NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. AiBOzsrisrE^EisrTSFKiicrs: AJDV^ELEE/TEnsTTlSnST Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Weekblad voor de Jeugd. FEUILLETON. 23> IS» Jaaf£*na Zaterdag 18 Februari 1899 Mo. 4793 HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per postO.SV-fc 1—5 regels 50 Cta.; iedere regel meer 10 Cts. Groote lettere naar plaatsruimte. By Abonnement aanzienlijk rabat Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DATJBE Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 311hs Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatsing ran Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel f 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zynBloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Zandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,by de tol; Svaarndam, C. HARTENDORPZandvoori, G. ZWEMMER Velsen, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan. Aan hen die daarop zyn geabon neerd, wordt bierby verzonden No. 8 van het Weekblad voor de Jeugd. Dit keurig geïllustreerde weekblad, onder redactie van den heer F. H. van Leent, bevat in dit nummer Anna als meid. Het Herderinnetje (vervolg). Lessen der ervaring. Van drie Meisjes, twee Biggen en een Lammetje (vervolg en slot). Winter. Winterpret, Het lepelspel. Een kunststukje. Pleisterplaatsen. Allerlei. van State, afdeeling voor de geschil len van bestuur, op Woensdag 22 Febr. 1899, des voormiddags te elf uur. Antwoord op het raadsel. Uit het Apenleven. (Elk No., groot 8 bladzyden, bevat tal van fraaie, gekleurde platen en een voor kinderen alleraardigsten tekst. De prys per 3 maanden is slechts 50 Cents.) Ferste en derde pagina. Haarlem, 17 Febr. 1899. Yoor het examen nattige handwer ken zyn te 's Gravenhage Donderdag geslaagd de dames A. C. P. Bolland, M. de Graaf en M. A. de Vries, allen alhier. Donderdagavond om circa 8Va aar betrapte de katoenwerker W. H. Schouten alhier den 14jarigen Piet Serne, dat hy uit den kelder kwam van den fruithandelaar Mok in de Kleine Houtstraat. De jongen die het op een loopen zette, werd op de Ged. Oude Gracht door hem gegrepen, waar hy hem 7 sinaasappelen ontnam uit den kelder gestolen. BINNENLAND Uit de „Staatscourant" Kon. besluiten. Jhr. Mr. E. W. J. Six, te 's Gra venhage, met ingang van 1 Maart '99, benoemd tot adjunct-commies by het Departement v. Binnenlandsche Zaken. Aan den buiteugewonen adelborst by de Koninklijke Nederlandsche Ma rine-reserve. D. H. H. Broeekman, op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit den dienst bij de reserve; aan den heer H. Leyba, op zijn verzoek, eer vol ontslag verleend uit zijne betrek king van vice-consul der Nederlan den ie Coroaan E. Spaan, op zjjn verzoek eervol ontslag verleend als slnisineester by het kanaal door Zuid Beveland. De duur der reeds verlengde deta cheering bij de landmacht in West- Indië, van den eerste luitenant A. C. Couvée van het wapen der infanterie, nogmaals, en wel met éen jaar ver lengd. Raad van State. Openbare vergadering van den Raad Toekoe Oemar gesneuveld. De correspondent in Indië van het Hbld. seinde Donderdag: Van den controleur te Melaboeh is bericht ontvangen, dat Oemar den tiende dezer gedood is in het gevecht naby Melaboeh. Het lyk is overge bracht naar Pasirmogat, waar Oemars moeder begraven ligt. (Hoewel dit telegram stelliger luidt en meer vertrouwen inboezemt dan de eerste telegrammen is het toch noodig er op te wijzen, dat de dood van T. Oemar nog niet door een officieel bericht is bevestigd.) Het „Hdbl." teekent er by aan: Met den dood van Toekoe Oemar is de toestand der Westkust van Aijeb geheel in ons voordeel veran derd. Zooals wy onlangs schreven (8 Febr.): Oemar had d&ar