Dr. MMs Geheim.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
16a Jaargang
Woensdag 2 November 1898.
No. 4707
HAARLEM S DAGBLAD
^BOISnsnETMIHEN"1TSPBI «TS
Voor Haarlem per 3 maandenf 1-20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1-30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afeonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, por 3 maanden0.80
de omstreken en franco per post0.371/2
A T~) V HKV I 1 H i~Nl I I Hi 1\T-
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentie» worden aangenomen deor onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PuUidté Etramgére ff. L. DAUBS Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montnmrtre.
Met uitzondering fan het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing Tan AdTcrtcntien en Reclames betreffende Handel, NijTerheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Burean A. DB LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prjis der Ad.Tertentiën Tan 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 0,30.
Agenten Toor dit blad in den omtrek zpn bloemmdaal. Santpoort en Schoten, P. d. RAADT. Bandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,bp de tol; Snaarniam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
*»-•W. J. RULJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advortentiën aan.
S*<a5iiSSek Öweracieht.
Er vrordt weer heftig aan de alarmbel
geluid. Het is alsof eene Europeesche
oorlog reeds voor de deur staat, als men
het telegram leest dat Reuter Maandag
avond uit Londen heeft gebracht. Dit
luidt als volgt
Er hcerscht de grootst mogelijke be
drijvigheid aan de marinewerven te De-
vonport, Plymouth en Portsmouth. De
oorlogsschepen worden zeeklaar gemaakt
en nemen kolenvoorraden en oorlogsma
teriaal in. Ook de manschappc-n worden
naar boord gezonden. De verloven van
de kanonniers zijn ingetrokken.
De ..Pall Mall Gazette" zegt in staat
tc zijn om te verklaren, dat maatregelen
genomen zijn voor het oproepen van
de reserve, het mobiliseeren van de vrij
willigers cn net vormen van groote kam
pen van geregelde militie en vrijwilli-
gers-infanteria in de nabijheid van ver
schillende belangrijke snijpunten van
spoorwegen.
Wat de fceteekenis van deze berich
ten nog verhoogt is het gelijktijdig ver
melden van het inkorten der reis van
keizer Wilhelm in Palestina en wel om
do verwikkelingen in Europa, zooals
het heat.
is ïettemiii moet aan de vrees voor een
mogciijken oorlog tusschen Frankrijk en
Engeland niet te veel toegegeven wor
den. ret gezond verstand moet ons zeg
gen, dat .Frankrijk het toch wel niet
zoover zal laten komen en dat alleen
om de Fasjoda-ci uaestie.
Het nieuwe Fransche ministerie is
thans samengesteld en wel als volgt
Minister-president en binnenlandsche
zaken Dupuyjustitie Lebret; oorlog
de Freycinetmarine Lockroybui-
tenlandsche zaken Delcassófinanciën
Pevtraonderwijs Levgueskoophan
del Delomb-e; openb. werken Krantz
koloniën Guillainlandbouw Viger.
.ueze benoemingen zullen iu hetJour
nal officie!" van Donderdag bekend ge
maakt worden.
De heer Ribot, die de portefeuille van
justitie reeds zoo goed als aangenomen
had, heeft zich teruggetrokken, omdat
naar het schijnt de heer De Freycinet
het niet geraden achtte, wegens de rol
welke de protestanten in de beweging
ten gruist van Dreyfus hebben gespeeld,
in het toekomstige kabinet twee protes
tanten op te nemen, Ribot en De Frey
cinet zelf. Men noemde nu den lieer
Constans als minister van justitie. Lie
ver zag de minister-president echter dat
professor Lebret, die zich nog maar al
leen in de wetenschappelijke wereld als
rechtsgeleerde naam heeft gemaakt, de
portefeuille van justitie nam.
zullen medewerken de heeren F. H. ter, commandant van de troepen en
van Duinen (Zang) van Amsterdamvan het garnizoen in Surinametot
en C. Andriessea (Piano) van Hil- kantonrechter te Oirschot mr. E. M.
