Vrijdag II November 1898, ■o. 4715 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM 1 FEUILLETON. IS* Juar-gnsigs HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeentel, per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijkper 3 maanden„1.05 Afzonderlijke nummers0.05 ■Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 «de omstreken en franco per post0.371/2 ADV HH-g.TTrrNr'l'l HfKT- Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publidté Elrangère G. L. JDAUBE <f: Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van net Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel. Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de pry's der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f0,15; Reclames per regel f 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zjin: Bloemend aal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Öandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,by d8 tol; Syaamdam, C. HARTENDORPZandvoorl, G. ZWEMMER Velsen, "W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen gd Advertentiën aan. KABETKACHTEKG uit den GEMEENTE RA A D- CXXXIII. j Een adres van de plantsoeuwerkers om loousverhooging, dat douzelfden 'morgen was ingekomen kwam zelfs) niet in bespreking. Zwygend streek j i de Raad er het doodvonnis over. 't Was toch ook wel wat vreemd, j lo. de straatbelasting. Men beweert nu dat wij ons meester j 2o. de rijtuigenstandplaatsen belas- willen maken van Kreta ot' Syrië, of ting. i het protectoraat over Egypte willen j 3o. de vermakelijkheden-belasting, afkondigen. Wy zyo echter vrijwel 4o. de aanplakbordenverpachting, tevreden met den tegenwoordigeD toe- Een kat, 'die in 't nauw zit doet stand in Egypte, en gelooven niet dat I I De burgemeester had in de raads-iom te denken dat de Raad zoomaarkromme sprongen eu de genialiteit van er op 'toogenbük reden bestaat om Itting van Woensdag heelwat moeitedadelijk, zonder advios van B. eu W.. j benauwde Raadsleden in 't zoeken daarin wijziging te brengen, m de teugels in handen te houden.zonder nacfere toelichting, zeggen zou:j naar nieuwe belastingen, is wonder- „Ik wil echter niet zeggea dat de lM de orde was de resumptie van „Wel kijk, daar heb je de plantsoen-1 baarlyk. Maar zoo groot was mijn gebeurtenissen van de laatste drie j e nieuwe belastiugverordeuing en,j werkers! Willen jullie samen eens bewondering niet, of ik was bly, dat maandeG geen invloed hebben gehad J i plaats van zich te bepalen tot de; een vijfhonderd gulden 'sjaars meer j ik te kwartier voor vyven do duffe op Eogeland's positie in Egypte; deze eoordeeling van de redactie, verdiep-1 hebben jongens, bier, we zyn ryk ge- Raadszaal met de buitenlucht koulis na do overwinning by Omdurman, ja verschillende leden zich herhaalde-uoeg." verwisselen. j niet meer dezelfde als vroeger." j jk in de zaak zelve, totdat zy door den j En de menschen, die gehoopt had- oorzitter werden tegengehouden, omden politieagent te zullen worden, en oogenblik later na eenig ge- j worden ook teleurgesteld. De acht ibennutsel opnieuw te beginnen, j nieuwe agenten die gevraagd waren, Was amusant in deoegeode macliï,'zyn afgestemd. Niet maar zoo eventjes sar niet voor wie af die tallooze j gauw -neen. er werd laug en breed PofiitSek 0«?ei,,z3Chf» Een andere reden om de toebereid selen niet te staken, was de algemeene staat van de wereld, en de gevaren rondom ons. Spr. bracht warme buide; aiHI, aoverburea van de Noordzee. ergaderingeu over die belasting ai over gepraat. De lieer van der Mersch j Men is ginds brandend van nieuws- vergeleek onze politiemacht met, die gierigheid om van regeeringswega te Utrecht en die t.e Groningen be- mededeelingen te ontvangen over de handelde de heer Macaré en beidea j onderhandelingen betreffende de Fas- voudeu dat sterk sprekende voorbeel-joda-quaestie. Nu de premier geen ad meegemaakt en er duslangzamer- a.od meer dan genoeg van begon te ragen. 