NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. FEUILLETON. 85e Jaargang Dinsdag 13 December 1898. ■o 4742 HAARLEMS DASBLAD AJBOisrnsrEiivrEasrTsn^iJ'S: Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei- gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.3710 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etraugare G. L. L'AUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels ƒ0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zjjD Bloem endaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Zandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,bij de tol; Spaamdam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER Veisen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNSBillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. STADSNIEUWS Eerste en derde pagina. Haarlem, 12 Dec. 1898. De „Staatscourant" van 11 en 12 )ecember bevat de statuten van de 'aaml. Vennootschap „De Vereenigde Jzerhandel" te Haarlem, ten doel ebbende het drijven van den handel ijzerwaren en aanverwante artike- i in den meest uitgebreiden zin. [et maatschappelijk kapitaal is aan- ankelijk bepaald op f500.000, ver- eeld in 500 aandeelen van f 1000 elk. Voor 400 aandeelen is reeds in het apitaal deelgenomen en wel door de eerenW. Stolp, W. Stolp Jr., W. Izerman, C. E. de Jongb, E. de xnoy, mr. Johan Spoor, allen alhier, Stolp, Zutphen, C. van der Stad, Nijmegen, S. Stolp, Dordrecht H. A. Stolp, 's Gravenhage, D' itolp, Arnhem, H. Stolp, Amsterdam, iej. G. B. Ezerman, alhier en mej. Stolp, Dordrecht. Aanbesteding. Zaterdagmiddag werd door den rchitect W. F. Doeglas in het hotel Lion d'Or, Kruisweg, aanbesteed Het bouwen van een Kantoor met aats op een terrein gelegen aan Phoenixlaan alhier. Ingekomen waren 15 biljetten van volgende firma's; een biljet was id onwaarde. Giebels en J. van Servellen bergloods Dunren H. v. Leeuwen Vander G. Opdam van Abs Weereldsma Noë C. Kluijt F. Duin de Lugt v. d. Kroft L. Zantvoort F. Slebos f4930 2160 „5248 2460 „5436 2560 „5460 „2850 „5668 2949 „5824 3125 „5846 3326 „5869 „2763 „5930 „3260 6025 „3560 6200 „3400 6300 „3200 6310 „3436 „6380 3240 "f 110, 'ereeniging van Spoorweg ambtenaren. )e afdeeling Haarlem van de Ne- landscbe Vereeniging van Spoor- gambtenaren hield Zaterdag-avond de bovenzaal van de „Vereeniging" ie gezellige bijeenkomst, dieinder- id ten volle op dien naam aanspraak cht maken. Iet was een voordracht-avond, te ten door den heer Jan C. van der gp. met medewerking van den heer E. C. StapfJ beiden van 's-Gra venhage. De heeren zijn lid der sche Vereeniging Nieuwland. Het programma bestond uit een tiental voordrachten, waaronder vier chansonnettes, ongerekend debis-num- mertjes, die gegeven moesten worden. De heer van der Grijp heeft zich J in de voordracht doen kennen als een i uitstekend declamator, die meester is zoowel in 't tragische als in 't komi sche genre. Van het eerste gaf hij een uitstekend staaltje in „De Schild wacht," terwijl zjjn gave om het komische te vertolken vooral uitkwam in „de Hoed" eu „Mijn eigen kamer." De keuze van den heer van der Grgp is een zeer gelukkige geweest. Friscb en gezond was de inhoud van wat hij ten gehoore bracht, en de wijze, waarop hij dat deed, boeide bijzonder. De chansonnetten, een aardige afwisseling tusschen de litteraire voor drachten waren voor rekening van den heer Stapf. Deze heer heeft een goed geluid, een koddige mimiek en zingt aardige liedjes, die luide werden toegejuicht, waarvoor hij dikwijls een bisnummertje moest geven. Te ruim half elf waren de voor drachten geëindigd, waarna het bal onder leiding van den heer A. J. Meijerink een aanvang nam. Dit bal was zeer geanimeerd en hield de dans- lustigen nog langen tijd gezellig bij een. Tusschen de dansnammers