NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
iSta Jiaïu*(|üiiag
Dinsdag 22 November 1898.
■o. 4724
lis ib wbê em ffiia
DAGBLAD
^^OISO^jm^CEinsrTS^ST J-S
Voor Haarlem per 8 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele PJjk, per 3 maanden„1.65
Afeonderlyke nummersO.Oo
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post 0.37l;o
A.33 V Jb-i_K;l±'J±liNrTT-R]l.g-;
Van 1—5 regels 50 Cte.; iedere regel meer 10 Cis. Groote letters naar plaatsruimte.
Bjj Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertenfci&i worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PuUicilé Etra/ngere G. L. BAüBE Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan hot
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR. Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten voor dit blöd in den omtrek zyi: Bloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Zandpoort HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
VelsenW. J. RU IJ TERBeverwijkJ. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
ST AE&SH5EUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem. 21 Nov. 1898.
IRBOttDISSEBEEHTS-
RECHTBAttK
Hing van Maandag 21 Nov. 98
Jacob Bosscliieter was op 28 Oct.
den bierhuishouder Jacob Zaayman
Buiksloot gekomen en had da«ar een
s bier besteld. Toen. de kastelein even
ar binnen was gegaan, dacht hij zijn
hi slaan, en ontvreemdde uit cene
onder de toonbank 3 biljartballen, j
De rijksveldwachter A de Boer, die
t de zaak in kennis was gesteld, zag f
i volgenden dag beklaagde loopen. j
ar hij op zeer grooten afstand was,
m de veldwachter een fiets en zette j
dein beklaagde achterna dien hij on- j
de gemeente Ilpendam inhaalde. Op j
i verzoek aan beklaagde om te blij- j
i stilstaan, om door hc-m te worden j
isiteisrd, zette. Bosschieter het op
loopen. Doch de veldwachter ook
t mis. sprong van zijn fiets en ging
c achterna. Spoedig had hij hem an-
maal te pakken. Een worstelpartij
stond, waardoor beklaagde gelcgen-
d vond twee ballen in een sloot te
len, terwijl de derde nog in zijn be-
werd gevonden.
laklaagde ontkende den diefstal ge-
egd te hebben. Hij had de biljard-
len op den dijk gevonden. Wanneer
werkelijk diefstal had gepleegd, zeide
iaagde, dan zou hij toch niet deai ge
len avond in bijzijn vara politie zijn
(ev er en dan had hij, toera hij be-
rkfcc. dat de politie hem achterna
ira. de ballen wel in het water ge-
itera. Op de vraag van dcra president
i de rechtbank hoe laat hij ze dan
inden had, antwoordde beklaagde te
jvcer 5 uur.
t te president vond 't dan wel vreemd,
beklaagde, die den geheelen avond
politie in aanraking was geweest,
i niet had verteld, dat hij biljardbal-
gevonden had. Beklaagde zeide hier-
dat hij van plan was geweest den
naar op te sporen, en den volgenden
de politie er van in kennis te stel-
lit liet verhoor der getuigen bleek,
iwel nog, dat beklaagde, toera hij ge-
steerd was, tegen den veldwachter
gezegd „Wat is het beste, te beken-
of te ontkennen."
lezen hadden hem natuurlijk het eer-
aangeraden, doch hij zeide hierop
t doe ik nooit."
1 a subst.officier van justitie zijn re-
itodr nemende, zeide dat het wettig
overtuigend bewijs voldoende was
read, daar beklaagde in 't bezit was
inden van de biljardballera, en daar
verleden zeer ongunstig is, requi-
de Z.E.A. 1 jaar gevangenisstraf.
]le verdediger Mr. Moens bepleitte
veel lichtere straf.