'Nu had weliswaar de Commissie an financiën tot die afdwalingen van den, omdat in een academiestad toch j gelegenheid heeft om deze nieuws- skele leden wel aanleiding gegeven, ior met de beste bedoelingen vaa de ereld eenigszlns vrjj met de resump- 5 om te springen. Een amendement in den heer van Sty rum byvoor- 3eld, dat in de vorige vergadering ingenomen was, had zij (met de ledkeuring van den voorstellen) maar &t veranderd. Zoo was het beter. Do heer Macaré protesteerde daar- geu. Met den lieer Tjeenk Willink eerde hij en discussieerde over de rordsning, maar hoog noch laag ringen mocht baten. Toen 't op de ïdstemtning aankwam, werd deze sciitverordeoing aangenomen met jf stemmen tegen. Het geniale stuk irfc, dat ten doel heeft ontlasting d den bemiddelde door belasting d den onbemiddelde, ik herzeg dat Iphtstak treedt 1 Januari 1899 iu king. De „kleine man" gelieve zich op te prep&reeren. "let al deze grappen was het byna artier voor twaalven geworden, }n de burgemeester de begrooting de orde stelde. Hoe de stemming deu Raad was, kan o.a. hieruit jken, dat een van de Raadsleden weliswaar solto voce, erover be- jae, dat er zelfs niet eens meer glaasje water meer op over schie- kon.'Intusschea klaarde langza- irfcand die stemming op. 't Ginger n door. De ambtenaren ter secre- dat een van Wolffram's kameraden „Wy hebben nog zeer onlangs voor io kregen huu verhooging, de deur- my gezegd beeft„er wordt nu veel de qnaestie van een Enropeeschen arders van de belasting ook. In j meer voor Wolff'ram gevraagd dan'oorlog gestaan. De zaak is gelukkig ie kwartier waren we twee hoofd- j voor een van ons, maar dat is zekergoed afgeloopeneen oogenbük ech- j ven weigeren de Cubaansche schulden ikken doorgowandoldtoen lei de„Wolff'ram verdient het en is het ter scheen het of het anders zou i over te nemen en den afstand van de irzitter den hamer neer en zei:! waard." 1 loopen, maar de groote wijsheid enPhilippynen eischen. De Spanjaarden auze," De dalende krachten vanj Dan werd er verder gepraat over het gezond verstand, door Frankrijk j echter willen van geen afstaud weten, raadsleden moesten een steuntje,gewone en bnitengewone uitgaven, aan den dag geleed in buitengewoon! In de Vereenigde Staten hebben de Eene gemakkelijke manier bij onze laan desCzaren ontwapenings-voorstel, waarvoor hij de sympathie en hulp van Engeland verzekerde. Het optreden van Amerika onder de factoren van de Europeesche di plomatie was een gewichtig feit, dat misschien niet bevorderlijk zou zyn aan de belangen van den vrede, of schoon bet de Britsche belangen ver moedelijk zou bevorderen. De Minister sprak vervolgens van de oorzaken van een conflict, dat zou altijd meer te koop is, dan in een gierigheid te bevredigen door het hou- gewone stad, weet je. j den eener politieke rede in het Par- Wat kan een meosch zich toch ver- i lenient want dit parlement is nog gissen! Meende ik niet altijd, dat de niet geopend neemt hij volgens politie in academiesteden een makke moor eD meer gebruikelijke gewoonte! kunnen ontstaan over dequaestie van politie is, die als consigne heeft: „leg in Engeland, de gelegenheid van een: zekere natiën, en wees op de vreese- op kloiue slakken geen zont en laatteestmaal te baat om gewichtige me-jlijke snelheid waarmede tegenwoordig grootereook maar wegkruipen l" Niets i dedeeüugen op staatkundig terrein te j oorlogen uitbreken, van waar boor, in academiesteden doen. „Als ons groot koloniaal eu mari beeft de politie dan maar een razend zware taak. Altijd volgens de heeren Macaré en van der Mersch, die ge studeerd hebben en dus geacht kun nen worden op de hoogte te wezen. En de burgemeester, die ook gestu- Woensdag is dit weer geschied optiem rijk niet behoorlijk verdedigd; het feestmaal in Guildhall te Londen werd door een zeemacht" zoide