De mede te Rotterdam roorloopig aangehondene bewoner der Rechter Rottekade van D. is weder op vrije ▼oeten gelaten. Omtrent Uittenboogaard, die in z|jne jonge jaren werd grootgebracht bjj zijn grootvader te Bleiswyk, een goed gezeten burger, valt nog te ver melden, dat hij reeds op zijn twaalf de jaar een arbeider, van zijn groot vader, by het peensnyden, met een mes in den schouder stak om een nie tigheid. Wegens snijden en vechten kwam hij later herhaaldelijk met de politie in contact. Toen hij trouwde, was hy in goeden doen en bezat, hij een kapitaaltje van f25.000. Zijne vrouw woont met hunne beide kinde ren. een jongen van 12 en een meisje van 13 jaar, nog te Rotterdam en voorziet in haar onderhoud met uit werken te gaan. Vrijdag voor den moord keerde Uit- tenboogaard uit Duisburg, waarheen hij de wijk had genomen nazynlaat- sten diefstal, met de boot terug, bracht een bezoek aan een goeden kennis in de OraDjeboomstraat en nam daarna zyn intrek bij Kraayenbrink in de Haarlemmerstraat. Hoe zyne kleeding, die te Antwerpen door den inspecteur P. J. Boogaards in beslag genomen werd, met bloed bevlekt geraakte, weet hjj niet op te helderen Hij zegt die kleeding aan Kraayen brink gegeven te hebben om ze te verkoopen toen was er volgens hem geen bloed op, en wat er daarna me de gebeurd is, hetzij bjj den uitdrager, hetzy toen Kraayenbrink er mede naar den man op weg was, weet hjj na tuurlijk niet, want Kraayenbrink ver kocht ze. De confrontatie van laatstgenoemde met de Belgische gendarmen te Es sen heeft geen resultaat gehad.Kraay- enbrink werd niet herkend. Gedurende hun verblijf bij de politie te Rotterdam hebben beiden tot het laatste toe hunne kalmte bewaard. Zij waren heel gewoon, sliepen des nachts uitstekend en zóo vast zelfs, dat zij soms 's morgeus gewekt moesten wor den. Zonder iets te bekennen zijn zij naar Den Haag gegaan. De beiden verdachte zijn te's-Gra- veuhagé afzonderlijk met den gevan genwagen naar het gebouw der recht bank gebracht, om voor den rechter commissaris in verhoor te worden ge nomen. Na het verhoor werden de twee verdachten voorloopig naar de cellu laire gevangenis overgebracht. Beiden ontkennen tot nu toe zich aan het misdrijf te hebben schuldig gemaakt. De heer P. van Beuzekom, arts te Marken, omtrent wien werd gemeld, dat de burgemeester van Marken tegen nem proces-verbaal had opgemaakt wegens lasterlijke aantijging, deelt in De Monnikendammer mede dat bij hem daarvan tol heden niets bekend is. eu voegt daaraan toe: „Maar wel weet ik, dat door de vrouw, die zich op mijn spreekuur is komen beklagen over binnendringen barer woning en gepleegd geweld" aan haar en haar 17-jarigen jongen door dien burge meester en een veldwachter, een aan klacht is iugediend geworden bij den officier van justitie." Vergiftiging. Men meldt, uit Ocde-Tonge van 21 Januari aan de N. R. Cl. Gistereu had hier eene vergiftiging plaats met doodelykeu afloop. Of er vergissing of opzet in 't spel is, za! de justitie moeten uitmaken. Op haren last is de man van het slachtoffer heden in verzekerde bewaring gesteld. Poging tot ontsporing. De laatste tram van Tilburg naar Waalwijk is Zondagavond aan een groot gevaar ontsnapt. Ndbjj Kaats heuvel wareu op de rails gelegd acht takkenbossen de machinist, denkende dat het sehaduwr was, bracht de tram gelukkig tot stilstand, toen de machine reeds aan 't kruien was. Persoonlijke ongeiukken kwamen niet voor; de politie is er van in konnis gesteld. Begrafenis. Zaterdag had te Bcrkel en Roden rijs