j. o. c.bs, dien hij een nacht lang in zijn. van Hall te Utrecht is betrokken, t i T-, .1 i r f krti T77.7/7 Aftlr kantoor ia het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam had opgesloten gehou den, teneinde Jacobs te verhinderen met den verkooper der antiquiteiten te Parjjs telegrammen te wisselen. De aanklacht van Jacobs werd onder zocht, eerst door den substituut-offi cier van justutie, Mr. v. Hugenpotb tot Aerdt, en vervolgens, Da opening van instructie tegen Mr. Van Hall, door den rechter-commissaris Mr. Henny. In don loop dezer instructie rezen ernstige bezwaren tegen Herm. Ph.Haas, gewezen firmant der bankiers firma Haas, De Vries en Co. te Amster dam, sedert eeuigen tijd wonende te Spa. Deze was te Rotterdam in den Grooten Schouwburg gevangen genomen. Het verhoor van Haas en zijne con frontatie met Jacobs en v. Hall had schrijft het HHddat „ook wordt verluid dat eenig licht is gekomen in den grooten postdiefstal, die een paar jaar geleden op de lyn Ostende Brussel heeft plaats gehad." Levensmoede. Aan de openbare lagere school te Oosterhout, hoofd de beer K., had Zaterdag een voorval plaats, dat ernstige gevolgen had kunnen hebben. Een jongen van elf jaar, leerling dezer school, werd wegens voortdu rende ongehoorzaamheid door den onderwijzer met strafregels gestraft. Hiertegen protesteerende, werd bij uit de klas verwijderd en in de gang gezet. Terwijl hij daar alleen was, viel ten kantore van HaiLin het Pa eis *beerde hü zich daaraan optehan- voor aSlln 'Ken, Gelukkig werd bet nog bijtijds onderzoek P'^tf *°ndei^ Na afloop ontjett. boewei bet heel weiniy had daarvan werd echter v. Hall op rye s.egc^eej(, 0, <,e jongen bad er het voeten gelaten; voortgezet onderzoekjf„ deed eenter nieuwe bezwaren ryzen van zoo ernstigen aard, dat, Zaterdag- j nacht ook v. Hall is gevangen ge- Verdronken. nomen. Men j Zaterdagochtend tnsschen zeven restatiesbet einde van de instructie,UUf en iiaifactit ha(j boven het Papen die steeds grooteren omvaug aanneemt,drecbtscho veer een droevig ongeluk is nog met te voorzien. j plaats. De melkboer Jan Sterk met j echtgenoote zonden melk gaan bren- Vrgdagnacht is te 's Gravenhage gen in Dordrecht en roeiden daartoe langdurige ongesteldheid overleden in een houten roeiboot over, toen zij ongelukkigerwijze aangevaren werden door een ijzeren schip dat achter een sleep hing. De roeiboot kantelde daar door en de beide personen geraakten in de rivier. Op het hulpgeroep der ongelukkigen liet het ijzeren schip nog een anker vallen, doch men slaagde er niet in de menscben te redden. Beiden verdronken. Op het hulpgeroep kwamen ook eenige melkboeren in hun schuitjes aanvaren om hulp te bieden. Deze kon echter niet meer baten. Wel vond men de schuit drijven, waarin men o. a. een melkkan en een juk vond met den mam der verongelukten erop. mr. Ph. Holsboer, administrateur bij de afdeeling domeinen aan het depar tement vau financiën, in welke hoe danigheid bij vroeger belast was met het beheer en toezicht van het Haag- sche bosch. Verzakking. Uit Rotterdam werd eenige maanden geleden medegedeeld, dat het post- en telegraafkantoor aldaar onrustbarende verzakkingen vertoonde, als een ge volg van den rioolkoker, welke onder het gebeele gebouw doorloopt, en dat eene Rijkscommissie van deskundigen benoemd was om een plaatselijk on derzoek in te stellen. In die commissie hadden, onder