door waren de heeren van der Grijp en Stapf zoo welwillend nog enkele voor drachten ten beste te geven, hetgeen natuurlijk zeer op prijs werd gesteld. Hedenmiddag werd eene vrouw in beschonken toestand op de Botermarkt door de politie aangehouden en onder toeloop van eene groote menigte naar het hoofdbureau van politie gebracht. HAAGSCHE BRIEVEN. Nu de sociale en moreele schandaal tjes, die bij de behandeling der zaak- Vemer iu liet schelle licht van een in grijpend onderzoek traden, eenigszins vergeten zijnnu parlementaire ka- baaltjes, met al de attractie van bet nieuwe eu ongeziene, de aandacht vrar gen en bezighouden, zou er eigenlijk geen reden zijn om meer op het schan daalproces terug te komen. Toch zijn er twee redenen. De eerste is een korte polemiek in een der bladen over de houding van den president (vice- president) der rechtbank, die aan het adres van bekl. eenige verwijten richt te, srpeciaal gegrond op diens moreel le ven. Hij deed wat men kapittelen" noemen mag. maar hij deed dit op ui terst humane wijze, gelijk hij zich bij voortduring welwillend toonde, door, soms midden in een verhoor, of in de pleitrede, de zitting te schorsen, ten ein- do den bekl.. die een kwaal heeft, gele genheid te geven, even de zaal te verla ten. Nu is van juridische zijde, op grond van de wet op de rechterlijke organisa tie, bezwaar gemaakt tegen het „verma- nen" van den bekl., waar de wet alleen spreekt van het stellen van vragen. Er schijnt voor dit standpunt iets te zeg gen. Wij hebben vroeger bij den Hove van Holland twee Voorzitters gehad, die de bekl. 't liefst toespraken als „moor denaar" of „brandstichter" het heette dan „brandstichter, sta eens op Dat was minstens genomen voorbarig, zoolang niet juridisch vaststond, dat de man een brandstichter was. Maar wat wilt ge? Er heeft zich nu eenmaal, wat het verhoor van beklaag den aangaat, bij de andere magistraten een soort van practijk gevormd. Daar mede plotseling te breken, dien eisch te stellen ware ondoenlijk. De practijk, die sterker is dan de leer, leidt er wellicht toe om in eiken verdachte een boosdoe ner te zien. Wellicht dat een jonger geslacht van magistraten en op deze verjonging is in de Kamer zijdelings aangedron gen er anders over zal denken, naar mate misschien zal veld winnen de Lom- brosiaansche theorie dat misdadigers veelal psychische zieken zijn. lijdende aan moreelen waanzin (moral insanity). Dit brengt mij tot de tweede reden, waarom ik nog van de zaak gewaag. Men is nl. ten zeerste gespannen op de uit spraak der rechtbank ten aanzien van bekl.'s toerekenbaarheid. En nu de we tenschap in populairen vorm de moeie- lijkste vraagstukken onder het bereik van den leek brengt, iser in de laatste we ken heel wat gelezen over psychische aberraties. Dat is niet te verwonderen in een stad als Den Haag, waar men gaarne aan alles „doet" en ook de beoefening van occulte wetenschappen als een soort van mondaine uitspanning gaat beschou wen. De psychologische conferenties van de oude en eerbiedwaardige mevr. Elise van Calcar, die haar gehoor in Zondag bijeenkomsten inwijdt in het Spiritualis me, trekken reeds sedert lang tamelijk veel publiek. Conferenties over theoso fie waren geruimen tijd zeer in trek. En thans is de residentie naar het schijnt de hoofdzetel geworden van het „Oc cultisme". of liever van een vereeniging tot beoefening dier wetenschap, die, vol gens de aanhangers, bestemd schijnt om aan alle andere wetenschappen den weg te wijzen. Spiritisme en magnetisme staan op den voorgrond en men zal niet alleen de theorie navorschen, doch ook de practijk toepassen. In mijn jeugd heb ik over deze dingen wel gelezen, met ze ker enthousiasme zelfs, zooals men Mul- tatuli leest,... als men jong is. Maar se dert ik bij mezelf geen spoortje van „fluidum magneticum" heb kunnen waarnemen, ben ik tot- ongeloof bekeerd. Mediums schijnen trouwens lastig te vinden, getuige deze advertentie uit een der bladen van gisteren „MEDIUM. Gezocht een Persoon, (mann. of vr.), van voldoende med. kracht, om in een- voudigen kring, enkele malen en met goede result., eene spirit.