De mede te Rotterdam roorloopig
aangehondene bewoner der Rechter
Rottekade van D. is weder op vrije
▼oeten gelaten.
Omtrent Uittenboogaard, die in
z|jne jonge jaren werd grootgebracht
bjj zijn grootvader te Bleiswyk, een
goed gezeten burger, valt nog te ver
melden, dat hij reeds op zijn twaalf
de jaar een arbeider, van zijn groot
vader, by het peensnyden, met een
mes in den schouder stak om een nie
tigheid. Wegens snijden en vechten
kwam hij later herhaaldelijk met de
politie in contact. Toen hij trouwde,
was hy in goeden doen en bezat, hij
een kapitaaltje van f25.000. Zijne
vrouw woont met hunne beide kinde
ren. een jongen van 12 en een meisje
van 13 jaar, nog te Rotterdam en
voorziet in haar onderhoud met uit
werken te gaan.
Vrijdag voor den moord keerde Uit-
tenboogaard uit Duisburg, waarheen
hij de wijk had genomen nazynlaat-
sten diefstal, met de boot terug, bracht
een bezoek aan een goeden kennis in
de OraDjeboomstraat en nam daarna
zyn intrek bij Kraayenbrink in de
Haarlemmerstraat. Hoe zyne kleeding,
die te Antwerpen door den inspecteur
P. J. Boogaards in beslag genomen
werd, met bloed bevlekt geraakte, weet
hjj niet op te helderen
Hij zegt die kleeding aan Kraayen
brink gegeven te hebben om ze te
verkoopen toen was er volgens hem
geen bloed op, en wat er daarna me
de gebeurd is, hetzij bjj den uitdrager,
hetzy toen Kraayenbrink er mede naar
den man op weg was, weet hjj na
tuurlijk niet, want Kraayenbrink ver
kocht ze.
De confrontatie van laatstgenoemde
met de Belgische gendarmen te Es
sen heeft geen resultaat gehad.Kraay-
enbrink werd niet herkend.
Gedurende hun verblijf bij de politie
te Rotterdam hebben beiden tot het
laatste toe hunne kalmte bewaard. Zij
waren heel gewoon, sliepen des nachts
uitstekend en zóo vast zelfs, dat zij
soms 's morgeus gewekt moesten wor
den. Zonder iets te bekennen zijn zij
naar Den Haag gegaan.
De beiden verdachte zijn te's-Gra-
veuhagé afzonderlijk met den gevan
genwagen naar het gebouw der recht
bank gebracht, om voor den rechter
commissaris in verhoor te worden ge
nomen.
Na het verhoor werden de twee
verdachten voorloopig naar de cellu
laire gevangenis overgebracht.
Beiden ontkennen tot nu toe zich
aan het misdrijf te hebben schuldig
gemaakt.
De heer P. van Beuzekom, arts te
Marken, omtrent wien werd gemeld,
dat de burgemeester van Marken tegen
nem proces-verbaal had opgemaakt
wegens lasterlijke aantijging, deelt in
De Monnikendammer mede dat bij
hem daarvan tol heden niets bekend
is. eu voegt daaraan toe: „Maar wel
weet ik, dat door de vrouw, die zich
op mijn spreekuur is komen beklagen
over binnendringen barer woning en
gepleegd geweld" aan haar en haar
17-jarigen jongen door dien burge
meester en een veldwachter, een aan
klacht is iugediend geworden bij den
officier van justitie."
Vergiftiging.
Men meldt, uit Ocde-Tonge van 21
Januari aan de N. R. Cl.
Gistereu had hier eene vergiftiging
plaats met doodelykeu afloop. Of er
vergissing of opzet in 't spel is, za!
de justitie moeten uitmaken. Op haren
last is de man van het slachtoffer
heden in verzekerde bewaring gesteld.
Poging tot ontsporing.
De laatste tram van Tilburg naar
Waalwijk is Zondagavond aan een
groot gevaar ontsnapt. Ndbjj Kaats
heuvel wareu op de rails gelegd acht
takkenbossen de machinist, denkende
dat het sehaduwr was, bracht de tram
gelukkig tot stilstand, toen de machine
reeds aan 't kruien was. Persoonlijke
ongeiukken kwamen niet voor; de
politie is er van in konnis gesteld.
Begrafenis.
