j. o.
c.bs, dien hij een nacht lang in zijn. van Hall te Utrecht is betrokken,
t i T-, .1 i r f krti T77.7/7 Aftlr
kantoor ia het Paleis voor Volksvlijt
te Amsterdam had opgesloten gehou
den, teneinde Jacobs te verhinderen
met den verkooper der antiquiteiten
te Parjjs telegrammen te wisselen. De
aanklacht van Jacobs werd onder
zocht, eerst door den substituut-offi
cier van justutie, Mr. v. Hugenpotb
tot Aerdt, en vervolgens, Da opening
van instructie tegen Mr. Van Hall,
door den rechter-commissaris Mr.
Henny. In don loop dezer instructie
rezen ernstige bezwaren tegen Herm.
Ph.Haas, gewezen firmant der bankiers
firma Haas, De Vries en Co. te Amster
dam, sedert eeuigen tijd wonende te Spa.
Deze was te Rotterdam in den Grooten
Schouwburg gevangen genomen.
Het verhoor van Haas en zijne con
frontatie met Jacobs en v. Hall had
schrijft het HHddat „ook wordt
verluid dat eenig licht is gekomen in
den grooten postdiefstal, die een paar
jaar geleden op de lyn Ostende
Brussel heeft plaats gehad."
Levensmoede.
Aan de openbare lagere school te
Oosterhout, hoofd de beer K., had
Zaterdag een voorval plaats, dat
ernstige gevolgen had kunnen hebben.
Een jongen van elf jaar, leerling
dezer school, werd wegens voortdu
rende ongehoorzaamheid door den
onderwijzer met strafregels gestraft.
Hiertegen protesteerende, werd bij
uit de klas verwijderd en in de gang
gezet.
Terwijl hij daar alleen was, viel
ten kantore van HaiLin het Pa eis *beerde hü zich daaraan optehan-
voor aSlln 'Ken, Gelukkig werd bet nog bijtijds
onderzoek P'^tf *°ndei^ Na afloop ontjett. boewei bet heel weiniy had
daarvan werd echter v. Hall op rye s.egc^eej(, 0, <,e jongen bad er het
voeten gelaten; voortgezet onderzoekjf„
deed eenter nieuwe bezwaren ryzen
van zoo ernstigen aard, dat, Zaterdag- j
nacht ook v. Hall is gevangen ge-
Verdronken.
nomen. Men j Zaterdagochtend tnsschen zeven
restatiesbet einde van de instructie,UUf en iiaifactit ha(j boven het Papen
die steeds grooteren omvaug aanneemt,drecbtscho veer een droevig ongeluk
is nog met te voorzien. j plaats. De melkboer Jan Sterk met
j echtgenoote zonden melk gaan bren-
Vrgdagnacht is te 's Gravenhage gen in Dordrecht en roeiden daartoe
langdurige ongesteldheid overleden in een houten roeiboot over, toen zij
ongelukkigerwijze aangevaren werden
door een ijzeren schip dat achter een
sleep hing. De roeiboot kantelde daar
door en de beide personen geraakten
in de rivier. Op het hulpgeroep der
ongelukkigen liet het ijzeren schip
nog een anker vallen, doch men
slaagde er niet in de menscben te
redden. Beiden verdronken.
Op het hulpgeroep kwamen ook
eenige melkboeren in hun schuitjes
aanvaren om hulp te bieden. Deze
kon echter niet meer baten. Wel vond
men de schuit drijven, waarin men
o. a. een melkkan en een juk vond
met den mam der verongelukten erop.
mr. Ph. Holsboer, administrateur bij
de afdeeling domeinen aan het depar
tement vau financiën, in welke hoe
danigheid bij vroeger belast was met
het beheer en toezicht van het Haag-
sche bosch.
Verzakking.
Uit Rotterdam werd eenige maanden
geleden medegedeeld, dat het post- en
telegraafkantoor aldaar onrustbarende
verzakkingen vertoonde, als een ge
volg van den rioolkoker, welke onder
het gebeele gebouw doorloopt, en dat
eene Rijkscommissie van deskundigen
benoemd was om een plaatselijk on
derzoek in te stellen. In die commissie
hadden, onder meer. zitting de Rijks
bouwmeester D. E. C. Knuttel, te
's Gravenhage, en de heer G. J. de
Jong, directeur der gemeentewerken
te Rotterdam.
