I
n
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
18a Jaargang
Woensdag! 25 Januari 1899.
■o 4778
HAARLEMS DAGBLAD
^33 oisrzsrEii^rsiQ-Tsn^icrs
"Voor Haarlem per 3 maandenf 1-20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden„0.30
de omstreken en franco per post
AJDVrETRTEnSTTIÊLr:
5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangëre G. L. DAUBS Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Agenten
Mei uitzondering van let Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer f0,15; Reclames per regel ƒ0,80.
,»oor Jdit blsd in den omtrek zijn Bloemendaal, Santpoort en Scholen. P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Spaarnda'nC- HARTENDORPZandvoori, G. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Hülegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
1 Qweraïcht..
In België, heeft een kabinetscrisis
gehadi, waarvan de aanleiding
het gemis aan eensgezindheid der
betreffende het vraagstuk der
ervorming, welke als een drm-
eisch voor spoedige behandeling
ij onze zuidelijke buren voor de deur
i staat.
Het hoofd van het kabinet, de heer
de Smet de Naeyer, minister van fi
nanciën, en de minister van arbeid Nys-
sens hebben hunne portefeuille ter be
schikking gesteld. Zij zijn vervangen
door de heeren Helleputte en de Bro-
queville, respectievelijk afgevaardigden
|van Maaseik en Turnhout.
De verhouding tusschen Frankrijk en
Engeland is Maandag in de Fransche
Kamer besproken ten gevolge van eenei
iteipeUatie, bij monde van den afge
vaardigde Destournellëa, over de Fas-
jod'a-quaestie.
De Kanier, zeide deze, heeft eene
vaderlandslievende behoedzaamheid aan
den dag gelegd, maar het land heeft er
recht op. den toestand1 te kennen. De
spreker nam vervolgens Engeland duch
tig onderhanden, omdat dit geen recht
heeft laten wedervaren aan eene conti
nentale mogendheid. Hij erkende in-
tusschen dat Frankrijk eene reeks van
fouten heeft begaan, met name in het
Egyptische vraagstuk en bij de expedi
tie van Marchand.
Destournelles zeideWij moeten ons
voorbereid houden op iedere gebeurlijk
heid. Hij verklaarde zich voor een
vol vergelijk of althans voor een toe
stand die grootere zekerheid aanbiedt
voor de beide landen.
Ook Ribot sprak ten. gunste van een
vergelijk. Hij verzekerde dat Engeland
niet de aanmatiging kan hebben een
protectoraat over Egypte in te voeren
zonder daartoe de toestemming te heb
ben van geheel Europa. De politiek van
Frankrijk is eene politiek van vrede,
maai-, zeide Ribot, wij moeten sterk zijn
en geëerbiedigd.
Delcassé verklaarde dat zijne politiek
geleid was in de richting der beharti
ging van de algemeene belangen van
Frankrijk. Sprekende over hcc vraag
stuk dei- ontwapening zeide Delcassé dat
reeds bij; voorbaat de sympathie van
Frankrijk aan de voorstellen van den
Czaar verzekerd was. Frankrijk wist daib
men het niets zou wagen, geschikt om
het in eenigerlei opzicht te verkleinen.
De minister heeft 't Fasjoda-geval op
gelost in een verzoeningsgezinden geest.
Het was hem niet onbekend dat de
Engelsche flotielje na de inneming van
Chartoem den Nijl weer moest opvaren,
maar hij heeft eene botsing willen ver
mijden. Er was, verklaarde Delcassé
verder, niets onvriendschappelijks ge
legen in de expeditie van Marchand. Wij
hadden het recht, zeide hij. ons bezit
naar den Nijl toe uit te breiden, gelijk
Engeland. Door het verlaten van. Fas-
joda is er aan de eer van Frankrijk
volstrekt geen afbreuk gedaan, maar
wel had de minister het ware gevoel
van vaderlandsliefde noodig, om zulk
een besluit te kunnen nemen. In de
wereld zijn er tegenwoordig ingrijpende
veranderingen in staat van voorberei
ding; en daarom, eindigde de minis-'
ter is er behoefte aan eene wijze en
wel overlegde politiek, welke onze krach
ten niet verspilt.
