t NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Woensdag 4 Januari (899. ■o 4760 HAARLEM'S DAHBLAD A^onsrn<rEiM:EnsrTSFH,ij"S: Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei- gemeente), per 3 maanden1.3Ö Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden«1-65 Afzonderlijke nummers 0.05 Geillustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post 0.371/2 APV .BLI^TmiSrTT-FTTsr: 1-5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlek rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advcrtentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Pubkdté Etrangere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Suec., Pa-rijs 31bis Fauhoarg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prjjs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel ƒ0,30. *9 Agenten Jvoor dit blad in den omtrek zijn Blcemendaal. Santpoort en Schoten. P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Spaamda C. HARTENDORPZandvoort. G. ZWLMMkhi VelsenW. J. RUIJTER Beverwijk, J. HOORNSHillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen bd Advertentiën aan. OfficieeKe Berichten. is zoowel in het komische als in het dra matische genre. Ile Burgemeester en Wethouders van Zijn gave voor het komische kwam Üaarlem, vooral goed uit in de voordrachten ge- i Doen te weten, dat bij hunne be- titeld„Na het Kroningsfeest"„Dat ichikking Yan 29 Dec. j.l. aan W. F. zijn me feestgangers." (Historisch)„De ïekhuijsen vergunning is verleend tot Familie gaat naar Parijs"„Een Sinter- iprichting van eene steenhouwerij en Klaas surprise", en „de Rollen verwis- lagerij in het perceel aan den parti- sold". lülieren weg aan het Zuider Buiten„Na het Kroningsfeest" was een ge dicht dat door spreker in het overbe- Jpaarne no. 38. Haarlem31 Dec. 1898. tuwsch dialect werd voorgedragen en waarmede hij veel succes inoogstte. Ook de inhoud der overige voordrach ten was mooi, en de wijze waarop de heer Lamberts ze weergaf boeide bijzon der. De tweede voordracht betreft per sonen, die naar het vuurwerk te Amster dam waren gaan kijkenop het Cen- „r jI traalstation zich hadden opgesteld en Burgemeester en Wethouders van Mn Toor hun te Doekte weten, dat bjj hunne be-lf"1: waren *>°- i-i i - ->r» tï doende een mooi gezicht op het vuur- ichlkking van 2r^..y a werk hadden, totdat eensklaps de trein Burgemeester en Wethouders I voornoemd, M. O. de KANTER, Waarn. Burg. De Secretaris PIJNACKER. I ïung voor een proeftijd van 6 maan- len vergunning is verleend tot op lichting van eeDe kuiperij in het per iled aan de Antoniestraat no. 10. Haarlem, 31 Dec. 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. O. de KANTER, i Waarn. Burg. De Secretaris, -• PIJNACKER. ar zich in beweging zet en de feestgangers tot overmaat van ramp naar hun dorp terugvoert. Dat hij op dramatisch gebied even goed thuis is, toonde spreker bij het aanschouwelijk voorstellen van het wel bekende drama „Vorstenplicht" van Nestor de Tiere. Vooral gaf hij zeer goed de treffende scène weer, waarin de Vorstin, nadat zij tevergeefs getracht had haar gemaal en Koning, over te halen om zijn plan tot oorlog voeren, te laten varen, op het denkbeeld kwam op zijn gevoel als vader te werken door hem den dood van zijn kind te melden, waarop de Koning in vertwijfeling uit- roept„O God. ik gaf mijn gansche rijk, voor het leven van mijn kind." De vor stin, nadat zij den Koning nog verweten had, dat hij voor een enkel stuk gronds aan duizenden moeders den hun minstens even dierbaren zoon wilde ontrukken. STADSN9EUW& Eerste en tweede pagina. Haarlem, 3 Jao. 1899. Schouwburg. Gysbreght van Aemstel. Ook dit jaar zal in den schouw- |t_TvuLi vW.eene opvoering van \oudel sten slotte dat alles een leugen .Gysbreght van Aemstel door de