nog macht.... In Groot Atjeh, in Pcdir durfde hy niet meer te komeD, op de Westkust alleen kon hy nog aanhang vinden en invloed oefenen. Aan de krachtige hand van Van Heutsz is het wel toevertrouwd, de wettige hoofden thans te brengen en te handhaven op de hnn toekomende plaats en het land, dat het meest onder Oemar's drijven leed, met hunne medewerking te doen herleven. Oemar's dood zal in hooge mate de rast in die landstreek ten goede komen. Na zyn levensdraad is afgesneden, mag hier herinnerd worden dat wy hem wegens zyn verraad grooten dank schuldig zyn. Door dat verraad toch werden wy gedwongen, de zoovele jaren aangenomen lamlendige houding in Atjeh voor goed te laten varen, en onze krijgsmacht weder in staat te stellen te toonen wat zij onder goede aanvoering vermag. Er zyn groote resultaten verkregenoveral bleven wy de overwinnaars, zelfs de gevreesde beriberi vluchtte van Atjeh. Als nu op de heuvelen en in de dalen van Atjeh de Nederlandsche vlag ongestoord wappertals in steeds wijder kring de „Companie" als de wettige souverein wordt geëerbiedigd als de „gepantserde tramwagens" in het antiquiteiten-museum zijn opge borgen en geen onvertrouwbare hoof den meer worden gesalarieerd om hen te vriend te houden; als het werke lijk einde van den Atjeh-oorlog nu bij den dag zichtbaarder wordt, is dat niet het minst te danken aan den afval van Oemar, waardoor wy tot energie werden geprikkeld; zoo ooit, dan kan men wel hier zeggen dat uit het kwade het goede is voort gekomen. Die afval is een gezegend keerpunt geweest in de geschiedenis van den Atjeh-oorlog. De vredesconferentie. Nu de door den Czaar voorgeslagen vredesconferentie naar alle waarschijn* |w«lvaart ten goede kunnen komen, is lykheid te 's-Gravenhage zal bijeen- in ons de overtuiging gewekt, dat wy komen, wordt reeds het een en anderthans niet mogen zwijgen, maar dat besproken omtrent de leiding van j er van uit den boezem der natie een deze gewichtige vergadering. Naar diplomatiek gebruik, zou deze toekomen aan den minister van bui- tenlandsche zaken van het Ryk dat de afgevaardigden ontvangt. Aangezien echter verzekerd wordt, dat de heer De Beaufort by voorbaat voor de hem toegedachte hooge eer zal bedanken, zou, mocht hy bij dit voornemen blijven, daarvoor in de plaats komen het plan aan de confe rentie voor te stellen den Nederland- schen minister van buitenlandsche zaken uit te noodigen het eerevoor zitterschap te willen aanvaarden. Reeds hoort men twee eminente mannen in ons land op het gebied van internationaal recht noemen, die woord in weerklank op de roepstem van den edelen monarch behoort uit te gaan. Ook in het buitenland is dit ge voeld en onder Ötead's leiding heeft men niet stil gezeten, maar aanstonds een weldoordacht plan gevormd om die manifestatie der volkeren zoo in- drakwekkend mogeljjk te doen zijn. Afgevaardigden uit Engeland en Ame rika zullen zich te Londen vereeni gen en van daar zich naar alle groote hoofdsteden van Europa begeven. Mannen en vrouwen van verschillen de landen znllen zich by hen aanslui ten en zoo zal deze schare van strij ders voor den vrede naar St. Peters-1 burg gaan en voor den Czaar ver- uit te spreken voor uwer Majesteits edelmoedig optreden ten gunste eener vermindering van krijgslasten en be vestiging van den vrede. Tevens veroorloven wij ons den vurigen wensch te uiten dat de door Uwe Majesteit bijeengeroepen confe rentie bevorderlijk zal zijn aan de vervulling van het verlangen naar vrede, dat, evenals alle andere natiën, ook ons bezielt. Zooals men weet ligt dit adres hier ter stede ter teekening by den heer J. M. Stap, Haarleinsche Boek en Muziekhandel, Gr. Houtstraat 63. voor eene benoeming tot vedelegeerdenschijnen als de tolk der