„Zooals wy reeds mededeelen, zou
op 1 October een tocht worden ge
maakt naar de plaats werwaarts
Toekoe Tapa waarschijnlijk gevlucht
was.
„Alzoo is ook geschiedop sremel-
den datum rukte kapitein De Roever
uit naar Kaloewi, aan den rechter
eever van de Simpangrivier gelegen,
ua het detachement van 50 bajonetten
dat onder twee le luitenants te Mene-
rang de plaats van het geleverde
gevecht was geposteerd, aan zich
te hebben getrokken.
„Langs Batang Arab rechter
oever Simpang Kanan waar 40
bajonetten onder den 2e-luitenant
Watriu werden achtergelaten, mar
cheerde men door zwaar bosch, langs
een karbouweupad over moerassige
plaatsen en over hoogten, steeds klau
terende over omgevallen boomstammen,
waaronder ware woudreuzen, tot men
op den tweeden dag Kaloewi bereikte.
„Van Toekoe Tapa werd aldaar
niets vernomenalleen berichtte men
dat eenige vluchtende Gajoes door
getrokken waren naar de bergen.
„Tusschen Kwala Simpang en Ka
loewi ligt, ook aan den rechteroever
van de Simpang Kiri, de kampong
Si Madam, van waar een pad loopt
in zuidelijke richting naar Halaban.
waar de Koninklijke Petroleummaat-
schappy haar boringen verricht.
„In die kampong was tijdelijk een
wacht van 30 bajonnetten onder den
lste-luitenant Joosten gestationeerd,
met een voorraad vivres en van daar
werden nu de levensmiddelen ouder
dekking opgezonden naar Kaloewi,
hetgeen nog twee dagmarschen ver-
eischte.
„Tot den terugtocht van Kaloewi
besloten zijnde werd de Simpangkiri
afgezakt.
„Daar er echter geen voldoende
transportmiddelen aanwezig waren,
bleef een detachement van 50 bajo
netten onder de laitenants Stoop en
Smit voorloopig achter."
Het blad van 8 October gedateerd,
voegt nog hieraan toe:
„Over eenige dagen zullen das alle
militairen wel weder op hunne stand
plaatsen teruggekeerd zyn 2de-luit.
Watrin gaat dan met 35 man terug
naar Seroeway en lste-luit. Stoop met
zijn 25 man naar Medan.
„De troepen hebben by deze mar
sehen nog al te kampen gehad met
overstroomende rivieren, waardoor de
wegen onder water stonden. Zoo wa
ren de boomstammen, die gewoonlijk
over de alors (beetjes) gelegd zyn,
om als brug te dienen, allo wegge
slagen. Per stoomer „Tjantik" moes
ten eenige patrouilles afgehaald wor
den, van punten waar de wegen niet
meer te volgen waren wegens den hoo-
gen waterstand.
„Bij het gevecht te Menerangmoet
de vyaud 8 dooden en gewonden heb
ben bekomen en deze laatsten de
grenzen overgebracht ziin.
„Toean Qadli zou naar de boven
Simpang Kanau en Panglima Prang
Boeng met pl. m. 30 Atjehers door
Langsar of Modjopahit naar Simpang
Anas (Perlak) gevlucht zijn.
„Tan Toekoe Tapa zelf zijn geen
positieve berichten ingekomen, doch
zyne bijeengeraapte bende is nu ge
heel verstrooid en van transportmid
delen geheel ontbloot.
De bevolking van Menerang keerdo
in de kampong terug en was behulp
zaam by het wegruimen der door de
bende opgeworpen versperringen.
„Door het sneuvelen van het hoofd
dier kampong, Datoe Indra, zal al
daar het vertrouwen in ToekoeTapa
wel gevoelig geschokt zijn en ia elk
geval heeft het vlugge optreden van
ae militaire macht er den noodigen
schrik in gebracht."
Wy lezen nog in het blad, dat de
overste, gewestelijk militair comman
dant, den 7en October van Tamiang
tc Medan terugkeerde, na zich twee
dagen te Si Madam (zie boven) te
Lebben opgehouden.
GEïftOIQQ NGEüWS
Bestrijding van drankmis
bruik.
De Belgische regeering, van mee
ning zijnde, dal om de jeneverplaag
te bestrijden het propaganda maken
door middel van afbeeldingen het
doelmatigste is, heeft besloten een
wedstrijd uit te schrijven voor het
I vervaardigen van eene afbeelding, die
1 eenerzijds voorstelt, „enkele lichaams-
deelen van jeneverdriukers en too-
neelen van dronkenschap, anderzijds
dezelfde lichaamsdeelen by den ge
zonden mensch en huiselijke toonee-
len uit eeu gezin, dat in maticheid
leeft."