Willem Schoonlieiin wonende te
echt era Axie van Dam wonendo te
erdam hadden zich te verantwoor-
I ter zake dat zij zich te zamen en in
eniging op 10 Juli LI. te Oude Alke-
s met een met een paard bespan-
rijtuig, waar-van de 1ste beklaagde
inrder was, terwijl do 2de beklaag
de de zweep in de hand had, op den
openbaren weg hebben bevondenen
niettegenstaande er toen vele personen
op dien weg liepen, daar de kerk juist
was uitgegaan en dus de voorzichtigheid
hun gebood met groote behoedzaamheid
te rijden, en de weg daar ter plaatse
voldoende breed was om de voetgangers,
die op het naast den rijweg liggende
voetpad liepen, te mijden, aldaar door
den staat van dronkenschap, waarin bei
den verkeerden, en het dientengevolge
kwalijk besturen van het paard, dat door
tweeden beklaagde nog voortdurend met
de zweep werd geslagen, zoo roekeloos en
hoogst onvoorzichtig in vliegende vaart
li ebben gereden dat het rijtuig van den
weg slingerde, met het gevolg dat zekere
Cornelia van Seggelen, die op het voet
pad liep, werd aangereden en kwam te
vallen. De oorschelp van haar hoofd
werd toen grootendeels afgescheurd, ter
wijl de weeke deelen en het kraakbeen
van den gehoorgang werden verscheurd.
De verwonde is daardoor verscheidene
weken niet in staat geweest haar werk
te verrichten, terwijl zij waarschijnlijk
ongeneeslijk doof zal blijven.
In deze zaak waren 7 getuigen ge
dagvaard, terwijl als deskundige optrad
getuige L. J. Otto, arts te Alkemade.
Uit het verhoor van den deskundige
bleek, dat de verwonding vrij hevig was
geweest era uit dat der aradere getuigen,
dat de beklaagden in dronkenschap ver
keerden, en zoo woest reden, dat een
ongelode het onvermijdelijk gevolg moest
wezen. Beklaagden bekenden volmon
dig, dat zij de oorzaak van het ongeval
waren geweest.
Schoonheini was zelf naar den Bur
gemeester van Alkemade gegaan en
had hem met de zaak in konnis gesteld.
Daarbij had hij beloofd aan de verwonde
de door haar geleden schade te vergoe
den en reeds ƒ21 aan haar gestuurd-
De subst.-offic.ier van justitie zijn re-
juisitoir nemende, loopt de zaak nog
eens in zijn geheel na en zegt dat beiden
zich hebben schuldig gemaakt aan het
strafbaar feit door in staat van dronken
schap handelingen te verrichten, waar
bij gevaar voor derden ontstaat en daar
een dergelijk ongeluk niet alleen met
geld is goed te maken, requireerde Z.EA.
voor den eersten beklaagde, de hoofd
dader, 1 maand hechtenis, voor den 2en
14 dagen.
Als verdediger voor eersten beklaagde
trad op Mr. van Oosterzoe uit Utrecht.
In zijn pleidooi zet spreker uiteen, hoe
deze persoon, dio tei Utrecht goed be
kend staat, direct de gewonde eene ver
goeding heeft toegezegd en zijn leedwe
zen over het voorgevallene heeft betuigd.
Daarbij is hier zonder boos opzet ge-
handeld en moet het geheel aan een
ongeluk worden toegeschreven. Pleiter
vroeg dan ook voor zijne client, die hij
in de clementie der Rechtbank aanbeval,
eene geldboete in plaats van een hechte-
nisstraf.
Na re- en dupliek werd de uitspraak
bepaald op Donderdag 1 December.
De vuurwerk-commissie bestemde
een deel (f30.van wat zy afdroeg
aan de feestcommissie voor de politie
de bewoners van den Zylweg maakten
zich verdionstelyk door het oorspron-
kelyk voor versiering bestemd bedrag
te storten in de kas van den optocht.
i De eenen en de anderen hebben
daarvoor een woord van lof ten volle j
verdiend.
j Het stoffelyk overschot van den j
'j. 1. Zaterdag verongelukten soldaat-
Charles Arnold Helenus Adriaau
Mac Lean zal morgen Dinsdagochtend
jt.en half elf uur op de begraafplaats
i aan den Seboterweg worden ter aarde
besteld met militaire eer.
i Voor het akte-examen teekenen 1. o.
zijn Zaterdag te Amsterdam geslaagd
de heeren C. Warnier en W. H. Wil-
ilemsen, beidea te Haarlem.