meer. zitting de Rijks bouwmeester D. E. C. Knuttel, te 's Gravenhage, en de heer G. J. de Jong, directeur der gemeentewerken te Rotterdam. Hoewel dat bericht eerst werd te gengesproken, is het toch niet onge grond geblekeD. De fundamenten toch worden thans zooveel mogelijk aan de buitengevels blootgelegd en zware ver ankeringen aangebracht, welke in de kelders door dwarshouten bevestigd worden, om verder uitzetten der bui tengevels te voorkomen. Moordaanslag te Rotterdam. In den nacht van Zaterdag op Zon dag omstreeks half één uur waren in het bierhuis van S. Metskes te Oud- Charlois de Zweedsche stuurman G. A. van het stoomschip „Norskennet", een hofmeester van de Noorsche bark „Bravo" en de werklieden G. H. Bur gers en A. Landsmeer aan het bil jarten, waarbij Burgers twee keer een dubbeltje verloor aan den stuurman. G. H. B. zocht twist over de geldig heid van het verliesmen werd hand gemeen, waarop de tapper hen ver zocht het lokaal te verlaten. Enkele minuten later keerde de stuurman terug met verscheidene mes steken, één tnsschen de vijfdeen zesde rib, zoodat zelfs de long geraakt was, een in de hartstreek en een ouder het rechtersleatelbeen benevens verwon dingen aan het hoofd. Dr. Breesnee verleende de eerste hulp. B., weldra gegrepen, werd met den zieltogenden stuurman geconfronteerd en door dezen herkend ais de aan rander. Later in den nacht werd de confrontatie in het ziekenhuis her haald ia tegenwoordigheid der justitie met hetzelfde succes. Burgers bleef evenwel pertineDt, ontkennen. Op het oogenblik der aanranding had de hofmeester uit vrees de vlucht genomen, terwijl Landsmeer niet erg mededeelzaam is. B., hoewel pas 22 jaar oud, staat hoogst ongunstig be kend. Gistermiddag is hij naar de strafgevangenis aan den Noordsiugel overgebracht. o De toestaud van den stuurman, die aangeschaft ter vervanging van die, gehuwd is en zijn eerste reis deed, de laatste dagen gedragen en die ia hopeloos. j geheel met bloed bevlekt waren. Hy lis een persoon van omstreeks 38jaar In aansluiting op zijn bericht be- en heeft het uiterlijk van een bóeren- treffende de oplichting met waardelooze arbeider. Ook stottert bij hetgeen effecten, waarbij de heer mr. F. A. klopt met de verklaringen der lieden. Een aanvaring. In den nacht van Zaterdag op Zon dag te ruim 12 uur had te Vlissingen even voorbij de reede eene aanvaring plaats tusschen de naar Qneensboro' vertrekkende nachtmailboot „Prins Hendrik" van de Maatschappij „Zee land" en het van Gent komende stoomschip „Gotha", met bestemming naar Goole. De „Prins Hendrik" bekwam daar bij aan bakboordzijde aan raderkast en reeling belangrijke a very en kwam dientengevolge aan de Nolleplaat, nabij de badplaats aan den grond. Daar er van de „Prins Hendrik ora halp werd gesignaleerd zeilden onmid dellijk twee loodsbooten derwaarts. Daar aangekomen kreeg een barer de opdracht adsistentie van sleep- booten te gaan halen. De aangekomen sleepbooten hebben echter geen hulp behoeven te verleenen, daar de „Prins Hendrik" Zondagmorgen te halfacht unr, tegen hoog water, met eigen krachten weder vlot kwam en naar de haven kon terugstoomen. De „Gotha", die even voor de aan varing een loods had geweigerd, keerde na de aanvaring nog even naar de n ede terug, doch vervolgde kort daarop, zonder zich om iets te be kommeren hare reis naar Goole. Of ook zij averij heeft bekomen, is onbe