„Zooals wy reeds mededeelen, zou op 1 October een tocht worden ge maakt naar de plaats werwaarts Toekoe Tapa waarschijnlijk gevlucht was. „Alzoo is ook geschiedop sremel- den datum rukte kapitein De Roever uit naar Kaloewi, aan den rechter eever van de Simpangrivier gelegen, ua het detachement van 50 bajonetten dat onder twee le luitenants te Mene- rang de plaats van het geleverde gevecht was geposteerd, aan zich te hebben getrokken. „Langs Batang Arab rechter oever Simpang Kanan waar 40 bajonetten onder den 2e-luitenant Watriu werden achtergelaten, mar cheerde men door zwaar bosch, langs een karbouweupad over moerassige plaatsen en over hoogten, steeds klau terende over omgevallen boomstammen, waaronder ware woudreuzen, tot men op den tweeden dag Kaloewi bereikte. „Van Toekoe Tapa werd aldaar niets vernomenalleen berichtte men dat eenige vluchtende Gajoes door getrokken waren naar de bergen. „Tusschen Kwala Simpang en Ka loewi ligt, ook aan den rechteroever van de Simpang Kiri, de kampong Si Madam, van waar een pad loopt in zuidelijke richting naar Halaban. waar de Koninklijke Petroleummaat- schappy haar boringen verricht. „In die kampong was tijdelijk een wacht van 30 bajonnetten onder den lste-luitenant Joosten gestationeerd, met een voorraad vivres en van daar werden nu de levensmiddelen ouder dekking opgezonden naar Kaloewi, hetgeen nog twee dagmarschen ver- eischte. „Tot den terugtocht van Kaloewi besloten zijnde werd de Simpangkiri afgezakt. „Daar er echter geen voldoende transportmiddelen aanwezig waren, bleef een detachement van 50 bajo netten onder de laitenants Stoop en Smit voorloopig achter." Het blad van 8 October gedateerd, voegt nog hieraan toe: „Over eenige dagen zullen das alle militairen wel weder op hunne stand plaatsen teruggekeerd zyn 2de-luit. Watrin gaat dan met 35 man terug naar Seroeway en lste-luit. Stoop met zijn 25 man naar Medan. „De troepen hebben by deze mar sehen nog al te kampen gehad met overstroomende rivieren, waardoor de wegen onder water stonden. Zoo wa ren de boomstammen, die gewoonlijk over de alors (beetjes) gelegd zyn, om als brug te dienen, allo wegge slagen. Per stoomer „Tjantik" moes ten eenige patrouilles afgehaald wor den, van punten waar de wegen niet meer te volgen waren wegens den hoo- gen waterstand. „Bij het gevecht te Menerangmoet de vyaud 8 dooden en gewonden heb ben bekomen en deze laatsten de grenzen overgebracht ziin. „Toean Qadli zou naar de boven Simpang Kanau en Panglima Prang Boeng met pl. m. 30 Atjehers door Langsar of Modjopahit naar Simpang Anas (Perlak) gevlucht zijn. „Tan Toekoe Tapa zelf zijn geen positieve berichten ingekomen, doch zyne bijeengeraapte bende is nu ge heel verstrooid en van transportmid delen geheel ontbloot. De bevolking van Menerang keerdo in de kampong terug en was behulp zaam by het wegruimen der door de bende opgeworpen versperringen. „Door het sneuvelen van het hoofd dier kampong, Datoe Indra, zal al daar het vertrouwen in ToekoeTapa wel gevoelig geschokt zijn en ia elk geval heeft het vlugge optreden van ae militaire macht er den noodigen schrik in gebracht." Wy lezen nog in het blad, dat de overste, gewestelijk militair comman dant, den 7en October van Tamiang tc Medan terugkeerde, na zich twee dagen te Si Madam (zie boven) te Lebben opgehouden. GEïftOIQQ NGEüWS Bestrijding van drankmis bruik. De Belgische regeering, van mee ning zijnde, dal om de jeneverplaag te bestrijden het propaganda maken door middel van afbeeldingen het doelmatigste is, heeft besloten een wedstrijd uit te schrijven voor het I vervaardigen van eene afbeelding, die 1 eenerzijds voorstelt, „enkele lichaams- deelen van jeneverdriukers en too- neelen van dronkenschap, anderzijds dezelfde lichaamsdeelen by den ge zonden mensch en huiselijke toonee- len