In een stad van
Krankzinnigen.
Niet lang geleden bladerde ik doelloos
in een gids voor België, en vroeg ik
mij af, of bet niet verkieslijker zou zijn,
een week door te brengen te midden
van de Belgen dan in de ijle lucht van
Zwitserland, toen mijn oog viel op een
naam, die mijn opmerkzaamheid weer
verlevendigde nl. op den naam
Gheel. Had ik niet reeds vroeger van
die plaats gehoord. Gheel Ja juist, oen
jaar geleden ongeveer had een mijner
vrienden een specialiteit in zielsziekten,
mij iets verteld van de merkwaardige
genezingen die een verblijf in die stad
had tot stand gebracht bij de patiënten,
die hij er heen gezonden had.
Ik herinner me, dat ik hem vroeg of
het de lucht was of de plaatselijke ge
steldheid, die deze genezingen tot stand
bracht, en dat ik verbaasd was toen hij
mij vertelde, dat het de inwoners waren
van Gheel, of zooals hij de plaats noem
de, van de ..stad der krankzinnigen,"
die deze wonderen tot stand brachten
bij hen, die aan hun zorgen waren toe
vertrouwd.
Een stad van krankzinnigen, dat
klonk zoo veelbelovend, dat ik besloot
haar tc gaan bezoeken. Na dus een paar
dagen m Antwerpen te hebben doorge
bracht spoorde ik naar Gheel. Ik kwam
nu niet juist met heel aangename gevoe
lens de stad binnen, want de conducteur
van den trein had mts verteld, dat er
op het oogenblik 1300 krankzinnigen in
de stad waren, die voor verreweg het
grootste gedeelte vrij rondliepen.
Daar alle bewoners zulke krankzin
nigen als commensaal in huis hebben,
was ik wat blij te vernemen, dat er in
de plaats ook een klein hotel was. Zou
ik een eigen zitkamer besteller of ?an
de table d'h«*te eten? De menschep du
ik op straat had gezien zagen, e" zoo
«ngevaar'ijk uit. dat ik be.vo»t tot h-t
laatste. Toen 'k ean den ecrs:m n aal-
tijd aanzat, hoorde ik beu Lu cp stjaat
een luiden kreet, waarop alle andere
aanzittenden van tafel opsprongen en
naar het venster liepen. Ik keek even
eens naar buiten en zag toen een paar
mannen worstelen om het bezit van een
bijl.
Arme kerel! zei een van zijn lotge-
nootcn. ,,Hij gelooft dat zijn lichaam
zoo hevig is gezwollen, dat hij noodza
kelijk met een bijl de deuropening moet
vergrooten, om binnen te kunnen ko
men."
„Het is schandelijk van de menschen
hier in dei stad om hem zulke dingen
te verkoopen" merkte een ander op.
Ik wil niet verhelen, dat ik Gheel nog
denzelfden avond zou hebben verlaten,
wanneer niet de hotelhouder me had:
verzekerd, dat alleen ongevaarlijke pa-
tienten in de stad worden gehuisvest en
dat do gevaarlijken naar de omliggende
dorpen werden gezonden. Ik vroeg toen
verder en kwam te weten, dat de men
schen. die de onnoozelen zoo worden
de krankzinnigen met een zachter woord
genoemd huisvesten, nourriders hee-
ten en dat de vergoeding die zo ontvan
gen voor de verpleging loopt van f 150/
tot f 1500 per jaar.
De bewoners van Gheel hebben er
slag van, met krankzinnigen om te gaan.
De „onnoozole" heeft altijd de beste
plaatsen aan tafel, den besten leunstoel
en toegangsbewijzen voor alle concer
ten. Zoo waardeert hij langzamer-
hand de achting, die hem wordt bewe
zen. en zal hij de krachtigste pogingen
aanwenden om zijne ziekte te bedwin
gen, opdat hij die achting niet zal ver
liezen.
De kinderen uit Gheel gelijken niets
op andere kinderen. Daar zij opgroeien
in tegenwoordigheid van „onnoozelen",
Haarlemmer Halletjes
Een Zaler dagavon dIpra at je.
CCCXLVL
De lijst van St. Nicolaas-verlan-
gons, die ik ten dienste vao vrienden
en familieleden bad opgemaakt, heeft
naar bet schijnt eenige artikelen be
vat, die in Haarlem tijdelijk niet te
krijgen waren. Ten minste ik heb die
niet ontvangen en ze na maar over
gebracht op de lyst van mijn wen-
scben voor mijn eerstkomenden ver
jaardag. De bescheidenheid verbiedt
m\j, den datum van dat feest hier
op te geven, maar aan eventueele
deputatiën uit mijn lezers ben ik be
reid den dag onder strikte geheimhou
ding mede te doelen.