kend. De passagiers en de mail van de „Prins Hendrik" zyn Zondagmiddag met de dagmailboot naar Qneensboro' vertrokken terwijl de „Koningin Re gentes", die Zondagochtend ondanks den storm op tyd van Qneensboro' te Vlissingen aankwam, des voormiddags te 11.45 uur weder naar Queensboro' terugkeerde om des avonds weer van daar te vertrekken, zoodat er geen stagnatie in den gewonen dienst plaats heeft. Moord te Berkel. Met vrij veei zekerheid kan nu wel gezegd worden, dat de Vrijdagavond gearresteerde C. Uittenboogaard eon der medeplichtigen aan den moord te Berkel is. Gebleken is, dat bij zich een geheel nieaw stel kleeren heeft die beide verdachten te Berkel ont moetten. Behalve Uittenboogaard bevindt zich nu ook als verdachte medeplich tige in arrest de zeer beruchte A. Kraayenbrink, eeu man, die al ette lijke jaren in de gevangenis heeft gezetenen, grooter en van robuster lichaamsbouw is dao Uittenboogaard. I Deze Kraayenbrink, vernomen heb bende, naar hy zeide, dat de politie naar hem zocht, had de brutaliteit zich zelf te melden aan het bureau in de Lange Torenstraat te Rotterdam, met de vraag wat men van hem moest hebben, zekér niet vermoedende dat men van hem te weten was gekomen, dat hy een gedeelte van dé na den moord gestolen effecten te koop had aangeboden. Hij werd dan ook onder goede bewaking gehouden. Zaterdag namiddag, nadat de uit 's Gravenhage overgekomen substi- tnut-officier van justitie, mr. jhr. P. A. J. van den Brandeler, met den hoofdcommissaris te Rotterdam, den heer W. Voormolen, ruim een unr geconfereerd had, is met het verhoor van deze beide aangehoudenen aan gevangen, nadat te voren beider pho- togratie was genomen. Uittenboogaard ontkent alle schuld en liegt er geducht op los, terwijl Kraayenbrink om te verklaren, hoe er efiecten in zijn bezit kuonen zijn gekomen, een sprookje van een erfenis verteit, die Uittenboogaard ten deel zon gevallen zyn, waarna hy op zijn verzoek van dezen en op diens kosten met hem medegereisd was om de effecten te verzilveren. Zoo reisden beide personen naar Antwerpen en Amsterdam, waar de gastolen effecten te koop aangeboden en wellicht ge deeltelijk te gelde gemaakt zijn, al thans de te Amsterdam in beslagge nomen effecten vertegenwoordigen maar een klein gedeelte van bet ge beele bedrag. Niet onmogelijk, waar schijnlijk zelfs is het, dat Kraayen brink ook te Rotterdam gestolen effecten heeft te koop aangeboden. Behalve deze twee medeplichtigen ,n den moord, heeft de politie voor- loopig ook de hand gelegd op zekeren v. D., op de Rechter Rottekade te Rotterdam woonachtig. Deze is in bewaring op het politiebureau in de Pauwensteeg, doch van hem zyn tot dusverre enkel eenige uitlatingen, met den moord in verband staande, bekend; van zijne medeplichtigheid daarvan is niets naders gebleken. Ook schijnt er eene vrouw in 'tspel te zijn. Vermeld zij nog dat, toen Vrijdag avond de aanwezigheid van Uitten boogaard in de gemeente bekend werd, onmiddellijk de bereden politie er in gestrekten draf op uit trok ora alle uitgangen naar Delft, Schiedam, Gouda enz. te bezetten. Ook te oordeelen naar het gegeven signalement, moet Uittenboogaard de man zijn die met een ander mao, kleiner vin gestalte dan bij. op den dag van den moord, te Berkel is gezien in den omtrek van Ripping's woning. Daags na het misdrijf is hy te Rotterdam gezieD, geheel iQ 't nieuw gekleed, o. a. mot