L. Wessels, oud-reiictent van Ja- van den topograph, dienst in Indië. mij naar een ander gedeelte der zaal. para. G. J. Engelen, gep. luit. kolonel; Nauwelijks daar gezeten zijnde, bemerk- N. Epkema, gsp. hoofdofficier derder infanterie. j te ik dan ook dat zij er ingekomen war infanterie. J. M. Bosveld, hofmaarschalk van1 ren om ..de boel eens op stelten te zct- Dr. A. var. Hasselt, directeur der H. M. d8 Koningin. i ten," zooals men dat noeant. Een der H. B. S. te Assen. j F. C Burgers, gep. luit.-kolonel j slungels ging op tafel liggen met de K. W. H. Goets, gep. kapt. ter zeeO.-I. leger. beenen in de hoogte, waarbij een ander te Utrecht. Mr. B. M. Bahlmann, lid der Tweede Kamer der Staten-Generaal. Mr. Joseph Gockinga.oud-raadsheer in het gerechtshof te Groningen. G. J. Bos, Kunstschilder te Leiden. Prof. P. C. Plugge te Groningen. J. Goossens, oud-prov. inspecteur der beiastingeu te Amsterdam. Dr. J. J. Prins, oad-hoogleeraar in de godgeleerdheid te Leiden. Mr. J. H. C. Cazius, raadsheer in het hof te 's Hertogenbosch. E. L. J. Lo Roy van Zuidewyn, gep. kolonel der inf.* Jhr. mr. G. van Suchteien van de Haere, oud-rechter te Leeuwarden. Prof. dr. S. Hoekstra Bzo., oud- hoogl. io de godgeleerdheid te Am sterdam, oud-hoog!, aan hei Doopsge zind seminarium. H. G. van der Poel, oudste lid der Prov. Staten van Utrecht. F. Roosdorp, letterkundige. Dr. M. A. N. Rovers, em.-predikaot. Mr. G. J. E. E. Zilcker,, gew. secr.- generaal aan het depart, van buiten), ment. zaken. Emile Rïchebourg. romanschrijver Prof. W. F. R. Suringar, directeur te Parijs, van den Hortus Botanicus te Leiden. Kolonel Henry, bekend uit de Drey- B. J. G. Volck, directeur der zee-fus-zaak. Mr. T. H. der Kinderen, oud-lid J allerlei grimassen zat te maken. Terwijl van den Raad van Ned.-Indiö. men daarmee bezig was, brak de tafel J. J. baron Taets van Amerongen, I en de heele boel rolde op den grond, kamerheer i.b.d. van wijlen Z. M. Alsof dit nog niet genoeg was, wei Willem III en stalmeester van Prins Frederik. Dr. D. Doedes BreuniDg, oud-lid der Eerste Kamer. W. C. Ziegenhirt van Rozenthal, gep. overste der marine. Prof. mr. C. Asser te Leiden. E. Gerdes, kinderschrijver. Jhr. mr. W. M. de Brauw, oud- minister v. koloniën, oud-commissaris der Koningio in Zeeland. J. Geloudermaus, gep. luit-kol, O.-I. leger. D. Groeueveld, pres. der Javasche Bank te Batavia. Gepens. generaal-majoor Enaerleia, oad-minister van oorlog. In het buitenland. Gonzalez Munoz, Porto-Rico. Viiliers, nestor van het Eng.parle- gouverneur van vaartschool (Zeemanshuis) te Am-Victor Bailiot, te Auxerre, laatste sterdam. oud-strijder van Waterloo. Mevr. Buskeo Huet te Parijs. j President Barrias. te San Joséver- Mr. D. Everwijn, minister-resident j moord, in disponibiliteit te 's-Graveuhage. Graaf Gustaaf Sigismund Kalnokv, W. Enslie, gep.-schout bij nacht. Oostesryksch staatsman. Dr. J. E. de Vry, scheikundige. David de la Mar/kunstschilder. Mr. J. H. Verschoor, rechter bij de rechtbank te Breda. Wort man, beeld bouwer. Hendrik Muller Sz., lid der Eerste Kamer voor Zuid-Holland. Mr. F. Tri. Pahud de Mortanges, oud-hoofdambt, iu Indië. Mr. J. M. van Beyma, oud-officier van justitie. J. Brummelkamp, Ned. Herv. pred. te Amsterdam. Mr. A. Vaillant, oud-pres. der arr.- rechtbank te Rotterdam. Mr. A. H. van Tienh ven, vice-pres. van de arr.