Mian's Hul
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
FEUILLETON.
3e Jaargang
Donderdag I December £898.
Mo. 4732
saais é&~x
^soisri:T3iris.c3iiisra?snPï5Jicrs
Yoor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 8 maanden1.80
Franco door het geheele Rijk, per'3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
(Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
«de omstreken en franco per post0.37l/2
A Tl V7~FT;T-? ,'T~HH1,T<r'~PT-FiTKr-
Van 1-5 regels 50 Ots.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentie worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Bit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PubUaté Elrangère. G. L. DAUBE dCo. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 3Jbis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 rogels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek z|ic BloemendaalSantpoort en SchotenP. v. a. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,b|j de tol; Spaamdum, G. HARTEN DORPZandvoort, G. ZWEMMER
Veisen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; Eïllegotn, AR1E HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
OfficieeSe Berichten, j
De Burgemeester van Haarlem,
brengt bij deze ter kennis van de in-
jezetenen dezer Gemeente, dat het!
ipden 26nNov.jl. executoir verklaarde I
ie kwartaals kohier No. 10 op do Per- j
oncele Belasting dezer Gemeente,
lienst 189S op heden aan den ont-1
ranger der directe belastingen is ter
tand gesteld.
Wordende de ingezetenen tevens
lorinnerd, dat de belastingschuldigen
erplicilt zyn hunnen aanslag op den1
jj de wet b epaalden voet te voldoen.
Haarlem, 28 Nov. 1898.
De Burgemeester voornoemd,
BOREEL.
STADSNIEUWS
Eersts en tweede pagina.
Haarlem, 31 Nov. 1898.
Dinsdagavond werd in „Weten en
Verken" eene godsdienstige bijeen-
onist gehouden, welke werd geleid
jor Ds. Versteeg. Naar het schijnt
ld deze bijeenkomst tot doel om de
atevredenen der 1 verschillende Ge
formeerde Kerken alhier te doen
sluiten een nieuwe Ger. Kerk op
richten.
„J. J. Cremer."
Ook deze wedstrijd in uiterlijke
Sprekendheid, is een succes geweest,
iet programma, uit twaalf nummers
staande, in de beide afdeelingen,
msfc en luim elk zes, scheen door de
ieluemenden met zorg gekozen, al
;Gcht de keuze van een enkel (Een
riof van baker Aagje) minder geluk-
j genoemd worden.
Van de afdeeling Ernst hoorden wij
Seen de vier laatste voordrachten, en
..De Drenkelingen" door Mevr.
II. C. Habermehl-Sevenhuysen, een
rraelvol stukje, moeielijk na te vertel-
„Aan den ingang van een kerk",
Mr Mej. Cora Woortman ten gehoore
ibracht, dat een wel indrukwekkende
schrijving van een kerkinterieur
„St. Nicolaas" van Jan van Beers,
jor Mevrouw Joh. Koetscheidt-Wilson
Mrgedragen. Dit was een gedicht van
arm meisje en een arme moeder,
een kind dat moeder vergeefs vraagt
bij haar de Sint niet rijden zal; van
kind, dat, terwijl de sneeuwvlokken
or een spleet in 't dak jagen een flon-
rende star ziet, en engelen daaruit
te voorschijn komen, en dat wordt
reuomen naar 't Betere Land-
Als moeder dan 's morgens ontwaakt
droefheid in 't harte omdat zij haar
leling niet met een St. Nicolaasge-
honk gelukkig kan maken, ziet zij 'b
(stijfde lichaam en in radelooze smart
wgt zij haar leed dan uit.
En nu in deze afdeeling het laatste
tuinier „Wat de maan zooal ziet,"
voorgedragen door Mej. Corn. P. J.
Visser van Purmerend.
Die maan ziet veel. Die maan be
scheen met haar stillen glans braspar
tijen en zwelgerijen en tegelijkertijd de
bitterste armoede. Die maan zag de
arme, de dood-arme aan de deur der
woning waaruit het feestgedruisch haar
tegenklonk, vergeefs wachten op 't noo-
dige geld met hard werken verdiend. j
Het was een hoogst droevig verliaal, j
dat gezegd, op de wijze als Mej. Visser i
dit vermocht, zeer veel indruk op de
hoorders maakte.
Van de afdeeling Luim den inhoud
der stukken vertellen, gaat uit den aard
der zaak minder goed, aangezien het
voordragen zelf gewoonlijk de aroma en
pit er aan moeten geven, en deze za-
ken bij 't navertellen meestentijds ver-1
loren gaan.