Hoewel dat bericht eerst werd te
gengesproken, is het toch niet onge
grond geblekeD. De fundamenten toch
worden thans zooveel mogelijk aan de
buitengevels blootgelegd en zware ver
ankeringen aangebracht, welke in de
kelders door dwarshouten bevestigd
worden, om verder uitzetten der bui
tengevels te voorkomen.
Moordaanslag te Rotterdam.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag omstreeks half één uur waren in
het bierhuis van S. Metskes te Oud-
Charlois de Zweedsche stuurman G.
A. van het stoomschip „Norskennet",
een hofmeester van de Noorsche bark
„Bravo" en de werklieden G. H. Bur
gers en A. Landsmeer aan het bil
jarten, waarbij Burgers twee keer een
dubbeltje verloor aan den stuurman.
G. H. B. zocht twist over de geldig
heid van het verliesmen werd hand
gemeen, waarop de tapper hen ver
zocht het lokaal te verlaten.
Enkele minuten later keerde de
stuurman terug met verscheidene mes
steken, één tnsschen de vijfdeen zesde
rib, zoodat zelfs de long geraakt was,
een in de hartstreek en een ouder het
rechtersleatelbeen benevens verwon
dingen aan het hoofd. Dr. Breesnee
verleende de eerste hulp.
B., weldra gegrepen, werd met den
zieltogenden stuurman geconfronteerd
en door dezen herkend ais de aan
rander. Later in den nacht werd de
confrontatie in het ziekenhuis her
haald ia tegenwoordigheid der justitie
met hetzelfde succes. Burgers bleef
evenwel pertineDt, ontkennen.
Op het oogenblik der aanranding
had de hofmeester uit vrees de vlucht
genomen, terwijl Landsmeer niet erg
mededeelzaam is. B., hoewel pas 22
jaar oud, staat hoogst ongunstig be
kend. Gistermiddag is hij naar de
strafgevangenis aan den Noordsiugel
overgebracht. o
De toestaud van den stuurman, die aangeschaft ter vervanging van die,
gehuwd is en zijn eerste reis deed, de laatste dagen gedragen en die
ia hopeloos. j geheel met bloed bevlekt waren. Hy
lis een persoon van omstreeks 38jaar
In aansluiting op zijn bericht be- en heeft het uiterlijk van een bóeren-
treffende de oplichting met waardelooze arbeider. Ook stottert bij hetgeen
effecten, waarbij de heer mr. F. A. klopt met de verklaringen der lieden.
Een aanvaring.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag te ruim 12 uur had te Vlissingen
even voorbij de reede eene aanvaring
plaats tusschen de naar Qneensboro'
vertrekkende nachtmailboot „Prins
Hendrik" van de Maatschappij „Zee
land" en het van Gent komende
stoomschip „Gotha", met bestemming
naar Goole.
De „Prins Hendrik" bekwam daar
bij aan bakboordzijde aan raderkast
en reeling belangrijke a very en kwam
dientengevolge aan de Nolleplaat, nabij
de badplaats aan den grond.
Daar er van de „Prins Hendrik ora
halp werd gesignaleerd zeilden onmid
dellijk twee loodsbooten derwaarts.
Daar aangekomen kreeg een barer
de opdracht adsistentie van sleep-
booten te gaan halen. De aangekomen
sleepbooten hebben echter geen hulp
behoeven te verleenen, daar de „Prins
Hendrik" Zondagmorgen te halfacht
unr, tegen hoog water, met eigen
krachten weder vlot kwam en naar
de haven kon terugstoomen.
De „Gotha", die even voor de aan
varing een loods had geweigerd,
keerde na de aanvaring nog even naar
de n ede terug, doch vervolgde kort
daarop, zonder zich om iets te be
kommeren hare reis naar Goole. Of
ook zij averij heeft bekomen, is onbe
kend.