uit eeu gezin, dat in maticheid leeft." De bekroonde afbeelding blyft het eigendom van den Staat en zal op 1 by l'/j M. in kleuren gesteen drukt worden door toedoen en ten voordeele van den kunstenaar. Do plaat zal gebruikt worden bij voordrachten tegen de drankzucht in openbare inrichtingen van onderwijs. De werken van de medediugers moeten uiterlijk den lsten Mei 1899 in het ministerie van binnenlandsche zaken en openbaar onderwijs besteld zijn. Zy mogen niet onderteekend zijn, maar moeten eene kenspreuk dragen, herhaald op een verzegelden omslag, jdat een briefje behelst met de aan- duiding van naam en woonplaats van den maker. Een pry's van 1000 francs zal toe gekend worden aan den maker van de afbeelding door de regeering ver kozen, op advies van eene jury, aan gesteld door den minister van binnen landsche zaken eu opeubaar onder wijs, die met de uitvoering van het besluit belast is. Verdacht De Brusselsche correspondent van de Daily Chronicle weet te vertellen, dat toen Koning Leopolddie Vrijdag te Brussel vertoefde, de politie dubbel op haar hoede, omdat een week ge leden een door twee Italianen beraam de aanslag was ontdekt, iemand gearre steerd heeft, die verdacht zou hebben rondgeslopen in de omgeving des ko- nings. De gearresteerde zou zijn een zekere beer Edwards, taalonderwijzer te '8-Gravenhage. Hy kon zyn iden titeit bewyzeo, maar is door de re cherche zoo lastig gevallen, dat hij zich boklaagd heeft bij den Britschen gezant. De zaak-Dreyfus. Het auti-Dreyfusblad, de „Gaulois'1, geeft onder den titelIndiscrétions, „onthullingen" welke zij uit volstrekt onverdachte bron heet ontvangen te hebben. Toen het borderel voor de eerste maal aan Dreyfus vertoond werd, heeft bij uitgeroepen„Dat is het schrift van kapitein Brau." Men vindt dit, zegt de „Gaulois". ia het gerech telijk dossier vaa 1894, -de verhoor van Dreyfus. Kapitein Brau was een kapitein van de genie, die met Dreyfus aan hetzelfde bureau werkte. Een onder zoek leverde niets op. Maar waarom had Dreyfus dien naam genoemd De „Gaulois" herinnert nu aan het verhaal, door Esterhazy vroeger ge daan, dat by in 1893 'een brief van kapitein Brau gekregen badwaarom deze hem vroeg om een rapport over het beleg van Eopatoria, waaraan zijn, Esterhazy's vader bad deelgeno men. Esterhazy antwoordde met een brief van vijftien zydjes en verzond dieu aan het opgegeven adresCapi- taine Brau, 53, rue de Cbateaudun, aux soins de M. Frembach. Dit huis nu is gelegen naast de woning van Hadamard, den schoon vader van Dreyfus. Kapitein Brau zond geen bewijs van ontvangst en antwoordde op de dringende brieven die Esterhazy hem later schreefIk weet niet wat gij bedoelt; ik heb u nooit geschreven. Een^ falsaris bad dus aan Esterhazy geschreven om zich zijn handschrift te verschaffen. Dit is, zegt de „Gau lois" een eerste zeker feit. Verder vond men bij de huiszoe king by Dreyfus een briefje, getee- kend Frembach luidende „Het wordt tijd mij mijn huurqui- tantie te zendenik wil hel aan ray verschuldigde hebben." En nu is Frembach nooit een huurder van Dreyfus geweest. Dus schrijft de „Gaulois" eischte by in dat briefje den prijs voor den dienst, dien hij aan Dreyfus bewezen bad, door on der den naam van Brau voor dezen het schrift van Esterhazy te bemach tigen. De lezing van de „Gaulois" is nu: Dreyfus heeft zich door middel van Frembach het schrift van Esterhazy verschaft eu daaruit verscheidene woorden overgetrokken in het borde rel. Toen men hem het borderel voor hield heeft hy gezegdDat is van Brau, hopende dat het ond-rzoek aan i den dag zou brengen dat Brau een j brief aan Esterhazy bad geschreven I om diens schrift te verkrijgen. Teu slotte stelt de „Gaulois" deze vraag, waarop zij zegt in den volsten j ernst een démenti te"verlangen: „Is het waar dat generaal