ontdekt Men weet alleen dat Maan dagavond tnsschen 9 en 9Vi uur twee mannen te Berkel naar de woning van den heer R. gevraagd hebben. Vermoedelijk dus kwamen de dieven van elders. Vermiste bankbiljetten. Den 15en Januari 1899 is door den heer G. H J. Sandman te Apeldoorn een brief verzonden, aangeteekend en met gedeclareerde waarde, inhoudende 3 bankbiljetten van vyfen-twintig gulden, resp. gemerkt: Q. O. 6044, R. P. 3647 en K. D. 2684. By opening door den geadresseerde, do firma L. Lasance en Zonen te Amsterdam, bleek dat de inhoud van den brief slechts bestond uit een frag ment van een velletje postpapier en 3 reepjes van een te Schiedam bij R. A. M. Roclants gedrukte courant of tijdschrift. De commissaris van politie in de le sectie (voormalige St. Pieterhal) te Amsterdam, verzoekt de opsporing der vermiste bankbiljetten en even tueel inlichtingen. Dinsdagochtend is naby het station de Vork de spoorwegarbeider J. H. uit Eist door een trein overreden. De ongelukkige, die terstond een lijk was, laat eene weduwe met drie kinderen achter. Smokkelen. Niettegenstaande het scherpe toe zicht der tolbeambten worden uit ons land nog koeien in Duitschland ge smokkeld. Op een der belangrijkste markten in het noorden van ons land komt geregeld een Duitsche veehan delaar zijne inkoopen doen, èn hij weet de koeien over de grenzen te krijgen. Des te moeilijker gaat dit, omdat in de grensprovinciën de signalementen der koeien verzameld worden en by de autoriteiten berusten. Heeft dus de boer eene koe met ander haar, met anderen bles enz., hij zou direct ver dacht worden iu het bezit te zjjn van gesmokkeld vee. De veekooper koopt dan, ook koeien, die voldoen aan het opgegeven signalement, waardoor de keu<.e soms zeer beperkt wordt. Zijn geregeld bezoek aan de markt is evenwel het bewijs, dat de zaak goed marcheert. Minstens een paar honderd koeien heeft hij in 1898 in Duitsch land ingevoerd. wijzer uit zijn zak, doch voor ;hjj den stand der wijzers kon opnemen, ont ving hij een slag op zijn oogen, een paar andere tnsschen zyn ribben en werd hem het horloge afgerukt In het eerst was hij wat beduusd, maar spoedig kreeg hij zijn tegen woordigheid van geest terug en zette het op een schreeuwen. Het „houdt den dief" trok de aanlacht van een paar politie-agenten, en weldra was Bakker geknipt. Daar bekl. nog nooit veroordeeld was, werd door het O. M. bij de rechtbank aldaar 2 jaar gevangenis straf geëischt. Een dierenbeul. Door de rechtbank te Utrecht is veroordeeld tot een maand gevange nisstraf G. V. H. Huizen, bekl. van mishandeling van een hond in het j openbaar te De Bilt op 30 Oct. j.l. gepleegd. Door den O. v. J. was drie maanden gevangenisstraf geëischt. Leger en Wlootc Militaire Willemsorde. Het feestmaal, Maandagavond aan geboden door hoofd- en andere offi cieren der zeemacht en het Indische leger, ridders der Militaire Willems orde, aan de ridders beneden den rang van officier te 's-Graveuhage wonende, kenmerkte zich door een echt kameraadschappelyken en vader- landslievenden geest. In de feestelijk versierde zaal van het Zuidhollandsch Koffiehuis werden de genoodigden ontvangen door een commissie van officieren. Mevr. Kempers Stutterheim, eere presidente van de vereeoiging „Het Vaderland Getrouw", bood met een hartelijke toespraak dea ridders een bloemruiker aati. Kolonel Nieuweu- huizen dankte de spreekster. Bi) bet dessert stelde deze de gezondheid in der Koningin, grootmeesteres der Orde; die toost werd geestdriftig toe gejuicht. Door de ridders werden vele heildronken ingesteld op leger en vloot. RECHTSZAKEN. In