eene manteljas, en dieuzelfden dag is hy naar Amsterdam vertrokken, van waar bij Donderdag naar Rotterdam is teruggekeerd. Het politie onderzoek moet reeds hebben aangetoond, dat hy de man met de manteljas is. die te Amsterdam aan den 19-jarigen De Klerk verzocht heeft een gedeelte van de by Ripping gestolen effecten by het wisselkantoor van Gebr. Levie in de Kal verstraat te verzilveren. Uittenboogaard, die Zaterdag voor den rechter-commissaris te Arnst. zou worden geleid om verhoord te worden, en om te worden geconfronteerd met De Klerk, die nog steeds daar ter stede ter beschikking van de justitie vertoeft, is iemand van 36 a 37 jaar. Hy werd geboren te Bleiswyk, moet reeds vroeger met de justitie in aan raking zyn geweest, en keerde eerst kort geleden, uit Duitschland terug. De substituut-officier van justitie by de Haagsche rechtbank, Jhr. Mr. van den Braudeler, heeft zich Zater- l dagochtend naar Rotterdam begeveD, i in verband met deze aanhouding. I By de buitenslands voortgezet wor dende opsporingen is gebleken, dat Uittenboogaard zijne met bloed be vlekte kleediDg bij een uitdrager te Autwerpen heeft verkocht, nadat hy zich bij de firma Esders aldaar een nieaw pak kleederen en de bewuste pelerinejas had aangeschaft. Daarna trok hij er op uit om de gestolen effecten te verkoopea. Ook is gebleken dat hy verwant is aan den vermoorden rentenier Rip ping en voorts dat hij nog een voanis moet ondergaan wegens gepleegden diefstal. Zaterdagavond heeft de mede-aan gehoudene Kraayenbrink onder geleide der recherche een reisje vice versa van Rotterdam naar Esschen op de Belgische grenzen gemaakt, ora met de Belgische gendarmes geconfron teerd te worden. De recherche te Rotterdam hondt zich thans in verband met dezen moord onledig met het opsporen van zekeren A. H. een 25 a SOjarigen schilder, verwond aan hoofd en linkerhand, en van een 25jarigen opperman, alleen bekend als Albert, wier persoonsbe schrijvingen van Uittenboogaard af komstig zyn. .NGEZONDEN MEDEDEE- LINGEN. 30 cents per regel. De oorzaak scheen onbekend. Zonder eenige voorafgaande aan merkingen, wenschen wij uwe aan dacht te vestigen op een brief, welken wij hebben ontvangen van Mrs. Marion Pratley uit Richmond, Engeland, van den volgenden in- houd «Richmond, Engeland, l i April 1898. «Geachte Heeren, «Het verheugt mij grootelijks u te kunnen mededeelen, dat wij voor ons dochtertje veel baat hebben gevonden bij «Scott's Emulsion». Onze lieveling verzwakte bij den dag, scheen langzamerhand uit te teeren, en wilde geen ander voed sel nuttigen dan een kleine hoe veelheid melk. Zij had geen kracht om te staan of op te zitten. Ge durende de laatste twee winters had zij aan kinkhoest en bronchi tis geleden en had in het begin van dit jaar mazelen, waardoor haar krachten zoo zeer waren on dermijnd en het hoesten zóó zeer toegenomen, dat wij inderdaad vree-den haar te zullen verliezen. In het begin van Februari las ik bij toeval in een uwer boekjes, dat «Scott's Emulsion» een uitmuntend geneesmiddel is tegen den kink hoest. Zonder aarzelen ontbood ik een flesch. Vóór de flesch half leeg was begon zij alreeds in beterschap toe te nemen binnen den tijd van negen dagen kon zij opzitten, en het gewone voedsel voor een kind van haar leeftijd gebruiken. Thans heb ik het geluk te weten dat zij volmaakt genaam van smaak en gemakkelijk verteerbaar is. Het