de plechtige begrafenis plaats der slachtoffers van den afschuwelijken moord. Eeno groote volksmenigte, waar onder de meeste notabelen, waren de reden van Z. M.'s overkomst naarover bestuursaangelegenheden en ook itegenwoordigook de burgemeesterEuropa? der gemeente en de oud-burgemeester, i Zeker. Een bezoek aan Peters- thans burgemeester van Hilligersberg.burg staat op het programma. I De predikant ds. Stigter, nam, nadat j —Wanneer? beide lijken in de groeve waren neder- j Zoo spoedig mogelijk. Hjj heeft gedaald, het woord. i'terg druk. De eenige broeder van Ripping was j Kom niet in staat de droevige plechtigheid i Zeker. Hjj moet alle Europeesche bij te wonen. i hoven bezoeken. Dat's toevalligMag ik Hoog water. weten? U mag alles weten. Eerst Men schrijft uit Wageuingen: Het,komen we hier om den persoonlijken water bleef alhier tot heden wassende, j dieustplicht te bestudeeren. Dan naar Zelfs is de weg onder langs naar het Lexkesveer overstroomd. Aan het Opheusdensche veer blijft de overtocht voor rij- en voertuigen gestremd. Aan het Lexkesveer geschiedt de overtocht geregeld per .-ierpont. j Eenige schepen hebben een schuil- I plaats in de haveo gezocht, j Niettegenstaande den vrij hevigen j wind hebben de dijken tot heden niet 'van afslag te lijden. Voor velen veroorzaakt het schade nu de steenfabrieken öf in h6t geheel niet öf zeer moeilijk te bereiken zijn. I l leest toeli are-1 |s-egel«l liet Fe«il-| lleton van..Maar-I I Jem's l>agbla(l"?| BSSWW In een van oc.e café.-chaulants, 't doet er op het oogenblik niet toe welk, schrijft de N. Rott. Cltreedt een komiek op, die het volgende stokje Amsterdamscheu volkshumor, door hemzelf bespied, oververtelt. In een Amsterdamsche achterbuurt wonen in een huis vele gezinnen, die alle op een gemeenschappelijke trap uitkomen. Ze hebben gemerkt dat een van de buurvrouwen, Saar, steelt, wat zij maar grijpen kan, en zullen haar dit iu het openbaar verwijten. Saar komt op een goeden dag uit haar deur en wordt nu ontvangen door de buurvrouwen, die haar in koor, op de wijze van Pietje Puck, toezingen: Daar heb je Saartje. daar heb je [Baartje Pik Ze heit mijn stoffer en mijn vullisblik, Mfin spons, myn zoemelap Die heit ze ook gegap'. Ze is de grootste dief van heel de trap. „Door het vredig Europa." Onder dit opschrift lezen wij in het Hbld. de volgende aardige persiflage op den „vredesM-toestaud in Europa in verband met den vredesboodschap van den Czaar. Ik vond aan 't ontbijt een hnpsch briefje van William Stead. Amice. Ik heb veel succes op myn tournée langs de Europeesche hoven. Alles marcheert goed maar 't kost me al m'n vrijen tijd. Nu hoor ik. dat de eerste minister vau koning Ross in Amsterdam afgestapt is, ik geloof in de „Metropool". Zou je me genoe gen willen doen, deu man eens te vra gen, hoe ze iu het rijk van Keeling- Koko over het zaakje denken Tata... enz Een occasional had me juist in bet Haassclie „Dagblad" geleerd, dat Keeling-Koko geen nieuw chocolade- merk was. Ik begreep dat er geen sprake was van concurrentie van Van Houten, Blooker of Bensdorp. Een half uur later was ik al aangediend bij den eerste minister, een charman te man, die me toch even aan choco la herinnerde. Het gesprek liep alsof wjj elkaar van vroeger kenden en spoedig hoorde ik, dat de koning nog in Londen was en zyn minister voor uit gereisd was om audiëntie te vra gen by den heer Coolen. Ik had den voet in den stijgbeugel. België, om te zien boe de nieuwe compagnies militaire-wielrijders daar bevalleu. Vervolgens