NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 3> il>« Jaargang Donderdag 2 Februari 1899; So 4785 ALBOTTTSTEjVIEIlSrTS^I^ia'S: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden,1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 n de omstreken en franco per post 0.37*/2 Directeur-Uitgever A TT v hu-^.'-p-Frnsrn-'T-FrNr- 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Elrangère G. L. BATJBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering ran het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prjjs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15Reclames per regel f 0,30. Agenten voor "dit blad in den omtrek zijn: Bloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Spaarnda -nC. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER V. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; HillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan. CSfficieeie Berichten. Burgemeester en Wethouders van Haarlem doen' te weten, dat het 2e supplotoire kohier voor de plaatselijke directe belasting naar het inkomen dezer gemeente, dienst 1898, ter in vordering van de daarop voorkomende aanslagen op heden aan den Gem.- Ontvanger is ter hand gesteld, en dat ieder verplicht is. zijnen aanslag op de door hen volgens art. 23 der ver ordening op de heffing van deze be lasting gestelde termijoen, te voldoen, alsmede dat afschrift van het kohier van heden gedurende vyf maanden voor een ieder ter plaatselijke secre tarie ter lezing is nedergelegd. Haarlem, 30 Jan. 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, Doen te weten, dat by hunne be schikking van 26 Jan. j.l. aan H. Poppink vergunning is verleen! tot oprichting van een smederij in het perceel aan de Schagchelstraat 11. Haarlem, 31 Jan. 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. ST&QSWSEÜWS Eerste en tweede pagina. Haarlem, 1 Febr. 1899. Adres aan de Koningin. Wij vestigen er de aandacht op, dat het adres aan Hare Majesteit de Koningin van de Haarlemsche Han- delsvereeniging inzake de spoorweg toestanden hier ter stede ter teekeuing ligt in sociëteiten, café's, sigarenwin kels en bij eenige boekhandelaars, en wekken gaarne alle ingezetenen op dit adres met hunne handteekening te voorzien. Hoe algemeener de deel neming is, des te krachtiger wordt het betoog, dat ten opzichte van het vraagstuk der spoorwegtoestanden hier ter stede spoedige, flinke ver betering noodig is. De off. van gez. Ie kl. L. A. H. Jansen, van het la reg. inf. alhier, wordt 1 Mei overgeplaatst bij het mil! hospitaal te dezer stede. Ontvlucht. De 11-jarige Jan Hart, wonende te Alkmaar, werd Maandagavond door een conducteur der stoomtram Haarlem—Alkmaar bij de politie alhier gebracht. Hjj was het ouder lijke huis ontvlucht omdat zijne ouders toestemming weigerden om hem matroos te laten worden.Nadat hij Dinsdag door de politie naar Beverwijk was ge bracht om van daar verder naar zijne ouder ste worden getransporteerdwist hij daar uit de bodenkamer van het Raadhuis te ontvluchten en is hij nog steeds zoek. Het aantal plaatsen waar brand kan worden gemeld is door Burge meester eu Wethouders van Haarlem met twee vermeerderd, namelijk het gebouw der Bank van Leening inde Kleine Houtstraat en de woning van den heer mr. W. Jager Gerlings op den Koninginneweg no. 25. Staalwater bronnen. De vergadering van aandeelhouders der Maats, tot Expl. van Staalwater- bronnen op Dinsdagnamiddag te 2 nur was belegd op verzoek van der tien aandeelhouders, te zamen verte genwoordigende een tiende der aan- deelen. Het waren de heeren: A. v. d. Steur Jr. 5 