig hoera op, ook voor onze Regentes, die met Koningin Charlotte direct volgde. Den gehaeien weg werden de vorstelijke personen luid toegejuicht, hetgeen my als Hollander zeer imponeerde, te meer, daar de menigte by het voorbijgaan der Würtembergsche vorsten zoo kond bleef. H. M. Wilhelmina zag er allerliefst uit, in zeegroen gekleedeen beetje vermoeide trek ontsierde haar schoon gelaat, zeker door de lange reis van Arolsen, doch weldra liep H. M. lachend pratende met den koning over het perron naar de rijtuigen, welke tot groote teleurstelling van het pu bliek gesloten bleven. H. M. Koningin Emma was in het zwart gekleed en zag er eveneens zeer goéd uit. De Rembrandt-Tentoon- stelling. Deze tentoonstelling zal nog een drietal dagen geopend blijven. Deze verrassende maatregel is. naar het „N. v. d. D." meedeelt, indirect een vorstelijk bezoek op Vrijdag 4 dezer. Vroeger reeds had de hertogin van Albany, zuster van de Koningin- Moeder, dén wenscb te kennen ge geven, om de tentoonstelling te be zichtigen. Het bleek echter, dat de Vorstin niet zou kunnen komen voor den of- ficieelen sluitingsdag, want de huwe lijksplechtigheid te Stuttgart verhin derde haar. Het is niet meer dan een plicht der dankbaarheid, wanueer de com missie, in overleg met de autoriteiten, aan dezen wenscb gehoor hebben ver leend. De hertogin heeft een zeer belaugrijk aandeel gehad in de ver wezenlijking van de tentoonstelling. Koningin Victoria stond twee schil deryen af, „op byzonder verlangen van de hertogin van Albany", en daarmede was het voorbeeld gegeven aan andere vorsten en aan den hoogen Engelschen adel. Het bezoek van de hertogin zal in cognito geschieden, feitelijk na de sluiting, welke nu bepaald is op 3 November te 4 unr. van De eigenlijke leeftijd Nicolaas Heets. Een te Amsterdam verschijnend blad deelt zgn lezers het zeer belang rijke bericht mede, dat op de Rem- brandt-tentoonstelling door een anti quair beslag is gelegd op het „Portret van Nicolaas Beets." Hbld. Gestrand. Men meldt van Terschelling aan de N. R. CL ln den avond van den 27en strandde het Deensche stoomschip Normannia kapt. A. Rassmand, geladen met hout, van Finland naar Dordrecht, in het Thomas Smitgat. Haif twaalf kreeg de plaatselijke commissie der Noord en Zuid-Hollandsche Reddingmaat schappij hiervan kennis vau de kust wacht. Zoodra mogelijk werd de redding boot van station Westerschelling naar de vermoedelijke plaats der stranding uitgebracht. Daar gekomen, vertoefde zij er eenigen tijd. maar niets bespeu rende, werd de terugtocht aanvaard, 's Morgens zeven uur werd de stoomboot, nadat zy 200 standaard hout had overboord geworpen, door vereende werking der sleepbooten Neplunus en Herculesvlot, en kou zij haar reis vervolgen. Doodgeschoten. In de kazerne der infanterie te Utrecht heeft Zaterdagavond om streeks 10 uur een drama plaats ge had. De milicien De Vroege uit Amers foort, stond van 9—11 op de binnen plaats op wacht, toen hem wegens zyn zitten een bemerking gemaakt werd door sergeant Langkamp, die echter geen verdere gevolgen had. Ongeveer 10 uur echter ging deze sergeant mot den soldaat Van Deelen, eveneens milicien, uit Eist, naar de waschiurichting, alwaar ze 't licht opstaken. Op dit oogenblik gaf De Vroege, die nog- op wacht stond, vaar op den sergeant, doch miste. Van Deelen werd echtor doodgeschoten. De moordenaar loste daarop nog 8 schoten, waarbij de korporaal Oostrom aau het hoofd verwond werd. De moordenaar werd onmiddellijk gevan gen ganomen. Volgens het „U. D." heeft een tweede schot den sergeant even boven den schouder door zyn jas getroffen, zoodat de sergeant er met een schramp aan de kin afkwam. De sergeant liep daarop naar de aangrenzende kamer, bewoond door eeue compagnie van het 5e bat. 8e reg. infanterie, om hulp in te roepen, alwaar een derde en een vierde schot door de ramen werd gelost, doch zonder iemand te