Mi Mrainties.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
!6a Jaargang,
Zaterdag Januari 1899.
■o 4763
HAARLEMS DAGBLAD
■AJBQ3SrCTE3VT^rNrrSFB^IJ"S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0,05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
■AJD V Jin^TETSrUTTFrTST:
an 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122L
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PubUcité Etrangèrc G. L. JDAUBE Co. JOHN F. JONESSucc.. Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prjjs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten ;-voor dit blad in den omtrek zijn: Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Spaarnda va, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUTJTERBeverwijkJ. HOORNSHillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen 0D Advertentiën aan.
Weekblad voor de Jeugd.
Aan hen die daarop zijn geabon-
ieerd, wordt liierbij verzonden No. 2
fan het Weekblad voor de Jeugd.
Dit keurig geïllustreerde weekblad,
rader redactie van den heer F. H.
fan Leent, bevat in dit nummer:
BravoDie zijn niet bang voor een
ÏTinterkusjs.
Het Herderinnetje, (vervolg)
Lessen der Ervaring.
Lotgevallen van een Zilveren Vin-
lerhoed. (vervolg).
Een gevaarlijk jongensspel.
Eierschalen.
Het waarzeggers spel.
Raadsel.
Een Zandruiter.
(Elk No., groot 8 bladzijden, bevat
tal van fraaie, gekleurde platen en
ten voor kinderen alleraardigsten
jekst. De prijs per 3 maanden is slechts
jO Cents.)
Aan inzenders van kleine Adver
tenties: Familieberichten, aanvra
gen voor en aanbiedingen van be
trekkingen, te koop-aanbiedingen,
enz., wordt beleefd maar drin-
e n d verzocht, gelijktijdig met
e aanbieding aan liet burean de
:osten te willen betalen.
De Administratie
van „Haarlem's Dagblad".
STADSMISEUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem6 Jan. 1899.
Gedurende het jaar 1898 zijn van
hier vertrokken naar Zuid-Afrika 9
mannen, 8 vrouwen en 9 kinderen,
Daar Noord-Amerika 5 mannen en
paar Zuid-Amerika 1 man.
Tot tweeden opzichter der gemeen
tewerken voor het toezicht op het
bonwen, is benoemd de heer J. van
Campen alhier en tot assistent-boek
houder ten bureele van de gemeente
lijke duinwaterleiding, de heer W. C.
Pous te dezer stede.
Yereeniging voor Vrouwen
kiesrecht.
De afdeeling Haarlem van boven
genoemde vereeuiging vergaderde
Donderdag-avond in de benedenzaal
der sociëteit de Kroon. De zaal was
igoed bezet. Als spreker trad op mr.
DEL Ph. de Kanter, die tot onderwerp
van z|jne rede had gekozenDe rech-
Iten der Vrouw. Spreker begon zijne
irede met eraan te herinneren hoe be
langrijk het afgeloopen jaar 1898 was
geweest voor iedereen, die hart heeft
voor de vrouwenbeweging. Op 31
Augustus hebben wy eene Duitsche
jvrouw, die zich gedurende de 10 jaren,
dat zy aan de Regeering is geweest,
tot eene Nederlandsche heeft weten
te makeD, afstand zien doen van de
iregeeriug, om het hoogste gezag we
derom aan eene vrouw over te dragen.
De eerste vrouw heeft haar moeilijke
taak zeide spreker, volbracht, tot
dankbaarheid van het volk, getuige
de toejuichingen, waarmede zij overal
wordt ontvangen, maar niet alleen die
toejuichingen, maar ook de woorden
van hen, die met haar gedurende 10
jaar gewerkt hebben, en die hebben
gezegd, dat het voor Nederland 10
gelukkige jaren waren, waarin aan
het bestuur niets ontbrak, zijn daar
voor het beste bewijs. En toen zy de
regeering overdroeg aan eene vrouw
was de stemming nog veel enthousias
ter. Men behoeft zich dan ook geens
zins ongerust te maken over de regee-
ring van eene vrouw. De Koningin
Regentes heeft met alle vrouwelijke
kracht en energie de regeering ge
voerd en geheel Nederland voldaan.