De passagiers en de mail van de
„Prins Hendrik" zyn Zondagmiddag
met de dagmailboot naar Qneensboro'
vertrokken terwijl de „Koningin Re
gentes", die Zondagochtend ondanks
den storm op tyd van Qneensboro' te
Vlissingen aankwam, des voormiddags
te 11.45 uur weder naar Queensboro'
terugkeerde om des avonds weer van
daar te vertrekken, zoodat er geen
stagnatie in den gewonen dienst plaats
heeft.
Moord te Berkel.
Met vrij veei zekerheid kan nu wel
gezegd worden, dat de Vrijdagavond
gearresteerde C. Uittenboogaard eon
der medeplichtigen aan den moord te
Berkel is. Gebleken is, dat bij zich
een geheel nieaw stel kleeren heeft
die beide verdachten te Berkel ont
moetten.
Behalve Uittenboogaard bevindt
zich nu ook als verdachte medeplich
tige in arrest de zeer beruchte A.
Kraayenbrink, eeu man, die al ette
lijke jaren in de gevangenis heeft
gezetenen, grooter en van robuster
lichaamsbouw is dao Uittenboogaard.
I Deze Kraayenbrink, vernomen heb
bende, naar hy zeide, dat de politie
naar hem zocht, had de brutaliteit
zich zelf te melden aan het bureau
in de Lange Torenstraat te Rotterdam,
met de vraag wat men van hem moest
hebben, zekér niet vermoedende dat
men van hem te weten was gekomen,
dat hy een gedeelte van dé na den
moord gestolen effecten te koop had
aangeboden. Hij werd dan ook onder
goede bewaking gehouden.
Zaterdag namiddag, nadat de uit
's Gravenhage overgekomen substi-
tnut-officier van justitie, mr. jhr. P.
A. J. van den Brandeler, met den
hoofdcommissaris te Rotterdam, den
heer W. Voormolen, ruim een unr
geconfereerd had, is met het verhoor
van deze beide aangehoudenen aan
gevangen, nadat te voren beider pho-
togratie was genomen.
Uittenboogaard ontkent alle schuld
en liegt er geducht op los, terwijl
Kraayenbrink om te verklaren, hoe
er efiecten in zijn bezit kuonen zijn
gekomen, een sprookje van een erfenis
verteit, die Uittenboogaard ten deel
zon gevallen zyn, waarna hy op zijn
verzoek van dezen en op diens kosten
met hem medegereisd was om de
effecten te verzilveren. Zoo reisden
beide personen naar Antwerpen en
Amsterdam, waar de gastolen effecten
te koop aangeboden en wellicht ge
deeltelijk te gelde gemaakt zijn, al
thans de te Amsterdam in beslagge
nomen effecten vertegenwoordigen
maar een klein gedeelte van bet ge
beele bedrag. Niet onmogelijk, waar
schijnlijk zelfs is het, dat Kraayen
brink ook te Rotterdam gestolen
effecten heeft te koop aangeboden.
Behalve deze twee medeplichtigen
,n den moord, heeft de politie voor-
loopig ook de hand gelegd op zekeren
v. D., op de Rechter Rottekade te
Rotterdam woonachtig. Deze is in
bewaring op het politiebureau in de
Pauwensteeg, doch van hem zyn tot
dusverre enkel eenige uitlatingen, met
den moord in verband staande, bekend;
van zijne medeplichtigheid daarvan is
niets naders gebleken. Ook schijnt
er eene vrouw in 'tspel te zijn.
Vermeld zij nog dat, toen Vrijdag
avond de aanwezigheid van Uitten
boogaard in de gemeente bekend werd,
onmiddellijk de bereden politie er in
gestrekten draf op uit trok ora alle
uitgangen naar Delft, Schiedam,
Gouda enz. te bezetten.
Ook te oordeelen naar het gegeven
signalement, moet Uittenboogaard de
man zijn die met een ander mao,
kleiner vin gestalte dan bij. op den
dag van den moord, te Berkel is
gezien in den omtrek van Ripping's
woning. Daags na het misdrijf is hy
te Rotterdam gezieD, geheel iQ 't nieuw
gekleed, o. a. mot eene manteljas, en
dieuzelfden dag is hy naar Amsterdam
vertrokken, van waar bij Donderdag
naar Rotterdam is teruggekeerd.
