I n NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 18a Jaargang Woensdag! 25 Januari 1899. ■o 4778 HAARLEMS DAGBLAD ^33 oisrzsrEii^rsiQ-Tsn^icrs "Voor Haarlem per 3 maandenf 1-20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei- gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden„0.30 de omstreken en franco per post AJDVrETRTEnSTTIÊLr: 5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangëre G. L. DAUBS Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre. Agenten Mei uitzondering van let Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer f0,15; Reclames per regel ƒ0,80. ,»oor Jdit blsd in den omtrek zijn Bloemendaal, Santpoort en Scholen. P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Spaarnda'nC- HARTENDORPZandvoori, G. ZWEMMER Velsen, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Hülegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. 1 Qweraïcht.. In België, heeft een kabinetscrisis gehadi, waarvan de aanleiding het gemis aan eensgezindheid der betreffende het vraagstuk der ervorming, welke als een drm- eisch voor spoedige behandeling ij onze zuidelijke buren voor de deur i staat. Het hoofd van het kabinet, de heer de Smet de Naeyer, minister van fi nanciën, en de minister van arbeid Nys- sens hebben hunne portefeuille ter be schikking gesteld. Zij zijn vervangen door de heeren Helleputte en de Bro- queville, respectievelijk afgevaardigden |van Maaseik en Turnhout. De verhouding tusschen Frankrijk en Engeland is Maandag in de Fransche Kamer besproken ten gevolge van eenei iteipeUatie, bij monde van den afge vaardigde Destournellëa, over de Fas- jod'a-quaestie. De Kanier, zeide deze, heeft eene vaderlandslievende behoedzaamheid aan den dag gelegd, maar het land heeft er recht op. den toestand1 te kennen. De spreker nam vervolgens Engeland duch tig onderhanden, omdat dit geen recht heeft laten wedervaren aan eene conti nentale mogendheid. Hij erkende in- tusschen dat Frankrijk eene reeks van fouten heeft begaan, met name in het Egyptische vraagstuk en bij de expedi tie van Marchand. Destournelles zeideWij moeten ons voorbereid houden op iedere gebeurlijk heid. Hij verklaarde zich voor een vol vergelijk of althans voor een toe stand die grootere zekerheid aanbiedt voor de beide landen. Ook Ribot sprak ten. gunste van een vergelijk. Hij verzekerde dat Engeland niet de aanmatiging kan hebben een protectoraat over Egypte in te voeren zonder daartoe de toestemming te heb ben van geheel Europa. De politiek van Frankrijk is eene politiek van vrede, maai-, zeide Ribot, wij moeten sterk zijn en geëerbiedigd. Delcassé verklaarde dat zijne politiek geleid was in de richting der beharti ging van de algemeene belangen van Frankrijk. Sprekende over hcc vraag stuk dei- ontwapening zeide Delcassé dat reeds bij; voorbaat de sympathie van Frankrijk aan de voorstellen van den Czaar verzekerd was. Frankrijk wist daib men het niets zou wagen, geschikt om het in eenigerlei opzicht te verkleinen. De minister heeft 't Fasjoda-geval op gelost in een verzoeningsgezinden geest. Het was hem niet onbekend dat de Engelsche flotielje na de inneming van Chartoem den Nijl weer moest opvaren, maar hij heeft eene botsing willen ver mijden. Er was, verklaarde Delcassé verder, niets onvriendschappelijks ge legen in de expeditie van Marchand. Wij hadden het recht, zeide hij. ons bezit naar den Nijl toe uit te breiden, gelijk Engeland. Door het verlaten van. Fas- joda is er aan de eer van Frankrijk volstrekt geen afbreuk gedaan, maar wel had de minister het ware gevoel van vaderlandsliefde noodig, om zulk een besluit te kunnen nemen. In de wereld zijn er tegenwoordig ingrijpende veranderingen in staat van voorberei ding; en daarom, eindigde de minis-' ter