L. Wessels, oud-reiictent van Ja- van den topograph, dienst in Indië. mij naar een ander gedeelte der zaal.
para. G. J. Engelen, gep. luit. kolonel; Nauwelijks daar gezeten zijnde, bemerk-
N. Epkema, gsp. hoofdofficier derder infanterie. j te ik dan ook dat zij er ingekomen war
infanterie. J. M. Bosveld, hofmaarschalk van1 ren om ..de boel eens op stelten te zct-
Dr. A. var. Hasselt, directeur der H. M. d8 Koningin. i ten," zooals men dat noeant. Een der
H. B. S. te Assen. j F. C Burgers, gep. luit.-kolonel j slungels ging op tafel liggen met de
K. W. H. Goets, gep. kapt. ter zeeO.-I. leger. beenen in de hoogte, waarbij een ander
te Utrecht.
Mr. B. M. Bahlmann, lid der Tweede
Kamer der Staten-Generaal.
Mr. Joseph Gockinga.oud-raadsheer
in het gerechtshof te Groningen.
G. J. Bos, Kunstschilder te Leiden.
Prof. P. C. Plugge te Groningen.
J. Goossens, oud-prov. inspecteur
der beiastingeu te Amsterdam.
Dr. J. J. Prins, oad-hoogleeraar in
de godgeleerdheid te Leiden.
Mr. J. H. C. Cazius, raadsheer in
het hof te 's Hertogenbosch.
E. L. J. Lo Roy van Zuidewyn,
gep. kolonel der inf.*
Jhr. mr. G. van Suchteien van de
Haere, oud-rechter te Leeuwarden.
Prof. dr. S. Hoekstra Bzo., oud-
hoogl. io de godgeleerdheid te Am
sterdam, oud-hoog!, aan hei Doopsge
zind seminarium.
H. G. van der Poel, oudste lid der
Prov. Staten van Utrecht.
F. Roosdorp, letterkundige.
Dr. M. A. N. Rovers, em.-predikaot.
Mr. G. J. E. E. Zilcker,, gew. secr.-
generaal aan het depart, van buiten), ment.
zaken. Emile Rïchebourg. romanschrijver
Prof. W. F. R. Suringar, directeur te Parijs,
van den Hortus Botanicus te Leiden. Kolonel Henry, bekend uit de Drey-
B. J. G. Volck, directeur der zee-fus-zaak.
Mr. T. H. der Kinderen, oud-lid J allerlei grimassen zat te maken. Terwijl
van den Raad van Ned.-Indiö. men daarmee bezig was, brak de tafel
J. J. baron Taets van Amerongen, I en de heele boel rolde op den grond,
kamerheer i.b.d. van wijlen Z. M. Alsof dit nog niet genoeg was, wei
Willem III en stalmeester van Prins
Frederik.
Dr. D. Doedes BreuniDg, oud-lid
der Eerste Kamer.
W. C. Ziegenhirt van Rozenthal,
gep. overste der marine.
Prof. mr. C. Asser te Leiden.
E. Gerdes, kinderschrijver.
Jhr. mr. W. M. de Brauw, oud-
minister v. koloniën, oud-commissaris
der Koningio in Zeeland.
J. Geloudermaus, gep. luit-kol,
O.-I. leger.
D. Groeueveld, pres. der Javasche
Bank te Batavia.
Gepens. generaal-majoor Enaerleia,
oad-minister van oorlog.
In het buitenland.
Gonzalez Munoz,
Porto-Rico.
Viiliers, nestor van het Eng.parle-
gouverneur van
vaartschool (Zeemanshuis) te Am-Victor Bailiot, te Auxerre, laatste
sterdam. oud-strijder van Waterloo.
Mevr. Buskeo Huet te Parijs. j President Barrias. te San Joséver-
Mr. D. Everwijn, minister-resident j moord,
in disponibiliteit te 's-Graveuhage. Graaf Gustaaf Sigismund Kalnokv,
W. Enslie, gep.-schout bij nacht. Oostesryksch staatsman.
Dr. J. E. de Vry, scheikundige.
David de la Mar/kunstschilder.
Mr. J. H. Verschoor, rechter bij
de rechtbank te Breda.
Wort man, beeld bouwer.
Hendrik Muller Sz., lid der Eerste
Kamer voor Zuid-Holland.
