namelijk in Groot-Atjeii, over te gaan
tot de heffing van in- en uitvoerrech
ten voor rekening van het Gouver
nement.
Verzamelingen van Artis,
De verzamelingen van het Koninklijk
Zoölogisch Genootschap „Natura Ar
tis Magistra" werden gedurende de
maand December met de volgende ge
schenken verrijkt.
Voor de Diergaarde; drie lijsters
van den heer G. S. van der Spruyt,
te Leiden; een marmotje van mej.
Hillebrand, Amst.; dertien dito van
mevr. G. v. Volienhoven—Backer,
te Heemstede: een diio van mej. E.
Engelman, Amst.; twee dito van den
heer N. Lausdorp. aldaar; twee dito
van den heer dr. Koning, aldaar;zes
kruisbekken van den beer H. Pekel
haring, aldaar; een witte Angorakat
van dr. Coomaus de Ruiter, te Con-
stantinopel; een sperwer van den heer
G. S- van der Sprayt, t.e Leiden; vier
zcetwaterschiidpaddeu van den heer
H. J. de Jong, Amst.; een konings
tij* jer van den heer J. Tb. Ponse, te
Bendjei ("Oostkust Sumatra); een eek
hoorn van den heer H. Pekelharing,
Amsterdam.
Voor het Aquarium: een snoekbaars
van den heer C. F. Kater, te Monni
kendam; een steur van den heer \Y.
Geijs, Amst.; een dito van deu heer
C. J. den Hollander te Nieuwaal en
een baars van den heer A. van Varik,
te Nieuwkoop.
Voor het Iusectariumeenige rupsen
van deu zakkedrager van den heer
P. Coland, Wageningschen Berg.
Voor het Zoölogisch Museum': een
boek met opgeplakte vlinder.s en
andere insecten uit de Transvaal van
den heer R. W. J. C. van den Wall
Bake Amst,; een duizendpoot van den
heer H. G. Claus, Amst. en eenige
amphibieën en insecten, voornamelijk
Coleoptera van Mzab (Algerië) van
den heer Aug. Le Gras, Amst.
Voor het Etbnographisch Museum
twee costumes van Negerinnen uit
Suriname, benevens vjjf levensgroote
poppen van gips van de commissie
voor de tentoonstelling van „Nationale
Kleederdrachteu", Amsterdam.
Voor de Tuinen: een Orchidee van
den heer C. Gust. Olie Fzn. te Para
maribo.
Onder zeer vele blijken van belang
stelling herdacht Zondag de hoofd
brandmeester Proost van ae Amster-
damsche brandweer zijn zilveren
dienstjubileum. Hij ontving stoffelijke
blijken van waardeering van het da-
gelyksch bestuur der hoofdstad, van
den commandant der brandweer, van
zijne collega's, van de manschappen
der brandweer, van eene deputatie uit
de burgerij en van de amstordamsche
pers. Al deze corporaties huldigden
hem in de feestelijk versierde kazerne
aan de de Ruyterkade.
Een jubileum.
Zondag vierde onder vele blykeu
van instemming de heer August Belin-
fante chef der uitgevers firma gebroe
ders Beliufante te 's Gravenbage, zyn
veertigjarig feest als uitgever. Hy om
ving mededeeling zyuer benoeming
tot ridder in de orde van „Oranje-
Nassau".
Mollenvanger.
In „De Hollander" van 28 Decem
ber komt de volgende advertentie
voor:
„Iemand, 20 jaar by het vak werk
zaam. wenseht mollen hetzij Pür stuk,
per H. A. grond, of bij nader over
een te komen voorwaarden te komen
vangen...."
Gasontploffing-
Zaterdagavond is er in de gastram
te Maastricht een ontploffing geweest,
waarvan de tram zware schade ba-
kwam. Met de reizitrers zyn geen on
gelukken gebeurd. De ruiteu van de
naburige huizen werden door den
slag verbrijzeld.
3e prjjs A. C. Splinter, 4e pr. B. Hes,
allen van Leiden.
2e klassele en 2e prys C. J.
Brakkée Jr. van Rotterdam en M. M,
van Haarlem, 3e pr. A. vanRhyn Azn„
Leiden.
Voetbal-wedstrijd
H. F. C.—H. F. C. „Haarlem."
Bovenstaande woorden stonden op
de bulletins in verschillende winkels
aangeplakt, en bij het lezen daarvan
haastten wy ons dan ook naar bet
veld aan de Molenwerf te Heemstede
Zondag, om getuige te zijn van
den belangrijken wedstrijd tusschen
de beide beste Haarlemsche clubs.