Duitschland Tirpitz wil ons inzage geven van zyn vlootplannen. Daarop Zweden, waar, ter wille der ontwapening, de vorming van drie nieuwe regimenten wordt voorbereid. Maar In Frankrijk zyn wy nitgenoo- digd op een tochtje per „Gustave Zédé", de onderzeescbe torpedoboot. In Zwitserland gaan wjj het proef- schieten met de nieuw-batterijen berggeschut meemaken. In Italië wil men mijn meester monsters van de pas uitgevonden dyoamiet-melinietpatroon zien te krijgen. In Oostenrijk bereidt men ons een voorstelling voor met de patent-twintigduims pantserplaten. En dan Dan reizen we over Athene, waar Z. M. het origineele oorlogsrap port van Prins George wil bestudeeren. We zyn dan dicht by Koustautinopel en treffen daar juist Krupp. die op het oogenblik de Dardanellen versterkt. Hy heeft nog een bestelling van ons loopen voor drie pantserkruisers, een stalen fort. vier 32 ponders, 20,000 geweren, 170,000 kilo Pardon, dat ik uin de reden vai, maar Wel? Gaat n dan den Czaar opzoeken, om te spreKeo over Dat 's te zeggen, als hy dan van de groote manoeuvres terug is. Postkantoortje Amsterdam. De liften in het'meu we postkantoor waarop zoo geruimen tyd gewacht is* zyn thans aangekomen en gesteld. Evenwel zijn ze nog niet door het. Ryk overgenomen. Zoodra dit gebeurd is en nog eenige kleine werkzaam heden zyn verricht, zal men alles voor den dienst gaan inrichten en dau hoopt men dat half Februari het nieuwe gebouw in zyn gebeel in ge bruik kan worden genomeneen be paalde datum kan -echter thans nog niet worden genoemd. De pakiketpast blijft, aiihans den eersten* tyd, in bet gebouw aan het Damrak. Is liet nieuwe postkantoor in gebruik, dan wordt, de loods grooteu- deels afgebroken het gedeelte voor den pakketposidienst noodig. blyft staan en wordt waarschijnlijk voor de zekerheid door een steenen muur omgeven. Men weet dat destijds voor een som van ongeveer f 60,000 het Ryk van de gemeente kocht een groot terrein aan de De Ruyterkade .naast het cale Czaar Peter, ten einde daar te bouwen een groot gebouw, dat, mot een tunnel aan het Centraal Station verbonden, zou dienen voor te Amsterdam aan komende en uit de stad vertrekkende paketten. Wy vernemen dar, van dien bouw niets koui8u zal. Hei waarom wden wy niet en wat het Rijk met den grond zal doen evenmin. 't Is echter te wenschen dat bot Rijk spoedig maatregelen zal weten te nemen om goede gebouwen voor den postpakketdienst te stichten, nu gebleken is dat het nieuwe postkan toor voor dien dienst geen voldoende ruimte aanbiedt, opdat de loods binnen niet te langen tyd geheel van bet Damrak zal kunnen verdwijnen. (Hbld.) over eventueel te bouwen barakken of te huren woningen voor tijdelijk logies van onze doortrekkende troepen. Allerwege was de bewolking bezig met den sawah-arbeid. In de gampongs en peukans toonde zij ook vrouwen en vooral kinderen niet de minste vrees, zoodat de toestand, met uitzondering van dien in liet Zuidelijk heuvelterrein, bevredigend kan worden genoemdt Ook het verbod om wapens te dragen is bij de bevolking doorgedrongenop den vierdaagscben tocht werden slechts 3 Atjehers in overtreding aangetroffen. Oostkust. T. Tapa zou zich volge de laatste berichten iu de Gajoelanden bevinden, en wel aan den bovenloop der Bajan-rivier. Westkust. Van de colonne te Meula- boh werd vernomen, dat op den 30sten November jl. naar Perembeu werd uit gerukt, alwaar het bivak werd betrok ken; van daaruit werden verkenningen gemaakt naar Poe-Oeë en in dei boven streken waar alles door de