Mian's Hul NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. FEUILLETON. 3e Jaargang Donderdag I December £898. Mo. 4732 saais é&~x ^soisri:T3iris.c3iiisra?snPï5Jicrs Yoor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 8 maanden1.80 Franco door het geheele Rijk, per'3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 (Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 «de omstreken en franco per post0.37l/2 A Tl V7~FT;T-? ,'T~HH1,T<r'~PT-FiTKr- Van 1-5 regels 50 Ots.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentie worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Bit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PubUaté Elrangère. G. L. DAUBE dCo. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 3Jbis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 rogels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15Reclames per regel f 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek z|ic BloemendaalSantpoort en SchotenP. v. a. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,b|j de tol; Spaamdum, G. HARTEN DORPZandvoort, G. ZWEMMER Veisen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; Eïllegotn, AR1E HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. OfficieeSe Berichten, j De Burgemeester van Haarlem, brengt bij deze ter kennis van de in- jezetenen dezer Gemeente, dat het! ipden 26nNov.jl. executoir verklaarde I ie kwartaals kohier No. 10 op do Per- j oncele Belasting dezer Gemeente, lienst 189S op heden aan den ont-1 ranger der directe belastingen is ter tand gesteld. Wordende de ingezetenen tevens lorinnerd, dat de belastingschuldigen erplicilt zyn hunnen aanslag op den1 jj de wet b epaalden voet te voldoen. Haarlem, 28 Nov. 1898. De Burgemeester voornoemd, BOREEL. STADSNIEUWS Eersts en tweede pagina. Haarlem, 31 Nov. 1898. Dinsdagavond werd in „Weten en Verken" eene godsdienstige bijeen- onist gehouden, welke werd geleid jor Ds. Versteeg. Naar het schijnt ld deze bijeenkomst tot doel om de atevredenen der 1 verschillende Ge formeerde Kerken alhier te doen sluiten een nieuwe Ger. Kerk op richten. „J. J. Cremer." Ook deze wedstrijd in uiterlijke Sprekendheid, is een succes geweest, iet programma, uit twaalf nummers staande, in de beide afdeelingen, msfc en luim elk zes, scheen door de ieluemenden met zorg gekozen, al ;Gcht de keuze van een enkel (Een riof van baker Aagje) minder geluk- j genoemd worden. Van de afdeeling Ernst hoorden wij Seen de vier laatste voordrachten, en ..De Drenkelingen" door Mevr. II. C. Habermehl-Sevenhuysen, een rraelvol stukje, moeielijk na te vertel- „Aan den ingang van een kerk", Mr Mej. Cora Woortman ten gehoore ibracht, dat een wel indrukwekkende schrijving van een kerkinterieur „St. Nicolaas" van Jan van Beers, jor Mevrouw Joh. Koetscheidt-Wilson Mrgedragen. Dit was een gedicht van arm meisje en een arme moeder, een kind dat moeder vergeefs vraagt bij haar de Sint niet rijden zal; van kind, dat, terwijl de sneeuwvlokken or een spleet in 't dak jagen een flon- rende star ziet, en engelen daaruit te voorschijn komen, en dat wordt reuomen naar 't Betere Land- Als moeder dan 's morgens ontwaakt droefheid in 't harte omdat zij haar leling niet met een St. Nicolaasge- honk gelukkig kan maken, ziet zij 'b (stijfde lichaam en in radelooze smart wgt zij haar leed dan uit. En nu in deze afdeeling het laatste tuinier „Wat de maan zooal ziet," voorgedragen door Mej. Corn. P. J. Visser van Purmerend. Die maan ziet veel. Die maan be scheen met haar stillen glans braspar tijen en zwelgerijen en tegelijkertijd de bitterste armoede. Die maan zag de arme, de dood-arme aan de deur der woning waaruit