Tot die niet ontvangen cadeau* be-
hooren onder auderen
een voldaan geteeken aanslagbiljet
in de plaatselijke directe belasting
van de tien eerstvolgende jaren
honderd kubieke meters gas van
uitstekende kwaliteit ten gebruikeop
Zon- en anderen regendagen
tien kilo olympische kalmte tegen
over alle mogelijke en onmogelijke
besluiten van Staats- en Stadsbe
stuur
zeventien volwassen iepen, die overal
kunnen worden geplant en onttrokken
zjjn aan het beheer van de Commis
sie voor den Hout en Plantsoenen.
Vooral die laatsten zou ik zoo
graag gehad hebben eu ik benijdde
dm ook Maandag jongstleden wei een
beetje myn jongsten zoon, oud vier
en half jaar, die zooal geen natuur
lijke, dan toch in elk geval een doos
met speelgoed-boomcn had gekregen,
waarmee hy zich kostelijk amuseerde,
'tls waar, dat moeilijk kon worden
uitgemaakt of dat nu eigenljjk linden
waren of iepen of esschcn of wel
eiken.
Waarschijnlijk zou de naam Neu-
renberger fantasieboomen het best toe
passelijk wezen, of de algemeene term
van „waaiboomen," die een goed Am-
leggen zij een groote sympathie voor die
ongeluklogen aan den dag.
Gedurende mijn verblijf zag ik wel
een tiental groote zware mannen, die
rondliepen met heel jonge kinderen,
die ze op de meest vertrouwelijke wijze
toespraken. Daar er tusschen hen geen
intellectueel verschil bestaat, zijn ze de
boste maatjes. Het gebeurt dan ook
werkelijk heel vaak, dat den „onnoo
zelen" commensaal wordt opgedragen
op de baby te passen en nooit nog heeft
dit in de praktijk bezwaren opgeleverd.
Nooit in mijn leven heb ik zooveel
keizers, koningen, pausen en million-
nairs ontmoet als in Gheel. Na een paar
dagen ging ik al heel vriendschappelijk
niet hen om. Een hunner vertelde me
dat hij. daar de Voorzienigheid hem van
twee linkerbeenen voorzien had, altijd
genoodzaakt was. zijn pantalons en zijn
schoenen op een bijzondere wijze te la
ten maken. Een ander, een zeer groote.
zwaargebouwde man, verbeeldde zich een
afstammeling te zijn van Simon Magus,
die, volgens de overlevering, naar den
hemel wilde vliegenhij beweerde dat
ook te kunnen als hij maar niet zoo dik
was. Deze heer noodigde mij eens uit,
op zijn kamer te komen en ik vermaakte
me daar zeer met de wijze, waarop zijn
hospes hem behandelde.
„Ik ben blij dat u gekomen bent,"
zei deze tot mij, „Deze heer wil naai
den hemel vliegen. Hij is echter te.
zwaar om op de vensterbank te kunnen
klimmen, waarvan hij prachtig zal kun
nen wegvliegenmaar als u me even
helpt, dan zal ik wel in staat zijn, hem
erop te krijgen. Gaat u maar mee.
..Maar stel nu eens, dat ik naar bene
den val," zei de would be vogel.
„Dan zult u den nek breken."
„Ik zal dan maai- liever wachten tot
na de thee," zei de onnoozele, maar toen
dat tijdstip gekomen was, gaf hij toch
maar de voorkeur aan een partijtje
schaak.
Do totale afwezigheid van dwang, die
de behandeling der naar Gheel gezonden
krankzinnigen kenmerkt is verbazend.
Zoo ook de gemakkelijkheid waar
mee ze zich schikken naar de plaats en
het volk.
Eens op eendag smeekte me een
krankzinnige met tranen, in de oogen,
hem te beschermen tegen een vogel, die
op een tak in de nabijheid was gaan
zitten. De arme kerel was in de ver
beelding dat hij was ineengeschrompeld
tot de grootte van een zaadje en dat de
vogel van plan was hem op te pikken.
Zijn vrees scheen zoo waar, dat ik half
uit sympathie, half uit nieuwsgierigheid
beloofde hem thuis te brengen. Zijn
hospes was zeer boos en zei.
„Heb ik u niet al wel twintigmaal
verteld, dat de vogels uit Gheel alleen
hennipzaden eten? En daar u een mos
terdzaadje bent, bent u ook volkomen
veilig."
