NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
3>
il>« Jaargang
Donderdag 2 Februari 1899;
So 4785
ALBOTTTSTEjVIEIlSrTS^I^ia'S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden,1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
n de omstreken en franco per post 0.37*/2
Directeur-Uitgever
A TT v hu-^.'-p-Frnsrn-'T-FrNr-
1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Elrangère G. L. BATJBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering ran het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prjjs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor "dit blad in den
omtrek zijn: Bloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Spaarnda -nC. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
V. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; HillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan.
CSfficieeie Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem doen' te weten, dat het 2e
supplotoire kohier voor de plaatselijke
directe belasting naar het inkomen
dezer gemeente, dienst 1898, ter in
vordering van de daarop voorkomende
aanslagen op heden aan den Gem.-
Ontvanger is ter hand gesteld, en dat
ieder verplicht is. zijnen aanslag op
de door hen volgens art. 23 der ver
ordening op de heffing van deze be
lasting gestelde termijoen, te voldoen,
alsmede dat afschrift van het kohier
van heden gedurende vyf maanden
voor een ieder ter plaatselijke secre
tarie ter lezing is nedergelegd.
Haarlem, 30 Jan. 1899.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Doen te weten, dat by hunne be
schikking van 26 Jan. j.l. aan
H. Poppink vergunning is verleen!
tot oprichting van een smederij in het
perceel aan de Schagchelstraat 11.
Haarlem, 31 Jan. 1899.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
ST&QSWSEÜWS
Eerste en tweede pagina.
Haarlem, 1 Febr. 1899.
Adres aan de Koningin.
Wij vestigen er de aandacht op,
dat het adres aan Hare Majesteit de
Koningin van de Haarlemsche Han-
delsvereeniging inzake de spoorweg
toestanden hier ter stede ter teekeuing
ligt in sociëteiten, café's, sigarenwin
kels en bij eenige boekhandelaars,
en wekken gaarne alle ingezetenen
op dit adres met hunne handteekening
te voorzien. Hoe algemeener de deel
neming is, des te krachtiger wordt
het betoog, dat ten opzichte van het
vraagstuk der spoorwegtoestanden
hier ter stede spoedige, flinke ver
betering noodig is.
De off. van gez. Ie kl. L. A. H.
Jansen, van het la reg. inf. alhier,
wordt 1 Mei overgeplaatst bij het mil!
hospitaal te dezer stede.
Ontvlucht.
De 11-jarige Jan Hart, wonende
te Alkmaar, werd Maandagavond
door een conducteur der stoomtram
Haarlem—Alkmaar bij de politie
alhier gebracht. Hjj was het ouder
lijke huis ontvlucht omdat zijne ouders
toestemming weigerden om hem matroos
te laten worden.Nadat hij Dinsdag door
de politie naar Beverwijk was ge
bracht om van daar verder naar zijne
ouder ste worden getransporteerdwist
hij daar uit de bodenkamer van het
Raadhuis te ontvluchten en is hij nog
steeds zoek.
Het aantal plaatsen waar brand
kan worden gemeld is door Burge
meester eu Wethouders van Haarlem
met twee vermeerderd, namelijk het
gebouw der Bank van Leening inde
Kleine Houtstraat en de woning van
den heer mr. W. Jager Gerlings op
den Koninginneweg no. 25.
Staalwater bronnen.
De vergadering van aandeelhouders
der Maats, tot Expl. van Staalwater-
bronnen op Dinsdagnamiddag te 2
nur was belegd op verzoek van der
tien aandeelhouders, te zamen verte
genwoordigende een tiende der aan-
deelen. Het waren de heeren:
A. v. d. Steur Jr. 5 aandeelen.
J. W. Veldheer 1
A. A. v. d. Steur 5
Jager Gerlings 1
A. v. d. Spek
S. P. Rynierse 1
G. P. J. Beccari 1
H. C. Louwerse 41/!
W. Roessingn 1
A. A. v. d. Berg 2
N. Kruijfc 5
J. H. Koolhoven Vs
G. Petri i/a
De aanvragers stelden de beide na
volgende punten ter behandeling voor
I. Principieele beslissing inzake het
voorstel tot het aangaan eener over
eenkomst met de Victor iabron.