is, dat hun leeft maar dat zij £oninkl. Vereeniging „het Nederl. dat de leden op het stadhuis kunnen zien of zij kiezer zijn voor de Kamer ran Arbeid. Hierna kreeg de spreker van den avond, de heer J. W. Smit, voorzitter der af deeling Amsterdam, het woord. Een bepaald onderwerp had spreker niet gekozen. Allereerst herdacht hij den in 't begin van het vorige jaar over leden secretaris, wijlen den heer van Looijbracht daarna een woord van waardeering aan één der oprichters, den veteraan, den heer de Jong, en wees er vervolgens op, dat de R. K. Volksbond bij dé Inhuldiging van H. M. niet achter heeft gestaan en herinnerde tevens aan. het request, behelzende het verzoek tot Zondagsrust en vermindering van lang- durigen arbeid op fabrieken, dat in het afgeloopen jaar door den Central en Raad aan dc Regeering is gezonden. Vervolgens had spreker het over de pensionneering van oude werklieden, over welk vraagstuk op 18 Dec. 1.1. in Den Haag eene vergadering van den Central en Raad is geweest, en sprak den wensch uit, dat de R. K. Volksbond niet zou rusten, voordat er eene pensi oenwet is gekomen. Verder sprak hij nog eenige woorden over de kamers van Arbeid en zedde, dat de leden, evenals te Amsterdam reeds het geval, was, moesten trachten een Kamer van Ar beid tot stand te brengen, waarin, alle religies zijn vertegenwoordigd. Ten slotte hoopte spreker dat 1899 een vruchtbaar jaar voor den bond mocht worden, dat de leden druk propaganda zouden ma ken voor den bond, ook vooral op de werkplaatsen en drukte hun op het hart hunne verschillende vakvtereenigingen flink te steunen, en daardoor vakvereeni- gingen te krijgen, die de leden van de Tweede Kamer op de hoogte kunnen stellen van de toestanden in de arbei derswereld- Te ongeveer 10 uur was de verga gelogen heeft niet als moeder, maar als jLwiiooi uk.* uuvu.^^. j»» j Vorstin, ten einde den Koning de smart |n jaar uit zulk een groot aantal te, doea voeienj duizenden menscheii imsterdammers zich opmaakt om bij bet uitbreim van ztradm tan het beroemde treurspel van onzen I I;rden s moten dichter te genieten, magmen| V Koning, diep tewogen, antwoordt lok b8 ons Haarlemmers eene meer Uw s ian gewone belangstelling er voor I t ultdma-tum terug en ITgt: verwachten. Evenals vorige malen j het VoIi tm weten wat het aan (gn ook thans de rollen van Ggsbregbt - Vorstin te daJ|km| hoeft ran Aemstel, van de Bode. van Bade- loch en van Rafael, in handen der hee- p rJ] d Jof dlt ren van Schoonhoven en Louis Bonw-1 Tj..,,.. boeien. Het auditorum was dan ook een meester en de dames Theo Bouw- - n u n.Me, en al gehoor en door een daverend ap- (neester en Holtrop-van Gelder s P Onder gewoonte zal de »p™nng£,ldo gebracht. dat zij ring geëindigd. ran „De Bruiloft van Kloris en Reosje" den avond besluiten. Hierin tallen de heer Clous als Thomasvaer! r. r. Volksbond. »n mevr. Panwels-van Biene alsPie- j Maandagavond vergaderden de leden lernel den gebruikeluken nieuwjaars- der Haarlem van bovengc [vensch nltspre en. j noemden bond in de groote zaal der Sociëteit „de Kroon" 1 Weten en Werken. j De voorzitter, de heer C. A. M. van FEUILLETON. Maandagavond werd in Weten en Dam, opende de vergadering met een Verken de spreekbeurt vervuld door den nieuwjaarswensch aan do leden en bracht keer P. H. Lamberts van Amsterdam, daarna een woord van hulde aan den aier ter stede welbekend om zijne aan- heer H. Nieuwenhuizeu, voorzitter van gen am e wijze van voordragen. De zaal het Bloemist-Tuinbouwgilde „St. Elisa- vas dan ook overvol. Spreker deed zich both" voor de bemoeiingen, die hij zich in de voordracht andermaal kennen als getroost heeft in zake de quaestie der >en uitstekend declamator, die meester bloemistknechts en deelde verder mede, niet vooruit. Men moet