is er behoefte aan eene wijze en wel overlegde politiek, welke onze krach ten niet verspilt. De vergadering ging daarna uiteen. Te Londen is aan een feestmaal weer een politieke rede gehouden. De hertog van Devonshire voerde te Birmingham voor de leden van de Kamer van Koop handel het woord en zeide o.a. Door de flinke wijze waarop wij in den laatsten tijd onze rechten gehand haafd en onze macht getoond hebben, zijn wij in nadere betrekkingen geko men met Duitschland, Italië en zelfs Rusland. Tem. aanzien van Frankrijk ben ik van meening dat de korte crisis, welke nu geëindigd is, meer waarschijn lijk wel dan niet de lucht zal zuiveren. Chamberlain verklaarde met deze ge voelens van harte in te stemmen. STADSNIEUWS Eerste en derde pagina. Haarlem, 24 «Tan. 1899. Aanbesteding. Door de H. IJ. 8. M. is Maandag aanbesteed: a. de levering van 200— 220,000 KG. staafyzer van in den handel voorkomende maten, ten be hoeve der centrale werkplaats alhier, benoodigd van 1 Febr. 1899—Jan. 1900. Ingekomen 4 biljetten. Minste in schrijvers Smit en Blok, Amsterdam, voor Belgisch ijzer No. 4 f8 58 per 100 KG., Gebr. v. d. Vliet op keur f 10.50 per 108 KG. b. het maken van een tijdelijk waterreservoir op het. terrein tusschen de takken der verbiudingsbaan en den spoorweg Am sterdam-Rotterdam. Begrooting f5500. Minste inschrijver de heer A. van lik, Kerkdriel, f4782. De minister van waterstaat handel en nijverheid heeft voor bet jaar 1899 benoemd in de Rijkscommissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardijschepen, o. a. de heer J. C. Graue, oud officier-machinist der lste klasse en tot plaatsvervaugend lid de heer R. J. Weber, oud gezag voerder iu de groote vaart, beiden alhier. Heden is door den heer J. A. G. van der 8teur,Bouwk.Ingenieur alhier, opgedragen aan don heer B. Hagen, aannemer alhier, het. vergrooteu van de fabriek en werkplaats van de firma Corn. Sipkes a/d. Koudehorn alhier. Het Bestuur der Haarlemsche Han- delsvereeniging zal, evenals in vorige jaren, haren leden weder eene soirée in deu Schouwburg aanbieden. Het plau bestaat daartoe de beide heeren Wilson, de bekende declama toren uit Hoorn, uit te noodigeu. ter wijl door de leden van „Cremer" een klein tooneelstukje ten beste zal wor den gegeven. Sluiting der Overwegen. Maandag stond iemand tien minuten vóór een onzer overwegen te wachten en nóg ging de slagboom niet omhoog. Hij kon dan ook niet nalaten tot den wachter te zeggen: „'t Is langer dan vijf miDuten vriend!" Ja meneer," antwoordde de wach ter niet zonder gevoel van humor, „maar er zijQ ook zóóveel bijzondere omstandigheden Dit ter overweging aan hen, die eenen, dat ministerieele besluiten ons den last, der overwegen kunnen verlichten. Als verdacht van den diefstal van het rijwiel uit de gang van het café van Hartje aan de Groote Houtstraat is door dé agenten-rechercheurs Ver kerk en Vari Halst aangehouden J. B. Ausum. oud 23 jaren, van beroep kellner, zonder vaste woonplaats, alhier bekend als hardlooper. Als medeplichtigen van dien diefstal zijn aangehouden de schoenmaker J S., de rijwielhersteller H. v. R. en eene zekere H. H. Alzoo in vele opzichten een goede vangst. In ous vorig nummer is gemeld, dat de voetbalclub Wilhelmina een wed strijd heeft gespeeld tegen Unitas H, beide aihier. Deze voetbalclub Wil helmina is opgericht den 18deu Dec. 1898, met de volgende samenstelling van bestuur J. Wesseling, president; A. Pijn appel, matchcaptain B. J. A. 8aeys, veldcaptain J. Droste, Secretaris M. v. Ommeren, penningmeester en O. Vervoreu, commissaris van orde. Mandagavond werd bet inelkwa- genije vau den melkboer F. Dam op den Zylweg aangereden door een rij tuigje bestuurd door den Heer P. te Bloemendaal wonende, tengevolge waarvan