De vergadering ging daarna uiteen.
Te Londen is aan een feestmaal weer
een politieke rede gehouden. De hertog
van Devonshire voerde te Birmingham
voor de leden van de Kamer van Koop
handel het woord en zeide o.a.
Door de flinke wijze waarop wij in
den laatsten tijd onze rechten gehand
haafd en onze macht getoond hebben,
zijn wij in nadere betrekkingen geko
men met Duitschland, Italië en zelfs
Rusland. Tem. aanzien van Frankrijk
ben ik van meening dat de korte crisis,
welke nu geëindigd is, meer waarschijn
lijk wel dan niet de lucht zal zuiveren.
Chamberlain verklaarde met deze ge
voelens van harte in te stemmen.
STADSNIEUWS
Eerste en derde pagina.
Haarlem, 24 «Tan. 1899.
Aanbesteding.
Door de H. IJ. 8. M. is Maandag
aanbesteed: a. de levering van 200—
220,000 KG. staafyzer van in den
handel voorkomende maten, ten be
hoeve der centrale werkplaats alhier,
benoodigd van 1 Febr. 1899—Jan.
1900. Ingekomen 4 biljetten. Minste in
schrijvers Smit en Blok, Amsterdam,
voor Belgisch ijzer No. 4 f8 58 per
100 KG., Gebr. v. d. Vliet op keur
f 10.50 per 108 KG. b. het maken
van een tijdelijk waterreservoir op
het. terrein tusschen de takken der
verbiudingsbaan en den spoorweg Am
sterdam-Rotterdam. Begrooting f5500.
Minste inschrijver de heer A. van
lik, Kerkdriel, f4782.
De minister van waterstaat handel
en nijverheid heeft voor bet jaar 1899
benoemd in de Rijkscommissie voor
de examens ter verkrijging van een
diploma als stuurman aan boord van
koopvaardijschepen, o. a. de heer J.
C. Graue, oud officier-machinist der
lste klasse en tot plaatsvervaugend
lid de heer R. J. Weber, oud gezag
voerder iu de groote vaart, beiden
alhier.
Heden is door den heer J. A. G.
van der 8teur,Bouwk.Ingenieur alhier,
opgedragen aan don heer B. Hagen,
aannemer alhier, het. vergrooteu van
de fabriek en werkplaats van de firma
Corn. Sipkes a/d. Koudehorn alhier.
Het Bestuur der Haarlemsche Han-
delsvereeniging zal, evenals in vorige
jaren, haren leden weder eene
soirée in deu Schouwburg aanbieden.
Het plau bestaat daartoe de beide
heeren Wilson, de bekende declama
toren uit Hoorn, uit te noodigeu. ter
wijl door de leden van „Cremer" een
klein tooneelstukje ten beste zal wor
den gegeven.
Sluiting der Overwegen.
Maandag stond iemand tien minuten
vóór een onzer overwegen te wachten
en nóg ging de slagboom niet omhoog.
Hij kon dan ook niet nalaten tot den
wachter te zeggen:
„'t Is langer dan vijf miDuten
vriend!"
Ja meneer," antwoordde de wach
ter niet zonder gevoel van humor,
„maar er zijQ ook zóóveel bijzondere
omstandigheden
Dit ter overweging aan hen, die
eenen, dat ministerieele besluiten
ons den last, der overwegen kunnen
verlichten.
Als verdacht van den diefstal van
het rijwiel uit de gang van het café
van Hartje aan de Groote Houtstraat
is door dé agenten-rechercheurs Ver
kerk en Vari Halst aangehouden J.