De off. van gez. 1ste kl. K. E. Zie-
geler wordt met 1 Mei a. s. overge
plaatst van Den Heider naar hier en
ingedeeld by het 3e bataljon van het
4e reg. inf. alhier.
Door een zetfout is in ons verslag
van de ver-adering der feestcommis
sie Koninginnedag vermeld, dat de
kinderfeesten f 1040.50 hebben ge
kost, dit moet zyn f2046.50.
Schouwburg.
De Czarina.
Naast onze beide opera's, de Ne-
derlandsche en de Italiaausche, mag
zich het Nederlandsche tooneel het
meest in de belangstelling van onze
stadgenooten verheugen. Zoo ook Vrij
dagavond. Flink was de zaal bezet;
dat geeft dan al dadelijk znlk eene
prettig opgewekte stemming. Men
gevoelt zich aangenaam, geniet al voor
dat het gordijn omhoog gaat en men
is aan het einde vesl meer overtuigd
van het gesmaakte genot, dan wan
neer men uit een bijna ledige zaal
huiswaarts keert.
Die opgewekte stemming deed Vrij
dag veel vergevenzy is een der
grootste oorzaken geweest vau het
succes der voorstelling. Waut een
succes was het zeker, hoewel wy de
vele toejuichingen niet bepaald als
verdiend kunnen onderschrijven. Hel
stuk zelf is erg laag by den grond,
in weerwil van alle mogelijke hooge
titels, ondanks de dikwijls schitte
rende costuums. Misschien is het een
historisch beeld van de zeden van het
russische hof in 1725, maar op ons
maakte het meer den indruk van een
drama, waarin de schrijver, om op
een tamelyk waarschijnlijke manier
van zyn helden (sic) af te komen, gre
tig gebruik gemaakt had van et n po
tentaat, die als een barbaar bekend
staat, en naar hartelust zyn slacht
offers deed onthoofden of naar Öibe-
Irië zenden.
i Een karakter, waarmede wy nu eens
i geheel konden medegaan, is er niet
jin. Czaar Peter zelf laat geen enkele
van zyn goede hoedanigheden door-
schemeren hy handelt van het begin
j tot het einde als een waanzinnige,
!loopende en dravende, slaande en
dreigende, meer dier dan meusch.
De Czarina, zonder eenige waardig- j
heid, meer demi-mondaine dan Kei-:
zerineen poolsch edelman, in zijne
doodsverachting handelende als edel
man, in zyn andere daden een wind
vaan zonder gevoel, zonder harteen
admiraal die altijd dronken is; alleen
voor de fignur van Menzikoff en diens
dochter O'.ga, kunnen wy no* iets
voelen. De laatste vooral was zeer
sympathiek, meer echter door het
mooie, lieve spel van mevrouvr Hol-
trop—Van Gelder dan door de per
soon, die zy voorstelde, zelve.
Kortom wy kunnen over de karak
ters zeiven niet bepaald roemen. Wat
bet succes van don avond echter wel
bezorgde was het geheelhet stak is
er zoo geheel en al op berekend om
trapsgewijze de belangstelling gaande
te maken, langzamerhand te boeien
om tegen het einde het auditorium in
eene groote spanning te doen over
gaan. Aan spannende tooneelen ont
breekt het waarlijk niet.
Over het algemeen werd er goed
gespeeld. Eene teleurstelling was het
voor velen dat door ziekte van den
heer Schulze diens rol door den heer
Verenst moest worden gelezen. Voor
namelijk daarom was dit te betreuren,
omdat by de rol van den admiraal
Viller beek, heel veel actie voorkomt,
eene actie geheel in het genre van
Schulze, die door zyn plaatsvervanger,
die met de tekst in de hand overigens
zeer verdienstelijk acteerde, niet tot
haar recht kon worden gebracht.
e&S
ïs U nog; niet
geaitomicenl oj»
®s»s X n «1 si g s-
jliilad? "Vraag
«lau pi'oefiiuni-
siter, *t kost maar
jUS® Cents per 3
jmaamleii, p. p.