een groote kan melk ver loren ging. De metselaar P. Eekhout ontdekte Maandagnamiddag bij een uitdrager op de Botermarkt een waterpas, dat hij herkende als het eigendom van zijn meester, den aannemer van Es, het geen bleek ontvreemd te zijn uit. een iri aanbouw zijnde villa op den Ko ninginneweg. Hiervan werd by de politie aangifte gedaan. Weten en Werken. Maandagavond werd in „Weten en Werken" de spreekbeurt vervuld door dén heer W. F. Andriessen van Am- sterdam, die tot onderwerp van zijne lezing had gekozen het op te richten sanatorium voor longlijders te Oranje- Nassauoord. Spreker ving zijne rede aan met eene herinnering aan de Inhuldiging van H. M. dë Koningin, bij welke gelegenheid aan de Koningin-Regentes als nationaal huldebetoon de som van 300.000 werd aangeboden, wolk bedrag door H. M. werd1 bestemd voor het oprichten van een sanatorium voor longlijders hier te lande. Nadat spreker, die zelf longlijder was geweest, gewezen had op de vele slachtoffers, die jaarlijks door longtering worden weggerukt, deelde hij mede dat j alleen in een gunstig klimaat en door 1 goede verpleging deze ziekte kan gene- i En dit vond men tot dusverre alleen I in het buitenland. Hierbij vertelde de heer Andriessen van zijn verblijf in het natorium te Lippspringen (Westfalen) waar spreker eenigen tijd tot herstel van gezondheid had vertoefd, en welke! badplaats bekend is om haar schoone ligging en hare geneeskrachtige bron nen. "Vervolgens schetste hij ons het Kurleven. Nadat spreker in het vaderland was teruggekeerd, raadde Prof. Pel hem aan den winter in Davos te gaan doorbrenr gen, waaraan hij dan ook gevolg had gegeven. Allereerst beschreef hij ons nu zijn reis daarheen, wees op het groo te verschil in temperatuur te Davos in en buiten de schaduw, schetste het Iet- ven aldaar, besprak ook het vele drin ken van alcohol, dat onder voorwend sel dat het tegen de felle kou is, vooral onder de Hollanders veel voorkomt, en deelde ten slotte het een en ander mede over de sport, die daar beoefend wordt en over een Alpentocht, dien spreker had medegemaakt. Van verschillende gezichtspunten liet de heer Andriessen photographieën zien, om een denkbeeld te geven van Davos en het sanatorium, eene inrich ting, waarin de behandeling van long lijders alleen goed is. Het is dan ook een heerlijk vooruitzicht dat hier te lande eerstdaags eveneens een sanato rium zal worden opgericht, want hoeve- len moeten hier nu niet blijven sukke len, omdat zij de groote kosten voor een. verblijf in het buitenland niet kunnen dragen. Een voordeel is het ook, dat een patient na herstel dan in hetzelfde klimaat blijft, als waarin hij genezing heeft gevonden. Spreker eindigde dan ook met te zeggen, dat de natie H. M. dankbaar mag wezen voor het afstaan van haar prachtig landgoed Oranj e-Nassauoord" waarop een heilzaam herstellingsoord zal worden gesticht. Weldadigheid naar Vermogen Af deeling Werkverschaffing. Van 1 Nov. tot 24 Jan. hebben zich de volgende personen aangemeld 10 voor werkvrouw. 6 voor naai ster. 2 voor grondwerker. 1 voor j schrijfwerk. 1 voor schoenmaker, l voor kuiper. 1 voor zadelmaker. 12 voor loopwerk. 1 voor waschvrouw. 1 voor baker. 1 voor mangelwerk. 1 j voor oppasser. 1 voor los werkman. 11 voor smid. 1 voor letterzetter. 2 voor schilder. 2 voor pakhuisknecht. 1 voor J kleermaker. By de aanmelding moet een getuig- j schrift van goed gedrag overgelegd j worden. Van 1 Nov. tot 24 Jan. zyn de vol- j gende personen geplaatst: 6 voor werkvrouw. 1 voor wasch-; vrouw. 3 voor naaister. 1 voor tim merman. 1 voor metselaar. Particulieren en werkgevers, die van bovenstaande aanbiedingen ge bruik wenschen te maken, wordt beleefd verzocht hunne aanvragen schriftelijk tot het Bestuur te richten, Bns Doelen, Stadhuis of Stationsplein. Inlichtingen kunnen dagelijks van 91 en van 35 uur verkregen worden bij den Administrateur, bureau Doelen, Kamer No 2. 