met vaste hand toetasten Met schitterende oogen reden zij naar Berlijn terug. Kathchen, een en al vroo- lijkheid, de lente toelachend. Konrad zich gelukkig voelend door zijn eerste liefde. Het kwam hem voor als was hij een ander mensch geworden geen droomer meer maar een man. Op datzelfde oogenblik ontwaakte An nie Griotte en richtte zich in haar bed op. Wanneer zou Konrad terugkomen? Nooit! De zaak-Hogerüuis. In de Gids van Januari behandelt prof. mr. D. Simons te Utrecht de z-iak-Hogerhuis. Schrijver beoogt inet Z(jn artikel een onpartijdig overzicht van deze zaak te geven. Hij blijft overigens bij zijne in Juli jl. verde digde opvatting, dat de onschald van de Hoerhuizen niet is gebleken, maar dat twijfel aan de schuld der veroor deelden allerminst onbestaanbaar is. Er bestaat z. i. geen redelijke grond om aan bewuste partijdigheid van onze rechterlijke ambtenareu te gaan ge- looven, maar bjj is van meeuing, dat na al bet gebeurde bij de Leeuwar- densche jnsliiie met meer te denken is aan eene zoodanige onbevangenheid als noodig is voor het vellen van een volkomen objectieve, absoluut onpar tijdige uitspraak. Omtrent de vervolging in October in gesteld voor de rechtbank te Leeuwar den tegen drie beklaagden, aange klaagd wegens beleediging van Allard Dijkstra, is prof. Simons van oorceel, dat wel smaad inplaats van beleedi ging had kunnen worden ten laste doch voor de vraag, of het' onderzoek naar de waarheid zou bun nen zijn toegelaten, zon dit zonder invloed zijn geweest; want schrjjver kan niet inzien, dat de beleediging, aan Dijkstra toegevoegd, door het algemeen belang zou kannen zijn ge rechtvaardigd en daarom een onder zoek naar de waarde noodig of moge lijk zou zjjn geweest. Op de vraag, in boeverre gratie het middel zou mogen zijn om tot invrij heidstelling der Hogerhnizen te komen wanneer rechtmatige twijfel aan hunDe schold hunne langere gevangenhou ding zou verbieden, komt schrijver niet terug, omdat een beter middel om tot datzelfde doel te komen, naar by hoopt, spoedig zal zijn gegeven in de wijziging van de bepalingen omtrent de revisie. Een „Huize Thugatèr" te Amsterdam. Naar „Belang en Recht" mededeelt zullen weldra te Amsterdam circu laires verspreid worden van den vol genden inhoud: „Het bestuur der vereeniging „Thu gatèr" (goedgekeurd bij K. B. van 9 Januari 1894, no. 45) heeft de eer zich tot U te wenden met het verzoek ernstig kennis te nemen van onder staand plan. In den loop van 1899 zal in Am sterdam gesticht worden een Hoize Thugatèr. Het doel van deze inrich ting is drieledig: a. In den huize Thugatèr zal gele genheid zjjn gedurende kortoren of langeren tijd te verblijven. Het zal dus zijn een Hotel-Pension voor Da mes b. Huize Thugatèr zal bevatten een ruime vergaderzaal, restauratiezaal, leeszaal en conversatiezaal. Vrouwen uit alle oorden van het land, die voor kortoren of langeren tijd in de hoofdstad wenschen te ver toeven, zullen er al de geriefelijkhe den van een hotel, al de gezelligheid van een samenzijn met intellectueel ontwikkelde vrouwen kunnen vinden. c. Voor onderwijzeressen en andere vrouwen die in haar onderhond voor zien door ernstig werk wil „Thugatèr" een ontspannend tehuis zijn. „Huize Thngatêr" kan de plaats zijn waar de intellectueele ontwik- kolde vrouwen elkaar ontmoeten. Voor vrouwen die tijdelijk in Amsterdam vertoeven, en aangewezen zijn op de 2de of 3de rang-hotels, voorziet eeo dergelijke stichting in een dringende behoefte. De onderwijzeressen, die vaak tot een ongewenscht isolement worden gedwongen, kunnen daar den omgang vinden met ontwikkelde vrou wen uit andere maatschappelijke kringen. Om de inrichting te doen beant woorden aan de eisclieu, die men er aan stollen mag, wat betreft directie, lectuur, meubileering, bediening, keu