Mr. F. Tri. Pahud de Mortanges,
oud-hoofdambt, iu Indië.
Mr. J. M. van Beyma, oud-officier
van justitie.
J. Brummelkamp, Ned. Herv. pred.
te Amsterdam.
Mr. A. Vaillant, oud-pres. der arr.-
rechtbank te Rotterdam.
Mr. A. H. van Tienh ven, vice-pres.
van de arr.-rechtbank te Rotterdam,
lid van den gemeenteraad aldaar.
M. M. de Muucby, voorzitter van
de Kamer van Koophandel te Rot
terdam.
Dr. G. F. W. Baehr, oud-hoogl.
aan de polytechn. school te Delft.
J. P. van Lier, gep. kolonel O. I.
leger.
J. W. du Celliée Muller, gep. luit.-
der administratie.
P. A. Daum, hoofdredacteur van
het „Bat. Nieuwsblad."
F. W. Horstman, luit.-kolonel inten
dant.
Jhr. A. C. J. Wittert, luit.-kol.
der infanterie, garnizoenscommandant
van Maastricht.
W. M. der Kinderen, redacteur van
het „N. Alg. Effectenblad".
Mr. P. C. Bijleveld, burgemeester
van Nijmegen.
Mr. W. A. baron van Verschuer,
raad-adviseur aan het depart, van
Wat., H. en N.
H. Bol. directeur der R. H. B. te
Winschoten.
Mr. W. A. H. von Heijden, griffier
bij het kantongerecht te Almeloo.
Dr. A. Drost Dzn.. voorz. van het
Ned.Zendelinggenootschap,Ned. Herv.
pred. te Delft.
J. T. M. Smits van Oijen, lid van
de Tweede Kamer der Staten-Gene
raal, burgem. vau Eindhoven.
Arnold Ising, letterkundige.
Jhr. Johan Orth van Schonauec, i
oud-insp. der waterstaat.
Mr. F. E. Th. Dittlinger, oud-offi
cier van justitie.
Generaal Von Kaltenborn Stachau,
gewezen Pruisisch min. van oorlog.
Prins Henry de Valory.
Sir Henry Bessemer, uitvinder van
het B6ssemerstaal.
Cavalotti, lid van het Italiaansche
parlement.
De hertog van Sagan.
Hans Wachenhusen te Marburg,
letterkundige.
Aartshertogin Nathalie.
Prins de Joinviile.
Prins Kung. Cbmeesch staatsman.
Gladstone.
Edward Bellamy, schrijver van be
kende economische werken.
Aartshertog Leopold van Oostenrijk.
Bria, minister v. marine in Italië.
Prof. Friedrieh Miiller, ethnologiseh
en philologogisch hoogleeraar te Wee-
nen.
Dr. Cornelius Herz, bekend uit het
Panamaschandaal.
Vorst Otto vou Bismarck.
George Ebers. Duitsch schrijver.
Koning Malietoa der Samoa-eilanden.
Keizerin Elisabeth van Oostenrijk.
Koningin Louise van Denemarken.
Mevrouw Carnot, weduwe van den
vermoorden president der Fransehe
Republiek.
Prinses Albrecht van Pruisen.
De hertogin van Toscaue.
Prinses Auguste van Saksen-Wei-
mar-Eisenach.
Prinses Friedrieh van Wur temberg.
Dr. Jenner, lijfarts van de koningin
van Engeland.
Baron Rothschild te Parijs.
Maximo Gomez, hoofd der Cnbaan-
sche opstandelingen.
Georges Rodenbach, Belgisch schrij
ver en dichter.
genoeg was, werd
er een levende duif voor den dag ge
haald, benevens een eind touw en een
potlepel. De duif werd aan het eene en
de potlepel aan het andere eind van het
touw vastgemaakt, het dier werd los
gelaten. waarna men het arme beest
weder naar beneden trok. Eindelijk
kwam er een commissaris van orde bij,
deze baalde de gebroken tafel weg, en
bleef eenigen tijd in hunne nabijheid.
De duif had men ondc-rtusschen losge
laten en na ©enigen tijd heen en weer
gefladderd te hebben werd zij eindelijk
gevangen.