slecht gezelschap. H. H. M. zat io den avond van 5 December in een café op den hoek van de Olofspoori en de Nieuwebrng- steeg te Amsterdam bet St. Nicolaas- feest te vieren. Door het aangename gezelschap waar schijnlijk in zeer pleizierige stemming geraakt, werd hp zeer vrijgevig en ging zelfs in op de uitnoodiging „Geef jy 18 glazen bier, dan geef ik er 36." Die vrijgevigheid bracht H. Bakker op de gedachte, dat een kleine ader lating hier wel op haar plaats zou zijn Hp had reeds kennis gemaakt met M. en toen deze om haifdrie opstond, liep hij mee naar buiten. Op den O. Z. Voorburgwal vroeg hp zijn met gezel hoe laat het was. Gewillig haalde deze zyn tij daan- Is U nog niet geabonneerd op ons Zondags blad? Vraag dan proefnum mer, *t kost maar 3© Cents per 3 maandenp. p. 37'/. <1. GEMXXtab S!£UW8 Da zaak-Dreyfus. De „Siècle" verzekert, dat het diplo matiek dossier op de vordering van het Hof zal worden overgelegd onder de dezelfde voorwaarden als het geheime en met den amj^Lssade-secretaris Mau rice Paléologue als heen-en-weer-dxager en tekstuitlegger. Ondanks de officieuse nota van onlangs zou er dus toch een diplomatiek dossier bestaan. De commissie van onderzoek onder voorzitterschap van Mazeau, den eer sten president van het Hof van Cas satie, zetelde Dinsdag in diens kabinet. Ondanks de geheimzinnigheid waarmee het onderzoek wordt omringd, meende Reuter te weten dat Dinsdag Beaure- paire gehoord werd. In de „Echo de Paris" schrijft Ques- nay de Beaurepaire nu weer, dat Sar- rien al in October gezegd heeft, dat de strafkamer van liet Hof van de onschuld van Dreyfus overtuigd was en het dus onnoodig was haar het geheime dossier te vertoonen. Alweer een punt van on derzoek dus voor Mazeau en de beide raadsheeren. Een schrijver in de „Siècle" brengt een punt van anderen, aard onder de aandacht van president Mazeau. Den 15den October, zoo schrijft hij, bevatte het „Journal de Bruxelles," welks Pa- rijsche correspondent een redacteur van de „Gaulois is een brief uit Parijs on der het opschrift.: De gemoedstoestand van het Hof van cassatie. De redactie had dien brief een paar dagen laten liggen en daarna geplaatst met een on- dersehrift, waarin zij haar oorrespon dent de volle verantwoordelijkheid liet. Deze verhaalde in zijn brief, hoe hij een onderhoud had gehad met een raads heer uit het. Hof van cassatie, behoo- reoide tot de civiele Kamer. Die raads heer had hem allerlei onthullingen ge daan over de partijdigheid van de straf kamer, over de nietswaardigheid van haar leden, op wie dè leden der andere kamers eigenlijk neerzagen, omdat het meer gunstelingen van ministeries en ex-politici en rust genietende ambtena ren waren dan juristen. Er waren een paar fatsoenlijke menschen bij zooals Sevestre, Sallantin en Roulüer. maar die hadden zich dan ook tegen Dreyfus en Picquart verklaard. Voorts waren onder de „tegenstanders" van Dreyfus de presidenten Mazeau, Tanon en Ques- nay de Beaurepaire. Eu dezen ging het aan het hart dat men zeide, dat het Hof omgekocht was. „Maar zoo zei- de dat lid der civiele kamer als de strafkamer omgekocht is, zooals ieder een zegt, dan is dat niet het Hof van cassatie." De schrijver in de „Siècle" zegt, dat naar de herkomst van dezen brief, dien hij voor een product van Jean Teste (van de „Gaulois") houdt, door president Mazeau onderzoek moet wor- 'den gedaan, met name of de correspon dent waarheid sprak, toen hij zeide al deze fraaiigheden van een lid der ci viele Kamer te hebben vernomen. Hij veronderstelt blijkbaar dat Quesnay de Beaurepaire het bedoelde lid was en dit wordt waarscliijnlijk