De bekroonde afbeelding blyft
het eigendom van den Staat en zal
op 1 by l'/j M. in kleuren gesteen
drukt worden door toedoen en ten
voordeele van den kunstenaar.
Do plaat zal gebruikt worden bij
voordrachten tegen de drankzucht in
openbare inrichtingen van onderwijs.
De werken van de medediugers
moeten uiterlijk den lsten Mei 1899
in het ministerie van binnenlandsche
zaken en openbaar onderwijs besteld
zijn. Zy mogen niet onderteekend zijn,
maar moeten eene kenspreuk dragen,
herhaald op een verzegelden omslag,
jdat een briefje behelst met de aan-
duiding van naam en woonplaats van
den maker.
Een pry's van 1000 francs zal toe
gekend worden aan den maker van
de afbeelding door de regeering ver
kozen, op advies van eene jury, aan
gesteld door den minister van binnen
landsche zaken eu opeubaar onder
wijs, die met de uitvoering van het
besluit belast is.
Verdacht
De Brusselsche correspondent van de
Daily Chronicle weet te vertellen, dat
toen Koning Leopolddie Vrijdag te
Brussel vertoefde, de politie dubbel
op haar hoede, omdat een week ge
leden een door twee Italianen beraam
de aanslag was ontdekt, iemand gearre
steerd heeft, die verdacht zou hebben
rondgeslopen in de omgeving des ko-
nings. De gearresteerde zou zijn een
zekere beer Edwards, taalonderwijzer
te '8-Gravenhage. Hy kon zyn iden
titeit bewyzeo, maar is door de re
cherche zoo lastig gevallen, dat hij
zich boklaagd heeft bij den Britschen
gezant.
De zaak-Dreyfus.
Het auti-Dreyfusblad, de „Gaulois'1,
geeft onder den titelIndiscrétions,
„onthullingen" welke zij uit volstrekt
onverdachte bron heet ontvangen te
hebben.
Toen het borderel voor de eerste
maal aan Dreyfus vertoond werd,
heeft bij uitgeroepen„Dat is het
schrift van kapitein Brau." Men vindt
dit, zegt de „Gaulois". ia het gerech
telijk dossier vaa 1894, -de verhoor
van Dreyfus.
Kapitein Brau was een kapitein
van de genie, die met Dreyfus aan
hetzelfde bureau werkte. Een onder
zoek leverde niets op. Maar waarom
had Dreyfus dien naam genoemd
De „Gaulois" herinnert nu aan het
verhaal, door Esterhazy vroeger ge
daan, dat by in 1893 'een brief van
kapitein Brau gekregen badwaarom
deze hem vroeg om een rapport over
het beleg van Eopatoria, waaraan
zijn, Esterhazy's vader bad deelgeno
men. Esterhazy antwoordde met een
brief van vijftien zydjes en verzond
dieu aan het opgegeven adresCapi-
taine Brau, 53, rue de Cbateaudun,
aux soins de M. Frembach.
Dit huis nu is gelegen naast de
woning van Hadamard, den schoon
vader van Dreyfus. Kapitein Brau
zond geen bewijs van ontvangst en
antwoordde op de dringende brieven
die Esterhazy hem later schreefIk
weet niet wat gij bedoelt; ik heb u
nooit geschreven.
Een^ falsaris bad dus aan Esterhazy
geschreven om zich zijn handschrift
te verschaffen. Dit is, zegt de „Gau
lois" een eerste zeker feit.
Verder vond men bij de huiszoe
king by Dreyfus een briefje, getee-
kend Frembach luidende
„Het wordt tijd mij mijn huurqui-
tantie te zendenik wil hel aan ray
verschuldigde hebben." En nu is
Frembach nooit een huurder van
Dreyfus geweest. Dus schrijft de
„Gaulois" eischte by in dat briefje
den prijs voor den dienst, dien hij
aan Dreyfus bewezen bad, door on
der den naam van Brau voor dezen
het schrift van Esterhazy te bemach
tigen.
De lezing van de „Gaulois" is nu:
Dreyfus heeft zich door middel van
Frembach het schrift van Esterhazy
verschaft eu daaruit verscheidene
woorden overgetrokken in het borde
rel. Toen men hem het borderel voor
hield heeft hy gezegdDat is van
Brau, hopende dat het ond-rzoek aan
i den dag zou brengen dat Brau een
j brief aan Esterhazy bad geschreven
I om diens schrift te verkrijgen.