Het zou onmogelijk zijn een eenigs-
zins volledige opsomming te geven van
de ongex*ijmde denkbeelden, die de ar
me menschen die in deze zonderlinge
stad verpleegd worden hebben. Een was
er bijvoorbeeld, die alle dagen naar het
station ging om een groote kist sigaren
af te hal erf, die nooit kwam.
Een ander beschouwde het als zijn
levenstaak lucifershoutjes te verzamelen
om de duivels en kaboutermannetjes te
verbranden, die altijd onder zijn bed
zaten en hem, door gaten die ze boorden
in matrassen en de lakens, voortdurend
aangrijnsden.
Natuurlijk was er ook een Napoleon
ik heb er zelfs wel drie geteld en
oen zeer up-to-date krankzinnige verze
kerde mij, dat hij pas van het Duivels
eiland was ontsnapt en dat hij Dreyfus
heette.
Een van de beste schaakspelers, die
ik ooit heb ontmoet, geloofde dat hij
de maan was; hij sliep gedurende den
dag. Een ander daarentegen die den
maan mens ch met groote verachting be
sterdammer pleegt te schenken aan
de meest verschillende stammen.
Hoe dit ook wezen mag, de kleine
raau amuseerde zich met zyn boomen
uitstekend. Totdat [op eens een kink
in den kabel kwam, in de gedaante
van zjjn ouderen broer Jan, dien ik
onlangs aan de lezers heb voorgesteld
als de geniale brnilofts-, verjaardags-
en andere gelegenheidspoëtaster van
de familie. Dat ging zoo in zjjn
werk. Jan kwam uit school, waar de
leeraar juist een vertoog had gehou
den tegen de overdrijving in het fiets
eden, die oorzaak is, dat er zooveel
jongens blyven zitten. Natuurlijk was
Jan het met die beschouwing volstrekt
niet eens. Hy beweert altyd, met de
bewonderenswaardige zekerheid van
kennis van zaken, die de tegenwoor
dige mannen van tusschen de twaalf
en zestien jaar onderscheidt, dat het
!m ligt aan de leeraars. Blfikbaar had
dit verschil van inzicht Zjjnedele
Zeergeleerde wat ontstemd. Daar viel
zyn oog op kleinen Willem, die met
het bosch speelde.
„We zullen eens een grapje heb
ben", zei Jan en zette de Neuren-
berger fantasieboomen in een ry naast
elkander.
Willem keek, alsof hy niet recht
wist of hy hoilen dan wel lachen zou,
maar tot langdurige overweging ont
brak hem de tyd. „Kyk eens bier,"
ging Jan voort, „die boomen daar
verbeelden de Dreef. Nou heb ik hier
die drie poppetjes met bijlen op den
rug. Weet je wat dat zyn, Wimpie
„Houtbakkers," zei Willem.
„Juist zoo, houthakkers. Nu dan
die drie verbeelden de commissie voor
den Hont en de Plantsoenen."
„Dat begrijp ik niet," zei Willem
overbluft.
„Dat hindert niets," £af Jan ten
antwoord en zette de dne poppetjes
in een halve kring by elkaar. „Je bent
niet de eenige, die die Commissie niet
begrijpt. Nou dan, goed opgelet."
Met deze woorden baalde bij zijn
knipmes uit zijn zak, zette een .grove
stem op en ri6p„Deze bosschen moe-
jegende, ging altijd naar liuis tegen
zonsondergang in de vaste overtuiging
dat hij de zon was.
Een zeer groote, magere man trok
mijn aandacht door de groote zorg,
waarmee hij trachtte met niets of met
niemand in aanraking te komen. Hij
was overtuigd dat hij van glas was en
dat een val hem in scherven zou bre
ken.
Kort voor ik Gheel verliet, ontmoette
ik een dame, die de stad uitsnelde, naar
die verlaten streek, de Kempen ge
naamd. Deze dame van middelbaren
leeftijd, die alles bebalve mooi was, en
er volstrekt niet romantisch xiitzag, ver
beeldde zich dat zij de heldin xxit een
roman was en dat de een of andere
slechte man, een baron haar wilde scha
ken.
Een zeer vermakelijk man had de ge
woonte altijd te loopen met een kleinen
jongen van zijn hospes aan de hand,
en zijn oogen gesloten, omdat hij. naar
hij mij vertelde, altijd de vreeselijkste
drama's voor zijn oogen zag afspelen,
wanneer hij zijn oogen opende. Ik gaf
den raad ze dan maai- altijd dicht te hou
den, en hij was mij daarvoor uiterst
dankbaar.