Het politie onderzoek moet reeds
hebben aangetoond, dat hy de man
met de manteljas is. die te Amsterdam
aan den 19-jarigen De Klerk verzocht
heeft een gedeelte van de by Ripping
gestolen effecten by het wisselkantoor
van Gebr. Levie in de Kal verstraat
te verzilveren.
Uittenboogaard, die Zaterdag voor
den rechter-commissaris te Arnst. zou
worden geleid om verhoord te worden,
en om te worden geconfronteerd met
De Klerk, die nog steeds daar ter
stede ter beschikking van de justitie
vertoeft, is iemand van 36 a 37 jaar.
Hy werd geboren te Bleiswyk, moet
reeds vroeger met de justitie in aan
raking zyn geweest, en keerde eerst
kort geleden, uit Duitschland terug.
De substituut-officier van justitie
by de Haagsche rechtbank, Jhr. Mr.
van den Braudeler, heeft zich Zater-
l dagochtend naar Rotterdam begeveD,
i in verband met deze aanhouding.
I By de buitenslands voortgezet wor
dende opsporingen is gebleken, dat
Uittenboogaard zijne met bloed be
vlekte kleediDg bij een uitdrager te
Autwerpen heeft verkocht, nadat hy
zich bij de firma Esders aldaar een
nieaw pak kleederen en de bewuste
pelerinejas had aangeschaft. Daarna
trok hij er op uit om de gestolen
effecten te verkoopea.
Ook is gebleken dat hy verwant
is aan den vermoorden rentenier Rip
ping en voorts dat hij nog een voanis
moet ondergaan wegens gepleegden
diefstal.
Zaterdagavond heeft de mede-aan
gehoudene Kraayenbrink onder geleide
der recherche een reisje vice versa
van Rotterdam naar Esschen op de
Belgische grenzen gemaakt, ora met
de Belgische gendarmes geconfron
teerd te worden.
De recherche te Rotterdam hondt
zich thans in verband met dezen moord
onledig met het opsporen van zekeren
A. H. een 25 a SOjarigen schilder,
verwond aan hoofd en linkerhand, en
van een 25jarigen opperman, alleen
bekend als Albert, wier persoonsbe
schrijvingen van Uittenboogaard af
komstig zyn.
.NGEZONDEN MEDEDEE-
LINGEN.
30 cents per regel.
De oorzaak scheen onbekend.
Zonder eenige voorafgaande aan
merkingen, wenschen wij uwe aan
dacht te vestigen op een brief,
welken wij hebben ontvangen van
Mrs. Marion Pratley uit Richmond,
Engeland, van den volgenden in-
houd
«Richmond, Engeland,
l i April 1898.
«Geachte Heeren,
«Het verheugt mij grootelijks u
te kunnen mededeelen, dat wij voor
ons dochtertje veel baat hebben
gevonden bij «Scott's Emulsion».
Onze lieveling verzwakte bij den
dag, scheen langzamerhand uit te
teeren, en wilde geen ander voed
sel nuttigen dan een kleine hoe
veelheid melk. Zij had geen kracht
om te staan of op te zitten. Ge
durende de laatste twee winters
had zij aan kinkhoest en bronchi
tis geleden en had in het begin
van dit jaar mazelen, waardoor
haar krachten zoo zeer waren on
dermijnd en het hoesten zóó zeer
toegenomen, dat wij inderdaad
vree-den haar te zullen verliezen.
In het begin van Februari las ik
bij toeval in een uwer boekjes, dat
«Scott's Emulsion» een uitmuntend
geneesmiddel is tegen den kink
hoest. Zonder aarzelen ontbood ik
een flesch. Vóór de flesch half leeg
was begon zij alreeds in beterschap
toe te nemen binnen den tijd van
negen dagen kon zij opzitten, en
het gewone voedsel voor een kind
van haar leeftijd gebruiken. Thans
heb ik het geluk te weten dat zij
volmaakt
genaam van smaak en gemakkelijk
verteerbaar is. Het vraagt geen
extra werk van de maag en wordt
j geleidelijk in het systeem opgeno
men. Hij zal u ook nog zeggen
dat Scott's Emulsion» het beste
middel is tegen vermagering, uit
tering, scrofula, anaemia, bronchi
tis, engelsche ziekte en kwijnziek
ten. Hij zal u verklaren dat het
even heilzaam is voor kinderen als
voor volwassenen, en herstelling
teweeg brengt daar waar andere
middelen te vergeefs zijn aange
wend geworden.