Zurliu- deu een duplicaat van het borderel in handen heeft gehad, hetwelk in be slag genomen was, verborgen in het vest dat Dreyfus droeg, en dat dit stuk, van een certificaat van oorsprong vergezeld, aan het Hof van cassatie kan worden overgelegd?" Men ziet het hot borderel, dat in den laatsten tjjd geheel op den achtergrond was geraakt wordt thans door de tegenstanders van Dreyfes weer geheel naar voren gedrongen. Picquart. Omtrent kolonel Picquart's vervol ging is nog ireen besluit genomen, zegt de „Ind. Beige". Het schrifton derzoek van het kaarttelegram („pe tit bleu) is afgeloopen en moet heb ben geleid tot de erkenning dat het stuk echt is en van den gewezen Duitschen militairen attaché, majoor Yon öchwartzkoppen afkomstig. Yalsch is daarentegen, volgens de „Matin", het adres. Het stuk was ook oorspronkelijk gericht aan „M. le commandant Esterhazy, 3?, rus de la Bienfaiss auce", maar de eerste woorden „M. le commandant Ester hazy zyn geradeerd eu later opnieuw bijgeschreven door een ander dan de verzender. De. dood van Henry. Hoe heeft de falsaris Henry hot leven verloren vraagt de „Aurore." „Laat men Cavaignac daar naar vra gen Cavaignac verlangt niets anders dan te mogen sprekenhy heeft Dog wel aan het Hof van Cassatie ge schreven om het woord te mogen voeren. Men moet het hem onmiddel lijk verleenen, opdat de tjjd niet weer een sluier werpe over dit drama evenals zooveri andere. Cavaignac moet zoo spoedig mogelijk een ver klaring affeggen over het lijk van kolo nel Henry. Minister Cavaignac heeft doen be kend maken, dat de falsaris Henry zich zelf van het leven had beroofd. Maar, in stryd met de wet, heeft er geen lijkschouwing plaats gehad er zyn vage inlichtingen verschaft door eon „proces-verbal de fantaisie" de geneesheeren hebben verklaard, dat de gedachte aan zelfmoord was buiten gesloten. Niemand heeft het lijk gezien toen de weduwe er by werd toegelaten, bedekte een mantel zorgvuldig de wonden en de helft van het gelaat. De officier, die Henry bet laatst heeft bezocht, heeft den schildwacht uit drukkelijk verboden de kamer binnen te gaan. Toen bjj zyn vrouw verliet, heeft Henry verklaard, dat zy zich niet ongerust behoefte te maken, dat hy zich niets te verwijten hadhy wist inderdaad, dat hy zyn misdaden op hoog bevel had gepleegd en dat noemde hjj „zyn plicht doen"bjj ach te zich gedekt door de hooge chefs; hy vreesde niets, verwachtte niets anders dan een belooning. Die man kon zich niet doo den. Hy beschikte over teveel mid delen van verdediging en wraak. Hjj heef het proces-verbaal zjjner beken tenis niet onderteekend. Generaal Roget heeft het stuk gefabriceerd. De bekentenis van Henry, geteekend door Roget, heeft dezelfde waarde als de bekentenis van Dreyfus, twee jaren geleden geteekend door „getui gen" uit de vierde hand. Als Henry zich niet kon en mocht dooden dan heeft men hem gedood. Wie heeft hem gedood Op wiens bevel En tot redding van welke misdadigers? En vau hoeveel misda digers j Daarover moet men Cavaignac laten spreken." Tweemaal gezonken. De kruiser „Infanta Maria Teresa", een van de vier beste schepen van admiraal Cervera's eskader, met veel moeite door de Amerikaansche marine ingenieurs gelicht, is op reis naar Norfolk (Virginië) opnieuw gezonken. Het bericht is uit Charleston, (Zuid- Carolina) aan de Evening Telegram geseind. Ziehier de geschiedenis van het schip. De Infanta Maria Teresa kwam achter de drie andere kruisers aan, toen het eskader van admiraal Cervera, Zondagmorgen 3 Juli, mat volle kracht de baai vau Santiago uitstoomde. Ze werd spoedig getroffen door een 30-c.M. projectiel van de Oregon of de Texas, een ontploffing volgde, en toen de rook opgetrokken was, zag men dat de kruiser op bet strand gezet werd, iiiet ver van het fort Morro. Den 24en September gelakte