-rechtbank te Rotterdam, lid van den gemeenteraad aldaar. M. M. de Muucby, voorzitter van de Kamer van Koophandel te Rot terdam. Dr. G. F. W. Baehr, oud-hoogl. aan de polytechn. school te Delft. J. P. van Lier, gep. kolonel O. I. leger. J. W. du Celliée Muller, gep. luit.- der administratie. P. A. Daum, hoofdredacteur van het „Bat. Nieuwsblad." F. W. Horstman, luit.-kolonel inten dant. Jhr. A. C. J. Wittert, luit.-kol. der infanterie, garnizoenscommandant van Maastricht. W. M. der Kinderen, redacteur van het „N. Alg. Effectenblad". Mr. P. C. Bijleveld, burgemeester van Nijmegen. Mr. W. A. baron van Verschuer, raad-adviseur aan het depart, van Wat., H. en N. H. Bol. directeur der R. H. B. te Winschoten. Mr. W. A. H. von Heijden, griffier bij het kantongerecht te Almeloo. Dr. A. Drost Dzn.. voorz. van het Ned.Zendelinggenootschap,Ned. Herv. pred. te Delft. J. T. M. Smits van Oijen, lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene raal, burgem. vau Eindhoven. Arnold Ising, letterkundige. Jhr. Johan Orth van Schonauec, i oud-insp. der waterstaat. Mr. F. E. Th. Dittlinger, oud-offi cier van justitie. Generaal Von Kaltenborn Stachau, gewezen Pruisisch min. van oorlog. Prins Henry de Valory. Sir Henry Bessemer, uitvinder van het B6ssemerstaal. Cavalotti, lid van het Italiaansche parlement. De hertog van Sagan. Hans Wachenhusen te Marburg, letterkundige. Aartshertogin Nathalie. Prins de Joinviile. Prins Kung. Cbmeesch staatsman. Gladstone. Edward Bellamy, schrijver van be kende economische werken. Aartshertog Leopold van Oostenrijk. Bria, minister v. marine in Italië. Prof. Friedrieh Miiller, ethnologiseh en philologogisch hoogleeraar te Wee- nen. Dr. Cornelius Herz, bekend uit het Panamaschandaal. Vorst Otto vou Bismarck. George Ebers. Duitsch schrijver. Koning Malietoa der Samoa-eilanden. Keizerin Elisabeth van Oostenrijk. Koningin Louise van Denemarken. Mevrouw Carnot, weduwe van den vermoorden president der Fransehe Republiek. Prinses Albrecht van Pruisen. De hertogin van Toscaue. Prinses Auguste van Saksen-Wei- mar-Eisenach. Prinses Friedrieh van Wur temberg. Dr. Jenner, lijfarts van de koningin van Engeland. Baron Rothschild te Parijs. Maximo Gomez, hoofd der Cnbaan- sche opstandelingen. Georges Rodenbach, Belgisch schrij ver en dichter. genoeg was, werd er een levende duif voor den dag ge haald, benevens een eind touw en een potlepel. De duif werd aan het eene en de potlepel aan het andere eind van het touw vastgemaakt, het dier werd los gelaten. waarna men het arme beest weder naar beneden trok. Eindelijk kwam er een commissaris van orde bij, deze baalde de gebroken tafel weg, en bleef eenigen tijd in hunne nabijheid. De duif had men ondc-rtusschen losge laten en na ©enigen tijd heen en weer gefladderd te hebben werd zij eindelijk gevangen. Nu vraag ik, waarom zet men zulke personen, die er bepaald op uitgaan oïn hier en daar de boei eens in de war te sturen, niet direct buiten de deur als zij iets doen wat storend is, zoowel voor het publiek als voor het muziekkorps Mij dunkt, het bestuur der Sociëteit heeft er alle recht toe, zulks te doen, daardoor zouden veel onaangenaamhe den voorkomen worden. In het ergste geval zou men toch de hulp der politie kunnen inroepenwaarvoor staat er anders een poliiie-agent aan den ingang Meermalen toch is het voorgekomen, dat dergelijke luidruchtige gezelschap pen in de zaal waren en ik geloof dan