Scott's Emulsion» is verkrijg
baar in '/i flacons a fl,25 en in
1/1 flacons a f 2,125 bij apothekers
en drogisten.
Een proeffleschje wordt franco
toegezonden na toezending van
f0,30 in postzegels aan het adres:
«The Import Trading Office»,
's Gravenhage, Holland.
weegt 41 pond. Wij
met het geneesmiddel opgehouden,
maar wanneer zij een ledige flesch
ziet, begint zij er om te huilen,
dat als een bewijs moet worden
geacht dat de drank niet onaan
genaam van smaak is.
«Uwe dienstwillige,
(get.) Mrs. Marion Pratley.»
Hoe menig kind zou men kun
nen noemen dat aan dezelfde
kwaal lijdt als het meisje waarvan
hier sprake isZonder de geringste
zichtbare oorzaak beginnen kinde
ren te vermageren en te kwijnen
en hun lichaam alle veerkracht te
verliezenhunne ontwikkeling kan
in zulk een toestand onmogelijk
voortgang hebben, en het is voor
namelijk in soortgelijke gevallen
dat men de heilzaamste gevolgen
van het gebruik van «Scott's Emul
sion» mag verwachten. Wanneer
gij uwen dokter vraagt waaruit
«Scott's Emulsion» bestaat, zal hij
u antwoorden dat het verscheidene
geijkte medicamenten bevat, name
lijk levertraan, hypophosphor zou
ten van kalk en soda en glycerine.
Hij zil u verder de verzekering
geven dat «Scott's Emulsion» aan
jouweB, nooit door de kellners va:
Kras de dear zien uitwerpen, nooi:
in liet modderige water onzer stads
grachten willen plompen.
En wy gelooven zelfs niet eens
dat de afgeschoren snorren of di
i ongeschoren baard daaraan schuit
[hebben gehad.
I Wy loopen hier wel eerder ware
voor een zaak, die ons innig treft
dan ons phlegma zou doen vermoeden
maar wij blyven daarby gewoonlfjl
bezadigd genoeg, om ons te herinneren
dat onze straatsteenen by voorkeui
dienen tot plaveisel en dat onze stadj
grachten onaangename eigenschappe;
vertoonen, als men haar rustiek sctioo:
verstoort en er voorwerpen inplonst
die er niet in hooren.
Hbld
Spiegel maker, Plaathandelaar. Ver
gulder en Encadreur.
Ged. Oude Gracht 85.
Sport en -^edsirijden,
Voetbal.
De H. F. C. „Haarlem" en H. B.
S. te 's Gravenhage speelden Zondag
tegen elkaar in de residentie. Het
resultaat was een gelyk spel met 1
tegen 1.
Te Amsterdam verloor de Haarl.
Footb. Cl met 5 tegen 1 van R. A. P.
„Rapiditas" te Rotterdam sloeg de
Haagsche Voetb. Ver. met 3 tegen 1.
De stand van de le klasse compe
titie is na
©oo
11
15
21
O
O
O 35 U2 C5
O «3 t—
-+£ «5 GO O
P.—
i 73 <N i—l
fca
O O O
^COCOWdOJrl
tc
Ó.GO GO O
tc
iG N
V S3 E «S.S.23 S3
sa ©33 i
-e i_ o <c
SajaSSS
O O eö
£3
<M" CO o so
Hockey.
Te Heemstede speelde Zondag de
Haariemsche H. en B. C. tegen de
Amsterdamsche.
De Haarlemmers overwonnen met
12-0.
Legsr en ^Soot.
Sinds eenige dagen liep het gerucht,
dat Hr. Ms. pantserschip Piel Hein
iu den jongsten storm zoa zyn vergaan.
Gelukkig is thans het geruststellende
bericht ontvangen, dat deze oorlogs
bodem te Cadix is binnengeloopen.
geshemgd mEksws.