De tweede belangrijke gebeurtenis
in 1898 was de Nationale tentoonstel
ling van Vrouwenarbeid. Een ieder
heeft bewonderd de volharding en bet
talent, waarmede alles is tot stand
gebracht. Men heeft door deze organi
satie laten zien, wat de vrouw ver
mag, wanneer haar meer iecht wordt
toegekend. Men heeft alles aangedurfd,
zelfs dagelykschecongressen gehouden,
waarop een ieder rijp en groen heeft
gedebatteerd. In congressen ligt altijd
iets gevaarlijks, zeide spreker, en
wanneer eerstdaags een boekwerk van
140 vellen druks daarover verschijnt,
kan men zien hoeveel goeds, maar
ook hoeveel onzin daar is gesproken.
Volgens spreker hebben de congres
sen dan ook meer kwaad dan goed
Hierna kwam spreker tot het eigen
lijke onderwerp van zijn rede: „De
rechten der vrouw." Een spotvogel
had tegen hem gezegd, dat hy daar
niet langer dan 5 minuten over be
hoefde te spreken, want dat de vrouw
geen rechten had, maar ae heer de
Kanter bedoelde met dit onderwerp
de rechteD, waarop de vrouw aanspraak
heeft en die ze nog niet bezit.
Moet de vrouw dezelfde rechten
hebben als de man Vooraf moet de
vraag ges.eld worden of dat princi
pieel wel kan Is dat godsdienstig
juist? Eischen dat eerlijkheid en recht
vaardigheid? vraagt ds. Pierson, van
Zetten, een orthodox man. Men moet,
betuigde spreker, deze zaak niet van
bybelsch standpunt bezien, daar men
de vrouw van den tegenwoordigen
tijd niet in de bijbelsche boeken vindt.
De toestanden zijn nu geheel anders.
Hierbij haalde spreker aan de meening,
die het dagblad De Tijd over de
vrouwen-quaestie is toegedaan. Deze
zegt dat het oordeel van het algemeen
is, dat de vrouwen-quaestie is ont
staan door vermindering der huwelij
ken, maar het blad is het daar niet
mede eens, daar de statistiek het tegen
deel bewijst. De lijd geeft dan ook
als zyne meening te kennen dat de
vrouw moet berusten, by de toestan
den, zooals ze vroeger waren.
Wel wordt, zeide spreker, ook dik
wijls beweerd dat de vrouw te zwak
is om zelfstandig in de maatschappij
op te treden. Tusschen prof. Trenb
die met kracht van reden het recht
der vrouw had bepleit, en prof. Win
kler is hierover een geschil gerezen.
Toen dit geschil zon worden uitge-
maakt bleek dat Prof. Winkler meer
gesproken bad uit angst dat de vrouw
voor het huisgezin verloren ging, wan
neer zy zich met de studie bemoeide.
Ten slotte kwam prof. Winkler tot
de conclusie, dat wanneer er verve
lende stadie komt, deze voor de vroaw
te hoog wordt. Spreker kan alleen
hierop antwoorden, dat ook wel man
nen aan diezelfde kwaal lijden.
Ten slotte sprak de heer de Kanter
over de miskenning vaa de rechten
der vroaw in onze wetgeving en be
toogde dat in de eerste plaats gege
ven moet wordenmeerdere uitbrei
ding van den kring barer werkzaam
heden, ten tweede betere bescherming
harer positie in de maatschappij en
ten derde „gelegenheid tot weten
schappelijke vorming." Dat deze stel
lingen zeer verdedigbaar waren, lichtte
spreker door verschillende voorbeelden
toe en besloot zijn rede met het bij
belwoord in Genesis I „God schiep
man en vrouw". Een verder onder
scheid was er niet gemaakt en zoo
moest het ook heden zyn.
De vergadering dankte den spreker
met een hartelijk applaus.
Aan het debat werd deelgenomen
door den heer H. Mnlder, die naar
aanleiding van het bijbelsche argu
ment spreker op theologisch ge
bied voerde en hem er aan herin
nerde, dat nadat God man en vroaw
had geschapeneene gebeurtenis plaats
had en wel de zondeval, waarna Gods
woord luidde „De man zal heerschen
over de vrouw." En wanneer spreker
deze keerzijde van de medaille had
gezien, had deze vergadering niet be
legd behoeven te worden.
Mevr. Hengeveld—Gerritsen was
van meening, dat spreker het over
„het vrouwenkiesrecht" zou hebben,
maar over dat onderwerp had zij
niets gehoord en zou daarom gaarne
zijne meening daaromtrent nog ver
nemen.
De heer de Kanter beantwoordde
laatstgenoemde spreekster en zeide,
dat hy wel op zich had genomen in
de vereeniging voor vrouwenkiesrecht
te spreken, maar niet over vrouwen
kiesrecht. Wel kon spreker zeggen
dat de dames zich den strijd om
j vrouwenkiesrecht te krijgen niet te
gemakkelijk moesten voorstellen, want
om dat te verkrijgen, was eene herzie
ning der grondwet noodig, en hier
mede zal nog wel 15 jaar verloopen.