ook dat er veel meer personen de uit voeringen zouden komen bijwonen, dien men zeker wist. dat er alles netjes en ordelijk toeging. Ik vertrouw dan ook dat het b&stuiir van „de Yereeniging" in het vervolg dergelijke personen direct uit de zaal zal doen verwijderen, daar mede zal zij zeker velen toehoorders een dienst bewijzen. U. mijnheer de Redacteur, beleefd dank zeggende voor de verleende plaats ruimte. feeeken ik mij. DWARSKIJKER. IB&EZS8SE8. Voor den inhoud dezer rubriek steli de redactie zich niet aansprakelijk Van ingezonden stukkengeplaatst of niet geplaatstwordt de copij niet aan den inzender terug gegeven. Mijnheer de Redacteur Meermalen bemerkte ik met genoe gen. dat in uwe courant altijd plaats Haarlem, 29 Dec. '98. Mijnheer de Redacteur! Wederom verzoek ik U beleefd deze weinige regels ie plaatsen in antwoord op de heeren Hendrinks (No. van 28 Dec.) en Nienwenbuizen (No. van 29 Dec.). Yoor ik deze heeren beantwoord, wensen ik echter de aandacht van het publiek te vestigen op het feit, dat door dit heen en weer geschrijf de toestand der bloemistknechten het zelfde blijft, en de hoofdzaak dezer polemiek moest zijn over verbetering in dezen toestand. Des niettegenstaande is het noodig ook in het belang van de arbeidersbeweging dat deze kwes tie opgelost wordt. In antwoord aan J. Hendrinks het volgendelaten wij eens voorstellen dat mijn bewering onjuist is, hoewel de bescheiden van de overleden bloe- mistknechten vereeniging welke id mijn bezit zijn, mijn bewering waar maken, dan toch maakt dit de bewering van den bewusten briefschrijver niet waar. Het is toch kwalijk aan te ne men, wanneer iemand wordt uitge- noodigd te helpen een vereeniging op te richten, dat dank zij zijn optreden deze nog niet bestaan hebbende ver- j eeniging zou overleden zijn. Hoe de R. K. V. dit ook draait of keert in casu haar briefschrijver(s) dat is een! onmogelijkheid, op zijn best zou men kuDnen spreken dat ik door mijn op- treden de geboorte eener zoodanige! vereeniging kon vertragen, en dit weerspreken de feiteD, daar zy naar aanleiding van myn optreden is ge- j cor.titueerJ. Ten slotte richt ge een voorstel tot mij. om de bloemistknechten te laten 1. Godsdienst, 2. Wijsbegeerte, 3. Staatkunde (Partij-politiek), door mij zou moeten worden verde digd dan pas zou kunnen uitgemaakt of de vergaderde bloemistknechten mijne denkbeelden huldigden. Wel is waar is dit een gebrekkig onderzoek, maar het zou tenminste iets zijn. Gaarne ben ik bereid te doen wat door mij boven is omschreven. In antwoord op 't sectarisch stukje van den heer N. wil ik slechts zeggen, dat er weer overduidelijk uitspreekt de vrees der adviseurs, hoezeer zij den katholieken omgang met anders denkenden schuwen! Goed zoo Nieu- wenhuizen, niets verblijdt my meer dan te kiinuen constateeren, dat de R. C. V. in 't bijzonder hare advi seurs zich nog geen meester zien van 't geheele terrein, want was dit het geval, op andere wijze dan door mas kers-afrukken zou dit blijken. Overigens verwijs ik U naar myn antwoord aan J. Hendriks, en mocht gij dan t9 ceniger tyd inzien dat de stoffelijke belangen der bloemistknech ten niet speciaal katholiek zijn, maar bloot arbeidersbelangen welke min stens door een socialist even goed kunnen worden verdedigd en behar tigd en voorgedragen dan door katho lieken, ben ik nog altijd bereid hier over met u te discussieeren. Waar