3l£fNE#L4ND Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd tot burgemeestervan Sassenheim, jbr. M. van den Brande- lervan Haren, jhr. C. H. Quintus, secretaris dier gemeentevau Stryen, L. J. baron van Heilmann van Stou- tenburgvan Oldenzaal. N. X. Th. M. Vos de Wae!van Anoa-Paulowna, Th. J. Waller; van Tilburg, J. F. Jansen. Benoemd tot ridder in de orde van Oraoje-Nassau J. H. Kortz Fonne- man, broeder-o verste in het krank zinnigengesticht Padna te Boekeitot buitengewoon adelborst bij de Kon. Ned. Marine reserve, de heeren R. W. Braun, T. ten Cate eu W. J. H. Taai, allen in dienst bij de Holland-Amerika lijn bij bet Departement van Finan ciën toi inspecteur der registratie en domeinen van de eerste klasse J. D. G. Schnuring, thans van de tweede klasse bij dat Departementtot lid van het college van regenten over het huis van bewarinv te Nymegon, F. M. A. van Schaeck Mathon, burge meester dier gemeeute. Audiënti'én. De gewone audiëntie van den mi nister van koloniën zal op Vrijdag a.s. niet plaats hebben. Het gerucht omtrent den afstand door Nederland van het eiland Cura sao aan Amerika in rail voor een der kleine Philippijnen, moet, zooals te verwachten was, als geheel ongegrond worden beschouwd. By de twee tot inlichting bevoegde zijden is van zoodanige roiling of van een voor nemen daartoe niets bekend. De oplichting met waardelooze effecten. De heer Louis S. Jacobs, betrokken in het bekende geval van oplichting, zou volgens gerucht voortvluchtig zijn. Inderdaad heeft hy Zondagavond Amsterdam verlaten, maar zyne huis- ganooten wisten niet beter of hij zon Maandas" terugkeeren. Maandagmiddag is hy werkelijk reeds weder te Amsterdam gezien. Even vóór het aangaan der beurs verwekte hy op de trappen van het gebouw een kleinen oploop, waarom de suppoost hem verzocht zich te ver wijderen. aan welk verzoek by gevolg Op bet bankierskantoor van mr. F. A. van Hall, in de Pieterstraat te Utrecht, gaat alles zyn gewonen gang. Het kantoorpersoneel bestaat uit vjjf klerken, waarvan enkelen reeds zeer lang in dienst van de firma zyn, de chef o.a. is reeds 42 jaar, een ander 18 en een derde 13 jaar voor de firma werkzaam. De N. R. Ct. heeft van den heer Louis S. Jacobs, te Amsterdam, een telegram ontvangen, waarin verzocht wordt in verband met de mededeeling van haar correspondent te Amsterdam, over de zaak der oplichting de vol gende rectificatie op te nemen Het accept aan mr. Van Hall, door m\j aan hem in het Paleis voor Volks vlijt overhandigd, door graaf 8paaer gegeven, bedroeg f 15,000, waartegen Van Hall mjj toen dertig aandeelen Chalons—Orléans overgaf, wier waar deloosheid hy my verzweeg, nadat ik vijfduizend gulden contanten als be- leeningssom weigerde. Daarbij was Haas gedeeltelijk tegenwoordig, met wien ik in vijandschap was en wien ik op mr. Van Hall's aandringen zijne vroegere unfaire handelingen vergaf. Deze lichtte mij evenmin in over de waardeloosheid dier effecten. Beiden hebben my dus bedrogen. Ten aan zien der provisie voor deze zaak was overeengekomen, dat noch Van Hall, en evenmin Haas, wiens verhondingen mij onbekend waren, maar alleen graaf Spauer mij baar zoude voldoen, het geen ik den graaf verzocht te bepalen, nadat die aandeelen te Parijs zonden zyn ten verkoop of beleening opge geven, waarvoor het bankiershuis Keurenaer Co. door den graaf mij werd aangewezen, toen ik aan hem de aandeelen toonde. Mr. Van Hall had bedongen dat zijne firma niet als verkoopster mocht worden opgegeven, zoodat ik het accept van f 15,000, den riaam des trekkers in blanco latende, aan Van Hall overhandigde. Mr. Van