(Dat het geen competitie en dus niet
de revanchematch was, was ons be
kend.) Maar hoe stonden wy verbaasd
en met ons de niet vele toeschouwers,
toen wy maar een stak of vier rood-
broeken en een achttal witblauwen
zageD, die zich een weinig amuseerden
met goal-trappen. Ten slotte, nadat
de aanwezigen ongeveer een uur had
den staan kyken naar dat goal-trappen,
besloot men toch maar eens te gaan
spelen. Vier roodbroeken, uit het
elftal, een drietal invallers, ziezoo
dat zijn zeven. Van H. F. C 9 man
netjes bij elkander gezocht, waarvan
7 van het elftal, en 2 niet minder
sterke invallers, en daar ging het
er precies te 2',-h uur op los. H. F.
C., die verreweg de sterkste was, wist
weldra 2 goals te behalen. Doch nu
kwam Haarlem opzetten, trapte er
uit alle macht op los (J. v. d. Berg,
Stol en Kruseman namen daaraan
een werkzaam aandeel) en wist voor
half-time deu stand gelijk te maken.
Met half-time besloot men maar met
speleu te eindigen, zoodat deze friendly-
game en geen wedstrijd, zooals ge
publiceerd stood, eindigde met gelijk
spel 2—2.
Thans heeft de rechtbank te Rot
terdam rechtsingang verleend teg-n
de wed. Sörensen, ook ter zake van
de vergiftiging van baren echtgenoot
en haar commensaal, den beer Cohen.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich niet aansprakelijk
Van ingezonden stukken, geplaatst
of niet geplaatstwordt de copij
niet aan den inzender terug
gegeven.
5poft en
De uitsiag van don Vrydag op „Zo- j
merzorg" te Leiden gehouden kleinen
wedstrijd, uitgeschreven door de Leid-
sche Schaakvereeniging „Morphy",
ter eere van baar vijfjarig bestaan,
was als volgt
le klasse: ie prjjs H. Strick van
Linschoten, 2e pr. Abr- Oppenheim,
Mijnheer de Redacteur!
Naar aanleiding van het schrijven
van den heer Van Gasteren, president
der letterlvereen. „J. J. Cremer",
waaria hy myn artikel over het op
treden van bovengenoemde vereeui-
gitig tracht te ontzenuwen dieue het
volgende
De heer v. G. zegt dat „Cremer"
nog nimmer concurreerde tegen het
gen. „Melpomene en Thalia" en alier-
miust tegen een liefdadigheidsvoor
stelling. Als men nu alle moeilijkhe
den. ter verkrijging van een avond
in onzen schouwburg, ter verontschul
diging aanneemt, blyft- het feit toch;
bestaan dat, waar zooals Woensdag
28 Dec. '98 twee tooneelvereenigin-
gen op denzelfden avond hetzelfde
stuk opvoeren, de eene door de andere
benadeeld wordt en das concurrentie
wordt aangedaan.
Hoe moeilijk het echter is een datum
in onzen eenigen schouwburg te krij
gen, bly'kt hieruit, dat gedurende
December '93 deze iedere week nog
drie avonden vry was en tot 15
Jau. '99 voor iedere week slechts
2 avonden besproken zijn. Nu das
blykt, dat de eenige verontschuldiging
van den pres. \an „Cremer" berust
op raoeilijkhoden die n i e t bestaan,
meen ik dat myn schrijven van 2S
Dec. niet hatelijk genoeg
was.
U Mijnheer de Redacteur beleefd
dank zeggende voor de verleende
plaatsruimte,
Hoogachtend,
C. v. V.
den heer Hofland in een vergadering.
J. Boot, C. Floris, C. Volienga,
Kraak, P. Voorderhake, P. Kuipers,
H. J. Kockelkoren, H. Poldervaart,
allen te HeemstedeW. v. Straaten,
HaarlemF. Gozeling, H. Leuven,
C. Yoordehaak, J. Leuven, G. Yoor-
derbaak, H. v. Vossen, A. Huiser,
Daan Kesteren, G. Weyers, G-5 v.
Denrzen, Chr. J. v. d. Erf, J. v.