vraagt geen extra werk van de maag en wordt j geleidelijk in het systeem opgeno men. Hij zal u ook nog zeggen dat Scott's Emulsion» het beste middel is tegen vermagering, uit tering, scrofula, anaemia, bronchi tis, engelsche ziekte en kwijnziek ten. Hij zal u verklaren dat het even heilzaam is voor kinderen als voor volwassenen, en herstelling teweeg brengt daar waar andere middelen te vergeefs zijn aange wend geworden. Scott's Emulsion» is verkrijg baar in '/i flacons a fl,25 en in 1/1 flacons a f 2,125 bij apothekers en drogisten. Een proeffleschje wordt franco toegezonden na toezending van f0,30 in postzegels aan het adres: «The Import Trading Office», 's Gravenhage, Holland. weegt 41 pond. Wij met het geneesmiddel opgehouden, maar wanneer zij een ledige flesch ziet, begint zij er om te huilen, dat als een bewijs moet worden geacht dat de drank niet onaan genaam van smaak is. «Uwe dienstwillige, (get.) Mrs. Marion Pratley.» Hoe menig kind zou men kun nen noemen dat aan dezelfde kwaal lijdt als het meisje waarvan hier sprake isZonder de geringste zichtbare oorzaak beginnen kinde ren te vermageren en te kwijnen en hun lichaam alle veerkracht te verliezenhunne ontwikkeling kan in zulk een toestand onmogelijk voortgang hebben, en het is voor namelijk in soortgelijke gevallen dat men de heilzaamste gevolgen van het gebruik van «Scott's Emul sion» mag verwachten. Wanneer gij uwen dokter vraagt waaruit «Scott's Emulsion» bestaat, zal hij u antwoorden dat het verscheidene geijkte medicamenten bevat, name lijk levertraan, hypophosphor zou ten van kalk en soda en glycerine. Hij zil u verder de verzekering geven dat «Scott's Emulsion» aan jouweB, nooit door de kellners va: Kras de dear zien uitwerpen, nooi: in liet modderige water onzer stads grachten willen plompen. En wy gelooven zelfs niet eens dat de afgeschoren snorren of di i ongeschoren baard daaraan schuit [hebben gehad. I Wy loopen hier wel eerder ware voor een zaak, die ons innig treft dan ons phlegma zou doen vermoeden maar wij blyven daarby gewoonlfjl bezadigd genoeg, om ons te herinneren dat onze straatsteenen by voorkeui dienen tot plaveisel en dat onze stadj grachten onaangename eigenschappe; vertoonen, als men haar rustiek sctioo: verstoort en er voorwerpen inplonst die er niet in hooren. Hbld Spiegel maker, Plaathandelaar. Ver gulder en Encadreur. Ged. Oude Gracht 85. Sport en -^edsirijden, Voetbal. De H. F. C. „Haarlem" en H. B. S. te 's Gravenhage speelden Zondag tegen elkaar in de residentie. Het resultaat was een gelyk spel met 1 tegen 1. Te Amsterdam verloor de Haarl. Footb. Cl met 5 tegen 1 van R. A. P. „Rapiditas" te Rotterdam sloeg de Haagsche Voetb. Ver. met 3 tegen 1. De stand van de le klasse compe titie is na ©oo 11 15 21 O O O 35 U2 C5 O «3 t— -+£ «5 GO O P.— i 73 <N i—l fca O O O ^COCOWdOJrl tc Ó.GO GO O tc iG N V S3 E «S.S.23 S3 sa ©33 i -e i_ o <c SajaSSS O O eö £3 <M" CO o so Hockey. Te Heemstede speelde Zondag de Haariemsche H. en B. C. tegen de Amsterdamsche. De Haarlemmers overwonnen met 12-0. Legsr en ^Soot. Sinds eenige dagen liep het gerucht, dat Hr. Ms. pantserschip Piel Hein iu den jongsten storm zoa zyn vergaan. Gelukkig is thans het geruststellende bericht ontvangen, dat deze oorlogs bodem te Cadix is binnengeloopen. geshemgd mEksws. Esterliazy te Amsterdam. De Gaulois schrijft dat Esterhazy zoo verrukt was over zyn