H. Hot benoemen eener commissie
van drie leden uit de aandeelhouders
tot het opmaken in overleg met het
bestuur van eeu ontwerp-contract.
De vergadering, die te 2 uur begon,
eindigde kwartier over vyven. Aan
de zeer drukke debatten namen ver
schillende aanwezigen deel. Ten slotte
werd met 112 tegen 38 stemmen in
principe besloten, een overeenkomst
met de Victoriabron aan te gaan.
Tot leden der commissie bedoeld
sub II werden gekozen de heeren Mr.
H. Ph. 't Hooft, Mr. W. Jager Ger
lings en J. J. S. van Hamel.
Den heer A. Koolhoven, die zooals
men weet zyn mandaat gesteld had
in handen van de aandeelhouders,
werd verzocht op dat besluit terug
te komen.
bintenissen met het fransche gezel
schap van Frédéric Achard. „Een
dolle boelis een waardige opvolg
ster van „Luilekkerland". Donderdag
2 Febr. beleeft 't reeds de 125ste op
voering. Over het vroolyke stak, over
de zoo weelderige prachtige costuums
is maar één roep. 't Is gemonteerd
zoo fraai als een hollandsch stuk nog
nimmer is vertoond. Paard en rytuig
op 't tooneel een circuspaard in
vol ornaatDubbel orkest in de
zaal en op het tooneel als echte mili
tairen voorstellende Zaagman's kapel
by 'topbrengea der wacht. Prachtige
décors, expres natuurlijk voor dit
stuk gemaakt, die alle ook mee naar
Haarlem komeu. Allerprettigste mu
ziek, reeds populair te Amsterdam....
alles en alles doet ons verwachten,
dat „Een dolle boelniet minder
succes te Haarlem zal hebben dan
„Luilekkerland".
Personeel© belasting.
By de nieuwe wet op de personeele
belasting is bepaald, dat indien een
perceel door den hoofdbewoner ge
deeltelijk aan een of meer andere
personen, niet behoorende tot zijn
gezin of zijne dienstboden, ten ge-
bruike wordt afgestaan met inbegrip
van daarin aanwezige meubelen, het
aldus afgestane wordt beschouwd als
een afzonderlijk perceel, in gebruik
by den hoofdbewoner.
Voor dit gemeubeld verhuurde ge
deelte bestaat dus een afzonderlijke
aanslag.
Wy achten het niet overbodig onder
de oogen onzer lezers te brengen, dat
in de wet nog eene bepaling staat,
die de gemeubeld verhuurde kamers
raakt en wel deze, dat, wanneer die
kamers gedurende één of meer maan
den van het jaar geheel of ten deele
onverhuurd en onbewoond zijn ge-
I bleven, aan den hoofdbewoner op zijn
verzoekschrift over die maanden ge-
heele of gedeeltelijke ontheffing kan
worden verleendhet verzoekschrift
lom die ontheffing moet worden inge
leverd bij den Directeur der directe
belastingen, invoerrechten en accijnzen
te Amsterdam uiterlijk binnen zes
weken na afloop van het belastingjaar,
over 1898, alzoo uiterlijk op 11 Fe
bruari a. s.
Schouwburg.
jEen dolle boel.
Maandag 6 en Dinsdag 7 Februari
a. s. worden iu den Schouwburg aan
den Jansweg twed buitengewone voor
stellingen gegeven door bet Hollandsch
Tooneelgezelschap, directie A. van
Lier, van Amsterdam, van hun succes
stuk van dit seizoen „Een dolle boel
van A. Reyding. Het zyn de eerste
voorstellingen van dit stuk Duiten
Amsterdam, waar de serie moest
worden afgebroken voor deze twee
dagen, door vroeger aangegane ver.
Parlementaire Praatjes.
De algemeene beraadslaging over
de Staatsbegrooting werd in den Se
naat nog al breed opgezet, zoodat die
gisteren niet eindigen kon, te minder
wyl de zitting tamelijk vroeg uiteen
moest, wyl de heeren bij de Koningin
zouden ontvangen worden.