Denrzeu, J. M. Welters. P. v. d. Aar,
T. H. Salman, D. Salman, P. G. Bos,
A. Voorderhake, A. van Glabbeek,
H. van Glabbeek, J. G. PrinsTheo
Mndde, J. Duindam, P. Duindam, G.
Duindam, C. Koomen, M. G. v. Hont,
J. v. Versen, C. Weyers, W. v.Vessem,
allen te Heemstede; J. Weyers, C.
Weyers, D. Weyers, allen Bennebroek
J. E. Smit, P. Bos, P. v. d. Eem,
J. v. d. Pijl, J. Hendrikse, A. Ver-
donschot, C. Mudde, A. v. Tongeren,
B. Alkemade, J. v. Bakel, Jac. van
Tongeren, J. Gozeling, G. v. Meer,
G. v. Meer, M. Bank, Th. Nieske,
A. Leuven, Th. Leuven, J. v. Denr
zen, B. Lagerweg, A. Brouwer, D.
Brouwer, G. Roorakker, B. Roor.ik-
ker, T. Roorakker, P. Headrikse, W.
v. Straten, H. v. d. Erf, G. J. v. d.
Erf, allen te HeemstedeJ. v. Kessel,
C. Bouma, heiden SchotenC. H.
Hnis in 't veld, H. Selhorst, beiden
HaarlemJ. Smooleuaars, Schoten
E. G. Kaptein, O verveenP. v. d.
Putten, Jansteenstra-at 32. Haarlem;
Th. v. d. Patten, Th. Warmerdam,
A. P. Rnygrok, allen SchotenM.
Smees, Assendelverlaan, Haarlem J.
Biermau, Brouwerstraat, Haarlem
J. Smit, J. v. Schoten, C. Neissen,
F. Jonkhof, allen SchotenG. Too
ien, Zjjlweg, HaariemJ. Kramer,
C. KramerfM. Kramer, allen Ruijs-
daelstraat, HaarlemA. J. Visser,
Thybontstraat no. 6roodJac. v. d.
Berg, Lange Heerenvest 101, Haar
lem G. v. Erf, Haarlem M. Koelemy,
Oranjestraat; C. v. d. Erf,Haarlem
B. Roerakker-, Jansteenstraat no. 7
J. T. Kors, Ken nemerstraat no. 3;
C. Romyn, Kennemerstraat no. 6.
Over deze zaak sluiten wy nn het
debat.
RED.
Mijnheer de Redacteur
Wij ondergeteekenden verklaren in te
steramen met de verklaring van J.
Hendriks, dat het een leugen is dat
de Ned. R. K. V. de Neutrale Yereeni-
ging heeft in den grond geboord, maar
dat R. K. Bloemistkuechts er al ge
noeg van hadden, na het spreken van
QEmmm atiEuws.
De Zaak Dreyfus-Piequart.
Mag men Clemenceau gelooven, dan
zijn met, het ultra-geheime dossier
niet de vermeende brieven van keizer
Wilhelm meegegaan, welke een afzon
derlijk diplomatiek dossier vormen en
dan ook aan het ministerie van bniten-
landsche zaken berusten en nog' by
Delcassé zijn. De schrijver bepleit
de noodzakelijkheid der afgifte ook
van dit dossier.
De „Matin" deelt mede dat het ge
heime dossier, waarvan de strafka
mer van het Hof van cassatie nn
inzage krygt, duizend stukken bevat
die wel is waar niet alle betrekking
hebben op de Dreyfus-zaak, maar toch
door hun afkomst een geheel vormen.
Behalve kapitein Cuignet zal generaal
Chamoin zich ter beschikking van
het Hof stellen om die documenten
welke geen betrekking hebben op de
zaak, aan te wijzen, en ook de aan
dacht te vestigen op anderen die,
volgens sommigen, een overtuiging
kunnen vestigen.
Hetzelfde blad meldt dat de kwes
tie Bard-Quesney de Beaurepaire
hierop neerkomt: Bard ging het ver
trek binnen waar Picquart zich be
vond met den kapitein der republi-
keinscbe garde die bem vergezelde,
hy wendde zich niet tot Picquart
maar tot den kapitein, zeggende
„Het verhoor van generaal Gonse
beeft ons tot nn toe opgehouden, wy
kunnen vandaag den heer Picquart
niet verhooren." De kapitein der garde
heeft aan den minister van justitie
verklaard dat de zaak zich inderdaad
aldus heeft toegedragen.
Vo geDS de „Volonté" heeft mevr.