Zaterdag had te Bcrkel en Roden
rijs de plechtige begrafenis plaats der
slachtoffers van den afschuwelijken
moord.
Eeno groote volksmenigte, waar
onder de meeste notabelen, waren de reden van Z. M.'s overkomst naarover bestuursaangelegenheden en ook
itegenwoordigook de burgemeesterEuropa?
der gemeente en de oud-burgemeester, i Zeker. Een bezoek aan Peters-
thans burgemeester van Hilligersberg.burg staat op het programma.
I De predikant ds. Stigter, nam, nadat j —Wanneer?
beide lijken in de groeve waren neder- j Zoo spoedig mogelijk. Hjj heeft
gedaald, het woord. i'terg druk.
De eenige broeder van Ripping was j Kom
niet in staat de droevige plechtigheid i Zeker. Hjj moet alle Europeesche
bij te wonen. i hoven bezoeken.
Dat's toevalligMag ik
Hoog water. weten?
U mag alles weten. Eerst
Men schrijft uit Wageuingen: Het,komen we hier om den persoonlijken
water bleef alhier tot heden wassende, j dieustplicht te bestudeeren. Dan naar
Zelfs is de weg onder langs naar het
Lexkesveer overstroomd.
Aan het Opheusdensche veer blijft
de overtocht voor rij- en voertuigen
gestremd.
Aan het Lexkesveer geschiedt de
overtocht geregeld per .-ierpont.
j Eenige schepen hebben een schuil-
I plaats in de haveo gezocht,
j Niettegenstaande den vrij hevigen
j wind hebben de dijken tot heden niet
'van afslag te lijden.
Voor velen veroorzaakt het schade
nu de steenfabrieken öf in h6t geheel
niet öf zeer moeilijk te bereiken zijn.
I l leest toeli are-1
|s-egel«l liet Fe«il-|
lleton van..Maar-I
I Jem's l>agbla(l"?|
BSSWW
In een van oc.e café.-chaulants,
't doet er op het oogenblik niet toe
welk, schrijft de N. Rott. Cltreedt
een komiek op, die het volgende stokje
Amsterdamscheu volkshumor, door
hemzelf bespied, oververtelt.
In een Amsterdamsche achterbuurt
wonen in een huis vele gezinnen, die
alle op een gemeenschappelijke trap
uitkomen. Ze hebben gemerkt dat een
van de buurvrouwen, Saar, steelt,
wat zij maar grijpen kan, en zullen
haar dit iu het openbaar verwijten.
Saar komt op een goeden dag uit haar
deur en wordt nu ontvangen door de
buurvrouwen, die haar in koor, op
de wijze van Pietje Puck, toezingen:
Daar heb je Saartje. daar heb je
[Baartje Pik
Ze heit mijn stoffer en mijn vullisblik,
Mfin spons, myn zoemelap
Die heit ze ook gegap'.
Ze is de grootste dief van heel de trap.
„Door het vredig Europa."
Onder dit opschrift lezen wij in het
Hbld. de volgende aardige persiflage
op den „vredesM-toestaud in Europa
in verband met den vredesboodschap
van den Czaar.
Ik vond aan 't ontbijt een hnpsch
briefje van William Stead.
Amice. Ik heb veel succes op myn
tournée langs de Europeesche hoven.
Alles marcheert goed maar 't kost
me al m'n vrijen tijd. Nu hoor ik. dat
de eerste minister vau koning Ross
in Amsterdam afgestapt is, ik geloof
in de „Metropool". Zou je me genoe
gen willen doen, deu man eens te vra
gen, hoe ze iu het rijk van Keeling-
Koko over het zaakje denken Tata...
enz
Een occasional had me juist in
bet Haassclie „Dagblad" geleerd, dat
Keeling-Koko geen nieuw chocolade-
merk was. Ik begreep dat er geen
sprake was van concurrentie van Van
Houten, Blooker of Bensdorp. Een
half uur later was ik al aangediend
bij den eerste minister, een charman
te man, die me toch even aan choco
la herinnerde. Het gesprek liep alsof
wjj elkaar van vroeger kenden en
spoedig hoorde ik, dat de koning nog
in Londen was en zyn minister voor
uit gereisd was om audiëntie te vra
gen by den heer Coolen. Ik had den
voet in den stijgbeugel.