bevolking verlaten werd bevonden. De vijand schijnt na, den val van Aloer Tampa van eene verdere verde diging te hebben afgezien, zelfs tot het zware en gemakkelijk te verdedigen heuvelterrein bij Beo-gang werd do toe gang aan de onzen niet betwist. T. Bén Peroembeï moet gevlucht zijn naar de grens met Seunagan, terwijl T. Itam Tabo zich in het gebied van Keud- jroeën van Batoeng moet ophouden. Zoodra de weersgesteldheid beter is, zal tegen T. Oemar worden geageerd in afwachting daarvan worclt aan den weg naai- Boven Meulaboh voortge*- werkt. Langs de rivier van Meulaboh waren d'e rijstvelden overal reeds beplant, bet gewas stond goed. Poeloe Weh. Niets bijzonders. Weersgesteldheid. Zeer regenachtig. Wind Noordoostelijk. Op de Noord- en Oostkust was dë zee zeer onstuimig en de communicatie met den wal meerma len onmogelijk. Gezondheidstoestand. In de VU moe- kims Ba-èt, Groot Atjeh, kwamen nog steeds gevallen van buikloop voor, voor al onder kinderen van 1 a 2 jaren. El- dters was de gezondheidstoestand goed. Veeziekte Nieuwe gevallen van vee ziekte kwamen niet ter kennisse van het bestuur. Uit Kotaradja is dd. 24 December aan het Bat. Nbld. geseind: De gouverneur is hier van de West kust teruggekeerd in afwachting van het gereedkomeu van den weg naar dë bovenstreken van Melabooh. Volgens een van den civiel en en mi litairen gouverneur van Atjeh en Onder- hoorigheden, ontvangen telegram, heeft de te Mant gelegerde compagnie van do ter Westkust ageerende colonne den 20sten December den vijand te Aloer Taxnpa aangevallen en hem verdreven met achterlating van acht dooden, vier goede achterlaadgeweren en verscheide ne blanke wapens; onzerzijds wei-den niet levensgevaarlijk gewond de Euro peesche korporaal Bos (alg. st. no. 41224) en een Amboineesch fuselier. (Java-Ct.) Men schijnt, schrijft de J.-B., voor nemens in het voorjaar van 1899 een expeditie uit te rusten tegen Karanga- semdit gerucht is althans van Bui tenzorg naai- Batavia overgewaaid. De generaal-majoor Van Heutsz heeft aan den luitenant-kolonel van den gene ral en staf Koster opgedragen om het verslag van de Pedir-expeditie op te maken. Deze hoofdofficier, thans nog met verlof tot herstel van gezondheid in de Preanger-Regentschappen, zal, naar wij vernemen, dien arbeid onmiddellijk na terugkeer hier ter plaatse aanvangen. De post Ketapaag Doea in Atjeh is den 20en dezer opgeheven. In het district Melati, regentschap Slexnan, viel volgens „Het Centrum" op een dér laatste dagen van December des namiddags tusschen 2 en half drie sneeuw, welke sneeuwval ongeveer een hoofd van een onafhankelijk gebied in de nabijheid van onze uiterste neder zetting een kool gestoofd heeft. De man kwam van tijd tot tijd wel eens bij otns buurten, en had het dan altijd druk over zijn begeerte om een j Europeesche decoratie te bekomen. Men besloot daarom den eerzuchtigen bond- i genoot gelukkig te maken, knipte het i bovenste gedeelte van een roode wijn- j capsule netjes uit, hing het aan een j fraai gekleurd sigarenlintje en spelde - de medaille den nieuwen ridder op de borst. Kort daarna, kwam de resident op tournée en ziet, daar verschijnt de zon derling gedecoreerde in vol ornaat en met de wijncapsule in het knoopsgat om zijn opwachting bij bet hoofd van gewestelijk bestuur te maken. Gelukkig wist men den ridder nog bijtijds te overtuigen dat het strijdig was met de adat om in tegenwoordig heid van zulk een hoog personage een orde te dragen.; had. de resident de lucht van de grap gekregen, d!an