Pays voor het Hof van Cassatie er
kend de telegrammen-Blauche en -Spe-
ranza verzonden te hebben.
De „Voltaire" zegt te weten dat
Henry voor een belangrijk bedrag
geldschieter geweest is in de thans
verkocht wordende rijwielfabriek Mé-
dinger.
als het roet dat hij in een grooten zak
boven den haardplaat in een zaal had
opgehangen, plotseling door de Duit-
sche Keize/in verrast.
„Wacht n asjeblieft een oogenblik
je", zeide de Keizerin tot don ont
stelden schoorsteenvegersjongendie
echter toch niet wit van den schrik
werd, en de Keizerin riep prins
Joachim en prinses Victoria Lonise.
Beide kinderen hadden ieder oen
groote koek in de hand en werden
door de keizerin aangespoord deze
aan den zwarten jongen te geven.
Prins Joachim was niet bang en deed
wat hem gezegd werd, maar 't prin
sesje begon te schreien en durfde
eerst na een langen tyd haar koek
aan den gevreesden kinderschrik te
overhandigen.
Toen de twee kinderen weggingen,
wuifden zy den schoorsteenvegersjon
gen kushandjes toe.
De jongen moet rood van plezier
zyn geweest, tenminste naarhy zelf
vermoedt
Een terechtstelling.
Omtrent de onthoofding van Vacber,
op net Champ de Mars. te Bourg,
wordt medegedeeld, dat Vacber zeer
terneergeslagen was, tot het eind toe
zyn onschuld betuigde en geestelijke
hulp weigerde. Hy wilde het publiek
toespreken, doch dit voorkwam men.
De beul Deibier vervulde zjjn droe-
vigen plichtde laatste executie die
hy uitvoert.
Een groote menigte uit alle stan
den verdrong zich om getuige van het
walgelijke schouwspel te zyn. Het
publiek riep„Weg met hem, Dood
aan Vacher" toen het voertuig na
derde, waarin de moordenaar zat.
Toen het mes viel hoorde men
bravogeroep.
keellyden van prinses Clementine, zyn
geen verbeteringen geconstateerd. Alle
j hoffeesten tijdens Januari zijn uitge-
steld. De koning en de prinses zuilen
Brussel verlaten en langdurig in het
I Zuiden gaan vertoeven. Ook de Konin
gin is ernstig ongesteld en kan haar
kamer in het slot te Laeken niet meer
verlaten.
Huwelij ksgeluk.
Een Zweedscbe courant schreef on-
j langs a's prijsvraag uit„Hoe behoudt
jeen vronw het best de liefde van
haren man en haar huwelijksgeluk
Een ontzaglijke menigte antwoorden
kwam in van allerlei aard. zelfs ge-
lieele verhandelingen, ook van mannen.
Do prys werd toegekend aan den in
zender van het volgende korte ant
woord „Voeder het beestje goed
De Daily Telegraph heeft het vol
gende telegram uit Newyork ontvan
gen Een te Vancouver aangekomen
Engelsche stoomboot brengt het be
richt mede, dat eeu luitenant en 13
Fraosche matrozen door de inboorlin
gen der Nieuwe Hebriden vermoord
zijn.
Vreeselijke dood.
Een mijnwerker voud Donderdag
in een der mijnen te Monmouthshire
in Engeland een vreeselyken dood. De
bak, waarmede de mijnwerkers in de
mijnputten afdalen, ging met eenige
werklieden naar beneden. Kort na de
afdaling voelden de werklieden de
bak schudden en bemerkten zy, dat
een hunner kameraden half buiten de
bak hing. Met groot levensgevaar
voor hen zeiven pakten zij den on
gelukkige by de beenen en wilden
hem zoo naar binnen trekken. Zij
schreeuwden intusscheu naar boven,
de machine te doen stoppen. Op 300
voet van den bodem gekomen, bieek
het onmogelijk den werkman, wiens
lichaam telkens tegen de wanden der
put aansloeg, langer vast te houden.
De krachten der mannen waren uit
geput en de mijnwerker plofte naar
beneden, waar hij later verbrijzeld en
dood werd opgenomen.
De bezittingen van Keizer
Wilhelm.
De Duitsche Keizer heeft onlangs
het kasteel Cadinen met bijbeboorende
landerijen aangekocht en bezit thans
in 't geheel 50 kasteelen of paleizen
van meer of mindere uitgestrektheid.