aandeelen. J. W. Veldheer 1 A. A. v. d. Steur 5 Jager Gerlings 1 A. v. d. Spek S. P. Rynierse 1 G. P. J. Beccari 1 H. C. Louwerse 41/! W. Roessingn 1 A. A. v. d. Berg 2 N. Kruijfc 5 J. H. Koolhoven Vs G. Petri i/a De aanvragers stelden de beide na volgende punten ter behandeling voor I. Principieele beslissing inzake het voorstel tot het aangaan eener over eenkomst met de Victor iabron. H. Hot benoemen eener commissie van drie leden uit de aandeelhouders tot het opmaken in overleg met het bestuur van eeu ontwerp-contract. De vergadering, die te 2 uur begon, eindigde kwartier over vyven. Aan de zeer drukke debatten namen ver schillende aanwezigen deel. Ten slotte werd met 112 tegen 38 stemmen in principe besloten, een overeenkomst met de Victoriabron aan te gaan. Tot leden der commissie bedoeld sub II werden gekozen de heeren Mr. H. Ph. 't Hooft, Mr. W. Jager Ger lings en J. J. S. van Hamel. Den heer A. Koolhoven, die zooals men weet zyn mandaat gesteld had in handen van de aandeelhouders, werd verzocht op dat besluit terug te komen. bintenissen met het fransche gezel schap van Frédéric Achard. „Een dolle boelis een waardige opvolg ster van „Luilekkerland". Donderdag 2 Febr. beleeft 't reeds de 125ste op voering. Over het vroolyke stak, over de zoo weelderige prachtige costuums is maar één roep. 't Is gemonteerd zoo fraai als een hollandsch stuk nog nimmer is vertoond. Paard en rytuig op 't tooneel een circuspaard in vol ornaatDubbel orkest in de zaal en op het tooneel als echte mili tairen voorstellende Zaagman's kapel by 'topbrengea der wacht. Prachtige décors, expres natuurlijk voor dit stuk gemaakt, die alle ook mee naar Haarlem komeu. Allerprettigste mu ziek, reeds populair te Amsterdam.... alles en alles doet ons verwachten, dat „Een dolle boelniet minder succes te Haarlem zal hebben dan „Luilekkerland". Personeel© belasting. By de nieuwe wet op de personeele belasting is bepaald, dat indien een perceel door den hoofdbewoner ge deeltelijk aan een of meer andere personen, niet behoorende tot zijn gezin of zijne dienstboden, ten ge- bruike wordt afgestaan met inbegrip van daarin aanwezige meubelen, het aldus afgestane wordt beschouwd als een afzonderlijk perceel, in gebruik by den hoofdbewoner. Voor dit gemeubeld verhuurde ge deelte bestaat dus een afzonderlijke aanslag. Wy achten het niet overbodig onder de oogen onzer lezers te brengen, dat in de wet nog eene bepaling staat, die de gemeubeld verhuurde kamers raakt en wel deze, dat, wanneer die kamers gedurende één of meer maan den van het jaar geheel of ten deele onverhuurd en onbewoond zijn ge- I bleven, aan den hoofdbewoner op zijn verzoekschrift over die maanden ge- heele of gedeeltelijke ontheffing kan worden verleendhet verzoekschrift lom die ontheffing moet worden inge leverd bij den Directeur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Amsterdam uiterlijk binnen zes weken na afloop van het belastingjaar, over 1898, alzoo uiterlijk op 11 Fe bruari a. s. Schouwburg. jEen dolle boel. Maandag 6 en Dinsdag 7 Februari a. s. worden iu den Schouwburg aan den Jansweg twed buitengewone voor stellingen gegeven door bet Hollandsch Tooneelgezelschap, directie A. van Lier, van Amsterdam, van hun succes stuk van dit seizoen „Een dolle boel van A. Reyding. Het zyn de eerste voorstellingen van dit stuk Duiten Amsterdam, waar de serie moest worden afgebroken voor deze twee dagen, door vroeger aangegane ver. Parlementaire Praatjes. De algemeene beraadslaging over de Staatsbegrooting werd in den Se naat nog al breed opgezet, zoodat die gisteren niet eindigen