zou een ernstige berisping aan het adres van den ambtenaar niet zijn uitgeble- Koloniën. Atjeh. Do Java Ct. van 27 December bevat j kwaiftier aanhield. De sneeuw smolt Ha, CoolenUw vorst interes seert zich voor onze militiewet hot verslag over de voornaamste gebeur-niet onmiddellijk en men kon ze tot Bijzonder. tenissen in het gouvernement Atjeh en j een balletje .vormen, wat dan ook door Komaan, dat treft. Ik kwamOnderhoorigheden, loopende van 2 totverschillenden werd gedaan. juist UW oordeel vragen over de om- en met 14 December. Daaraan is het, Eenige oude menschen verklaarden, waperjingsplanncn van den Czaar, u volgende ontleend: dat dit vroeger ook reeds had plaats bent toch op de hoogte Pedir. Den 4en Dec. werd uit Segli gehad, en voorspelden., dat men er nu Hoogte! Z. M. spreekt over een excursie ondernomen naar Keuma- zokor van kondé zijn, dat dë Merapi spoe- niets anders. la, Titeuë, Tjoembo, Glé Siblah en dig zou losbarsten. Gunstig gestemd Gloempang Pajong. De controleur Van een buiteupost deelt men aan Enorm voorstander zelfs. maakte de excursie medé en hield met het „Bat. Hbld." mede. dat een amb- Zoo, ZOO. Mag ik vragen is dat de verschillende hoofden besprekingen teuaar een poos geleden een Inlandsch Hy was weinig geschoold"Willen Deckers, eigenaardig en eigenzinnig soms, wilde van methode niets hoo» ren hy was zaDger by Gods genade, kende zelfs de notcu niet eu evenmin de Duitsclie taal, die by zoo vaak moest gebruiken. Alles moest dus op t et gehoor ingestudeerd en vanbuiten geleerd worden. Dat gehoor en dat geheugen lieten hem echter nooit in den steek, en hy zong tot, in zijn ouderdom, hy werd vier-en-zeventig jaar, er lustig op los. Allereerst ker- kelyae muziek wanneer zyne zware stem zelfs de groote St. Jan geheel voldeverder in de Liedertafel, zyn troetelkind, waarvan hy een der op richters was toen deze zich uit het koor der Kruiskerk ontwikkelde. Vóór eenige jaren, hy was toen reeds over de zeventig, zong hy nog in de „Schöpfuiig" van hl aydn de party van „Adam." Iedereen die hem toen hoorde zal net betreuren, dat zulk een groot talent en zulk een edel menschtevens ten grave ja gedaald. 'L trs e Emuia Nevada komt in Februari gastvoorstehingen geven in de Itah aansche Opera. Een mooi legaat. De erfgenarru-u van deu onlangs te Londen overleden Baron Ferdinand Rothschild hebben bekend gemaakt, dar behalve de kunstverzamelingen ook een groot gedeelte van de biblio theek van den overledene aan het Britsch Museum is gelegateerd. Daar bij is een groote verzameling missalen en manuscripten met miniaturen, en een zeer bijzondere collcctio prenten van merkwaardige lijkstoeten. De waarde van het aau het Britsch Mm S3u.u gelegateerde wordt op een kieiue f4.000.000 geschat. De eerste opvoering van „Faust." Dezer dagen, 19 Januari, was het 70 jaar geleden, dat Goethe's „Faust" voor de eerste maai gespeeld werd. Dit geschiedde onder zeer eigenaar dige omstandigheden. De jonge hertog Karei van Brans- wijk iet, op een avond in liet begin van Januari 1S19 teen hy te Bruüs- wyk in hel hoftheater was, den direc teur Klingeuiaun komen eu vroeg dezen auteur, wiens „Faust" toen veel opgang maakte, of liij Goethe's „Faust" reeds gelezen had. Het antwoord luidde bevestigend. Toen zeide de hertog: „Opdat U (Karei van Brunswyk zeideEr) zult zien dat wij ous ouk om uw8 (gezegd werd Seine) tooneelaan- gelegenheden bekommeren, bevelen wij het spoedig op te voeren. In acht dagen kan denkelijk de instudeering wel zyn afgeloopen. Hevige schrik