gemaakt door de zen zin, in den brief voorkomende: „Alen verhaalt dat president Quesnay de Beaurepaire, die een man van de daad is en niet bang, het vuur tegen de strafkamer zal openen." Dus zegt de sclirijver reeds in liet begin van December, dus voor het verhoer van Picquart, de beleefdheden aan dezen bewezen, de grogs enz. had de Beaurepaire zulke plannen. Men geloove nu nog aan zijne opwelling van edele verontwaardiging. En in der gelijke termen liet een lid van het Hof zich over zijn collega's uit. Er loopen hardnekkige praatjes dat de drie bovengenoemde leden van de strafkamer en Chambareaud weldra hun ontslag zullen nemen. Drie hunner heb ben het zonder nader commentaar te gengesproken. De „Droits de Thomme" houdt niettemin vol, dat er ernstige po gingen worden gedaan om personen van de hoogo magistratuur te bewegen het voorbeeld van de Beaurepaire te vol gen. Voorts heeft de president Loew aan 't „Journal" gezegd, dat er nog minstens drie weken gemoeid zijn met d'e instruc tie, vooral als Esterhazy's komst, nog ver traagd werd. Ook moesten er nog tal van getuigen gehoord worden. De uitspraak op het verzoek tot re geling van rechtsgebied had zoolang ge duurd. doordat de beide zeer lijvige dos siers moesten onderzocht worden. Er is een groot rapport opgesteld door den raadsheer Atthalin. waarin deze echter geen conclusie neemt. Mr. Cabanes deelde Dinsdag in de couloirs mede. dat Esterhazy hem gete legrafeerd had, dat hij waarschijnlijk Woensdag te. Parijs zou aankomen. Een telegram aan de „Ind. Beige" zegt, dat hij gisteren van Amsterdam naar Pa rijs is vertrokken. "Wraakneming. Kolonel Zelinski, commandant van het eerste artillerie-regiment te War schau, is dicht bij de citadel door een luitenant aangevallen. Drie revolver schoten werdén gelost, die den aan gevallene in der: rug wondden. Gegrepen, bekende de dader zyn aaDslag gepleegd te hebben op zyn chef, die deel had uitgemaakt van een krijgsraad, waardoor by tot een disci plinaire straf veroordeeld was wegens insubordinatie. Een gelukkige gemeente. Het dorpje Orsa in Zwedeu is een rykgezegend plaatsje. Het bezit zulke reusachtige bosschen, dat de laatste verkoop van hout zes en eea half millioen gulden opbracht, terwyl de boschopzichters ramen, dat alle dertig jaar een zelfde cyfer gemaakt kan worden, zonder de bosschen leeg te halen. Met deze rijke inkomsten is de gemeente er dan ook op bedacht geweest zich zoo goed mogelijk in te richten. Onlangs z\jn l'/i mili. kronen uitgegeven voor den aanleg van wegen; de telepboondienst werkt gratis en alle hnizen en huisjes zjjn aangesloten. Het schoolgaan is ook kosteloos, ter wijl het onderwijzend personeel uit de beste krachten samengesteld is. Er zyn in het geheel geen armen. Belas ting behoeft niet betaald te worden. De erfenis van Keizerin Elizabeth. De erfenis van wijlen keizerin Elizabeth van Oostenrijk geeft thans aanleiding tot vry ingewikkelde onder handelingen tusschen den Londen- sciien gezant van Oostenryk-Honga- rye, het ministerie van buitenlaudsche zaken, het bestuur der domeinen en den Raad van Bestuur van de Engel- sche Bank. Het slachtoffer van Luccheni had by de Back een bedrag gedeponeerd van tien millioen francs, j welk bedrag door de erfgenamen wordt opgeëischt en waarvan de fiscus de by de wet vastgestelde successierech ten verlangt. De fiscus herinnert er aan, dat de rechtskundige sectie van het Hoogerhuis onlangs heeft beslist, dat de eigendommen van eiken vreem deling,gedomicilieerd in het buitenland, I in geval van overlyden of van liqui- datie zullen zyn onderworpon aan