t
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Woensdag 4 Januari (899.
■o 4760
HAARLEM'S DAHBLAD
A^onsrn<rEiM:EnsrTSFH,ij"S:
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden1.3Ö
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden«1-65
Afzonderlijke nummers 0.05
Geillustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post 0.371/2
APV .BLI^TmiSrTT-FTTsr:
1-5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlek rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advcrtentien worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Pubkdté Etrangere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Suec., Pa-rijs 31bis Fauhoarg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prjjs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel ƒ0,30.
*9
Agenten Jvoor dit blad in den omtrek zijn Blcemendaal. Santpoort en Schoten. P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Spaamda C. HARTENDORPZandvoort. G. ZWLMMkhi
VelsenW. J. RUIJTER Beverwijk, J. HOORNSHillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen bd Advertentiën aan.
OfficieeKe Berichten.
is zoowel in het komische als in het dra
matische genre.
Ile Burgemeester en Wethouders van Zijn gave voor het komische kwam
Üaarlem, vooral goed uit in de voordrachten ge-
i Doen te weten, dat bij hunne be- titeld„Na het Kroningsfeest"„Dat
ichikking Yan 29 Dec. j.l. aan W. F. zijn me feestgangers." (Historisch)„De
ïekhuijsen vergunning is verleend tot Familie gaat naar Parijs"„Een Sinter-
iprichting van eene steenhouwerij en Klaas surprise", en „de Rollen verwis-
lagerij in het perceel aan den parti- sold".
lülieren weg aan het Zuider Buiten„Na het Kroningsfeest" was een ge
dicht dat door spreker in het overbe-
Jpaarne no. 38.
Haarlem31 Dec. 1898.
tuwsch dialect werd voorgedragen en
waarmede hij veel succes inoogstte.
Ook de inhoud der overige voordrach
ten was mooi, en de wijze waarop de
heer Lamberts ze weergaf boeide bijzon
der. De tweede voordracht betreft per
sonen, die naar het vuurwerk te Amster
dam waren gaan kijkenop het Cen-
„r jI traalstation zich hadden opgesteld en
Burgemeester en Wethouders van Mn Toor hun te
Doekte weten, dat bjj hunne be-lf"1: waren *>°-
i-i i - ->r» tï doende een mooi gezicht op het vuur-
ichlkking van 2r^..y a werk hadden, totdat eensklaps de trein
Burgemeester en Wethouders I
voornoemd,
M. O. de KANTER,
Waarn. Burg.
De Secretaris
PIJNACKER. I
ïung voor een proeftijd van 6 maan-
len vergunning is verleend tot op
lichting van eeDe kuiperij in het per
iled aan de Antoniestraat no. 10.
Haarlem, 31 Dec. 1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
M. O. de KANTER,
i Waarn. Burg.
De Secretaris,
-• PIJNACKER.
ar
zich in beweging zet en de feestgangers
tot overmaat van ramp naar hun dorp
terugvoert.
Dat hij op dramatisch gebied even
goed thuis is, toonde spreker bij het
aanschouwelijk voorstellen van het wel
bekende drama „Vorstenplicht" van
Nestor de Tiere. Vooral gaf hij zeer
goed de treffende scène weer, waarin de
Vorstin, nadat zij tevergeefs getracht
had haar gemaal en Koning, over te
halen om zijn plan tot oorlog voeren,
te laten varen, op het denkbeeld kwam
op zijn gevoel als vader te werken door
hem den dood van zijn kind te melden,
waarop de Koning in vertwijfeling uit-
roept„O God. ik gaf mijn gansche rijk,
voor het leven van mijn kind." De vor
stin, nadat zij den Koning nog verweten
had, dat hij voor een enkel stuk gronds
aan duizenden moeders den hun minstens
even dierbaren zoon wilde ontrukken.
STADSN9EUW&
Eerste en tweede pagina.
Haarlem, 3 Jao. 1899.
Schouwburg.
Gysbreght van Aemstel.
Ook dit jaar zal in den schouw- |t_TvuLi
vW.eene opvoering van \oudel sten slotte dat alles een leugen
.Gysbreght van Aemstel door de is, dat hun leeft
maar dat zij
£oninkl. Vereeniging „het Nederl.
dat de leden op het stadhuis kunnen
zien of zij kiezer zijn voor de Kamer
ran Arbeid.
Hierna kreeg de spreker van den
avond, de heer J. W. Smit, voorzitter der
af deeling Amsterdam, het woord.