en protesten van Klingemann, maar de hertog bleef bij zijn bevel. Klingemann zond het ge drukte stuk, maar ouk dat bracht geen verandering in de plannen des «lespoten. Toen zond de ongelukkige directeur een renbode naar Goethe urn hem te verzoeken het stuk speelklaar te maken. Maar Goethe antwoordde eenigszins kregelig, dat hy dit niet' loon konhet stuk was trouwens iu tiet geheel voor opvoering niet ge schikt. Toen toog Klingemann zelf aan den arbeid en bracht het er zoo goed af, dat Goethe hem later een brief zond ;;ra hem te bedanken en een gouden zegelring, met zyn portret erop. Eu door de gril vau een despoot werd dus op 19 Januari i829 Goethe's Faust" te Brunswyk het eerst ge- Wiliem Deckers. Uit den Bosch schrijft men: Onze Willem Deckers is helaas ge storven. Hij werd geboren in Deu Bosch, hij leefde in Den Bosch, hy stierf in Den Bosch, hy was tiet type van een echten Bosschenaar, kalm, leuk, gemoedelijk, vol humor en vol kwinkslagen, ai tyd geneigd een on gelukkige te helpen met zyn groot talent, zonder aanzien van persoon of gezindte. En wat een hand van sym pathie tusschen hem en het pubhek, tiet vergoodde hem. eu dat niet alleen in Den Bosch, doch ook daarbuiten, waar vóór twintig, dertig jaar en ook wel later, zyn schoone stem bewon derd werd. %pOrt cm Hockey. De Velser Hockey Club verloor Zondag te 's Gravenhage haar wed strijd tegen de 's Gravenbaagsche Hockey eu Bandy Club met 1 tegen 10. RECHTSZAKEM. Een incidentje in de Breda- sche rechtzaal. Aan eeo der bekl., een 17jarigen dief, vroeg het O. M. of hy het was, die eens gepoogd had aan de handen der maréchaussee te ontsnappen. Hy antwoordde bevestigend. Vervolgens werd de vraag gesteld of by, indien hy geld had, niet trachten zou naar België uit te wijken. Hie-op bleef beklaagde het antwoord fcbuldig. De officier van justitie vroeg daar op wegens diefstal iu verbinding voor alle drie negen maanden gevangenis straf en omdat er gevaar bestond, dat voornoemde E. zou trachten te ontsuappeu diens onmiddellijke inhech tenisneming. De rechtbank begaf zich voor eenige oogenblikkeu in raadkamer om over dit laatste te beslissoc. Ternakeerende gaf de president inderdaad bevel E. op staanden voet gevangen te nemen. Nauweiijks was een maréchaussée naar voren getreden of dejougeo, als door een electrischen schok bewogen, springt op eu loopt weg, maar ziende dat ontvluchten totaal ounugolyk was, grijpt hy een emmer (van de overtui- gingstnkken) cn dreigt daarmede den gerechtsdienaar te gooien. Dadelijk springt de deurwaarder toe. beiden vallen op den grond onder het geraas van rinkelende emmers eu daarop be gint de bengel zoodanig te schoppen eu te trappen, dat twee maréchaussees er nog aan to pas kwamen cm hem tot bodaren to brengen. Onder woest gehuil bracht een der laatsten den veelbelovenden knaap op de armen weg. Zoo onverwachts was alles in 't werk .gegaan, dat ieder, hoe onbedui dend het geval ook wezen moge, voor een oogenblik verbluft stond. RIEIIWS. Do zaak-Dreyfus. De Siècle bevat oen brief van Paul Meyer aan Jules Lemaiire, waarin hy de exclusieve en aanvallende hou ding van de „Ligue de la Patrie tVan^aiso" in strijd met de verzeke ringen vau Lemaitro, betreurt. De veronderstellingen van Jaurès en van ben. die Lemaiire ironisch de „intellee- taels" noemt, betreffende het borderel en het valsche stuk van Henry, zyn gebleken op degelyke gronden "te be rusten. De aanvallen tegen het leger bieren beperkt, tot enkele gecompro mitteerde officieren. Meyer laakt ver volgens