het hoogste recht. De Oostenryksch-Hon- gaarsche ambassade maakt nu in dit geval aanspraak op zekere diploma tieke voorrechten. De Britsche re geering beeft nooit successierechten verlangd van de nalatenschap van een gezant, die in Engeland overleed, en nu is de gezant van oordeel, dat dit privilegie zich natuurlijk ook uitstrekt tot de vreemde vorsten. De beslissing van dit geschil berust by den kan selier der schatkist Een dergelijk incident deed zich voor *ja het overlyden van Alexander III v(d Rusland, die by de Eogelsche Bank vyftien millioen francs gede poneerd had. Baron de Staal, de Russische gezant, bracht een bezoek aan den kanselier der schatkist, des tijds sir William Harcourt, en deelde dezen mede, dat een deel dezer na latenschap by testamentaire beschik king was vermaakt aau de prinses van Wales. De leden der koninklijke familie zyn van het betalen van be lastingen vrij gesteld; en nu besloot sir William Harcourt dat de vrij stelling, waarvan de prinses van Wales genoot, zou worden uitgestrekt tot de andere erfgenamen. Het in de Bank aanwezige bedrag werd nu in zyn geheel aan de erfgenamen uitbe taald. Sir Michael Hicks-Beacb, de tegen woordige kanselier dor schatkist, heeft den Oostenrjjksch-Hongaarschen ge zant echter doen weten, dat by de beslissing van 1894 niet als een prece dent beschouwde. By de ie nemen beslissing hebben nog drie andere vorstelijke cliënten van de Engelsche Bank belangde koningin-regentes van Spauje, de koningin van Italië en de koning van België. Duitschers en Czeclien. In Praag is Maandag 's nachts om half drie een ernstige vechtpartij ge weest tusschen een Duitschen student en Czecbische studenten, waarbij de Duitscher met een revolverschot een van de CzecheD doodelyk en een anderen licht kwetste. De toedracht van de zaak is nog niet geheel opge helderd, en zal het misschien nooit worden, want naar het schijnt waren allen min of meer dronken. Volgens het laatste verhaal had de Duitscher op een onbekenden Czech, die hem met een stok tegen den grond had geslagen, geschoten, maar troffen de schoten by ODgeluk twee andere Czechen, studenten, met wie de Duit scher eerst eenige woorden had ge wisseld en die nu tusschenbeiden kwamen. De Duitscher en de eene Czechiscbe student zyn in hechtenis genomen, de zwaar gekwetste is naar het ziekenhuis gebracht, maar de derde Czech is nog niet opgespoord. In de laatste dagen worden de Duitsche studenten in Praag weer veel lastig gevalleneenigen zyn met ploertedooders mishandeld, anderen door het gepeupel nagezeten. By een Duitschen huisbewaarder zyn twee ruiten Ia vijftien jaar geen spiegel. De vroegere consulaire agent Cuzzi, die vyftien jaar onder de Mahdi's ge vangen is gehouden, zal een boek over zyn avonturen in Soedan schrij ven, dat het belangwekkendste werk belooft te worden, dat tot. nu over deze wilden geschreven is. De schrij ver deelt er vele bijzonderheden in mede, o. a. als eigenaardigheid, dat hjj in de jaren dat by gevangen was, nimmer in een spiegel had gekeken, aangezien de Mahdi's, na hun plunde ring van Karthoem, ongeveer alles wat zy vonden, vernielden. Heel erg trok de gevangene zich dit echter niet aan. Zyn lot scheen hem zoo hopeloos, dat hy geheel verstompte en eerst be gon op te leven, toen bjj de tijding kreeg, dat een expeditiecorps tegen Omdurman oprukte. Na Kitchener Pacha's overwinning kwam Cuzzi voor het eerst weer een spiegel in handen. De gewaarwordingen laten zich niet beschrijven, toen hy na vijf tien jaar zijn eigen gezicht weder voor zich had. Als jong, krachtig, avontuurlijk jonkman was hy de wijde