ontdekt Men weet alleen dat Maan
dagavond tnsschen 9 en 9Vi uur twee
mannen te Berkel naar de woning
van den heer R. gevraagd hebben.
Vermoedelijk dus kwamen de dieven
van elders.
Vermiste bankbiljetten.
Den 15en Januari 1899 is door den
heer G. H J. Sandman te Apeldoorn
een brief verzonden, aangeteekend en
met gedeclareerde waarde, inhoudende
3 bankbiljetten van vyfen-twintig
gulden, resp. gemerkt: Q. O. 6044,
R. P. 3647 en K. D. 2684.
By opening door den geadresseerde,
do firma L. Lasance en Zonen te
Amsterdam, bleek dat de inhoud van
den brief slechts bestond uit een frag
ment van een velletje postpapier en
3 reepjes van een te Schiedam bij
R. A. M. Roclants gedrukte courant
of tijdschrift.
De commissaris van politie in de
le sectie (voormalige St. Pieterhal)
te Amsterdam, verzoekt de opsporing
der vermiste bankbiljetten en even
tueel inlichtingen.
Dinsdagochtend is naby het station
de Vork de spoorwegarbeider J. H.
uit Eist door een trein overreden. De
ongelukkige, die terstond een lijk was,
laat eene weduwe met drie kinderen
achter.
Smokkelen.
Niettegenstaande het scherpe toe
zicht der tolbeambten worden uit ons
land nog koeien in Duitschland ge
smokkeld. Op een der belangrijkste
markten in het noorden van ons land
komt geregeld een Duitsche veehan
delaar zijne inkoopen doen, èn hij weet
de koeien over de grenzen te krijgen.
Des te moeilijker gaat dit, omdat in
de grensprovinciën de signalementen
der koeien verzameld worden en by
de autoriteiten berusten. Heeft dus
de boer eene koe met ander haar, met
anderen bles enz., hij zou direct ver
dacht worden iu het bezit te zjjn van
gesmokkeld vee. De veekooper koopt
dan, ook koeien, die voldoen aan het
opgegeven signalement, waardoor
de keu<.e soms zeer beperkt wordt.
Zijn geregeld bezoek aan de markt is
evenwel het bewijs, dat de zaak goed
marcheert. Minstens een paar honderd
koeien heeft hij in 1898 in Duitsch
land ingevoerd.
wijzer uit zijn zak, doch voor ;hjj den
stand der wijzers kon opnemen, ont
ving hij een slag op zijn oogen, een
paar andere tnsschen zyn ribben en
werd hem het horloge afgerukt
In het eerst was hij wat beduusd,
maar spoedig kreeg hij zijn tegen
woordigheid van geest terug en zette
het op een schreeuwen. Het „houdt
den dief" trok de aanlacht van een
paar politie-agenten, en weldra was
Bakker geknipt.
Daar bekl. nog nooit veroordeeld
was, werd door het O. M. bij de
rechtbank aldaar 2 jaar gevangenis
straf geëischt.
Een dierenbeul.
Door de rechtbank te Utrecht is
veroordeeld tot een maand gevange
nisstraf G. V. H. Huizen, bekl. van
mishandeling van een hond in het
j openbaar te De Bilt op 30 Oct. j.l.
gepleegd. Door den O. v. J. was drie
maanden gevangenisstraf geëischt.
Leger en Wlootc
Militaire Willemsorde.
Het feestmaal, Maandagavond aan
geboden door hoofd- en andere offi
cieren der zeemacht en het Indische
leger, ridders der Militaire Willems
orde, aan de ridders beneden den
rang van officier te 's-Graveuhage
wonende, kenmerkte zich door een
echt kameraadschappelyken en vader-
landslievenden geest. In de feestelijk
versierde zaal van het Zuidhollandsch
Koffiehuis werden de genoodigden
ontvangen door een commissie van
officieren.
Mevr. Kempers Stutterheim, eere
presidente van de vereeoiging „Het
Vaderland Getrouw", bood met een
hartelijke toespraak dea ridders een
bloemruiker aati. Kolonel Nieuweu-
huizen dankte de spreekster. Bi) bet
dessert stelde deze de gezondheid in
der Koningin, grootmeesteres der
Orde; die toost werd geestdriftig toe
gejuicht. Door de ridders werden
vele heildronken ingesteld op leger
en vloot.
RECHTSZAKEN.