het feestgedruisch haar tegenklonk, vergeefs wachten op 't noo- dige geld met hard werken verdiend. j Het was een hoogst droevig verliaal, j dat gezegd, op de wijze als Mej. Visser i dit vermocht, zeer veel indruk op de hoorders maakte. Van de afdeeling Luim den inhoud der stukken vertellen, gaat uit den aard der zaak minder goed, aangezien het voordragen zelf gewoonlijk de aroma en pit er aan moeten geven, en deze za- ken bij 't navertellen meestentijds ver-1 loren gaan. Als eerste nummer hoorden wij ,.De waarzeggende Kwartel" uiterst fijn weergegeven, zeer grappig en mooi ver tolkt en goed in Overbetuwsch dialect, door Mej. van der Zeijde van Zaandam. Toen volgde de bekende „Gebroken Schaats" door Mej. Anna Reints, van Zandvoort,heel lief gezegddaarna hoor den we van onze bekende Mej. Busquet heel aardig „Tante's Waarschuwing-'' voor de dragonders, die boeven en moor denaars, waardoor nichtje zich nooit mag laten kussen." Het vierde nummer was ..De groote Schoonmaak" door Mevr. Hoekstra-Kapteijn uit Edam ge schreven en voorgedragen. „Een Brief van Baker Aagje" werd daarna ten beste gegeven, zóó dat het publiek het slot, dat zeker nog ver in "t verschiet lag, niet verkoos aan te hooren. terwijl het slotnummer was: „Napoleon Bonapar te" dat welbekende verhaal van dien dommen mijnheer Pleizier. Dit nummertje werd met veel geest door Mej. Elise Fry da. van Leeuwarden voorgedragen. De jury besliste als volgt: Eerste afdeelingEere-prijs„St. Niklaas" door Mevrouw Joh. Koet scheidt-Wilson, Amsterdam. lste Prijs„Een lied van de zee" door Mevr. C. Roodbart, Den Haag. 2de Prijs„Wat de maan zooal ziet", door Mej. Corn. P. J. Visser te Pm-me rend. Evenveel punten als hiervoor was toegekend meende de jury ook aan „Het Jurkje" door Mej. Marie v. d. Stadt van Zaandam te moeten toekennen, zoodat hiervoor eveneens een zilveren medaille geschonken werd. In de Tweede Afd'eeling was de uit slag als volgt lste Prijs: „De waarzeggende Kwar tel" door mej. M. v. d. Zeijde, Zaan dam. 2de Prijs „Napoleon Bonaparte" door Mej. Elise Frijda, Leeuwarden, j 3de Prijs„De gebroken Schaats" door mej. A. Reints, Zandvoort. t Aan Mej. Busquet werd voor haar verdienstelijk werk nog toegekend als 4de prijs een bronzen medaille, voor1 ..Tante waarschuwt." Aan de niet-bekroonden werd eene' herinneringsmedaille uitgereikt. Een jury, dia het ieder naar den zin maakt, dat gebeurt niet veel. Maar het daverend applaus telkenmale, toen de heer Chappuis, namens haar met een hartelijk woord het eer-metaal overreik te, was er het beste bewijs van, dat het publiek volkomen instemde met den uitslag en de meening der jury in allen dee'e onderschreef. Na de noodwendige pauze, om de schouwburgzaal in een danszaal te her scheppen, nam het zeer geanimeerde bal een aanvang, dat eerst zeer laat een einde nam. Het bestuur en de leden der letterlie vende vcreeniging kunnen weer met voldoening op dezen avond terugzien. Met voldoening om het genot, dat is verschaft niet alleen, maar in de eerste plaats om het groote nut, dat zulk een reeiteer-wedstFijd heeft, voor de ont wikkeling en kennis van zaken der le den. Waar vele en goede krachten op het gebied van voordracht en zeggings- kunst elkaar bekampen, daar kan het niet anders of dit moet van invloed, zijn op de litteraire ontwikkeling des hoor ders. U Hl 38 18 L ES U. Parlementaire Praatjes. De behandeling der Staatsbegrooting voor 1899, dat wat men de „Algeméene beschouwingen" noemt, is begonnen. Te voren nam de Kamer kennis van een schrijven van Z. M. den Keizer van Oostenrijk, dank betuigend voor het rouwbeklag wegens het overlijden dér Keizerin. Te voren werden ook een aantal ont werpen van geringeren omvang afge daan daaronderna. eenige discussie, de aanleg van een spoorweg van Kali- sat naar Banjoswangizonder debat, de nieuwe overeenkomst met de Handel maatschappij en eindelijk een wijzi ging van het uitvoerrecht op tin in Nc-d.