versum. Het koor zal grootendeels Gompertz, thans substituut-griffier bij
nieuwe werken uitvoeren o. a. Ver- j de arrondissement-rechtbank te Breda;
zeehting, van Edw. Blaes, Miin Hof, tot onderwijzer aan de Rykskweek-
van Ph. Loots, drie koren uit Loken- j school vo»r onderwijzers te Middel-
griu met Solo en het vroeger reeds
uitgevoerd Piigerchor uit TanDbanser,
thans ook met Solo.
Ned. E,. K. Volksbond.
De afdeeling Haarlem van boven-
genoemdeu bond vergaderde Maandag
avond in de groote zaal der sociëteit
„de Kroon".
De voorzitter, de heer C. A. M.
van Dam, opende de vergadering en
heette allen welkom. Hierna wenschte
hij den beer Crornhout, in de vorige'
tldcc retZb!«eikr"evördcnng i
burg, K. Wiersma, thans to Tiel;
tot hoogheemraad van de Krimpener-
waard, prov. Zuid Holland, C. Os-
kam Az.tot clammeester van den
zeedijk de Nieuwendara. prov. Noord
Holland, H. van Aken; tot voorzitter
van het dageljjksch bestuur voor het
waterschap Schouwen, prov. Zeeland,
mr. A. J. F. Fokker; tot lid van het
col lego van regenten over de gevan
genissen te Groningen: mr. N. de
Ridder, officier van justitie bij de
arroad.-rechtbank aldaar.
Aan den beer dr. I. van Dijk, op
den bond. De heer Cromhout bedankte
hierop de leden voor het vertrouwen
in hem gesteld.
Vervolgens deelde de voorzitter de
agenda mede en zeide tevens dat was
ingekomen een schrijven van den beer
Ravelli, die bet bestuur van den bond
om schadeloosstelling vroeg voor de
groote schade, die by door het aan
stellen van eenen bode had geledeD.
Over dit laatste punt zal de vergade
ring bij stemming moeten beslissen.
De heer Guskens zegt, dat wanneer de
Kath. Volksbond voor het belang van
den werkman is, bet zijn plicht is den
heer R. een tegemoetkoming te geven.
Na nog eenige discussie wordt dit
punt in stemming gebracht en met
83 tegen 56 stemmen verworpen.
Hierna kwam de spreker van dezeu
avond, de heer A. J. de Jong, eere
voorzitter van de afd. aan bet woord.
ningen, onder dankbetuiging voor de
in die betrekking bewezen diensten
aan A. S. van de Moer, ond-apothe-
ker te Deventer, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als plaatsver
vangend lid van den geneeskundigen
raad voor Overiisel en Drente.
De kapitein H. C. G. Visscher. van
het le reg. infanterie, krachtens punt
4o. van art. 3S der wet van 28 Aug.
1851 (St.bld. no. 128) op non-activiteit
Een wetenschappelijks tocht.
Heden is van de Rijkswerf te Am
sterdam het nieuwgebouwde flottielje-
vaartuig- Siboga in dienst gesteld, met
besteraming naar Oost-Indië, om daar
in gebruik gesteld te worden, ten
dienste van de Diepzee-expeditie, in
de zeeën van onzen lndiscben Archipel.
rr/VT/LT „Lr Het vaartuig, dat geheel is inge-
richt voor het doel waarmede betrijn
lezing gekozen eeue episode uit de
Hoekscue en Kabeljauwsche twisten,
getiteld „De God des Yredes". Dit
dramatische verhaal op talentvolle
wijze voorgedragen, werd door het
esrste reis zal maken, is gebouwd op
de werf van de Nederl. Scheepsbouw
maatschappij, aldaar. De stoomwerk
tuigen zijn geleverd door de maat
schappij van scheeps- en werktoig-
auditorium met alle aandacht gevolgd
verhalen en een gedicht gekozen w
titeld resp. „Do" Kleine Bedelaar",
„De Remontrance in de Kerk te1 reD?.e
Boheme" en „De zak met noten",
waarmede hij eveneens veel succès
inoogstte.