Nu vraag ik, waarom zet men zulke
personen, die er bepaald op uitgaan
oïn hier en daar de boei eens in de war
te sturen, niet direct buiten de deur als
zij iets doen wat storend is, zoowel voor
het publiek als voor het muziekkorps
Mij dunkt, het bestuur der Sociëteit
heeft er alle recht toe, zulks te doen,
daardoor zouden veel onaangenaamhe
den voorkomen worden. In het ergste
geval zou men toch de hulp der politie
kunnen inroepenwaarvoor staat er
anders een poliiie-agent aan den ingang
Meermalen toch is het voorgekomen,
dat dergelijke luidruchtige gezelschap
pen in de zaal waren en ik geloof dan
ook dat er veel meer personen de uit
voeringen zouden komen bijwonen,
dien men zeker wist. dat er alles netjes
en ordelijk toeging. Ik vertrouw dan ook
dat het b&stuiir van „de Yereeniging"
in het vervolg dergelijke personen direct
uit de zaal zal doen verwijderen, daar
mede zal zij zeker velen toehoorders een
dienst bewijzen.
U. mijnheer de Redacteur, beleefd
dank zeggende voor de verleende plaats
ruimte. feeeken ik mij.
DWARSKIJKER.
IB&EZS8SE8.
Voor den inhoud dezer rubriek steli
de redactie zich niet aansprakelijk
Van ingezonden stukkengeplaatst
of niet geplaatstwordt de copij
niet aan den inzender terug
gegeven.
Mijnheer de Redacteur
Meermalen bemerkte ik met genoe
gen. dat in uwe courant altijd plaats
Haarlem, 29 Dec. '98.
Mijnheer de Redacteur!
Wederom verzoek ik U beleefd deze
weinige regels ie plaatsen in antwoord
op de heeren Hendrinks (No. van
28 Dec.) en Nienwenbuizen (No. van
29 Dec.).
Yoor ik deze heeren beantwoord,
wensen ik echter de aandacht van
het publiek te vestigen op het feit,
dat door dit heen en weer geschrijf
de toestand der bloemistknechten het
zelfde blijft, en de hoofdzaak dezer
polemiek moest zijn over verbetering
in dezen toestand. Des niettegenstaande
is het noodig ook in het belang van
de arbeidersbeweging dat deze kwes
tie opgelost wordt.
In antwoord aan J. Hendrinks het
volgendelaten wij eens voorstellen
dat mijn bewering onjuist is, hoewel
de bescheiden van de overleden bloe-
mistknechten vereeniging welke id mijn
bezit zijn, mijn bewering waar maken,
dan toch maakt dit de bewering van
den bewusten briefschrijver niet waar.
Het is toch kwalijk aan te ne
men, wanneer iemand wordt uitge-
noodigd te helpen een vereeniging op
te richten, dat dank zij zijn optreden
deze nog niet bestaan hebbende ver- j
eeniging zou overleden zijn. Hoe de
R. K. V. dit ook draait of keert in
casu haar briefschrijver(s) dat is een!
onmogelijkheid, op zijn best zou men
kuDnen spreken dat ik door mijn op-
treden de geboorte eener zoodanige!
vereeniging kon vertragen, en dit
weerspreken de feiteD, daar zy naar
aanleiding van myn optreden is ge- j
cor.titueerJ.
Ten slotte richt ge een voorstel tot
mij. om de bloemistknechten te laten
1. Godsdienst,
2. Wijsbegeerte,
3. Staatkunde (Partij-politiek),
door mij zou moeten worden verde
digd dan pas zou kunnen uitgemaakt of
de vergaderde bloemistknechten mijne
denkbeelden huldigden. Wel is waar
is dit een gebrekkig onderzoek, maar
het zou tenminste iets zijn. Gaarne
ben ik bereid te doen wat door mij
boven is omschreven.
In antwoord op 't sectarisch stukje
van den heer N. wil ik slechts zeggen,
dat er weer overduidelijk uitspreekt
de vrees der adviseurs, hoezeer zij
den katholieken omgang met anders
denkenden schuwen! Goed zoo Nieu-
wenhuizen, niets verblijdt my meer
dan te kiinuen constateeren, dat de
R. C. V. in 't bijzonder hare advi
seurs zich nog geen meester zien van
't geheele terrein, want was dit het
geval, op andere wijze dan door mas
kers-afrukken zou dit blijken.