I Slechts één persoon heeft een middel
aangevoerd, waardoor de grondwet
niet zou moeten worden herzien, maar i
het is jammer dat de groote heeren
'het hier niet mede eens zyn. Deze
i persoon zegt in de Grondwet staat
i Tot kiezen zijn gerechtigd alle vian-
nelijke Nederlanders enz.
Hiermede worden bedoeld alle flinke
krachtige enz. Nederlandersdit arti-
kei kan ook op de vrouw worden toe- j
gepast, wanneer men spreekt van een
mannebjke vroaw (gelach).
Het beantwoorden van den heer,
Mulder was niet zoo gemakkelijk.'
Spreker begaf zich niet gaarne met
een theoloog op theologisch gebit d,
evenmin als de heer Mulder met spre
ker op wetsgebied zon willen debat-
teeren. En hem overtuigen zon toch
niet gaan, daar beider standpunt in
deze zaak geheel verschillend is.
De vergadering werd hierop ge
sloten.
Over de Grenzen.
Deze en geue betuigde ons zijne
verwondering, dat de twee vreemde
lingen die verdacht werden van poging
tot diefstal in den confectiewinkel van
de firma H. T. Bak en Zonen, niet
gerechtelijk vervolgd, maar alleen over
de grenzen gezet zullen worden.
Men kan er zeker van zijn, dat er
verder tegen hen niets te doen viel.
Al is het een feit, dat de een in het
geldbakje een greep heeft gedaan,
gestolen is er niets en de luidjes ble
ven hardnekkig loochenen, dat ze
daartoe het plan hadden gehad. Zuiver
op de graat waren ze natuurlijk niet,
getuige de zakkenrollersjas en de leu
gens die ze verzonnen. Onwaar was
bijvoorbeeld de bewering, dat de een
gelogeerd had in Hotel Victoriaon
waar ook, dat ze elkaar niet kenden;
dit werd bewezen door het samen koo-
pen van de pet bij den heer Henning
en door de omstandigheid, dat ze das
sen droegen, die in denzelfden winkel
waren gekocht. Maar dit alles leverde
nog geen reden tot strafvervolging op
en by de politie te Amsterdam was
het tweetal niet bekend.
Logisch was het das, dat ze
gescheiden en, ieder in de richting
van zyn vaderland, over de grenzen
gezet zyn. De gronden waarop dit
gebeurde was, dat ze zicb niet be
hoorlijk konden legitimeeren, geen mid
del van bestaan hadden en ook niet
behoorlijk in hun onderhond konden
voorzien.
Bakkerij.
In het nummer van 24 November
van de Bakkers-Bondscourant komt
een artikel voor over de uitbreiding,
die de heer H. Franken Jr., Groote
Houtstraat alhier, heeft gegeven aan
zijn bakkerij, vroeger toebehoorende
aan den heer Kalb. Wy ontleenen
hieraan het navolgende:
„In het „bakhuis", toch, waar vroe
ger alleen één dubbele heetelucht-oven,
systeem Kaiser, stond, heeft de nieuwe
eigenaar nu door den heer Doesterling
een tweeden dubbelen heetelucht-oven
laten bouwen. Voorts veroorlooft een
schuif overbrenging der hitte van den
ondersten naar den bovendsten oven,
zoodat de warmtegraad in den laatste
op volmaakt dezelfde hoogte kan ge
bracht worden, als in de eerste. Dit
is ongetwijfeld de oplossing van een
vraagstuk, waarnaar vroeger lang is
gezocht.
Naast de Doesterling-ovens staat
een ryskast.
Een trap naar beneden leidt naar
een koude werkplaats voor de luxe-
bakkerij. Ter voorkoming van alle
eventueel overtollige warmte welke er
zon kannen ontstaan, is er een lucht
koker aangebracht, welke, door alle
verdiepingeu heen, boven het dak uit
komt. Dat dit eene heele hoogte is,
zal men kunnen nagaan, als wy zeg
gen dat die schoorsteen van de
ovens niet minder dan 21 meter
hoog is.
Voorts zyn de ruime kelders dienst
baar gemaakt voor bergplaats voor
melk en andere ingrediënten.