blijven de niet-kathoiieken? vraagt gij, ja daarover valt niet te redeneereu met U, daar de It. C. V. ook met 10 of 15 leden een onderaf- deeling opricht, en dan naar buiten de groote trom roert, ziet ge zoo dwaas zijn de niet-kathoiieken onder de knechten nu niet; dezen meenden dat slechts van een goede, groote flink gedisciplineerde troep iets te verwach ten was. Hiermede sluit ik M. de R. en zal over dit voorval uwe gastvrijheid niet meer inroepen. Dankend. J. HOFLAND. De overledene was ridder in de orde van den Ned. Leeuw en van de Eikenkroon. NGEZONDEN MEDEDEE- LINGE3N1. 30 cents per regel. Nederl. Schermbcmd. De wet van dezen Bond zegt, dat Ouderwijzers in de Schermkunst of In structeurs van Yereenigingen in een Korps-wedstrijd niet mogen uitkomen, wat meer zegtop de vergadering van den dag, voorafgaande aan den wed strijd op 25 December te Leiden, is op voorstel van een lid van „Excel sior" te Haarlem voorgesteld en met algemeene stemmen aangenomen, dat voor 't vervolg ook bij personeele wed strijden 't zelfde van toepassing zou zijn. Daar genoemd geweigerd lid van „Excelsior" vanwege den Nederland- schen Schermbond gebreveteerd is tot Meester-Onderwijzer op de Sabel was protest, van wie dat ook uitging, al leszins gegrond. „Excelsior's" trio heeft hare afkeuring niet te kennen gegeven, behoorde onder de mede strijders en bleef, dit te barer eer, met het duo (Pil. Stol, R. Brauck- raann), tot het laatst aaö, niettegen staande zjj, bij elke serie reeds 3 touehées, op hare tegenpartij achter was. Om zeer onaangename gevallen te voorkomen, handelde het Bestuur zeer correct. De Secretaris N. S. B. A'dam. 3 Dec. '98. Onze oplageÉ j gaat voortdii-i li-end vooruit.! Mijk maar rond,! overal vindt ge j Haarlem's l blad. Suikerziekten. Warner's Diabets Cure is bet eenige, bekende middel, dat met succes deze ziekte geneest. Het gebruik van dit middel zal den brandenden dorst en den onna- tuurlijken honger, die deze lijders kwellen, doen verdwijnen. De voort durende- neiging tot afscheiding van urine zal verminderen. Bijzon dere voorschriften en omstandige leefregel, die van 't grootste belang zijn, zijn bij iedere flacon gevoegd. Verkrijgbaar bijG. I. R. v. d. GAAY Zn., Groenmarkt 27, 's-Gravenhage M. CLEBAN Co., Heihgenweg 42, Amsterdam. Een bergstorting. Het Zwitsersche dorp Ariolo aan I den St. Gothardpas is gedeeltelijk door een bergstorting verwoest. Daar de Roode Rots (Satts Rossof) reeds eenigen tijd liad gedreigd en Dinsdag morgen ter waarschuwing kleine blok ken had losgelaten, hadden een groot j deel der bewoners hun woningen ver- i iaten. Woensdagnacht stortten een dertigtal groote rotsmassa's naar be- neden. Het hotel en een paar aan- grenzende huizen werden verpletterd, twee vierkante kilometers zijn met puin bezaaid. De soldaten van den Gothard zyn mét het opruimicgswerk begonnen. Zij hebben onder het puin de lijken van drie dorpelingen ge vonden. De schade wordt op een millioen francs geschat. 21, Anegang 21. Groote lteuze in PËLTEBIJËX. Dames-, Heeren- en Kinderurn tsen. Moffen, Kr&gen enz. r P tiftl Tumna fen kolonel deris voor een artikel, dat op verkeerdlie-oordeelen, ziet dat is ouzin, omdat den. op slechte toestanden m onze stadj meQ njet heeft te beslissen over mijn Tm opperrabbijn te 's Graven-'"i5t °°k "».WMr hff) kt* denkbeelden in 't algemeen, maar ov'er hage "gedaan, waarin noodzakelijk verande-jmyn optreden in t belang dezer ver-; p'f w Moutop te'sGravcnhage. rlnS dient te kom™. Waarom dat eenigiuiT, en daar slechts een gering Mr f Öoster, ónd-president van blijken uil hft onderstaand,. gedeelte (5% ongeveer) mijn meenuig den raad van justitie van Amboina. Maandagavond ,1 bezocht ik het Po-omtrent de vakyereemgiug kent, is Adolf Obermnller, laodschapschil- pukur concert .r re Vereeniging. 