België, om te zien boe de nieuwe
compagnies militaire-wielrijders daar
bevalleu. Vervolgens Duitschland
Tirpitz wil ons inzage geven van zyn
vlootplannen. Daarop Zweden, waar,
ter wille der ontwapening, de vorming
van drie nieuwe regimenten wordt
voorbereid.
Maar
In Frankrijk zyn wy nitgenoo-
digd op een tochtje per „Gustave
Zédé", de onderzeescbe torpedoboot.
In Zwitserland gaan wjj het proef-
schieten met de nieuw-batterijen
berggeschut meemaken. In Italië wil
men mijn meester monsters van de pas
uitgevonden dyoamiet-melinietpatroon
zien te krijgen. In Oostenrijk bereidt
men ons een voorstelling voor met de
patent-twintigduims pantserplaten.
En dan
Dan reizen we over Athene,
waar Z. M. het origineele oorlogsrap
port van Prins George wil bestudeeren.
We zyn dan dicht by Koustautinopel
en treffen daar juist Krupp. die op
het oogenblik de Dardanellen versterkt.
Hy heeft nog een bestelling van ons
loopen voor drie pantserkruisers, een
stalen fort. vier 32 ponders, 20,000
geweren, 170,000 kilo
Pardon, dat ik uin de reden vai,
maar
Wel?
Gaat n dan den Czaar opzoeken,
om te spreKeo over
Dat 's te zeggen, als hy dan van
de groote manoeuvres terug is.
Postkantoortje Amsterdam.
De liften in het'meu we postkantoor
waarop zoo geruimen tyd gewacht is*
zyn thans aangekomen en gesteld.
Evenwel zijn ze nog niet door het.
Ryk overgenomen. Zoodra dit gebeurd
is en nog eenige kleine werkzaam
heden zyn verricht, zal men alles
voor den dienst gaan inrichten en dau
hoopt men dat half Februari het
nieuwe gebouw in zyn gebeel in ge
bruik kan worden genomeneen be
paalde datum kan -echter thans nog
niet worden genoemd.
De pakiketpast blijft, aiihans den
eersten* tyd, in bet gebouw aan het
Damrak. Is liet nieuwe postkantoor
in gebruik, dan wordt, de loods grooteu-
deels afgebroken het gedeelte voor
den pakketposidienst noodig. blyft
staan en wordt waarschijnlijk voor de
zekerheid door een steenen muur
omgeven.
Men weet dat destijds voor een som
van ongeveer f 60,000 het Ryk van
de gemeente kocht een groot terrein
aan de De Ruyterkade .naast het cale
Czaar Peter, ten einde daar te bouwen
een groot gebouw, dat, mot een tunnel
aan het Centraal Station verbonden,
zou dienen voor te Amsterdam aan
komende en uit de stad vertrekkende
paketten. Wy vernemen dar, van dien
bouw niets koui8u zal. Hei waarom
wden wy niet en wat het Rijk met
den grond zal doen evenmin.
't Is echter te wenschen dat bot
Rijk spoedig maatregelen zal weten
te nemen om goede gebouwen voor
den postpakketdienst te stichten, nu
gebleken is dat het nieuwe postkan
toor voor dien dienst geen voldoende
ruimte aanbiedt, opdat de loods binnen
niet te langen tyd geheel van bet
Damrak zal kunnen verdwijnen.
(Hbld.)
over eventueel te bouwen barakken of
te huren woningen voor tijdelijk logies
van onze doortrekkende troepen.
Allerwege was de bewolking bezig met
den sawah-arbeid. In de gampongs en
peukans toonde zij ook vrouwen en
vooral kinderen niet de minste vrees,
zoodat de toestand, met uitzondering
van dien in liet Zuidelijk heuvelterrein,
bevredigend kan worden genoemdt Ook
het verbod om wapens te dragen is bij
de bevolking doorgedrongenop den
vierdaagscben tocht werden slechts 3
Atjehers in overtreding aangetroffen.
Oostkust. T. Tapa zou zich volge
de laatste berichten iu de Gajoelanden
bevinden, en wel aan den bovenloop der
Bajan-rivier.
Westkust. Van de colonne te Meula-
boh werd vernomen, dat op den 30sten
November jl. naar Perembeu werd uit
gerukt, alwaar het bivak werd betrok
ken; van daaruit werden verkenningen
gemaakt naar Poe-Oeë en in dei boven
streken waar alles door de bevolking
verlaten werd bevonden.