spre- j ter gelegenheid van den Lord Mayorsi ker, „kon het wei eens plotseling. Day! Uitvoerig antwoordde lord Salis-naar beneden komen kletteren. De bury op de toast op bet ministerie, krijgstoerustingen sluiten geen ge- gehouden. In sympathieke bewoor- j vaarlyke onderneming in wy hebben deerd heeft, verklaarde dat juist in'dingen zinspeelde hy op de keizerineen afschuw van den oorlog, maar een academie stad voor ernstige misdrii-1 van Oostenrijk en hij deelde mede,'moeten het ryk onverzwakt aan het ven minder gevaar bestaat, omdat de dat Engeland de uitnoodigiug tot eene j nageslacht acnterlaten." studenten dikwijls laat cp 't pad zyn.conferentie tegen het anarchisme had 1 Aan dit feestmaal werd ook nog Ziedaar een derde lezing; ja, ja, deaangenomen (applaus). Spr. bouwde] gesprokeu door baron von Golistein, politie is een moeilijk te doorgronden j echter niet te veel hoop op deze de Nederlandsehe gezant, ter beant- vak. En in weerwil daarvan waren!poging om door middel van wettenjwoording van den toast op het corps er toch meer dan een half dozijn,het kwaad te bestrijden, maar, zeide) diplomatique, die den comm ssaris van politie geen by, wy zullen met genoegen doen al j De besprekingen over de vre- f200 verhooging gunden. Gelukkig j wat wy kunnen. i desvoorwaarden tnsschen Spanje en waren er meer, die het wel wilden! De minister gewaagde vervolgensdo Vereenigde Staten blijven nog geven en zoo kreeg de commissaris j van de schitterende veldtochten insteeds afstuiten op het geschil over zijn verhooging, maar van die voor Soedan en lndië, en van de bovredi- den afstand van de Philippynen door den heer Wolffrara werd f 100 afge-igende resultaten der pogingen van Spanje en bet overnemen der cnbaan- pingeld. Mi.-scbiea vinden de leden,het Europeesch concert op Kreta,sche schuld door do Ver. Staten, die den nadruk zoo legden op„nietwaar thans de b-lofte om autonomie! Do Amerikaansche leden der vredes- meer dan zyn kameradenen vooral niet in te voeren, feitelyk vervuld is. [conferentie hebben een memorandum meer dan zyn superieuren" het niet- Omtrent de Fashoda-quaestie zeide ingediend, waarin zy de argumenten aardig, wanneer ik hier eens vertel1 spreker: der Spanjaarden tegen den afstand der Philippynen weerleggen. Tegenvoor stellen worden echter niet gedaan daaruit volgt dat de Amerikanen bly- bben. een oud lied, gezongen niet e ns op moeilijke omstandigheden, hebben, ge-j verkiezingen plaats gehad voor het r de tweede klasse trouwkamereen nieuwe, maar op een onde wijs. loof ik. Europa ge^ed van een zeer Huis van Afgevaardigden. De over- od de tafel aangerecht. Gemenbi- 'lEu toen begonnen we aan de ont- gevaarlijken en dreigenden storm. De J winningen der democraten maken by ric boterhammen, saucijzenbroodjes,vangsten en B. en W. wilden al die oorlog is misschien niet zoo naby ge-bijkans gelijke sterkte der partyen ntebroodjes, vormden te zaaien het f73000, die we meer coodig hebben, weest als de dagbladen het voorstel- den uitslag ouzeker. Volgons de laatste aeentebestüurlyk menu. Koffie was maar op de inkomstenbelasting leggen, den, maar deze overwegingen en vele berichten zyn 172 republikeinen ge- drank. Toen de burgemeester een En toen zei de heer Macaré„wacht andere, welke gy gemakkelijk zaltkozen tegenover 166 democraten, po- f uur later de bel luidde, als tee-[een beetje, de opcentjes zyn er ook begrijpen, hebben de Regeering ver-polisten en zilver-republikeinen, dat de vergadering weer begon-nog." En toen werd besloten daarop plicht maatregelen te nemen, opdat De nieuwe Senaat zal bestaan uit was, hingen er duke rookwolkenen op de rijwielen te zamen f3S000 zy niet verrast zou zyn als er zich 52 republikeinen, 27 democraten, 5 Ie 2o klasse trouwkamer en kwa-'en op den hoofdelyken omslag f35000 plotseling een gevaar voordeed. j populisten, 4 zilver-republikeinen, leden