ken enz., is een aanzienlijk kapitaal noodig, dat, noch de Vereeniging bo vengenoemd. noch het „Leesmuseum voor Vrouwen", dat in deze op nader overeen te komen voorwaarden met „Thugatèr" hoopt samen te werken, geheel kan fonrneeren. Het bestuur hoopt in dat tekort te voorzien door het uitschrijven eener leening. Ten einde vele personen in de ge- genheid te stellen, mede te werken aan de oprichting van bovengenoemde stichting, wenscht het bestuur aan- deelen van f 25 rentende 2 pet. uit te geven. De inrichting beoogt geen winst te makenalle baten zullen worden ge bruikt om de exploitatie zoo goed mogelijk te doen zijn. Het financieel- en administratief beheer zal geheel belangloos door de Vereeniging ter hand worden geno men. Vóór 1 Juli 1890 ontvangen de aandeelhoaders een uitvoerig verslag van de dan genomen maatregelen, lig ging en directie van het gebouw, voordeelen der aandeelhoaders, enz. Elk jaar ontvangen de aandeelhou ders een verslag van den stand van zaken. Het bestuur der Vereeniging „Thu gatèr" bestaat uit de dames Hen- riette Goudsmit, presidente; A. van Wijk de Vries, le secretaresse; A. Dijk, 2e secretaresseL. M. C. Brug man, adviseerend lidH. J. van den Broek, penningmeesteresse, Alexan- derplein 7, Amsterdam. Het bovenomschreven plan wordt ten zeerste aanbevolen door de vol gende personen, die uitnoodigen het tot stand komen der bedoelde stich ting te helpen bevorderen Dr. Cath. van Tussenbroek, Jonkvr. Q. J. van Eysinga, C. H. de Jontr, hoofd der öarphatischoo', Jonkvr. J de Bosch Kemper, mevr. H. H. Bchol- ten—Commeliu en mevr. A. Treub Fabius. Een brutale diefstal. Bij de politie te 's-Gravenhage is aangifte gedaan van een zeer brutalen diefstal niet braak, die Zondagavond tusschen 4 en 11 uren moet hebben plaats gehad ten huize van de weduwe R. op den Loosduinschen weg. De heer B. R. eigenaar van de bleekerij die achter het huis gevestigd is, houdt kantoor bij zijn moeder de weduwe R. en had aldaar ook zjjn brandkastje staan in een soort kelder kast, met hoogst eenvoudige sluiting, terwijl ook het brandkastje an tame lijk lichte constraetie is. Mejuffrouw R. was Zondag bjj een harer kinderen mede op den Loos duinschen weg wonende en had de deur harer woning goed gesloten. Zondagavond half elf werd de heer ,R. gewaarschuwd dat meu bij zijne I moeder bad ingebroken. Uit het feit I dat de voordeur goed gesloten was, bleek dat men zicli toegang had ver- schaft door het kantoor, waar de i kinderen 's middag hadden gespoeld, i Bij onderzoek tleek de brandkast geforceerd, men had een stuk uit de voorplaat geslagen. Vermist zouden worden ruim f9000 aan bankpapier, een paar duizend gulden aan specie en een spaarbankboekje, waaroo on geveer f 1100 was ingeschreven. Niets werd in de brandkast achtergelaten. Een geschoten snoek. Uit Gennep wordt aan de L. K. geschreven Op het laatste der dagen zal men vreemde gezichten zien. wordt er wel eens beweerd, welnu Vrijdag hadden wjj hiervan een voorsmaak. Een hen gelaar zit op een schuitje in de Niers te visscheu. Na lang wachten krijgt hjj op eens beet en meent een groote snoek gevangen te hebben, hij trekt uit alle macht, de viseti schiet hier door van den haak en zweeft eenige oogeublikken door de lucht. Van dit ondeelbaar-moment maakt een onzer, achter een der heggen in de nabij heid van de rivier geposteerde jagers gebruik in de meening, dat hij een wilde eend ziet vliegen en op het zelfde oogenblik valt de snoek iu twee stukken op het weiland neder. Eigenaardige gewoonte. Men schrüft uit Beesd aan de N. R. Ct.: Hier bestaat van oudsher de ge woonte, dat in den oudejaarsnacht alle huizen in het dorp voorzien wor den van het jaartal, dat het nieuwe jaar aanduidt. Wie dit voor 'teerst ziet, denkt