B. Ausum. oud 23 jaren, van beroep
kellner, zonder vaste woonplaats,
alhier bekend als hardlooper.
Als medeplichtigen van dien diefstal
zijn aangehouden de schoenmaker J
S., de rijwielhersteller H. v. R. en
eene zekere H. H.
Alzoo in vele opzichten een goede
vangst.
In ous vorig nummer is gemeld, dat
de voetbalclub Wilhelmina een wed
strijd heeft gespeeld tegen Unitas H,
beide aihier. Deze voetbalclub Wil
helmina is opgericht den 18deu Dec.
1898, met de volgende samenstelling
van bestuur
J. Wesseling, president; A. Pijn
appel, matchcaptain B. J. A. 8aeys,
veldcaptain J. Droste, Secretaris
M. v. Ommeren, penningmeester en
O. Vervoreu, commissaris van orde.
Mandagavond werd bet inelkwa-
genije vau den melkboer F. Dam op
den Zylweg aangereden door een rij
tuigje bestuurd door den Heer P. te
Bloemendaal wonende, tengevolge
waarvan een groote kan melk ver
loren ging.
De metselaar P. Eekhout ontdekte
Maandagnamiddag bij een uitdrager
op de Botermarkt een waterpas, dat
hij herkende als het eigendom van zijn
meester, den aannemer van Es, het
geen bleek ontvreemd te zijn uit. een
iri aanbouw zijnde villa op den Ko
ninginneweg. Hiervan werd by de
politie aangifte gedaan.
Weten en Werken.
Maandagavond werd in „Weten en
Werken" de spreekbeurt vervuld door
dén heer W. F. Andriessen van Am-
sterdam, die tot onderwerp van zijne
lezing had gekozen het op te richten
sanatorium voor longlijders te Oranje-
Nassauoord.
Spreker ving zijne rede aan met eene
herinnering aan de Inhuldiging van H.
M. dë Koningin, bij welke gelegenheid
aan de Koningin-Regentes als nationaal
huldebetoon de som van 300.000 werd
aangeboden, wolk bedrag door H. M.
werd1 bestemd voor het oprichten van
een sanatorium voor longlijders hier
te lande.
Nadat spreker, die zelf longlijder
was geweest, gewezen had op de vele
slachtoffers, die jaarlijks door longtering
worden weggerukt, deelde hij mede dat j
alleen in een gunstig klimaat en door 1
goede verpleging deze ziekte kan gene- i
En dit vond men tot dusverre alleen I
in het buitenland. Hierbij vertelde de
heer Andriessen van zijn verblijf in het
natorium te Lippspringen (Westfalen)
waar spreker eenigen tijd tot herstel
van gezondheid had vertoefd, en welke!
badplaats bekend is om haar schoone
ligging en hare geneeskrachtige bron
nen. "Vervolgens schetste hij ons het
Kurleven.
Nadat spreker in het vaderland was
teruggekeerd, raadde Prof. Pel hem aan
den winter in Davos te gaan doorbrenr
gen, waaraan hij dan ook gevolg had
gegeven. Allereerst beschreef hij ons
nu zijn reis daarheen, wees op het groo
te verschil in temperatuur te Davos in
en buiten de schaduw, schetste het Iet-
ven aldaar, besprak ook het vele drin
ken van alcohol, dat onder voorwend
sel dat het tegen de felle kou is, vooral
onder de Hollanders veel voorkomt, en
deelde ten slotte het een en ander mede
over de sport, die daar beoefend wordt
en over een Alpentocht, dien spreker
had medegemaakt.
Van verschillende gezichtspunten liet
de heer Andriessen photographieën
zien, om een denkbeeld te geven van
Davos en het sanatorium, eene inrich
ting, waarin de behandeling van long
lijders alleen goed is. Het is dan ook
een heerlijk vooruitzicht dat hier te
lande eerstdaags eveneens een sanato
rium zal worden opgericht, want hoeve-
len moeten hier nu niet blijven sukke
len, omdat zij de groote kosten voor een.
verblijf in het buitenland niet kunnen
dragen. Een voordeel is het ook, dat
een patient na herstel dan in hetzelfde
klimaat blijft, als waarin hij genezing
heeft gevonden.