Een belangryke beschouwing van
den heer van Boneval Fanre ging
vooraf. Hy wees op de onwaarheid
die er niet alleen gelegen is in de
oeconomische en politieke formules en
in de partyleuzen, maar vooral in onze
wetgeving. In het burgerlijk recht,
het wetb. vau kooph., het wetb. van
strafr. wees spr. met evenzoovele voor
beelden op tal vau bedriegelyke voor
schriften, die niet worden nageleefd,
op het morsen met den eed. De wet
ten gaven schyn, geen waarheden, ten
koste van de majesteit van het recht.
Spr. hoopte van deze Reg. dat zy
tegen dit euvel zou optreden.
De heeren Schimmelpenninck en
Reekers, wijzend op het niet stemmen
der Minister-Kamerleden by de ves-
tingbegrooting, vindiceerden voor de
Kamer het recht op hun houding als
regeeringspersonen critiek uit te oefe
nen en betoogden dat uit dit feit ge
mis aan homogeniteit sprak. De eerste
spreker betreurde dit vooral omdat hij
deze Reg. krachtig wensehte en haar
arbeid waardeerde. De tweede spre
ker, den financieelen toestand bespre
kend en daarbij de splitsing in ge
wone en buitengewone uitgaven wra
kend, noemden den finantieele toe
stand wel niet zorgwekkend, doch niet
bizonder gunstig ook.
Van zorgwekkend sprak de heer
Geertsema, vooral met het oog op de
wijze waarop 's Lands gelden worden
besteed. De korte zin van deze lange
rede wasbezuiniging, met een waar
schuwing tegen uitbreiding van Staats
bemoeiing. Hij vroeg verbetering vau
het tarief en afschaffing der Rijks-
tollen.
Wat het tarief betreft verdedigde
de heer Merckelbach, op de bekende
gronden, de invoering van bescher
mende rechten, wèl beseffende, dat zy
op dit stuk van deze Reg. niets te
verwachten had.
Een langdurig pleidooi tegen de
afschaffing van de plaatsvervanging
leverde de heer van der Biesen. Hy
trachtte vooral de nadeelen in het
licht te stellen van de gevolgen daar
van de stormloop op het reserveka
der, de kostbare vrijwillige oefenin
gen. den verkorten oefeningstijd die
in het leger zoo afgekeurd wordt, de
z. i. ongemotiveerde schorsing der be
sluiten vau gemeenteraden die geld
gaven voor vrijwilligers. Dit laatste
noemde hij inbreuk op de autouomie
der gemeenten en in het algemeen
verwachtte hjj terugkomen op de
plaatsvervanging als noodzakelijk.
De toekomstige legerorganisatie be
sprekende, verdedigde bij het be
houd der schutterij.
Dat deed de heer Roëll niet. Hy
was erkentelijk voor den voortgezet-
ten proef met den verkorten diensttijd
en hoopte op onbevangen rapporten
daarover.
Deze spr. beijverde zich voorts om
de finantieele maatregelen der vorige
Reg., waarvan hjj deel uitmaakte, in
het gunstigste licht te stellen. Hy
betwistte dat daaraan tekorten waren
te wjjten. Al ware versterking van
middelen ook gewenscbt, de vorige
Min. van Fin. had zorg gedragen, dat
daarin kon worden voorzien.
De heer Alberda van Ekenstein
eindelijk, die zuinigheid gewenscht
achtte, wilde evenwel gelet zien, by
de uitgaven, op de behoeften des
volks en op de teekenen des tjjds,
die inkrimping der defensie-uitgaven
schenen te veroorloven. Het was, als
naar gewoonte by dezen spr., een
beminnelijke, idealistische beschou
wing, waarin het „bekoorlijk symbool
van de Vaderlandsche eenheid" niet
vergeten werd.
Onder den indruk dezer rede
scheidde men om de Koningin te
gaan begroeten.
G. Jr.
H. M. de Koningin heeft Dinsdag
namiddag te 5 uur de leden van de
Eerste Kamer in audiëntie ontvan
gen.
Maandag is door brand de groote
boerderij van P. Nyenhuis, te Oranje
woud, in de asch gelegd. De braad
is veroorzaakt door een ongeluk met
een petroleumlantaarn. Er was des
nachts een kalf geboreneen 5-jarig
zoontje van den boer ging dit stil
letjes kjjken, de brandende lantaarn
medenemende. In den stal liet het
kereltje de lantaarn vallen; oogen-
blikkelyk vatten hooi en stroo vuur.