De man die misschien het meest po
pulair was in Gheel, was een krankzin
nige die zoo overtxxigd was dat er een
complot bestond om hem tc vergiftigen,
dat hij altijd wanneer hij een café be
zocht, twee dranken bestelde en dan
met beludp van een spel kaarten on
derzocht, welke van de twee onschade
lijk was. Dezen dronk hij op, den ande
ren wierp hij weg.
Een jongmensch. die naai- ik vernam,
zijn geestesziekte had opgedaan tenge
volge van ongelukkige speculaties, was
in de verbeelding dat hij altijd bergop
waarts liep. Het was vermakelijk tc zien
hoe hij zijn beenen oplichtte, ook als hij
op een vlakken weg liep.
Maar waren enkelen van de gevallen
lachwekkend, anderen waren niet min
der om medelijden te krijgen.
Er zijn in Gheel twee café's en de ei
genaars daarvan behandelen hun krank
zinnige klanten met de grootste beleefd
heid. De houder van het hotel, waar ik
logeerde, vertelde mij, dat hij een paar
jaar geleden acht dagen achtereen geen
enkele zijner klanten zag omdat hij had
gelachen toen er een zei, dat hij twee en
een halve ton in den zoom van zijn jas
genaaid had maar dat hij er die niet
uit kon krijgen, omdat het goud, zoodra
het werd aangeraakt, altijd naar den
anderen kant van de jas oversprong.
Amst. Ct.
BEKNENLAHD
Academische examens.
Amsterdam. Candidaatsexamen in
de klassieke letteren W. J. Oudogeest.
Leiden. Bevorderd tot doctor in
de rechtswetenschap de beer B. M.
de Vos, geb. te Hoorn, op Stellingen.
Groningen. Eerste gedeelte arts
examen de heer J. Hacnema, cand.-
arts, geb. te Hantum.
Tropon.
Door prof. Finkler te Bonn is op
het hygiënisch congres te Madrid een
rede gehouden over een door hem be
reide nieuwe eiwitstof, waaraan by
den naam van tropon gegeven heeft.
Dit eiwit was veel goedkooper dan
eenig ander, en van de beteekenis er
van voor de volksvoeding had hy dus
zeer groote verwachtingen. Doorzyne
smakeloosheid kon het by allerlei
voedingsmiddelen worden gevoegd en
de waarde daarvan voor de voeding
zeer worden vergroot. Of zyn ver
wachtingen niet beschaamd zullen
worden, moet de toekomst leeren.
Slechts de praktijk en nadere onder
zoekingen kunnen in deze beslissen.
ten allemaal omgehakt worden." Te
gelijkertijd gaf hij een van de Neu-
renbergertjes zoo'n hevige hak met
het mes, dat de boom in tweeën viel.
„Mijn mooie boomen 1" riep Willem
en begon hard te huilen.
„Mooie boomen zei Jan, „dat denk
je maar, ze dengen niets niemendal,
ze zyn verrot, ze groeien allemaal naar
één kant...."
„Ze zijn niet verrotriep Willem
snikkende. „Blyf van myn boomen af."
Hiermee wou by zyn broer wegdu
wen en de boomen uit zyn verwoesten
de handen redden, maar Jan hield
hem tegen en zei: „Dat gaat heel
goed zoo. Jjj bent zooveel als 't pu
bliek. weet je, dat de boomen houden
wil. Maar ik ben de Commissie voor
den Hont en ik verzeker je, dat deze
boomen verrot zjjn tot in bon binnen
ste. En als ze niet verrot zjjn, dan
zjjn ze toch verrot"
Hy zwaaide dreigend zyn knipmes
en was op het punt weer éen boom
doormidden te hakken, toen ik binnen
kwam. Kleine Willemkwam snikkend
naar mn toegeloopen en riep: „Pa,
Jan wil al myn mooie boomen om
hakken
„Het spel gaat zoogoed als het kan,"
zei Jan onverstoorbaar. „Ik ben de
Commissie, ziet u Pa en Willem is
het publiek, dat jammert over de boo
men en U verbeeldt de Gedeputeerde
Staten, die zullen beslissen of de boo
men mogen blijven staan, ja of neen."
Natuurljjk heb ik korte wetten ge
maakt, Jau zyn mes afgenomen, hem
zelf tot stral omdat by bet publiek
ik meen zyn broertje zoo in
angst bad gebracht, naar den zolder
gestuurd eu hem ten slotte den ge-
kapten boom uit zyn spaarpot laten
betalen.