overtuiging van Nederland in aanmerking komen. Komt het vredescongres in Den Haag bijeen, dan zullen groote hof feesten en partyen ter eere van de gedelegeerden niet uitblijven. Vr edesmanifest. In de vergadering van het comité voor het vredesmanifest, Maandag 4 dezer in den Haag gehouden op ini tiatief van mevr. Wasklewicz van Schilfgaarde, werd besloten in een manifest het Nederlandsche volk op te wekken tot deelneming aan de in ternationale vredesbeweging. Het manifest, dat thans op ruime schaal verspreid is, is van den vol genden inhoud Aan het Nederlandsche volk van alle natiën, dat vrede en recht hoerschen moeten. Zelve ging OGze geliefde, vorstin voor in Hare eerste Troonrede door' een woord van iugenomenheid mctl het denkbeeld van den Keizer vanj Rusland te doen hooren. Thans is het aan ons om te bewij zen dat, evenals altyd, Nederland één is met Oranje en dat het ook ons ernst is met den wensch naar vrede. Welnu, daartoe is het dat wy ude gelegenheid verschaffen. Adreslijsten zullen door ons in alle steden en dorpen ter teekening wor den neergelegd. Een comité van vrou wen en mannen van verschillende richtiDg vormde zich en zal voor Ne derland een woordvoerder aanwijzen, die de bewijzen uwer instemming met zich neemt om met de delegatie uit alle landen Nederland by deze vredes- manifestatie te vertegenwoordigen. Laat ons niet alleen staan, maar teekent, het geheele land door ons adres in grooten getale of zendt ons het bewijs uwer adhaesie per brief kaart of naamkaartje toe. Al werd De Keizer van Rusland, de opper" bevelhebber van een der grootste strijdmachten, heeft, onder inroeping van Gods halp, zyn stem voor den vrede onder de volkeren doen weer klinken en alle mogendheden opge roepen om samen te beraadslagen over een mogelijke vermindering van den 1 als gevolg der conferentie niets an- krygslast, waaronder alle natiën, enjders verkregen dan dat het denkbeeld niet het minst de kleinere staten, zoo-dor internationale arbitrage meer en als Nederland, gebukt gaan. jmeer in toepassing werd gebracht, Aan afschaffing van legers en vlo-dan ware toch reeds onnoemelijk veel ten valt in de naaste toekomst zeker j gewonnen. niet te denken, en het blyft eenDoch we durven op meer hopen, schoone en dure plicht zyn leven voor i Het zwaard moge een macht zijn, aan de verdediging van vaderland en ons om te toonen de macht van het haardsteden veil te hebben. Niettemin woord. Een bede om vrede en recht zouden vele oorlogen vermeden kun-!uit den boezem aller volkeren, tot de nen worden, indien de Staten de be-leiders en staatslieden der beschaafde slechting hunner onderlinge geschillen Staten, kan haar uitwerking niet onderwierpen aan de uitspraak van missen. een scheidsgerecht in plaats van totEn wat hiervan ook zijn moge, het het moordend staal hnn toevlucht te voegt den natiën in elk geval een nemen. j woord van dank tot den keizer van En nu William Stead, EngelandsRusland te richten, die toonde haar bekende journalist, ons uit Livadiadruk te verstaan, en met dien druk de tijding bracht, dat innerlijke over- i deernis te hebben, tuiging Rusland's Keizer tot spreken drong en hy, niettegenstaande alle adres bovenbedoeld luidt als bezwaren, welke aan zyne plannen in volSt den weg zouden staan, toch den hoo-Aan zyne Majesteit den Keizer van gen moed gehad heeft om zyn keizer- Rusland, lyk woord tot alle Regeeringen te Q. doen uitgaan, en ons dus het vooruit- kire zicht geopend wordt dat velemillioe- Wy ondergeteebenden, Nederland-' nen op de oorlogsbudgetten uitge- sche vrouwen en mannen, nemen vol spaard en der vermeerdering der volks- 0 erbied de vrijheid onzen blijden dank Toenadering. De leerlingen van de H. B. S. voor meisjes te Amsterdam en waar