de beleedigiugeu van Lemaitre tegen de rechterlijke macht zün gehoor was klaarblijkelijk vijandig gestemd tegen de beschikkingen van Let Hof vau cassatie. Meyer besluit mei te zeggen, dat de ve: blinding en de haat zijner medeburgers nem smar telijke berinneriugeu voor den geest roept aan de gesteldheid der gemoede ren in Juli 1870, toen eou onwetende en meegesleepte pers tot een oorlog drong, waarvan zy niet in staat was de gevolgen te voorzien. meer dim ik ooit kan vergelden. Misschien ben ik anders dan andere vrouwen. Als ik mij zelf afvraag „heb ik hem lief' dan kan ik geen antwoord geven - want ik weet niet wat liefde is. Ik voelde mij gelukkig met uw vriendschap en zal «altijd met vreugde terugdenken aan den dag, waarop ik u voor 't eerst on tmoette. Maar van uw aan staan dë vrouw kunt ge meer verlangen. Mis schien komt ex- een dag, waarop ik kan zeggen Paul, ik heb je lief. En als die dag aanbreekt, zal ik niet schromen te spreken. Dan zal ik u antwoorden, als gij 't wilt en zeggen dat ik geleerd heb u te beminnen!" Het was niet het antwoord, dat hij verlangdemaar toch de gedachte dat zij hem altijd tot haar vrienden zou blijven rekenen en zich gelukkig voelde, wanneer hij bij haar was, deed zijn polsen sneller kloppen, en haar tot zich trekkend kuste hij haai- op 't voorhoofd. „God zegene u, kleine Marian! God zegene u voor- die belofte!" zeide hij. „Het was maar een belofte, Paul," antwoordde zij. „Meer kan ik u niet geven ik kan u niet bedriegen, boe zou ik dan uw vriendschap waardig kënncn zijn?" ..Er bestaat geen edeler vrouw dan gij op de heele wereld De stem van Joan bracht hen tot de werkelijkheid terug. De oude man wilde de poort sluiten en Marian nam spoe dig afscheid van haar minnaar en haast te zich naar binnen. Maar kapitein Paul bleef nog lang voor het verlichte paleis van den gouverneur heen en weer loo pen en toen hij naar zijn tent terugkeer de zag hij, dat het ijsfeest afgeloopen en het paleis in 't duister gehuld was. „Het is nu nacht," zeide hij tot zich zelf, „maar morgen zal de zon wel schij nen en dan zie ik haar terug. Zij zal de batterijen met mij gaan bezichtigen. Al les wil ik haar wijzen en dat zal veel tijd nemen. God zegene het meisje, dat ik liefheb!" „O! als hij 't eens wist! als hij 't eens wist!" HOOFDSTUK II. Generaal Stefanovic, gouverneur van Kroonstad, liad de gewoonte eiken mor gen te half negen naar de leerkamer zij ner dochters te gaan, am haar een kus I op de wang te drukken en haar gouver- nanto goeden morgen te wenschen. De tijd bad geen verandering in deze ge woonte gebracht; altijd werden dezelf de woorden en complimentjes gespro ken. Als de generaal tijd' had bleef hij wat langer dan noodig was om met het jonge meisje, die zijn kinderen onder wees, te flirten. Had hij. echter haast dan vergenoegde hij zich met haar ach ter den rug van zijn dochters een kus hand toe te werpen. „Bonjour, Varia." „Bonjour, cher papa." „Et toi, Rina?" ..Bien, cher papa," luidde het clan. Marian Best, die in het jaar 1895 gouvernante bij zijn kinderen was, be weerde altijd dat, wanneer de oude ge neraal lachte, het bovengedeelte van zijn hoofd dreigde te vallen, evenals het kopje van een ei. Maar dit veront rustende effect was eerder het gevolg van "t verven zijner wenkbrauwen dan wel van een of ander gebrek aan zijn hoofd of lichaam. Want d'e zestig jaren die reeds over zijn hoofd waren gegaan, hadden zijn ij delheid niet kunnen ver inindexen. Een blik uit de oogen eener vrouw was nog in staat zijn