Overigens verwijs ik U naar myn
antwoord aan J. Hendriks, en mocht
gij dan t9 ceniger tyd inzien dat de
stoffelijke belangen der bloemistknech
ten niet speciaal katholiek zijn, maar
bloot arbeidersbelangen welke min
stens door een socialist even goed
kunnen worden verdedigd en behar
tigd en voorgedragen dan door katho
lieken, ben ik nog altijd bereid hier
over met u te discussieeren.
Waar blijven de niet-kathoiieken?
vraagt gij, ja daarover valt niet te
redeneereu met U, daar de It. C. V.
ook met 10 of 15 leden een onderaf-
deeling opricht, en dan naar buiten
de groote trom roert, ziet ge zoo dwaas
zijn de niet-kathoiieken onder de
knechten nu niet; dezen meenden
dat slechts van een goede, groote flink
gedisciplineerde troep iets te verwach
ten was.
Hiermede sluit ik M. de R. en zal
over dit voorval uwe gastvrijheid niet
meer inroepen.
Dankend.
J. HOFLAND.
De overledene was ridder in
de orde van den Ned. Leeuw en van
de Eikenkroon.
NGEZONDEN MEDEDEE-
LINGE3N1.
30 cents per regel.
Nederl. Schermbcmd.
De wet van dezen Bond zegt, dat
Ouderwijzers in de Schermkunst of In
structeurs van Yereenigingen in een
Korps-wedstrijd niet mogen uitkomen,
wat meer zegtop de vergadering van
den dag, voorafgaande aan den wed
strijd op 25 December te Leiden, is
op voorstel van een lid van „Excel
sior" te Haarlem voorgesteld en met
algemeene stemmen aangenomen, dat
voor 't vervolg ook bij personeele wed
strijden 't zelfde van toepassing zou
zijn.
Daar genoemd geweigerd lid van
„Excelsior" vanwege den Nederland-
schen Schermbond gebreveteerd is tot
Meester-Onderwijzer op de Sabel was
protest, van wie dat ook uitging, al
leszins gegrond. „Excelsior's" trio
heeft hare afkeuring niet te kennen
gegeven, behoorde onder de mede
strijders en bleef, dit te barer eer,
met het duo (Pil. Stol, R. Brauck-
raann), tot het laatst aaö, niettegen
staande zjj, bij elke serie reeds 3
touehées, op hare tegenpartij achter
was.
Om zeer onaangename gevallen te
voorkomen, handelde het Bestuur zeer
correct.
De Secretaris N. S. B.
A'dam. 3 Dec. '98.
Onze oplageÉ
j gaat voortdii-i
li-end vooruit.!
Mijk maar rond,!
overal vindt ge
j Haarlem's l
blad.
Suikerziekten.
Warner's Diabets Cure is bet
eenige, bekende middel, dat met
succes deze ziekte geneest. Het
gebruik van dit middel zal den
brandenden dorst en den onna-
tuurlijken honger, die deze lijders
kwellen, doen verdwijnen. De voort
durende- neiging tot afscheiding
van urine zal verminderen. Bijzon
dere voorschriften en omstandige
leefregel, die van 't grootste belang
zijn, zijn bij iedere flacon gevoegd.
Verkrijgbaar bijG. I. R. v. d.
GAAY Zn., Groenmarkt 27,
's-Gravenhage M. CLEBAN Co.,
Heihgenweg 42, Amsterdam.
Een bergstorting.
Het Zwitsersche dorp Ariolo aan
I den St. Gothardpas is gedeeltelijk
door een bergstorting verwoest. Daar
de Roode Rots (Satts Rossof) reeds
eenigen tijd liad gedreigd en Dinsdag
morgen ter waarschuwing kleine blok
ken had losgelaten, hadden een groot
j deel der bewoners hun woningen ver-
i iaten. Woensdagnacht stortten een
dertigtal groote rotsmassa's naar be-
neden. Het hotel en een paar aan-
grenzende huizen werden verpletterd,
twee vierkante kilometers zijn met
puin bezaaid. De soldaten van den
Gothard zyn mét het opruimicgswerk
begonnen. Zij hebben onder het puin
de lijken van drie dorpelingen ge
vonden. De schade wordt op een
millioen francs geschat.