Een trap uit het bakhuis naar boven,
leidt naar de werkplaats, vanwaar de
opgemaakte deegen door middel van
een lift naar beneden gebracht wor
den, vlak bij de ovens. Die lift is van
Haarlemsch fabrikaat en uiterst doel
matig ingericht; vlag, veilig en ge
makkelijk werkend.
De beide verdiepingen boven de
werkplaats zyn ingericht tot meelzol
ders, terwy'l er eeu vertrek is gereser
veerd om het meel voor een week lang
uit te storten. Daar bevindt zich een
koker, voorzien van een fijne zeef,
waardoor het meel beneden in de werk
plaats in den trog valt.
Een ander vertrekje op de bovenste
verdieping is ingericht tot kleedkamer
voor de gezellen, die, volgens den
thans meer en meer gebruikelyken
weg, zouden wij haast zeggen, steeds
werken in tricots en witte mutsen.
De werkplaats is bepaald wat men
noemt „gezellig" en aan licht en lucht
ontbreekt het er nergens, terwijl de
geheele inrichting zeer practisch is.
Onnoodig te zeggen dat overal een
echt hollandsche reinheid valt op te
merken.
Heeft de heer Franken voldoende
ruimte voor zyn 10 bakkers, voor de
berging van zijn 15 karren heeft hy
geen plaats. Deze zijn geborgen ia
een afzonderlijk wagenhuis.
Zooals wy zeiden werkt hij op dit
oogenblik met 10 man iu de bakkerij.
Toen hy de zaak in bet begin van
den zomer overnam, werkten er slechts
7. Voorwaar een belangrijke uitbrei
ding in zalk een korten tijd, waarme
de wy den jongen, energieken pa
troon van harte geluk wenschen, er
de hoop by voegende, dat die uitbrei
ding van zaken nog voortdarend mo
ge toenemen."
ARRONDISSEMENTS
RECHTBANK
Zitting van Donderdag 5 Jan. 99
Een ontaard vader.
S. Hen te Zaandam, thans in
voorloopige bewaring, is een dronkaard
in de hoogste mate. Zyn zuur ver
diend weekloon verdronk hij zoodat
de moeder en de kinderen in de
diepste ellende verkeerden. Vaak
kwam hij dronken thuis, zocht dan
rnzie, sloeg en mishandelde zyne
vrouw. Dit had hy ook in de helft
van de maand Augustus gedaan, en
zooals eenige getuigen beweerden de
vrouw toen deerlijk mishandeld. Op
1 October was zy eindelijk van ver
driet en ellende gestorven en wat deed
nu die ontaarde man en vader? Hy
verkocht alles, de geheele inboedel,
beddegoed, meubelen, tot zelfs de
kleederen en onderkleertjes van de
kinderen. En om de kroon op zyn
werk te zetten noodigde de onverlaat
eenige kennissen, dronk met hen, tot
dat hy zelf zoo beschonken was, dat
hy het lyk van zyne vrouw, dat in
de bedstede lag, omhelsde.
Eenige dagen daarna is hy ver
trokken, zyn kinderen hulpbehoevend
zonder kleertjes in een geheel ledig
huis achterlatende. Zyn oudste zoon
nam bij mede naar Amsterdam en
zette dien aan een der steigers aan
de Handelskade neder. Gelukkig trok
ken eenige medelijdende menschen
zich het lot dier arme kinderen aan.
Voor deze beide feiten moest be
klaagde zich na heden verantwoorden.
Het eenige dat hij tot zijne ver-
dediging kon aanvoeren was dat by
niet wist, dat de wet hem verplichtte
zijne kinderea naar zijn vermogen te
onderhouden.
De sub. Off. van Justitie zyn re
quisitoir nemende, wijst er op hoe deze
man, een schandelijke vrouwenbeul,
zyne plichten als echtgenoot eu va
der heeft veronachtzaamd en zich
beestachtig beeft aangesteld, door
alles, zelfs het hoogst noodige voor
zyne kinderen, te verkoopen en zegt
dat deze persoon behoort ontzet te
worden uit de vaderlijke macht.
Z.E.A. acht de beide feiten uit het
verhoor der getuigen voldoende be
wezen en vordert een zware straf en
wel 2 jaar gevangenisstraf met last
tot ontzetting uit de vaderlijke macht.
E. van 't Veen te Zaandam,
wiens kinderen bepaald niet tot de
zoetste behooren, en buurman W.
Luik dikwyls plaagden, zoodat laatst
genoemde de kinderen een emmertje
met water naar het hoofd wierp, was
hierover zoodanig in woede ontstoken
dat hy zyn buurman beetpakte en mis
handelde. Voor dit feit werd f 10.—
boete sub. 10 dagen hechtenis geëischt.