Als eerste nummer hoorden wij ,.De
waarzeggende Kwartel" uiterst fijn
weergegeven, zeer grappig en mooi ver
tolkt en goed in Overbetuwsch dialect,
door Mej. van der Zeijde van Zaandam.
Toen volgde de bekende „Gebroken
Schaats" door Mej. Anna Reints, van
Zandvoort,heel lief gezegddaarna hoor
den we van onze bekende Mej. Busquet
heel aardig „Tante's Waarschuwing-''
voor de dragonders, die boeven en moor
denaars, waardoor nichtje zich nooit
mag laten kussen." Het vierde nummer
was ..De groote Schoonmaak" door
Mevr. Hoekstra-Kapteijn uit Edam ge
schreven en voorgedragen. „Een Brief
van Baker Aagje" werd daarna ten beste
gegeven, zóó dat het publiek het slot,
dat zeker nog ver in "t verschiet lag,
niet verkoos aan te hooren. terwijl het
slotnummer was: „Napoleon Bonapar
te" dat welbekende verhaal van dien
dommen mijnheer Pleizier.
Dit nummertje werd met veel geest
door Mej. Elise Fry da. van Leeuwarden
voorgedragen.
De jury besliste als volgt:
Eerste afdeelingEere-prijs„St.
Niklaas" door Mevrouw Joh. Koet
scheidt-Wilson, Amsterdam.
lste Prijs„Een lied van de zee"
door Mevr. C. Roodbart, Den Haag.
2de Prijs„Wat de maan zooal ziet",
door Mej. Corn. P. J. Visser te Pm-me
rend.
Evenveel punten als hiervoor was
toegekend meende de jury ook aan „Het
Jurkje" door Mej. Marie v. d. Stadt van
Zaandam te moeten toekennen, zoodat
hiervoor eveneens een zilveren medaille
geschonken werd.
In de Tweede Afd'eeling was de uit
slag als volgt
lste Prijs: „De waarzeggende Kwar
tel" door mej. M. v. d. Zeijde, Zaan
dam.
2de Prijs „Napoleon Bonaparte"
door Mej. Elise Frijda, Leeuwarden, j
3de Prijs„De gebroken Schaats"
door mej. A. Reints, Zandvoort. t
Aan Mej. Busquet werd voor haar
verdienstelijk werk nog toegekend als
4de prijs een bronzen medaille, voor1
..Tante waarschuwt."
Aan de niet-bekroonden werd eene'
herinneringsmedaille uitgereikt.
Een jury, dia het ieder naar den zin
maakt, dat gebeurt niet veel. Maar het
daverend applaus telkenmale, toen de
heer Chappuis, namens haar met een
hartelijk woord het eer-metaal overreik
te, was er het beste bewijs van, dat het
publiek volkomen instemde met den
uitslag en de meening der jury in allen
dee'e onderschreef.
Na de noodwendige pauze, om de
schouwburgzaal in een danszaal te her
scheppen, nam het zeer geanimeerde
bal een aanvang, dat eerst zeer laat een
einde nam.
Het bestuur en de leden der letterlie
vende vcreeniging kunnen weer met
voldoening op dezen avond terugzien.
Met voldoening om het genot, dat is
verschaft niet alleen, maar in de eerste
plaats om het groote nut, dat zulk een
reeiteer-wedstFijd heeft, voor de ont
wikkeling en kennis van zaken der le
den. Waar vele en goede krachten op
het gebied van voordracht en zeggings-
kunst elkaar bekampen, daar kan het
niet anders of dit moet van invloed, zijn
op de litteraire ontwikkeling des hoor
ders.
U Hl 38 18 L ES U.
Parlementaire Praatjes.
De behandeling der Staatsbegrooting
voor 1899, dat wat men de „Algeméene
beschouwingen" noemt, is begonnen.
Te voren nam de Kamer kennis van
een schrijven van Z. M. den Keizer van
Oostenrijk, dank betuigend voor het
rouwbeklag wegens het overlijden dér
Keizerin.
Te voren werden ook een aantal ont
werpen van geringeren omvang afge
daan daaronderna. eenige discussie,
de aanleg van een spoorweg van Kali-
sat naar Banjoswangizonder debat, de
nieuwe overeenkomst met de Handel
maatschappij en eindelijk een wijzi
ging van het uitvoerrecht op tin in
Nc-d.-Indië, na iaaaineming van een
amendement van den heer Mackav om
voor 100 Kilo tin erts het recht te bepa
len op f 3.50.