De knaap vluchtte naar voren en
riep zyn vader toe dat er achter
brand was. De boer ijlde naar den
stal; de vlam steeg toen reeds tegen
het dak op, aan blusschen was geen
denken. Zijn eerste gedachte was het
te redden. In enkele min aten wist
hjj 30 stuks rundvee en 3 paarden
los te snjjden en uit het brandende
perceel te redden. Bovendien wist hjj
nog eenige varkeus in veiligheid te
brengen. Eene koe en een kalf moesten
in de vlammen omkomen. Uil het
voorhuis kon een gedeelte van den
inboedel gered worden. De lammen
grepen zoo snel om zich heen, dat,
toen de brandspuit van het nabijge
legen buiten Oranjestein kwam, alles
reeds in lichtelaaie stond.
Eene zonderlinge raads
vergadering.
De jongste raadsvergadering van
Ewjjk was nog al vermakelijk. De
heer Overmars, benoemd èn beëedigd
burgemeester, zou iu deze zitting voor
het eerst als voorzitter optreden. Het
recht van voorzitter werd hem ech
ter betwist door den loco-burgemeester,
den heer v. K., onder de volgende
bewoordingen
„Ge bint nog gin burgemeister, dè
hèk ou nog niet overgedragen; dè
kumt 't lest, as de zaken afgedaan
zyn." (Op de agenda kwam de iustal-
latie van den nieuwen burgemeester
als slotnummer voor).
De voorzitter deelde de meeaing
niet en richtte tot den heer v. K. de
volgende woorden
„Indien u my uit de gemeentewet
kunt bewijzen, dat ik zonder instal
latie geen burgemeester ben, leg ik
mjj volgaarne hierbij neder."
Een indrukwekkende stilte volgde.
Daarop opende de burgemeester de
vergadering.
Schoorvoetend, na tweemaal daar
toe te zjju aangezocht, las de waar
nemende secretaris de notulen. Een
tweede incident volgde, toen de bur-
I gemeester tot den heer v. K. de vol
gende woorden richtte„Volgens een
algemeen gebruik \s ordt de nieuwbe
noemde burgemeester by de eerste
1 raadszitting, welke hjj bijwoont, door
den oudsten wethouder toegesproken.
v. K., hebt u ook iets ter installatie
tot mij te zeggen?"
De heer v. K.„Dè kumt't lest,
ürst de zaken afdoen."
Na op deze driemaal herhaalde
vraag telkens hetzelfde antwoord ge
kregen te hebben, hernam de voor
zitter „Dus u hebt geen woord tot
den burgemeester te spreken; dan
gaan wjj over tot de behandeling van
punt I der agenda. Benoeming van
eene onderwijzeres aan de openbare
school te Winsen."
Onder de behandeling dezer en
verdere zaken moest de waarnemende
secretaris tweemaal door den voor
zitter tot de orde worden geroepen.
De voorzitter hield ten slotte, nj.dat
vier raadsleden van hun zetels waren
opgerezen, tot den raad en het aan
wezige publiek de gebruikelijke toe-
Tjjdens het uitspreken der rede
werd de voorzitter tweemaal door den
loco-burgemeester in de rede gevallen,
zoodat de laatste tot de orde moest
worden geroepen.
(A. C.)
Verloting.
By de verloting der Vereeniging
voor Landbouw, Handel en Nijverheid
is de hoofdprijs, een villa te Bussum,
gevallen op nommer 25493de vierde
prjjs, een cassette met zilverwerk voor
12 personen, op nommer 8451de
zesde prys, een paard, op nummer
9458de achtste prys, een pianino op
nommer 3614.
De trekking daurt voort.
Ontsporing.
Dinsdagmorgeu ontspoorde de stoom
tram van Scheveuingen naar Den
Haag doordien deze door de stoom
tram, van de PaulowDastraat komende,
van achteren werd ingereden. Het on
veilig signaal was door den mist niet
opgemerkt. De passagiers bekwamen
geen letsel, doch de materieele schade
is groot.
Inbraak.
Zondagnacht werd te Bussnm in
gebroken in de villa van den heer J.