kon, te minder wyl de zitting tamelijk vroeg uiteen moest, wyl de heeren bij de Koningin zouden ontvangen worden. Een belangryke beschouwing van den heer van Boneval Fanre ging vooraf. Hy wees op de onwaarheid die er niet alleen gelegen is in de oeconomische en politieke formules en in de partyleuzen, maar vooral in onze wetgeving. In het burgerlijk recht, het wetb. vau kooph., het wetb. van strafr. wees spr. met evenzoovele voor beelden op tal vau bedriegelyke voor schriften, die niet worden nageleefd, op het morsen met den eed. De wet ten gaven schyn, geen waarheden, ten koste van de majesteit van het recht. Spr. hoopte van deze Reg. dat zy tegen dit euvel zou optreden. De heeren Schimmelpenninck en Reekers, wijzend op het niet stemmen der Minister-Kamerleden by de ves- tingbegrooting, vindiceerden voor de Kamer het recht op hun houding als regeeringspersonen critiek uit te oefe nen en betoogden dat uit dit feit ge mis aan homogeniteit sprak. De eerste spreker betreurde dit vooral omdat hij deze Reg. krachtig wensehte en haar arbeid waardeerde. De tweede spre ker, den financieelen toestand bespre kend en daarbij de splitsing in ge wone en buitengewone uitgaven wra kend, noemden den finantieele toe stand wel niet zorgwekkend, doch niet bizonder gunstig ook. Van zorgwekkend sprak de heer Geertsema, vooral met het oog op de wijze waarop 's Lands gelden worden besteed. De korte zin van deze lange rede wasbezuiniging, met een waar schuwing tegen uitbreiding van Staats bemoeiing. Hij vroeg verbetering vau het tarief en afschaffing der Rijks- tollen. Wat het tarief betreft verdedigde de heer Merckelbach, op de bekende gronden, de invoering van bescher mende rechten, wèl beseffende, dat zy op dit stuk van deze Reg. niets te verwachten had. Een langdurig pleidooi tegen de afschaffing van de plaatsvervanging leverde de heer van der Biesen. Hy trachtte vooral de nadeelen in het licht te stellen van de gevolgen daar van de stormloop op het reserveka der, de kostbare vrijwillige oefenin gen. den verkorten oefeningstijd die in het leger zoo afgekeurd wordt, de z. i. ongemotiveerde schorsing der be sluiten vau gemeenteraden die geld gaven voor vrijwilligers. Dit laatste noemde hij inbreuk op de autouomie der gemeenten en in het algemeen verwachtte hjj terugkomen op de plaatsvervanging als noodzakelijk. De toekomstige legerorganisatie be sprekende, verdedigde bij het be houd der schutterij. Dat deed de heer Roëll niet. Hy was erkentelijk voor den voortgezet- ten proef met den verkorten diensttijd en hoopte op onbevangen rapporten daarover. Deze spr. beijverde zich voorts om de finantieele maatregelen der vorige Reg., waarvan hjj deel uitmaakte, in het gunstigste licht te stellen. Hy betwistte dat daaraan tekorten waren te wjjten. Al ware versterking van middelen ook gewenscbt, de vorige Min. van Fin. had zorg gedragen, dat daarin kon worden voorzien. De heer Alberda van Ekenstein eindelijk, die zuinigheid gewenscht achtte, wilde evenwel gelet zien, by de uitgaven, op de behoeften des volks en op de teekenen des tjjds, die inkrimping der defensie-uitgaven schenen te veroorloven. Het was, als naar gewoonte by dezen spr., een beminnelijke, idealistische beschou wing, waarin het „bekoorlijk symbool van de Vaderlandsche eenheid" niet vergeten werd. Onder den indruk dezer rede scheidde men om de Koningin te gaan begroeten. G. Jr. H. M. de Koningin heeft Dinsdag namiddag te 5 uur de leden van de Eerste Kamer in audiëntie ontvan gen. Maandag is door brand de groote boerderij van P. Nyenhuis, te Oranje woud, in de asch gelegd. De braad