wereld ingetrokken en een ziek, hol- wangig, angstverwrongen gelaat keek i hem nu uit het glas tegen. En wat i gedurende de lange jaren van zyn 'gevangenschap nimmer gebeurd was, geschiedde nude arme man barstte in trauen uit. Rijks directe belastingen, daartoe liet voorbeeld had gegeven is Dinsdag (zoo als wij reeds in ons vorig nr. mededeel den) de gemeente gevolgd. Het optreden van het Rijk tegen de zoogenaamde kleine belastingschuldigen is reeds geruimeai tijd geleden in onze gemeente begonnen. De inspecteur is de meening toegedaan, dat menschen, die een vast inkomen hebben van tien, twaalf en meer guldens in d'e week, z wel een bedragje van twee a drie gulden in een jaar aan personeele belasting kunnen betalen. Vandaar dan ook de vervolgingen, ingesteld tegen verschil lende onwilligen en, hoewel de execu toriale verkoopingen betrekkelijk zeld zaam bleven, heeft menigeen die aan vankelijk alle waarschuwingen, aanmar ningen en dwangbevelen naast zich neerlegde, ten slotte zijn belastingschuld betaald, die dan inmiddels tot twaalf, vijftien gulden was opgeloopen. Intusschen is daarbij, naar ons ver zekerd werd, met humaniteit gehan deld en is zorgvuldig onderscheid ge maakt tusschen den toestand waarin de belastingschuldigen verkeerden. Waar armoede heerschte, waar de verdiensten onzeker waren, waai- ernstige zieleen werden aangetroffen, liet de fiscus zijn zware hand niet neerkomen; hiji trad alleen op tegenover vaJide belasting schuldigen, bij wie alle omstandigheden er op wezen, dat hier meer aan onwil, dan aan onmacht te denken viel. Op die manier zijn er in 't afgeloopen jaar omstreeks vierhonderd aanslagen meer dan in 't daaraan voorafgaande jaar binnengekomen en dat getal had veel grooter kunnen zijn, wanneer de ambtenaren over meer tijd te beschik ken hadden gehad. Als illustratie van de uitgebreidheid van het aantal perso nen die geen Rijksbelasting betalen, kan dienen, dat op de Centrale Werk plaats der Holl. Spoor nagenoeg nie mand onder de werklieden tot de be- lastingbetalenden behoort. Dat dit zoo blijft voortduren, schijnt hieraan te liggen, dat tot dusverre niet is uitgemaakt, of het Rijk bij executie kan invorderen of wel, dat de Holl. Spoor verplicht kan worden tot inhou ding der belastingpenningen van het door haar uit te betalen loon. De bekende straatslijpers Willem Westhof en Pieter de la Rie werden gisteren, Dinsdag, door de politie alhier aangohouden en naar het Huis van Bewaring overgebracht, de eerste had 8 dagen hechtenis te ondergaan wegens, stroopery de andere 2 dagen wegens openbare dronkenschap. P. I. die te veel aan Bacchus ge offerd, had deed by de politie aangifte dat hem Dinsdagmiddag zijn porte- raounaie met een rijksdaalder was ont vreemd, door een vrouw, met wie by zich in een bierhuis alhier opgehou den had. In den afgeloopen nacht, Dinsdag op Woensdag, zyn uit iu aanbouw zijnde perceeleu aan den Koninginne weg een groot aaotal stukken ge reedschap ontvreemd, ten nadeeie van de timmerlieden aldaar werkzaam. Heden, Woensdagmorgen, stond in de Baljuwslaan de gaspyp van een lantaarn die bij den jonersten storm was afgebroken in brand, de vlam sloeg een meter hoog uit de pijp. Door werklieden der gasfabriek werd spoedig in het ongeval voorzien. Bal danigheid is hiervan weder de oorzaak. De laatste gebeurtenissen aan den Heerensingel liggen nog versch iu het geheugen, zoodat de omwonenden niet zonder angst den afloop gade sloegen. Ons wordt medegedeeld dat de heer D. H. Blok is afgetreden als voor zitter van de kegolclub „de Kroon". WepvoËg Stadsnieuws Belastingbetalers. Het