In slecht gezelschap.
H. H. M. zat io den avond van 5
December in een café op den hoek
van de Olofspoori en de Nieuwebrng-
steeg te Amsterdam bet St. Nicolaas-
feest te vieren.
Door het aangename gezelschap waar
schijnlijk in zeer pleizierige stemming
geraakt, werd hp zeer vrijgevig en
ging zelfs in op de uitnoodiging
„Geef jy 18 glazen bier, dan geef ik
er 36."
Die vrijgevigheid bracht H. Bakker
op de gedachte, dat een kleine ader
lating hier wel op haar plaats zou
zijn Hp had reeds kennis gemaakt met
M. en toen deze om haifdrie opstond,
liep hij mee naar buiten. Op den O.
Z. Voorburgwal vroeg hp zijn met
gezel hoe laat het was.
Gewillig haalde deze zyn tij daan-
Is U nog niet
geabonneerd op
ons Zondags
blad? Vraag
dan proefnum
mer, *t kost maar
3© Cents per 3
maandenp. p.
37'/. <1.
GEMXXtab S!£UW8
Da zaak-Dreyfus.
De „Siècle" verzekert, dat het diplo
matiek dossier op de vordering van het
Hof zal worden overgelegd onder de
dezelfde voorwaarden als het geheime
en met den amj^Lssade-secretaris Mau
rice Paléologue als heen-en-weer-dxager
en tekstuitlegger. Ondanks de officieuse
nota van onlangs zou er dus toch een
diplomatiek dossier bestaan.
De commissie van onderzoek onder
voorzitterschap van Mazeau, den eer
sten president van het Hof van Cas
satie, zetelde Dinsdag in diens kabinet.
Ondanks de geheimzinnigheid waarmee
het onderzoek wordt omringd, meende
Reuter te weten dat Dinsdag Beaure-
paire gehoord werd.
In de „Echo de Paris" schrijft Ques-
nay de Beaurepaire nu weer, dat Sar-
rien al in October gezegd heeft, dat de
strafkamer van liet Hof van de onschuld
van Dreyfus overtuigd was en het dus
onnoodig was haar het geheime dossier
te vertoonen. Alweer een punt van on
derzoek dus voor Mazeau en de beide
raadsheeren.
Een schrijver in de „Siècle" brengt
een punt van anderen, aard onder de
aandacht van president Mazeau. Den
15den October, zoo schrijft hij, bevatte
het „Journal de Bruxelles," welks Pa-
rijsche correspondent een redacteur van
de „Gaulois is een brief uit Parijs on
der het opschrift.: De gemoedstoestand
van het Hof van cassatie. De redactie
had dien brief een paar dagen laten
liggen en daarna geplaatst met een on-
dersehrift, waarin zij haar oorrespon
dent de volle verantwoordelijkheid liet.
Deze verhaalde in zijn brief, hoe hij een
onderhoud had gehad met een raads
heer uit het. Hof van cassatie, behoo-
reoide tot de civiele Kamer. Die raads
heer had hem allerlei onthullingen ge
daan over de partijdigheid van de straf
kamer, over de nietswaardigheid van
haar leden, op wie dè leden der andere
kamers eigenlijk neerzagen, omdat het
meer gunstelingen van ministeries en
ex-politici en rust genietende ambtena
ren waren dan juristen. Er waren een
paar fatsoenlijke menschen bij zooals
Sevestre, Sallantin en Roulüer. maar
die hadden zich dan ook tegen Dreyfus
en Picquart verklaard. Voorts waren
onder de „tegenstanders" van Dreyfus
de presidenten Mazeau, Tanon en Ques-
nay de Beaurepaire. Eu dezen ging het
aan het hart dat men zeide, dat het
Hof omgekocht was. „Maar zoo zei-
de dat lid der civiele kamer als de
strafkamer omgekocht is, zooals ieder
een zegt, dan is dat niet het Hof van
cassatie."
De schrijver in de „Siècle" zegt, dat
naar de herkomst van dezen brief,
dien hij voor een product van Jean
Teste (van de „Gaulois") houdt, door
president Mazeau onderzoek moet wor-
'den gedaan, met name of de correspon
dent waarheid sprak, toen hij zeide al
deze fraaiigheden van een lid der ci
viele Kamer te hebben vernomen. Hij
veronderstelt blijkbaar dat Quesnay de
Beaurepaire het bedoelde lid was en dit
wordt waarscliijnlijk gemaakt door de
zen zin, in den brief voorkomende:
„Alen verhaalt dat president Quesnay
de Beaurepaire, die een man van de
daad is en niet bang, het vuur tegen
de strafkamer zal openen."