j Herhaaldelijk werd luid geapp'.au-
disseerd, wel een bewijs dat het publiek
volop genoot van deze schoone lezing,
i Nadat de voorzitter hiervoor een
'woord van dank had gebracht aan
jden heer de Jong, werdj de verga-
dering te ongeveer 10 uur gesloten.
STADSNIEUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem, 1 Nov. 1898.
„Crescendo."
Naar wij vernemen zal het eerste
concert in dit seizoen van de Haarlein-
sche Mannenzangvereeniging „Cres
cendo'' plaats hebben op Donderdag
17 November a.s. waarbij als solisten
8 I 98 E M L A SS B
Uit de „Staatscourant".
Koninklijke Besluiten.
ongeveer 1450 paardenkrachten, gedu-
uren, eene gemiddelde
snelheid behouden van 13,82 mijl,
ofschoon het contract verlaDgde 1100
paardenkrachten, waarbij eene snel
heid van 13 mijl werd verwacht.
Zooals men weet, is met de leiding
der expeditie belast prof. Max Weber,
hoogleeraar in de dierkunde aan de
gemeentelijke universiteit. Als assis
tenten zullen aan de expeditie deel
nemen d8 heeren dr. J. Versluys, dr.
Schmidt en Nierst-rasz.
Met het bevel van den bodem wordt
belast de luit. ter zee le klasse G. F.
iTydeman. Mede zgn aan boord ge
plaatst de luits. ler zee 2e kl. H. J.
Boldingh, tevens eerste-officier, jhr.
i O. T. L. Holmberg de Beckfelt en
E. C. Hoorens van Heyningen, de
Benoemd tot ridder der orde van officier van gezondheid 2e kl. dr. F.
1 den Nederlandschen Leeuw, de bij de w. Wissel (arts) en de officier van
landmacht in West-Indiëgedetacheer- administratie 2e kl. A. G. ter Cock,
de majoor der infanterie van het Ne- By aankomst te Batavia wordt de
derlandsche leger, W. A. T. de Mees- Siboga buiten dienst gesteld en komt
het schip ter beschikking van prof.
Weber. Behalve de commandant G. j
F. Tydeman, blijven aan boord de
luits. ter zee Boldingh en Hoorens j
van Hevcingen de derde officieren,
de officieren van gezondheid en van j
administratie gaan op andere schepen
over. De geneeskundige dienst aan
boord zal worden verricht door dr. j
Schmidt, assistent der expeditie. De;
nieuwe bemanning zal bestaan uit
Javaansche matrozen, die te Batavia
worden aangeworven.
Prof. Webor wordt eerst in liet
begin van 1900 uit de tropen in Ne
derland terugverwacht.
Een hartelijke ontvangst.
De Amsl. Ct. ontvangt een van 26
October gedateerd scbry ven uit Stutt-
gart omtrent do tegenwoordigheid van
onze Koninginnen by bet huwelyk
van den oudsten zoon Frederik van
den prins Von Wied met prinses Pau
line van Wnrtemberg. Hieraan is het
volgende ontleend
„Gedurende reeds eenige dagen
heerscht hier in het wellicht het
mooiste, comfortabelste hotel in
Duitschland, „Hotel Marquardi", een
buitengewone drukte; de gezanten
van verschillende hoven komen hier
aan, o.a. ook onze gezanten uit Ber-
ljjn, baron van Test van Gondriaan,
met secretaris Van Weideren Baron
Rengers en verder een menigte excel
lenties, graven en freiherren.