Tegen A. van Es te Haarlem
mermeer, die bij eene verloting van
krentenbrooden in een café, één daar
van had weggenomen, werd 14 dagen
hechtenis gerequireerd.
G. Kerkman te Zandvoort, die
op 5 Dec. iu een koffiehuis E. Keur
met een flesch had geslagen en ver
wond, hoorde 14 dagen hechtenis tegen
zich eischen.
C. Visser, eeu visschersknecht,
dis in dienst was by den visscher C.
Pronk te Scheveningen, was op 5 Sept.
eenigszins aangeschoten aan boord
gekomen, had over het aansteken van
een lamp ruzie gekregen met den
schipper, hem aangegrepen en eenige
slagen toegebracht, Voor dit feit zal
by nu waarschijnlijk 7 dagen moeten
„zitten."
SINftEftLAftD
De zaak-Hogerüuis.
In No. 4 van de Staats-Courant
wordt door den minister van justitie,
door Hare Maj. de Koningin daartoe
gemachtigdopenbaarheid gegeven
aan het verslag van den procurenr-
generaal bij het gerechtshof te Leeu
warden, eu aan het advies van dat
gerechtshof betrekkelijk de reqnesten
om gratie ten behoeve van de gebroe
ders Hogerhuis.
FEUILLETON.
anderen en opperde nooit een eigen idéé,
wat men ook omtrent het huwelijk, het
uitzet, de reis nar Rusland besliste, al
les vond hij goed.
Kijkjes in de Sportwereld.
tigd en zeide
j „Het is een hooge som, maar geen
prijs voor een liefhebber. Wanneer Co-
riolan de Derby wint is het dier het
dubbele ward. Dat is duidelijk en
klaar."
Maar Konrad hernam op koelen toon
„Zoo kan alleen iemand spreken voor
wien de Derby, die zoo zelden te win
nen is, van weinig beteekenis is. Wij
moeten het aanbod' met beide handen
aannemen het is een bijzonder bui
tenkansje."
I Kathchen zat naast den prins en
hield rijn hand in de hare. Zoo zaten rij
altijd het was alsof rij hem steunen
wilde. Brandes bleef voor haar staan:
„Wat vindt gij er van, Kathchen?"
Zij antwoordde niet dadelijk. Zij was
nog een meisje met halfkorte rokjes,
bijna een kind, toen drie jaar geleden
Coriolan voor 't eerst naast rijn moeder
in de wedde gedarteld had. Als rij het
veulen wilde naderen sprong het op rij
en verschool rich achter rijn moeder.
Maar langzamerhand waren rij goede
18)
Op een goeden avond kwam Brandes
het was een paar dagen voor dat de
huwelijksvoltrekking zou plaats hebben
in een zeer opgewonden stemming
thuis.
„Baron Springer uit Weenen biedt mij
zeventig duizend florijn voor Coriolan;
ik heb 24 uur bedenktijd, zal ik rijnj
aanbod accepteer en."
„Het is een enorme som," zeidie Kon
rad.
„Zo overtreft verre do waarde van het
paard, men kan wel merken, dat de bar
ron een liefhebber is."
Toen men den prins naa.r rijn meening
vroeg antwoordde hij voorzichtig en zon
der eenige belangstelling. Hij was onbe
grijpelijk en meer gesloten dan vroeger
en wanneer Brandes, die zooveel moge
lijk rijn best deed weer vriendschappe
lijk met hem om te gaan, hem aansprak,
aloeg hij altijd de oogen neer. In alles
schikte hij zich naar de wenschen van
vrienden geworden en toen hij reeds
volwassen en de trots van. den stal was,
wendde hij toch altijd schielijk rijn kop
om als het jonge meisje „Corry" riep.
„Corry 1" Hoeveel had men niet van
hem verwacht! Hij zou alle Duitschers
en Hongaren slaan, Brandes groote eer
aan doen en op den dag zijner overwin
ning zou Kathchen hem met rozen ver
sieren!
„Verkoop Corry niet, vader!"
En zoo gebeurde het dat Brandes het
paard behield.
Er werd nu voortgemaakt met de toe
bereidselen voor het huwelijk, want de
dag was spoedig in aantocht.
Als Kathchen alleen was, en dat ge
beurde dikwijls, overviel haar soms een
gevoel van angst.