verwonden, niettegenstaande de man- schappeu reeds te bed waren. De da der werd onmiddellijk daarna gegre pen en in arrest gesteld. De oorzaak van deze ramp moet volgens het „U. D." hoogstwaarschijn lijk worden toegeschreven aan een vlaag van waanziuuigheid. Omtre .t den dader van het drama, dat Zaterdagavond in de infanterie- kazerne te Utrecht is afgespeeld, ver nam het U. D. nog de volgende bij zonderheden: altyd was de man eenigs- zins vreemd geweest, stil eu terugge trokken. Hy zonderde zich in den regel af en ging met zijne kameraden zoo weinig mogelijk om. Doch zyn toestand was niet van dien aard, dat de commandant hot noodig had ge oordeeld bijzonder op hem te letten. D8 man verklaarde dat hy op den sergeant geschoten had, omdat hy meende, dat deze den soldaat mis handelde. Ter zake van eenzelfde feit, ofschoon minder vreeselyk, was hy al reeds gedegradeerd van milicien-korporaal tot gemeen soldaat. Ook toen meeude hy dat een sergeant een soldaat mis handelde, hy kreeg toen een opwelling om voor den man op te komen en mis handelde den sergeant. Vermoedelijk heeft hij ook nu thans zulk een waanzinnige aandrift ge kregen belaas met de vrees8lyke gevolgen, hierboven gemeld. Een zekere P. te Winterswijk, Maan dagmorgen op de jacht zijnde, sprong, FEUILLETON. Hij was oorzaak, dat zij zijn moeder" altijd vriendelijk behandelde en die vriendelijkheid, want de idioot aanbad zijn moeder was waarschijnlijk ook de reden van zijn gehechtheid aan haar. In weerwil van den afkeer, dien zij voor zijn vader koesterde was zij toch altijd goed voor Edwy geweest en nu de onge lukkige stumperd klaarblijkelijk in een vreeselijken angst verkeerde, waardoor hij er nog stuitender uitzag dan anders, zette zij alle vrees op zij en liep hem te gemoet. Hij was ongelukkig'. de arme jon gen, wiens ziel totaal braak lag. Wat scheelde hem? Haar jong, warm hart- vloeide over van medelijden voor hem. „EdwyEdwyriep zij voortdurend, ofschoon zij wist dat hij haar niet ver staan kon. Hij snelde op haai- toe, greep haal bij den arm en zonk voor haar op de knieën. I „Shoo! Shoo! Shoo!" gilde hij. J i Het was het eenige woord, eigenlijk kon men het geen woord noemen, dat hij kon zeggen en voor hem het beste' op de wereld beteokende Zijn moeder. Agatha begreep hom. Zij drukte zijn aim hoofd tegen haar arm. „Wat scheelt er aan, wat is er Edwy vroeg zij. Haai- toon klonk bezorgd. Hij verstond haar niet, maar volgde de beweging^ van haar lippenwerke lijk scheen hij iets van haar woorden in zich op te nemen. In weerwil van de uitputting, die hem nu overmande hij had een afstand van vier mijl afge legd. gedurende welke de idioot klaar blijkelijk dien eenen vreemden klank had geschreeuwd liadden zijn krach ten hem toch nog niet geheel begeven. - -otseling wendde hij zich tot Aga tha en greep haar vast. Zijn vingers schenen zich als ijzeren kluisters om Agatha's armen te klem men. Hij veroorzaakte haar vreeselijke, bijna onuitstaanbare pijn en het jonge meisje trachtte hem van zich af te schud den. Maar terstond beheerschte zij zich de angst, die het anders zoo ziellooze gelaat van den jongen nu uitdrukte, maakte zoo'n diepen indruk op haar, dat zij stil bleef staan en de pijn ge duldig verdroeg. Zo probeerde evenwel haar hand op den knokigen arm van Edwy te leggen en na eenige «ogenblikken liet hij haar los. „Tante," riep Agatha zich naar het venster keerend, „wat zou hem schelen?" Mevrouw Greatorese, die zich voor alle veiligheid achter de gordijnen verscho len had, vanwaar zij alles zien kon wat er gebeurde, maar zelf niet opgemerkt kon worden, besloot nu haai- schuilhoek te verlaten om het vraagstuk op te los sen. „Zend hem weg zend hem weg!" gilde zij op dramatischen toon, wetend dat de idioot haar niet naderen kon. „Hij wordt krankzinnig, ik zie het aan zijn oogen. Hij zal je vermoorden, als je daar nog langer blijft. Maak dat