Da algemeene beschouwingen over de
Staatsbegrooting werden geopend door
den heer Brummelkamp met een diep
zinnige lxeschouwing over de verhouding
van de Koningin tot haar onderdanen,
gebleken o. m. bij de inhuldiging. Aan
gezien er van, de inhuldigingsfcesten
sprake was, werd deze rede met veel gloed
voorgelezen. De spr. die niet wilde dat
het Koningschap zou worden verlaagd
tot een parlementair werktuig, sprak
zijn beste weaisehen uit voor de draag
ster der Kroon ear het komende tijdperk
van haar regeering, voor land en volk
en dynastie.
De tweede redenaar was de heer van
Kempen, die, in verband met de nood
zakelijke versterking onzer finantiën,
noodig door de uitzetting der uitgaven,
van een partieele en fiscale herziening
van ons tarief van invoerrechten niet
hooren wilde, doch een algeheels her
ziening daarvan in protectionistischen
geest wenschte. omdat hij die in het
belang achtte van de schatkist niet al
leen, maar bescherming vond een voor
waarde tot verbetering van de toestan
den in handel en industrie e.n van den
werkenden stand.
Meer dan zijn beide voorgangers had
de heer Kerdijk het oor der Kamer.
Hij hield een echt politieke rede, be
ginnend met het werkprogram der Reg.
en betwistend, dat zij, die den weer-
plicht tot stand bracht en reeds zoovele
andere onderwerpen indiende of voor
bereidde. niet genoeg zou hebben ge
daan. Zijn aandrijven tot spoed was
dan ook een vriendschappelijke wenk;
hij was vol goeden moed op leerplicht,
woningwet en armenwet en bijzonder
te spreken over den Min. van
Binnenl. Zaken. Van den min. van jus
titie viel het Spr. tegen dat hij de zaak
van het arbeidscontract ophing aan de
kapstok van 's heeren Druckers voorbe
reiding dezer regeling. Op spoed hier
mede aandringend, spoorde hij tevens
de Reg. aan tot het ter hand nemen
eener pensioensveraekering. waar een
wil was. zou een weg worden gevonden.
En datzelfde gold van een wettelijke
regeling van uniformiteit in het voor
schrijven üi alle bestekken van mini
mum-loon en maximum-arbeidsduur.
Als „speciaal punt" behandelde Spr.
daarna de positie der ambtenaren bij de
Departementen van bestuur. Hij keur
de de bestaande wijze van lotsverbete
ring af, die op oogendienarij en bevoor
rechting vaak beams# én vroeg bevorde
ring naar ancienneteit, met bestraffing
van plichtverzuim en met speciale gron
den voor bijzondere belooning. Alen kon
langs dezen weg komen tot een kleiner
getal ambtenaren, beter bezoldigd, maar
geen tijdverknoeiers dan cok. Een even-
tueele regeling, door Spr. gewenscht,
moest hoogeren en lageren omvatten.
Was zij te verwachten
G. Jr.
Uit do „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Benoemd tot burgemeester: vau
Balgooy, W. C. de Bruyo, secretaris
dier gemeente; van Medembük, B.
Baggerman van Boinveninge; vau
SevenuiD, P. H. Everts secretaris
dier gemeente; van Stellendam, M.
Breen; van Gameren, J. de Ridder,
secretaris dier gemeente; en van Peizo
H. T|jmes, secretaris dier gemeente.
Tijdelijk benoemd tot leêraar aan
de Rjjks-hoosere burgerschool te Gro
nings n, A. W. Visser, aldaar.
Met ingang vau 1 Dec. aan H. v.
Koolwyk Hzn., op z|jn verzoek, eer
vol ontslag verleend als burgemeester
van Ewyk; met ingang van 1 Febr.
1899, aau J. J. de Tcurton Bruyns,
op z|jn verzoek, eervol ontslag ver
leend als burgemeester van Borkeloo.
Goedgekeurd, dat aan P. R. Dinge-
mans van de Kasteele, burgem. der
gem. 's-Gravenzande, op zjjn ver
zoek, eervol ontslag is verleend als
secretaris dier gemeente.
Aan G. A. H. Gastermans ontvan
ger der gem. Oad-Vroenhoven, toe
stemming verleend om tot 1 Nov.
1903 te Maastricht te blijven wonen.
Audiëntie.