De vijand schijnt na, den val van
Aloer Tampa van eene verdere verde
diging te hebben afgezien, zelfs tot het
zware en gemakkelijk te verdedigen
heuvelterrein bij Beo-gang werd do toe
gang aan de onzen niet betwist.
T. Bén Peroembeï moet gevlucht zijn
naar de grens met Seunagan, terwijl T.
Itam Tabo zich in het gebied van Keud-
jroeën van Batoeng moet ophouden.
Zoodra de weersgesteldheid beter is,
zal tegen T. Oemar worden geageerd
in afwachting daarvan worclt aan den
weg naai- Boven Meulaboh voortge*-
werkt.
Langs de rivier van Meulaboh waren
d'e rijstvelden overal reeds beplant, bet
gewas stond goed.
Poeloe Weh. Niets bijzonders.
Weersgesteldheid. Zeer regenachtig.
Wind Noordoostelijk. Op de Noord- en
Oostkust was dë zee zeer onstuimig en
de communicatie met den wal meerma
len onmogelijk.
Gezondheidstoestand. In de VU moe-
kims Ba-èt, Groot Atjeh, kwamen nog
steeds gevallen van buikloop voor, voor
al onder kinderen van 1 a 2 jaren. El-
dters was de gezondheidstoestand goed.
Veeziekte Nieuwe gevallen van vee
ziekte kwamen niet ter kennisse van
het bestuur.
Uit Kotaradja is dd. 24 December aan
het Bat. Nbld. geseind:
De gouverneur is hier van de West
kust teruggekeerd in afwachting van
het gereedkomeu van den weg naar dë
bovenstreken van Melabooh.
Volgens een van den civiel en en mi
litairen gouverneur van Atjeh en Onder-
hoorigheden, ontvangen telegram, heeft
de te Mant gelegerde compagnie van
do ter Westkust ageerende colonne den
20sten December den vijand te Aloer
Taxnpa aangevallen en hem verdreven
met achterlating van acht dooden, vier
goede achterlaadgeweren en verscheide
ne blanke wapens; onzerzijds wei-den
niet levensgevaarlijk gewond de Euro
peesche korporaal Bos (alg. st. no.
41224) en een Amboineesch fuselier.
(Java-Ct.)
Men schijnt, schrijft de J.-B., voor
nemens in het voorjaar van 1899 een
expeditie uit te rusten tegen Karanga-
semdit gerucht is althans van Bui
tenzorg naai- Batavia overgewaaid.
De generaal-majoor Van Heutsz heeft
aan den luitenant-kolonel van den gene
ral en staf Koster opgedragen om het
verslag van de Pedir-expeditie op te
maken.
Deze hoofdofficier, thans nog met
verlof tot herstel van gezondheid in de
Preanger-Regentschappen, zal, naar wij
vernemen, dien arbeid onmiddellijk na
terugkeer hier ter plaatse aanvangen.
De post Ketapaag Doea in Atjeh is
den 20en dezer opgeheven.
In het district Melati, regentschap
Slexnan, viel volgens „Het Centrum"
op een dér laatste dagen van December
des namiddags tusschen 2 en half drie
sneeuw, welke sneeuwval ongeveer een
hoofd van een onafhankelijk gebied in
de nabijheid van onze uiterste neder
zetting een kool gestoofd heeft.
De man kwam van tijd tot tijd wel
eens bij otns buurten, en had het dan
altijd druk over zijn begeerte om een
j Europeesche decoratie te bekomen. Men
besloot daarom den eerzuchtigen bond-
i genoot gelukkig te maken, knipte het
i bovenste gedeelte van een roode wijn-
j capsule netjes uit, hing het aan een
j fraai gekleurd sigarenlintje en spelde
- de medaille den nieuwen ridder op de
borst.
Kort daarna, kwam de resident op
tournée en ziet, daar verschijnt de zon
derling gedecoreerde in vol ornaat en
met de wijncapsule in het knoopsgat
om zijn opwachting bij bet hoofd van
gewestelijk bestuur te maken.
Gelukkig wist men den ridder nog
bijtijds te overtuigen dat het strijdig
was met de adat om in tegenwoordig
heid van zulk een hoog personage een
orde te dragen.; had. de resident de
lucht van de grap gekregen, d!an zou
een ernstige berisping aan het adres
van den ambtenaar niet zijn uitgeble-
Koloniën.