Zoudagavond kwamen de prins en
prinses Von Wied, de ouders van den
bruidegom met gevolg hier aan. De
vorstelijke personen wérden door den
koning van Wurtemberg aan het sta
tion ontvangen en begaven zich na
een korte toespraak naar het zooge
naamde nieuwe Schloss, een groot
vorstelijk paleis in Franschen stijl,
waarvan de gevel geheel met beelden
versierd is.
Maandagmorgen kwamen de schoon
ouders van het Koningspaar, de Fiirst
und Fürstin von Scbaumburg Lippe
hier, eveneens door den Koning en de
Koningin ontvangen. Er wareD zeer
weinig nieuwsgierigen op de been;
men hoordo bijna geen hoera's of ge
juich de kleine menigte groette een
voudig, evenals, by de aankomst van
den prins von Wied.
Doch hedenavond, onze Koningin,
dat was een andere ontvangst! Men
wist algemeen dat de „hübsche, juDge
Königin Wilhelmica" zon komen en
reeds vroeg voor de aankomst was er
een groote menigte in den omtrek van
het station aanwezigde korte weg
naar het paleis was slechts door poli
tie afgezet.
Te 7.08 uur stoomde de extra-trein
j het station binnen, waar de Koning,
Koningin, verder alle vorstelijke brui-
loftsgasten en ook onze gezanten aan
wezig waien. Toen onze Wilhelraina
met Koning Willem III gearmd in
het gezicht van het publiek kwam,
i ging er driemaal een krachtig hoera
op, ook voor onze Regentes, die met
Koningin Charlotte direct volgde. Den
gehaeien weg werden de vorstelijke
personen luid toegejuicht, hetgeen my
als Hollander zeer imponeerde, te meer,
daar de menigte by het voorbijgaan
der Würtembergsche vorsten zoo kond
bleef.
H. M. Wilhelmina zag er allerliefst
uit, in zeegroen gekleedeen beetje
vermoeide trek ontsierde haar schoon
gelaat, zeker door de lange reis van
Arolsen, doch weldra liep H. M.
lachend pratende met den koning over
het perron naar de rijtuigen, welke
tot groote teleurstelling van het pu
bliek gesloten bleven.
H. M. Koningin Emma was in het
zwart gekleed en zag er eveneens
zeer goéd uit.
De Rembrandt-Tentoon-
stelling.
Deze tentoonstelling zal nog een
drietal dagen geopend blijven.
Deze verrassende maatregel is. naar
het „N. v. d. D." meedeelt, indirect
een vorstelijk bezoek op Vrijdag 4
dezer. Vroeger reeds had de hertogin
van Albany, zuster van de Koningin-
Moeder, dén wenscb te kennen ge
geven, om de tentoonstelling te be
zichtigen.
Het bleek echter, dat de Vorstin
niet zou kunnen komen voor den of-
ficieelen sluitingsdag, want de huwe
lijksplechtigheid te Stuttgart verhin
derde haar.
Het is niet meer dan een plicht
der dankbaarheid, wanueer de com
missie, in overleg met de autoriteiten,
aan dezen wenscb gehoor hebben ver
leend. De hertogin heeft een zeer
belaugrijk aandeel gehad in de ver
wezenlijking van de tentoonstelling.
Koningin Victoria stond twee schil
deryen af, „op byzonder verlangen
van de hertogin van Albany", en
daarmede was het voorbeeld gegeven
aan andere vorsten en aan den hoogen
Engelschen adel.
Het bezoek van de hertogin zal in
cognito geschieden, feitelijk na de
sluiting, welke nu bepaald is op 3
November te 4 unr.
van
De eigenlijke leeftijd
Nicolaas Heets.
Een te Amsterdam verschijnend
blad deelt zgn lezers het zeer belang
rijke bericht mede, dat op de Rem-
brandt-tentoonstelling door een anti
quair beslag is gelegd op het „Portret
van Nicolaas Beets." Hbld.
Gestrand.