schijnlijk ook van andere onderwijs inrichtingen aldaar hebben het vol gende schrijven ontvangen Wie uwer, geachte lezeres of lezer, zou niet wenschen, dat de stijve ver houding, die hier tusscheo jongens en meisjes heersebt, voor een meer onge dwongen omgang plaats maakt? Styve verhouding, hooren wy u zeg gen, dat heb ik nooit zoo opgemerktl Toch is dit waar; herinner u maar eens, hoe gaarne gij dien jongen op straat hafft aangesproken of met dat meisje een eindje hadt meegewandeld, doch de vrees dat men het gek zou vinden weerhield n. Het fatsoen brengt nu eenmaal mede, dat ineu dit niet kan doen. Wat is echter fatsoen? Freule De Sayornin Lohman zegt, zeer te recht, in hare brochure: „De liefde in de vrouwenkwestie" op pag. 38„Ook laat datzelfde fatsoen toe met jongelui te gaan tennissen en met hen een lange wandeling naar huis te ondernemen, als de jonge dame maar zorgt den tennis-bat als bewys van onschuld in de hand te hebben. Maar 't fatsoen laat niet toe met een bevriend jongmensch te wandelen, zonder dien bat en niet van een tennis-club ko mende, al heeft men overigens de meest onverschillige gevoelens ten opzichte van elkaar." Tegen dit fatsoen nu, dat we gerust misplaatst kunnen noemen, willen wy" ons wapenen. De beste manier om dit te doen, is ons te vereenigen tot een bond, die zich ten doel stelt den zoo zeer gewenschten vryeu omgang te be vorderen. Dit doe! tracht byte berei ken door gezellige bijeenkomsten, af ternoon tea's, picnics, tennissen, schaats- en fietsrydeu, wandelen enz. Alleen jongelui van denzelfden stand en principe worden tot den bond toe gelaten, terwyl ook op hun gedrag zal gelet worden. In principe vindt gy dezen bond na^ tuurlijk heel aardig, doch om als lid toe te treden, daartoe voelt gy eenige bezwaren en allerlei vragen komen by u op. Gy weet nog te weinig van dien bond af, gij weet niet wie er lid van zijn of kunnen worden, welke verplichtingen gij op u neemt, enz. Om aan deze bezwaren tegemoet te komen hebben wy besloten een After noon Tea te geven op Zaterdag 18 Februari a. s. om 3lU uur, ten huize van een der leden, Plantage Midden laan 11b. Wy noodigen u daarom uit, zoo ge tenminste dezelfde beginselen zyt toe gedaan, u op deze afteroooD tea door een der leden te laten introduceeren, om zoodoende een weinig van den stand van zaken op de hoogte te komeD. HET BESTUUR. De zaak Haas—van Hall. De telegraafambtenaren te 's-Gra venhage. aan wie opgedragen is een onderzoek naar de telegrammen be trekking hebbende op de zaak Haas- Van Hall, worden bijgestaan door den hoofdinspecteur der Amsterdamsche recherche, den heer Batelt, die daar voor reeds eenigen tijd in de residentie vertoeft. Brandstichting Op zware vermoedens, dat de brand» welke Zondagnacht in de Koning straat te Hilversum woedde, zou ver oorzaakt zyn door kwaadwilligheid der bewoners, zijn dezen 4 in getal door de politie gevankelijk naar Amsterdam overgebracht. Brand te Enschede. Door een feilen brand is Woens dagnacht het groote magazijn melde daarin aanwezige goederen der firma Van Heek Co., gelegen aan de Kortesteeg te Enschedé, vernield. De schade is groot, doch wordt door b-ïursassurantie gedekt. De nabijge legen fabrieken en woningen zyn be houden. De diefstal te Wolvega. Thans meldt men uit Heerenveen, dat Bontje A. te Oldetrijne, de gewezen dienstbode van notaris v. Giffen te Wolvega en haar man ge vankelijk te Heerenveen zyn binnen gebracht, als verdacht de daders te zijn van den bij genoemden notaris gepleegden diefstal met braak. Omtrent den diefstal kan nog het volgende worden gemeld De heer Van Giffen sluit 's avonds geregeld zijn slaapkamer af, 's morgens vond hy haar echter vanbuiten ge sloten, zoodat het zoo goed als zeker is, dat de