het de Maria Teresa vlot te maken en de Potomac en de Merritt sleepten haar naar de baai van Guantanamo. Gedurende dien overtocht was de marine-ingenieur Hobsou, beroemd om zyn stout bedryf met de Merrimac, jop deu Spaaoschen kruiser, en hjj .nam waar dat hot schip wegens een j onbekende oorzaak, slecht naar het jroer luisterde, er moest ook voort- durend gepompt worden. Er werd nu j dadelijk eeu aanvang gemaakt met het dichten van de huid, die op meer dan een punt zwaar beschadigd was, j de meeste kanonnen werden vorwy- jderd, eu de machines, die niet veel (geleden hadden, eenigszins gerepa- s reerd. Vrijwilligers werden opgeroepen eu de Infanta Maria Teresa vertrok (daarop naar Norfolk. Deu len Nov. 'moet het schip, dat reeds meer dan 100,000 dollar aan reparatie gebost had, en een kostbare aanwinst voor de Amerikaansche vloot gevormd zoa .hebben, bjj de Bahama's veigaau zjjn. i Het volk is met de sleepboot Yulcan te Charleston binnengebracht. i De bijzetting van het lyk van prins Bismarck is, volgens de Hamburger S Börsenhalle, op 27 dezer bepaald, j Prins Herbert wordt binnen eukele 'dagen op Friedriehsruh terug ver- wacht. De Duitsche studentencorpsen zullen by de bijzetting vertegenwoor digd zjjn. Een interview met den Czaar. Da lieer W. T. Stead, de bekende uit gever van de „Review of Reviews/ maakt een reis door Rusland, om over het ontwapeningsvraagstuk de meenin gen te vernemen van. leidende Russische persoonlijkheden. Te Livadia is hij dooi den Czaar ontvangen, en in den heden verschijnenden „Lokalainzciger" zal hij zijne indrukken schetsen. De redactie was zoo vriendelijk, schrijft de Berlijn- sche oorrespondent der „N. R. Ct" d.d. 7 dezer, mij heden reeds een blik to doen slaan in 't belangwekkende artikel. Naai- Stead's oordeel is de jonge Czaar een geheel ander mensch dan zijn lus tige, langzame, voorzichtige en gereser veerde vader Alexander III, wiens voor naamste karaktertrek een zekere dege lijkheid met loome plompheid was. Groo- te levendigheid en snelheid, zoo van den ken als bewegen, zijn de in het oog val lende trokken van Nikolaas II, een man van vlug bevattingsvermogen, sterke im pulsen on hooge idealen. Indien al de richting der Russische staatkunde in ha re hoofdlijnen door een sedert eeuwen gevolgden koers te vast is bepaald om door de persoonlijke anti- of sympathie ën van een onkelen monarch te worden veranderd, zoo hebben de twee laatste Czaren toch iets gemeen gehad. „Beiden zijn zij wezenlijke vrienden van den Vrede en Nikolaas II is niet minder dan zijn vader afkeerig van elke- militai re avonturierspolitiek." Stead gelooft dat zij die het ontwape ningsplan als niet van ernstige beteeke- nis beschouwen, zich. erg vergissen. De daarin uitgesproken grondstellingen zijn van te voren rijpelijk overwogen en vormen de basis der staatkunde van de zen Keizer. Ook indien het stuk volstrekt geen ander gevolg moest hebben, dan wordt het toch in Rusland zelf be schouwd als een Keizerlijke verklaring, zoo plechtig en bindend mogelijk, tegen elke agressieve politiek in welk deel der wereld ook en tegen elke nieuwe ver meerdering der uitgaven voor het Rus sische leger of de Russische vloot. Bij het Vredescongres, dat in 't voor jaar te wachten is, denkt de Czaar even min als een van zijn ministers natuurlijk aan een ontwapening in den eigenlijken zin des woords; daartoe zal zelfs geen voorstel worden gedaan. Als het prak tische doel van het Congres wordt ge dacht aan een tot stilstand brengen van den stagen groei der eischen voor «iet leger, aan een rustpoos in de oorlogstoe- bereidselen. waardoor het gevaar voor oorlog van zelf naar een verdere toe komst teruggedrongen wordt. Misschien zal ook beproefd worden, de internatio nale beperking van het gebruik van ex plosief schiettuig, waartoet