allicht, dat ieder bewoner dit op zfin eigen deur schrijft, maar dan vergist hij zich. Zoodra te middernacht de klok van den grooten toren zjjn twaalf doffe slagen heeft doen hooren, begint de nachtwacht, geholpen door een paar jongens, met krjjt op of naast elke deur het nieuwe jaartal te schrijven, waar schijnlijk ten bewjjze van den ijver, waarmee hjj eiken nacht de ronde doet. De bevolking schjjnt op dat ge bruik gesteld te zjjn. Slechts een en kele is er die verzoekt zjjne deur niet te bekrassen. Toen eenige jaren geleden, door weike oorzaak dan ook, eene geheele buurt (en juist een der geringste) ver geten was, werden daarover bjj den burgemeester ernstige klachten inge bracht. Dat de nachtwacht, daags na nieuw jaar, even aan zjjn activiteit komt Herinneren, spreekt vari zelf, en dit zal zeker niet weinig bijdragen, om dergelijke gewoonten in stand te doen bljjven. Kijkjes in de Sportwereld, 16) Do plechtige stemming, waarin zij in et woud verkeerden, verdween hier weer m toen de honden luid blaffend een ;ans nazaten en zelf het volgende oogen- >lik door een troep ganzen op de vlucht werden gedreven, keerde Kathchen's Toolijkheid weer terug. Het overige van iet ritje amuseerde zij zich door Konrad o plagen als hij in plaats van „je, u" (edde en dan dreigde zij „Ik ga, ook weer „u" zeggen hoor, >as maar op." „Broeder en zuster," had zij gezegd maar dat wenschte hij niet. Kath- aliens kus brandde hem nog op de lip- >en en een vurig verlangen vervulde zijn hart. Hij richtte zich in den zadel op ai drukte zijn knieën zoo vast tegen het paard aan, dat het begon te steige ren. Hij was te laf geweest tot nu toe, maai- nu zou hij den moed wel weten te vinden. Met te veel bescheidenheid, had Brandes hem eens gezegd, komt men VIJFTIENDE HOOFDSTUK. „Op die manier, waarde baron," be sloot C. W. zijn verhaal, „wordt men lid van een club." Als hij nu de wedrennen bezocht droeg hij steeds den zilveren, keurig in- gelegden knoop, die aanduidde dat de drager tot een der aanzienlijkste Duit- sche clubs behoorde. Lieden, die dezen knoop dragen zijn boven allen twijfel verheven zij vor men dé élite; kunstenaars en mannen der wetenschap zijn onbeduidend met hen vergeleken. Er zijn natuurlijk lie den, die als zij de een of andere orde ont vangen zich heel wat inbeelden, maar er bestaan werkelijk onderscheidingen die den drager ervan hoog boven zijn medemenseh verheffen. Maar wat beduid den al die order in vergelijking met de zen knoop Immers niets „Dat heb ik nu door mijn eigen stre ven bereikt en niet door uw bemidde ling," zeide Kalm tot den baron. Hij woonde nu niet meer op de een voudige kamers bij de scheepstimmer werven, maar „Unter den Linden." l „Ik ben dit aan mijn positie verschul digd", zeide hij. „Ik hecht geen waarde aan dergelijke prullerijen en mooie meu bels, want ik ben een eenvoudig man, die in een ijzeren bed uitstekend slaapt, maar ik moet mijn stand ophouden. Eens vroeg hem iemand of hij ook paard en rijtuig hield en C. W. zeide natuurlijk „ja." En dienzelfden avond schafte hij zich paard en rijtuig aan. Voor de vereeniging „tot ondersteu ning van behoeftige kraamvrouwen," schonk hij Carlotta's tantes de ongeloo- felijke som van vijf en twintigduizend Mark. Toen Carlotta in de club voor stelde Kalm als lid op te nemen, vond dit voorstel grooten bijval. Een mam, die dertien millioen bezit, een renstal heeft en onder zijn paarden een „Luci fer" kan tellen, die gaarne speelt en te Monte Carlo de bank bijna had doen springen en dan per slot van rekening vijf en twintig duizend Mark aan een liefdadige instelling geeft, zoo'n man behoorde immers in de club, dat sprak toch van zelf Zijn eerste optreden daar was niet zeer gelukkig. C. W. viel volstrekt niet in den smaak