C't. a
„Melpomene en Thalia".
Bovengenoemde tooneel vereeniging,
eene vereeniging, die reeds zoo dik
wijls door tooneelvoorstellingen te
geven, er het bare toe heeft bijge
dragen om het lot van weduwen en
weezen, die in armoedige omstandig
heden waren achtergebleven, te ver
zachten, heeft ook nu weder niet ge
aarzeld haar steun te verIeenen aan
eene weduwe met 8 jeugdige kinde
ren, wier man en vader D. C. Keet-
laer, een oppassend en algemeen ge
acht werkman in den ouderdom van
38 jaar is overleden.
Hartverscheurend is het lot dier
weduwe. Zij is van alles beroofd en
het huisgezin is ten prooi aan de diepste
armoede.Het genootschap „Melpomene
en Thalia", dat op bovengenoemde
wyze. daarby milddadig door de stad
genooten gesteund, reeds het genoegen
heeft mogen smaken, 16 weduwen
voor een anders zekeren oudergang
te behoeden, heeft ook nu weder be
sloten eene tooueelvoorstelling te geven
in de sociëteit „de Kroon" op een
later te bepalen dainm, en twijfel*
dan ook niet, of Haarlem's ingezete
nen zullen ook dezen keer welwillend
hunne medewerking willen verleenen.
Circulaires waarop men kan intee-
kenen, zoowel voor een aantal kaarten,
als voor eene vrijwillige bijdragen,
zulleD aan do stadgenooten worden
rondgezonden.
Maandag 28 November zal voorde
leden van den R. K. Volksbond als
spreker optreden de heer F. R. Vos,
alhier.
„In den liggenden Os."
A. s. Donderdag zullen we de Ne-
derl. TooneelvereenigiDg onder leiding
van Henri van Kuyk weer eens
in don schouwburg zien en dezen
keer met eene opvoering van „luden
liggenden Os." (Im weissen Röss'l).
Zij, die het uitstekende samenspel van
dit gezelschap kennen en zich de
alleraardigste opvoering weten te her
inneren van „Jan Ongeluk", waarvan
het zooeven genoemde blijspel, even
eens van Blumenthal en Kadelberg,
niet alleen een waardige opvolger is,
maar het in geestigheid moet winnen,
zullen zich kuDnen voorstellen, welk
een vroolyke avond die van Don
derdag belooft te zullen worden.
In dit blyspel van het bekende
Duitsche tweemanschap, komt van
alles voor. Er is eene juffrouw die
lispelt en een jonkman met een kaal
hoofd, dio elkaar krijgeneen stoom
boot komt een eind het tooneel opgo-
varen en later nog een roeibootje
men ziet or aaröig8 costumes en een
rijwiel op de planken een echte regen
daalt op drie op één koffer gezeten
reizigers neder enoveral waar men
bet opvoerde, werd ei hard gelachen
en luide geapplaudisseerd.
Zbndagsschoolonderwyzers en onder
wijzeressen ook dezen arbeid ter hand
namen.
Hy deed verder nog cenige mede-
deelingen over de Band of Hope in
Engeland ou de Hoop der Toekomst
in ons land; meer bizoDder in de plaats
zijner inwoning, te Rotterdam zyn 15
zulke bonden met, to zamen 450 leden,
j Toen de heer Keuvolaar zijn voor
dracht geëindigd had, volgde een
vruchtbare besproking met dit gevolg
j dat een tiental personen besloot a. s.
Zondag met elkaar te overleggen te
Haarlem Kinderbonden op te richten.
Hierop wordt de vergadering, waar
van de heerG. Veldliuysen Sr. leider
was, door den heer Langendonk met
dankzegging gesloteu.