indertijd Alexander II het initiatief heeft geno men, ook bv. tot wapens van klein ka- 1 liber uit te breiden. Voorts zal de moge- lijkheid worden overwogen om haastige, overijlde oorlogsverklaringen te verhoe den, althans in zooverre, dat aan de neu traal erbij blijvende mogendheden nog da tijd blijft, om hun bemiddelenden invloed te doen gelden. Volgens eeu rc- daotioneele kantteekening kunnen hier bij niet do langzaam in den loop der jaren ontstane historische strijdvragen in aanmerking komen, maar plotselinge meer incidenteel© quaestios, waarbij de hartstochten en het nationaal gevoel vau een volk zoodanig worden opgezwiept, dat de gewone diplomatieke kalmeerings- middelen geen baat meer geven. De Russische voorstellen betreffende liet program voor het Congres moeten onder medewerking van den Czaar zelf reeds vastgesteld zijn en zullen binnen kort aan de verschillende regeeringen worden boegezonden. Of het congres gc- j volgen hebben zal, hangt natuurlijk sf j van do al of niet gelijkgezindheid der mogendheden en van hun aller streven om voor de verwezenlijking der vrede-s- idee waarborgen te schoppen die iets beteekenecn. Ook de macht van een Czaar vindt hier perk en paal. Rusland echter heeft gedaan wat het kon, om aan her, 1 congres eenig resultaat te verzekeren. I Tégenover Brussel als plaats voor het j congres pleit Stead voor St. Petersburg, omdat daar de Czaar meer een onmiddel- iïjken invloed zou kunnen oefenen, j De geruchten over een zwakke ge- zondheid van den Czaar worden door j Stead 'tegengesproken. Zijn gestel is krachtiger en biedt meer weerstand d.in i dat van zijn vader. Evenmin is er grond -oor do bewering, dat liij een zwakken vil zou hébben en veel liever een stil- levend particulier zou zijn. Hij is ener giek en hij is taai, en hij heeft ook wel degelijk eerzuchteen Kedzerseerzueüt j waarvan het behoud, het handhaven vau den vrede het zeer hooge en edele doel i is. Heeft hij zich in den eersten tijd van j zijn regeering op den achtergrond go- houden, niet uit zwakte heeft hij alzoo f gedaan, maar om allereerst eenige erv.v j ïing te erlangen, om zelf waar te ne- men. j Tab zoover Stead. Het schijnt, dat Rusland, van plan is, voegt genoemde correspondent er aan toe, een militair status quo voor te j stellen, volgens hetwelk de mogendhe- den den militairen toestand waarin zij op liet oogenblik van het congres zich j bevinden als maximum van. toerusting j moeten beschouwen althans voor ten j bepaalden tijd. Gedurende dien tijd Zou niemand zijn krijgsmacht mogen ver sterken. Bij de groote Engelschc- toebereidselen is dit interview al dadelijk belangwek kend. En bij nog zoo veel meer Eene droevige geschiedenis. Het slottooneel van een diep treurige aangelegenheid is dezer dagen voor de rechtbank te Ween en afgespeeld. Do opperboekliouder van een kaniga- renfabriek in de Oostenrijksche hoofd stad zou iu den herfst van dit jaar zijn zilveren jubilee hebben gevierd. De man stond bij zijn chefs in zeer hoog aanzien en zou daarvan bij deze gelegenheid dc meest overtuigende bewijzen ontvangen. De gewone onderscheidingen bij dergc-1 lijke feesten werden hem in ruime mate toegedacht, maar voor alles wilden de; chefs den hoogbejaarden bediende den i last van den arbeid verlichten. Zij voeg den hem een jongere kracht toe om ten deel van zijn werk over te nemen. Nog voor heit feest daar- was ging de, jonge bediende aan den arbeid. Bij Int doorzien der boeken bleek hem evenwel' dat er onregelmatigheden begaan waren en bij een nauwkeurig onderzoek werd! men gewaar dat de oude vertrouwde door verkeerde boekingen, knoeierijen enz., zijn chefs in acht jaar tijds voor een bedrag van 14.000 fl. had benadeeld. De boekhouder werd aangeklaagd en voor den rechter gebracht. Onder hevige gemoedsaandoeningen bekende de ong?