Teu slotte stelt de „Gaulois" deze
vraag, waarop zij zegt in den volsten
j ernst een démenti te"verlangen:
„Is het waar dat generaal Zurliu-
deu een duplicaat van het borderel in
handen heeft gehad, hetwelk in be
slag genomen was, verborgen in het
vest dat Dreyfus droeg, en dat dit
stuk, van een certificaat van oorsprong
vergezeld, aan het Hof van cassatie
kan worden overgelegd?"
Men ziet het hot borderel, dat
in den laatsten tjjd geheel op den
achtergrond was geraakt wordt thans
door de tegenstanders van Dreyfes
weer geheel naar voren gedrongen.
Picquart.
Omtrent kolonel Picquart's vervol
ging is nog ireen besluit genomen,
zegt de „Ind. Beige". Het schrifton
derzoek van het kaarttelegram („pe
tit bleu) is afgeloopen en moet heb
ben geleid tot de erkenning dat het
stuk echt is en van den gewezen
Duitschen militairen attaché, majoor
Yon öchwartzkoppen afkomstig.
Yalsch is daarentegen, volgens de
„Matin", het adres. Het stuk was
ook oorspronkelijk gericht aan „M.
le commandant Esterhazy, 3?, rus de
la Bienfaiss auce", maar de eerste
woorden „M. le commandant Ester
hazy zyn geradeerd eu later opnieuw
bijgeschreven door een ander dan de
verzender.
De. dood van Henry.
Hoe heeft de falsaris Henry hot
leven verloren vraagt de „Aurore."
„Laat men Cavaignac daar naar vra
gen Cavaignac verlangt niets anders
dan te mogen sprekenhy heeft Dog
wel aan het Hof van Cassatie ge
schreven om het woord te mogen
voeren. Men moet het hem onmiddel
lijk verleenen, opdat de tjjd niet weer
een sluier werpe over dit drama
evenals zooveri andere. Cavaignac
moet zoo spoedig mogelijk een ver
klaring affeggen over het lijk van kolo
nel Henry.
Minister Cavaignac heeft doen be
kend maken, dat de falsaris Henry
zich zelf van het leven had beroofd.
Maar, in stryd met de wet, heeft
er geen lijkschouwing plaats gehad
er zyn vage inlichtingen verschaft
door eon „proces-verbal de fantaisie"
de geneesheeren hebben verklaard, dat
de gedachte aan zelfmoord was buiten
gesloten.
Niemand heeft het lijk gezien toen
de weduwe er by werd toegelaten,
bedekte een mantel zorgvuldig de
wonden en de helft van het gelaat.
De officier, die Henry bet laatst heeft
bezocht, heeft den schildwacht uit
drukkelijk verboden de kamer binnen
te gaan. Toen bjj zyn vrouw verliet,
heeft Henry verklaard, dat zy zich
niet ongerust behoefte te maken, dat
hy zich niets te verwijten hadhy
wist inderdaad, dat hy zyn misdaden
op hoog bevel had gepleegd en dat
noemde hjj „zyn plicht doen"bjj
ach te zich gedekt door de hooge chefs;
hy vreesde niets, verwachtte niets
anders dan een belooning.
Die man kon zich niet doo
den. Hy beschikte over teveel mid
delen van verdediging en wraak. Hjj
heef het proces-verbaal zjjner beken
tenis niet onderteekend. Generaal
Roget heeft het stuk gefabriceerd.
De bekentenis van Henry, geteekend
door Roget, heeft dezelfde waarde
als de bekentenis van Dreyfus, twee
jaren geleden geteekend door „getui
gen" uit de vierde hand.
Als Henry zich niet kon en mocht
dooden dan heeft men hem
gedood.
Wie heeft hem gedood Op wiens
bevel En tot redding van welke
misdadigers? En vau hoeveel misda
digers
j Daarover moet men Cavaignac
laten spreken."
Tweemaal gezonken.
De kruiser „Infanta Maria Teresa",
een van de vier beste schepen van
admiraal Cervera's eskader, met veel
moeite door de Amerikaansche marine
ingenieurs gelicht, is op reis naar
Norfolk (Virginië) opnieuw gezonken.
Het bericht is uit Charleston, (Zuid-
Carolina) aan de Evening Telegram
geseind. Ziehier de geschiedenis van
het schip. De Infanta Maria Teresa
kwam achter de drie andere kruisers
aan, toen het eskader van admiraal
Cervera, Zondagmorgen 3 Juli, mat
volle kracht de baai vau Santiago
uitstoomde. Ze werd spoedig getroffen
door een 30-c.M. projectiel van de
Oregon of de Texas, een ontploffing
volgde, en toen de rook opgetrokken
was, zag men dat de kruiser op bet
strand gezet werd, iiiet ver van het
fort Morro.