Spreker eindigde dan ook met te
zeggen, dat de natie H. M. dankbaar
mag wezen voor het afstaan van haar
prachtig landgoed Oranj e-Nassauoord"
waarop een heilzaam herstellingsoord zal
worden gesticht.
Weldadigheid naar Vermogen
Af deeling Werkverschaffing.
Van 1 Nov. tot 24 Jan. hebben
zich de volgende personen aangemeld
10 voor werkvrouw. 6 voor naai
ster. 2 voor grondwerker. 1 voor j
schrijfwerk. 1 voor schoenmaker, l
voor kuiper. 1 voor zadelmaker. 12
voor loopwerk. 1 voor waschvrouw.
1 voor baker. 1 voor mangelwerk. 1 j
voor oppasser. 1 voor los werkman. 11
voor smid. 1 voor letterzetter. 2 voor
schilder. 2 voor pakhuisknecht. 1 voor J
kleermaker.
By de aanmelding moet een getuig- j
schrift van goed gedrag overgelegd j
worden.
Van 1 Nov. tot 24 Jan. zyn de vol- j
gende personen geplaatst:
6 voor werkvrouw. 1 voor wasch-;
vrouw. 3 voor naaister. 1 voor tim
merman. 1 voor metselaar.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaande aanbiedingen ge
bruik wenschen te maken, wordt
beleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelijk tot het Bestuur te richten,
Bns Doelen, Stadhuis of Stationsplein.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
91 en van 35 uur verkregen
worden bij den Administrateur, bureau
Doelen, Kamer No 2.
3l£fNE#L4ND
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Benoemd tot burgemeestervan
Sassenheim, jbr. M. van den Brande-
lervan Haren, jhr. C. H. Quintus,
secretaris dier gemeentevau Stryen,
L. J. baron van Heilmann van Stou-
tenburgvan Oldenzaal. N. X. Th. M.
Vos de Wae!van Anoa-Paulowna,
Th. J. Waller; van Tilburg, J. F.
Jansen.
Benoemd tot ridder in de orde van
Oraoje-Nassau J. H. Kortz Fonne-
man, broeder-o verste in het krank
zinnigengesticht Padna te Boekeitot
buitengewoon adelborst bij de Kon.
Ned. Marine reserve, de heeren R. W.
Braun, T. ten Cate eu W. J. H. Taai,
allen in dienst bij de Holland-Amerika
lijn bij bet Departement van Finan
ciën toi inspecteur der registratie en
domeinen van de eerste klasse J. D.
G. Schnuring, thans van de tweede
klasse bij dat Departementtot lid
van het college van regenten over het
huis van bewarinv te Nymegon, F.
M. A. van Schaeck Mathon, burge
meester dier gemeeute.
Audiënti'én.
De gewone audiëntie van den mi
nister van koloniën zal op Vrijdag
a.s. niet plaats hebben.
Het gerucht omtrent den afstand
door Nederland van het eiland Cura
sao aan Amerika in rail voor een der
kleine Philippijnen, moet, zooals te
verwachten was, als geheel ongegrond
worden beschouwd. By de twee tot
inlichting bevoegde zijden is van
zoodanige roiling of van een voor
nemen daartoe niets bekend.
De oplichting met waardelooze
effecten.
De heer Louis S. Jacobs, betrokken
in het bekende geval van oplichting,
zou volgens gerucht voortvluchtig
zijn. Inderdaad heeft hy Zondagavond
Amsterdam verlaten, maar zyne huis-
ganooten wisten niet beter of hij zon
Maandas" terugkeeren.
Maandagmiddag is hy werkelijk
reeds weder te Amsterdam gezien.