-séance te lei den. Brieven met opgaaf van conditiën en refer., enz." Aanbevolen aan Haarlemmers met mediamieke disposities, die een baantje zoeken. Het beste medium is in de Haagsche winkel vereeniging van .Eigen Hulp" de verdraagzaamheid gebleken. In de ver gadering van Vrijdagavond zijn opposi tie en bestuur elkaar tegemoet gekomen met de meest vredelievende gezindheid en toen de bijeenkomst verliep was 't al „pays en vree." Een vergadering als deze is vermoedelijk in geen enkele stad van Holland ooit beleefd. Niet minder dan 1009 personen hadden de presentie lijst geteekend. Gelukkig, dat 't geen enkel maal tot „hoofdelijke stemming" behoefde te komen, want zoo'n stem ming had licht een paar uren geduurd. Zooals gezegd, 't liep kalm af. Het bestuur zegde de verlangde Statutenhei-- ziening toe en nam een paar voorstellen voorloopig terug. De discussie eindigde met een onder applaus (het applaus van 1100 a 1200 menschen!) aangenomen motie om den Voorzitter, mr. Elias, te verzoeken op zijn ontslag-aanvraag terug te komen. 't Geheel was een teleurstelling voor degenen die „standjes" verwacht hadden en in hun verwachting gesterkt werden door een verlicht chassinet met „grand spectacle concert-varié", dat de directie van het casino per ongeluk voor de ver gaderzaal had laten hangen! H. A. GANUS Jr. Parlementaire Praatjes. Het Zaterdagsche debat nam geen grooten omvang en laat zich gevoegelijk saam vatten. Allereerst werd een kort debat ge voerd over een post van 500 ten be hoeve van de examens der Ver. voor ge meentebelangen. Ofschoon warm door den Min. verdedigd, werd de post ver worpen met 52 tegen 15 stemmen. Het kiesrecht-debat dat hierop volgde, ging niet diep. De wenk van den heer Van Limburg Stirum om de kiezers snel ler te doen waarschuwen tegen achter stand in hun belastingen, zou onnoodig zijn wanneer iedereen maar op tijd zijn belasting voldeed. De door hem aanbe volen Amerikaansche stemmachine viel niet in den smaak des Ministers. Verschillende wenken, door den heer Troelstra gegeven, werden door den Min. beantwoord met de toezegging van overweging. Zóo die, dat nu de Hooge Raad had uitgemaakt, dat loonkiezers niet met de opgaaf van het minimum loon kunnen volstaan, een wetswijziging noodig is. Deze wenk werd door den heer Kolkman ondersteund. De heer Troel stra had nog gewaagd de verkiezingen in Febr. te doen houden, wat nog al bezwaar schijnt te hebben. Bij dit debat plaatste zich een inci dent. De heer Troelstra vroeg voor de derde maal het woord wat gewoonlijk stil zwijgend wordt toegestaan. Nu vroeg de heer van Kerkwijk stem ming daarover. De heer Troelstra stoof op. Al kon de heer van Kerkwijk dan ook zelf bijna niet meer praten, dan moest hij dat an deren niet beletten. De Voorzitter richtte een vermaning tot den spreker. Men moest zich van zulke onaangename woorden onthouden. Toen de heer van Kerkwijk zijn voor stel handhaafde, zag de heer Troelstra van het woord af. De heeren Willinge, Meesters en van Karnebeek brachten nog eens de ge meentelijke belastingen ter sprake. De Min. antwoordde dat een onderzoek naar de werking der wet op de gemeentefi- nanciën nog niet was afgeloopen en dat omtrent wetswijziging (art. 243 G.W.) nog geen toezegging kon worden ge daan. Do afd. Medische politie bracht den heer Conrad tot de Haagsche grachten, met den wenk om, nu de proef met spuiing mislukt was te achten, in de richting