Den 24en September gelakte het
de Maria Teresa vlot te maken en
de Potomac en de Merritt sleepten
haar naar de baai van Guantanamo.
Gedurende dien overtocht was de
marine-ingenieur Hobsou, beroemd om
zyn stout bedryf met de Merrimac,
jop deu Spaaoschen kruiser, en hjj
.nam waar dat hot schip wegens een
j onbekende oorzaak, slecht naar het
jroer luisterde, er moest ook voort-
durend gepompt worden. Er werd nu
j dadelijk eeu aanvang gemaakt met
het dichten van de huid, die op meer
dan een punt zwaar beschadigd was,
j de meeste kanonnen werden vorwy-
jderd, eu de machines, die niet veel
(geleden hadden, eenigszins gerepa-
s reerd. Vrijwilligers werden opgeroepen
eu de Infanta Maria Teresa vertrok
(daarop naar Norfolk. Deu len Nov.
'moet het schip, dat reeds meer dan
100,000 dollar aan reparatie gebost
had, en een kostbare aanwinst voor
de Amerikaansche vloot gevormd zoa
.hebben, bjj de Bahama's veigaau zjjn.
i Het volk is met de sleepboot Yulcan
te Charleston binnengebracht.
i De bijzetting van het lyk van prins
Bismarck is, volgens de Hamburger
S Börsenhalle, op 27 dezer bepaald,
j Prins Herbert wordt binnen eukele
'dagen op Friedriehsruh terug ver-
wacht. De Duitsche studentencorpsen
zullen by de bijzetting vertegenwoor
digd zjjn.
Een interview met den Czaar.
Da lieer W. T. Stead, de bekende uit
gever van de „Review of Reviews/
maakt een reis door Rusland, om over
het ontwapeningsvraagstuk de meenin
gen te vernemen van. leidende Russische
persoonlijkheden. Te Livadia is hij dooi
den Czaar ontvangen, en in den heden
verschijnenden „Lokalainzciger" zal hij
zijne indrukken schetsen. De redactie
was zoo vriendelijk, schrijft de Berlijn-
sche oorrespondent der „N. R. Ct" d.d.
7 dezer, mij heden reeds een blik to
doen slaan in 't belangwekkende artikel.
Naai- Stead's oordeel is de jonge Czaar
een geheel ander mensch dan zijn lus
tige, langzame, voorzichtige en gereser
veerde vader Alexander III, wiens voor
naamste karaktertrek een zekere dege
lijkheid met loome plompheid was. Groo-
te levendigheid en snelheid, zoo van den
ken als bewegen, zijn de in het oog val
lende trokken van Nikolaas II, een man
van vlug bevattingsvermogen, sterke im
pulsen on hooge idealen. Indien al de
richting der Russische staatkunde in ha
re hoofdlijnen door een sedert eeuwen
gevolgden koers te vast is bepaald om
door de persoonlijke anti- of sympathie
ën van een onkelen monarch te worden
veranderd, zoo hebben de twee laatste
Czaren toch iets gemeen gehad. „Beiden
zijn zij wezenlijke vrienden van den
Vrede en Nikolaas II is niet minder
dan zijn vader afkeerig van elke- militai
re avonturierspolitiek."
Stead gelooft dat zij die het ontwape
ningsplan als niet van ernstige beteeke-
nis beschouwen, zich. erg vergissen. De
daarin uitgesproken grondstellingen zijn
van te voren rijpelijk overwogen en
vormen de basis der staatkunde van de
zen Keizer. Ook indien het stuk volstrekt
geen ander gevolg moest hebben, dan
wordt het toch in Rusland zelf be
schouwd als een Keizerlijke verklaring,
zoo plechtig en bindend mogelijk, tegen
elke agressieve politiek in welk deel der
wereld ook en tegen elke nieuwe ver
meerdering der uitgaven voor het Rus
sische leger of de Russische vloot.