0|. 9ö«/„ tot oordeelen onbevoegd; iets i ©en gegeven oogenbhk komen er een anders ZOU het zyn indien ge hadt Jhr W M H de Jonge, rent- aantai opgeschoten kwajongens binnen voorgesteld een verga lering uitsluitend meester va'p het kroondomein te Zie- co bo, geen plaats meer was (iktoegankelijk voor bioemistkneebten, rii{zee zat nl. vlak voor het orkest) werden er waar b. v. de volgende stelling De Mr A van Delden, lid der Tweede toch onder veel rumoer, stoelen bijge- vak vereeniging in 't algemeen, die der Kamér der Staten-Generaa'. liaald en gingen zij in de loopgangen bioemistkneebten in 't byzonder be- Mr. J. G. F. Timmermans, ond- zitten, daarbij een taal uitbrakende, hoort ia bare actie welke moet leiden raadsheer bij 't gerechtshof in Ned.- dat het voor de omzittende personen tot lotsverbetering, neutraal te zyn Indië meer dan erg was zulks aan ie hooren. ten opzichte der navolgende vraag W. J. Havenga, gep. kolonel, chef Ik verliet dan ook deze plaats en begaf stukken Leger' e» Generaal Enderlein. f i Te 's Gravenbage is plotse'iüg over- leden de gepens. generaal maj. Ender lein, ond-minister van oorlog. Yao 29 April tot 24 December 1875, was by de opvolger van minister Weitzel. Zyn militaire loopbaan ving generaal Enderlein in 1836, a!s cadet der genie by de Koninklyke Militaire Academie aan. In zyn carrière was hy directeur der militaire verkeDningeD, commau- dant in de Nieuwe Hollandsche Wa terlinie bezuiden de Lek en, lid der permanente militaire spoorwegcom- GEMEnm mïEims Stormweer in Engeland. Dinsdagmorgen vroeg is boven En geland een zware storm losgebarsten, gepaard met onweders, sneeuw en regen. Te Londen werden enkele schoor- steenen en ontelbare dakpanneu af gerukt en op straat geslingerd tot groot gevaar voor de velen die van Kerstfeestbyeenkomsten terugkeerden. Een bejaard man werd gedood door een neervallenden steiger. Tan de glazen overkapping van London Bridge station werden groote en kleine ruiten verbryzeld die "onder veel geraas op de perrons stortten. Hoewel het sta tion vrij druk bezocht was, vielen geen ernstige ongelukken voor. Een wiel- rydster werd met haar wiel omverge worpen onder het paard van een na- derend rytuig. Zij kwam met eenige kneuzingen en den schrik vry. Een heer werd door den wind van de im periaal van een omnibus op straat geworpen en vry ernstig gewond. De berichten over den storm op het platteland vullen meer dan een kolom in de Engelsche bladen. Over West-Clare barstte een zwaar on weder los. De kustwachter van Kilkee werd door den bliksem gedood. Iu Berkshire en North Hampshire werden laagge legen gedeelten overstroomd. In Bed fordshire werden dames door den wind opgenomen en een eind verder neder- geworpen. Te Blackpool was het on mogelijk te loopen. In de straten wer den zelfs voertuigen het ondersteboven gekeerd. Aan de kust zijn eenige schipbreu ken voorgekomen, voor zoover tot dusver bekeud is, zonder persoonlijke ongelukken. De stoombootdiensten