D. Platte aan de Brinklaan. De dief
verschafte zich toegang door een ven
ster en begon de woning te doorwan
delen. Zoo kwam hy boveu met een
brandend kaarsje op een der kamers,
waar de zoon des huizes te bed lag,
doch niet sliep.
Op diens vraag wat hy wensehte,
maakte de inbreker zich uit de voe-
ten, waarbij hij zich blijkbaar niet
aanstonds den ingeslagen weg herin-
i nerde, hetgeen men constateerde uit
het gestommel beneden.
Nochtans wist hij te ontkomen,
voordat de heer Platte, die den dief
zeker niet „en profond négligé"
wensehte te vervolgen, beneden was.
Een gering bedrag aan geld wordt
vermist. De politie doet onderzoek.
Een huldiging.
Na eene langdurige loopbaan voor-
FEUILLETON.
Marian
Bijna hartelijk legde hij zijn. hand
op den schouder van den jongen man.
Paul rilde bij de aanraking en deze
woorden, want hij meende, dat ze een
diepere beteekenis hadden. Hij zeide
tot zichzelf, dat hij reeds een verrader
was. want hij had het geheim voor zich
gehouden.
Toen hiji bij de deur van het café
afscheid va den kolonel nam dansten de
lichten, hem voor de oogen en koorts
achtig door heit zelfverwijt en den twij
fel, die zijn hart verscheurden, versnel
de hij: zijn tred!, toen hij zich naar dé
cantine begaf.
„Morgen zullen zij het weten," zeide
hij telkens en telkens veer, „morgen en
da.ri zal zij lijden."
En hij was niet bij machte haar te
helpen; hij kon alleen aan zijn gren-
zenlooze liefde voor haar denken en de
ellende betreuren, die zij over zichzelf
gebracht had.
Degenen die Paul Zassulic dien avond
op straat ontmoetten, verklaarden een
stemmig dat hij beschonken was. Zon
der ze te herkennen liep hij hen voorbij
of bonsde onverhoeds tegen hen aan.
Soms scheelde 't niet veel of hij was
in twist geraakt. Een vaandrig, die hem
voor de sterrenwacht ontmoette en zon- j
der veel complimenten op zijde gegooid
werd riep hem na „hou je roer recht." j
Maar toen Paul zich haastig omkeerde!
maakte de jongeling zich schielijk uit
de voeten.
Er was niemand in Kroonstad, die
beter het pistool en het zwaard kon
hanteer eu, dan de jonge artillerie kapi
tein. Zijn behendigheid, waarop de stad
trotsch was, was bij een ieder bekend!.
„Haantjes de voorste" gaven hun ver
langen te kennen hem onder getuigen
te ontmoeten.
Reeds menigmaal had hij blijken van
zijn moed gegeven en zijn eens gegeven
woord was hem heilig.
Hadden zij nu, terwijl hij zich door
Kroonstad voortspoedde, in zijn bin
nenste kunnen zien, dan zouden zij ge
weten hebben, dat hij een zwaren zelf
strijd streed en dacht:
„Morgen voor het aanbreken van
den dag zal ik het den generaal vertel
len."
Zijn vrienden wachtten hem met on
geduld, maar toen hij de cantine bin-
nentrad gestierven de woorden him op,
de lippen.
Toen zij van hun eerste verwondering
bekomen waren riep er een
„Gij zijt ziek oude kerel!"
Sapristie ik geloof dat je je gezicht j
met sneeuw bestrooid hebt, Paul."
„Hij heeft ruzie gehad met La Petite
en nu komt hij hier troost zoeken."
Paul keerde zich toornig tot dén
spreker, een grinnekenden vaandrig:
„Houd je mond of ik zal je mores
leeren," zeide hij en de jongen verwij
derde zich.
„Er scheelt mij (niéts," vervolgde
hij zijn jais afleggend en zichzelf een
glas absinthe inschenkend, waarvan een
volle flesch op tafel stond. „Of het zou
do wijn van den ouden Bonzo moeten
zijn, die mij naar het hoofd is gestegen.
Begrijpt gc
Zijn vrienden wisselden vluchtige
blikken met elkaar.
Sommigen haaiden de schouders op,
anderen begonnen zich minder op hun
gemak te voelen en legde de speelkaar
ten neer. Paul nam zijn toevlucht tot
de kaarten om rich uit rijn verlegenheid
te redden.