Atjeh.
Do Java Ct. van 27 December bevat j kwaiftier aanhield. De sneeuw smolt
Ha, CoolenUw vorst interes
seert zich voor onze militiewet hot verslag over de voornaamste gebeur-niet onmiddellijk en men kon ze tot
Bijzonder. tenissen in het gouvernement Atjeh en j een balletje .vormen, wat dan ook door
Komaan, dat treft. Ik kwamOnderhoorigheden, loopende van 2 totverschillenden werd gedaan.
juist UW oordeel vragen over de om- en met 14 December. Daaraan is het, Eenige oude menschen verklaarden,
waperjingsplanncn van den Czaar, u volgende ontleend: dat dit vroeger ook reeds had plaats
bent toch op de hoogte Pedir. Den 4en Dec. werd uit Segli gehad, en voorspelden., dat men er nu
Hoogte! Z. M. spreekt over een excursie ondernomen naar Keuma- zokor van kondé zijn, dat dë Merapi spoe-
niets anders. la, Titeuë, Tjoembo, Glé Siblah en dig zou losbarsten.
Gunstig gestemd Gloempang Pajong. De controleur Van een buiteupost deelt men aan
Enorm voorstander zelfs. maakte de excursie medé en hield met het „Bat. Hbld." mede. dat een amb-
Zoo, ZOO. Mag ik vragen is dat de verschillende hoofden besprekingen teuaar een poos geleden een Inlandsch
Hy was weinig geschoold"Willen
Deckers, eigenaardig en eigenzinnig
soms, wilde van methode niets hoo»
ren hy was zaDger by Gods genade,
kende zelfs de notcu niet eu evenmin
de Duitsclie taal, die by zoo vaak
moest gebruiken. Alles moest dus op
t et gehoor ingestudeerd en vanbuiten
geleerd worden. Dat gehoor en dat
geheugen lieten hem echter nooit in
den steek, en hy zong tot, in zijn
ouderdom, hy werd vier-en-zeventig
jaar, er lustig op los. Allereerst ker-
kelyae muziek wanneer zyne zware
stem zelfs de groote St. Jan geheel
voldeverder in de Liedertafel, zyn
troetelkind, waarvan hy een der op
richters was toen deze zich uit het
koor der Kruiskerk ontwikkelde. Vóór
eenige jaren, hy was toen reeds over
de zeventig, zong hy nog in de
„Schöpfuiig" van hl aydn de party van
„Adam." Iedereen die hem toen hoorde
zal net betreuren, dat zulk een groot
talent en zulk een edel menschtevens
ten grave ja gedaald.
'L trs e
Emuia Nevada komt in Februari
gastvoorstehingen geven in de Itah
aansche Opera.
Een mooi legaat.
De erfgenarru-u van deu onlangs te
Londen overleden Baron Ferdinand
Rothschild hebben bekend gemaakt,
dar behalve de kunstverzamelingen
ook een groot gedeelte van de biblio
theek van den overledene aan het
Britsch Museum is gelegateerd. Daar
bij is een groote verzameling missalen
en manuscripten met miniaturen, en
een zeer bijzondere collcctio prenten
van merkwaardige lijkstoeten. De
waarde van het aau het Britsch Mm
S3u.u gelegateerde wordt op een kieiue
f4.000.000 geschat.
De eerste opvoering van
„Faust."
Dezer dagen, 19 Januari, was het
70 jaar geleden, dat Goethe's „Faust"
voor de eerste maai gespeeld werd.
Dit geschiedde onder zeer eigenaar
dige omstandigheden.
De jonge hertog Karei van Brans-
wijk iet, op een avond in liet begin
van Januari 1S19 teen hy te Bruüs-
wyk in hel hoftheater was, den direc
teur Klingeuiaun komen eu vroeg
dezen auteur, wiens „Faust" toen veel
opgang maakte, of liij Goethe's „Faust"
reeds gelezen had. Het antwoord luidde
bevestigend. Toen zeide de hertog:
„Opdat U (Karei van Brunswyk
zeideEr) zult zien dat wij ous ouk om
uw8 (gezegd werd Seine) tooneelaan-
gelegenheden bekommeren, bevelen
wij het spoedig op te voeren. In acht
dagen kan denkelijk de instudeering
wel zyn afgeloopen.