maar langzaampjes aan-j te verhalen. En dan zullen B. en „Deze voorzorgen zyn met groote Voor twee zetels is de uitslag nog W. nog eens denken over snelheid en met veel succes genomen, twijfelachtig. CL >0ü8, •got- STAQ5S9a£gJWS Eerste en derde pagina. Haarlem10 Nov. 1898. Landré-concert. Het Landré-concert dat Dinsdag avond in de concertzaal der Vereeni- ging plaats had, heeft in vele opzich ten beantwoord aan de verwachting die men daarvan kon koesteren. Niet alle uitgevoerde werken en wat is natuurlijker dan dit schonken wat vorm en kleur betreft volkomen be vrediging maar wel gaven ze alle getuigenis van Landré's echt muzi kaal denken en voelen en van zyn afkeer tegen al wat banaal en plat is. En dit laatste sin it veel lof en oprechte waardeering in. De gebreken in vorm of orkestrale behandeling zullen door veel werken en door veel hooreu als van zelf verdwijnen en dan zal zijne inderdaad groote bega ving zich al meer overtuigend en schitterend openbaren. Ook deze avond reeds bood menig oogenblik van meer dan gewoon mazikaal genot. Over 't algemeen stel ik Landré's vocaal composities hoogerd an zyn instrumen tale werken, lu deze laatste zyn de onvolmaaktheden in den architecto- riischen bjuw natuurlijk meer opval lend dan wanneer de aandacht voor een deel wordt geboeid door de zin rijke illustratie van een gedicht dat bovendien door zyn vorm en ge- dachtengar.g de muziek tot leiddraad strekt, en zoo krachtig meewerkt tot een schoone afronding der muzikale phrasen en tot een nataurlijke climax van het geheel. Wat compositie be treft stonden dus voor my het zang stuk „Erkliiran^" en de opera-acte bet hoogst. Deze laatste vooral gaf my by vernieuwing den indruk het werk te zyn van een gelukkig begaafd componist. Met betrekking tot de uitvoering evenwel zon ik liet eerst dienen te spreken van het instrumentale deel van het programma. Niet alleen gaf het orkest onder leiding van den heer Kriens een waardige vertolking van twee voor spolen en den marsch oit „de Roos van Dekama" benevens een „Inter mezzo", maar ook en vooral de instru- mentaal-solisten kweten zich de heor Steeuman in een „Logende" voor viool, de heer Henk v. Breemen in „Impromptu" en „Ballade" voor piano op voorbeeldige wyze van hun taak. Van de vocaal-solisten onderscheidde zich boven allen ook door aard en omvang barer effectvol behandelde party (M a d z y) mej. Joanne Lan- i dré. Er was een leven en een warmte in baar voordracht, die zich ook op haar medewerkende omgeving merk- i baar deden gelden. Mevrouw S. Croes—Spoor zong I voor zoover ik kon nagaan met de haar eigen bevalligheid het partytje van O d a. Voor zoover ik kon na gaan, zeg ik want het hoofdmo ment van deze soliste haar duet met Zalsman (R e y n o u t) leed helaas zeer onder de min practische orkes tratie. De uitgehouden tonen van hobo's of clarinetten beletten het on gestoord volgen der hier levendig bewegelijke zangstemmen. Het op zich zelf reeds gevaarlijke experiment van een zangstuk i n een zangstuk eischt dat de aandacht van den hoorder zoo min mogelyk van den zang wordt afgeleid. Buitendien geeft im mers, in de betreffende situatie, een eenvoudige harpbegeleiding, hoogstens ondersteund door de in de partituur aangebracht pizzicato's der bassen, aUes wat bier noodig was. De heer Landré heeft dit blijkbaar bij de com positie wel gevoeld, maar by het instiu- menteeren lieeft hy het weer vergeten. De party v^n Deodaat was aan >n heor Jos. Tyssen wel toever trouwd zooals vooral iu het duet met M a d z y aan den dag kwam hoezeer men' ook in de recitatieven zyn routine en zyn rijke stemmiddelen mocht waardeereu. De heer Zalsman was, dunkt my, dezen avond niet bizonder gedispo neerd. Anders had zyn solonumraor in het eerste deel eu ook de scène „O stormig hart" in de opera mach tiger moeten werken. De heer Joh. Broek eindelijk kwam als solist niet