Esterliazy te Amsterdam.
De Gaulois schrijft dat Esterhazy
zoo verrukt was over zyn verblyf in
Hollandwy zullen het eens anders
vertellen, zegt VAurore en onder het
opschrift „Le Séjour d'Esterhazy en
Hollande" geeft het een verhaal van
het lyden van den hoofdgetuige in
het Dreyfusproces, terwijl hij zich in
Holland bevond, 't Is een tamelijk mal
stukje en hoezeer Esierbazy voor
j velen onzer Hollanders waarscnyolijk
den uitersten graad van antipathie
haalt, hebben wij hem hier, zoover
wy weten, nooit met steenen gegooid,
nooit door volksraenigteu laten uit-
Een bezoek aan Paul Kruger
Over een bezoek aan den presiden
der Zuid Afrikaansche Republie!
wordt in bet „Berliner Tageblatt" he
volgende verhaal gevonden
„President Kruger lydt aan di
oogen en dat was de reden, waaron
by my wenschte te spreken. Evenal
alle Boeren is ook Oom Paul veel 1
wantrouwend om zijn lichamelijk we,
zyn toe te vertrouwen aan een vreem
den dokter, al wordt deze hem ooi
nog zoo warm aanbevolen. In dei
loop der laatste zes maanden had Dj
zich echter niettemin laten behande
len door twee Hollaudsche, drie Ec
gelsche, een Rnssischen en een Duit
sclien geneesheerbovendien door ee
homoepaath en verscheiden missions
rissen. Zijn oogeu zyn daardoor juis
niet beter geworden. De chronisch
ontsteking van het slijmvlies zijne
oogleden maakt wel niet den indrnl
dat er gevaar bestaat, maar zy duid
toch aan, dat er onachtzaamheid
het spel is geweest.
De onderste oogleden (vooral da
van het linker oog) zyn sterk naa
beneden getrokken en keeren het bin
nenste naar buiten. Geen wonder de
dat stof of wind onmiddellijk nieuv
ontstekingen te voorschijn roepen.
De president liet my ternauwernoo
zyn oogen onderzoeken, want zoodi
ik hem zei, dat'de verkeerde stan
der oogleden door een kleine operati
was te verhelpen, wendde hij zich t(
mijn begeleider met de vraag:
„Wat zegt die kerel Daarmed
wilde hy verdere voorstellen tot hf
overgaan eener operatie voorkome:
Na een poos verzocht by my, zy
ooren te onderzoeken, daar hy las
had van suizingen. „Maar", voegd
hy er aan toe, „als de ooren door u
onderzoek slechter worden, snydikj
den hals af."
In den loop van het gesprek be
klaagde de president er zich ove
dat een geneesheer eens een buitec
sporig honorarium van hem verlang
had. Op mijn aanmerking, dat dez
waarschijnlijk gedacht had, dat h
niet dikwijls gelegenheid zou hebbe
om het hoofd van eeu staat ondi
behandeling te krijgen, begon de pre
sident de bekende anecdote te ver
tellen, hoe een koning op een spooi
wegstation voor zes eieren duizeii
mark in rekening was gebracht e
hoe op de vraag, of de eieren zo
zeldzaam waren, ten antwoord ws
gegeven„Niet de eieren, maar d
koningen!"
Ik bemerkte aan de wijze, waaroi
hy deze anecdote vertelde, dat he
don heer Kruger in geen gevai
zelfbewustheid ontbreekt."
Zola.
De verkoop van den inboedel va
Zola is Zaterdagmiddag doorgegaao
Mr. Labori bood eerst namens mevr
Zola en Octave Mirbeau aan den deur
waarder 1700 francs aan, ter vergoe
ding van de kosten van den eerste
verkoop.
Deze aanbieding werd door de recht
bank van de hand gewezen, waaro
de verkoop plaats vond. Het eerst
stuk dat werd aangeboden, een spit
gel, werd door den uitgever Fasqneli
voor 2000 francs gekocht. Onmidde
lijk werd daarna met den verkoo
geëindigd.
Een stad, die beweegt.