Dus zegt de sclirijver reeds in
liet begin van December, dus voor het
verhoer van Picquart, de beleefdheden
aan dezen bewezen, de grogs enz. had
de Beaurepaire zulke plannen. Men
geloove nu nog aan zijne opwelling
van edele verontwaardiging. En in der
gelijke termen liet een lid van het Hof
zich over zijn collega's uit.
Er loopen hardnekkige praatjes dat
de drie bovengenoemde leden van de
strafkamer en Chambareaud weldra hun
ontslag zullen nemen. Drie hunner heb
ben het zonder nader commentaar te
gengesproken. De „Droits de Thomme"
houdt niettemin vol, dat er ernstige po
gingen worden gedaan om personen van
de hoogo magistratuur te bewegen het
voorbeeld van de Beaurepaire te vol
gen.
Voorts heeft de president Loew aan
't „Journal" gezegd, dat er nog minstens
drie weken gemoeid zijn met d'e instruc
tie, vooral als Esterhazy's komst, nog ver
traagd werd. Ook moesten er nog tal
van getuigen gehoord worden.
De uitspraak op het verzoek tot re
geling van rechtsgebied had zoolang ge
duurd. doordat de beide zeer lijvige dos
siers moesten onderzocht worden. Er is
een groot rapport opgesteld door den
raadsheer Atthalin. waarin deze echter
geen conclusie neemt.
Mr. Cabanes deelde Dinsdag in de
couloirs mede. dat Esterhazy hem gete
legrafeerd had, dat hij waarschijnlijk
Woensdag te. Parijs zou aankomen. Een
telegram aan de „Ind. Beige" zegt, dat
hij gisteren van Amsterdam naar Pa
rijs is vertrokken.
"Wraakneming.
Kolonel Zelinski, commandant van
het eerste artillerie-regiment te War
schau, is dicht bij de citadel door een
luitenant aangevallen. Drie revolver
schoten werdén gelost, die den aan
gevallene in der: rug wondden.
Gegrepen, bekende de dader zyn
aaDslag gepleegd te hebben op zyn
chef, die deel had uitgemaakt van een
krijgsraad, waardoor by tot een disci
plinaire straf veroordeeld was wegens
insubordinatie.
Een gelukkige gemeente.
Het dorpje Orsa in Zwedeu is een
rykgezegend plaatsje. Het bezit zulke
reusachtige bosschen, dat de laatste
verkoop van hout zes en eea half
millioen gulden opbracht, terwyl de
boschopzichters ramen, dat alle dertig
jaar een zelfde cyfer gemaakt kan
worden, zonder de bosschen leeg te
halen. Met deze rijke inkomsten is
de gemeente er dan ook op bedacht
geweest zich zoo goed mogelijk in te
richten. Onlangs z\jn l'/i mili. kronen
uitgegeven voor den aanleg van wegen;
de telepboondienst werkt gratis en alle
hnizen en huisjes zjjn aangesloten.
Het schoolgaan is ook kosteloos, ter
wijl het onderwijzend personeel uit de
beste krachten samengesteld is. Er
zyn in het geheel geen armen. Belas
ting behoeft niet betaald te worden.
De erfenis van Keizerin
Elizabeth.