Men meldt van Terschelling aan de
N. R. CL
ln den avond van den 27en strandde
het Deensche stoomschip Normannia
kapt. A. Rassmand, geladen met hout,
van Finland naar Dordrecht, in het
Thomas Smitgat. Haif twaalf kreeg
de plaatselijke commissie der Noord
en Zuid-Hollandsche Reddingmaat
schappij hiervan kennis vau de kust
wacht.
Zoodra mogelijk werd de redding
boot van station Westerschelling naar
de vermoedelijke plaats der stranding
uitgebracht. Daar gekomen, vertoefde
zij er eenigen tijd. maar niets bespeu
rende, werd de terugtocht aanvaard,
's Morgens zeven uur werd de
stoomboot, nadat zy 200 standaard
hout had overboord geworpen, door
vereende werking der sleepbooten
Neplunus en Herculesvlot, en kou
zij haar reis vervolgen.
Doodgeschoten.
In de kazerne der infanterie te
Utrecht heeft Zaterdagavond om
streeks 10 uur een drama plaats ge
had. De milicien De Vroege uit Amers
foort, stond van 9—11 op de binnen
plaats op wacht, toen hem wegens
zyn zitten een bemerking gemaakt
werd door sergeant Langkamp, die
echter geen verdere gevolgen had.
Ongeveer 10 uur echter ging deze
sergeant mot den soldaat Van Deelen,
eveneens milicien, uit Eist, naar de
waschiurichting, alwaar ze 't licht
opstaken. Op dit oogenblik gaf De
Vroege, die nog- op wacht stond, vaar
op den sergeant, doch miste. Van
Deelen werd echtor doodgeschoten.
De moordenaar loste daarop nog 8
schoten, waarbij de korporaal Oostrom
aau het hoofd verwond werd. De
moordenaar werd onmiddellijk gevan
gen ganomen.
Volgens het „U. D." heeft een
tweede schot den sergeant even boven
den schouder door zyn jas getroffen,
zoodat de sergeant er met een schramp
aan de kin afkwam. De sergeant liep
daarop naar de aangrenzende kamer,
bewoond door eeue compagnie van
het 5e bat. 8e reg. infanterie, om
hulp in te roepen, alwaar een derde
en een vierde schot door de ramen
werd gelost, doch zonder iemand te
verwonden, niettegenstaande de man-
schappeu reeds te bed waren. De da
der werd onmiddellijk daarna gegre
pen en in arrest gesteld.
De oorzaak van deze ramp moet
volgens het „U. D." hoogstwaarschijn
lijk worden toegeschreven aan een
vlaag van waanziuuigheid.
Omtre .t den dader van het drama,
dat Zaterdagavond in de infanterie-
kazerne te Utrecht is afgespeeld, ver
nam het U. D. nog de volgende bij
zonderheden: altyd was de man eenigs-
zins vreemd geweest, stil eu terugge
trokken. Hy zonderde zich in den
regel af en ging met zijne kameraden
zoo weinig mogelijk om. Doch zyn
toestand was niet van dien aard, dat
de commandant hot noodig had ge
oordeeld bijzonder op hem te letten.
D8 man verklaarde dat hy op den
sergeant geschoten had, omdat hy
meende, dat deze den soldaat mis
handelde.
Ter zake van eenzelfde feit, ofschoon
minder vreeselyk, was hy al reeds
gedegradeerd van milicien-korporaal
tot gemeen soldaat. Ook toen meeude
hy dat een sergeant een soldaat mis
handelde, hy kreeg toen een opwelling
om voor den man op te komen en mis
handelde den sergeant.
Vermoedelijk heeft hij ook nu thans
zulk een waanzinnige aandrift ge
kregen belaas met de vrees8lyke
gevolgen, hierboven gemeld.
Een zekere P. te Winterswijk, Maan
dagmorgen op de jacht zijnde, sprong,
FEUILLETON.