Even vóór het aangaan der beurs
verwekte hy op de trappen van het
gebouw een kleinen oploop, waarom
de suppoost hem verzocht zich te ver
wijderen. aan welk verzoek by gevolg
Op bet bankierskantoor van mr. F.
A. van Hall, in de Pieterstraat te
Utrecht, gaat alles zyn gewonen gang.
Het kantoorpersoneel bestaat uit vjjf
klerken, waarvan enkelen reeds zeer
lang in dienst van de firma zyn, de
chef o.a. is reeds 42 jaar, een ander
18 en een derde 13 jaar voor de firma
werkzaam.
De N. R. Ct. heeft van den heer
Louis S. Jacobs, te Amsterdam, een
telegram ontvangen, waarin verzocht
wordt in verband met de mededeeling
van haar correspondent te Amsterdam,
over de zaak der oplichting de vol
gende rectificatie op te nemen
Het accept aan mr. Van Hall, door
m\j aan hem in het Paleis voor Volks
vlijt overhandigd, door graaf 8paaer
gegeven, bedroeg f 15,000, waartegen
Van Hall mjj toen dertig aandeelen
Chalons—Orléans overgaf, wier waar
deloosheid hy my verzweeg, nadat ik
vijfduizend gulden contanten als be-
leeningssom weigerde. Daarbij was
Haas gedeeltelijk tegenwoordig, met
wien ik in vijandschap was en wien
ik op mr. Van Hall's aandringen zijne
vroegere unfaire handelingen vergaf.
Deze lichtte mij evenmin in over de
waardeloosheid dier effecten. Beiden
hebben my dus bedrogen. Ten aan
zien der provisie voor deze zaak was
overeengekomen, dat noch Van Hall,
en evenmin Haas, wiens verhondingen
mij onbekend waren, maar alleen graaf
Spauer mij baar zoude voldoen, het
geen ik den graaf verzocht te bepalen,
nadat die aandeelen te Parijs zonden
zyn ten verkoop of beleening opge
geven, waarvoor het bankiershuis
Keurenaer Co. door den graaf mij
werd aangewezen, toen ik aan hem
de aandeelen toonde.
Mr. Van Hall had bedongen dat
zijne firma niet als verkoopster mocht
worden opgegeven, zoodat ik het
accept van f 15,000, den riaam des
trekkers in blanco latende, aan Van
Hall overhandigde. Mr. Van Hall
hield ook voor my geheim alle over
eenkomsten deswege met Haas. De
koersnoieering der effecten liet Van
Hall my gelooven, doordien hij Fran
sche couranteD, in de brandkast van
het Paleis voor Volksvlijt opgeborgen,
nog medegaf; ook de Chalons—Or
léans aaudeelen bevonden zich daar
in. Het bedrog van Van Hall kwam
aan bet licht, toen ik te Parijs door
de bankiers der firma Keurenaer de
stukkeu liet opzenden, en met des
graven toestemming.
Onjuist is door u vermeld, wanneer
de graaf my bedreigde, want ik bad
de plainte reeds ingediend tegecVan
Hall, nadat ik voor den graaf terug
gaaf van het accept had gevraagd,
eu Van Hall in zyne houding bleef
volharden.
Ondanks ik trachtte Van Hall tot
andere gedachten te brengen, werd
mijn faillissement door Van Hall's
onjuiste opgaven aan mr. Boissevain
io appèl door bet gerechtshof uitge
sproken, geruimec tyd na mijne plainte
tegen Van Hall.
Maandagvoormiddag zijn C. Uitten-
boogaard eu A. Kraayenbrink met
verschillende treinen onder behoorlijk
geleide door twee inspecteurs van
politie van Rotterdam naar's-Graven-
hage overgebracht en ter beschikking
der justitie aldaar gesteld.
FEUILLETON.
JStólax»:!.»,:*»..