De erfenis van wijlen keizerin
Elizabeth van Oostenrijk geeft thans
aanleiding tot vry ingewikkelde onder
handelingen tusschen den Londen-
sciien gezant van Oostenryk-Honga-
rye, het ministerie van buitenlaudsche
zaken, het bestuur der domeinen en
den Raad van Bestuur van de Engel-
sche Bank. Het slachtoffer van
Luccheni had by de Back een bedrag
gedeponeerd van tien millioen francs,
j welk bedrag door de erfgenamen wordt
opgeëischt en waarvan de fiscus de
by de wet vastgestelde successierech
ten verlangt. De fiscus herinnert er
aan, dat de rechtskundige sectie van
het Hoogerhuis onlangs heeft beslist,
dat de eigendommen van eiken vreem
deling,gedomicilieerd in het buitenland,
I in geval van overlyden of van liqui-
datie zullen zyn onderworpon aan het
hoogste recht. De Oostenryksch-Hon-
gaarsche ambassade maakt nu in dit
geval aanspraak op zekere diploma
tieke voorrechten. De Britsche re
geering beeft nooit successierechten
verlangd van de nalatenschap van een
gezant, die in Engeland overleed, en
nu is de gezant van oordeel, dat dit
privilegie zich natuurlijk ook uitstrekt
tot de vreemde vorsten. De beslissing
van dit geschil berust by den kan
selier der schatkist
Een dergelijk incident deed zich
voor *ja het overlyden van Alexander
III v(d Rusland, die by de Eogelsche
Bank vyftien millioen francs gede
poneerd had. Baron de Staal, de
Russische gezant, bracht een bezoek
aan den kanselier der schatkist, des
tijds sir William Harcourt, en deelde
dezen mede, dat een deel dezer na
latenschap by testamentaire beschik
king was vermaakt aau de prinses
van Wales. De leden der koninklijke
familie zyn van het betalen van be
lastingen vrij gesteld; en nu besloot
sir William Harcourt dat de vrij
stelling, waarvan de prinses van Wales
genoot, zou worden uitgestrekt tot
de andere erfgenamen. Het in de
Bank aanwezige bedrag werd nu in
zyn geheel aan de erfgenamen uitbe
taald.
Sir Michael Hicks-Beacb, de tegen
woordige kanselier dor schatkist, heeft
den Oostenrjjksch-Hongaarschen ge
zant echter doen weten, dat by de
beslissing van 1894 niet als een prece
dent beschouwde.
By de ie nemen beslissing hebben
nog drie andere vorstelijke cliënten
van de Engelsche Bank belangde
koningin-regentes van Spauje, de
koningin van Italië en de koning van
België.
Duitschers en Czeclien.
In Praag is Maandag 's nachts om
half drie een ernstige vechtpartij ge
weest tusschen een Duitschen student
en Czecbische studenten, waarbij de
Duitscher met een revolverschot een
van de CzecheD doodelyk en een
anderen licht kwetste. De toedracht
van de zaak is nog niet geheel opge
helderd, en zal het misschien nooit
worden, want naar het schijnt waren
allen min of meer dronken. Volgens
het laatste verhaal had de Duitscher
op een onbekenden Czech, die hem
met een stok tegen den grond had
geslagen, geschoten, maar troffen de
schoten by ODgeluk twee andere
Czechen, studenten, met wie de Duit
scher eerst eenige woorden had ge
wisseld en die nu tusschenbeiden
kwamen. De Duitscher en de eene
Czechiscbe student zyn in hechtenis
genomen, de zwaar gekwetste is naar
het ziekenhuis gebracht, maar de
derde Czech is nog niet opgespoord.
In de laatste dagen worden de
Duitsche studenten in Praag weer
veel lastig gevalleneenigen zyn met
ploertedooders mishandeld, anderen
door het gepeupel nagezeten. By een
Duitschen huisbewaarder zyn twee
ruiten
Ia vijftien jaar geen spiegel.
De vroegere consulaire agent Cuzzi,
die vyftien jaar onder de Mahdi's ge
vangen is gehouden, zal een boek
over zyn avonturen in Soedan schrij
ven, dat het belangwekkendste werk
belooft te worden, dat tot. nu over
deze wilden geschreven is. De schrij
ver deelt er vele bijzonderheden in
mede, o. a. als eigenaardigheid, dat
hjj in de jaren dat by gevangen was,
nimmer in een spiegel had gekeken,
aangezien de Mahdi's, na hun plunde
ring van Karthoem, ongeveer alles
wat zy vonden, vernielden. Heel erg
trok de gevangene zich dit echter niet
aan. Zyn lot scheen hem zoo hopeloos,
dat hy geheel verstompte en eerst be
gon op te leven, toen bjj de tijding
kreeg, dat een expeditiecorps tegen
Omdurman oprukte. Na Kitchener
Pacha's overwinning kwam Cuzzi
voor het eerst weer een spiegel in
handen. De gewaarwordingen laten
zich niet beschrijven, toen hy na vijf
tien jaar zijn eigen gezicht weder
voor zich had. Als jong, krachtig,
avontuurlijk jonkman was hy de wijde
wereld ingetrokken en een ziek, hol-
wangig, angstverwrongen gelaat keek
i hem nu uit het glas tegen. En wat
i gedurende de lange jaren van zyn
'gevangenschap nimmer gebeurd was,
geschiedde nude arme man barstte
in trauen uit.