Hij was oorzaak, dat zij zijn moeder"
altijd vriendelijk behandelde en die
vriendelijkheid, want de idioot aanbad
zijn moeder was waarschijnlijk ook
de reden van zijn gehechtheid aan haar.
In weerwil van den afkeer, dien zij voor
zijn vader koesterde was zij toch altijd
goed voor Edwy geweest en nu de onge
lukkige stumperd klaarblijkelijk in een
vreeselijken angst verkeerde, waardoor
hij er nog stuitender uitzag dan anders,
zette zij alle vrees op zij en liep hem te
gemoet.
Hij was ongelukkig'. de arme jon
gen, wiens ziel totaal braak lag. Wat
scheelde hem?
Haar jong, warm hart- vloeide over
van medelijden voor hem.
„EdwyEdwyriep zij voortdurend,
ofschoon zij wist dat hij haar niet ver
staan kon.
Hij snelde op haai- toe, greep haal
bij den arm en zonk voor haar op de
knieën.
I „Shoo! Shoo! Shoo!" gilde hij. J
i Het was het eenige woord, eigenlijk
kon men het geen woord noemen, dat
hij kon zeggen en voor hem het beste'
op de wereld beteokende Zijn moeder.
Agatha begreep hom. Zij drukte zijn
aim hoofd tegen haar arm.
„Wat scheelt er aan, wat is er Edwy
vroeg zij. Haai- toon klonk bezorgd.
Hij verstond haar niet, maar volgde
de beweging^ van haar lippenwerke
lijk scheen hij iets van haar woorden in
zich op te nemen. In weerwil van de
uitputting, die hem nu overmande
hij had een afstand van vier mijl afge
legd. gedurende welke de idioot klaar
blijkelijk dien eenen vreemden klank
had geschreeuwd liadden zijn krach
ten hem toch nog niet geheel begeven.
- -otseling wendde hij zich tot Aga
tha en greep haar vast.
Zijn vingers schenen zich als ijzeren
kluisters om Agatha's armen te klem
men. Hij veroorzaakte haar vreeselijke,
bijna onuitstaanbare pijn en het jonge
meisje trachtte hem van zich af te schud
den. Maar terstond beheerschte zij zich
de angst, die het anders zoo ziellooze
gelaat van den jongen nu uitdrukte,
maakte zoo'n diepen indruk op haar,
dat zij stil bleef staan en de pijn ge
duldig verdroeg.
Zo probeerde evenwel haar hand op
den knokigen arm van Edwy te leggen en
na eenige «ogenblikken liet hij haar los.
„Tante," riep Agatha zich naar het
venster keerend, „wat zou hem schelen?"
Mevrouw Greatorese, die zich voor alle
veiligheid achter de gordijnen verscho
len had, vanwaar zij alles zien kon wat
er gebeurde, maar zelf niet opgemerkt
kon worden, besloot nu haai- schuilhoek
te verlaten om het vraagstuk op te los
sen.
„Zend hem weg zend hem weg!"
gilde zij op dramatischen toon, wetend
dat de idioot haar niet naderen kon.
„Hij wordt krankzinnig, ik zie het aan
zijn oogen. Hij zal je vermoorden, als je
daar nog langer blijft. Maak dat jo weg
komt, Agatha, wat ik je bidden mag.
voordat hij je leea berokkent."
„Och neen, dat is 't niet. Hij maakt
zich angstig over liet een of ander. Ik
ben er zeker van, dat er reden voor zijn
gedrag bestaat, maar ik weet niet hoe
ik er achter zal komen.
Op dat oogenblik sprong Edwy op en
begon, haar naderend, woest te gesticu-
leeren en onsamenhangende klanken te
uiten. Agatha begreep hem niet. Ein
delijk. vaag beseffend dat zijn gebaren
en geluiden niet de gewenschte uitwer
king hadden, pakte de idioot haar beet
en draaide liaar in de richting, vanwaar
hij gekomen was. Daarop wachtte hij
even, maai- toen hij zag, dat zij zich
niet. bewoog maakte zich een vreeselijke
woede van ham moester en haar bij den
schouder en arm grijpende trok hij haar
met zich voort en wel met zulk een
kracht, dat Agatha terstond begreep,
dat verweren hier niets baten kon.