Hall hield ook voor my geheim alle over eenkomsten deswege met Haas. De koersnoieering der effecten liet Van Hall my gelooven, doordien hij Fran sche couranteD, in de brandkast van het Paleis voor Volksvlijt opgeborgen, nog medegaf; ook de Chalons—Or léans aaudeelen bevonden zich daar in. Het bedrog van Van Hall kwam aan bet licht, toen ik te Parijs door de bankiers der firma Keurenaer de stukkeu liet opzenden, en met des graven toestemming. Onjuist is door u vermeld, wanneer de graaf my bedreigde, want ik bad de plainte reeds ingediend tegecVan Hall, nadat ik voor den graaf terug gaaf van het accept had gevraagd, eu Van Hall in zyne houding bleef volharden. Ondanks ik trachtte Van Hall tot andere gedachten te brengen, werd mijn faillissement door Van Hall's onjuiste opgaven aan mr. Boissevain io appèl door bet gerechtshof uitge sproken, geruimec tyd na mijne plainte tegen Van Hall. Maandagvoormiddag zijn C. Uitten- boogaard eu A. Kraayenbrink met verschillende treinen onder behoorlijk geleide door twee inspecteurs van politie van Rotterdam naar's-Graven- hage overgebracht en ter beschikking der justitie aldaar gesteld. FEUILLETON. JStólax»:!.»,:*».. HOOFDSTUK I. Carnaval op hel ijs. 2) Zij gaf hun een kort, eenigszins ge jaagd antwoord en verzocht kapitein Paul haar naai' de balzaal terug te brengen, maar detwee apelbreeksters volg den hen eu waren niet weg te krijgen. „Gaat ge mee juffrouw." „Wij zijn klaar." Hun gouvernante zag over haar sohouder heen en zeide..Een oogen blikje, kinderen." Een grappige uitdrukking vloog over haar gezichtje. „Ik had de marionetten totaal verge ten," zeide zij. ..Is het niet vleiend voor u, dat ik mij hen in 't geheel niet her innerde „Maar gij gaat toch niet heen?" „Zeer zeker. Elf uur moest ik naar huis gaan. Het gaat met mij als met den jeugdigen boosdoener, die van zijn slechte plannen terugkwam toen hij zich herinnerde, dat juist op 't zelfde oogen- blik de klok in het huis van zijn ou ders elf urn- sloeg. Gij hebt de werken van Dickens natuurlijk nooit gelezen." Kapitein Paul maakte een ongedul dige beweging. „Waarom plaagt ge mij zool Waar om verzoekt ge me niet u thuis te bren gen?" vroeg hij gretig, „ge weet heel goed, dat ik tot uw dienst ben." „Wie ben ik om tegen u te durven zeggen „Ga mee". Daarenboven hebt gij verplichtingen aan de andere dames." „Aan wien zou ik verplichtingen heb bed als gij, er niet rijt." Hij zwoeg, beet op zijn snor en draai de op dë wielen rond'. Maar tij wendde tick van hem af als voelde tij zich geërgerd over zijn woorden en begaf zich naar de kleedkamer, waar haar bonten mantel in bewaring was gege ven en Joan met een lantaren in de hand op haar wachtte. De twee marionetten stonden band aan hand als wilden tij zeggen„Wij zijn de zoete kinderen uit het sprook jesboek." Zij was in 't minst niet ver wonderd toen tij Paul aan de deur op haar wachtende vond, evenmin protes teerden tij tegen zijn aanwezigheid, zoo- als hij verwacht had. „Hebt gij mij vergeven?" vroeg hij. „Dat zal ik u morgen zeggen," zeir de tij. „Zijt ge blij, dat de generaal u niet tbuis brengt?" „Blijdschap is een wel wat sterke uitdrukking. Laten wij zeggen, dat ik tevreden ben." ..Alleen maar tevreden?" „Waartoe dient dat alleen maar! Is tevredenheid zoo'n alledaagsch gevoel?" De jonge man zuchtte, maar drukte den arm, die in den zijne rustte tegen zich aan. Zij waren nu dé ijsvlakte tus schen de haven en het ijspaleis overge stoken en hadden de wallen der stad bereikt. Ofschoon Kroonstad sliep, was de staat van beleg toch nog niet opge heven; want de schaduwen op het pla- veisel waren afkomstig van groote ka nonnen en de kalme voetstap van een schildwacht, het geroep van 't wacht woord werden onophoudelijk gehoord. Marian