houden van executoriale verkoo pingen werkt blijkbaar aanstekelijk. Na dat in het vorig jaar de directie van 's Door de haarlemsche afdeeling van „Toonkunst" wordt voor haar tweede concert in dit seizoen in studie ge nomen „Stabat Mater" vau Dvorak. Reeds de volgende week beginnen de repetitiën. Wedstrijd „Concordia" By den ondorlingen sehermwedstryd I op sabel en langen stok, gehouden op 10 en 17 Jan. onder een "20 tal leden j der Gyran. en Schermvcreeniging „Concordia" in de schermzaal van den heer A. J. Meyerinck, en waarvoor een zilveren medaille als len prijs en en een kunstvoorwerp als 2en prys waren beschikbaar gesteld, werd de le prys gewonnen door den heer A. Draayers en den 2en prys do den heer Louis Smit. De zilveren medaille moet in Ap a. s. nog eens verdedigd worden. Toonkunst. De afdeeling Haarlem van de Mai schappy t- b. "d. Toonkunst stelde o Dinsdag in de gelegenheid het In weer eens op te halen aan een di klassieke kunstgewrochten wiersolie constructie als 't zoo mag word uitgedrukt gednrende tien- en ho derdtallen van jaren de stormen, d ook op het terrein der muzikale kun woeden, vermag te trotseeren, en wi onverwoestelyke schoonheid en mac tige eenvoud ook op volgende en no maals volgende geslachten hare 1 koring blijven uitoefenen. Hebben dan, als vereerders van alle goe< ook oude kunst, bet bestuur ouz Toonkunst-afdeehng dankbaar te z voor de keuze van H&ndel's Jost niet minder heeft dat bestuur aa spraak op onze sympbatie wegens z besluit om by deze uitvoering de ze belangryke taak der begeleiding t te vertrouwen aan ons eigen Stedelj Muziekcorps. Ikacht dit feit belan rijk genoeg om er reeds hier, in begin van myu verslag, melding v te maken; want my heugt ge Toonkunst-uitvoering waarby gei vreemde (orkestrale) hulp werd ing roepen. Eu met te meer nadruk m; op deze verblijdende gebeurtenis g wezen worden, nu ons orkest by optreden bewezen heeft niet e vergelijking met het amsterdamsc keurkorps schitterend te knnn doorstaandit te beweren z>; wat al te optimistisch zyn ma met eere zijn plaats te kunnen ino men waar het op een waardige oi torium-uitvoering aankomt. Wie h jongste concert van Toonkunst b woonde zal moeten erkennen dat het orkest een aanzienlijk deel iu succès van den avond toekomt. B werkte onder de gem ikkelyke en b trouwbare leiding van deD heer Robe met ernst en toewijding, voortduroi bezorgd om nauwgezet aan de inte ties van den dirigent te beantwoorde Ook de ontwikkelde klank, zoow van het vry sterk bezette stryk-kwi tet als van 't ensemble, beantwoordt aap hoog gestelde eischen, zood veilig ondersteld mag worden, dat b resultaat van dit samenwerken 1 concertgevers èn publiek boven vi wachting heeft bevredigd. Aan het i deelingsbestuur dus een welgemeend gelnkwensch met het aanvankelijk su cès van zyn verdienstelijk pogen 't belang en tot bevordering der too kunst ook in eigen omgeving. Van het vocale gedeelte der u voering valt eveneens met waardeerii en ingenomenheid te spreken. Alle eerst wel voor zoover dit betreft sopraan-soliste,mevr. A. Noordewier Reddingius, wier heerlijke stem innig-mnzikale voordracht nog stee een onweerstaanbaren invloed op d toehoorder biyven uitoefenen. Zy zo hare recitatieven meesterlijk van en treffend van dictie en hare arii waren de glanspunten der uitvoerin Herhaaldelijk uitte zich de voldoeoi van het publiek in warme toejuichi en na de aria „O hiitte ich Jubi Harf" werd der kunstenares een stori achtige ovatie gebracht. De alt, m Ida Loman uit Deventer, die in plaats van mej. A. Blaauw uit d Haag optrad, had, wat stemmiddel betreft, meer