Toch stelde zij zich uit al liaar macht
te weer, hoe vruchteloos het ook was.
Zij kon het nauwelijks gelooven, dat
een menscheiijK wezen haar zóó in rijn
macht kon hebben. Zij, jong, sterk en
lenig, veel grooter daarbij dan den idi
oot zag zich geheel in zijn macht.
Met verbazende snelheid rende hij
voort, in weerwil van haar tegenstrib
belen. Er sprak evenwel geen wrok uit
zijn manieren maar een machtig ver
langen om haar naar de plaats te bren
gen, waar hij naar toe wilde.
God alleen wist van welken angst
het hart van den idioot vervuld was!
Zijn oogen staarden voortdurend recht
voor zich uit alsof rij daar iets zagen,
dat hem schrik aanjoeg. Hij bezat bo
venin ens chelijke kracht, en had Agatlia
reeds de helft van het grasveld overge
trokken. Redeneeren kon rij niet met
hem, daar hij haar toch niet verstond
en met ieder oogenblik voelde zij haar
kracht verminderen. aar ging hij toch
naar toe? Waar wilde hij haar brengen
Zij zag naar de wanstaltige figuur en
het ongekamde hoofd naast haar. Zij
voelde hoe de lange, beenige armen haar
steeds vaster omklemden en een gevoel
van zwakte beving haar. Wat had haar
tante ook weer gezegd'
Dat hij krankzinnig werd? Dat hij
iemand wilde vermoorden Was hij van
plan het haar te doen?
Intuschen weerklonken de angstkre
ten van Agatha's tante door de lucht.
Maar de twee dienstmeisjes schenen te
verschrokken om een poging tot Agatha's
bevrijding in het werk te stellen.
Zij bic-ven staan, tegen elkaar leunend
en woorden van medelijden fluisterend.
Zij schreiden en waren onbruikbaar.
Intusschen had de idioot met Agatha
den rand van een bosch bereikt, dat aan
den naasten buurman van Agatha's tan
te behoorde. Het volgende oogenblik
zou rij uit het gericht van raenschelijke
wezens verdwenen rijn.
En in die duisternis van dat bosch...
HOOFDSTUK IX.
Op dat oogenblik baande een jonge
man zich door het dichte kreupelhout;
een weg en versperde den idioot don
doortocht. Hij stond in een gebiedende
houding voor hem en maakte oen eigen
aardig gebaar.
Klaarblijkelijk begreep Edwy hem,
want hij bleef staan.
De nieuwaangekomena was dokter
Dillwyn.
Hij ging naar den ongelukkige toe,
legde hem de hand op den schouder en
beduidde hem iets op rijn vingers. Ed
wy liet Agatha los en hot arme meisje,
lialf bezwijmd door den uitgestanen
angst, viel tegen een boom aan.
De idioot greep Dillwyn bij den schou
der, zag naar hem op en maakte smee-
kende gebaren.
„Shoo! Shoo! Shoo!" steunde hij.
Hij was nu kalmer geworden, en lang
zamerhand kreeg rijn gelaat weer de
gewone lijdzame uitdrukking. Dillwyn's
komst liad een afzonderlijke uitwerking
op den idioot. De angst, die zooeven nog
in rijn oogen te lezen stond was verdwe
nen en rij waren nu strak op den jongen
dokter gevestigd. Het waren groote,
mooie oogen, veel gelijkend op die van
een hond, maar ze hadden helaas geen
uitdrukking.
De ongelukkige idioot liad. geleerd;
blindelings in Dillwyn te vertrouwen,
cn was van hem gaan houden. Ook