„Dat is alles maar spel," dacht ik,
toen de scène achter den rug was,
Jan, boven op zolder, zat te brommen
on kleine Willem rustig met zyn
waaiboomen verder speelde. Maar wat
zal er in de werkelijkheid van de
zaak terechtkomen Gedeputeerde
Staten kunnen de Commissie voor den
Maar nu het middel ook by ons te
lande wordt geïntroduceerd, willen
wy er met een enkel woord de aan
dacht op vestigen. Wie het verlangt,
kan er gerust een proef mee nemen.
De bewoner van de Hoedemakers-
straat te Amsterdam, die rnim een
week geleden gearresteerd werd, ouder
verdenking de dader te zyn van de
aanslagen op de Nicolaas Witsenkade,
is Woensdagavond uit zijn voorloopige
hechtenis ontslagen.
Stelling van Amsterdam.
De Minister van Oorlog is voor
nemens een koninklijk besluit uit te
lokken tot instelling van een „Perma
nente Commissie voor de approvian
deering van de Stelling van Amster
dam".
Het doel van dezen maatregel is
om in vredestryd steeds beter op de
hoogte te blijven van de voorhanden
voorraden van de verschillende be-
noodigde artikelen van de plaatsen
waar het ontbrekende builen de Stel
ling, het best is te verkrijgen, alsmede
van de personen die op een gegeven
oogenblik, met de aauschaffiing zullen
zyn te belasten.
De commissie zal den stellingcom-
mandant moeten voorlichten omtrent
veel van hetgeen hy, voor de uitvoe
ring van zyn taak, op een gegeven
oogenbiik noodig heeft te weten.
Uit een nader door de justitie in
gesteld onderzoek is gebleken, dat de
oorzaak van den brand aan de Hee
rengracht te Amsterdam, waarbij drie
menschen het leven hebben verloren,
hoogst waarschijnlijk moet worden ge
zocht in eeue slechte constructie van
den oven van den bakker op den
hoek, die een eind onder den vloer
van den kapper was uitgebouwd.
Zonder lielit.
Men schrijft uit Enkhuizen aau het
Handelsblad
Wy zitten hier thans in het donker,
ten minste van 's avonds vier tot 's mor
geus acht. In straten waar de kwij
nende gasgloeilichtjes der winkels niet
een enkelen matten straal naar baiten
werpen, heerscht Egyptische duister
nis. Alleen by een brug ziet men
soms een heel klein gasvlammetje van
een straatlantaarn wanhopige pogin
gen doen, om den voetganger op het
gevaarlijke van den weg opmerkzaam
te maken. En binnenshuis zit men,
als men de petroleumlamp heeft afge
schaft, in den schemer. Recht ge
zellig.
En de oorzaak van dit verschijnsel?
Naar men zegt, hebben de hnlpsto-
kers aan de gasfabriek het werk ge
staakt en zijn voor bet geringe week
loon f 6 of f 6,50 's weeks geen plaats
vervangers te verkrijgen.
Volgens de latere berichten is nu
de verlichting weer in orde.
Men m^dt uit Zevenaar:
De man, wiens lyk is gevonden in
een eikenboscbje aan den weg tus
schen Zevonaar en Didam, bleek te
zijn J. Müller, van Elberfeld. Hij
was lydende aan vlagen van krank
zinnigheid, en is ruim 14 dagen ge
leden de echtelijke woning ontvlucht.
Tot Emmerik met den trein gekomen
zynde, heeft bij den rijksweg tot
Zevenaar gehouden, en schijnt toen
aan het dwalen te zyn geraakt. Het
bosch je is ongeveer twintig minuten
van Zevenaar gelegen.
Belasting van rijwielen.
By resolutie van den minister van
financiën zyn ter uitvoering der wet
van 14 Juli 1898 (Staatsblad no. 181)
tot regeling der personeele belasting
naar den grondslag rijwielen, de vol-
Hout en de Plantsoenen toch kwalijk
op zolder zetten en hun de gevallen
boomen later uit hun spaarpot laten
terugkoopen, gaat wel bij Neurenber-
ger, maar niet by natuurhoornen.
Evenmin kunnen Ged. Staten deze
Commissieleden bun byl afnemen, zoo
als ik by Jan heb gedaan.
't Staat evenwel te bezien en
daarmee eindigde myn boomen-over-
peinzing of de leden van de Com
missie, wanneer er door Ged. Staten
een besluit wordt genomen tegen hun
zin, „er niet zelf het bijltje bij zullen
neerleggen."
Met het oog op mogelijke gebeur
lijkheden ging ik op de Dreef eens
naar de veroordeelde boomen kijken
die daar met bennepstroppen om het
lyf staan, alsof ze moeten worden
opgehangen. Op een gegeven oogen
blik vond ik naast een van de zwaar
ste boomen Wouter staan, die met
den neus in de richting van de kruin
der boomen voortliep en pardoes tegen
my aanbotste.