Rijks directe belastingen, daartoe liet
voorbeeld had gegeven is Dinsdag (zoo
als wij reeds in ons vorig nr. mededeel
den) de gemeente gevolgd.
Het optreden van het Rijk tegen de
zoogenaamde kleine belastingschuldigen
is reeds geruimeai tijd geleden in onze
gemeente begonnen. De inspecteur is de
meening toegedaan, dat menschen, die
een vast inkomen hebben van tien,
twaalf en meer guldens in d'e week, z
wel een bedragje van twee a drie gulden
in een jaar aan personeele belasting
kunnen betalen. Vandaar dan ook de
vervolgingen, ingesteld tegen verschil
lende onwilligen en, hoewel de execu
toriale verkoopingen betrekkelijk zeld
zaam bleven, heeft menigeen die aan
vankelijk alle waarschuwingen, aanmar
ningen en dwangbevelen naast zich
neerlegde, ten slotte zijn belastingschuld
betaald, die dan inmiddels tot twaalf,
vijftien gulden was opgeloopen.
Intusschen is daarbij, naar ons ver
zekerd werd, met humaniteit gehan
deld en is zorgvuldig onderscheid ge
maakt tusschen den toestand waarin de
belastingschuldigen verkeerden. Waar
armoede heerschte, waar de verdiensten
onzeker waren, waai- ernstige zieleen
werden aangetroffen, liet de fiscus zijn
zware hand niet neerkomen; hiji trad
alleen op tegenover vaJide belasting
schuldigen, bij wie alle omstandigheden
er op wezen, dat hier meer aan onwil,
dan aan onmacht te denken viel.
Op die manier zijn er in 't afgeloopen
jaar omstreeks vierhonderd aanslagen
meer dan in 't daaraan voorafgaande
jaar binnengekomen en dat getal had
veel grooter kunnen zijn, wanneer de
ambtenaren over meer tijd te beschik
ken hadden gehad. Als illustratie van
de uitgebreidheid van het aantal perso
nen die geen Rijksbelasting betalen,
kan dienen, dat op de Centrale Werk
plaats der Holl. Spoor nagenoeg nie
mand onder de werklieden tot de be-
lastingbetalenden behoort.
Dat dit zoo blijft voortduren, schijnt
hieraan te liggen, dat tot dusverre niet
is uitgemaakt, of het Rijk bij executie
kan invorderen of wel, dat de Holl.
Spoor verplicht kan worden tot inhou
ding der belastingpenningen van het
door haar uit te betalen loon.
De bekende straatslijpers Willem
Westhof en Pieter de la Rie werden
gisteren, Dinsdag, door de politie
alhier aangohouden en naar het Huis
van Bewaring overgebracht, de eerste
had 8 dagen hechtenis te ondergaan
wegens, stroopery de andere 2 dagen
wegens openbare dronkenschap.
P. I. die te veel aan Bacchus ge
offerd, had deed by de politie aangifte
dat hem Dinsdagmiddag zijn porte-
raounaie met een rijksdaalder was ont
vreemd, door een vrouw, met wie by
zich in een bierhuis alhier opgehou
den had.
In den afgeloopen nacht, Dinsdag
op Woensdag, zyn uit iu aanbouw
zijnde perceeleu aan den Koninginne
weg een groot aaotal stukken ge
reedschap ontvreemd, ten nadeeie van
de timmerlieden aldaar werkzaam.
Heden, Woensdagmorgen, stond in
de Baljuwslaan de gaspyp van een
lantaarn die bij den jonersten storm
was afgebroken in brand, de vlam
sloeg een meter hoog uit de pijp.
Door werklieden der gasfabriek werd
spoedig in het ongeval voorzien. Bal
danigheid is hiervan weder de oorzaak.
De laatste gebeurtenissen aan den
Heerensingel liggen nog versch iu het
geheugen, zoodat de omwonenden niet
zonder angst den afloop gade sloegen.
Ons wordt medegedeeld dat de heer
D. H. Blok is afgetreden als voor
zitter van de kegolclub „de Kroon".
WepvoËg Stadsnieuws
Belastingbetalers.
Het houden van executoriale verkoo
pingen werkt blijkbaar aanstekelijk. Na
dat in het vorig jaar de directie van 's
Door de haarlemsche afdeeling van
„Toonkunst" wordt voor haar tweede
concert in dit seizoen in studie ge
nomen „Stabat Mater" vau Dvorak.