Kinderbonden.
Zondagavond werd in een der zalen
van „Felix Favore" eene openbare
vergadering gehouden, waarin de beer
Keuvelaar van Rotterdam die zich
erg voor Kinderbondeu interesseert
het nut van zulke bonden aantooude.
Spr. begon met te zeggen, dat onze
naastenliefde zich ook tot de kiuderen
behoorde uit te strekken en dat een
steen des aanstoots de hoerschende
drinkgewoonte moest worden wegge
nomen. De drinkgewoonte staat de
uitbreiding van Gods Koninkrijk
tegen en verhindert ook kinderen tot
Jezus te komen. Tegen iedere zonde
wordt gewaarschuwd, niet tegen deze.
Ja, stelselmatig leert het kind drin
ken. 't Kind moet voor deze zonde
gewaarschuwd worden; voorkomen
toch is beter dan genezen. Op de
Zondagsschool gebeurt het wel dat
tegen het overmatig gebruik gewaar
schuwd wordtdit is niet voldoende.
Men moet bedenken, dat kinderen
vatbaar zyn voor indrukken en dat
aan hen de toekomst is en men door
hen de andere huisgenooten bewerkt.
De leiders der Kinderbouden hebben
echter wel toe te zien, dat de kinde
ren niet de zedemeesters hunner
ouders worden.
Spreker zou zoo gaarne zien dat
Zondagavond omstreeks 7 uur is op
het IJ tegenover de Handelskade te
Amsterdam de stoomsleepboot Noord-
Hollar.d no. 6kapitein Ulvers, in
aanvaring geweest met do veeboot van
de lirma Bus alhier. Laatstgenoemde
is in zinkenden toestand door de sleep
boot by het Kouiugiunedok op het
droge gezet. Het vee werd nog bytyds
gered. Persoonlyke ongelukkeu kwa
men niet voor.
FEUILLETON.
«ten. neen. Natuurlijk niet. Niets
ia staat zijn mij er toe te krijgen,
ooral niet nu Jack mij verteld heeft
Üj... hij..."
k weet het wel," zeide Dicky op
öuwclijken toon. ..Je behoeft het
ftiei ie zeggen. Het is het gewone
Dat je de eenige vrouw op de
id zijt. of zoo iets. 't Is toch vreemd
ten opgang zoo'n leugen maakt,
ijl men. als men om zich heen kijkt,
te veel vrouwen naar zijn zin ziet.
toch mist zij zijn uitwerking nooit."
oo iets heeft hij nooit tegen mij ge-
r zeide Agatha verontwaardigd,
ik je, dat hij zoo dom is
k vond hem nooit dom, tot op lio-
zeide Dicky onbeschaamd. „Wel,
zeide hij dan toch?"
'at hij mij liefhad..,. Maar o! Dio-
k ben zoo barag geweest. Die ver
gelijke man zeide dat hij liever
Dillwyn zou vernietigen, dan mij met
heui getrouwd zienHaar stem beefde.
„En hij zal 't doen ook; dat voel ik."
„Nonsens beste kind. De menschen
kunnen elkaar tegenwoordig maar zco
niet vernietigen. Jc moet bedenken, dat
er nog altijd zoo'n „dinsigheidje" be
staat als een. beul.
En daarenboven al lean ik nu niet zeg
gen, dat ik veel van Darkharai houd ge
loof ik toch, dat het een respectabel
mensch is.
„In mijn oogen," zeide Agatha, zacht
jes, ..is hij een moordenaar. Ja, heuscli
ik meen het. Ik ben bang voor hem
en geloof stellig." en zij barstte in tra
nen uit-, „dat hij trachten zal Jack om
't leven te brengen.
Hij zag er zoo afschuwelijk uit. toen
liij dat zeide.
Omisschien is hij nu bezig een plan
te beramen nu. op dit oogenblik. Ik
heb mij niet vergist er lag een kwade
bedoeling in zijn oogen. Dicky," en zij
keerde zich hartstochtelijk tot den jon
gen man, „ik moet Jack zien ik
moet hem waarschuwen."