Drie daarvan liggen te Berlijn het
groote koninklijk paleis (Schloss),
Mont-Byou en Bellevuete Potsdam
heeft hy er niet minder dan 13, waarbij
het bekende Saussouci. Van de andere
zyn de voornaamstede paleizen te
Hanover, Kassei, Koblentz, en Wies-
baden, en de kasteelen Stolzenfels,
Wilhelmshöhe, Sonneck (aan den Rijn)
Hubertusstock enz.
De opstand in China.
De „North China Daily" ontvangt
van zijn correspondent te Chungking
een telegram van Vrijdag, waarin
melding wordt gemaakt van een
grooten veldslag op 27 December te
Sah-Cbi-ao-tsaug tusschen de regee-
ringstroepen en de opstandelingen.
Naar gemeld wordt, hebben de regee-
ringstroepen de overwinning behaald.
Een jonge schoorsteenveger die in
het keizeriyke slot te Potsdam aan
den arbeid was, werd te midden van
zijn bezigheid, toen hij zoo zwart was
Het dorp Sonvret in Henegouwen
wordt met instorting bedreigd. De
grond is door mijnen onderwoeld en
daardoor zyn verzakkingen gekomen,
die reeds aan de kerk, net raadhuis
eu de school groote scheuren hebben
veroorzaakt. Ook tai van huizen zijn
vol barsten en scheuren. Er wordt
getracht ze te stutten, maar het zal j
vermoedelijk niet baten.
In den gezondheidstoestand van
koning Leopold van België en in het
Visitekaartjes met Nieuwjaar.
Ofschoon men ons ieder jaar ver
zekert, dat het zenden van visite
kaartjes met Nieuwjaar uit de mode
gaat, is het eenige merkbare gevolg,
dat wy ieder jaar met een grooteren
vloed van die stakjes karton over
stroomd worden, tot groot verdriet
van postbeambten en tot blijdschap
van wien? Ja. dat weet ik waarlijk
niet; of misschien van de kinderen,
die er mede mogen spelen. Voor ons
zelf is het geregeld een bron van on
aangename verrassingen, wanneer wy
kaartjes ontvangen van goede beken
den, aan wie wy ondanks de grootste
zorgvuldigheid niet gedacht hadden.
Dan nomen wy ons voor, het volgende
jaar „die gekheid" maar achterwege
te laten. In den loop van het jaar
bekoelt echter dat goede voornemen
weer de vrees bekruipt ons, dat men
ons voor excentriek of onbeleefd zal
houden en liet spelletje begint op
nieuw
Eerst tijdens de regeering van
Lodewijk XIV hooren wy van
het gebruik van visitekaartjes.
Men nam toen, als men een
vriend niet thuis trof, eenvoudig een
speelkaart, schreef er zyn naam op,
en stak haar in het sleutelgat. Veel
werden zy echter niet gebruikt, want
nog in de brieven van mevrouw De
Sévigné, noch in andere gedenkschrif
ten van dien tyd worden zij ge
noemd.
Na 175u begon.men werkelijke vi
sitekaartjes af te geven. De graveurs
belastteu zich niet alleen met den
Daam erop te zetten, maar ook met
het bezorgen.
Later hielden beroemde kunstenaars
zich bezig met het versieren van
kaartjes. Cochin, Eisen, Fragonard,
Moreau, wedijverden, wie aan de
vluchtige voorwerpen het meest eigen
aardige „cachet" zou geven. Tegen
het begin der 19e eeuw werden de
onderwerpen vooral gezocht in de
Grieksche of Romeinsehe mythologie.
Het Eerste Keizerrijk bracht visite
kaartjes in de mode met gedeelten
van wapenrustingen erop. Deze mole
en die tijdens de Restauratie, zyn zoo
wat het leelykste, dat op dit gebied
geleverd werd.
Na 1829 vergenoegde men zich met
naam, beroep en adres aan te geven
op de kaartjes, die nu algemeen in
gebruik kwamen.
Omstreeks 1825 begon men ze te
glaceereu, zoogenaamd „porselein".
Deze mode heeft niet lang geduurd,
en al wat men sinds dien tyd beproefd
heeft, om in plaats van gewoon kar
ton te gebruiken hout, kurk, celluloid,
aluminium, onderging hetzeifde lot.