Een bepaald onderwerp had spreker
niet gekozen. Allereerst herdacht hij
den in 't begin van het vorige jaar over
leden secretaris, wijlen den heer van
Looijbracht daarna een woord van
waardeering aan één der oprichters, den
veteraan, den heer de Jong, en wees er
vervolgens op, dat de R. K. Volksbond
bij dé Inhuldiging van H. M. niet achter
heeft gestaan en herinnerde tevens aan.
het request, behelzende het verzoek tot
Zondagsrust en vermindering van lang-
durigen arbeid op fabrieken, dat in het
afgeloopen jaar door den Central en Raad
aan dc Regeering is gezonden.
Vervolgens had spreker het over de
pensionneering van oude werklieden,
over welk vraagstuk op 18 Dec. 1.1. in
Den Haag eene vergadering van den
Central en Raad is geweest, en sprak
den wensch uit, dat de R. K. Volksbond
niet zou rusten, voordat er eene pensi
oenwet is gekomen. Verder sprak hij
nog eenige woorden over de kamers van
Arbeid en zedde, dat de leden, evenals
te Amsterdam reeds het geval, was,
moesten trachten een Kamer van Ar
beid tot stand te brengen, waarin, alle
religies zijn vertegenwoordigd. Ten slotte
hoopte spreker dat 1899 een vruchtbaar
jaar voor den bond mocht worden, dat
de leden druk propaganda zouden ma
ken voor den bond, ook vooral op de
werkplaatsen en drukte hun op het hart
hunne verschillende vakvtereenigingen
flink te steunen, en daardoor vakvereeni-
gingen te krijgen, die de leden van de
Tweede Kamer op de hoogte kunnen
stellen van de toestanden in de arbei
derswereld-
Te ongeveer 10 uur was de verga
gelogen heeft niet als moeder, maar als
jLwiiooi uk.* uuvu.^^. j»» j Vorstin, ten einde den Koning de smart
|n jaar uit zulk een groot aantal te, doea voeienj duizenden menscheii
imsterdammers zich opmaakt om bij bet uitbreim van ztradm
tan het beroemde treurspel van onzen I I;rden s
moten dichter te genieten, magmen| V Koning, diep tewogen, antwoordt
lok b8 ons Haarlemmers eene meer Uw s
ian gewone belangstelling er voor I t ultdma-tum terug en ITgt:
verwachten. Evenals vorige malen j het VoIi tm
weten wat het aan
(gn ook thans de rollen van Ggsbregbt - Vorstin te daJ|km| hoeft
ran Aemstel, van de Bode. van Bade-
loch en van Rafael, in handen der hee- p rJ] d Jof dlt
ren van Schoonhoven en Louis Bonw-1
Tj..,,.. boeien. Het auditorum was dan ook een
meester en de dames Theo Bouw-
- n u n.Me, en al gehoor en door een daverend ap-
(neester en Holtrop-van Gelder s P
Onder gewoonte zal de »p™nng£,ldo gebracht.
dat zij ring geëindigd.
ran „De Bruiloft van Kloris en
Reosje" den avond besluiten. Hierin
tallen de heer Clous als Thomasvaer! r. r. Volksbond.
»n mevr. Panwels-van Biene alsPie- j Maandagavond vergaderden de leden
lernel den gebruikeluken nieuwjaars- der Haarlem van bovengc
[vensch nltspre en. j noemden bond in de groote zaal der
Sociëteit „de Kroon"
1
Weten en Werken.
j De voorzitter, de heer C. A. M. van
FEUILLETON.
Maandagavond werd in Weten en Dam, opende de vergadering met een
Verken de spreekbeurt vervuld door den nieuwjaarswensch aan do leden en bracht
keer P. H. Lamberts van Amsterdam, daarna een woord van hulde aan den
aier ter stede welbekend om zijne aan- heer H. Nieuwenhuizeu, voorzitter van
gen am e wijze van voordragen. De zaal het Bloemist-Tuinbouwgilde „St. Elisa-
vas dan ook overvol. Spreker deed zich both" voor de bemoeiingen, die hij zich
in de voordracht andermaal kennen als getroost heeft in zake de quaestie der
>en uitstekend declamator, die meester bloemistknechts en deelde verder mede,
niet vooruit. Men moet met vaste hand
toetasten
Met schitterende oogen reden zij naar
Berlijn terug. Kathchen, een en al vroo-
lijkheid, de lente toelachend. Konrad
zich gelukkig voelend door zijn eerste
liefde.