21, Anegang 21.
Groote lteuze in
PËLTEBIJËX.
Dames-, Heeren- en
Kinderurn tsen.
Moffen, Kr&gen enz.
r P tiftl Tumna fen kolonel deris voor een artikel, dat op verkeerdlie-oordeelen, ziet dat is ouzin, omdat
den. op slechte toestanden m onze stadj meQ njet heeft te beslissen over mijn
Tm opperrabbijn te 's Graven-'"i5t °°k "».WMr hff) kt* denkbeelden in 't algemeen, maar ov'er
hage "gedaan, waarin noodzakelijk verande-jmyn optreden in t belang dezer ver-;
p'f w Moutop te'sGravcnhage. rlnS dient te kom™. Waarom dat eenigiuiT, en daar slechts een gering
Mr f Öoster, ónd-president van blijken uil hft onderstaand,. gedeelte (5% ongeveer) mijn meenuig
den raad van justitie van Amboina. Maandagavond ,1 bezocht ik het Po-omtrent de vakyereemgiug kent, is
Adolf Obermnller, laodschapschil- pukur concert .r re Vereeniging. 0|. 9ö«/„ tot oordeelen onbevoegd; iets
i ©en gegeven oogenbhk komen er een anders ZOU het zyn indien ge hadt
Jhr W M H de Jonge, rent- aantai opgeschoten kwajongens binnen voorgesteld een verga lering uitsluitend
meester va'p het kroondomein te Zie- co bo, geen plaats meer was (iktoegankelijk voor bioemistkneebten,
rii{zee zat nl. vlak voor het orkest) werden er waar b. v. de volgende stelling De
Mr A van Delden, lid der Tweede toch onder veel rumoer, stoelen bijge- vak vereeniging in 't algemeen, die der
Kamér der Staten-Generaa'. liaald en gingen zij in de loopgangen bioemistkneebten in 't byzonder be-
Mr. J. G. F. Timmermans, ond- zitten, daarbij een taal uitbrakende, hoort ia bare actie welke moet leiden
raadsheer bij 't gerechtshof in Ned.- dat het voor de omzittende personen tot lotsverbetering, neutraal te zyn
Indië meer dan erg was zulks aan ie hooren. ten opzichte der navolgende vraag
W. J. Havenga, gep. kolonel, chef Ik verliet dan ook deze plaats en begaf stukken
Leger' e»
Generaal Enderlein. f i
Te 's Gravenbage is plotse'iüg over-
leden de gepens. generaal maj. Ender
lein, ond-minister van oorlog. Yao 29
April tot 24 December 1875, was by
de opvolger van minister Weitzel.
Zyn militaire loopbaan ving generaal
Enderlein in 1836, a!s cadet der genie
by de Koninklyke Militaire Academie
aan. In zyn carrière was hy directeur
der militaire verkeDningeD, commau-
dant in de Nieuwe Hollandsche Wa
terlinie bezuiden de Lek en, lid der
permanente militaire spoorwegcom-
GEMEnm mïEims
Stormweer in Engeland.
Dinsdagmorgen vroeg is boven En
geland een zware storm losgebarsten,
gepaard met onweders, sneeuw en
regen.
Te Londen werden enkele schoor-
steenen en ontelbare dakpanneu af
gerukt en op straat geslingerd tot
groot gevaar voor de velen die van
Kerstfeestbyeenkomsten terugkeerden.
Een bejaard man werd gedood door
een neervallenden steiger. Tan de
glazen overkapping van London Bridge
station werden groote en kleine ruiten
verbryzeld die "onder veel geraas op
de perrons stortten. Hoewel het sta
tion vrij druk bezocht was, vielen geen
ernstige ongelukken voor. Een wiel-
rydster werd met haar wiel omverge
worpen onder het paard van een na-
derend rytuig. Zij kwam met eenige
kneuzingen en den schrik vry. Een
heer werd door den wind van de im
periaal van een omnibus op straat
geworpen en vry ernstig gewond.
De berichten over den storm op
het platteland vullen meer dan een
kolom in de Engelsche bladen. Over
West-Clare barstte een zwaar on weder
los. De kustwachter van Kilkee werd
door den bliksem gedood. Iu Berkshire
en North Hampshire werden laagge
legen gedeelten overstroomd. In Bed
fordshire werden dames door den wind
opgenomen en een eind verder neder-
geworpen. Te Blackpool was het on
mogelijk te loopen. In de straten wer
den zelfs voertuigen het ondersteboven
gekeerd.