waardeering verdici dan baar deel werd maar dat g drukte, zwoegende in de voordrac zal zy hebben af te wennen, als ooit een publiek wil warm maken. De Leer Rogmans, de tenor, toou zich natuurlijk geheel ïu zyn elernei Die Handelsclie aria's zyn dau ook i voor onzen heldentenor leschrevi In dearia„Auf, Völker aufPend zegezapg „Glorreich ist Gott" kwi hem zyn metaalstem en zyn ontwi j kei de zangtechniek uitnemend stade. Maar ook in de nummers meer gedram en karakter zooals b het „AlmSchtger Herrscher in Höh" schonk hy zyn auditorium c edel en onvermengd genot. In'tko zijn medewerking schonk aan 't gebi een belangrijke zijde te meer. I En wat nu den vierden solist, <1 i heer Gerard Zalsman betreft, mogen zonder grootspraak zeggen we aan ODzen stadgenoot eer beleefdf Hij deed aan zyn belangrijke, opb stuk van stem- en adembeheerscbi zeer veeleischende party alle rel wedervaren, al spreekt het van z tig." Hij schoof zijn hoed, die volstrekt niet bij dit seizoen paste achterover, stak rijn duimen in de armsgaten van rijn vest en balanceerde rich van het eeue been op het andere. Hij lachte luidkeels; dezo verkooping scheen hem zeer opgewekt te stemmen. „Tweeduizend veertig!" riep Carlot- ta en Kalm, rich lachend op de knieën slaande, schreeuwde „Tweeduizend vijftig!" De ritmeester U-ad naar voren en verzocht den staljongen de achterbee- nen te ontzwachtelen. Allen zagen in ademlooze spanning, hoe hij de hielpe- zen betastte. Eindelijk richtte hij zich op en zeide, rich tot den afslager wen dend „Ik bied niet meer." De hamer viel neer en Coriolan be hoorde C. W. „Gij rijt wel een beetje duur uit ge- geweest," lachte de ritmeester. „Wel urie, viermaal, misschien wel tienmaal te duur, wie kan het zeggen." Maar C. W. was goed gehumeurd. „Die knol is voor mijn rijtuig be stemd, beste ritmeester, ik wil met een Derbywinner rijden, het idee alleen stemt mij reeds vroolijk. Dat canaille heeft mij al zoo lang geërgerd, maai hij zal er nu voor boeten." „Spreekt gij in ernst of is het slechts scherts?" vroeg de ritmeester op ijs- koudeui toon. „Ernst, volle ernst." Carlotta draaide zich om en bemoeide zicli niet- verder met hem. Een ieder, dien C. W. dien middag aansprak, liet hem aan zijn lot over. Hij was onuitputtelijk in 't grappen vertellen, maar men. lachte niet meed om hem. Tandeknarsend, boos als een bestraf te schooljongen, begaf hij rich met ba ron von Rosse naar 't station. „En die knol zal toch voor mijn rij tuig gespannen worden. Zeidet ge iets? Verlangt gij iets van mij „Neen, ik zeide niets." Als om de beleediging, die Kalm Brandes nagedachtenis aangedaan had, goed te maken, traden de meeste hee- ren, Carlotta voorop, nog eenmaal op Konrad toe. „Die kerel heeft uitgediend, dat be loof ik u," zeide hij, „of hij of ik moet do club uit. Die man kan gevaarlijk worden." De jonge graaf Benlow onderhield rich eenigen tijd met Konrad. „Waarom rijt gij ons nog niet eens komen opzoeken 1 Mij vrouw en ik zou den het zoo aardig gevonden hebben." Konrad beloofde eens spoedig te zul len komen, maar dacht bij zichzelf: „Iloe welwillend rij ook tegen mij rijn, zullen rij toch spoedig inzien, dat wij niet meer bij elkander behooren." „Hebt gij reeds plannen voor de toekomst gemaakt?" vroeg de graaf. „Ja. Ik kom in betrekking bij den heer Goldschmitt. Hij was een vriend van Brandes en heeft mij een zeer goe den post aangeboden." •„Ik dacht, dat gij u liever in de; sportwereld zoudt blijven bewegen," zeide de graaf, „men kan dan dikwijls meer verdienen dan in een vaste be trekking, hebt gij daar wel aan ge dacht?" „Ja.. Maar openhartig gezegd, pas ik eigenlijk niet voor dit leven. Ik ben te zwaartillend van aard, in het sport leven passen opgeruimder, zorgeloozer menschen dan ik." De graaf knikte. „Gij kunt wel gelijk hebben. Adieu, beste Eckert. Gij belooft mij dus vast om mij dikwijjs te komen bezoeken. Ik heb haast, want ik moet met den eerstvolgenden trein naar Berlijn." 