Bij het Vredescongres, dat in 't voor
jaar te wachten is, denkt de Czaar even
min als een van zijn ministers natuurlijk
aan een ontwapening in den eigenlijken
zin des woords; daartoe zal zelfs geen
voorstel worden gedaan. Als het prak
tische doel van het Congres wordt ge
dacht aan een tot stilstand brengen van
den stagen groei der eischen voor «iet
leger, aan een rustpoos in de oorlogstoe-
bereidselen. waardoor het gevaar voor
oorlog van zelf naar een verdere toe
komst teruggedrongen wordt. Misschien
zal ook beproefd worden, de internatio
nale beperking van het gebruik van ex
plosief schiettuig, waartoet indertijd
Alexander II het initiatief heeft geno
men, ook bv. tot wapens van klein ka-
1 liber uit te breiden. Voorts zal de moge-
lijkheid worden overwogen om haastige,
overijlde oorlogsverklaringen te verhoe
den, althans in zooverre, dat aan de neu
traal erbij blijvende mogendheden nog
da tijd blijft, om hun bemiddelenden
invloed te doen gelden. Volgens eeu rc-
daotioneele kantteekening kunnen hier
bij niet do langzaam in den loop der
jaren ontstane historische strijdvragen
in aanmerking komen, maar plotselinge
meer incidenteel© quaestios, waarbij de
hartstochten en het nationaal gevoel vau
een volk zoodanig worden opgezwiept,
dat de gewone diplomatieke kalmeerings-
middelen geen baat meer geven.
De Russische voorstellen betreffende
liet program voor het Congres moeten
onder medewerking van den Czaar zelf
reeds vastgesteld zijn en zullen binnen
kort aan de verschillende regeeringen
worden boegezonden. Of het congres gc-
j volgen hebben zal, hangt natuurlijk sf
j van do al of niet gelijkgezindheid der
mogendheden en van hun aller streven
om voor de verwezenlijking der vrede-s-
idee waarborgen te schoppen die iets
beteekenecn. Ook de macht van een Czaar
vindt hier perk en paal. Rusland echter
heeft gedaan wat het kon, om aan her,
1 congres eenig resultaat te verzekeren.
I Tégenover Brussel als plaats voor het
j congres pleit Stead voor St. Petersburg,
omdat daar de Czaar meer een onmiddel-
iïjken invloed zou kunnen oefenen,
j De geruchten over een zwakke ge-
zondheid van den Czaar worden door
j Stead 'tegengesproken. Zijn gestel is
krachtiger en biedt meer weerstand d.in
i dat van zijn vader. Evenmin is er grond
-oor do bewering, dat liij een zwakken
vil zou hébben en veel liever een stil-
levend particulier zou zijn. Hij is ener
giek en hij is taai, en hij heeft ook wel
degelijk eerzuchteen Kedzerseerzueüt
j waarvan het behoud, het handhaven vau
den vrede het zeer hooge en edele doel
i is.
Heeft hij zich in den eersten tijd van
j zijn regeering op den achtergrond go-
houden, niet uit zwakte heeft hij alzoo
f gedaan, maar om allereerst eenige erv.v
j ïing te erlangen, om zelf waar te ne-
men.
j Tab zoover Stead.
Het schijnt, dat Rusland, van plan
is, voegt genoemde correspondent er
aan toe, een militair status quo voor te
j stellen, volgens hetwelk de mogendhe-
den den militairen toestand waarin zij
op liet oogenblik van het congres zich
j bevinden als maximum van. toerusting
j moeten beschouwen althans voor ten
j bepaalden tijd. Gedurende dien tijd Zou
niemand zijn krijgsmacht mogen ver
sterken.
Bij de groote Engelschc- toebereidselen
is dit interview al dadelijk belangwek
kend. En bij nog zoo veel meer
Eene droevige geschiedenis.
Het slottooneel van een diep treurige
aangelegenheid is dezer dagen voor de
rechtbank te Ween en afgespeeld.
Do opperboekliouder van een kaniga-
renfabriek in de Oostenrijksche hoofd
stad zou iu den herfst van dit jaar zijn
zilveren jubilee hebben gevierd. De man
stond bij zijn chefs in zeer hoog aanzien
en zou daarvan bij deze gelegenheid dc
meest overtuigende bewijzen ontvangen.
De gewone onderscheidingen bij dergc-1
lijke feesten werden hem in ruime mate
toegedacht, maar voor alles wilden de;
chefs den hoogbejaarden bediende den i
last van den arbeid verlichten. Zij voeg
den hem een jongere kracht toe om ten
deel van zijn werk over te nemen.
Nog voor heit feest daar- was ging de,
jonge bediende aan den arbeid. Bij Int
doorzien der boeken bleek hem evenwel'
dat er onregelmatigheden begaan waren
en bij een nauwkeurig onderzoek werd!
men gewaar dat de oude vertrouwde
door verkeerde boekingen, knoeierijen
enz., zijn chefs in acht jaar tijds voor
een bedrag van 14.000 fl. had benadeeld.