„Morgen?"
„Neen! nu! nu! Kara ik nu niet
naar hem toegaan. Ik word krankzinnig
als ik den nacht moet ingaan zonder
hem gewaarschuwd te hebben."
ISIHINEHLANO
HAAGSCHE BRIEVEN.
Nooit heeft de vergaderzaal van de.
Eerste Kamer er zoo vreeand uitgezien
als van de week, toen de Provinciale
Staten er zetelden.
't Gezicht was eigenlijk minder vreemd
dan do reuk. Het had ei* toch iets van
alsof een der haringrookcrijen tijdelijk
van Scheweningen naar 's lands raads
zaal was overgebracht. Van lilas blaraa
of réséda had het bijzonder weinig. De
zeebanket-geuren werden veroorzaak»
door de aanwezigheid, op de publiek©
zoowel als op de gereserveerde tribune
van een paar honderd Scheveraingsche
rceders, vissehers, arbeiders, vischvrou-
wen en belangstellenden, beter gezegd
belanghebbenden bij het zeedorp en bij
het belangrijke vraagstukde haren
Dc haven zat aJ deze menschen in het
bloed en do visch zat hen in de kleeren.
Do Staten waren dus geheel en al in
locaio geuren gehuld, toen zij de vraag
discussieerden of aan do gemeente s
Gravenhago een subsidie van 3 ton voor
het bommeaihavcratje zou worden, ver
leend. En h.et toestemmend aaitwoord
werd met een zoo grooto meerderheid!
gegeven, dat men zich verbazen moet
over de zwarte voorspiegelingen die aan
vankelijk de rondo deden. Een oommis
sie uit de Scheveaiingers had alle Sta
tenleden bezocht en die heeren, de Sche-
veningers, hadden maar 35 stemmen
voor hun plan gerekend, terwijl het. er
per slot. van rekening meer dan 50 ble-
I ken te zijn. Dat viel meo zooals de
man zei, de bottelier, die met een vat
j era al in zee ging (kijk or Pickwick op
j na.)
I Toera de Scheveningers. na het heer
lijk votum der Staten, als nieuwgeboren.
menschen luid juichend do tribunes ont-
ruimden (de vischlucht bleef hangen)
brak er voor de Hagenaars een min
der aangenaam oogenblik aan. Want
„Luister eens, Agatha. Het is al te
laat eu mevrouw Greatorese kan ieder
oogenblik thuis komen en..."
Hij zweeg. Maar het jonge meisje
begreep wel wat bij wilde zeggen. Nar
tuurlijk... het was niet welvoegelijk op
dezen tijd naar baar... naar Dr. Dill-,
wyn's huis te gaanmaar moest zij ter
wille van het fatsoen den man, dien zij
liefhad, laten vermoorden? Zij was een
weinig overspannen en geloofde op dit
oogenblik niet anders of Darkham was
bezig een plan te beramen om Dillwyn
uit den weg te ruimen. Te midden van
do plechtige stilte van den avond nam
Agatha's vrees ontzaglijke afmetingen i
aan.
Jack was alleen thuis en op niets
voorbereid.
Was cr wel geschikter gelegenheid
om hem te dooden Het arme kind was
door de gebeurtenissen der laatste dagen
totaal ontzenuwd en kon maar niets an
ders denken dan aan den man, dien zij
innig liefhad, en in baar idéé den dood
tegemoet ging. Er had een moordlustige
uitdrukking in Darkham's oogen gele
gen. Okon zij maai- even naar Jack
gaan om hem te waarschuwen. Wat
kwam het er op aan wat de wereld er
van zeide als hij maar in leven bleef.
„Het kan mij niet schelen, wanneer
zij thuis komt,"... Zij sprak heftig, maar
hetzelfde oogenblik verweet zij het zich.