Hevige schrik en protesten van
Klingemann, maar de hertog bleef bij
zijn bevel. Klingemann zond het ge
drukte stuk, maar ouk dat bracht
geen verandering in de plannen des
«lespoten. Toen zond de ongelukkige
directeur een renbode naar Goethe urn
hem te verzoeken het stuk speelklaar
te maken. Maar Goethe antwoordde
eenigszins kregelig, dat hy dit niet'
loon konhet stuk was trouwens iu
tiet geheel voor opvoering niet ge
schikt.
Toen toog Klingemann zelf aan den
arbeid en bracht het er zoo goed af,
dat Goethe hem later een brief zond
;;ra hem te bedanken en een gouden
zegelring, met zyn portret erop.
Eu door de gril vau een despoot
werd dus op 19 Januari i829 Goethe's
Faust" te Brunswyk het eerst ge-
Wiliem Deckers.
Uit den Bosch schrijft men:
Onze Willem Deckers is helaas ge
storven. Hij werd geboren in Deu
Bosch, hij leefde in Den Bosch, hy
stierf in Den Bosch, hy was tiet type
van een echten Bosschenaar, kalm,
leuk, gemoedelijk, vol humor en vol
kwinkslagen, ai tyd geneigd een on
gelukkige te helpen met zyn groot
talent, zonder aanzien van persoon of
gezindte. En wat een hand van sym
pathie tusschen hem en het pubhek,
tiet vergoodde hem. eu dat niet alleen
in Den Bosch, doch ook daarbuiten,
waar vóór twintig, dertig jaar en ook
wel later, zyn schoone stem bewon
derd werd.
%pOrt cm
Hockey.
De Velser Hockey Club verloor
Zondag te 's Gravenhage haar wed
strijd tegen de 's Gravenbaagsche
Hockey eu Bandy Club met 1 tegen 10.
RECHTSZAKEM.
Een incidentje in de Breda-
sche rechtzaal.
Aan eeo der bekl., een 17jarigen
dief, vroeg het O. M. of hy het was,
die eens gepoogd had aan de handen
der maréchaussee te ontsnappen. Hy
antwoordde bevestigend. Vervolgens
werd de vraag gesteld of by, indien
hy geld had, niet trachten zou naar
België uit te wijken. Hie-op bleef
beklaagde het antwoord fcbuldig.
De officier van justitie vroeg daar
op wegens diefstal iu verbinding voor
alle drie negen maanden gevangenis
straf en omdat er gevaar bestond,
dat voornoemde E. zou trachten te
ontsuappeu diens onmiddellijke inhech
tenisneming.
De rechtbank begaf zich voor eenige
oogenblikkeu in raadkamer om over
dit laatste te beslissoc.
Ternakeerende gaf de president
inderdaad bevel E. op staanden voet
gevangen te nemen.
Nauweiijks was een maréchaussée
naar voren getreden of dejougeo, als
door een electrischen schok bewogen,
springt op eu loopt weg, maar ziende
dat ontvluchten totaal ounugolyk was,
grijpt hy een emmer (van de overtui-
gingstnkken) cn dreigt daarmede den
gerechtsdienaar te gooien. Dadelijk
springt de deurwaarder toe. beiden
vallen op den grond onder het geraas
van rinkelende emmers eu daarop be
gint de bengel zoodanig te schoppen
eu te trappen, dat twee maréchaussees
er nog aan to pas kwamen cm hem
tot bodaren to brengen. Onder woest
gehuil bracht een der laatsten den
veelbelovenden knaap op de armen
weg. Zoo onverwachts was alles in 't
werk .gegaan, dat ieder, hoe onbedui
dend het geval ook wezen moge, voor
een oogenblik verbluft stond.
RIEIIWS.
Do zaak-Dreyfus.