is veroorzaakt door een ongeluk met een petroleumlantaarn. Er was des nachts een kalf geboreneen 5-jarig zoontje van den boer ging dit stil letjes kjjken, de brandende lantaarn medenemende. In den stal liet het kereltje de lantaarn vallen; oogen- blikkelyk vatten hooi en stroo vuur. De knaap vluchtte naar voren en riep zyn vader toe dat er achter brand was. De boer ijlde naar den stal; de vlam steeg toen reeds tegen het dak op, aan blusschen was geen denken. Zijn eerste gedachte was het te redden. In enkele min aten wist hjj 30 stuks rundvee en 3 paarden los te snjjden en uit het brandende perceel te redden. Bovendien wist hjj nog eenige varkeus in veiligheid te brengen. Eene koe en een kalf moesten in de vlammen omkomen. Uil het voorhuis kon een gedeelte van den inboedel gered worden. De lammen grepen zoo snel om zich heen, dat, toen de brandspuit van het nabijge legen buiten Oranjestein kwam, alles reeds in lichtelaaie stond. Eene zonderlinge raads vergadering. De jongste raadsvergadering van Ewjjk was nog al vermakelijk. De heer Overmars, benoemd èn beëedigd burgemeester, zou iu deze zitting voor het eerst als voorzitter optreden. Het recht van voorzitter werd hem ech ter betwist door den loco-burgemeester, den heer v. K., onder de volgende bewoordingen „Ge bint nog gin burgemeister, dè hèk ou nog niet overgedragen; dè kumt 't lest, as de zaken afgedaan zyn." (Op de agenda kwam de iustal- latie van den nieuwen burgemeester als slotnummer voor). De voorzitter deelde de meeaing niet en richtte tot den heer v. K. de volgende woorden „Indien u my uit de gemeentewet kunt bewijzen, dat ik zonder instal latie geen burgemeester ben, leg ik mjj volgaarne hierbij neder." Een indrukwekkende stilte volgde. Daarop opende de burgemeester de vergadering. Schoorvoetend, na tweemaal daar toe te zjju aangezocht, las de waar nemende secretaris de notulen. Een tweede incident volgde, toen de bur- I gemeester tot den heer v. K. de vol gende woorden richtte„Volgens een algemeen gebruik \s ordt de nieuwbe noemde burgemeester by de eerste 1 raadszitting, welke hjj bijwoont, door den oudsten wethouder toegesproken. v. K., hebt u ook iets ter installatie tot mij te zeggen?" De heer v. K.„Dè kumt't lest, ürst de zaken afdoen." Na op deze driemaal herhaalde vraag telkens hetzelfde antwoord ge kregen te hebben, hernam de voor zitter „Dus u hebt geen woord tot den burgemeester te spreken; dan gaan wjj over tot de behandeling van punt I der agenda. Benoeming van eene onderwijzeres aan de openbare school te Winsen." Onder de behandeling dezer en verdere zaken moest de waarnemende secretaris tweemaal door den voor zitter tot de orde worden geroepen. De voorzitter hield ten slotte, nj.dat vier raadsleden van hun zetels waren opgerezen, tot den raad en het aan wezige publiek de gebruikelijke toe- Tjjdens het uitspreken der rede werd de voorzitter tweemaal door den loco-burgemeester in de rede gevallen, zoodat de laatste tot de orde moest worden geroepen. (A. C.) Verloting. By de verloting der Vereeniging voor Landbouw, Handel en Nijverheid is de hoofdprijs, een villa te Bussum, gevallen op nommer 25493de vierde prjjs, een cassette met zilverwerk voor 12 personen, op nommer 8451de zesde prys, een paard, op nummer 9458de achtste prys, een pianino op nommer 3614. De trekking daurt voort. Ontsporing. Dinsdagmorgeu ontspoorde de stoom tram van Scheveuingen naar Den Haag doordien deze door de stoom tram, van de PaulowDastraat komende, van achteren werd ingereden. Het on veilig signaal was door den mist niet opgemerkt. De passagiers bekwamen geen