Al de ministers, behalve die van
w., h. en n., kondigen aan dat z|j
deze week geen audiëntie verleenen.
i
Verkiezing Tweede Kamer.
Bij de Dinsdag te Deventer plaats
gehad hebbende verkiezing van een lid
dei- Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal in plaats van het onlangs overleden
lid, dc-n heer mr. A. van Delden. wer
den uitgebracht op de heerenjhr. mr.
W. H. de Beaufort, candidaat der oud
liberalen en katholieken 2091 stem
men J. van. Loenen Martinet, cand.
der kiesvercenigmg van de Lib. Unie-
en Volkspartij 1209 stemmenjlir. mr.
R. E. W. vau Weede, cand. anti-revo
lutionairen 417 stemmen W. H. Vlie
gen, cand. soc.-democr. arbeiderspartij
376 stemmen; G. J. Biolerman, hoofd
eener school, cand. dei" geavanceerde li
beralen en landbouwers 107 stemmen.
Herstemming tusschen de heeren Do
Beaufort en Van Loenen Martinet.
De aanslagen te Amsterdam.
Evert O., die in verband met de
aanrandingen Maandag aangebonden
is, zit nog in voorarrest. Enkele per
sonen uit de omgeving van den ge
arresteerde konden omtrent de per
soonlijkheid van den verdachte al
weinig bijzonders mededeelen. Door
zjjne handelingen trok hy geenszins
hun aandacht.
Ontvlucht.
Maandagnacht omstreeks twee uur
z|jn drie jongens van het Rijksopvoe
dingsgesticht „De Kruisberg" nabjj
Deutichem door verbreking van de
sloten hunner slaapsteden het gesticht
ontvlucht. De jongens z|jn afkomstig
van Amsterdam en Rotterdam.
Legger en USceqS.
De gepensionneerde iuit.-generaal
van het Indische leger jhr. Vërspyck,
kanselier der Nederlandscbe orden, is
in het laatst der vorige week plotse
ling door een ongesteldheid getroffen.
De toestand was Dinsdag bevredigend.
z|j nog niet medegedeeld. Wellicht
vindt men hierover in de memorie van
antwoord, die de minister van oorlog
nog moet inzenden, eenig licht. Eén
gewichtig feit is thans reeds bekend
geworden uit het antwoord van den
minister van binnenlandsche zaken
in verband met de militieregeling zal
naar alle waarschijnlijkheid worden
voorgesteld „de schutterijen af te
schaffen".
Voor het op den 22en November 11.
gebonden toelatingsexamen tot het
reservekader der infanterie en der
vestingartillerie hadden zich aange
meld 122 adspiranten. Van dezen vol
deden 53, terw|jl 13 zich terugtrokken.
Afschaffing der Schutterijen?
Hoe de regeering voornemens is de
legerorganisatie in te richten, nu de
plaatsvervanging is afgeschaft, heeft
Gemengd Nieuws.
De Zaak-Dreyfus.
Dreyfus hoeft ook aan zjjn ver
dediger voor den krijgsraad, mr.
Demange, een telegram gezonden,
waarin de gevangene vau het Dui
velseiland z|jn advocaat dank zegt,
omdat b|j hem uooit heeft verlaten.
Hij zegt dat hjj hom nog altjjd als
z|jn verdediger beschouwt en ver
zoekt hem, hem den tekst der vragen
te doen toekomen, waarop b|j te ant
woorden zal hebben.
De protestmeoting van Maandag
avond te Par|js tegen de vervolging
van Picquart, heeft aanleiding gege
ven tot oen betooging voor de ge
vangenis van Chercbe-Midi, waar
Picquart is opgesloten. De politie
kwam tusschenbeide eu dreef de be-
toogers uiteen. Een tegen betooging
vau een tweehonderd man veroor
zaakte eenige kloppartijtjes, waarby
oen paar arrestaties werden gedaan.
Het trekt zeer de aandacht, dat
keizer Wilhelm, kolonel Von Sckwartz-
koppen, den oud-militair-attaché te
Parijs, b|j zich heeft ontboden en met
dezen een lang onderhoud heeft ge
had, meldt de Petit Bleu.