Een stad, die niet op haar plaat
mag blyven, bezit de Amerikaanscb
staat Minnesota. Eleveth dat i
de naam van het gedwongen wispe
tnrige mijnstadje is vier jaar gf
leden aangelegd en telt 2500 inwoner;
Eenige maanden geleden ontdek!
men onder de stad een rijke ade
riep de diklioofdige kapitein, „want is
't niet een lust zooals zij daar voor 't
lapje wegzeilt
Ilc zou er eeai mooi dingetje voor ge
ven, als ik eens ecu dajisje met haar
mocht doen. En ik verzeker je, dat je
niet te diep in 't glaasje hoeft te hebben
gekeken om op de been te blijven."
..Het is een Meibloempje," riep de
hofmeester uit.
„Dat heb ik je gisteren ook al ge
zegd, toen zij met 't sprinkhaantje op
Fort Paul kwam. Kijk eens, hoe ze alle
zeilen bijzet! Heb je wel ooit een fregat
gezien, dat zoo netjes zeilt?"
..En kijk eens naar hour haar! Ik
zeg je dan, dat zij een schoonheid is!"
..Als je verliefd op haar bent, dan
ben je ook met een beetje tevreden,"
zeide de Duitscher, kwaad dat allen liaar
bowonderden.
„Ocli," zeide de kapitein, „mij is ze
totaal onverschillig. Ik zou zoo'n vrouw
niet willen hebbenzij heeft mij te
veel noten op haar zang."
Het gesprek werd levendig, maar la
belle Au gl ai se. was er zich onbewust van
'en reed rustig voort. Het was een jong
meisje met kastanje bruin haar en
groote oogende tijd had geen invloed
cp haar kunnen uitoefenen en ofschoon
zaj vijf en twintig jaar was, zag zij er
even jong en onschuldig uit ais een kind
in de lange kleeren. Zij was slank en
tenger gebouwd en de uitdrukking van
haai- gelaat veranderde elk oogenblik;
het was een schepseltje, dat altijd' aan
plotselinge opwellingen gehoor gaf, im
mer vroolijk scheen, en nooit om een
antwoord verlegen was. In haar ma
nieren deed zij aan een Franjaise den
ken.
Men had haar „la Petite" gedoopt en
gedurende haar kort verblijf in de ves
ting had zij reeds vele vrienden gewon
nen zelfs de generaal Stefanovic, die
zijn wenkbrauwen verfde en een oorset
droeg was doodelijk van haar.
Den geheelen avond had hij haar als
een hondje gevolgd en zij beloonde hem
edelmoedig door hem nu en dan een
complimentje in te fluisteren of zijn
hand to drukken, die volgens de jonge
lui, reeds lang verlamd had moeten zijn.
Want zij misgunden hem „la belle
Auglaise". Er was geen enkele onder al
de aanwezige heeren die zich niet ge
lukkig voelde als zij hem een blik of een
paar woorden schonk.
En een van dezen liad haar 't beste
gegeven, wat een eerlijk man te geven
heeft zijn liefde.
Nu reed hij met haar. Hij was een
blonde jonge man, door de zeelui buiten
met den bijnaam van de „conifeer" be
titeld, wiens slank figuur als geknipt
was voor het keurige uniform der ar
tillerie; zijn manieren waren beschaaf
der dan die van de meesten zijner vrien
den.
De oorzaak hiervan was, dat hij een
tijd in Parijs en Londen doorgebracht
en daar die zekere wellevendheid aan
genomen had, die in den smaak der da
mes valt.
Op dit oogenblik trachtte hij in de
gunst te komen van de belle Anglaise
en men zag duidelijk, hoe hij voor nie
mand anders oogen had dan voor haar.
Nu eens verdwenen zij te midden der
schitterende foule, dan weer werden zij
zichtbaar, te za-men een geheel van har-
monieerende kleuren vormend.
Maar terwijl de jonge man geen oog
van haar af hield, scheen zij meege
sleept te worden door de liefelijke mu
ziek en haar verbeelding den vrijen loop
latend vergat zij alles om zich heen en
zweefde voort op den maat der muziek.