- lukkige zijn schuld. Snikkend vertelde hij dat hij van zijn salaris van 1200 fl. niet had kunnen rondkomen, daar hij zijn ouders moest onderhouden. Met aanneming van. verzachtende om standigheden werd de arm© man tct acht maanden celstraf veroordeeld. Hertog- tooneelspeler. Uit Londen komt het bericht, dat een der voornaamste- leden der Engelsche aristocratie, de hertog van Manchester, pair van het koninkrijk, de planken zal betreden, het voorbeeld volgend van Snr. Diaz de Mendoza, die de Spaansche Grandeea bezit en, zooals men weet een zeor gevierd tooneelspeler is. Even- als deze had de hertog van Manchester reeds als dilettant acteur veel succes. Toch. schijnt liefde voor de tooneel- speelkunst alleen hem niet tot dien stap te hebben gébracht, want hij verklaarde aan hen, die hem ondei*vroegen omtrent zijn besluit, dat hij niets schandelijker? vond, dan een pair van het koninkrijk, die gedoemd is tot betrekkelijke armoe de, dat hij zich niet tot den milit. standi geroepen gevoelde en ook niet genoeg zaam fortuin bezat om zijn rang in liet leger op te houden, dat alle jonge aris-j tocrakn niet zoo ver gekomen waren om valichheid in geschrifte te plegen gelijk Lord William, Neiwill. ten einde zich geld te verschaffen, dat hij, niet ge loofde, dat hij een goed figuur zou ma ken op een ..Office" in de City en da; hij alleen op het tooneel zijn kost kon verdienen. Van geen enkel der rechten, die htt pairschap hem gaf zal hij afstand doen en elke maal als het hem nuttig on noodig toeschijnt zal hij zitting nemen in het Hoogerhuis. Men zegt dat liij reeds in onderhan deling is getreden met een impresario en dat hij dezen winter in een der greo- to schouwburgen van New-York voor het eerst zal optreden. Rubriek voor üarnes. Het winterseizoen moge by de meestert onzer minder in den smaak vallen dar. de hearlyke zomer tjjd, toch beeft Let ook zyn eigenaardige genoegens, die maken, dat velen zyne natte kon- de dagen vergelen. Vooral do ge zellige winteravonden in een prettigen familie- of vriendenkring Lebben zoo veel aantrekkelijkheid, maar toch is het gjed als die huiselijke avonden zoo nu en dan afgewisseld worden door het bywonen van publieke vermake lijkheden. Zulke avonden verfrisschen den geest. Er is in Haarlem 's winters veel te genieten vooral op het gebied van muziek. Al mogen vele onzer winkeliers er over klagen, dat wy zoo dicht onder den rook van Am sterdam zijn, iu dit opzicht komt het ons Haarlemmers wezenlyk ten goede. Wie op kunstgebied zich boven het middelmatig' heeft verheven trekt als zy of by in Holland komt natuurlijk allereerst naar Amsterdam en dan is het zoo eenvoudig meteen zich eons in Haarlem te doen liooren. Op die manier kunnen wij veel genieten zonder dat wij het onaange name ondervinden van met een laatsten trein uit Amsterdam te moeten komen. Sprekende over publieke vermakelijk heden komen my natuurlijk ook bals in de gedachte. Men zegt wel eens, dat het dansen uit de mode schijnt te raken en we zenlijk daar is wel aanleiding voor; hoe zelden kunnen onze jongedames bare gracieuse bewegingen by dat onschuldige genoegen ten beste geven. Het is alsof die liefhebberij zich heefc laten verdringen door het wielrjjden en tennissen. Zeker hebben de twee laatste lichaamsoefeningen veel goeds omdat zij by na altijd in de open lucht uitgevoerd worden, maar 's winters is men daar toch bjjns geheel van ver stoken en dan geeft zoo nu en dan een geanimeerd bal zooveel genoogen. De meeste jonge meisje.? zyn daarom ook tegenwoordig meer enthousiast voor een elegant fiets- of tennistoilet dan voor een baljapon. Toe!) zyn er zeker nog vele jonge scboonen. die voor een besloten party een dergelijk toilet 's winters noodig hebben. Zij verkeereu wel eens in het geval, dat een licht zijden japon