genoeg op den voor grond om van zyo aandeel in het ge heel bizonder melding te maken. De leiding van het opera-bedrfif was by den beer Henri Pielage die. zooals men zich herinnert, ook by de uitvoeriug van het geheel, ten vo- rigeu jare, met het iustndeeren en leiden werd belast. Dat by toen solide werk heeft geleverd, bleek thaus ait de omstandigheid dat, met enkele repetities, het koor wéér flink met zyn taak vertrouwd was. Het werk marcheerde ondanks enkele vergissingen van somtijds nog al ernstigen aard waarschijnlijk zeer ten genocge van den componist en zeker tot voidoeuiDg van het jam merlijk opgekomen publiek. De heeR Landré werd by herhaling warm toegejuicht en ter estrade ge roepen. De groote lauwerkrans, hem aan 't einde van het eerste deei door een jonge dame overhandigd, zal hem nog eenigen tyd de berin nering aan dezen avond helpen bewaren. Ook den solisten ontbrak bet na tuurlijk niet aau luidklinkende bewij zen van de liooge waardoering, die hunne talenten trouwens ton volle verdienen. PHILIP LOOTS. H Sfl E L iü 3 Uit de „Staatscourant". Koninklijke Besluiten. Benoemd tot lid van het college van regenten over de gevangenissen te Rotterdam, mr. J. H. van Meura, rechter in de arrondissemeats-recht- bank aldaar. Met ingang van 6 November 1898: de luitenant ter zee dor 1ste klasse G. L. H. Luyten, op pensioen gesteld en het bedrag van dat pensioen be paald op f1331 'sjaarsen bevorderd tot luitenant ter zee der lste klasse, de luitenant ter zee der 2de klasse S. F. Nolst Trenité. HOOFDSTUK XVI. lij keerde zijn bleek, bedroefd gelaat r Elfrida toe. ar komt hij Ambert bedoel ik. zal u komen vragen om de broeikas- lo gaan zien." lij wist nauwelijks wat hij zeide. Is dat alles vroeg Elfrida vroolijlc. ■Hij zal u ten huwelijk vragen." Is dat ailes Zij lachte hartelijk. bekoorlijk, kinderlijk gelaat, dat «ijls zoo'n besliste uitdrukking kon lemen, zag hem nu eenigszins spot- 1 aan. Oa niet met hem mee," smeekte uit hartstochtelijk. een oogwenk scheen zijn ouder geworden. Er lag een be- uitdrukking om den mond en in oogen straalde een gloed, dien zij looit te voren in gezien had. Een oogenblik zag zij hem verbaasd aan toen glimlachte zij. „En waarom zou ik niet?" vroeg zij vroolijlc Zij was zich zelf nu weer vol komen meester. Ambert was haar nu dicht genaderd en zij lachte hem bemoe digend toe. Hij overhandigde haar den kop koffie, waarom zij hem verzocht had, terwijl hij van Blount niet de minste notitie nam. Nooit het hij een gelegenheid voorbij gaan om Blount onbeschoft te behan delen. Zij dronk haar koffie op en stem de er in toe met hem de broeikassen te gaan zien. Het jonge meisje, dat er in haar lila japonnetje nog tengerder uit zag dan anders stond op en liep een paar pas niet Ambert voort. Blount was ook opgestaan. Een bit ter- gevoel vervuilde zijn ziel. Daar ging zij nu nu was zij voor hem verloren. Op hetzelfde oogenblik keerde het be koorlijke persoontje zich om en stak hem de hand toe. De kleine behaagzieke bleef volkomen in haar rol. ..Gaat gij ook mede, mijnheer Blount? Ja?" Haar oogen zagen hem smeekend aan. Blount wilde het verzoek eerst weigeren, maar aan dien blik vermocht hij geen weerstand te bieden. Elfrida voelde, dat Ambert's declaratie niet lang meer zou uitblijven en ofschoon zij er naar ver langde besloot zij dit oogenblik toch nog een poosje te verschuiven. Zonder- op Ambert's hooghartige hou ding te letten liep Blount aan Elfrida's zijde voort. „Hoe ergerlijkriep de oude juffrouw Firs-Robinson uit, zich in een stoel la tende neervallen. „Ergerlijk?'"' vroeg Mevrouw Greato- rese. „Wel ja, is 't niet ergerlijk, zooals zij dien armen jongen behandelt." „Beste juffrouw Firs-Robdnson, ik heb 't opgemerkt," zeide mevrouw Grea- torese haar expres verkeerd begrijpend „het is zeer laakbaar, vooral als men bedenkt," met minzame brutaliteit, „boe verschillend