Niet voordat het laatste accoord weg
stierf was zij er zich van. bewust, dat
een mannenarm haar omkneld hield en
een gelaat zich vlak bij het hare bevond.
„Gij doet mij stikken," zeide zij zich
van. hem losmakend en zich met haar
waaier coquet eenige koelte toewaaiend.
„Lijk ik zoo zeer op een geweer, kapi
tein Paul. Werkelijk ik dacht, dat gij
bezig waart het geweer te presenteeren."
De artilleriekapitein begon verlegen
aan zijn snor te draaien en zette een
onnoozel gezicht.
„Ik was bang, dat gij zoudt vallen,"
stamelde hij. „Het is erg glad, made
moiselle Marian. Maar als ik er goed
over nadenk hebt gij zeer veel gelijkenis
met een geweer uw kogels wonden en
een blik uit uw oogen treft als een ba
jonetsteek."
Zij legde haai- hand op zijn arm en
beiden volgden de anderen, die zich naar
de restauratie begaven, waar de kurken
knallend omhoog vlogen, en het geruisch
van zijden japonnetjes en hartelijk ge
lach vernomen werd.
„Hebt gij er berouw over vroeg
hij haar zachtjes, terwijl hij haar een
kop dampende thee overhandigde.
„Ik waarover?"
„Oover zooveel - bv. over de dan-
sen, die gij mij geschonken hebt
j Zij lachte even en wendde haar hoofd
je om ten einde naar een vaandrig te
kunnen luisteren, die haar vertelde, d!at
zij hem den volgenden dans beloofd
hadhij had niet den moed gehad haar
te naderen maar haar slechts met zijn
oogen durven vólgen. Toen zij den jón
gen man weggezonden en haar thee op
gedronken had, zeide zij tot haar met
gezel
„Berouw is een deugd, maar om er
gens berouw over te hebben, moet men
eerst zondigen. Dat is duidelijk. Ik ga
nu met den vaandrig dansen om mij
den tijd te herinneren, toen ik nog vijf
tien was en mijn idealen schiep. Hebt
gij de vrienden uwer jeugd wel eens
tot helden verheven, kapitein Paul?
Maar hoe bitter is het dan wanneer uw
I held van zijn hoog voetstuk valt
Maar dat begrijpt gij natuurlijk niet,
hoe zoudt gij oolc? Alleen in Engeland
dicht een man, en dan ook maar een ze
ker soort van mannen wanneer hij
verliefd is. Maar gij zult het ook wel
eens zoover brengen. Intusschen blijft
gij barbaren, die niet te genieten zoudt
zijn, als gij niet zoo verrukkelijk
mooi op schaatsen kondt dansen. Als
ik hier vandaan ga zal ik een boek
schrijven, waarin ik u twee hoofden
!geef..."
Kapitein Paul, die van het geheele
gesprek niet veel meer begreep, d!an
dat zij met den vaandrig ging dansen,
viel haar met een hartelijken lach in de
rede.
„In twee hoofdenMoi ca, o'est bien
Dan heb ik vier oogen te mijner be
schikking om u gade te slaan, terwi
gij danst. Dit is de laatste niet waar
Dan mag ik weer uw cavalier zijn, hè
Met trots draaide hij zijn snor
en geen enkele beweging van haar ha»
of oogen scheen hem te ontgaan.
Maar juist toen zij hem wilde aai
woorden wei-den zij door een stem naa
hen in hun vertrouwelijk gesprek
stoord. Toen Marian omkeek zag
Varia, de oudste van de twee dochtfJ
van den generaal, die la belle Anglais
onderwees, voor zich staan. Achter has
stond haar vlasharige zuster Rina.
„Het is tijd om heen te gaan, jii
frouw."
„Het is al elf urn*, juffrouw," zeii
de tweede.
De beide meisjes waren zestien e
vijftien jaar oud', maar daar zij nog nif
langer dan zes maanden Engelsch hafl
den geleerd, was hun uitspraak en
vorming verre van juist. Zooals zij das
stonden, geleken zij veel op wassen po?
pen en Marian's welopgevoedheid
ternauwernood toereikend om hun w*
te toonen, dat hun gezelschap op
oogenblik onwelkom was.
(Wordt vervolgd)