Best huiverde altijd als tij d'e sterke, onneembare vesting binnenkwam. Kapitein Paul voelde hoe haar arm trilde en dit wekte terstond een gevoel van angstige bezorgdheid in hem op. „Gij tijt koud," begon hij, „wacht erven, dan zal ik u mijn mantel om slaan." „Om u zelf een longontsteking op den hals te halen. Neen, ik ben niet koud, maar die schaduwen jagen mij vrees aart." „Wel, tij vallen op ons beiden," zeide haar metgezel, „en wij zullen ze evenals straks 't helle licht samen deelen. Ware het mij slecht vergund alles, zorgen en vreugde, immer met u te deelen, juf frouw Marian." Het jonge meisje streek de krulletjes op haar voorhoofd naar achteren en lachte. „Is het niet te koud om zulke non- j sens te praten?" vroeg tij. „Ik dacht, dat het dichterlijke gevoel zich alleen in de lente openbaarde." Hij liet deze gelegenheid niet voor bijgaan; de lantaarndrager Rep een. groot eind voor hem uit en de marionet ten volgden hem op de hielen. „Maar ik kan zoolang niet wachten," zeide hij ernstig, terwijl hij naar haar handje zocht en het in de zijne nam. „Het is altijd lente voor mij, als gij naast mij loopt en mijn winter begint weer zoodra ge niet meer bij mij tijt Waarom lees ik eiken dag uw Engel- sche boeken? Alleen om de woorden te leeren, waardoor ik mijn gevoelens aan u kan blootleggen. Maar woorden heb ik niet ik kan u niets anders dan mij zelf, mijn armoede en mijn liefde aanbieden. Misschien zal het eens an ders worden. Wellcht zal ik eens in staat rijn tot u te zeggenik ben niet langer Paul Zassulic, kapitein bij de artillerie, maar Paul Folma, die over velen te gebieden heeft en niemand dient dan den Czaar. Ik geloof niet, dat dit oogenblik zeer nabij is maar al te dikwijls bereikt men zoo'n hoogte eerst als men op leeftijd komt Maar zoolang ik u liefheb, Marian, zal ik mij nooit arm voelen, die liefde kunt ge mij niet ontnemen gij zijt zelfs niet in staat haar te verminderen. Niemand ter wereld kan mij mijn rijkdom ont nemen 1" Zij hadden nu de verschansing bereikt, die ter verdediging van des generaals huis diende; van daar kon men de stad overzien!, die nu in 't duister gehuld was, maar wier torenspitsen en wallen door het maanlicht toch zichtbaar wa ren. Ver weg op het ijs duidde een enorme va-lichte plek de plaats aan waar zich 't ijspaleis verhief. De zachte tonen van een vroolijke melodie drongen tot hen door, en wekten een herinnering aan het genoegen van zooeven weer bij hen op. Als geboeid met gejaagd kloppend hart bleven zij op die plaats staan die jonge man trillend van de emotie, die hem vervulde en het meisje als be- dwelmd, omdat het woord, dat tij reeds lang verwacht had, eindelijk uitgespro ken was. Het was trouwens geen ge- heim voor haar geweest, dat Paul Zas sulic haar liefhad!men kon er haar geen verwijt van maken, dat zij hem niet antwoordde, dacht tij. Want hoe aan genaam haar zijn vriendschap en ver eering ook was geweest, had tij toch in haar druk, bezig leven geen tijd ge vonden te onderzoeken, of haar hart zijn liefde beantwoordde. Zij zweeg nu omdat tij niet zeker van zich zelf was; tij wilde hem niet wonden, maar wist evenmin of tij, in staat was te genezen. Zij was ernstig, wetende dat zulke o ogenblikken dé grenspalen des levens zijn. Zij bezat zoo weinig vrienden op de wereld en dë gedachte dat tij er één zou verliezen maakte haar bedroefd. „Paul," zeide tij toen een plotselinge beweging van hem het zegel op haar mond verbrak. „Paul, wat moet ik u, die altijd mijn vriend tijt geweest en het ook zult blij ven, antwoorden? Zal ik u zeggen, dat ik er verkeerd aan deed naar u te luisteren Neen, want dat tenminste was ik u verschul digd ik ben u zooveel verschuldigd,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1