HOOFDSTUK I.
Carnaval op hel ijs.
2)
Zij gaf hun een kort, eenigszins ge
jaagd antwoord en verzocht kapitein
Paul haar naai' de balzaal terug te
brengen, maar detwee apelbreeksters volg
den hen eu waren niet weg te krijgen.
„Gaat ge mee juffrouw."
„Wij zijn klaar."
Hun gouvernante zag over haar
sohouder heen en zeide..Een oogen
blikje, kinderen."
Een grappige uitdrukking vloog over
haar gezichtje.
„Ik had de marionetten totaal verge
ten," zeide zij. ..Is het niet vleiend voor
u, dat ik mij hen in 't geheel niet her
innerde
„Maar gij gaat toch niet heen?"
„Zeer zeker. Elf uur moest ik naar
huis gaan. Het gaat met mij als met den
jeugdigen boosdoener, die van zijn
slechte plannen terugkwam toen hij zich
herinnerde, dat juist op 't zelfde oogen-
blik de klok in het huis van zijn ou
ders elf urn- sloeg. Gij hebt de werken
van Dickens natuurlijk nooit gelezen."
Kapitein Paul maakte een ongedul
dige beweging.
„Waarom plaagt ge mij zool Waar
om verzoekt ge me niet u thuis te bren
gen?" vroeg hij gretig, „ge weet heel
goed, dat ik tot uw dienst ben."
„Wie ben ik om tegen u te durven
zeggen „Ga mee". Daarenboven hebt
gij verplichtingen aan de andere dames."
„Aan wien zou ik verplichtingen heb
bed als gij, er niet rijt."
Hij zwoeg, beet op zijn snor en draai
de op dë wielen rond'. Maar tij wendde
tick van hem af als voelde tij zich
geërgerd over zijn woorden en begaf
zich naar de kleedkamer, waar haar
bonten mantel in bewaring was gege
ven en Joan met een lantaren in de
hand op haar wachtte.
De twee marionetten stonden band
aan hand als wilden tij zeggen„Wij
zijn de zoete kinderen uit het sprook
jesboek." Zij was in 't minst niet ver
wonderd toen tij Paul aan de deur op
haar wachtende vond, evenmin protes
teerden tij tegen zijn aanwezigheid, zoo-
als hij verwacht had.
„Hebt gij mij vergeven?" vroeg hij.
„Dat zal ik u morgen zeggen," zeir
de tij.
„Zijt ge blij, dat de generaal u niet
tbuis brengt?"
„Blijdschap is een wel wat sterke
uitdrukking. Laten wij zeggen, dat ik
tevreden ben."
..Alleen maar tevreden?"
„Waartoe dient dat alleen maar! Is
tevredenheid zoo'n alledaagsch gevoel?"
De jonge man zuchtte, maar drukte
den arm, die in den zijne rustte tegen
zich aan. Zij waren nu dé ijsvlakte tus
schen de haven en het ijspaleis overge
stoken en hadden de wallen der stad
bereikt. Ofschoon Kroonstad sliep, was
de staat van beleg toch nog niet opge
heven; want de schaduwen op het pla-
veisel waren afkomstig van groote ka
nonnen en de kalme voetstap van een
schildwacht, het geroep van 't wacht
woord werden onophoudelijk gehoord.
Marian Best huiverde altijd als tij d'e
sterke, onneembare vesting binnenkwam.
Kapitein Paul voelde hoe haar arm
trilde en dit wekte terstond een gevoel
van angstige bezorgdheid in hem op.
„Gij tijt koud," begon hij, „wacht
erven, dan zal ik u mijn mantel om
slaan."
„Om u zelf een longontsteking op
den hals te halen. Neen, ik ben niet
koud, maar die schaduwen jagen mij
vrees aart."
„Wel, tij vallen op ons beiden," zeide
haar metgezel, „en wij zullen ze evenals
straks 't helle licht samen deelen. Ware
het mij slecht vergund alles, zorgen
en vreugde, immer met u te deelen, juf
frouw Marian."