verblyf in Hollandwy zullen het eens anders vertellen, zegt VAurore en onder het opschrift „Le Séjour d'Esterhazy en Hollande" geeft het een verhaal van het lyden van den hoofdgetuige in het Dreyfusproces, terwijl hij zich in Holland bevond, 't Is een tamelijk mal stukje en hoezeer Esierbazy voor j velen onzer Hollanders waarscnyolijk den uitersten graad van antipathie haalt, hebben wij hem hier, zoover wy weten, nooit met steenen gegooid, nooit door volksraenigteu laten uit- Een bezoek aan Paul Kruger Over een bezoek aan den presiden der Zuid Afrikaansche Republie! wordt in bet „Berliner Tageblatt" he volgende verhaal gevonden „President Kruger lydt aan di oogen en dat was de reden, waaron by my wenschte te spreken. Evenal alle Boeren is ook Oom Paul veel 1 wantrouwend om zijn lichamelijk we, zyn toe te vertrouwen aan een vreem den dokter, al wordt deze hem ooi nog zoo warm aanbevolen. In dei loop der laatste zes maanden had Dj zich echter niettemin laten behande len door twee Hollaudsche, drie Ec gelsche, een Rnssischen en een Duit sclien geneesheerbovendien door ee homoepaath en verscheiden missions rissen. Zijn oogeu zyn daardoor juis niet beter geworden. De chronisch ontsteking van het slijmvlies zijne oogleden maakt wel niet den indrnl dat er gevaar bestaat, maar zy duid toch aan, dat er onachtzaamheid het spel is geweest. De onderste oogleden (vooral da van het linker oog) zyn sterk naa beneden getrokken en keeren het bin nenste naar buiten. Geen wonder de dat stof of wind onmiddellijk nieuv ontstekingen te voorschijn roepen. De president liet my ternauwernoo zyn oogen onderzoeken, want zoodi ik hem zei, dat'de verkeerde stan der oogleden door een kleine operati was te verhelpen, wendde hij zich t( mijn begeleider met de vraag: „Wat zegt die kerel Daarmed wilde hy verdere voorstellen tot hf overgaan eener operatie voorkome: Na een poos verzocht by my, zy ooren te onderzoeken, daar hy las had van suizingen. „Maar", voegd hy er aan toe, „als de ooren door u onderzoek slechter worden, snydikj den hals af." In den loop van het gesprek be klaagde de president er zich ove dat een geneesheer eens een buitec sporig honorarium van hem verlang had. Op mijn aanmerking, dat dez waarschijnlijk gedacht had, dat h niet dikwijls gelegenheid zou hebbe om het hoofd van eeu staat ondi behandeling te krijgen, begon de pre sident de bekende anecdote te ver tellen, hoe een koning op een spooi wegstation voor zes eieren duizeii mark in rekening was gebracht e hoe op de vraag, of de eieren zo zeldzaam waren, ten antwoord ws gegeven„Niet de eieren, maar d koningen!" Ik bemerkte aan de wijze, waaroi hy deze anecdote vertelde, dat he don heer Kruger in geen gevai zelfbewustheid ontbreekt." Zola. De verkoop van den inboedel va Zola is Zaterdagmiddag doorgegaao Mr. Labori bood eerst namens mevr Zola en Octave Mirbeau aan den deur waarder 1700 francs aan, ter vergoe ding van de kosten van den eerste verkoop. Deze aanbieding werd door de recht bank van de hand gewezen, waaro de verkoop plaats vond. Het eerst stuk dat werd aangeboden, een spit gel, werd door den uitgever Fasqneli voor 2000 francs gekocht. Onmidde lijk werd daarna met den verkoo geëindigd. Een stad, die beweegt. Een stad, die niet op haar plaat mag blyven, bezit de Amerikaanscb staat Minnesota. Eleveth dat i de naam van het gedwongen wispe tnrige mijnstadje is vier