„Kom je ook eens aan 't sterfbed
vroeg by, als naar gewoonte totaal
vergetende om zyn excous te maken.
„Wat wuiven ze somber, hé?" zei
ik, meenende dat ik hem in een poë
tische stemming aantrof; „'t is net
of dat ruischen van de takken schrei
en is!"
„Komaan kerel, stel je toch niet
zoo aan," zei by, zoo rauw als hy
maar kon. „De stomme dieren hebben
er immers geen weet van. Pat rui
schen is van den wind en lykt net
zooveel op schreien als myn laars op
een balschoentje. Maar er was iets
anders waarover ik loop te denken.
Hoe moeten onze keurmeester van
het slachtvee, de beer Yan Oyen en
onze gemeente-architect, de heer Leyh
de buitenlandscbe abattoirs gaan zien
voor een som van f 250 samen
„Yind je dat dan niet genoeg?"
vroeg ik.
„Ik vind het niet te veel. Mynheer
Krol heeft gezegd, dat erinDuitscb-
land in alle plaatsies boven de tien
duizend zielen een abattoir te vinden is.
gende inlichtingen omtrent hare toe
passing gegeven
Art. 31 3. De aandacht der ambte
naren zy er op gevestigd, dat deze
vrijstelling beperkt is tot personen,
die verplicht zyn voor den publieken
dienst een rywiel te houden. Ander
zijds is echter niet de voorwaarde ge
steld, dat het rywiel niet anders dan
voor den dienst wordt gebruikt.
4. Bewoners van afzonderlijke
perceelen als bedoeld in art. 33, 1,
hebben wegens hnnne rijwielen altyd
de volle belasting op te brengen.Immers,
in den zin der wet zyn zy niet ge
bruiker hunner woning, doch is deze
in gebruik by den hoofdbewoner.
6, Lr. A. Rijwielen, die wegens
gemis van gelegenheid tot berging aan
verbuarders enz. in bewaring worden
gegeven, vallen daardoor natuurlijk
niet onder deze bepaling.
Lr. b. Hier wordt slechts gevor
derd, dat een rywiel geregeld wordt
gebruikt om voor de winkelnering be
stellingen op te nemen of waren te
bezorgenniet derhalve, dat het uit
sluitend daartoe dient.
7. By iederen aanslag wegens een
verzwegen rywiel, onverschillig of al
dan niet bekeuring is ingesteld, wordt
de dabbele belasting geheven.
Yolgens het 4de lid van art. 37
loopt zoodanige aanslag steeds over
het gebeele jaar.
8. Yoor zooveel noodig wordt er
op gewezen, dat de belastingplichtige
minderjarige zelf moet worden aan
geslagen. De aanslag kan echter van
den wettelyken vertegenwoordiger,
den gemachtigde of anderen hier be
doelden persoon worden ingevorderd.
Hiertoe moet niet worden overgegaan
dan nadat de aangeslagene vruchteloos
is gewaarschuwd.
Art. 32, 2, le lid. Teu opzichte
van jongelieden die doorgaans buiten
de woning hunner ouders vertoeven,
valt naar gelang van omstandigheden
te onderscheiden. Zyn zy op kostschool
verblijven zy in een soortgelijke in
richting, of wonen zy op kamers, dan
zyn zy wegens hunne rijwielen zelf
belastingplichtig. Zijn zij in een gezin
opgenomen, dan treedt blijkens l
het hoofd van dat gezin voor hen in
de plaats.
In den vacantietyd kunnen de rij
wielen worden meegenomen.
Automobielen behooren niet tot de
volgens de wet van 24 Juli 1898 be
laste rywielen het zyn rijtuigen als
bedoeld by art. 17, 1 b, der wet op
de personeele belasting van 16 April
3 896 (Sbl. no. 72).
UEW&fflm NIEUWS
Zaak Picquart.
Over de beslissing van het Hof van
Cassatie in de zaak-P icquart- vermelde®
wij nog het volgende
Na voorlezing van het bevel van ver
wijzing van Picquairt stelde de rappor
teur Atthalin de vraag, of het Hof vol
doende was ingelicht om reeds dadelijk
over de aanvraag tot regeling van rechts
gebied te beslissen. Neen, was zijn ant
woord, want liet hij er fijntjes op
volgenl
Eenerzijds hebt gij de correctioneels
procedure, waarvan het dossier officieus
te uwer beschikking gesteld is. Ander
zijds hebt gij, volkomen geisoleerd het
bevel tot verwijzing, va® den militairen
gouverneurwant ik achtte mij, niet ge
rechtigd zelfs officieus, zonder goedvin
den van het Hof, het militaire dossier
op te vragen...