„Neen, neen, zij kara vooreerst nog niet
thuis zijn. He<t is nog maar half negen
era voor tienen komt zij toch niet. te
rug."
„Maai- Dillwyn's huis ligt een halve
mijl hier vandaan."
„Maar als ik hard het bosch doorloop
zal niemand mij zien - cn niemand be
halve jij weet er van. Ik wil hem zeg
gen. dat hij op zijn hoede moet zijn. Het
zal het werk van een oogenblik zijn.
Vindt je ook niet," vroeg zij koortsachtig
gejaagd, „dat ik moest gaan
„Alleen, zeker niet. As je hem dan
per se zien wilt, dan ga ik met je. mee."
..ODicky, wat lief van je. Wil je
het werkelijk doen. Kom dan kom
gauw!"
„Zonder hoed
„Ja Wat doet dat er toe. Wij heb
ben geen oogenblik te verhezen."
„Welnu, daar gaan wij dan!" zeide
Diclcy. Hij trok haar arm door den zijne
en beiden gingen het hek uit. en sloegen
links af den weg naar het bosch in. Zij
liepen flink doorhet pad was gemakke
lijk begaanbaar en Agatha's angst ver
leende haar den spoed eener Atlanta.
Toen zij het hek, dat toegang tot Dill
wyn's huis gaf bereikten, haalde Dicky
zijn horloge uit den zak."
„Wij hebben 't „record" geslagen,"
zeide hij, „ik geloof niet dat een ander
dezen afstand in zoo'n korten tijd zou
afleggen. Maar a propos van tijd gespro
ken, Agatha, denk ea* om, dat hij vleu
gels heeft. Ik zal hier blijven, maar bin
nen vijf minuten," liij tikte op zijn hor
loge, „moet jo weer terug zijn."
„Vijf minutenHet zal zoo lang niet
eens duren", zeide Agatha.
„Het was beter als je hem zeide, dat
ik met je mee ben gegaan en je ook te
rug zal brengen. Ofschoon," peinzend,
„hij me dan ongetwijfeld dood zou schie
ten"
„DickyHij zaT je zoo dankbaar
zijn!"
„Dat," langzaam, „ligt niet in den
aard van minnaars. En ik heb cr twee
waar ik om denken moet. Darkham zit
misschien wel voor in een boom en
laadt zijn geweer."
„Och Dicky! zeg toch zulke dingen
niet!"
„En zelfs als ik het geluk heb die
twee te ontsnappen, dan wacht mevrouw
Greatorese mij nog.
Nu, ga nu beste Agatha. As ik car bij je
terugkomst niet meer ben, hoop ik dat jo
een monument zal laten oprichten ter
herinnering aan mijn vele deugden."
Agatlia verwijderde zich reeds hij
kon toch ook nooit ernstig zijn.
„Vijf minuten," riep Browne haar
nog achterna. „Geen seconde meer."
Agatlia sloop zachtjes naar een ver
licht venster, waar zij geloofde dat "Dill
wyn zou zitten en tikte tegen het glas.
Terstond werd het gordijn opgetrokken,
een uitroep van verbazing volgde en
het volgende oogenblik schoof Dillwyn
het venster cm.
HOOFDSTUK XXV.
j „Ben jij het. Agatha?"
„Ja, ja... ik heb maar even tijd...
maar ik moest je spreken. Toen je weg
was kwam Darkham... hij heeft je ge
zien..."
„Wacht even!" Zijn toon klonk ern
stig. „Geef mij een hand. Kom binnen
en vertel mij dan alles!"
Het raam was heel dicht bij den
grond, en het volgende oogenblik stond
j zij dan ook naast hem.
Zij bevond zich nu in de kamer,
maar haar angst was zoo groot, dat zij
zich zelfs geen tijd gunde rond te zien.
De kamer vara haar geliefde!
En toch had zij die nog nooit gezien-
Maar zij dacht op dat oogenblik aam
niets anders dan aan hem,
„Jack! Ik voelde, dat ik moest gaaa.
om het je te vertellen."