van den president der club, den hertog von Glogau, en nu begon de nieuweling nog wel de onvoor zichtigheid in diens aanwezigheid te bluffen. Maar wat kon men er aan doen? Kalm was geïntroduceerd en hieraan viel niets te veranderen. En daarbij speelde hij royaal. Hij kon altijd contant betalen, want zijn zakken waren altijd goed gevuld en hij verloor de eerste dagen zooveel, dat alleu van hem gingen houden. Maar toen brak er een goede tijd voor C. \V. aan en als hij 's morgens vroeg naar huis reed had hij wel een kwartier noodig om zijn geld te tellen. „Wacht maar lieverdjes, ik zal jelui plukken, dat het een aard heeft." I Carlotta's tantes kwamen nog ver scheidene malen voor de liefdadighedds- veroenigingen bedelen, eens gaf hij nog tweehonderd en eenmaal driehonderd mark, maar toen was het met zijn mild heid gedaan. De eerzucht, om tot de wel doeners der mensch li eid gerekend te worden, ontbrak hem totaal en als hij zich over die vijf en twintigduizend mark al niet ergerde dan kwam dit alleen om dat hij ze als handelsonkosten geboekt had. Tegen den baron von Rosse was hij zeer beminlijk. Hij had den ouden sportsman voor zijn paarden noodig en nu hij door Lu cifer met voorname heeren in aanraking was gekomen, begreep C. W. dat een goede renstal den eigenaar roem en aan zien kan aanbrengen. lederen morgen en iederen avond werd er een telegram van Hoppegarten naar Berlijn gezonden om te melden hoe Lucifer er uitzag, galoppeerde en of hij er goed at. C. W. was als een vader voor het paard, dat zijn baas niet luch ten of zien kon, bezorgd. Toen Lucifer in Mei den halfjaarlijkschen proefrit won en in weerwil van Coriolan nog steeds de winner van de Derby bleef heeten, kreeg hij het dier bepaald hef. Hij liet het in verschillende standen photografeeron en de schilder Adam moest een schilderij vervaardigen waar op C. W. en Lucifer afgebeeld' werden, de eerste den laatste aan den teugel lei- Droevig geval. In den afgeloopen Oudejaarsnacht richtte te Riienen de 17-jarige J. W. schertsend den loop van het jachtge weer zjjns meesters, dat hjj moest schoonmaken en dat hjj vooraf ge laden bad, op de dienstbode W. M., dreigende op haar te zullen schieten. Onverhoeds ging het geweer af, en het schot, hagel trof het meisje juist in het gezicht, waarvan een bloedende wonde het gevolg was. Dadeljjk werd de gewonde naar het Ziekenhuis te Wageningen overge bracht. waar haar toestand niet ge- vaarljjk^ bleek. Zondagochtend vond men W. in een ondiepe sloot nabjj de woning verdronken. dend. In werkelijkheid zou C. W. dtse vertrouwelijkheid wel nagelaten hebben, vandaar dat deze mooie groep ook nooit op het doek kwam te staan. „Als mijn paard de Derby wint", zei de C. W. in zijn club, „laat ik het door Kiesewalter in marmer vereeuwigen. Toen hij in do sportbladen las hoezeer men Lucifer roemde en hem zelfs boven Coriolan stelde begon hij zulk een innige genegenheid voor het dier te koesteren, als hij zelfs voor geen mensch ooit gevoeld had. Dit paard, dat oorzaak was dat men hem in de club geïntroduceerd had en op het. punt stond de Derby te winnen, waardoor Kalm een beroemd man zou worden, lag hem na aan het hart en dikwijls zedde hij tot den baron „Het eenige wat mij spijt is, dat ik hem nooit eenig genoegen kan aandoen. Ik kan hem niets schenken, zelfs mag ik hem niet eens laten smullen." Telkenmale probeerde hij eenige toe nadering tusschen zich en het beest te bewerken, want werkelijk had hij het prettig gevonden zijn paard eens te lief kozen em het zijn genegenheid te kunnen toonen. George, de trainer, moest dan het paard vasthouden, aan beide zijden wer den twee staljongens geposteerd, en na dat men op deze wijze voor Kalni's vei-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1