De Siècle bevat oen brief van Paul
Meyer aan Jules Lemaiire, waarin
hy de exclusieve en aanvallende hou
ding van de „Ligue de la Patrie
tVan^aiso" in strijd met de verzeke
ringen vau Lemaitro, betreurt. De
veronderstellingen van Jaurès en van
ben. die Lemaiire ironisch de „intellee-
taels" noemt, betreffende het borderel
en het valsche stuk van Henry, zyn
gebleken op degelyke gronden "te be
rusten. De aanvallen tegen het leger
bieren beperkt, tot enkele gecompro
mitteerde officieren. Meyer laakt ver
volgens de beleedigiugeu van Lemaitre
tegen de rechterlijke macht zün
gehoor was klaarblijkelijk vijandig
gestemd tegen de beschikkingen van
Let Hof vau cassatie. Meyer besluit
mei te zeggen, dat de ve: blinding en
de haat zijner medeburgers nem smar
telijke berinneriugeu voor den geest
roept aan de gesteldheid der gemoede
ren in Juli 1870, toen eou onwetende
en meegesleepte pers tot een oorlog
drong, waarvan zy niet in staat was
de gevolgen te voorzien.
meer dim ik ooit kan vergelden.
Misschien ben ik anders dan andere
vrouwen.
Als ik mij zelf afvraag „heb ik hem
lief' dan kan ik geen antwoord geven
- want ik weet niet wat liefde is. Ik
voelde mij gelukkig met uw vriendschap
en zal «altijd met vreugde terugdenken
aan den dag, waarop ik u voor 't eerst
on tmoette. Maar van uw aan staan dë
vrouw kunt ge meer verlangen. Mis
schien komt ex- een dag, waarop ik kan
zeggen Paul, ik heb je lief. En als die
dag aanbreekt, zal ik niet schromen te
spreken. Dan zal ik u antwoorden, als
gij 't wilt en zeggen dat ik geleerd heb
u te beminnen!"
Het was niet het antwoord, dat hij
verlangdemaar toch de gedachte dat
zij hem altijd tot haar vrienden zou
blijven rekenen en zich gelukkig voelde,
wanneer hij bij haar was, deed zijn
polsen sneller kloppen, en haar tot zich
trekkend kuste hij haai- op 't voorhoofd.
„God zegene u, kleine Marian! God
zegene u voor- die belofte!" zeide hij.
„Het was maar een belofte, Paul,"
antwoordde zij. „Meer kan ik u niet
geven ik kan u niet bedriegen, boe
zou ik dan uw vriendschap waardig
kënncn zijn?"
..Er bestaat geen edeler vrouw dan
gij op de heele wereld
De stem van Joan bracht hen tot de
werkelijkheid terug. De oude man wilde
de poort sluiten en Marian nam spoe
dig afscheid van haar minnaar en haast
te zich naar binnen. Maar kapitein Paul
bleef nog lang voor het verlichte paleis
van den gouverneur heen en weer loo
pen en toen hij naar zijn tent terugkeer
de zag hij, dat het ijsfeest afgeloopen
en het paleis in 't duister gehuld was.
„Het is nu nacht," zeide hij tot zich
zelf, „maar morgen zal de zon wel schij
nen en dan zie ik haar terug. Zij zal de
batterijen met mij gaan bezichtigen. Al
les wil ik haar wijzen en dat zal veel
tijd nemen. God zegene het meisje, dat
ik liefheb!"
„O! als hij 't eens wist! als hij 't
eens wist!"
HOOFDSTUK II.
Generaal Stefanovic, gouverneur van
Kroonstad, liad de gewoonte eiken mor
gen te half negen naar de leerkamer zij
ner dochters te gaan, am haar een kus
I op de wang te drukken en haar gouver-
nanto goeden morgen te wenschen. De
tijd bad geen verandering in deze ge
woonte gebracht; altijd werden dezelf
de woorden en complimentjes gespro
ken. Als de generaal tijd' had bleef hij
wat langer dan noodig was om met het
jonge meisje, die zijn kinderen onder
wees, te flirten. Had hij. echter haast
dan vergenoegde hij zich met haar ach
ter den rug van zijn dochters een kus
hand toe te werpen.
„Bonjour, Varia."
„Bonjour, cher papa."
„Et toi, Rina?"
..Bien, cher papa," luidde het clan.