hun positie is." „Dat heb ik haar al zoo dikwijls ver teld. Het is een verschrikkelijk verschil „Verschrikkelijk! Dat is een wel wat te krasse uitdrukking. Ik zou het meer droevig noemen. Maar natuurlijk, die maatschappelijke ongelijkheden moeten bLijven bestaan. Ik zelf vond het dikwijls zoo vervelend als degenen, waarmee ik in aanraking kwam, niet van mijn stand waren. Maar gij zijt altijd zóó oprecht. Waar om dan nu niet. Ge beschouwt Lord Am bert toch niet als een armen jongen?" „Och, wie spreekt er nu van Lord Ambert?" antwoordde juffrouw Robin son scherp. Jongen, hij lijkt er geen sikkepit op. Hij is lang de veertig ge passeerd. Natuurlijk heb ik 't over dien jongen Blount, den hulppredikant." Zij zweeg even en vervolgde toen, als of haar in eens weer iets to binnen schoot „Wat bedoelt ge met maatschappelijke ongelijkheden Die Ambert met niets dan zijn armzaligen titel, is een slechte partij voor Elfrida, met haar schoonheid en fortuin." „Dan verwondert het mij, dat gij het niet tegengaat." „Ohet is meer Elfrida's idee dan het mijne. Zij is zeer eerzuchtig maar een flirt tot in de toppen van liaar vingers, en al ben ik ook haar tante, dat zie ik heel goed.. Uit een gril coquetteert zij nu met dien armen jongen, ofschoon zij zeer goed weet, dat zij daardoor de kans loopt Ambert te verliezen." „Zijt gij er zoo zeker van, dat Lord Ambert haar zal vragen?" vroeg me vrouw Greatorese wier hart nu overvloei de van belangstelling. „Mannen van zijn stand vermaken zich dikwijls met jon ge meisjes om ze dan te laten loopen." „Van één ding ben ik zeker," aedde juffrouw Firs-Robir.son boos, „dat de man, die op die manier Elfrida behan delt, aan het kortste eind trekt. Daar kan ik u mijn woord op geven." „O1 dat geloof ik wel," zeide mevrouw Greatorese. „Maar sommige jonge meis jes zijn zoo vreemd zoo geëmanci peerd dat is het rechte woord er voor, in één woord zoo geheel anders dan de jonge meisjes uit onze jeugd." „Ik weet niet veel van jonge meisjes; af," antwoordde Elfrida's tante, „maar dit weet ik, Elfrida is het aardigste kind. dat ik ooit gekend heb. Van niemand] houd ik zooveel als van haar. Zij is( zoo eerlijk als goud en niemand is ge-! zelliger dan zij. Odie verhalen, die ze je soms kon doen Elfrida's tante schud de van 't lachen zich blijkbaar een van die verhalen herinnerend, „en dan de manier, waarop zij de menschen uittee- kent je zou soms zweren, dat ze voor je staan. Je moest het eens zien gij zoudt u zelf terstond herkennen." 1 Mevrouw Greatorese werd vuurrood.. Zij zag zich zelf reeds op 't papier staan, tot spot strekkend aan Elfrida en deze gedachte maakte haar woedend. Juffrouw Firs-Robinson schudde weer van 't lachen; het was zoo'n schitteren de wraak. „En zij is zoo goed voor de armen, werkelijk zij is voor iedereen goed, be halve," nadenkend, „misschien voor jongelui." „Het komt mij voor," zeide mervrouw Greatorese spijtig, „dat zij juist heel vriendelijk is voor jongelui en ook voor oude heeren, in één woord voor allo man nen. Ik geloof, dat zij aan niets ander# denkt. „Dat is juist wat ik zeg. Zij is op en top een flirt, maar als zij met Lord Am bert getrouwd is, zal dat wel verande ren." „Als zij met hem getrouwd is," zeide mevrouw Greatorese bijzonder veel na druk op dat laatste woord leggend, ter wijl zij op een eigenaardige manier lachte. Juffrouw Robinson wilde nog öp div onderwerp ingaan, maar een gedruisch van menschen achter haar, die de tent verheten gaf aan haar gedachten een andere wending. Dicky Browne liep voor op, op den voet gevolgd door Agatha, mevrouw Poynter en eenige andere gas ten. „Wat is er aan de hand, Agatha vroeg mevrouw Greatorese toen het jon ge meisje haar genaderd was. „Sparks!" hijgde Dickv. „Hij zegt. dat hij ons nog eens over wil nemen!" „O! dat nooit! dat nooit!" riep me-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1