naar Frankrijk en Beigië moesten gestaakt worden. Ook aan de kust van deze rijken woedde een zware storm. Zola's vlucht. Da „West minster Gazette" beweert, dat het geheele verhaal van den Times- correspondent te Parys over de vlucht van Zola en zyn verblijf in Engeland te danken is „aan een vruchtbare! phantasie". Het blad zegt: iu het ge- j heele verhaal komen van het begin j tot het einde niet meer aan vyf-en- twintig woorden waarheid voor." Zola zal zelf de geheele geschiede- j nis eens vertellen, en de „Westm. j Gazette wil daar niet op vooruitloo- penmaar inmiddels betuigt het biad zyn oprecht gemeende deelneming aan den heer De Biowitz en de „Times" die er beiden ingeloopec zyn. De „Temps" bevestigt echter de waarheid van het relaas. Hervoig Stadsnieuwf» Schouwburg. Jan Ongeluk. De artisten Q8r Ned. Tooueelver- eeniging gaven hier Donderdagavond voor de derde of vierde maal „Jan Ongeluk." De schouwburg was flink bezet. De geestige typeeringen van do heeren Ternooy Apè! en Van Wes- terhoven en het prettige spel van de bewegelyke mevrouw Yan der Horst hebben ook nu weder de aanwezigen braaf doen lachen. Naar de belangstelling te oordeelen is „Jan Ongeluk" hier een persona grata. Men mag dit aan de goede vertolking danken. Het BrouwershoU9. In onze Spaarnestad zyn, zooals wij Haarlemmers weten, tal van flinke en fraaie hofjes. Een der oudste en voorzeker een der eigenaardigste is het Brouwershofje iu "de Tuchthuis straat. Dit hofje werd in 1472 door Jacob Huygens Roepers en zyne zuster Catharina, ten behoeve van arme brouwers-dienstmaagden gesticht. Het is afkomstig van het voormalige Brou wersgild en behoort thans aan de gemeente Haarlem, die het heeft be stemd voor aebt bejaarde vrouwen. Nu was geruimeu tyd niets aan het hofje gedaan en zag het er met zyn groene vensters en deuren en zijn kale muren, waarop geen stuk kalk meer te vinden was, bepaald onoog lijk uit; op de vele vreemdelingen, die onze stad jaarlijks bezoeken en het hofje komen bezichtigen, zal het toen voorzeker geen zeer gunstigen indruk hebben gemaakt. Herstelling was dus dringend noo dig en men besloot dan ook eenigen tyd geleden den schilder daar eens aan het werk te zetten. Dit is ge schied. Donderdag terwijl wy daar een bezoek brachten, legde hy de laatste hand aan het werk, en wy stonden verbaasd over de groote ver andering die in zoo korten tyd had plaats gegrepen. Was dit nu hetzelfde hofje van vroeger met zijn groene en verwaarloosde woningen? Nu waren de deuren bruin, de luiken rood en wit, de kozijnen en deurposten grijs geschilderdde vuile verweerde muren helder gewit, kortom het geheele hofje teruggebracht in den trant van voor heen. Na kunnen de vreemdelingen weer komen om het uit te schilderen en te teekenen. Benieuwd, hoe of de oudjes over hun geheel gerestaureerde woningen dachten, klopten wy by ééne dier vrouwtjes aan en vroeg haar: Wel, moedertje, hoö bevalt je nu deze verandering? Non, mins, was het antwoord van het oudje, wat zal ik je daer van zeggen. Het werd wel tyd, dat er een opknappinkie kwam, want ziet U, m9heer, daar zat geen kalk meer op de muur, die was er allang afgeregend, de witters die heel vroeger de muur gewit hebben, gooi den "maar steeds water by de kalk uit die pomp daar, ziet U, iu het hoekie en ik heb t09n direct tegen Mietje op de hoek gezegd, die kalk zal Diet lang duren, want ik heb verstand