jaar gf leden aangelegd en telt 2500 inwoner; Eenige maanden geleden ontdek! men onder de stad een rijke ade riep de diklioofdige kapitein, „want is 't niet een lust zooals zij daar voor 't lapje wegzeilt Ilc zou er eeai mooi dingetje voor ge ven, als ik eens ecu dajisje met haar mocht doen. En ik verzeker je, dat je niet te diep in 't glaasje hoeft te hebben gekeken om op de been te blijven." ..Het is een Meibloempje," riep de hofmeester uit. „Dat heb ik je gisteren ook al ge zegd, toen zij met 't sprinkhaantje op Fort Paul kwam. Kijk eens, hoe ze alle zeilen bijzet! Heb je wel ooit een fregat gezien, dat zoo netjes zeilt?" ..En kijk eens naar hour haar! Ik zeg je dan, dat zij een schoonheid is!" ..Als je verliefd op haar bent, dan ben je ook met een beetje tevreden," zeide de Duitscher, kwaad dat allen liaar bowonderden. „Ocli," zeide de kapitein, „mij is ze totaal onverschillig. Ik zou zoo'n vrouw niet willen hebbenzij heeft mij te veel noten op haar zang." Het gesprek werd levendig, maar la belle Au gl ai se. was er zich onbewust van 'en reed rustig voort. Het was een jong meisje met kastanje bruin haar en groote oogende tijd had geen invloed cp haar kunnen uitoefenen en ofschoon zaj vijf en twintig jaar was, zag zij er even jong en onschuldig uit ais een kind in de lange kleeren. Zij was slank en tenger gebouwd en de uitdrukking van haai- gelaat veranderde elk oogenblik; het was een schepseltje, dat altijd' aan plotselinge opwellingen gehoor gaf, im mer vroolijk scheen, en nooit om een antwoord verlegen was. In haar ma nieren deed zij aan een Franjaise den ken. Men had haar „la Petite" gedoopt en gedurende haar kort verblijf in de ves ting had zij reeds vele vrienden gewon nen zelfs de generaal Stefanovic, die zijn wenkbrauwen verfde en een oorset droeg was doodelijk van haar. Den geheelen avond had hij haar als een hondje gevolgd en zij beloonde hem edelmoedig door hem nu en dan een complimentje in te fluisteren of zijn hand to drukken, die volgens de jonge lui, reeds lang verlamd had moeten zijn. Want zij misgunden hem „la belle Auglaise". Er was geen enkele onder al de aanwezige heeren die zich niet ge lukkig voelde als zij hem een blik of een paar woorden schonk. En een van dezen liad haar 't beste gegeven, wat een eerlijk man te geven heeft zijn liefde. Nu reed hij met haar. Hij was een blonde jonge man, door de zeelui buiten met den bijnaam van de „conifeer" be titeld, wiens slank figuur als geknipt was voor het keurige uniform der ar tillerie; zijn manieren waren beschaaf der dan die van de meesten zijner vrien den. De oorzaak hiervan was, dat hij een tijd in Parijs en Londen doorgebracht en daar die zekere wellevendheid aan genomen had, die in den smaak der da mes valt. Op dit oogenblik trachtte hij in de gunst te komen van de belle Anglaise en men zag duidelijk, hoe hij voor nie mand anders oogen had dan voor haar. Nu eens verdwenen zij te midden der schitterende foule, dan weer werden zij zichtbaar, te za-men een geheel van har- monieerende kleuren vormend. Maar terwijl de jonge man geen oog van haar af hield, scheen zij meege sleept te worden door de liefelijke mu ziek en haar verbeelding den vrijen loop latend vergat zij alles om zich heen en zweefde voort op den maat der muziek. Niet voordat het laatste accoord weg stierf was zij er zich van. bewust, dat een mannenarm haar omkneld hield