Reeds de volgende week beginnen de
repetitiën.
Wedstrijd „Concordia"
By den ondorlingen sehermwedstryd
I op sabel en langen stok, gehouden op
10 en 17 Jan. onder een "20 tal leden
j der Gyran. en Schermvcreeniging
„Concordia" in de schermzaal van den
heer A. J. Meyerinck, en waarvoor
een zilveren medaille als len prijs en
en een kunstvoorwerp als 2en prys
waren beschikbaar gesteld, werd de
le prys gewonnen door den heer
A. Draayers en den 2en prys do
den heer Louis Smit.
De zilveren medaille moet in Ap
a. s. nog eens verdedigd worden.
Toonkunst.
De afdeeling Haarlem van de Mai
schappy t- b. "d. Toonkunst stelde o
Dinsdag in de gelegenheid het In
weer eens op te halen aan een di
klassieke kunstgewrochten wiersolie
constructie als 't zoo mag word
uitgedrukt gednrende tien- en ho
derdtallen van jaren de stormen, d
ook op het terrein der muzikale kun
woeden, vermag te trotseeren, en wi
onverwoestelyke schoonheid en mac
tige eenvoud ook op volgende en no
maals volgende geslachten hare 1
koring blijven uitoefenen. Hebben
dan, als vereerders van alle goe<
ook oude kunst, bet bestuur ouz
Toonkunst-afdeehng dankbaar te z
voor de keuze van H&ndel's Jost
niet minder heeft dat bestuur aa
spraak op onze sympbatie wegens z
besluit om by deze uitvoering de ze
belangryke taak der begeleiding t
te vertrouwen aan ons eigen Stedelj
Muziekcorps. Ikacht dit feit belan
rijk genoeg om er reeds hier, in
begin van myu verslag, melding v
te maken; want my heugt ge
Toonkunst-uitvoering waarby gei
vreemde (orkestrale) hulp werd ing
roepen. Eu met te meer nadruk m;
op deze verblijdende gebeurtenis g
wezen worden, nu ons orkest by
optreden bewezen heeft niet e
vergelijking met het amsterdamsc
keurkorps schitterend te knnn
doorstaandit te beweren z>;
wat al te optimistisch zyn ma
met eere zijn plaats te kunnen ino
men waar het op een waardige oi
torium-uitvoering aankomt. Wie h
jongste concert van Toonkunst b
woonde zal moeten erkennen dat
het orkest een aanzienlijk deel iu
succès van den avond toekomt. B
werkte onder de gem ikkelyke en b
trouwbare leiding van deD heer Robe
met ernst en toewijding, voortduroi
bezorgd om nauwgezet aan de inte
ties van den dirigent te beantwoorde
Ook de ontwikkelde klank, zoow
van het vry sterk bezette stryk-kwi
tet als van 't ensemble, beantwoordt
aap hoog gestelde eischen, zood
veilig ondersteld mag worden, dat b
resultaat van dit samenwerken 1
concertgevers èn publiek boven vi
wachting heeft bevredigd. Aan het i
deelingsbestuur dus een welgemeend
gelnkwensch met het aanvankelijk su
cès van zyn verdienstelijk pogen
't belang en tot bevordering der too
kunst ook in eigen omgeving.
Van het vocale gedeelte der u
voering valt eveneens met waardeerii
en ingenomenheid te spreken. Alle
eerst wel voor zoover dit betreft
sopraan-soliste,mevr. A. Noordewier
Reddingius, wier heerlijke stem
innig-mnzikale voordracht nog stee
een onweerstaanbaren invloed op d
toehoorder biyven uitoefenen. Zy zo
hare recitatieven meesterlijk van
en treffend van dictie en hare arii
waren de glanspunten der uitvoerin
Herhaaldelijk uitte zich de voldoeoi
van het publiek in warme toejuichi
en na de aria „O hiitte ich Jubi
Harf" werd der kunstenares een stori
achtige ovatie gebracht. De alt, m
Ida Loman uit Deventer, die in
plaats van mej. A. Blaauw uit d
Haag optrad, had, wat stemmiddel
betreft, meer waardeering verdici
dan baar deel werd maar dat g
drukte, zwoegende in de voordrac
zal zy hebben af te wennen, als
ooit een publiek wil warm maken.