Het kwam hem voor als was hij
een ander mensch geworden geen
droomer meer maar een man.
Op datzelfde oogenblik ontwaakte An
nie Griotte en richtte zich in haar bed
op.
Wanneer zou Konrad terugkomen?
Nooit!
De zaak-Hogerüuis.
In de Gids van Januari behandelt
prof. mr. D. Simons te Utrecht de
z-iak-Hogerhuis. Schrijver beoogt inet
Z(jn artikel een onpartijdig overzicht
van deze zaak te geven. Hij blijft
overigens bij zijne in Juli jl. verde
digde opvatting, dat de onschald van
de Hoerhuizen niet is gebleken, maar
dat twijfel aan de schuld der veroor
deelden allerminst onbestaanbaar is.
Er bestaat z. i. geen redelijke grond
om aan bewuste partijdigheid van onze
rechterlijke ambtenareu te gaan ge-
looven, maar bjj is van meeuing, dat
na al bet gebeurde bij de Leeuwar-
densche jnsliiie met meer te denken
is aan eene zoodanige onbevangenheid
als noodig is voor het vellen van een
volkomen objectieve, absoluut onpar
tijdige uitspraak.
Omtrent de vervolging in October in
gesteld voor de rechtbank te Leeuwar
den tegen drie beklaagden, aange
klaagd wegens beleediging van Allard
Dijkstra, is prof. Simons van oorceel,
dat wel smaad inplaats van beleedi
ging had kunnen worden ten laste
doch voor de vraag, of het'
onderzoek naar de waarheid zou bun
nen zijn toegelaten, zon dit zonder
invloed zijn geweest; want schrjjver
kan niet inzien, dat de beleediging,
aan Dijkstra toegevoegd, door het
algemeen belang zou kannen zijn ge
rechtvaardigd en daarom een onder
zoek naar de waarde noodig of moge
lijk zou zjjn geweest.
Op de vraag, in boeverre gratie het
middel zou mogen zijn om tot invrij
heidstelling der Hogerhnizen te komen
wanneer rechtmatige twijfel aan hunDe
schold hunne langere gevangenhou
ding zou verbieden, komt schrijver
niet terug, omdat een beter middel
om tot datzelfde doel te komen, naar
by hoopt, spoedig zal zijn gegeven in
de wijziging van de bepalingen omtrent
de revisie.
Een „Huize Thugatèr" te
Amsterdam.
Naar „Belang en Recht" mededeelt
zullen weldra te Amsterdam circu
laires verspreid worden van den vol
genden inhoud:
„Het bestuur der vereeniging „Thu
gatèr" (goedgekeurd bij K. B. van 9
Januari 1894, no. 45) heeft de eer
zich tot U te wenden met het verzoek
ernstig kennis te nemen van onder
staand plan.
In den loop van 1899 zal in Am
sterdam gesticht worden een Hoize
Thugatèr. Het doel van deze inrich
ting is drieledig:
a. In den huize Thugatèr zal gele
genheid zjjn gedurende kortoren of
langeren tijd te verblijven. Het zal
dus zijn een Hotel-Pension voor Da
mes
b. Huize Thugatèr zal bevatten een
ruime vergaderzaal, restauratiezaal,
leeszaal en conversatiezaal.
Vrouwen uit alle oorden van het
land, die voor kortoren of langeren
tijd in de hoofdstad wenschen te ver
toeven, zullen er al de geriefelijkhe
den van een hotel, al de gezelligheid
van een samenzijn met intellectueel
ontwikkelde vrouwen kunnen vinden.
c. Voor onderwijzeressen en andere
vrouwen die in haar onderhond voor
zien door ernstig werk wil „Thugatèr"
een ontspannend tehuis zijn.
„Huize Thngatêr" kan de plaats
zijn waar de intellectueele ontwik-
kolde vrouwen elkaar ontmoeten. Voor
vrouwen die tijdelijk in Amsterdam
vertoeven, en aangewezen zijn op de
2de of 3de rang-hotels, voorziet eeo
dergelijke stichting in een dringende
behoefte. De onderwijzeressen, die
vaak tot een ongewenscht isolement
worden gedwongen, kunnen daar den
omgang vinden met ontwikkelde vrou
wen uit andere maatschappelijke
kringen.
Om de inrichting te doen beant
woorden aan de eisclieu, die men er
aan stollen mag, wat betreft directie,
lectuur, meubileering, bediening, keu
ken enz., is een aanzienlijk kapitaal
noodig, dat, noch de Vereeniging bo
vengenoemd. noch het „Leesmuseum
voor Vrouwen", dat in deze op nader
overeen te komen voorwaarden met
„Thugatèr" hoopt samen te werken,
geheel kan fonrneeren.