-Indië, na iaaaineming van een amendement van den heer Mackav om voor 100 Kilo tin erts het recht te bepa len op f 3.50. Da algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting werden geopend door den heer Brummelkamp met een diep zinnige lxeschouwing over de verhouding van de Koningin tot haar onderdanen, gebleken o. m. bij de inhuldiging. Aan gezien er van, de inhuldigingsfcesten sprake was, werd deze rede met veel gloed voorgelezen. De spr. die niet wilde dat het Koningschap zou worden verlaagd tot een parlementair werktuig, sprak zijn beste weaisehen uit voor de draag ster der Kroon ear het komende tijdperk van haar regeering, voor land en volk en dynastie. De tweede redenaar was de heer van Kempen, die, in verband met de nood zakelijke versterking onzer finantiën, noodig door de uitzetting der uitgaven, van een partieele en fiscale herziening van ons tarief van invoerrechten niet hooren wilde, doch een algeheels her ziening daarvan in protectionistischen geest wenschte. omdat hij die in het belang achtte van de schatkist niet al leen, maar bescherming vond een voor waarde tot verbetering van de toestan den in handel en industrie e.n van den werkenden stand. Meer dan zijn beide voorgangers had de heer Kerdijk het oor der Kamer. Hij hield een echt politieke rede, be ginnend met het werkprogram der Reg. en betwistend, dat zij, die den weer- plicht tot stand bracht en reeds zoovele andere onderwerpen indiende of voor bereidde. niet genoeg zou hebben ge daan. Zijn aandrijven tot spoed was dan ook een vriendschappelijke wenk; hij was vol goeden moed op leerplicht, woningwet en armenwet en bijzonder te spreken over den Min. van Binnenl. Zaken. Van den min. van jus titie viel het Spr. tegen dat hij de zaak van het arbeidscontract ophing aan de kapstok van 's heeren Druckers voorbe reiding dezer regeling. Op spoed hier mede aandringend, spoorde hij tevens de Reg. aan tot het ter hand nemen eener pensioensveraekering. waar een wil was. zou een weg worden gevonden. En datzelfde gold van een wettelijke regeling van uniformiteit in het voor schrijven üi alle bestekken van mini mum-loon en maximum-arbeidsduur. Als „speciaal punt" behandelde Spr. daarna de positie der ambtenaren bij de Departementen van bestuur. Hij keur de de bestaande wijze van lotsverbete ring af, die op oogendienarij en bevoor rechting vaak beams# én vroeg bevorde ring naar ancienneteit, met bestraffing van plichtverzuim en met speciale gron den voor bijzondere belooning. Alen kon langs dezen weg komen tot een kleiner getal ambtenaren, beter bezoldigd, maar geen tijdverknoeiers dan cok. Een even- tueele regeling, door Spr. gewenscht, moest hoogeren en lageren omvatten. Was zij te verwachten G. Jr. Uit do „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd tot burgemeester: vau Balgooy, W. C. de Bruyo, secretaris dier gemeente; van Medembük, B. Baggerman van Boinveninge; vau SevenuiD, P. H. Everts secretaris dier gemeente; van Stellendam, M. Breen; van Gameren, J. de Ridder, secretaris dier gemeente; en van Peizo H. T|jmes, secretaris dier gemeente. Tijdelijk benoemd tot leêraar aan de Rjjks-hoosere burgerschool te Gro nings n, A. W. Visser, aldaar. Met ingang vau 1 Dec. aan H. v. Koolwyk Hzn., op z|jn verzoek, eer vol ontslag verleend als burgemeester van Ewyk; met ingang van 1 Febr. 1899, aau J. J. de Tcurton Bruyns, op z|jn verzoek, eervol ontslag ver leend als burgemeester van Borkeloo. Goedgekeurd, dat aan P. R. Dinge- mans van de Kasteele, burgem. der gem. 