letsel, doch de materieele schade is groot. Inbraak. Zondagnacht werd te Bussnm in gebroken in de villa van den heer J. D. Platte aan de Brinklaan. De dief verschafte zich toegang door een ven ster en begon de woning te doorwan delen. Zoo kwam hy boveu met een brandend kaarsje op een der kamers, waar de zoon des huizes te bed lag, doch niet sliep. Op diens vraag wat hy wensehte, maakte de inbreker zich uit de voe- ten, waarbij hij zich blijkbaar niet aanstonds den ingeslagen weg herin- i nerde, hetgeen men constateerde uit het gestommel beneden. Nochtans wist hij te ontkomen, voordat de heer Platte, die den dief zeker niet „en profond négligé" wensehte te vervolgen, beneden was. Een gering bedrag aan geld wordt vermist. De politie doet onderzoek. Een huldiging. Na eene langdurige loopbaan voor- FEUILLETON. Marian Bijna hartelijk legde hij zijn. hand op den schouder van den jongen man. Paul rilde bij de aanraking en deze woorden, want hij meende, dat ze een diepere beteekenis hadden. Hij zeide tot zichzelf, dat hij reeds een verrader was. want hij had het geheim voor zich gehouden. Toen hiji bij de deur van het café afscheid va den kolonel nam dansten de lichten, hem voor de oogen en koorts achtig door heit zelfverwijt en den twij fel, die zijn hart verscheurden, versnel de hij: zijn tred!, toen hij zich naar dé cantine begaf. „Morgen zullen zij het weten," zeide hij telkens en telkens veer, „morgen en da.ri zal zij lijden." En hij was niet bij machte haar te helpen; hij kon alleen aan zijn gren- zenlooze liefde voor haar denken en de ellende betreuren, die zij over zichzelf gebracht had. Degenen die Paul Zassulic dien avond op straat ontmoetten, verklaarden een stemmig dat hij beschonken was. Zon der ze te herkennen liep hij hen voorbij of bonsde onverhoeds tegen hen aan. Soms scheelde 't niet veel of hij was in twist geraakt. Een vaandrig, die hem voor de sterrenwacht ontmoette en zon- j der veel complimenten op zijde gegooid werd riep hem na „hou je roer recht." j Maar toen Paul zich haastig omkeerde! maakte de jongeling zich schielijk uit de voeten. Er was niemand in Kroonstad, die beter het pistool en het zwaard kon hanteer eu, dan de jonge artillerie kapi tein. Zijn behendigheid, waarop de stad trotsch was, was bij een ieder bekend!. „Haantjes de voorste" gaven hun ver langen te kennen hem onder getuigen te ontmoeten. Reeds menigmaal had hij blijken van zijn moed gegeven en zijn eens gegeven woord was hem heilig. Hadden zij nu, terwijl hij zich door Kroonstad voortspoedde, in zijn bin nenste kunnen zien, dan zouden zij ge weten hebben, dat hij een zwaren zelf strijd streed en dacht: „Morgen voor het aanbreken van den dag zal ik het den generaal vertel len." Zijn vrienden wachtten hem met on geduld, maar toen hij de cantine bin- nentrad gestierven de woorden him op, de lippen. Toen zij van hun eerste verwondering bekomen waren riep er een „Gij zijt ziek oude kerel!" Sapristie ik geloof dat je je gezicht j met sneeuw bestrooid hebt, Paul." „Hij heeft ruzie gehad met La Petite en nu komt hij hier troost zoeken." Paul keerde zich toornig tot dén spreker, een grinnekenden vaandrig: „Houd je mond of ik zal je mores leeren," zeide hij en de jongen verwij derde zich. „Er scheelt mij (niéts," vervolgde hij zijn jais afleggend en zichzelf een glas absinthe inschenkend, waarvan een volle flesch op tafel stond. „Of het zou do wijn van den ouden Bonzo moeten zijn, die mij naar het hoofd is gestegen. Begrijpt gc Zijn vrienden wisselden vluchtige blikken met elkaar. Sommigen haaiden de schouders op, anderen begonnen