van die dingen, mijn man was ook witter, weet U. Ja, Moedertje, dat geloof ik gaarne, maar hoe bevalt je nu die veraudering of liever verbetering, herhaalde ik. Nu dat zal ik ereis gauw zeggen, was het antwoord. We all8 vinden het heel mooi. Vroeger schaemde een mins zich wanneer by bezoek kreeg, maar nu niet meer, hoor. Hy wist dus, dat de oudjes met hunne ge restaureerde woningen zeer iu hun schik waren, en vroeg haar daarna of er jaarlijks nogal vreemdelingen kwamen. den ïaatsten tijd slechts in een droom Door de wijze, waarop zij haar siera- op zijn arm om liet meisje te slaan en geleefd had, alsof hij zooeven uit luster- den droeg en japonnen garneerde, toon- haar tot zich te trekken, maar plotselm: fr. tfii- «-nr K.t»- was lipm nlsnf TCatlirhon voor hen burg gekomen was en morgen, naar liet de zij een „lady" te ziiu. Maar wat be- kaïitoor der Handelsver eeniging moest, duidt eigenlijk dat enkele woord, lady Kathchen's beeld werd hoe langer hoe Annie Griotte was voor aJles vrouw en. onduidelijker. Dicht naast hem, zoodat bezat alle bekoorlijkheden, van een lief haar japonnetje hem bijna aanraakte, jong meisje. leunde Annie uit het venster evenals Op zachten toon, terwijl hij haar vroeger, toen zij te zamen eiken avond handje nog steeds vasthield, vroeg hij naar*buiten kekén. »Zijt go gelukkig Annie?" En toen De Siooge schoorsfceencn van de fa- zij niet dadelijk, getroffen door de zon- briek staken somber tegen den avondhc- derliuge vraag, antwoordde, voegde hij mei af, beneden lien lagen overkappin- er schielijk bij, als wilde hij zich dui gen der machinegebouwen, en hier en delijker uitdrukken daar was een werkplaats hel verlicht, j ,.Ik hoop, dat gij innig gelukkig moogt terwijl het gezang van studenten, dieworden, Annie. Dat wensch ik van gan- toen ter tijd bij massa's in het Noorde-1 schei- harte. lijk gedeelte der stad huisden, tot hen j Daar zijt ge ook wel van overtuigd, doordrong. {nietwaar?" Bijna werktuigelijk nam hij Annie's Zij zweeg haar zwijgen was wei hand, die op het kozijn rustte, in de sprekend genoeg, zijne dat kleine, blanke handje, dat A i--.- u, J u, vroeger zoo vriendelijk voor hem de. De smalle ring aan liaar vinger was niet echt en kostbaar als die, welke aan. Kathchen's hand schitterde. De arm- Achter hen in de kamer hoorden zij Griotte met flesschen en glazen ramme len en met zijn vrouw spreken, terwijl de geur van een slechte sigaar hem in den neus drong maar vóór hem band was een van die goedkoope siera-1 het duister lag de groote stad, en over den, welke men in eeu bazar koopt, en die stad met haai- zorgen en. ellende, de nieuwe veelberoemde blouse kon ook i over de duizende tuintjes en huizen niet de kritiek van een kenner door-kwam een zacht koeltje waaiea, dat een staan. Maar over het geheele persoontje1 heerlijken lentegeur met ziek bracht. lag een waas van bevalligheid. was het hem alsof Kathchen voor hem stond. Het was niet de vrool ijk lachen de Kathchen, want zij zag hem angstig met groote cogen aan en strekte de ar men naar hem uit. „Verlaat mij niet, Konrad, blijf bij mijhoorde hij haar smeeken. Hij streek over de oogen en hc-t visi oen verdween. Wat beduidde dit? Het was immeTs onzin Kathchen Brandes zou nooit de armen naar hem uitstrek ken en zeker niet om hulp bij hem te zoeken. Hij richtte zich op en zag in de ka mer. Griotte had een tafeltje bijgeschoven, waarop