Ook de kaartjes met pbotographisch
portret voorzien hebben niet den op
gang gemaakt, dien men ervan ver
wachtte. Ofschoon zy in enkele ge
vallen zeer practisch zijn, bleken zy
op andere tyden onbruikbaar, omdat
het soms indiscreet of onvoorzichtig
is, zyn portret aan den eerste den
beste aan te bieden.
Het meest geschikt, en dus het
meest gebruikt, zyn de visitekaartjes
vau gewoon wit of ivoorkleurig kar- j
ton, niet te groot, niet te klein, met
eenvoudige, duidelijke letter bedrukt.
Overigens hangen formaat, karton,!
letter, geheel af van leef tyd, omstan-1
digheden, positie en kens, mits men
slechts zorge, dat de kaart vlek kei ooj
rein zij, maar dat spreekt wel vanzelf!
Oorlogskosten.
Eene sehoone illustratie op de noooj
zakelijkheid om. overeenkomstig de vra
desplannen van den Czaar van Ruslan<
den omvang der huidige krijgstocrustii
gen in te krimpen, levert eene becijfc
ring, die de heer Jules Roche geeft i
de „Figaro" over de kosten, welke Franl
rijk bij een eventueelen oorlog zal hel
ben te dragen voor het onderhoud va
zijn leger. Hij neemt daarbij als maai
staf aan wat elk soldaat in den oorlo
van 187071 beeft gekost., zijnde,
gens den beer de Freycinet in zijn wer
„la Guerre en province," 8 francs 8
per hoofd en per dag. In 187071 ha
men te doen met een leger van 600.00
man, doch thans heeft men rekening i
houden met een veel groot er troepei
macht welke men toch zeker zc
groot heeft gemaakt, om er partij va
te trekken. „Actief leger, reserve va
het actieve leger, tei-ritoriaal leger, resej
ve van het territoriale leger, dat alle
is gevormd omdat het nuttig en noodz<
kelijk werd geoordeeld. Als dit alles nie
in werking behoefde te treden, dan zo
het ook niet nuttig en noodzakelijk ziji
en zou men 't niet behoeven te handha
ven. Maai' men handhaaft 't. Dus zal hei
werkzaam optreden."
En na dit- vooropgesteld te hebben
begint de heer Jules Roche te rekenen
niet vreezende dat hij door het meda
deelen der legersterkte een geheim vei
klapt; want de Duitschers drukken di
opgave zelfs.
Allereerst het leger der eerste lini<
actief en reserve, bestaande uit 13 licl
tingen van gemiddeld 220,000 elk, ziji
de dus 2,S60,000 man. Aannemende da
daarvan 25 pet. afvalt, houdt men no
2,160.000 man. of, om een rond cijfe
te noemen, 2,000000 man.
Dan het territoriale leger met zijn r<
serve, 12 lichtingen, elk van 200,00
man, dus gezamenlijk 2,400.000 man
ook hierbij 25 pet. verlies in rekenin
brengende, houdt men 1,800,000 mar
Totaal dus 3,800.000 man. De Dui
sellers beweren dat de legersterkt
4,500,000 man is, doch de heer Roch
wil niet het hoogste cijfer nemen e
stelt daarom de legersterkte op 3,00000
man.
Als deze m aam en, evenals tijdens de
oorlog van 1S70'71, elk 8 fr. 80 pc
hoofd en per dag kosten, zou het lege
pea- dag kosten 26,400.000 francs, las
het 25 millioen, laat het zelfs 20 mill
oen francs per dag zijn.
„Wanneer men in 1870 per dag 1
millioen noodig had. voor een leger va
600.000 man, is heb dan niet duidelijk,
vraagt de schrijver, „dat men minsten
tweemaal zooveel uitgaven heeft voc
een leger dat meer dan driemaal zo
sterk is?"
Dus 600 millioen pea- maand -
heb leger eenmaal in. werking is.
Maar daarbij komen de kosten voc
de mobilisaties, voor de concentratie en
enz. alle uitgaven voor het in ord
brengen der versterkte plaatsen, aai
schaffen van een groote hoerveelhei
levensmiddelen, paarden, rijtuigen. D;
alles op een franc en een centime na u
te rekenen, is onmogelijk, ofschoon c
uitgaven van sommige onderdeel en vas
gesteld zijnaar in elk geval zullen c
uitgaven der eerste maand niet ver bli
ven van de twee milliards, ongereken
nog de verliezen, welke het land ze
lijdt.