Aan de kust zijn eenige schipbreu
ken voorgekomen, voor zoover tot
dusver bekeud is, zonder persoonlijke
ongelukken. De stoombootdiensten
naar Frankrijk en Beigië moesten
gestaakt worden. Ook aan de kust
van deze rijken woedde een zware
storm.
Zola's vlucht.
Da „West minster Gazette" beweert,
dat het geheele verhaal van den Times-
correspondent te Parys over de vlucht
van Zola en zyn verblijf in Engeland
te danken is „aan een vruchtbare!
phantasie". Het blad zegt: iu het ge- j
heele verhaal komen van het begin j
tot het einde niet meer aan vyf-en-
twintig woorden waarheid voor."
Zola zal zelf de geheele geschiede- j
nis eens vertellen, en de „Westm. j
Gazette wil daar niet op vooruitloo-
penmaar inmiddels betuigt het biad
zyn oprecht gemeende deelneming aan
den heer De Biowitz en de „Times"
die er beiden ingeloopec zyn.
De „Temps" bevestigt echter de
waarheid van het relaas.
Hervoig Stadsnieuwf»
Schouwburg.
Jan Ongeluk.
De artisten Q8r Ned. Tooueelver-
eeniging gaven hier Donderdagavond
voor de derde of vierde maal „Jan
Ongeluk." De schouwburg was flink
bezet. De geestige typeeringen van
do heeren Ternooy Apè! en Van Wes-
terhoven en het prettige spel van de
bewegelyke mevrouw Yan der Horst
hebben ook nu weder de aanwezigen
braaf doen lachen.
Naar de belangstelling te oordeelen
is „Jan Ongeluk" hier een persona
grata. Men mag dit aan de goede
vertolking danken.
Het BrouwershoU9.
In onze Spaarnestad zyn, zooals
wij Haarlemmers weten, tal van flinke
en fraaie hofjes. Een der oudste en
voorzeker een der eigenaardigste is
het Brouwershofje iu "de Tuchthuis
straat. Dit hofje werd in 1472 door
Jacob Huygens Roepers en zyne zuster
Catharina, ten behoeve van arme
brouwers-dienstmaagden gesticht. Het
is afkomstig van het voormalige Brou
wersgild en behoort thans aan de
gemeente Haarlem, die het heeft be
stemd voor aebt bejaarde vrouwen.
Nu was geruimeu tyd niets aan het
hofje gedaan en zag het er met zyn
groene vensters en deuren en zijn
kale muren, waarop geen stuk kalk
meer te vinden was, bepaald onoog
lijk uit; op de vele vreemdelingen, die
onze stad jaarlijks bezoeken en het
hofje komen bezichtigen, zal het toen
voorzeker geen zeer gunstigen indruk
hebben gemaakt.
Herstelling was dus dringend noo
dig en men besloot dan ook eenigen
tyd geleden den schilder daar eens
aan het werk te zetten. Dit is ge
schied. Donderdag terwijl wy daar
een bezoek brachten, legde hy de
laatste hand aan het werk, en wy
stonden verbaasd over de groote ver
andering die in zoo korten tyd had
plaats gegrepen. Was dit nu hetzelfde
hofje van vroeger met zijn groene en
verwaarloosde woningen? Nu waren
de deuren bruin, de luiken rood en
wit, de kozijnen en deurposten grijs
geschilderdde vuile verweerde muren
helder gewit, kortom het geheele hofje
teruggebracht in den trant van voor
heen. Na kunnen de vreemdelingen
weer komen om het uit te schilderen
en te teekenen.