In den franschen Senaat interpel
leerde de heer Mones Dinsdag om
minister-president Dnpuy te vragen
de Maandag in de Kamer afgelegde
verklaring nog wat te willen ver
duidelijken. fl|j stelt deze vragen
Welke rechten heeft de minister
president gemeend aan het Hof van
Cassatie te kannen toekennen Zou
het voor onbepaalden tyd het dossier-
Picquart onder zich kunnen houden
en zoo de verdaging van de uitspraak
kunnen bewerken
De heer Dupuy las den officieeleu
tekst vau z|ju verklaring van Maan
dag voor en doet opmerken dat hy
zich heeft gehouden aan art. 445 van
het Wetboek van Strafvordering, dat
bepaalt dat de bevoegdheid van het
Hof van Cassatie onbeperkt L- en
zoo het noodige stukken opvroeg, zou
men niet aarzelen deze over te leg
gen. (Zeer wel!)
Het incident was hiermede afge-
loopen.
I Gabriel Monod heeft zyn naamge-
j voegd bij de vele duizenden namen
die nog dagelijks tegen Picquarts ver
volging protesteereu. (N. B. de lijst
van Maandag beslaat in de Aurore
i vijftien kolommen kleine letter 1) uiaar,
'schryft h|j aau den Siècle: „ik pro-
1 testeer tevens met kracht tegen de
Blfrida zag hem boos aan, maar Aga-
t zei de vriendelijk
•.Zoo'n vechtpartij ïs zeker wel 't
'lste waar mijnheer Blount van houdt,
ik geloof niet dat iemand hem er
kan berispen. Het spijt mij erg."
,Wel mij niet," zeide Dillwyn. „Als
iemand kreeg wat hij verdiende,
was het zeker Ambert.
Sn wat deed hij Hij; lachte m in
laid.
Geen enkelen slag gaf hij terug."
Slfrida bloosde hevig.
-Ik zag 't niet, ik heb niet
-Het was verschrikkelijk. Ik hoop,
hij niet gekwetst was, Dicky. Zag
lord Amberfc weggaan Hoe zag hij
uit?"
Dieky dacht even na en zeide toen met
i gewone minzaamheid
Als een vertrapte aardbei."
i Er volgde eenige oogenblikken stilte,
waarop tot ieders verbazing en verlich
ting tevens want allen voelden groo-
I ten lust- om aan hun vroolijkheid lucht
te geven Elfrida het uitproestte van
lachen.
Als ik zeg dat zij bijna schudde van
j 't lachen dan is 't niet overdreven, en zij
I was niet in 't minst zenuwachtig. Het
was een echt oprechte uiting van haar
gevoel
Zij scheen zich 't volgende oogenblik
echter een beetje beschaamd te voelen
eu zeide om haar vroolijkheid te verkla
ren
„Och, maar ge hadt moeten zien,
hoe mijnheer Blount er uitzag!",
1 Dit was klaarblijkelijk maar een voor
wendsel. Zeer zeker had zij niet. aan
j Blount's uiterlijk gedacht (wat in de ge-
1 geven omstandigheden zeer verklaarbaar
j was), toen zij lachte. Inedrdaad was er
I in Blount's voorkomen slechts zeer wei-
nig in disorde; alleen sprak er uit zijn
I geheele wezen een groote zelfvoldaanheid
en straalde ex uit zijn herderlijke oogen
een zeer onherderlijk licht, terwijl zijn 1
boord gescheurd was. j
Zij trok Agatha mee naar een aardig
begroeid prieeltje en legde hare handen
j op haar armen. Nu lachte zij nietzij
scheen daarentegen erg zenuwachtig.
„Alles is voorbij. Jij hadt gelijk, Aga
tha. Ik trouw niet met hem."
..Bedoel je Lord Ambert?" Aga
tha was zóó verbaasd en verkeerde te
gelijkertijd zóó in twijfel, dat zij niets
beters kon uitbrengen.
„Ik bedoel dat beest!" zeide Elfrida.,
die niet altijd beschaafd in baar spre
ken was, „dien verachtelijken lafaax-d!"
„Wilt gij je engagement verbi-eken!
Daar behoort moed toe, Elfrida."
„O, neen," zeide Elfrida. „En ik zal
het gauw klaarspelen ook. Binnen een
lialf uur ben ik thuis, ik heb vijf minu
ten noodig om een briefje te krabbelen
en twintig later zal ik weer vrij zijn."
Vrij, en zij spreidde haai- armen wijd
uit, „als een vogeltje!"
„Ik hoop dat. je 'fc ernstig meent,"
zeide Agatha, „omdat er wel eens on
aangenaamheden van Ambert's kant
zouden kunnen komen."