In 187071 hebben de spaarbankei
haar geld teruggevraagdhebben d
gemeenten haar beleggingen ingetrol
ken. Dat alles zal waarschijnlijk wee
gebeuren tijdens een nieuwen oorlog. I
In 1870 was men slechts 600 millioej
aan het publiek schuldigthans heloot
het bedrag vier en een half milliard
Men kan toch niet tot de families dc
soldaten, die onder de wapenen zijl
Wacht I Er moet toch gegeten worden
En er zal geen werk meer zijn, dus gee:
loon. Raam het bedrag der geldsommei
welke de staat tijdens de eerste twee
drie maanden van den oorlog moet b
schikbaar stellen, op 5 of 6 milliard.
Waar moeten die vandaan komen?
Van de Banque de France? D
heeft ze niet. Zij zal tevens het hooi
te bieden hebben aan de moeielijkhedc
en verwik kelingen van een toestand, d
in die historie zonder voorbeeld i
Niettemin zal zij den staat krachtige
steun verleenen maar lang niet 5
6 milliard.
Uit de belastingen Die werden
1870 reeds met moeite geïnd; hoe
kunnen uitstorten. Ik wenschte dat ik
toentertijd in Nice met dit leven gebro
ken had. Dat was in elk opzicht beter
geweest. Maar zoo gaat het niet langer
er moet een eind aan komen. Men mag
zich maai' niet zoo door het noodlot la
ten meeslepen."
Toen ging hij voor Konrad staan.
„Ik praat zoo onbestemd, dat gij er
wel niets van begrijpen zult. De quaes-
tie is, mijn jongen, dat ik groote ver
liezen met speculeeren beb geleden. Ik
was eenmaal zeer rijk, dat is nog niet
eens zoo heel lang geleden, maar het is
merkwaardig, hoe het ongeluk mij de
laatste weken vervolgt. De menschen
overschatten mij en om de zaak geen
noodlottig einde te laten nemen, moet
ik nu „basta," zeggen."
Van dit alles had Konrad in 't minst
geen vermoeden gehad ook in zijn
oogen was Brandes altijd de ongehoord
rijke man geweest. Een benauwd, ang
stig gevoel belette hem iets te zeggen
en teekende zich zoo duidelijk op zijn
gelaat, dat Brandes zijn lachen bijna
niet houden kon.
„Misschien heb ik je den toestand te
donker afgeschilderd, beste jongen. De
quaestio is alleen maar, dat men te rech-
twrtijd met dit leven breekt. Wanneer
ik mijn renstal verkoop ben ik tam wel
gesteld man, want Coriolan brengt al
leen wel tachtigduizend Mark op. Mijn
huis en mijn villa te Hoppegarten zul
len met mijn contanten en wat ik ge
deponeerd heb nog een aardig kapitaal
tje opleveren een kapitaal, dat men
noemen kan."
Konrad herademde en nam, aan een
plotselinge opwelling gehoor gevend, wat
hij slechts zelden deed, Brandes' hand
in tie zijne en zeide op smeekenden toon
„Ja, dat moet gij doen. Ook ter wille
van Kathchen."
„Je hebt gelijk, ter wille van Kath
chen. En ga nu slapen, mijn jongen, het
is hoog tijd. Morgen zullen wij met mijn
I advocaat en met den lieer Lenz van de
I Duitsche bank te rade gaan. Ga naar
bod. beste jongen."
Het was intusschen zes uur geworden.
Het geklingel der trambeis klonk Kon
rad in de ooren, de zon stond reeds bo
ven de huizen, en langzamerhand begon
iedereen en alles in de hoofdstad te ont
waken. Toen Konrad de trap opging
ontmoette hij Kathchen's kamenier.
„De juffrouw is toch nog niet wak
ker?"
„O ja, zij is reeds op."
Nu werd er een deur op de gang ge
opend en een meisjeskopje met krullend
haar en blozende wangen keek door de
opening.
j „Goeden morgen, mijnheer Konrad!
JA1 op?"
„Ja, juffrouw Kathchen."
„Ga je met mij mee. Konrad Het is
zoo'n verrukkelijke morgen om te rijden.
Dan gaan wij naar het „Grünewald,"
j ja, doet gij het
Hij kon dit verzoek moeielijk afslaan,
dus knikte hij toestemmend met het
i hoofd.
„Binnen een half uur zal ik klaar
j rijn."
„Mooi."
Zoo gebeurde het dat Konrad niet
ging slapen, maar toen bij naast Kath
chen door de diergaarde reed voelde hij
geen vermoeienis meer en was zeer vroo-
lijk gestemd.