hartstoch ten op te wekken. Marian zeide dat het er veel van had of hij in zulke oogenr blikken op heete kolen zat. Zijn ver schrompeld lichaam zwol dan op totdat de stijf toegehaalde corsetveter dreigde te barstenonophoudelijk stond hij te buigen terwijl hij zijn magere, bijna ontvleeschde hand tegen de borst druk- te. Zij verafschuwde d'e dagen, dat hij weinig werk haden het was een ware verademing voor haar als zij zijn sabel over de steenen corridor hoorde klet- I teren of Joan met zijn kaplaarzen zag loopen. ,,0! gij moet onze taal bepaald lee- ï't'u," zeide hij dikwijls, „gij moet het werkwoord beminnen leeren. Op een goc-den .dag zal ik er u in onderrichten. Dan moet gij mij woord voor woord herhalen, totdat gij bet van buiten kent. HahahaWüt gij niet van mij lee- ren, juffrouw Best? Zou ik niet goed' les geven, denkt ge?" „Lieve papa, wat zegt ge toch tegen de juffrouw." vroeg Rina eens. „Niets, lieve, xiiets." Somtijds als de marionetten met vr«v gende oogen naar zijn verliefde gesprek ken zaten te luisteren werden zij daar over op alles belialve liefderijke wijze onderhouden. Hij kon zich niet uiten zooals hij wilde, wanneer de kinderen tagenwooi'dig waren.Verliefd gefluister of een heimelijke .handkus bevredigden niet. Men zou moeielijk kunnen geloo- ven, dat deze geparfumeerde, oxide fat, wiens schedel kaal en glimmend was als een billardbal en wiens wenkbrau wen een twijfelachtige kleur hadden, gouverneur van Kroonstad, en de bewa ker van 't machtige Russische rijk was, waardoor de vrijheid van millioenen mcnschcn van hem aflxing. Toch be- -tond er geen trouwer dienaar van den Czaar in het gelxeele Keizerrijk, geen man, die zoo stipt zijn plichten nakwam als generaal Stefanovic. Hiji leefde slechts voor zijn werk; het eenvoudige, onge riefelijke huis op den Noordelijken oe ver van het eiland was in zijn oogen een paleishij verlangde geen andere tuinen te zien dan die van de vesting. Zijn wereld bestond in het kalkach tige, naakte eiland, dat in dé golf van Finland ter bescherming van Rusland1 is gelegen. Zijn ijdellxeden, zijn „po seeren en op 't effect werken," zooals Marian Best 't noemde maren amuse- j meuten om zijn vrijjen tijd mee te doodën. Zoocfc-a de naam Kroonstad I werd genoemd, vex-ga.t hij1 ze. Deze naam was alles voor hem hij maakte j den grondslag van zijn bestaan uit. Dit was de reden, dat hij over zoo weinig vrijen tijd te beschikken had. Zijn huisvadexiijke plichten beperkte liij. dan ook tot een gezellig, praatje met j zijn kinderen 's morgens en enkele woor- j den 's avonds bijt het naar bed gaan. I Alle andere tijden was hij de strenge' bevelhebber, die met Argusoogen de vesting bewaakte, de onverbiddelijke soldaat, die de tucht met ijzeren vuist handhaafde. Men siddexxle voor zijn blik; de ker kers van de citadel weergalmden van de kreten der gevangenen, die door zijn ongenoegen getroffen waren. Wantrouwde hij iemand ook maai" eenigszins, dan, was diens carrière voor goed gebroken. Hij was een rechtvaardig man, maar die geen vei'giffenis kende. Te negen uur 's morgens verscheen dé generaal in zijn particulier kabinet. Geen feest of vasten of wat ook was een verontschuldiging voor degenen, die op hun post moesten zijn. Zoodra de klok negen uur begon te slaan trad bij binnen en de slagen wa ren nauwelijks weggestorven of de grim mige, oude kolonel Bonzo, de eerste die in rang op dén generaal volgde, stond vooi" hem en deed verslag van al het gebeurde. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 2