De Leer Rogmans, de tenor, toou
zich natuurlijk geheel ïu zyn elernei
Die Handelsclie aria's zyn dau ook i
voor onzen heldentenor leschrevi
In dearia„Auf, Völker aufPend
zegezapg „Glorreich ist Gott" kwi
hem zyn metaalstem en zyn ontwi
j kei de zangtechniek uitnemend
stade. Maar ook in de nummers
meer gedram en karakter zooals b
het „AlmSchtger Herrscher in
Höh" schonk hy zyn auditorium c
edel en onvermengd genot. In'tko
zijn medewerking schonk aan 't gebi
een belangrijke zijde te meer.
I En wat nu den vierden solist, <1
i heer Gerard Zalsman betreft,
mogen zonder grootspraak zeggen
we aan ODzen stadgenoot eer beleefdf
Hij deed aan zyn belangrijke, opb
stuk van stem- en adembeheerscbi
zeer veeleischende party alle rel
wedervaren, al spreekt het van z
tig." Hij schoof zijn hoed, die volstrekt
niet bij dit seizoen paste achterover,
stak rijn duimen in de armsgaten van
rijn vest en balanceerde rich van het
eeue been op het andere. Hij lachte
luidkeels; dezo verkooping scheen hem
zeer opgewekt te stemmen.
„Tweeduizend veertig!" riep Carlot-
ta en Kalm, rich lachend op de knieën
slaande, schreeuwde
„Tweeduizend vijftig!"
De ritmeester U-ad naar voren en
verzocht den staljongen de achterbee-
nen te ontzwachtelen. Allen zagen in
ademlooze spanning, hoe hij de hielpe-
zen betastte. Eindelijk richtte hij zich
op en zeide, rich tot den afslager wen
dend
„Ik bied niet meer."
De hamer viel neer en Coriolan be
hoorde C. W.
„Gij rijt wel een beetje duur uit ge-
geweest," lachte de ritmeester. „Wel
urie, viermaal, misschien wel tienmaal
te duur, wie kan het zeggen."
Maar C. W. was goed gehumeurd.
„Die knol is voor mijn rijtuig be
stemd, beste ritmeester, ik wil met een
Derbywinner rijden, het idee alleen
stemt mij reeds vroolijk. Dat canaille
heeft mij al zoo lang geërgerd, maai
hij zal er nu voor boeten."
„Spreekt gij in ernst of is het slechts
scherts?" vroeg de ritmeester op ijs-
koudeui toon.
„Ernst, volle ernst."
Carlotta draaide zich om en bemoeide
zicli niet- verder met hem.
Een ieder, dien C. W. dien middag
aansprak, liet hem aan zijn lot over.
Hij was onuitputtelijk in 't grappen
vertellen, maar men. lachte niet meed
om hem.
Tandeknarsend, boos als een bestraf
te schooljongen, begaf hij rich met ba
ron von Rosse naar 't station.
„En die knol zal toch voor mijn rij
tuig gespannen worden. Zeidet ge iets?
Verlangt gij iets van mij
„Neen, ik zeide niets."
Als om de beleediging, die Kalm
Brandes nagedachtenis aangedaan had,
goed te maken, traden de meeste hee-
ren, Carlotta voorop, nog eenmaal op
Konrad toe.
„Die kerel heeft uitgediend, dat be
loof ik u," zeide hij, „of hij of ik moet
do club uit. Die man kan gevaarlijk
worden."
De jonge graaf Benlow onderhield
rich eenigen tijd met Konrad.
„Waarom rijt gij ons nog niet eens
komen opzoeken 1 Mij vrouw en ik zou
den het zoo aardig gevonden hebben."
Konrad beloofde eens spoedig te zul
len komen, maar dacht bij zichzelf:
„Iloe welwillend rij ook tegen mij
rijn, zullen rij toch spoedig inzien, dat
wij niet meer bij elkander behooren."
„Hebt gij reeds plannen voor de
toekomst gemaakt?" vroeg de graaf.
„Ja. Ik kom in betrekking bij den
heer Goldschmitt. Hij was een vriend
van Brandes en heeft mij een zeer goe
den post aangeboden."
•„Ik dacht, dat gij u liever in de;
sportwereld zoudt blijven bewegen,"
zeide de graaf, „men kan dan dikwijls
meer verdienen dan in een vaste be
trekking, hebt gij daar wel aan ge
dacht?"