zich minder op hun gemak te voelen en legde de speelkaar ten neer. Paul nam zijn toevlucht tot de kaarten om rich uit rijn verlegenheid te redden. „Waarop wachten we eigenlijk vroeg hij driftig. „Is het om nog meer klaagliederen) over mijn uiterlijk aan te heffen? Ben jelui van plan den heelen avond zoo te zitten soezen Sergius eu Karl? Zijt jelui met het verkeerde been uit het bed' gestapt?" De aangesproken luitenants stonden op en zetten zich zwijgend aan de speel-1 tafel. Zij vroegen zich zelf af wat lum vriend toch kon schelen. Zij hadden er een vaag vermoeden van dat het Engel- sche jonge meisje iu het spel was, maar hielden heel verstandig hun mond. „Ik zal je al je geld afwinnen en zoodoende mijn hoofdpijn genezen", riep Paul onstuimig uit, terwijl zijn vriend de kaarten, rond begon te geven. „Men krijgt altijd! hoofdpijn als je Bonzo na het diner ontmoet." „Ook wel eens 's morgens," zeide Karl een kaart op tafel gooiend. „Dat is de schaduwzijde van die zwijgende men- schenmen vraagt zichzelf altijd af waarover ze toch denken en dat heeft een zware hoofdpijn tengevolge. En wat meer is je komt er toch nooit ach ter. Niemand staat in slimheid gelijk met dien ouden Bonzo. Hij weet wat er in de briewen staat, d£e je in je zak draagt." „Dronk hij vanavond Bourgogne?" vroeg Sergius eeu paar roebels over de tafel schuivend met het air van iemand, die zich nog niet warm voor zijn spel maakt. „Ik blijf hem altijd uit den weg als hij Bourgogne drinkt dat is een gevaarlijk teeken. Champagne beduidt rust en vrede en misschien een paar knipoogjes. Hij heeft mij zelfs eens op den schouder geklopt toen hij champag ne had' gedronken." .Morgen zal hij zeker geen knipoogjes uitdeelen," zeile een ander, die naar het spel stond te kijken. „Hebt ge het nieuwtje nog niet gehoord het schijnt dat het de geschiedenis behelst van de kaart, die naai- Londen is gezonden." Sergius lachte Paul keek voor zich. „Wat mij betreft," vervolgde de spreker, terwijl hij met eien onverschil lig gebaar een sigarette opstak, „ik ge loof niets van het heele verhaal pas si béte. De een of ander heeft den Engel- schen een poets gebakken en nu worden wij met al do moeite opgescheept. Alsof een vrouw..." „Eeu vrouw!" riep Paul uit, plotse ling opziend. „Ja; hebt gij het niet gehoord? Zij zeggen dat de kaart door een vrouw ge- teekend is. Er is geen twijfel mogelijk. Onze lui te Londen hebben een onder zoek ingesteld en beweren dat de kaart van de hand van eeu vrouw ia. Het ia een vreemd verhaal een gok, die het gelooft." De spreker nam rijn plaats bij de kachel weer in, terwijl de anderen een poosje ernstig Yoortspeeldden,totdat Paul plotseling de kaarten neerwierp en vau tafel opstond. „Ik kan van avond niet spelen," sta melde hij, „jelui moet mij excuseeren, jongens; alles draait voor mijn oogen. Die verwenschte wijn van Bonzo ook. De buitenlucht zal mij opknappen eu dan ga ik naar bed." Hij sloeg rijn mantel om en verliet zonder een woord te spreken de kamer. Eén van zijn vrienden riep hem nog na, dat hij zijn geld liet liggen, maar hij keerde niet terug. Telkens herhaalde hij' bij zichzelf „eeu vrouwenhand rij weten dat de kaart door een vrouw geteekend' is." Een groot verlangen om Marian te gaan zeggen, da t hert ontzettend! oogen blik gekomen was maakte rich van heao meester. Hij durfde, er niet aan denken dat hij haar voor 't laatst gekust had enj toch zeide hem eeu inwendige stem dat het zoo was. De slag zou valleu, en de kerker wachtte reeds op het meisje, waarvoor hij rijn leveu veil had.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1