Het jonge meisje streek de krulletjes
op haar voorhoofd naar achteren en
lachte.
„Is het niet te koud om zulke non-
j sens te praten?" vroeg tij.
„Ik dacht, dat het dichterlijke gevoel
zich alleen in de lente openbaarde."
Hij liet deze gelegenheid niet voor
bijgaan; de lantaarndrager Rep een.
groot eind voor hem uit en de marionet
ten volgden hem op de hielen.
„Maar ik kan zoolang niet wachten,"
zeide hij ernstig, terwijl hij naar haar
handje zocht en het in de zijne nam.
„Het is altijd lente voor mij, als gij
naast mij loopt en mijn winter begint
weer zoodra ge niet meer bij mij tijt
Waarom lees ik eiken dag uw Engel-
sche boeken? Alleen om de woorden te
leeren, waardoor ik mijn gevoelens aan
u kan blootleggen. Maar woorden heb
ik niet ik kan u niets anders dan
mij zelf, mijn armoede en mijn liefde
aanbieden. Misschien zal het eens an
ders worden. Wellcht zal ik eens in
staat rijn tot u te zeggenik ben niet
langer Paul Zassulic, kapitein bij de
artillerie, maar Paul Folma, die over
velen te gebieden heeft en niemand
dient dan den Czaar. Ik geloof niet, dat
dit oogenblik zeer nabij is maar al
te dikwijls bereikt men zoo'n hoogte
eerst als men op leeftijd komt Maar
zoolang ik u liefheb, Marian, zal ik mij
nooit arm voelen, die liefde kunt ge
mij niet ontnemen gij zijt zelfs niet
in staat haar te verminderen. Niemand
ter wereld kan mij mijn rijkdom ont
nemen 1"
Zij hadden nu de verschansing bereikt,
die ter verdediging van des generaals
huis diende; van daar kon men de stad
overzien!, die nu in 't duister gehuld
was, maar wier torenspitsen en wallen
door het maanlicht toch zichtbaar wa
ren.
Ver weg op het ijs duidde een enorme
va-lichte plek de plaats aan waar zich
't ijspaleis verhief. De zachte tonen van
een vroolijke melodie drongen tot hen
door, en wekten een herinnering aan
het genoegen van zooeven weer bij hen
op. Als geboeid met gejaagd kloppend
hart bleven zij op die plaats staan die
jonge man trillend van de emotie, die
hem vervulde en het meisje als be-
dwelmd, omdat het woord, dat tij reeds
lang verwacht had, eindelijk uitgespro
ken was. Het was trouwens geen ge-
heim voor haar geweest, dat Paul Zas
sulic haar liefhad!men kon er haar geen
verwijt van maken, dat zij hem niet
antwoordde, dacht tij. Want hoe aan
genaam haar zijn vriendschap en ver
eering ook was geweest, had tij toch
in haar druk, bezig leven geen tijd ge
vonden te onderzoeken, of haar hart
zijn liefde beantwoordde.
Zij zweeg nu omdat tij niet zeker
van zich zelf was; tij wilde hem niet
wonden, maar wist evenmin of tij, in
staat was te genezen.
Zij was ernstig, wetende dat zulke
o ogenblikken dé grenspalen des levens
zijn. Zij bezat zoo weinig vrienden op
de wereld en dë gedachte dat tij er één
zou verliezen maakte haar bedroefd.
„Paul," zeide tij toen een plotselinge
beweging van hem het zegel op haar
mond verbrak.
„Paul, wat moet ik u, die altijd mijn
vriend tijt geweest en het ook zult blij
ven, antwoorden?
Zal ik u zeggen, dat ik er verkeerd
aan deed naar u te luisteren Neen,
want dat tenminste was ik u verschul
digd ik ben u zooveel verschuldigd,