en een gelaat zich vlak bij het hare bevond. „Gij doet mij stikken," zeide zij zich van. hem losmakend en zich met haar waaier coquet eenige koelte toewaaiend. „Lijk ik zoo zeer op een geweer, kapi tein Paul. Werkelijk ik dacht, dat gij bezig waart het geweer te presenteeren." De artilleriekapitein begon verlegen aan zijn snor te draaien en zette een onnoozel gezicht. „Ik was bang, dat gij zoudt vallen," stamelde hij. „Het is erg glad, made moiselle Marian. Maar als ik er goed over nadenk hebt gij zeer veel gelijkenis met een geweer uw kogels wonden en een blik uit uw oogen treft als een ba jonetsteek." Zij legde haai- hand op zijn arm en beiden volgden de anderen, die zich naar de restauratie begaven, waar de kurken knallend omhoog vlogen, en het geruisch van zijden japonnetjes en hartelijk ge lach vernomen werd. „Hebt gij er berouw over vroeg hij haar zachtjes, terwijl hij haar een kop dampende thee overhandigde. „Ik waarover?" „Oover zooveel - bv. over de dan- sen, die gij mij geschonken hebt j Zij lachte even en wendde haar hoofd je om ten einde naar een vaandrig te kunnen luisteren, die haar vertelde, d!at zij hem den volgenden dans beloofd hadhij had niet den moed gehad haar te naderen maar haar slechts met zijn oogen durven vólgen. Toen zij den jón gen man weggezonden en haar thee op gedronken had, zeide zij tot haar met gezel „Berouw is een deugd, maar om er gens berouw over te hebben, moet men eerst zondigen. Dat is duidelijk. Ik ga nu met den vaandrig dansen om mij den tijd te herinneren, toen ik nog vijf tien was en mijn idealen schiep. Hebt gij de vrienden uwer jeugd wel eens tot helden verheven, kapitein Paul? Maar hoe bitter is het dan wanneer uw I held van zijn hoog voetstuk valt Maar dat begrijpt gij natuurlijk niet, hoe zoudt gij oolc? Alleen in Engeland dicht een man, en dan ook maar een ze ker soort van mannen wanneer hij verliefd is. Maar gij zult het ook wel eens zoover brengen. Intusschen blijft gij barbaren, die niet te genieten zoudt zijn, als gij niet zoo verrukkelijk mooi op schaatsen kondt dansen. Als ik hier vandaan ga zal ik een boek schrijven, waarin ik u twee hoofden !geef..." Kapitein Paul, die van het geheele gesprek niet veel meer begreep, d!an dat zij met den vaandrig ging dansen, viel haar met een hartelijken lach in de rede. „In twee hoofdenMoi ca, o'est bien Dan heb ik vier oogen te mijner be schikking om u gade te slaan, terwi gij danst. Dit is de laatste niet waar Dan mag ik weer uw cavalier zijn, hè Met trots draaide hij zijn snor en geen enkele beweging van haar ha» of oogen scheen hem te ontgaan. Maar juist toen zij hem wilde aai woorden wei-den zij door een stem naa hen in hun vertrouwelijk gesprek stoord. Toen Marian omkeek zag Varia, de oudste van de twee dochtfJ van den generaal, die la belle Anglais onderwees, voor zich staan. Achter has stond haar vlasharige zuster Rina. „Het is tijd om heen te gaan, jii frouw." „Het is al elf urn*, juffrouw," zeii de tweede. De beide meisjes waren zestien e vijftien jaar oud', maar daar zij nog nif langer dan zes maanden Engelsch hafl den geleerd, was hun uitspraak en vorming verre van juist. Zooals zij das stonden, geleken zij veel op wassen po? pen en Marian's welopgevoedheid ternauwernood toereikend om hun w* te toonen, dat hun gezelschap op oogenblik onwelkom was. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 2