De boekhouder werd aangeklaagd en
voor den rechter gebracht. Onder hevige
gemoedsaandoeningen bekende de ong?-
lukkige zijn schuld. Snikkend vertelde
hij dat hij van zijn salaris van 1200 fl.
niet had kunnen rondkomen, daar hij
zijn ouders moest onderhouden.
Met aanneming van. verzachtende om
standigheden werd de arm© man tct
acht maanden celstraf veroordeeld.
Hertog- tooneelspeler.
Uit Londen komt het bericht, dat een
der voornaamste- leden der Engelsche
aristocratie, de hertog van Manchester,
pair van het koninkrijk, de planken zal
betreden, het voorbeeld volgend van
Snr. Diaz de Mendoza, die de Spaansche
Grandeea bezit en, zooals men weet
een zeor gevierd tooneelspeler is. Even-
als deze had de hertog van Manchester
reeds als dilettant acteur veel succes.
Toch. schijnt liefde voor de tooneel-
speelkunst alleen hem niet tot dien stap
te hebben gébracht, want hij verklaarde
aan hen, die hem ondei*vroegen omtrent
zijn besluit, dat hij niets schandelijker?
vond, dan een pair van het koninkrijk,
die gedoemd is tot betrekkelijke armoe
de, dat hij zich niet tot den milit. standi
geroepen gevoelde en ook niet genoeg
zaam fortuin bezat om zijn rang in liet
leger op te houden, dat alle jonge aris-j
tocrakn niet zoo ver gekomen waren
om valichheid in geschrifte te plegen
gelijk Lord William, Neiwill. ten einde
zich geld te verschaffen, dat hij, niet ge
loofde, dat hij een goed figuur zou ma
ken op een ..Office" in de City en da;
hij alleen op het tooneel zijn kost kon
verdienen.
Van geen enkel der rechten, die htt
pairschap hem gaf zal hij afstand doen
en elke maal als het hem nuttig on
noodig toeschijnt zal hij zitting nemen
in het Hoogerhuis.
Men zegt dat liij reeds in onderhan
deling is getreden met een impresario
en dat hij dezen winter in een der greo-
to schouwburgen van New-York voor
het eerst zal optreden.
Rubriek voor üarnes.
Het winterseizoen moge by de meestert
onzer minder in den smaak vallen
dar. de hearlyke zomer tjjd, toch beeft
Let ook zyn eigenaardige genoegens,
die maken, dat velen zyne natte kon-
de dagen vergelen. Vooral do ge
zellige winteravonden in een prettigen
familie- of vriendenkring Lebben zoo
veel aantrekkelijkheid, maar toch is
het gjed als die huiselijke avonden zoo
nu en dan afgewisseld worden door
het bywonen van publieke vermake
lijkheden.
Zulke avonden verfrisschen den
geest. Er is in Haarlem 's winters
veel te genieten vooral op het gebied
van muziek. Al mogen vele onzer
winkeliers er over klagen, dat wy
zoo dicht onder den rook van Am
sterdam zijn, iu dit opzicht komt het
ons Haarlemmers wezenlyk ten goede.
Wie op kunstgebied zich boven het
middelmatig' heeft verheven trekt als
zy of by in Holland komt natuurlijk
allereerst naar Amsterdam en dan is
het zoo eenvoudig meteen zich eons
in Haarlem te doen liooren.
Op die manier kunnen wij veel
genieten zonder dat wij het onaange
name ondervinden van met een laatsten
trein uit Amsterdam te moeten komen.
Sprekende over publieke vermakelijk
heden komen my natuurlijk ook bals
in de gedachte.
Men zegt wel eens, dat het dansen
uit de mode schijnt te raken en we
zenlijk daar is wel aanleiding voor;
hoe zelden kunnen onze jongedames
bare gracieuse bewegingen by dat
onschuldige genoegen ten beste geven.
Het is alsof die liefhebberij zich heefc
laten verdringen door het wielrjjden
en tennissen. Zeker hebben de twee
laatste lichaamsoefeningen veel goeds
omdat zij by na altijd in de open lucht
uitgevoerd worden, maar 's winters is
men daar toch bjjns geheel van ver
stoken en dan geeft zoo nu en dan
een geanimeerd bal zooveel genoogen.
De meeste jonge meisje.? zyn daarom
ook tegenwoordig meer enthousiast
voor een elegant fiets- of tennistoilet
dan voor een baljapon.