's-Gravenzande, op zjjn ver zoek, eervol ontslag is verleend als secretaris dier gemeente. Aan G. A. H. Gastermans ontvan ger der gem. Oad-Vroenhoven, toe stemming verleend om tot 1 Nov. 1903 te Maastricht te blijven wonen. Audiëntie. Al de ministers, behalve die van w., h. en n., kondigen aan dat z|j deze week geen audiëntie verleenen. i Verkiezing Tweede Kamer. Bij de Dinsdag te Deventer plaats gehad hebbende verkiezing van een lid dei- Tweede Kamer der Staten-Gene- raal in plaats van het onlangs overleden lid, dc-n heer mr. A. van Delden. wer den uitgebracht op de heerenjhr. mr. W. H. de Beaufort, candidaat der oud liberalen en katholieken 2091 stem men J. van. Loenen Martinet, cand. der kiesvercenigmg van de Lib. Unie- en Volkspartij 1209 stemmenjlir. mr. R. E. W. vau Weede, cand. anti-revo lutionairen 417 stemmen W. H. Vlie gen, cand. soc.-democr. arbeiderspartij 376 stemmen; G. J. Biolerman, hoofd eener school, cand. dei" geavanceerde li beralen en landbouwers 107 stemmen. Herstemming tusschen de heeren Do Beaufort en Van Loenen Martinet. De aanslagen te Amsterdam. Evert O., die in verband met de aanrandingen Maandag aangebonden is, zit nog in voorarrest. Enkele per sonen uit de omgeving van den ge arresteerde konden omtrent de per soonlijkheid van den verdachte al weinig bijzonders mededeelen. Door zjjne handelingen trok hy geenszins hun aandacht. Ontvlucht. Maandagnacht omstreeks twee uur z|jn drie jongens van het Rijksopvoe dingsgesticht „De Kruisberg" nabjj Deutichem door verbreking van de sloten hunner slaapsteden het gesticht ontvlucht. De jongens z|jn afkomstig van Amsterdam en Rotterdam. Legger en USceqS. De gepensionneerde iuit.-generaal van het Indische leger jhr. Vërspyck, kanselier der Nederlandscbe orden, is in het laatst der vorige week plotse ling door een ongesteldheid getroffen. De toestand was Dinsdag bevredigend. z|j nog niet medegedeeld. Wellicht vindt men hierover in de memorie van antwoord, die de minister van oorlog nog moet inzenden, eenig licht. Eén gewichtig feit is thans reeds bekend geworden uit het antwoord van den minister van binnenlandsche zaken in verband met de militieregeling zal naar alle waarschijnlijkheid worden voorgesteld „de schutterijen af te schaffen". Voor het op den 22en November 11. gebonden toelatingsexamen tot het reservekader der infanterie en der vestingartillerie hadden zich aange meld 122 adspiranten. Van dezen vol deden 53, terw|jl 13 zich terugtrokken. Afschaffing der Schutterijen? Hoe de regeering voornemens is de legerorganisatie in te richten, nu de plaatsvervanging is afgeschaft, heeft Gemengd Nieuws. De Zaak-Dreyfus. Dreyfus hoeft ook aan zjjn ver dediger voor den krijgsraad, mr. Demange, een telegram gezonden, waarin de gevangene vau het Dui velseiland z|jn advocaat dank zegt, omdat b|j hem uooit heeft verlaten. Hij zegt dat hjj hom nog altjjd als z|jn verdediger beschouwt en ver zoekt hem, hem den tekst der vragen te doen toekomen, waarop b|j te ant woorden zal hebben. De protestmeoting van Maandag avond te Par|js tegen de vervolging van Picquart, heeft aanleiding gege ven tot oen betooging voor de ge vangenis van Chercbe-Midi, waar Picquart is opgesloten. De politie kwam tusschenbeide eu dreef de be- toogers uiteen. Een tegen betooging vau een tweehonderd man veroor zaakte eenige kloppartijtjes, waarby oen paar arrestaties werden gedaan. Het trekt zeer de aandacht, dat keizer Wilhelm, kolonel Von Sckwartz- koppen, den oud-militair-attaché te Parijs, b|j zich heeft ontboden en met dezen een lang