Benieuwd, hoe of de oudjes over
hun geheel gerestaureerde woningen
dachten, klopten wy by ééne dier
vrouwtjes aan en vroeg haar:
Wel, moedertje, hoö bevalt je nu
deze verandering? Non, mins, was
het antwoord van het oudje, wat zal
ik je daer van zeggen. Het werd wel
tyd, dat er een opknappinkie kwam,
want ziet U, m9heer, daar zat geen
kalk meer op de muur, die was er
allang afgeregend, de witters die heel
vroeger de muur gewit hebben, gooi
den "maar steeds water by de kalk
uit die pomp daar, ziet U, iu het hoekie
en ik heb t09n direct tegen Mietje
op de hoek gezegd, die kalk zal Diet
lang duren, want ik heb verstand van
die dingen, mijn man was ook witter,
weet U. Ja, Moedertje, dat geloof ik
gaarne, maar hoe bevalt je nu die
veraudering of liever verbetering,
herhaalde ik.
Nu dat zal ik ereis gauw zeggen,
was het antwoord. We all8 vinden
het heel mooi. Vroeger schaemde een
mins zich wanneer by bezoek kreeg,
maar nu niet meer, hoor. Hy wist
dus, dat de oudjes met hunne ge
restaureerde woningen zeer iu hun
schik waren, en vroeg haar daarna
of er jaarlijks nogal vreemdelingen
kwamen.
den ïaatsten tijd slechts in een droom Door de wijze, waarop zij haar siera- op zijn arm om liet meisje te slaan en
geleefd had, alsof hij zooeven uit luster- den droeg en japonnen garneerde, toon- haar tot zich te trekken, maar plotselm:
fr. tfii- «-nr K.t»- was lipm nlsnf TCatlirhon voor hen
burg gekomen was en morgen, naar liet de zij een „lady" te ziiu. Maar wat be-
kaïitoor der Handelsver eeniging moest, duidt eigenlijk dat enkele woord, lady
Kathchen's beeld werd hoe langer hoe Annie Griotte was voor aJles vrouw en.
onduidelijker. Dicht naast hem, zoodat bezat alle bekoorlijkheden, van een lief
haar japonnetje hem bijna aanraakte, jong meisje.
leunde Annie uit het venster evenals Op zachten toon, terwijl hij haar
vroeger, toen zij te zamen eiken avond handje nog steeds vasthield, vroeg hij
naar*buiten kekén. »Zijt go gelukkig Annie?" En toen
De Siooge schoorsfceencn van de fa- zij niet dadelijk, getroffen door de zon-
briek staken somber tegen den avondhc- derliuge vraag, antwoordde, voegde hij
mei af, beneden lien lagen overkappin- er schielijk bij, als wilde hij zich dui
gen der machinegebouwen, en hier en delijker uitdrukken
daar was een werkplaats hel verlicht, j ,.Ik hoop, dat gij innig gelukkig moogt
terwijl het gezang van studenten, dieworden, Annie. Dat wensch ik van gan-
toen ter tijd bij massa's in het Noorde-1 schei- harte.
lijk gedeelte der stad huisden, tot hen j Daar zijt ge ook wel van overtuigd,
doordrong. {nietwaar?"
Bijna werktuigelijk nam hij Annie's Zij zweeg haar zwijgen was wei
hand, die op het kozijn rustte, in de sprekend genoeg,
zijne dat kleine, blanke handje, dat A i--.- u,
J u,
vroeger zoo vriendelijk voor hem
de. De smalle ring aan liaar vinger was
niet echt en kostbaar als die, welke aan.
Kathchen's hand schitterde. De arm-
Achter hen in de kamer hoorden zij
Griotte met flesschen en glazen ramme
len en met zijn vrouw spreken, terwijl
de geur van een slechte sigaar hem in
den neus drong maar vóór hem
band was een van die goedkoope siera-1 het duister lag de groote stad, en over
den, welke men in eeu bazar koopt, en die stad met haai- zorgen en. ellende,
de nieuwe veelberoemde blouse kon ook i over de duizende tuintjes en huizen
niet de kritiek van een kenner door-kwam een zacht koeltje waaiea, dat een
staan. Maar over het geheele persoontje1 heerlijken lentegeur met ziek bracht.
lag een waas van bevalligheid.
was het hem alsof Kathchen voor hem
stond. Het was niet de vrool ijk lachen
de Kathchen, want zij zag hem angstig
met groote cogen aan en strekte de ar
men naar hem uit.
„Verlaat mij niet, Konrad, blijf bij
mijhoorde hij haar smeeken.
Hij streek over de oogen en hc-t visi
oen verdween. Wat beduidde dit? Het
was immeTs onzin Kathchen Brandes
zou nooit de armen naar hem uitstrek
ken en zeker niet om hulp bij hem te
zoeken.