Marian Best, die in het jaar 1895
gouvernante bij zijn kinderen was, be
weerde altijd dat, wanneer de oude ge
neraal lachte, het bovengedeelte van
zijn hoofd dreigde te vallen, evenals
het kopje van een ei. Maar dit veront
rustende effect was eerder het gevolg
van "t verven zijner wenkbrauwen dan
wel van een of ander gebrek aan zijn
hoofd of lichaam. Want d'e zestig jaren
die reeds over zijn hoofd waren gegaan,
hadden zijn ij delheid niet kunnen ver
inindexen. Een blik uit de oogen eener
vrouw was nog in staat zijn hartstoch
ten op te wekken. Marian zeide dat het
er veel van had of hij in zulke oogenr
blikken op heete kolen zat. Zijn ver
schrompeld lichaam zwol dan op totdat
de stijf toegehaalde corsetveter dreigde
te barstenonophoudelijk stond hij te
buigen terwijl hij zijn magere, bijna
ontvleeschde hand tegen de borst druk-
te. Zij verafschuwde d'e dagen, dat hij
weinig werk haden het was een ware
verademing voor haar als zij zijn sabel
over de steenen corridor hoorde klet-
I teren of Joan met zijn kaplaarzen zag
loopen.
,,0! gij moet onze taal bepaald lee-
ï't'u," zeide hij dikwijls, „gij moet het
werkwoord beminnen leeren. Op een
goc-den .dag zal ik er u in onderrichten.
Dan moet gij mij woord voor woord
herhalen, totdat gij bet van buiten kent.
HahahaWüt gij niet van mij lee-
ren, juffrouw Best? Zou ik niet goed'
les geven, denkt ge?"
„Lieve papa, wat zegt ge toch tegen
de juffrouw." vroeg Rina eens.
„Niets, lieve, xiiets."
Somtijds als de marionetten met vr«v
gende oogen naar zijn verliefde gesprek
ken zaten te luisteren werden zij daar
over op alles belialve liefderijke wijze
onderhouden. Hij kon zich niet uiten
zooals hij wilde, wanneer de kinderen
tagenwooi'dig waren.Verliefd gefluister
of een heimelijke .handkus bevredigden
niet. Men zou moeielijk kunnen geloo-
ven, dat deze geparfumeerde, oxide fat,
wiens schedel kaal en glimmend was
als een billardbal en wiens wenkbrau
wen een twijfelachtige kleur hadden,
gouverneur van Kroonstad, en de bewa
ker van 't machtige Russische rijk was,
waardoor de vrijheid van millioenen
mcnschcn van hem aflxing. Toch be-
-tond er geen trouwer dienaar van den
Czaar in het gelxeele Keizerrijk, geen
man, die zoo stipt zijn plichten nakwam
als generaal Stefanovic. Hiji leefde slechts
voor zijn werk; het eenvoudige, onge
riefelijke huis op den Noordelijken oe
ver van het eiland was in zijn oogen
een paleishij verlangde geen andere
tuinen te zien dan die van de vesting.
Zijn wereld bestond in het kalkach
tige, naakte eiland, dat in dé golf van
Finland ter bescherming van Rusland1
is gelegen. Zijn ijdellxeden, zijn „po
seeren en op 't effect werken," zooals
Marian Best 't noemde maren amuse- j
meuten om zijn vrijjen tijd mee te
doodën. Zoocfc-a de naam Kroonstad I
werd genoemd, vex-ga.t hij1 ze. Deze
naam was alles voor hem hij maakte j
den grondslag van zijn bestaan uit.
Dit was de reden, dat hij over zoo
weinig vrijen tijd te beschikken had.
Zijn huisvadexiijke plichten beperkte
liij. dan ook tot een gezellig, praatje met j
zijn kinderen 's morgens en enkele woor- j
den 's avonds bijt het naar bed gaan. I
Alle andere tijden was hij de strenge'
bevelhebber, die met Argusoogen de
vesting bewaakte, de onverbiddelijke
soldaat, die de tucht met ijzeren vuist
handhaafde.
Men siddexxle voor zijn blik; de ker
kers van de citadel weergalmden van
de kreten der gevangenen, die door zijn
ongenoegen getroffen waren.
Wantrouwde hij iemand ook maai"
eenigszins, dan, was diens carrière voor
goed gebroken.
Hij was een rechtvaardig man, maar
die geen vei'giffenis kende.
Te negen uur 's morgens verscheen
dé generaal in zijn particulier kabinet.
Geen feest of vasten of wat ook was
een verontschuldiging voor degenen, die
op hun post moesten zijn.
Zoodra de klok negen uur begon te
slaan trad bij binnen en de slagen wa
ren nauwelijks weggestorven of de grim
mige, oude kolonel Bonzo, de eerste die
in rang op dén generaal volgde, stond
vooi" hem en deed verslag van al het
gebeurde.
(Wordt vervolgd.)