onderhoud heeft ge had, meldt de Petit Bleu. In den franschen Senaat interpel leerde de heer Mones Dinsdag om minister-president Dnpuy te vragen de Maandag in de Kamer afgelegde verklaring nog wat te willen ver duidelijken. fl|j stelt deze vragen Welke rechten heeft de minister president gemeend aan het Hof van Cassatie te kannen toekennen Zou het voor onbepaalden tyd het dossier- Picquart onder zich kunnen houden en zoo de verdaging van de uitspraak kunnen bewerken De heer Dupuy las den officieeleu tekst vau z|ju verklaring van Maan dag voor en doet opmerken dat hy zich heeft gehouden aan art. 445 van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat de bevoegdheid van het Hof van Cassatie onbeperkt L- en zoo het noodige stukken opvroeg, zou men niet aarzelen deze over te leg gen. (Zeer wel!) Het incident was hiermede afge- loopen. I Gabriel Monod heeft zyn naamge- j voegd bij de vele duizenden namen die nog dagelijks tegen Picquarts ver volging protesteereu. (N. B. de lijst van Maandag beslaat in de Aurore i vijftien kolommen kleine letter 1) uiaar, 'schryft h|j aau den Siècle: „ik pro- 1 testeer tevens met kracht tegen de Blfrida zag hem boos aan, maar Aga- t zei de vriendelijk •.Zoo'n vechtpartij ïs zeker wel 't 'lste waar mijnheer Blount van houdt, ik geloof niet dat iemand hem er kan berispen. Het spijt mij erg." ,Wel mij niet," zeide Dillwyn. „Als iemand kreeg wat hij verdiende, was het zeker Ambert. Sn wat deed hij Hij; lachte m in laid. Geen enkelen slag gaf hij terug." Slfrida bloosde hevig. -Ik zag 't niet, ik heb niet -Het was verschrikkelijk. Ik hoop, hij niet gekwetst was, Dicky. Zag lord Amberfc weggaan Hoe zag hij uit?" Dieky dacht even na en zeide toen met i gewone minzaamheid Als een vertrapte aardbei." i Er volgde eenige oogenblikken stilte, waarop tot ieders verbazing en verlich ting tevens want allen voelden groo- I ten lust- om aan hun vroolijkheid lucht te geven Elfrida het uitproestte van lachen. Als ik zeg dat zij bijna schudde van j 't lachen dan is 't niet overdreven, en zij I was niet in 't minst zenuwachtig. Het was een echt oprechte uiting van haar gevoel Zij scheen zich 't volgende oogenblik echter een beetje beschaamd te voelen eu zeide om haar vroolijkheid te verkla ren „Och, maar ge hadt moeten zien, hoe mijnheer Blount er uitzag!", 1 Dit was klaarblijkelijk maar een voor wendsel. Zeer zeker had zij niet. aan j Blount's uiterlijk gedacht (wat in de ge- 1 geven omstandigheden zeer verklaarbaar j was), toen zij lachte. Inedrdaad was er I in Blount's voorkomen slechts zeer wei- nig in disorde; alleen sprak er uit zijn I geheele wezen een groote zelfvoldaanheid en straalde ex uit zijn herderlijke oogen een zeer onherderlijk licht, terwijl zijn 1 boord gescheurd was. j Zij trok Agatha mee naar een aardig begroeid prieeltje en legde hare handen j op haar armen. Nu lachte zij nietzij scheen daarentegen erg zenuwachtig. „Alles is voorbij. Jij hadt gelijk, Aga tha. Ik trouw niet met hem." ..Bedoel je Lord Ambert?" Aga tha was zóó verbaasd en verkeerde te gelijkertijd zóó in twijfel, dat zij niets beters kon uitbrengen. „Ik bedoel dat beest!" zeide Elfrida., die niet altijd beschaafd in baar spre ken was, „dien verachtelijken lafaax-d!" „Wilt gij je engagement verbi-eken! Daar behoort moed toe, Elfrida." „O, neen," zeide Elfrida. „En ik zal het gauw klaarspelen ook. Binnen een lialf uur ben ik thuis, ik heb vijf minu ten noodig om een briefje te krabbelen en twintig later zal ik weer vrij zijn." Vrij, en zij spreidde haai- armen wijd uit, „als een vogeltje!" „Ik hoop dat. je 'fc ernstig meent," zeide Agatha, „omdat er wel eens on aangenaamheden van