„Ja.. Maar openhartig gezegd, pas ik
eigenlijk niet voor dit leven. Ik ben
te zwaartillend van aard, in het sport
leven passen opgeruimder, zorgeloozer
menschen dan ik."
De graaf knikte.
„Gij kunt wel gelijk hebben. Adieu,
beste Eckert.
Gij belooft mij dus vast om mij dikwijjs
te komen bezoeken. Ik heb haast, want
ik moet met den eerstvolgenden trein
naar Berlijn."
's Middags bezocht Konrad nog een
maal de renbaan, de weilanden en het
dennenbosch bij Dalilwitz.
Hij wilde nog afscheid van al deze
i plaatsen nemen, en het kwam hem voor
alsof liet verleden een betooverend
sprookje, een droom was geweest.
Toen hij tegen den avond naar Ber
lijn terug wilde keeren, trof hij rijn
I toekomst igen chef met de twee geluk
kige erfgenamen aan het station. De
oude heer Goldschmitt begroette hem
hartelijk en ook de erfgenamen schud
den hem de hand. Door deze verkooping
I was hot eindcijfer der nalatenschap
j zeer meegevallen zoodat de bankier, die
die zaken van rijn vriend geregeld had,
bijna even verheugd was als de erfge
namen zelf.
„De herinnering aan een goed, ach
tenswaardig man blijft altijd voortle
ven," zeide de oude man.
„Ik heb reeds met velen te doen ge-
had, die zich op het gebied van sport
j bewogen, en met lieden van allerlei
stand omgegaan, maar nooit heb ik een
beter, eerlijker man ontmoet dan Geor
ge Brandes."
Toon zij Berlijn binnenstoomden
drukte hij Konrad nogmaals de hand'.
„Van 1 Januari af rijn wij dus han
delsvrienden. Want vrienden zullen wij
wel worden. Waar gij toe in staat zijt,
dat hebt gij in deze zeer veel omvatten
de betrekking bewezen. Gij zult een
zeer degelijk koopman worden, mijn
jonge vriend. Gij zult het ver bren
gen."
De professor uit Jena en de Regee-
ringsraad bedankten Koiirad hartelijk
voor de hulp, die hij him bewezen had,
daarop verwijderden zij zich en Konrad
was alleen.
Alleen
Nog nooit had hij zoo goed begrepen,
wat dat zeggen wilde als nu. Hij had
de laatste weken zooveel te doen gehad;,
dat hem geen tijd gegund was om na
te denken.
Alleen
DRIE EN TWINTIGSTE HOOFD
STUK.
Konrad was van plan om de paar
weken, die hij nog te zijner beschik
king had voordat hij in betrekking
moest treden, te Insterburg te gaan
doorbrengen.
Hij vond liet een heerlijke gedachte
de plaatsen, die rijn vader betreden
had, nog eens weer te zien, rijn vroe
gere vrienden de hand te drukken en
nog eenmaal de bosschen en wed landen
van rijn geboortland te doorkruisen.
Hij moest in zichzelf lachen, toen
hij zich. voorstelde; hoe verbaasd de In
st er burgers hem zouden opnemen. Eeni
ge jaren geleden was hij als een ai
jongen vertrokken en nu keerde hij
een deftig heer terug.
Maar van al die plannen kwam nii
Er gebeurde iets, waardoor rijn pi
nen en voornemens op den achtergit
werden gedrongen.
Op een goeden middag bezocht
de Griotte's om lien van rijn voorga
men reis te gaan verwittigenrij woi
den nu in Schöneberg, dat toen ter ii
zeer vooruitging en zich van een ona
zienlijk dorp lot een nette voorstad
gon te ontwikkelen. De woning
zeer klein, ze bestond uit twee kam
tjes en een keuken, maar het geheel b
een prettig aanzien de vertrekt
waren netjes behangen en door de vr
wen met' allerlei snuisterijen j
Griotte was geen acteur meer, m
souffleur aan den koninklijken schcx
burg; hij had geen groote kamer m
noodig, waardoor rijn stem kon bul
ren, maar een klein vertrek was
voldoende. Zes a zeven uur van
dag bracht hij in het souffleurshol
door, dat in den grootem schouwbt
niet grooter was dan in het Ostenthi
ter en rijn overigen vrijen tijd b
de hij met schrijfwerk.
(Wordt vervolgd)