Toe!) zyn er zeker nog vele jonge
scboonen. die voor een besloten party
een dergelijk toilet 's winters noodig
hebben. Zij verkeereu wel eens in het
geval, dat een licht zijden japon een
geheel seizoen voor eenige gelegen-
Leden dienst moet, doen. Dan kan
dikwijls eene betrekkelijk kleine ver
andering midden in het seizoen een
japon weer geheel opfrissehener is
niets leelyker dan een eenigszins ver
lept &vohdtódet en wy moeten nooit
vergeten in ons geval „de kleeren
maken de vrouw." De mode leent zich
nu buitengewoon tot het veranderen
van een costuum, omdat het weer veel
j drukker gegarneerd is dan in den'
i laatsteri tijd het geval was. Ge kunt
met nieuwe garneering èu op de rok
èn op de taille van uw costuum, een
geheel ander uiterlijk er aan geven.
Terwyl in de maatschappelijke orde
gelukkig bijna altyd de uitspanning
volgt op de inspanning, heb ik dat
in myn praatje met u eens omgekeerd
en wil na een babbeltje over bals en
partijen eens met. u spreken overeen
school voor assistente in de huishou-
meisje wel voelde, maar niet begreep.
„Ja. Begrijp je mij niet: Nu heb jij
eon kansje," zeide mevrouw Great-ores©
luchtig, maar in haar hart wel ernstig.
Het. meisje, na een vluehtigen blik
op haar tante te hebben geworpen wend-
de zich van haar afzij voelde zich
koud en ellendig. Hoe kon haar tante,
nu die vrouw nog boven aarde stond,
over zulk© dingen schertsen
En was het wel scherts Zij kreeg een
gevoel alsof haar de keel werd toege
knepen.
„Hoe kimt gij zóó spreken?" zeide zij.
HOOFDSTUK XV.
„Niets doet 't oog aangenamer aan dan
een groen, versck gemaaid grasveld,"
heeft Lord Bacon eens gezegd. En waar-
Lijk zijn Lordschap zou aangenaam aan
gedaan zijn als liij heden het grasveld
van mevrouw Poynter had kunnen zien.
Nergens bespeurde men een madeliefje
en nergens één grassprietje dat langer
was dan de andere. Zelfs om de bloem
perken was het gras zóó kort mogelijk
afgesneden om de schoonheid dei* na-
jaarsplanten des te beter te doen uit
komen. Want de zomer was ingeslapen
-en bedolven onder dorre, roode bladeren,
«ra het volgend jaar weder te ontwaken.
En nu was de herfst aan de regeering
gekomen. Want als er één slaapt, moet
een ander waken en de wacht houden.
Do dahlia's schitterden als gekleurde
sterren en ook de asters en zonnebloe
men hielden hun kopjes nog omhoog.1
De begonia's in de kleine bedden, dié
nooit tor ruste gaan voordat een stevige
vorst ze ei* toe dwingt, maakten een schit
terend effect. Maar zij hebben teere sten-
geitjes en kunnen door een flinken storm
in één nacht verwoest worden.
Juni, Juli en Augustus waren reeds
voorbij. En met hen ieder© gedachte aan
de arme, lcelijke vrouw, die nu juist drie
maanden geleden op zulk een zonderlin- j
ge wijze aan haar eind was gekomen.
Maar al sprak men niet meer van
haar, toch was een ieder des te meer
met dokter Darkham vervuld, die drie
weken geledon van rijn droevig uitstapje
dat hij ondernam, om zich tegen zijn
verdriet te verzetten, teruggekeerd, was.
En zijp verdriet was wel over, zooals
men zeide. Hij scheen het zelfs nooit
gehad te hebben, toen hij wel is waar
bleek en mager, maar meer dan ooit
belangstellend in de wederwaardigheden
van Rickton's ingezetenen, thuis kwam.
Hij was Levenslustiger dan ooit.
Er waren er ook die beweerden, dat
die levenslust uit zijn verdriet voort
sproot en rijn hersens aangedaan wa
ren maar allen, die dit zeiden waren
oude vrijsters van omstreeks vijf en der
tig jaar on rij spraken met een doel
zij wilden hem troosten. Naai- hein luis
terde echter niemand.
Dc heer Sparks, een jonge man, die
bij de Poynters gelogeerd was en het
laatste jaar een ongelukkigen hartstocht
liad ongevat voor 't photograplieeren
van rijn vrienden, stond op het grasveld
achter zijn toestel en het hoofd begraven
onder een vuil, fluweel kleed. De Hemel
weet, wat hij er onder uitvoerde. Hij
was een zenuwachtig jong mensch, van
een vriendelijke inborst, wel is waar,
maar die verschrikkelijke dingen mot
dat photograaftoestol deed.