dief of dievegge zich op de slaapkamer van den heer Van Giffen heeft laten insluiten. De broek waarin de sleutel van de brandkast zich bevond, werd van de slaapkamer 1 vermist. Ook werden de deuren der 'slaapkamers van het dienstpersoneel afgesloten, zoodat men by den diefstal geen stoornis had te duchten. Uit de I brandkast werd vermist eene som van 'f402, aan klein bankpapier en con tanten, een stapeltje grooter bank papier en effecten werden onaange roerd gelaten, zoodat de schade voor den heer Van Giffen veel giooter had kunnen zyn. Natuurlijk begon de politie dadelijk haar onderzoek. Dat de dader of daders goed bekend moeten geweest zijn met de inrichting der woning, met de gewoonte van den heer v. G. en die van zijn personee:, blykt duidelijk uit de wyze, waarop het feit is gepleegd. Marian zocht een schaduwrijk plekje bij de bron op inziende, dat zij den vloed moest afwachten. Zij laafde zich aan het heldere water en verfrischte haar gelaat en handen. Nu de zon het eiland vroolijk bescheen begon de hoop weer in haar hart te herleven. Zij be merkte een paar eilanden, die niet ver der dan een mijl van haar vandaan la gen en duidelijk kon zij eenige visschers- hutten onderscheiden. Vannacht reeds zou zij wellicht in een van die huisjes slapen. Zij zou des te beter slapen om dat zij wist dat zij nu alleen was en zij de kracht bezat anderen den moed te schenken, die ook haar geschonken „Ik zal met Dicky gaan leven," zeide zij tot zichzelf. „Ieder die werken wil kan in Engeland een werkkring vin- j den. Wij zullen samen de toekomst te- gemoet gaan, mijn kleine broer en ik, en Ged zal ons den weg wijzen, dien wij i bewandelen moeten. 1 Ik zal vergeten dat mijn leven anders had kunnen zijn. Paul kan dan een Rus sisch vrouw trouwen en den dag van gisteren vergeten." Heftig trok zij aan het gras en de bron, die, in de heldere zonneschijn baadde, weerspiegelde een bleek, ver wrongen gelaat, met fladderende krul letjes er om heen, en droevige oogen, waaronder blauwe kringen lagen. Hoe weinig haar dit gezicht ook kon beha- j gen, werd haar ijdelkeid toch gestreeld bij do herinnering aan de Russische vrouwenen deze herinnering stelde haar tevreden. Het was zoo prettig te bedenken dat Paul's vrouw het gezicht van een Chineesche zou hebben, haar figuur onbehaaglijk em haar huid bruin en rimpelig zou zijngeen enkele ja- j pon, bij de beste coupeuse uit Parijs ge maakt, zou haar staan. Zij zeide tot zichzelf dat zij alle Rus-1 sisclie vrouwen haatte, maar in 't bijzon- der haai', die eenmaal Paul's vrouw zou worden, een haat toedroeg, die geen grenzen kende. Toen zij hierover na dacht moest zij om zich zelf lachen. En j zij lachte neg; toen zij een vreemde ver schijning op den oever bemerkte. Zij had zich zoo verdiept in die be schouwing van haar gelaat, dat door het water weerkaatst werd, dat zij voor een oogenblik het eiland en zijn geheele om geving vergeten had. Toen zij opkeek gold haar eerste gedachte cle boot, die op liet strand lag. Spoedig kreeg zij haar in 't oog, maar zij; durfde haar ei gen oogen nauwelijks gelooven, toen zij een vreemde gedaante, waar ze zoo plotseling vandaan kwam wist ze niet, op den oever zag staan, die haar gade- sloeg. Het was de gestalte van een man, gehuld in een bruine pij', die door een ruw dik touw om het middel bijeen ge houden werd De monnik, want dat scheen hij te zijn, was forsch gebouwd en stond onbewegelijk als een rots. Zijn| lang haar dat weelderig op zijn sehou- diers hing, fladderde in den wind, dit 't nu en dan tegen zijn gelaat zwiepte waar door zijn trekken verborgen werd'cn zijn glinsterende, diepliggende oogen boezemden wantrouwen in. De lederen' sandalen, die hij droeg, waren zoo ver-| sleten, dat het