Ambert's kant zouden kunnen komen." „Ik ben juist bang, dat dit niet zal gebeuren," zeide Elfrida» Dit was beslissend. Er sprak bepaalde lxaat uit den toon, waarop Elfrida over Amberfc sprak. Klaarblijkelijk was zij erg verlangend hem „de bons te geven", zooals zij ge zegd zou hebben. Dicky Browne die met Dillwyn nader kwam tot Elfrida's misnoegen want zij had zich juist gespitst op een lang gesprok met Agatha hoorde haar laatste woorden en begreep ze. „Het was een kapitaal gevecht," zeide Browne met stralende oogen, doelende op het afgeloopen draana, „en wat een moed werd er ten toon gespreid," hij wachtto even en vervolgde toen tot El frida, „aan één kant tenminste." Elfrida's engagement was pas eenige dagen geleden publiek geworden, zoo dat vele mensehen er niets van gehoord hadden. Browne, die bij de Poynfcer's logeerde en er dus zeker veel over had hooren spreken, deed of hij van niets wist. Elfrida had hem niets van haar engagement verteld, daarom voelde hij zich volkomen vrij. En het zou zoo heer lijk zijn als zij dien Ambert liet loopen. Dicky had vele goede eigen schappen bewonderde meisjes; maar hij kon ook lastig zijn. Hij liet zich op de tuinbank naast Elfrida neervallen terwijl Dillwyn de gelegenheid gretig aannam om naast Agatha te kunnen zitten. Agatha was er zeer zeker het l aan toe, want Dicky verkeerde in zeer plaagzieke stemming. „Ik zag, hoe gretig je keek," zeide hij tot Elfrida. „En je klapte in de handen, is 't niet?" „Neen," zeide Elfrida met saamge trokken wenkbrauwen. Zij voelde zich verdrietig gestemd. Zij had het geval zoo gaarne vroolijk willen opnemen maar om grappen ovetr haar toekomstigen heer en meester den man die haar heer en meester zou geworden zijn te maken, ging haar krachten fce boven. Hier moest zij toch even in zichzelf lachen. Per slot van rekening bestond 1 er geen man, die ze toe zou staan over haar te heerschen. J „Ahgij hadt het mooten doen," zei- j de Browne, „het was zoo'n pi-achtig too- neeltje. Het publiek van het schellinkje en de gaanderij zou en extase zijn geko men." „Waar zoudt gij mij plaatsen?" vroeg zij koel. „Gaanderij „En waarom niet?" vroeg hij. „Is dat niet de geschikte plaats voor..." Maar Dillwyn viel hem hier in de rede en verhinderde dus den lagen grap. dien hij j wilde zeggen. „Ik zal je eens wat zeggen," zeide Dicky, die zich in 't minst niet be schaamd gevoelde, „ik heb mij nog nooit zoo opgewekt gevoeld als toen. Blount i dien kerel voor den grond sloeg. Toen ik hem zoo ontdaan en bestoven zag lig gen, viel ik om van pleizier." „Je hadt dan. wel weinig te doen," zeide Elfrida liaar kin minachtend op- trekkend. Zij voelde zich in 't geh«d met vriendschappelijk jegens hem ge stemd. „Waarom kan hij niet weggaan en Dillwyn meenemen in plaats van ons to storen..." „Weet je, ik heb zoo weinig te doen," zeide Browne onbeschaamd. Hij was er zich nu volkomen van bewust, dat zij hem kwijt wilde zijn maar hij kon on mogelijk zijn lust tot plagen bedwingen. „Daarom juist kan ik al mijn tijd aan mijn vrienden wijden." Hij stond op en ging aan haar voeten zitten alsof hij plan had vooreerst niet weg te gaan. „Wel, wat gebeurde er toen?" vroeg Elfrida. Zooals gewoonlijk liet zij zich niet uit het veld slaan. Voor de vijfde maal in zijn leven misschien liet Dicky zich beet nemen. „Wanneer?" vroeg hij. „Wel, toen je kopje duikelde." El- fi*ida onderdrukte een glimlach. „Deed je je hoofd daar oen genoegen mee?" „Het was maar een armzalig genot," bekende Browne. „Maar wat kon ik er aan doen? Als jij er geweest was," hij zag Elfrida aan, „zou je mij zeker opgevangen hebben." I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1