Zij had geen moederlijke vriendin,
bij wie zij haar hart eens kon uitstorten, j
De innige verhouding tusschen haar en 1
haar vader had van af het oogenblik,
waarop rij hem gesmeekt had den prins
te redden, een eind genomen. Nu, als
rij alleen was, begon rij na te denken,
en die overpeinzingen waren niet van
de vroolijkste.
De huisgenooten verkeerden in een
bedroefde, gedrukte stemming, die gedu-
rende bruidsdagen volstrekt niet past.
Onmiddellijk na de huwelijksvoltrekking
zou de groote huishouding opgebroken
worden, daar het huis voor den nieuwen
eigenaar in orde moest worden gebracht.
Den bedienden, meiden en koetsier was
de dienst opgezegd, wardoor over allen
een waas van onverschilligheid lag.
Zij deden hun plicht, maar zonder
buitengewonen ijver, als loontrekkende
menschen, die het onnoodig meer vin
den te trachten de sympathie van hun
heer te verwerven.
Kathchen hep dikwijls de zalen door
om ze goed in haar geheugen te prenten.
Als rij eenmaal uit het verre Rusland
terugkeerde zou alles veranderd zijn. Op
den dag van haar huwelijk werd rij van
haar vader en vaderland gescheiden en
op dienzelfden dag zou het huis, waarin
rij zoo lang gewoond hadden, voor altijd
voor haar en de haren gesloten worden.
Dan kwam de prins en probeerde rij
nroolijk te rijn. Hij moest van rijn Rus
sische bezittingen vertellen en deed alle
mogelijke moeite de donkere toekomst,
die hem als een geopend graf aanstaar
de, helder af te schilderen.
Maar hij kon niet aangenaam vertel
len en rijn vermoeide stem trachtte te
vergeefs opgewekt te klinken.
Hij maakte rich dikwijls verwijten,
dat hij dit jonge meisje aan zich wilde
ketenen dan dacht hij dat het beter
ware als bij rich alleen in de verban
ning begaf, om er te sterven.
Maar in andere oogenblikken was
het hem een troost te weten, dat
een liefhebbende vrouw, een onschuldig,
levenslustig schepseltje hem vergezellen
wilde, en weer op een anderen tijd had
hij 'fc belachelijke idee, dat deze verbin
ding hem compromitteerde. Dan weer
stelde hij zich voor hoe er plotseling
een wonder kon gebeuren in den vorm
van een groote speelwinst of wel van een
millioenen erfenis, maar hij maakte rich
dan tevens bevreesd, dat vrouw Fortuna
knar „veto" hierover zou uitspreken uit
verbolgenheid over rijn mésalliance met
Kathchen Brandes. Dit huwelijk beze
gelde om zoo te zeggen het stuk, waarin,
rijn toekomst stond opgeteekend en dat
onder meer inhield', dat het hoogadellij
ke wapen der Reichenbergs vernietigd
moest worden.
Maar het was niet tegen te spreken,
dat Kathchen hem gered had hem
en rijn eerrij had hem voor een tota
len ondergang behoed en in een opwel
ling van dankbaarheid omarmde hij haar
dan en trachtte haar teedere woordjes in
te fluisteren.
Dan was Kiithchen gelukkig zij
verlangde zoo weinig.
Het huwelijk zoxi op den lOen Juni
voltrokken worden.
Hun huwelijksreis zou niet lang du
ren.
Zij wilden den Rijn langs, dan naar
Parijs en van daar over Brussel direct
naar Rusland gaan.
Konrad stond op den gewichtigen
dag in rijn gekleede jas voor het raam en
wachtte op de gasten.
Hij zag er bleek en overspannen uit,
want de laatste weken die reeds drukte
en opgewondenheid genoeg meebrach
ten, had hij tot over de ooren in 't werk
gezeten. Ook hij zag dit huis, dat hem
zoo gastvrij had opgenomen, voor de laat
ste maal. Hij had Branderi geluk mee
begraven en nu alles geregeld was kon
den zij uit het huis trekken. Werktuige
lijk nam hij een der bihardballen op
en liet hem over het billard rollen. Toen
deze bal rijn doel miste nam hij een
tweeden en probeerde, met de hand ze
ker effect teweeg te brengen. Nog eenige
malen herhaalde hij dit spelletje plot
seling stond Kathchen voor hem.
„Kathchen
Zij zag er allerbekoorlijkst uit. De
bruidssluier verborg haar gezichtje nog
niet, maar wel droeg rij haar witzijden
japon.
„Konad, ik wilde afscheid van je ne-