Hij richtte zich op en zag in de ka
mer.
Griotte had een tafeltje bijgeschoven,
waarop vier glazen, twaalf fleschjes
bier en een bord stonden, met eenigszins
grauw gekleurde sigaren.
Ook Annie wendde zich om en zag'
in de kamer.
„Nu zullen wij, het ons eens recht
gezellig maken," zeide Griotte.
„Jat"
Zij namen weer plaats. Griotte in
het midden, rechts van hem Konrad,
links zijn vrouw en naast den jongen
man. Annie.
Het jonge meisje zag doodsbleek, zoo-
Een oogenblik kwam het in Koarad dat haar moeder verschrikt vroeg
„Scheelt er wat aan, kindlief?"
Zij Lachte vermoeid
„Wat zou mij schelen Het was zeker
wat koel aan het venster."
Middernacht was reeds lang geslagen,
maar zij bleven nog uren lang zitten.
Griotte vertelde allerlei verhalen uit het
tooneelleven, die Annie wel duizend
maal gehoord had en van buiten kende.
Ook sprak men over de voorkeur, die
over 't algemeen aan het Patzenhoferbier
werd gegeven, en daarop begon Griotte
opgewonden en vroolijk als lxij was,, ver
zen a la Klapphorn ten beste te geven.
Konrad zeide weinig en Annie in 't
geheel niets. Zij zag duidelijk, dat Kon
rad moe werd en met moeite Griottes
verhalen volgde en meelachte. Het
kwam haar voor, alsof deze avond een
muur optrok tusschen haai* en Konrad.
die elk oogenblik hooger werd. Hij was
van avond louter uit goedhartigheid ge
komen, om de Griotte's geen leed te
doen. Want om dit bier te drinken, dat
slechts matig smaakte en de eindelooze
verhalen aan te hooren, dat kon hij toch
niet prettig vinden.
„Hij komt niet terug, het zal van
avond wel de laatste maal zijn," dacht
zijl-
Zij had het uit kun*en snikken van
verdriet, ach voor hem op de knieën
werpen en zijn handen grijpen uitroe
pend
„Laat ik het u zeggenU vertellen
hoe lief ik u heb, en dat ik zonder u
niet leven kan!"
„De beste grap, die ik ooit beleefde,"
zeide Griotte, „viel te Forgau voor, bij
een opvoering van de roovers..."
Eerst om drie uur ging hc-t gezelschap
uiteen. Konrad had moeite zijn oogen
open te houden en slechts met moeite
kou hij de gepaste woorden vinden om
van Griotte en zijn vrouw afscheid te
nemen.
„Het was een recht gezellig, vroolijk
I avondje, van harte hoop ik, dat wij el-
kaar spoedig weer zien."
„Dat spreekt van zelf," zeide Griotte
I hem op den schouder kloppend, „en nu,
beste vriend, zal ik je even uitlaten."
Konrad gaf eerst juffrouw Griotte,
en toen Annie de hand. Had hij in den
blik van 't jonge meisje gelezen, wat er
in haar hart omging wellicht had hij
dan den muur omver gestooten, die dien
avond tusschen hen gerezen was, maar
het kleine olielampje in Griotte's hand
scheen zoo flauw, de kale wanden staar
de hem zoo ongezellig aan en zijn gast
heer drong
„Kom, wij moeten ons haasten, anders
gaat de lamp uit, voordat wij beneden
zijn. Ze mag morgen wei eens goed na
gezien worden."
„Adieu, juffrouw Annie, tot weer-j
ziens
„Adieu, tot weerziens!"
Steeds verder en verder verwijderden
zich de voetstappen, terwijl het oliepitje
slechts een vurig vonkje in het duister
scheen. De sleutel knarste iu het slot,
toen sloeg de huisdeur toe. Langzamer
hand werd de lamp, die nog aangebleven
was, weer zichtbaar. Annie leunde met
de handen tegen de borst gedrukt tegen
den muur.
Toen de ledige flesschen en de kamer
opgeruimd waren), gingen zij slapen.
De seringen lieten hun kopjes hangen en
buiten begon het reeds te schemeren.
De morgen, een prachtige lentemorgen,
brak aan.
(Wordt ve'-volgd.)