„Waarop wachten we eigenlijk
vroeg hij driftig.
„Is het om nog meer klaagliederen)
over mijn uiterlijk aan te heffen? Ben
jelui van plan den heelen avond zoo te
zitten soezen Sergius eu Karl?
Zijt jelui met het verkeerde been uit
het bed' gestapt?"
De aangesproken luitenants stonden
op en zetten zich zwijgend aan de speel-1
tafel. Zij vroegen zich zelf af wat lum
vriend toch kon schelen. Zij hadden er
een vaag vermoeden van dat het Engel-
sche jonge meisje iu het spel was, maar
hielden heel verstandig hun mond.
„Ik zal je al je geld afwinnen en
zoodoende mijn hoofdpijn genezen", riep
Paul onstuimig uit, terwijl zijn vriend
de kaarten, rond begon te geven.
„Men krijgt altijd! hoofdpijn als je
Bonzo na het diner ontmoet."
„Ook wel eens 's morgens," zeide Karl
een kaart op tafel gooiend. „Dat is de
schaduwzijde van die zwijgende men-
schenmen vraagt zichzelf altijd af
waarover ze toch denken en dat heeft
een zware hoofdpijn tengevolge. En
wat meer is je komt er toch nooit ach
ter. Niemand staat in slimheid gelijk
met dien ouden Bonzo. Hij weet wat er
in de briewen staat, d£e je in je zak
draagt."
„Dronk hij vanavond Bourgogne?"
vroeg Sergius eeu paar roebels over de
tafel schuivend met het air van iemand,
die zich nog niet warm voor zijn spel
maakt. „Ik blijf hem altijd uit den weg
als hij Bourgogne drinkt dat is een
gevaarlijk teeken. Champagne beduidt
rust en vrede en misschien een paar
knipoogjes. Hij heeft mij zelfs eens op
den schouder geklopt toen hij champag
ne had' gedronken."
.Morgen zal hij zeker geen knipoogjes
uitdeelen," zeile een ander, die naar
het spel stond te kijken. „Hebt ge het
nieuwtje nog niet gehoord het schijnt
dat het de geschiedenis behelst van de
kaart, die naai- Londen is gezonden."
Sergius lachte Paul keek voor zich.
„Wat mij betreft," vervolgde de
spreker, terwijl hij met eien onverschil
lig gebaar een sigarette opstak, „ik ge
loof niets van het heele verhaal pas
si béte. De een of ander heeft den Engel-
schen een poets gebakken en nu worden
wij met al do moeite opgescheept. Alsof
een vrouw..."
„Eeu vrouw!" riep Paul uit, plotse
ling opziend.
„Ja; hebt gij het niet gehoord? Zij
zeggen dat de kaart door een vrouw ge-
teekend is. Er is geen twijfel mogelijk.
Onze lui te Londen hebben een onder
zoek ingesteld en beweren dat de kaart
van de hand van eeu vrouw ia. Het ia
een vreemd verhaal een gok, die het
gelooft."
De spreker nam rijn plaats bij de
kachel weer in, terwijl de anderen een
poosje ernstig Yoortspeeldden,totdat Paul
plotseling de kaarten neerwierp en vau
tafel opstond.
„Ik kan van avond niet spelen," sta
melde hij, „jelui moet mij excuseeren,
jongens; alles draait voor mijn oogen.
Die verwenschte wijn van Bonzo ook.
De buitenlucht zal mij opknappen eu
dan ga ik naar bed."
Hij sloeg rijn mantel om en verliet
zonder een woord te spreken de kamer.
Eén van zijn vrienden riep hem nog
na, dat hij zijn geld liet liggen, maar
hij keerde niet terug.
Telkens herhaalde hij' bij zichzelf
„eeu vrouwenhand rij weten dat de
kaart door een vrouw geteekend' is."
Een groot verlangen om Marian te gaan
zeggen, da t hert ontzettend! oogen blik
gekomen was maakte rich van heao
meester.
Hij durfde, er niet aan denken dat
hij haar voor 't laatst gekust had enj
toch zeide hem eeu inwendige stem dat
het zoo was.
De slag zou valleu, en de kerker
wachtte reeds op het meisje, waarvoor
hij rijn leveu veil had.