De prins von Reichenberg zou spoe
dig uit hun kring verdwijnen nu Bran
des met dit onrustige, zenuwachtige le
ven ging breken, dat Konrad altijd on
aangenaam gevonden had.
Brandes, Kathchen en hij zelf zouden
zich wellicht naar een rustig plekje te
rugtrekken, waar rij van al het gewoel
der wereld niets bemerkten en dan...
Hij sloeg Kathchen gade, die een paar
pas voor hem uitreed en met haar kar
wats de druppels van de takken sloeg.
Zij zou den prins vergeten, en als rij
niet meer in deze weelde en overvloed
leefden zou rij hem, Konrad, beter lee-
ren kennen en dan zou hij haar mis
schien nog eenmaal de zijne mogen
noemen.
Hoe bekoorlijk zag rij er toch uit!
Zij droeg niet meer den hoogen, zwar
ten hoed, maar een platten strooien, zoo
als de Engelsche mode voorsclireef en
welke haar allerliefst stond. Het zwarte
rijkleed omsloot do bevallige gestalte
kon er wel een dame losser en gra-
cieuser te paard ritten? Zij zelf wist dit
ook heel goed. De beste ruiters van het
leger en de Engelsche „professionals" in
Hoppegarten hadden hot haar duizend
maal verzekerd.
Nu liet rij de volbloed merrie draven,
terwijl de stramme „Hunter" van Kon
rad met moeite het mooie dier bijhield.
„Hoe heerlijk, hè Konrad Laten wij
vandaag eens genieten en vroolijk rijn,
al is 't ook maai' voor een enkelen keer.
Het is thuis zoo gedrukt, papa is mis
noegd en jij ook Konrad. Waarom dan.
Nu in galop, voorwaarts!"
In een der restauratie's in het „Grü
newald" stapten rij af en ontbeten. Toen
rij een weiland voorbijreden sprong
Kathchen af en plukte bloemen, die rij
tot een ruiker schikte er hier en daar een
paar takjes groen tusschen voegend.
Zij bond den bouquet aan haar zadel
knop en vermaakte rich met de nieuws
gierige blikken, die de voorbijgangers
op dezen zonderlingen tooi wierpen.
Zij was opgewonden vroolijk en be
dacht allerlei dwaasheden. Zij kon aller
lei dieren nabootsen en nu eens kraaide
rij als een baan, dan weer blafte zij als
de kleine fox terriers, die om haar paard
sprongen, maar dezen hadden het reeds
meermalen gehoord en bekommerden er
rich dus weinig om.
Op een der wegen, die van Paulsborn
naar Halensee voeren, stelde rij voor om
j 't hardst te rijdenKourad viel bij deze
wedren bijna van 't paard, terwijl Kath-
j chen twintig lengten voor de „hunter"
het einddoel bereikte.
„Zoo zal Coriolan de Derby winnen",
lachte Kathchen, „O, dat zou verrukke
lijk rijnWat zou papa dan blij rijn.
Maar wat krijg ik nu Ik heb den wed
ren gewonnen!"
Konrad's gericht was donkerrood ge
kleurd van den snellen rit. Hij had: een
gevoel, alsof hij een ander mensch ge
worden was.
„Een kus!" antwoordde hij zelf niet
begrijpend, waar hij den moed op dat
oogenblik vandaan haalde.
Hij reed nu vlak naast haar en greep
haar hand
En rij weerstreefde hem niet.
„Omdat ik u even liefheb, KonraJ
als een broeder."
Zij boog zich naar hem toe en hl
kuste haar.
Toen drukte zij zijn hand en zag hei
met een zonderlingen blik aan, hj
kwam Konrad voor dat er een traan ij
haar oogen blonk.
„Gij weet niet Konrad, hos lief a
ons zijt, ik bedoel papa en mij. Wj
spreken zóó dikwijls van je." Zij clruki
hem nog eens hartelijk de hand. „W
zullen voortaan je en jou zeseen h
Konrad?"
Ja
Zij boog zich nogmaals naai- hem tij
en kuste hem zeggende
„Nu rijn wij broer en zuster."
De kleine merrie trok ongeduldig at
den teugel, beet naar den grooten k(
van den „hunter" en sprong voorwaart
Een paar honderd schreden verd
bereikten zij den Potsdammer straatwi
draafden zij naast elkander vooi
(Wordt vervolgd.)