„Ik ben juist bang, dat dit niet zal
gebeuren," zeide Elfrida»
Dit was beslissend. Er sprak bepaalde
lxaat uit den toon, waarop Elfrida over
Amberfc sprak.
Klaarblijkelijk was zij erg verlangend
hem „de bons te geven", zooals zij ge
zegd zou hebben.
Dicky Browne die met Dillwyn nader
kwam tot Elfrida's misnoegen want
zij had zich juist gespitst op een lang
gesprok met Agatha hoorde haar
laatste woorden en begreep ze.
„Het was een kapitaal gevecht," zeide
Browne met stralende oogen, doelende
op het afgeloopen draana, „en wat een
moed werd er ten toon gespreid," hij
wachtto even en vervolgde toen tot El
frida, „aan één kant tenminste."
Elfrida's engagement was pas eenige
dagen geleden publiek geworden, zoo
dat vele mensehen er niets van gehoord
hadden. Browne, die bij de Poynfcer's
logeerde en er dus zeker veel over had
hooren spreken, deed of hij van niets
wist. Elfrida had hem niets van haar
engagement verteld, daarom voelde hij
zich volkomen vrij. En het zou zoo heer
lijk zijn als zij dien Ambert liet loopen.
Dicky had vele goede eigen schappen
bewonderde meisjes; maar hij kon
ook lastig zijn.
Hij liet zich op de tuinbank naast
Elfrida neervallen terwijl Dillwyn de
gelegenheid gretig aannam om naast
Agatha te kunnen zitten.
Agatha was er zeer zeker het l
aan toe, want Dicky verkeerde in
zeer plaagzieke stemming.
„Ik zag, hoe gretig je keek," zeide hij
tot Elfrida.
„En je klapte in de handen, is 't niet?"
„Neen," zeide Elfrida met saamge
trokken wenkbrauwen. Zij voelde zich
verdrietig gestemd. Zij had het geval
zoo gaarne vroolijk willen opnemen maar
om grappen ovetr haar toekomstigen
heer en meester den man die haar
heer en meester zou geworden zijn te
maken, ging haar krachten fce boven.
Hier moest zij toch even in zichzelf
lachen. Per slot van rekening bestond
1 er geen man, die ze toe zou staan over
haar te heerschen.
J „Ahgij hadt het mooten doen," zei-
j de Browne, „het was zoo'n pi-achtig too-
neeltje. Het publiek van het schellinkje
en de gaanderij zou en extase zijn geko
men."
„Waar zoudt gij mij plaatsen?" vroeg
zij koel. „Gaanderij
„En waarom niet?" vroeg hij. „Is dat
niet de geschikte plaats voor..." Maar
Dillwyn viel hem hier in de rede en
verhinderde dus den lagen grap. dien hij
j wilde zeggen.
„Ik zal je eens wat zeggen," zeide
Dicky, die zich in 't minst niet be
schaamd gevoelde, „ik heb mij nog nooit
zoo opgewekt gevoeld als toen. Blount
i dien kerel voor den grond sloeg. Toen ik
hem zoo ontdaan en bestoven zag lig
gen, viel ik om van pleizier."
„Je hadt dan. wel weinig te doen,"
zeide Elfrida liaar kin minachtend op-
trekkend. Zij voelde zich in 't geh«d
met vriendschappelijk jegens hem ge
stemd.
„Waarom kan hij niet weggaan en
Dillwyn meenemen in plaats van ons
to storen..."
„Weet je, ik heb zoo weinig te doen,"
zeide Browne onbeschaamd. Hij was er
zich nu volkomen van bewust, dat zij
hem kwijt wilde zijn maar hij kon on
mogelijk zijn lust tot plagen bedwingen.
„Daarom juist kan ik al mijn tijd aan
mijn vrienden wijden."
Hij stond op en ging aan haar voeten
zitten alsof hij plan had vooreerst niet
weg te gaan.
„Wel, wat gebeurde er toen?" vroeg
Elfrida. Zooals gewoonlijk liet zij zich
niet uit het veld slaan. Voor de vijfde
maal in zijn leven misschien liet Dicky
zich beet nemen.
„Wanneer?" vroeg hij.
„Wel, toen je kopje duikelde." El-
fi*ida onderdrukte een glimlach. „Deed
je je hoofd daar oen genoegen mee?"
„Het was maar een armzalig genot,"
bekende Browne.
„Maar wat kon ik er aan doen? Als
jij er geweest was," hij zag Elfrida aan,
„zou je mij zeker opgevangen hebben."
I