een geheel seizoen voor eenige gelegen- Leden dienst moet, doen. Dan kan dikwijls eene betrekkelijk kleine ver andering midden in het seizoen een japon weer geheel opfrissehener is niets leelyker dan een eenigszins ver lept &vohdtódet en wy moeten nooit vergeten in ons geval „de kleeren maken de vrouw." De mode leent zich nu buitengewoon tot het veranderen van een costuum, omdat het weer veel j drukker gegarneerd is dan in den' i laatsteri tijd het geval was. Ge kunt met nieuwe garneering èu op de rok èn op de taille van uw costuum, een geheel ander uiterlijk er aan geven. Terwyl in de maatschappelijke orde gelukkig bijna altyd de uitspanning volgt op de inspanning, heb ik dat in myn praatje met u eens omgekeerd en wil na een babbeltje over bals en partijen eens met. u spreken overeen school voor assistente in de huishou- meisje wel voelde, maar niet begreep. „Ja. Begrijp je mij niet: Nu heb jij eon kansje," zeide mevrouw Great-ores© luchtig, maar in haar hart wel ernstig. Het. meisje, na een vluehtigen blik op haar tante te hebben geworpen wend- de zich van haar afzij voelde zich koud en ellendig. Hoe kon haar tante, nu die vrouw nog boven aarde stond, over zulk© dingen schertsen En was het wel scherts Zij kreeg een gevoel alsof haar de keel werd toege knepen. „Hoe kimt gij zóó spreken?" zeide zij. HOOFDSTUK XV. „Niets doet 't oog aangenamer aan dan een groen, versck gemaaid grasveld," heeft Lord Bacon eens gezegd. En waar- Lijk zijn Lordschap zou aangenaam aan gedaan zijn als liij heden het grasveld van mevrouw Poynter had kunnen zien. Nergens bespeurde men een madeliefje en nergens één grassprietje dat langer was dan de andere. Zelfs om de bloem perken was het gras zóó kort mogelijk afgesneden om de schoonheid dei* na- jaarsplanten des te beter te doen uit komen. Want de zomer was ingeslapen -en bedolven onder dorre, roode bladeren, «ra het volgend jaar weder te ontwaken. En nu was de herfst aan de regeering gekomen. Want als er één slaapt, moet een ander waken en de wacht houden. Do dahlia's schitterden als gekleurde sterren en ook de asters en zonnebloe men hielden hun kopjes nog omhoog.1 De begonia's in de kleine bedden, dié nooit tor ruste gaan voordat een stevige vorst ze ei* toe dwingt, maakten een schit terend effect. Maar zij hebben teere sten- geitjes en kunnen door een flinken storm in één nacht verwoest worden. Juni, Juli en Augustus waren reeds voorbij. En met hen ieder© gedachte aan de arme, lcelijke vrouw, die nu juist drie maanden geleden op zulk een zonderlin- j ge wijze aan haar eind was gekomen. Maar al sprak men niet meer van haar, toch was een ieder des te meer met dokter Darkham vervuld, die drie weken geledon van rijn droevig uitstapje dat hij ondernam, om zich tegen zijn verdriet te verzetten, teruggekeerd, was. En zijp verdriet was wel over, zooals men zeide. Hij scheen het zelfs nooit gehad te hebben, toen hij wel is waar bleek en mager, maar meer dan ooit belangstellend in de wederwaardigheden van Rickton's ingezetenen, thuis kwam. Hij was Levenslustiger dan ooit. Er waren er ook die beweerden, dat die levenslust uit zijn verdriet voort sproot en rijn hersens aangedaan wa ren maar allen, die dit zeiden waren oude vrijsters van omstreeks vijf en der tig jaar on rij spraken met een doel zij wilden hem troosten. Naai- hein luis terde echter niemand. Dc heer Sparks, een jonge man, die bij de Poynters gelogeerd was en het laatste jaar een ongelukkigen hartstocht liad ongevat voor 't photograplieeren van rijn vrienden, stond op het grasveld achter zijn toestel en het hoofd begraven onder een vuil, fluweel kleed. De Hemel weet, wat hij er onder uitvoerde. Hij was een zenuwachtig jong mensch, van een vriendelijke inborst, wel is waar, maar die verschrikkelijke dingen mot dat photograaftoestol