van verbod tot verontreiniging te zoeken. De Minister antwoordde, dat de Staatscommissie ad hoe het recht tot voorstellen hieromtrent had. Omtrent liet lepra-gevaar door den heer Van Kol e. a. besproken zegde de Min. een onderzoek toe- Het debat over Hooger Onderwijs liep niet ten einde. Terwijl de heer Roes- singh een Rijksbeurzenstelsel verdedig de, de beer Ketelaar een warm pleidooi hield voor University Extension be sprak de lieer Drucker de universitei ten, waarvoor hij slechts een beseheiden vermeerdering van uitgaven wilde toe staan. Z. i. moesten de universiteiten te samen éeu wetenschappelijk geheel vor men niet elk barer behoefde een com- pleete faculteit voor elk vak te hebben, noch ook wetenschappelijke inrichtin gen. Men moest z. i. meer loctoren aan stellen en speciale studievakken tot een universiteit beperken, zonder bevoor deeling van een dier stichtingen. Waar de lieer Tydeman nog een be slist voorstander scheen der klassieke opleiding, achtte de heer De Visser die voor medici en natuurphilosofen minder noodzakelijk en bepleitte een betere aan sluiting van Middelb. en H. O. door re organisatie van liet laatste (naar de denkbeelden der boeren Nolen, Beek man en Gunning). Tot toelating van den Deventer afge vaardigde De Beaufort werd besloten. Heden, Maandag, begon de zittting te half twee. G. Jr. Uit de „Staatscourant". Hon. besluiten. Benoemd tot ontvanger der regis tratie en domeinente Boxmeer, M. W. Klein, thans in gelijke betrekking te Horstte OldeberkoopG. H Kraus, thans surnumerair der regis tratie en domeinen te Horst, F. W. Swaue, thans snrnumerair der registra tie en domeinentot kommies ter directie der directe belastingen, in voerrechten en accijnzen te Middel burg, S. P. Tismeer, thans tijdelijk belast met de waarneming dier be trekking tot directeur van het post kantoor te Lichtenvoorde,L.Pitlo Rz., thans klerk der posterijen en tele graphic van de lste klasse; tot op zichter van den Rijkswaterstaat der 4de klasse J. Tb. M. Smelt; Bevorderd tot opzichter van den Rijkswaterstaat der lste klasse D. L. A. van de Kreke, thans opzichter der 2de klasse; tot opzichter van den Rijkswaterstaat der 2de klasse J. Schol, thans opzichter der 3de klasse en tot opzichter van den Rijkswater staat der 3de klasse M. in 't Hout opzichter der 4de klasse. Aan K. Wiersum, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne be trekking van kantonrechter-plaatsver vanger in het kanton Oss; met in gang van 1 April 1899, aan den com mies der telegraphie van de lste ki. W. Koning, op zyn verzoek, eervo ontslag verleend uit 's Rijks dienst aan E. A. Canneman, op verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne be trekking van hoofdcommies bjj bet Departement van Financiën, behou dens aanspraak op pensioen. Aan W. Wichers, chef de bureau bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, wonende te Maastricht, verlof verleend tot het aannemen der medaille lste klasse der burgerlijke orde, ingesteld bg Koninkl. beslnitvan 21 Juli 1867, hem door den Koning van België ver leend. Prof. Asser, t Prof. Carel Asser is Zaterdagmid dag, na een kortstondige ziekte, te Leiden overleden. Hij was te 's-Gra- venhage geboren op den lsten Juni 1843, en bereikte dus een leeftijd, waarop van den met zulke geestes gaven bedeelde nog zeer veel voor de toekomst te verwachten was. Na zijne voorbereidende studiën te hebben voltooid aan het gymnasium in den Haag, studeerde njj in de rechtsgeleerdheid aan de universiteit te Leiden, waar hij cam laade be vorderd werd tot doctor in het heden- daagsch en Romeinsch recht, op 15 December 1866, met een academisch proefschrift, handelende over de tele graphie in hare rechtsgevolgen." Reeds spoedig daarna geroepen tot de magistratuur, werd