Het bestuur hoopt in dat tekort te
voorzien door het uitschrijven eener
leening.
Ten einde vele personen in de ge-
genheid te stellen, mede te werken
aan de oprichting van bovengenoemde
stichting, wenscht het bestuur aan-
deelen van f 25 rentende 2 pet. uit te
geven.
De inrichting beoogt geen winst te
makenalle baten zullen worden ge
bruikt om de exploitatie zoo goed
mogelijk te doen zijn.
Het financieel- en administratief
beheer zal geheel belangloos door de
Vereeniging ter hand worden geno
men.
Vóór 1 Juli 1890 ontvangen de
aandeelhoaders een uitvoerig verslag
van de dan genomen maatregelen, lig
ging en directie van het gebouw,
voordeelen der aandeelhoaders, enz.
Elk jaar ontvangen de aandeelhou
ders een verslag van den stand van
zaken.
Het bestuur der Vereeniging „Thu
gatèr" bestaat uit de dames Hen-
riette Goudsmit, presidente; A. van
Wijk de Vries, le secretaresse; A.
Dijk, 2e secretaresseL. M. C. Brug
man, adviseerend lidH. J. van den
Broek, penningmeesteresse, Alexan-
derplein 7, Amsterdam.
Het bovenomschreven plan wordt
ten zeerste aanbevolen door de vol
gende personen, die uitnoodigen het
tot stand komen der bedoelde stich
ting te helpen bevorderen
Dr. Cath. van Tussenbroek, Jonkvr.
Q. J. van Eysinga, C. H. de Jontr,
hoofd der öarphatischoo', Jonkvr. J
de Bosch Kemper, mevr. H. H. Bchol-
ten—Commeliu en mevr. A. Treub
Fabius.
Een brutale diefstal.
Bij de politie te 's-Gravenhage is
aangifte gedaan van een zeer brutalen
diefstal niet braak, die Zondagavond
tusschen 4 en 11 uren moet hebben
plaats gehad ten huize van de weduwe
R. op den Loosduinschen weg.
De heer B. R. eigenaar van de
bleekerij die achter het huis gevestigd
is, houdt kantoor bij zijn moeder de
weduwe R. en had aldaar ook zjjn
brandkastje staan in een soort kelder
kast, met hoogst eenvoudige sluiting,
terwijl ook het brandkastje an tame
lijk lichte constraetie is.
Mejuffrouw R. was Zondag bjj een
harer kinderen mede op den Loos
duinschen weg wonende en had
de deur harer woning goed gesloten.
Zondagavond half elf werd de heer
,R. gewaarschuwd dat meu bij zijne
I moeder bad ingebroken. Uit het feit
I dat de voordeur goed gesloten was,
bleek dat men zicli toegang had ver-
schaft door het kantoor, waar de
i kinderen 's middag hadden gespoeld,
i Bij onderzoek tleek de brandkast
geforceerd, men had een stuk uit de
voorplaat geslagen. Vermist zouden
worden ruim f9000 aan bankpapier,
een paar duizend gulden aan specie
en een spaarbankboekje, waaroo on
geveer f 1100 was ingeschreven. Niets
werd in de brandkast achtergelaten.
Een geschoten snoek.
Uit Gennep wordt aan de L. K.
geschreven
Op het laatste der dagen zal men
vreemde gezichten zien. wordt er wel
eens beweerd, welnu Vrijdag hadden
wjj hiervan een voorsmaak. Een hen
gelaar zit op een schuitje in de Niers
te visscheu. Na lang wachten krijgt
hjj op eens beet en meent een groote
snoek gevangen te hebben, hij trekt
uit alle macht, de viseti schiet hier
door van den haak en zweeft eenige
oogeublikken door de lucht. Van dit
ondeelbaar-moment maakt een onzer,
achter een der heggen in de nabij
heid van de rivier geposteerde jagers
gebruik in de meening, dat hij een
wilde eend ziet vliegen en op het
zelfde oogenblik valt de snoek iu twee
stukken op het weiland neder.
Eigenaardige gewoonte.
Men schrüft uit Beesd aan de N.
R. Ct.:
Hier bestaat van oudsher de ge
woonte, dat in den oudejaarsnacht
alle huizen in het dorp voorzien wor
den van het jaartal, dat het nieuwe
jaar aanduidt. Wie dit voor 'teerst
ziet, denkt allicht, dat ieder bewoner
dit op zfin eigen deur schrijft, maar
dan vergist hij zich.