...Intusschen kan men (in afwachting
van de nadere overlegging van laatst
bedoeld dossier, welke volstrekt nood
zakelijk is) reeds thans eenige aspecten
zien van de groote quaestie, waarom het
gaat. Van uit de hoogte gezien („consi-
dérés de haul") schijnen de feiten van
Natuurlijk moeten de beeren ook naar
Amsterdam, Rotterdam en Utrecht,
en Brussel en Parijs zijn ook lang
niet onaardig, vooral Parys niet."
„Niet onaardig!" riep ik, verwon
derd over de taal die hy voerde „Maar
ze gaan ook niet voor de aardigheid,
maar voor de zaak. Je kunt deze reis
niet beter vergelijken, dan by die van
den vroegeren handwerksgezel, die
zjjn bundeltje op den rug gespte, een
eiken stok uit een doornhaag sneed
en dan de wjjde wereld introk. Sedert
zyn we geciviliseerd. De ransel kan
worden vervangen door een pak papie
ren in den binnenzak, den stok kunnen
de heereu koopen in den winkel en als
ze de slachtwereld intrekken, dan
kan dat spoedshalve per trein en be
hoeft niet meer te voet te gebeuren."
„En dan komen de kosten," zei
Wouter. „Ze moeten toch een plaats
kaartje koopen."
„Derde klas," zei ik.
„Een hoofdambtenaar van de ge-
meeate!" zei hy ontzet.
„Mijnheer Beynes reist wel eens
derde klas en die maakt de wagens
nogal zelf."
„En als ze dorst hebben?"
„Dan drinken ze water. Kost niets
en is heel gezond voor mensch en
dier. Dat zal mynheer van Oyen zyn
reisgenoot wel eens aan 't verstand
brengen."
„En als ze honger krijgen?"
„Dat is nu een domme vraag," zei
ik. „Ga eens na, ze bezoeken niets
anders dan slachtplaatsen, voorraad
schuren van vleesch. Wat is nu een
voudiger, dan daar aan den directeur
van zoo'n slachthuis te vragen: „heeft
n misschien nog een stuk worst voor
ons liggen?" Of 't wat oud is komt
er niet op aan. Ontdekkingsreizigers
moeten het niet zoo weelderig hebben,
dat is tegen de traditie. Zou je den
ken, dat Stanley en Livingstone eiken
dag een kalfszwezerikje kregen?"
„En wanneer ze nu 's avonds eens
uit willen vroeg ik. „Een mensch
is toch ten slotte geen turf eu schouw
burgvoorstellingen en concerten vindt
verschillenden aard. welke aan overat* e
Picquart worden ten laste gelegd, vol h
gens de verdenking, alle samen te loo a
pen op een tweeledig doeleen aar. t
klacht wegens verraad op te zetten te c
gen Esterhazy en de onschuld van Drey g
fus aan het licht te brengen. Zou ni« j
met dat doel Picquart aan Leblois me
dedeeling van de dossiers Dreyfus et c
Esterhazy gedaan hebben Zou ook niet d
met dat doel het petit-bleu eventueel
vervaardigd zijn? En wat het postdul- e
vendossier betreft de archivist Gribe v
lin heeft voor den rechter van instruo
tie Fabre verklaard, dat Picquart hen 1:
dat dossier slechts gevraagd had ca 1-
tot dekking te strekken voor het ande r
re, het dossier Drevfus, het dossier da:
het beruchte stuk Ce canaille de D...
bevat.
Atthalin betoogt eindelijk, dat, behal
ve al het bovengestelde, het ..petit-bleu
de spil is. waarom zoowel het requisites!
van het O. M. bij de correctioneele
rechtbank als de geheele militaire ver
volging draait. Er kunnen a-lzoo vol
maakt tegenstrijdige vonnissen ontstaan z
Conclusie het Hof wijze een „arrêt de z
soit communique" of, zooals art. 311 va:
ons Wetb. van Strafvordering het uit g
druktbe vele „de mededeel ing aa: g
paidijen." v
Hierna was de procurexu'-generaa!
Manau aan het woord. Hij stelde een-: j
in het licht, dat er tusschen de proces
sen tegen Picquart en het revisie-proces j
voor het Hof een althans „moreele ver
knochtheid" bestaat.