hg op 6 Juli 1878 benoemd tot rechter in de arron- dissements-rechtbank te 's-Graven- hage, en in 't laatst van 1892 werd hij waardig gekeurd de plaats te ver vullen van zijnen leermeester, prof. mr. De Boneval Faure, als boogieeraar in de rechtswetenschap aan de Leid- sche universiteit, meer speciaal belast met het handelsrecht. Prof. Asser aanvaardde zjjn ambt 19 October 1892 met eene inaugureeie oratie over „we tenschap en wetgeving." Hoezeer zijne verdiensten als rechtsgeleerde werden op prijs gesteld, mag zeker hieruit worden afgeleid, dat bij op betrekke lijk jeugdigen leeftijd werd aangewe zen deel uit te maken van commis- siën aan wie werd opgedragen te onderzoeken van welke wetboeken herziening wenschelijk en noodig was. Groote brand te 's Gravenhage. Een ontzettende brand, zooals men er sedert jaren geen in de residentie had beleefd, brak Zondagmiddag om streeks half vier uit in de 'sGraven- haagscbe Brood- en Meelfabriek aan het Groenewegje. De brand uam wel dra zulk een omvang aan, dat aan blusscben bg het hoofdgebouw niet te denken viel, niettegenstaande de brandweer met tal van spuiten en twee stoomspuiten werkte. jkjes in de Sportwereld. [aar Konrad en Annie lieten zich afsclirikken. Dit dolle gedrang had bedwelmends en evenals de andere •ekers vonden zij er niets bespotte- s in. Buiten schitterde alles in de eerlijke 'herfstzon, in den tuin kon rust en frissche lucht genieten ter- j men daar niets van het donderend! as der treinen hoorde; maar juist buitengewone vermaakte de gasten Konrad en Annie amuseerden zich minder dan de anderen, clxielijk veroverden zij twee onbezette len aan een lange tafel en zaten t naast elkander alles nauwkeurig e nemen. Zij bewonderden alles, de re houten lambrizeeringen. die toen tijd voor de Berlijners nog een iwtje waren, de woelige menschen j le rommelende treinen. Telkenmale' zoo'n gevaarte boven hun hoofd mde stootten de menschen elkaar aan aten eenige oogenblikken aandachtig te luisteren. Ja, Berlijn werd een we reldstad Konrad bestelde bier, wat hem nog al spoedig gebracht werd, maar tot een onderhoud kwam het niet. Rechts en links van hen zaten heeren en dames, door elkaar te lachen en te praten, zoo dat men zijn eigen woorden niet kon erstaan. Konrad was als bedwelmd voor hem was dit drukke, woelige, zoo eigen aan een groote stad, geheel vreemd en nieuw, Annie daarentegen voelde zich volkomen op haar gemak. Te midden dezer menschenmassa voelde zij zich, nu zij naast hem zat, heel veilig en gaarne was zij daar uren blijven zitten. Kon rad bestelde broodjes en zij liet hem kalm begaan. Toen beiden hun maaltijd genuttigd en den kellner betaald hadden, nam Konrad Annie bij de hand om haar door de foule heen te leiden. Rustig en kalm, maar even vastberaden als een ijsbreker die zich door de gestolde wa tervlakte een weg baant, bewoog hij zich door de menigte menschen heen en An nie schoof als een klein bootje in het vaarwater van een groot schip achter hem aan. Toen zij weer buiten kwamen was de wijzer der groote stationsklok aanmer kelijk vooruitgaan en waren zij dus ge noodzaakt haastig afscheid te nemen. Hij reikte haar de hand zeggende „Tot van avond," sprong op een omnibus en was spoedig uit het gezicht verdwenen. Als in een droom keerde zij huis waarts. Hij had haar eens zoo zonder ling aangezien, het was haar als voelde zij nog zijn handdruk owelk een heer lijk uur was dat geweest Den geheelen middag zat Konrad op het groote kantoor schreef, rekende en... droomde. Hij had dien middag niet veel to doen en zijn gedachten dwaalden dik wijls af niet naar Brandes, dien hij dien avond bezoeken wilde, en ook niet naar het verre Insterburg, waaraan zoo veel hei inneringen verbonden waren. Neen, alle golden Annie, haar