Zoodra te middernacht de klok van
den grooten toren zjjn twaalf doffe
slagen heeft doen hooren, begint de
nachtwacht, geholpen door een paar
jongens, met krjjt op of naast elke deur
het nieuwe jaartal te schrijven, waar
schijnlijk ten bewjjze van den ijver,
waarmee hjj eiken nacht de ronde
doet.
De bevolking schjjnt op dat ge
bruik gesteld te zjjn. Slechts een en
kele is er die verzoekt zjjne deur niet
te bekrassen.
Toen eenige jaren geleden, door
weike oorzaak dan ook, eene geheele
buurt (en juist een der geringste) ver
geten was, werden daarover bjj den
burgemeester ernstige klachten inge
bracht.
Dat de nachtwacht, daags na nieuw
jaar, even aan zjjn activiteit komt
Herinneren, spreekt vari zelf, en dit
zal zeker niet weinig bijdragen, om
dergelijke gewoonten in stand te doen
bljjven.
Kijkjes in de Sportwereld,
16)
Do plechtige stemming, waarin zij in
et woud verkeerden, verdween hier weer
m toen de honden luid blaffend een
;ans nazaten en zelf het volgende oogen-
>lik door een troep ganzen op de vlucht
werden gedreven, keerde Kathchen's
Toolijkheid weer terug. Het overige van
iet ritje amuseerde zij zich door Konrad
o plagen als hij in plaats van „je, u"
(edde en dan dreigde zij
„Ik ga, ook weer „u" zeggen hoor,
>as maar op."
„Broeder en zuster," had zij gezegd
maar dat wenschte hij niet. Kath-
aliens kus brandde hem nog op de lip-
>en en een vurig verlangen vervulde zijn
hart. Hij richtte zich in den zadel op
ai drukte zijn knieën zoo vast tegen
het paard aan, dat het begon te steige
ren. Hij was te laf geweest tot nu toe,
maai- nu zou hij den moed wel weten te
vinden. Met te veel bescheidenheid, had
Brandes hem eens gezegd, komt men
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
„Op die manier, waarde baron," be
sloot C. W. zijn verhaal, „wordt men lid
van een club."
Als hij nu de wedrennen bezocht
droeg hij steeds den zilveren, keurig in-
gelegden knoop, die aanduidde dat de
drager tot een der aanzienlijkste Duit-
sche clubs behoorde.
Lieden, die dezen knoop dragen zijn
boven allen twijfel verheven zij vor
men dé élite; kunstenaars en mannen
der wetenschap zijn onbeduidend met
hen vergeleken. Er zijn natuurlijk lie
den, die als zij de een of andere orde ont
vangen zich heel wat inbeelden, maar
er bestaan werkelijk onderscheidingen
die den drager ervan hoog boven zijn
medemenseh verheffen. Maar wat beduid
den al die order in vergelijking met de
zen knoop Immers niets
„Dat heb ik nu door mijn eigen stre
ven bereikt en niet door uw bemidde
ling," zeide Kalm tot den baron.
Hij woonde nu niet meer op de een
voudige kamers bij de scheepstimmer
werven, maar „Unter den Linden."
l „Ik ben dit aan mijn positie verschul
digd", zeide hij. „Ik hecht geen waarde
aan dergelijke prullerijen en mooie meu
bels, want ik ben een eenvoudig man,
die in een ijzeren bed uitstekend slaapt,
maar ik moet mijn stand ophouden.
Eens vroeg hem iemand of hij ook
paard en rijtuig hield en C. W. zeide
natuurlijk „ja."
En dienzelfden avond schafte hij
zich paard en rijtuig aan.
Voor de vereeniging „tot ondersteu
ning van behoeftige kraamvrouwen,"
schonk hij Carlotta's tantes de ongeloo-
felijke som van vijf en twintigduizend
Mark. Toen Carlotta in de club voor
stelde Kalm als lid op te nemen, vond
dit voorstel grooten bijval. Een mam,
die dertien millioen bezit, een renstal
heeft en onder zijn paarden een „Luci
fer" kan tellen, die gaarne speelt en
te Monte Carlo de bank bijna had doen
springen en dan per slot van rekening
vijf en twintig duizend Mark aan een
liefdadige instelling geeft, zoo'n man
behoorde immers in de club, dat sprak
toch van zelf
Zijn eerste optreden daar was niet
zeer gelukkig. C. W. viel volstrekt niet
in den smaak van den president der
club, den hertog von Glogau, en nu
begon de nieuweling nog wel de onvoor
zichtigheid in diens aanwezigheid te
bluffen.