water over zijn bloote voeten spoelde. Zonderling en dreigend', stond de man met over de borst ge kruiste armen het jonge meisje gade te slaan en Marian, sprakeloos van angst door deze geheimzinnige verschijning; hurkte op liet gras neer en durfde zich niet bewegen. Nooit in haar leven had haar zoo'n angst aangegrepen. Zeker als zij ca- van was dat er zich geen menschelijk wezen op het eiland bevonden had toen zij hot betrad, kwam het haar voor, alsof deze man plotseling uit de rotsen opge doken was. In haar eerste opwelling wilde zij deze spookachtige plaats ont vluchten. maar liaar ledematen weiger de haar den dienst. De kreet, dien zij wilde uiten bestierf haar op de lippen, en zij trilde over haar geheele lichaam. Voor eenige oogenblikken was het alsof zij alles vergat. Zij viel in zwijm en toen zij weer bijkwam was de monnik verdwenen. Voor dat Marian Best Rusland betrad had zij nooit geweten wat zenuwen wa ren. En hoewel haar zenuwgestel gele den had door de verschrikkelijke dagen en nachten in fort Alexander doorge-j bracht, was zij toch nog in staat zich spoedig van een schrik te herstellen en er over te Lachen. Toen zij tot de onfc-' dekking kwam dat zij op hot gras lag' en haar geheele omgeving in een helde ren zonneschijn baadde, begreep zij in 't eerst niet recht waarom zij flauw gevallen was. Het eiland was even ver laten als voorheen. De zee zong haar zan gerig lied als wilde zij op die manier die lente welkom heeten, en op den oever was geen levend wezen meer te zien. Droom wig beschouwde zij dit alles on toen schoot haar eensklaps haar angst te binnen. .Het was een droom," zeide zij, of schoon zij bij, de herinnering aan de verschijning huiverde. ..Tic zal in slaap zijn gevallen. Hoe kan hier nu iemand komen En al was het zoo waarvoor zou ik dan zoo be angst zijn? Wat een nonsens om aan zulke dingen te denken!" Op deze ma nier trachtte zij zich zelf gerust te stel len, vlug sprong zij op en snelde naar den oever. Haar bootje lag nog op dezelfde plaatsmaar heel duidelijk bemerkte zij indrukken van sandalen in het zand zij kon de voetstappen tot aan het gras volgen, maar verder ook niet. En weer stond zij verslagen en aan den grond genageld, niet uit angst dat er zich een man op het eiland bevond, maar omdat hij zich voor haar verborg en zijn woning nergens te bekennen was. Zij had wel eens van kluizenaars ge hoord, die him hutten op deze verlaten rotsen bij Finland opsloegen, maar deze overleveringen verschaften haar geen licht. Zij geloofde niet te kunnen rusten voor dat zij den vreemdeling gezien en gesproken had. De verschrikkelijke hon ger, die haar kwelde, deed haar zelfs naar ecu ontmoeting met hem verlan- 'gen. Zij wilde wetèn of het een mensch was. Uit alle macht schreeuwende, liep zij over het eiland! Zij verkende den oever en doorzocht alle inhammen en holen in de rotsen. Dan weer bleef zij staan luisteren, of er ook voetstappen nader kwamen. Geen schuilplaats of eenig ander spoor behalve dc voet stappen op het strand', waren er van den man te bespeuren. Die geheimzinnigheid was iets afschu welijks voor haar. en dan te denken dat de nacht zou aanbreken en haar aan deze plaats gebonden hield De zon had reeds eenigen tijd geleden haar hoogste punt bereikt Het was nu bijna drie uur op den middag. De hon ger begon zich steeds meer en meer te doen gevoelen en verergerde haar on- benijdenswaardigen toestand. Als zij sliep kon zij niet weten wat er met haar gelxmrde. Haar schuilhoek was een hol in een rots, tien voet boven het strand gelegen en zóó smal, dat ieder die op de ver hevenheid wilde klauteren haar nood zakelijk wakker moest maken. Daar was zij beschut tegen de zon, en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1