Hij bedoelde het wel goed, zeide men,
maar het bleef enkel bij rijn goeden wil
hij was heel lang en mager, terwijl rijn
haar over rijn voorhoofd viel. De fouten,
die hij had begaan bezwaarden hem zon
der twijfel zeer; wat zijn ongeluk nog
kwam vermeerderen was, dat hij met
Dicky Browne bevriend was en deze
hem dien dag bijzonder plaagde.
„Laat i hij eerst een groep van ons
nemen," besliste Brownei „en later
apart, als wij; den moed nog bezitten."
Hij zag hierbij mevrouw Poynter aan,
die erg verlangend was alleen gefotogro-
feerd te worden.
Zij was mooi en wist het, waarom
mochten anderen het dus ook niet we
ten? Zij wist natuurlijk van hel talent
van den heer Sparks niets afanders
zou zij misschien minder verlangend ge
weest zijn zichzelf en haai- twee mooie
kinderen op papier te zien.
„Nu, ik ben klaar, jij ook?" brulde
Sparks.
„Een oogenblik," riep Dicky terug.
Hij was bezig ieder te plaatsen en de
japonnen netjes uit te spreiden. Dit
maakte alle dames boos. Welke man ter
wereld lean nu ook een japon elegant
plooien Mevrouw Poynter duwde hem
weg en ELfrida zeide, dat hij zot was om
een japon als eeu plank neer te zetten.
Zelfs Agatha, die verstrooid en zenuw
achtig was dokter Darkham boog zich
juist tot haar over - sprak hem on
vriendelijk toe.
Daarenboven had Dicky nog met een
massa moeiolijkhcden le kampen. Er
waren er zoovelen, die een voorkeur aan
den dag legden om naast deez' of geen
geplaatst te..worden.
Elfrida was werkelijk heel moeielijk
te voldoen. Lord Ambert leunde over
den rug van haar stoel en die houding
was, üöoals Brcrwne Later zeide zoo goed
als een photograaf maar verlangen kon,
heimelijk een duw, waardoor deze niet
zelf op den grond terecht, kwam, maar
zijn oogen nedersloeg.
„Ben je klaar?" brulde Sparks, die
onder hot fluweelen dek bijna stikte,
want het was een warme dag.
„Een oogenblikje nog!" Dr. Dillwyn
kwam er juist aan, waai- moest die nu
geplaatst worden Hij liep rechtstreeks
op Agatha toe en Dicky kon zich in tie
beteeken is van den glimlach, waarmee
rij hem begroette niet vergissen. Dicky,
die de laatste drie maanden ontelbare
malen van de stad naar Rickton en om
gekeerd gereisd had, was wel eenigszins
op de hoogte gekomen van wat er in
Rickton plaats greep.
Dokter Darkham boog zich nog steeds
tot A vat ha over. Dillwyn trad vastbe-
raden op haar toe, nam haar hand, die
zij hem toestak, in dc zijne en fluisterde
j haai' iets in; waarop rij glimlachte,
j „Is hier nog een plaatsje voor mij
(fluisterde hij.
I „Ja, ja," zeide zij zacht en vriendelijk.
Hij legde rijn hand op liaar stoel en
[hield zich rechtop
maar op "het allerlaatste oogenblik had
het jonge meisje Blount gewenkt, die
een seconde later aan. haar voeten lag
rijn tennisracket achteloos op de knieën
maar zijn oog-en op haar gelaat geves
tigd houdend.
Stol u dat voor! Die oogen zouden
er nooit opkomen. Dicky, die zich eenigs
zins verantwoordelijk voelde gaf Blount
„Dr. Dillwyn," zeide mevrouw Grea-
lorese heel vriendelijk en duidelijk, „gij
ziet naai- een plaatsje uit. In die houding
voldoet gij niet. Kom hier, naast mij en
juffrouw Deening is nog plaats in over
vloed,"
„Beste mevrouw Greatorese, verander
niets meer, wat ik u bidden mag," nep
Dicky met opgeheven handen uithij
had de uitdrukking in Agatha's oogen
gezien en alles begrepen.
Dc arme Sparks kon geen adem meer-
halen.
„Sta recht op Dillwyn... recht op a's
't je blieft!'
Lag er een bedoeling in zijn overmoc-
digen blik? „De minste beweging is
fataal. Je hebt hard geloopen zie ik.
Houd de leuning van juffrouw Nesbitt's
stoel vast en sta., nis een paal."
„Nu?""gilde Sparks, die het toppunt-
van opgewondenheid bereikt had.
„Wacht nog even. Ik nog nu 't- is
klaar," bulderde Dicky terug!
(Wordt vervolgd.),