Maar wat kon men er aan doen?
Kalm was geïntroduceerd en hieraan
viel niets te veranderen. En daarbij
speelde hij royaal.
Hij kon altijd contant betalen, want
zijn zakken waren altijd goed gevuld
en hij verloor de eerste dagen zooveel,
dat alleu van hem gingen houden.
Maar toen brak er een goede tijd voor
C. \V. aan en als hij 's morgens vroeg
naar huis reed had hij wel een kwartier
noodig om zijn geld te tellen.
„Wacht maar lieverdjes, ik zal jelui
plukken, dat het een aard heeft."
I Carlotta's tantes kwamen nog ver
scheidene malen voor de liefdadighedds-
veroenigingen bedelen, eens gaf hij nog
tweehonderd en eenmaal driehonderd
mark, maar toen was het met zijn mild
heid gedaan. De eerzucht, om tot de wel
doeners der mensch li eid gerekend te
worden, ontbrak hem totaal en als hij
zich over die vijf en twintigduizend mark
al niet ergerde dan kwam dit alleen om
dat hij ze als handelsonkosten geboekt
had.
Tegen den baron von Rosse was hij
zeer beminlijk.
Hij had den ouden sportsman voor
zijn paarden noodig en nu hij door Lu
cifer met voorname heeren in aanraking
was gekomen, begreep C. W. dat een
goede renstal den eigenaar roem en aan
zien kan aanbrengen.
lederen morgen en iederen avond
werd er een telegram van Hoppegarten
naar Berlijn gezonden om te melden
hoe Lucifer er uitzag, galoppeerde en of
hij er goed at. C. W. was als een vader
voor het paard, dat zijn baas niet luch
ten of zien kon, bezorgd. Toen Lucifer
in Mei den halfjaarlijkschen proefrit
won en in weerwil van Coriolan nog
steeds de winner van de Derby bleef
heeten, kreeg hij het dier bepaald hef.
Hij liet het in verschillende standen
photografeeron en de schilder Adam
moest een schilderij vervaardigen waar
op C. W. en Lucifer afgebeeld' werden,
de eerste den laatste aan den teugel lei-
Droevig geval.
In den afgeloopen Oudejaarsnacht
richtte te Riienen de 17-jarige J. W.
schertsend den loop van het jachtge
weer zjjns meesters, dat hjj moest
schoonmaken en dat hjj vooraf ge
laden bad, op de dienstbode W. M.,
dreigende op haar te zullen schieten.
Onverhoeds ging het geweer af, en
het schot, hagel trof het meisje juist
in het gezicht, waarvan een bloedende
wonde het gevolg was.
Dadeljjk werd de gewonde naar het
Ziekenhuis te Wageningen overge
bracht. waar haar toestand niet ge-
vaarljjk^ bleek. Zondagochtend vond
men W. in een ondiepe sloot nabjj
de woning verdronken.
dend. In werkelijkheid zou C. W. dtse
vertrouwelijkheid wel nagelaten hebben,
vandaar dat deze mooie groep ook nooit
op het doek kwam te staan.
„Als mijn paard de Derby wint", zei
de C. W. in zijn club, „laat ik het door
Kiesewalter in marmer vereeuwigen.
Toen hij in do sportbladen las hoezeer
men Lucifer roemde en hem zelfs boven
Coriolan stelde begon hij zulk een innige
genegenheid voor het dier te koesteren,
als hij zelfs voor geen mensch ooit
gevoeld had. Dit paard, dat oorzaak was
dat men hem in de club geïntroduceerd
had en op het. punt stond de Derby te
winnen, waardoor Kalm een beroemd
man zou worden, lag hem na aan het
hart en dikwijls zedde hij tot den baron
„Het eenige wat mij spijt is, dat ik
hem nooit eenig genoegen kan aandoen.
Ik kan hem niets schenken, zelfs mag
ik hem niet eens laten smullen."
Telkenmale probeerde hij eenige toe
nadering tusschen zich en het beest te
bewerken, want werkelijk had hij het
prettig gevonden zijn paard eens te lief
kozen em het zijn genegenheid te kunnen
toonen.
George, de trainer, moest dan het
paard vasthouden, aan beide zijden wer
den twee staljongens geposteerd, en na
dat men op deze wijze voor Kalni's vei-