mooie, blauwe oogen en kleine handjes. Als een eenzaam ellendig man was hij in Berlijn gekomen, maar nu kende hij geen eenzaamheid meer. VIERDE HOOFDSTUK. „Ja, mijnheer Brandes is thuis." De knecht nam Konrad even van het hoofd tot de voeten op. De zwarte, la- kenscke rok van een eigenaardig snit een erfstuk van zijn vader paste volstrekt niet bij den spiksplinternieu- wen, hoogen hoed, de lichte handschoe nen en de zware laarzen met de driedub bele zolen. Maar Konrad had iets over zich wat alle weifeling bij den knecht wegnam een zekere, voorname bedaardheid, waardoor men geheel en al den ouder- wetschen rok over 't hoofd zag. „Ja, mijnheer Brandes is thuis. Als mijnheer even wil wachten..." De knecht verdween en Konrad stond alleen. Toch overviel hem nu een gevoel ran onbehagelijkheid. Mijnheer Brandes moest ongetwijfeld een zeer rijk man zijn. Konrad had nooit te voren een huis gezien, waarvan de trappen en gang reeds zoo'n pracht vertoonden. Een dik ke. fluweelen looper was met. vergulde roeden op de wit marmeren treden be vestigd do muren waren met zware ta pijten behangen, terwijl in de marmeren zuilen op de bordessen spiegels waren gevat, „Wat kwam hij hier doen Hij, de kantoorbediende, die toch nooit tot de zen voornamen man in nauwere betrek king zou kunnen komen te staan? Mis schien had zijn vader de verhouding tot zijn vriend verkeerd beoordeeld, toen hij op zijn strfbed zijn zoon zoo drin gend verzocht George Brandee op te zoe ken. Twintig jaar lang waren zijn va- der en deze Brandes vrienden geweest, maar de jaren wisschen zulke betrek kingen wel eens uit. En hij, die hier nu stond, was slechts de zoon van dien vriend wat kwam hij hier eigenlijk doen? Een band, die sinds lang verbroken was, opnieuw aan een knoopen. Deze zelfde overpeinzingen hielden mijnheer George Brandes zeker ook be zig o! het was een alleronaange naamst bezoek. Op hetzelfde oogenblik werd er een deur in de breede, donkere gang ge- open maar in plaats van den knecht zag Konrad een forsch gebouwd man van middelbare lengte met scherp getee- kende trekken en een zwarten knevel nader komen. Dat moest George Bran des zelf zijn. Met veerkrachtigen tred trad hij op Konrad toe, reikte hem de hand, draai de hem zonder eenige plichtplegingen naar het venster, waardoor de avondzon naar binnen scheen en nam zijn gelaat nauwkeurig op. „Konrad Eckert? De zoon van Ru- dolf? Kom mee, mijn jongen." Zijn stem klonk niet vast. als ware hij aangedaan. Brandes stak zijn arm door dien van Konrad en leidde hem naar de deur, die nog half open stond. Maar voordat zij de kamer binnen traden Konrad kon van verbazing geen woord uitbrengen bleef Brandes nog even staan. „Geef mij je hand, mijn jongen. Je hebt mij een groote, zeer groote vreugde bereid." De schemering viel en het werd al donkerder en donkerder. Konrad zat reeds uren in den gemak- kelijken zachten stoel tegenover Bran des, en het kwam den jongen man voor alsof er in die uren een hemel voor hem geopend was. Hoe dikwijls had zijn va der hem van zijn jeugd verteld, en van den oceaan, van de bergen, van Ham burg en La Plata, en allerlei avonturen als zij te zamen in den tuin achter hun huisje te Insterburg zaten. Maar wat bet eekenden al die uren in vergelijking van dit eene, waarin een ander welis waar dezelfde verhalen deed maar oop zoo'n geheel andere wijze. In de oogen van Konrad scheen Brandes een dich ter, die van zijn jeugd verhaalde, nu eens vroolijk dan weer treurig, ontroerd, terwijl in al zijn woorden de liefde voor zijn gestorven vriend doorstraalde. „Nooit heeft een beter mensch geleefd dan je vader, raijn jongen, nooit. Nu is hij gestorven ik gaf er heel wat voor, als ik bij hem geweest was eu hem da

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1