jo weg komt, Agatha, wat ik je bidden mag. voordat hij je leea berokkent." „Och neen, dat is 't niet. Hij maakt zich angstig over liet een of ander. Ik ben er zeker van, dat er reden voor zijn gedrag bestaat, maar ik weet niet hoe ik er achter zal komen. Op dat oogenblik sprong Edwy op en begon, haar naderend, woest te gesticu- leeren en onsamenhangende klanken te uiten. Agatha begreep hem niet. Ein delijk. vaag beseffend dat zijn gebaren en geluiden niet de gewenschte uitwer king hadden, pakte de idioot haar beet en draaide liaar in de richting, vanwaar hij gekomen was. Daarop wachtte hij even, maai- toen hij zag, dat zij zich niet. bewoog maakte zich een vreeselijke woede van ham moester en haar bij den schouder en arm grijpende trok hij haar met zich voort en wel met zulk een kracht, dat Agatha terstond begreep, dat verweren hier niets baten kon. Toch stelde zij zich uit al liaar macht te weer, hoe vruchteloos het ook was. Zij kon het nauwelijks gelooven, dat een menscheiijK wezen haar zóó in rijn macht kon hebben. Zij, jong, sterk en lenig, veel grooter daarbij dan den idi oot zag zich geheel in zijn macht. Met verbazende snelheid rende hij voort, in weerwil van haar tegenstrib belen. Er sprak evenwel geen wrok uit zijn manieren maar een machtig ver langen om haar naar de plaats te bren gen, waar hij naar toe wilde. God alleen wist van welken angst het hart van den idioot vervuld was! Zijn oogen staarden voortdurend recht voor zich uit alsof rij daar iets zagen, dat hem schrik aanjoeg. Hij bezat bo venin ens chelijke kracht, en had Agatlia reeds de helft van het grasveld overge trokken. Redeneeren kon rij niet met hem, daar hij haar toch niet verstond en met ieder oogenblik voelde zij haar kracht verminderen. aar ging hij toch naar toe? Waar wilde hij haar brengen Zij zag naar de wanstaltige figuur en het ongekamde hoofd naast haar. Zij voelde hoe de lange, beenige armen haar steeds vaster omklemden en een gevoel van zwakte beving haar. Wat had haar tante ook weer gezegd' Dat hij krankzinnig werd? Dat hij iemand wilde vermoorden Was hij van plan het haar te doen? Intuschen weerklonken de angstkre ten van Agatha's tante door de lucht. Maar de twee dienstmeisjes schenen te verschrokken om een poging tot Agatha's bevrijding in het werk te stellen. Zij bic-ven staan, tegen elkaar leunend en woorden van medelijden fluisterend. Zij schreiden en waren onbruikbaar. Intusschen had de idioot met Agatha den rand van een bosch bereikt, dat aan den naasten buurman van Agatha's tan te behoorde. Het volgende oogenblik zou rij uit het gericht van raenschelijke wezens verdwenen rijn. En in die duisternis van dat bosch... HOOFDSTUK IX. Op dat oogenblik baande een jonge man zich door het dichte kreupelhout; een weg en versperde den idioot don doortocht. Hij stond in een gebiedende houding voor hem en maakte oen eigen aardig gebaar. Klaarblijkelijk begreep Edwy hem, want hij bleef staan. De nieuwaangekomena was dokter Dillwyn. Hij ging naar den ongelukkige toe, legde hem de hand op den schouder en beduidde hem iets op rijn vingers. Ed wy liet Agatha los en hot arme meisje, lialf bezwijmd door den uitgestanen angst, viel tegen een boom aan. De idioot greep Dillwyn bij den schou der, zag naar hem op en maakte smee- kende gebaren. „Shoo! Shoo! Shoo!" steunde hij. Hij was nu kalmer geworden, en lang zamerhand kreeg rijn gelaat weer de gewone lijdzame uitdrukking. Dillwyn's komst liad een afzonderlijke uitwerking op den idioot. De angst, die zooeven nog in rijn oogen te lezen stond was verdwe nen en rij waren nu strak op den jongen dokter gevestigd. Het waren groote, mooie oogen, veel gelijkend op die van een hond, maar ze hadden helaas geen uitdrukking. De ongelukkige idioot liad. geleerd; blindelings in Dillwyn te vertrouwen, cn was van hem gaan houden. Ook

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1