's Middags bezocht Konrad nog een maal de renbaan, de weilanden en het dennenbosch bij Dalilwitz. Hij wilde nog afscheid van al deze i plaatsen nemen, en het kwam hem voor alsof liet verleden een betooverend sprookje, een droom was geweest. Toen hij tegen den avond naar Ber lijn terug wilde keeren, trof hij rijn I toekomst igen chef met de twee geluk kige erfgenamen aan het station. De oude heer Goldschmitt begroette hem hartelijk en ook de erfgenamen schud den hem de hand. Door deze verkooping I was hot eindcijfer der nalatenschap j zeer meegevallen zoodat de bankier, die die zaken van rijn vriend geregeld had, bijna even verheugd was als de erfge namen zelf. „De herinnering aan een goed, ach tenswaardig man blijft altijd voortle ven," zeide de oude man. „Ik heb reeds met velen te doen ge- had, die zich op het gebied van sport j bewogen, en met lieden van allerlei stand omgegaan, maar nooit heb ik een beter, eerlijker man ontmoet dan Geor ge Brandes." Toon zij Berlijn binnenstoomden drukte hij Konrad nogmaals de hand'. „Van 1 Januari af rijn wij dus han delsvrienden. Want vrienden zullen wij wel worden. Waar gij toe in staat zijt, dat hebt gij in deze zeer veel omvatten de betrekking bewezen. Gij zult een zeer degelijk koopman worden, mijn jonge vriend. Gij zult het ver bren gen." De professor uit Jena en de Regee- ringsraad bedankten Koiirad hartelijk voor de hulp, die hij him bewezen had, daarop verwijderden zij zich en Konrad was alleen. Alleen Nog nooit had hij zoo goed begrepen, wat dat zeggen wilde als nu. Hij had de laatste weken zooveel te doen gehad;, dat hem geen tijd gegund was om na te denken. Alleen DRIE EN TWINTIGSTE HOOFD STUK. Konrad was van plan om de paar weken, die hij nog te zijner beschik king had voordat hij in betrekking moest treden, te Insterburg te gaan doorbrengen. Hij vond liet een heerlijke gedachte de plaatsen, die rijn vader betreden had, nog eens weer te zien, rijn vroe gere vrienden de hand te drukken en nog eenmaal de bosschen en wed landen van rijn geboortland te doorkruisen. Hij moest in zichzelf lachen, toen hij zich. voorstelde; hoe verbaasd de In st er burgers hem zouden opnemen. Eeni ge jaren geleden was hij als een ai jongen vertrokken en nu keerde hij een deftig heer terug. Maar van al die plannen kwam nii Er gebeurde iets, waardoor rijn pi nen en voornemens op den achtergit werden gedrongen. Op een goeden middag bezocht de Griotte's om lien van rijn voorga men reis te gaan verwittigenrij woi den nu in Schöneberg, dat toen ter ii zeer vooruitging en zich van een ona zienlijk dorp lot een nette voorstad gon te ontwikkelen. De woning zeer klein, ze bestond uit twee kam tjes en een keuken, maar het geheel b een prettig aanzien de vertrekt waren netjes behangen en door de vr wen met' allerlei snuisterijen j Griotte was geen acteur meer, m souffleur aan den koninklijken schcx burg; hij had geen groote kamer m noodig, waardoor rijn stem kon bul ren, maar een klein vertrek was voldoende. Zes a zeven uur van dag bracht hij in het souffleurshol door, dat in den grootem schouwbt niet grooter was dan in het Ostenthi ter en rijn overigen vrijen tijd b de hij met schrijfwerk. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 2