vier glazen, twaalf fleschjes bier en een bord stonden, met eenigszins grauw gekleurde sigaren. Ook Annie wendde zich om en zag' in de kamer. „Nu zullen wij, het ons eens recht gezellig maken," zeide Griotte. „Jat" Zij namen weer plaats. Griotte in het midden, rechts van hem Konrad, links zijn vrouw en naast den jongen man. Annie. Het jonge meisje zag doodsbleek, zoo- Een oogenblik kwam het in Koarad dat haar moeder verschrikt vroeg „Scheelt er wat aan, kindlief?" Zij Lachte vermoeid „Wat zou mij schelen Het was zeker wat koel aan het venster." Middernacht was reeds lang geslagen, maar zij bleven nog uren lang zitten. Griotte vertelde allerlei verhalen uit het tooneelleven, die Annie wel duizend maal gehoord had en van buiten kende. Ook sprak men over de voorkeur, die over 't algemeen aan het Patzenhoferbier werd gegeven, en daarop begon Griotte opgewonden en vroolijk als lxij was,, ver zen a la Klapphorn ten beste te geven. Konrad zeide weinig en Annie in 't geheel niets. Zij zag duidelijk, dat Kon rad moe werd en met moeite Griottes verhalen volgde en meelachte. Het kwam haar voor, alsof deze avond een muur optrok tusschen haai* en Konrad. die elk oogenblik hooger werd. Hij was van avond louter uit goedhartigheid ge komen, om de Griotte's geen leed te doen. Want om dit bier te drinken, dat slechts matig smaakte en de eindelooze verhalen aan te hooren, dat kon hij toch niet prettig vinden. „Hij komt niet terug, het zal van avond wel de laatste maal zijn," dacht zijl- Zij had het uit kun*en snikken van verdriet, ach voor hem op de knieën werpen en zijn handen grijpen uitroe pend „Laat ik het u zeggenU vertellen hoe lief ik u heb, en dat ik zonder u niet leven kan!" „De beste grap, die ik ooit beleefde," zeide Griotte, „viel te Forgau voor, bij een opvoering van de roovers..." Eerst om drie uur ging hc-t gezelschap uiteen. Konrad had moeite zijn oogen open te houden en slechts met moeite kou hij de gepaste woorden vinden om van Griotte en zijn vrouw afscheid te nemen. „Het was een recht gezellig, vroolijk I avondje, van harte hoop ik, dat wij el- kaar spoedig weer zien." „Dat spreekt van zelf," zeide Griotte I hem op den schouder kloppend, „en nu, beste vriend, zal ik je even uitlaten." Konrad gaf eerst juffrouw Griotte, en toen Annie de hand. Had hij in den blik van 't jonge meisje gelezen, wat er in haar hart omging wellicht had hij dan den muur omver gestooten, die dien avond tusschen hen gerezen was, maar het kleine olielampje in Griotte's hand scheen zoo flauw, de kale wanden staar de hem zoo ongezellig aan en zijn gast heer drong „Kom, wij moeten ons haasten, anders gaat de lamp uit, voordat wij beneden zijn. Ze mag morgen wei eens goed na gezien worden." „Adieu, juffrouw Annie, tot weer-j ziens „Adieu, tot weerziens!" Steeds verder en verder verwijderden zich de voetstappen, terwijl het oliepitje slechts een vurig vonkje in het duister scheen. De sleutel knarste iu het slot, toen sloeg de huisdeur toe. Langzamer hand werd de lamp, die nog aangebleven was, weer zichtbaar. Annie leunde met de handen tegen de borst gedrukt tegen den muur. Toen de ledige flesschen en de kamer opgeruimd waren), gingen zij slapen. De seringen lieten hun kopjes hangen en buiten begon het reeds te schemeren. De morgen, een prachtige lentemorgen, brak aan. (Wordt ve'-volgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 2