deed. Hij bedoelde het wel goed, zeide men, maar het bleef enkel bij rijn goeden wil hij was heel lang en mager, terwijl rijn haar over rijn voorhoofd viel. De fouten, die hij had begaan bezwaarden hem zon der twijfel zeer; wat zijn ongeluk nog kwam vermeerderen was, dat hij met Dicky Browne bevriend was en deze hem dien dag bijzonder plaagde. „Laat i hij eerst een groep van ons nemen," besliste Brownei „en later apart, als wij; den moed nog bezitten." Hij zag hierbij mevrouw Poynter aan, die erg verlangend was alleen gefotogro- feerd te worden. Zij was mooi en wist het, waarom mochten anderen het dus ook niet we ten? Zij wist natuurlijk van hel talent van den heer Sparks niets afanders zou zij misschien minder verlangend ge weest zijn zichzelf en haai- twee mooie kinderen op papier te zien. „Nu, ik ben klaar, jij ook?" brulde Sparks. „Een oogenblik," riep Dicky terug. Hij was bezig ieder te plaatsen en de japonnen netjes uit te spreiden. Dit maakte alle dames boos. Welke man ter wereld lean nu ook een japon elegant plooien Mevrouw Poynter duwde hem weg en ELfrida zeide, dat hij zot was om een japon als eeu plank neer te zetten. Zelfs Agatha, die verstrooid en zenuw achtig was dokter Darkham boog zich juist tot haar over - sprak hem on vriendelijk toe. Daarenboven had Dicky nog met een massa moeiolijkhcden le kampen. Er waren er zoovelen, die een voorkeur aan den dag legden om naast deez' of geen geplaatst te..worden. Elfrida was werkelijk heel moeielijk te voldoen. Lord Ambert leunde over den rug van haar stoel en die houding was, üöoals Brcrwne Later zeide zoo goed als een photograaf maar verlangen kon, heimelijk een duw, waardoor deze niet zelf op den grond terecht, kwam, maar zijn oogen nedersloeg. „Ben je klaar?" brulde Sparks, die onder hot fluweelen dek bijna stikte, want het was een warme dag. „Een oogenblikje nog!" Dr. Dillwyn kwam er juist aan, waai- moest die nu geplaatst worden Hij liep rechtstreeks op Agatha toe en Dicky kon zich in tie beteeken is van den glimlach, waarmee rij hem begroette niet vergissen. Dicky, die de laatste drie maanden ontelbare malen van de stad naar Rickton en om gekeerd gereisd had, was wel eenigszins op de hoogte gekomen van wat er in Rickton plaats greep. Dokter Darkham boog zich nog steeds tot A vat ha over. Dillwyn trad vastbe- raden op haar toe, nam haar hand, die zij hem toestak, in dc zijne en fluisterde j haai' iets in; waarop rij glimlachte, j „Is hier nog een plaatsje voor mij (fluisterde hij. I „Ja, ja," zeide zij zacht en vriendelijk. Hij legde rijn hand op liaar stoel en [hield zich rechtop maar op "het allerlaatste oogenblik had het jonge meisje Blount gewenkt, die een seconde later aan. haar voeten lag rijn tennisracket achteloos op de knieën maar zijn oog-en op haar gelaat geves tigd houdend. Stol u dat voor! Die oogen zouden er nooit opkomen. Dicky, die zich eenigs zins verantwoordelijk voelde gaf Blount „Dr. Dillwyn," zeide mevrouw Grea- lorese heel vriendelijk en duidelijk, „gij ziet naai- een plaatsje uit. In die houding voldoet gij niet. Kom hier, naast mij en juffrouw Deening is nog plaats in over vloed," „Beste mevrouw Greatorese, verander niets meer, wat ik u bidden mag," nep Dicky met opgeheven handen uithij had de uitdrukking in Agatha's oogen gezien en alles begrepen. Dc arme Sparks kon geen adem meer- halen. „Sta recht op Dillwyn... recht op a's 't je blieft!' Lag er een bedoeling in zijn overmoc- digen blik? „De minste beweging is fataal. Je hebt hard geloopen zie ik. Houd de leuning van juffrouw Nesbitt's stoel vast en sta., nis een paal." „Nu?""gilde Sparks, die het toppunt- van opgewondenheid bereikt had. „Wacht nog even. Ik nog nu 't- is klaar," bulderde Dicky terug! (Wordt vervolgd.),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2