Ziedaar waarom wij de eer hebbtc
heden opnieuw ons bij u aan te melden
in afwachting van den dag waarop gij j
na- het licht ontsteken te hebben doo:
uw nauwgezette en moeizame enquête
de resultaten daarvan aan ons zult over
leveren om het licht te doen uitschijnen
voor aller oogen, hetzij het een onschul
dige rechtvaardige, hetzij een schuldige
vernietig©.
De procureur-generaal stelt dan tegen
over elkaar, hoe de correctioneele recht
bank de zaak Picquart hangende het
revisie-proces uitstelde, de militair* 8
rechtspraak daarentegen haar ter hand
nam. Hij con cl udëert .voorloop ig tot- ont
vankelijkheid, maar acht het Hof on-
voldoende ingelicht om de plano te
beslissen. Het Hof zal het militaire dos-
sier Picquart daartoe moeten hebben er
wel alle stukken daarvan
Die veelvoudige procedure, die in- 11
structie op vijf verschillende feite®, die
elkaar raken in de getuigenissen of de j.
verhoerendie uitleggingen welke ach-
tereen volgens slaan op ellc dier punten
en meermalen zeker op hetzelfde sink rt
berusten is het mogelijk daarin een
schifting te doen? Kan de krijgsraad
het eene stuk terughouden, omdat het
betrekking heeft op de misdaad (verval-
sching) en slechts het andere stuk le-
veren, omdat het betrekking heeft op
het delict (overtreding der spionnage-
wet)? Neen, mijne heeren, dat is niet
mogelijk, zelfs materieel niet mogelijk...
Manau komt voorts langs geheel den C
zelfden weg als Atthalin tot zijn gelijk I
luidende conclusia Opvallend is nog in c
zijn betoog het volgende:
Veronderstellen wij eens dat Picquart t
wegens vervalsching vervolgd werd. H« r
petit-bleu heeft dan geen waarde meer.
En dus heeft het niets meer uit te staan
met de nationale verdediging. Maai" wat o
blijft er dan van het delict voor den s
correctioneele® rechter Picquart zou c
een willekeurig stuk papier aan Leblois a
hebben late® zie®. Er zou dus geen de- 1
liet meer zijn. i
Dit is niet alles. Ziehier wat ons voor f
komt beslissend te zijn. Picquart word: c
beschuldigd va® gebiuikmaking van m g
valsch stuk. Die gebiuikmaking zou be- s
staan in de mededeeling, door hem gt* c
daan, van liet- petit-bleu, met anden
min of meer daarmee in verband staan- r
de stukken. Indien deze mededeeling
aan Leblois is gedaan, onafhankelijk vat 1
je overal."
„Niets van dat alles," besliste ik,
met een waardigheid waarvan ik zeil
zeggen mag, dat ze edel was. „Er c
moet op die reis gewerkt worden, er t
moet worden gekeken naar, gelezen t
van en gerapporteerd over stallen, j
koelkamers, bloedgootjes eu dergelijke
vermakelijke onderwerpen meer. Per- 2
sooDlyk zou ik het den beeren Van j
Oyen en Leyh zelfs kwalijk nemen, j,
wanneer ze 'ook maar in hun slaap t
aan iets anders dachten, 't Eenige
waarvan ik bnn zoo willen veroor
loven te droomen, is van een optocht
der haarlemsche slagers, die in som-
beren toorn door de straten van Haar- i
lem trekken, de hoofden van de twee
slachthuis-ontdekkingsreizigers op f
schotels voor zich uitdragende. Neeu.
neen, er moet zuinig gewerkt worden.
Verbeeld je, dat de heeren midden in
Dnitschland zitten en dat de f 2-50.-
op zyn, zoodat de burgemeester een
spoedeischende Raadsvergadering zou
moeten beleggen, met de boodschap
ea dat de duitsche hotelhouder ze
niet wil laten gaan voordat de reke
ning betaald is en dat er derhalve
een telegrafische postwissel vau bon*
derd gulden op slag moet worden
verzonden. Water, brood, derde klasse 1
reis, hard werken en van tyd tot tijd
een stukje worst op avontuur, meer
kan het van die f250 niet lyden."
De gemeentekas kan ook niet meer
besteden. Maar éen ding vraag ik o(j 1
af„wanneer het niet meer dan f 250
kan lyden voor een groote reis hier
en elders, waarom denkt men dan
over een abattoir dat circa zesmaal
honderdduizend gulden kost
Wouter keek me eens aan en zei
toen: „waarom draag jy een kort jasje 1
en niet een knitendekker zooals onze 1
vaderen
„Omdat korte jassen de mode zijn," 1
zei ik.
„Zoo is het met de abattoirs ook,
antwoordde hy. „Ze zyn eenmaal
mode."
FIDELIO.