spoedig mogolyk over de greDS zal wor
den gezet, beboeft geen betoog.
(N. Gr. Ct.")
RECHTSZAKEN.
Een zakkenroller.
In den middag van den 10de Febr.
stond een jnflr. uit Heemstede te kijken
naar de uitstalling van Gebr. Gerzon
in de Kal verstraat te Amsterdam, toen
zjj plotseling een hand voelde schui
ven in den zak van haar japon. Om
ziende, zag zij Jobs. Smit zich snel
verwijderen, en bij nader onderzoek
bleek bij baar portemonnaie te hebben
meegenomen. Op haar geroep van
„houdt den dief', volgde een jacht
door de Sint-Lnciënsteeg naar den
N. Z. Voorburgwal. Door twee voor
bijgangers werd de iangvinger vast
gegrepen. Hjj bekende bet misdrijf
gepleegd te hebben.
Dinsdag stond bekl. voor de recht
bank te Amsterdam terecht. Het O.
M. wees er op dat Smit reeds eenmaal
veroordeeld is wegens zakkenrollerij
en dat hy aan den rechter-commissaris
bad meegedeeld, den laatsten tijd ge
heel van zakkenrollerij te hebben
bstaau. Zelfs nam bij de equipement-
stukken van een oud-zakkenroller
over. Daarom eischte het O. M. een
zware straf tegen bekl., t. w. 2 jaar
gevangenisstraf
Mr. Boerlage, die als verdediger
optrad, pleitte verzachtende omstan
digheden, er o. a. op wijzende, dat
bekl. na zyn ontslag uit de gevange
nis, gestreden heeft om eerlijk man
te blijven. Hy werd achtereenvolgens
schilder, kellner en nachtportier, tot
hy eindelijk, door den invloed van
een verdorren vrouw, weer zijn ond
beroep begon.
Verduistering van een paard.
Dinsdag had zich voor de recht
bank te Amsterdam te verantwoorden
C. Bais, beklaagd van verduistering
van een paard.
Op 20 Januari jl. kwam beki. by
zekeren Boomars, een melkboer aan
de Bullewyk, en vroeg of bet waar
was dat deze een paard te koop had.
Dit was zoo, maar het was een af
tandsch paard, wat koppig en kwaad.
Bekl. zei. dat dit niet hinderde, om
dat het toch maar voor een zandkar
moest loopeu. Het paard werd bekeken
en men werd het eens voor f 150
als kooppry'8, maar als het paard
bleek Diet te willen trekken dan zou
de koop verbroken worden.
Deu volgenden dag moest het paard
maar gebracht worden bij Bart de
Groot, Nicolaas Beetsstraat 110. De
melkboer was op tijd daar, maar De
Groot was niet te vinden. Toen Boo-
mars terng ging, kwam by zyn broer
met de melkkar tegen in gezelschap
van bekl. Nu heette bet dat de melk
boer aan een verkeerd nommer was
geweest, het had 210 moeten zijn:
Zaken konden echter nog wel gedaan
worden.
Bekl. nam den boer mede naar de
3e Spaarndammerstraat, en daar werd
het paard onder dak gebracht. Deu
volgenden morgen zou het achter hot
Rijksmuseum beproefd worden, en
dan zon de betaling volgen. Toen de
melkboer op de afgesproken 'plaats
kwam, was het paard noch de koo-
per to vinden. Bij onderzoek bleek dat
bekl. het paard had verkocht aan een
paardeoslachter, die het overdeed aan
een collega.
Zoo werd bet door de politie in
een stal van het abattoir opgespoord.
Den melkboer werd het bod gedaan
het paard voor f 95 terug te koopen,
maar dan moest de zaak onmiddellijk
beslag krygen. Ongelukkig kon de
melkboer zooveel geld niet zoo spoe
dig bijeenbrengen en moest by het
paard aan zyn lot. overlaten. Zoo ge
tuigde de bedrogen eigenaar.
Bekl. beweerde dat van het opge
ven van verkeerde namen en adressen
geen sprake was. Er woonde waarlijk
een zekere Groot in de Beetsstraat,
en hjj had gezegd dat die een bekende
van hem was die wel zandrjiders zou
kunnen aanwjjzen. Bekl. erkende in
dronkenschap het paard verkocht te^
hebben en toen aan deu rol to zijn
geraakt
In deze zaak traden behalve do
melkboer als getuigen op een bekende
van bekl die het paard gestald, twee
paardenslachters en een paar tusscheo-
personeD.
De subst.-offlcier van justitie, mr.
Baart de la Faille wees er op dat het
eenig verschil tusscheu de voorstelling,
die de justitie van de zaak bad en die
welke bekl. gaf, was datbetaling nog
wel plaats zon hebben gehad. Voor
het O. M. stond echter ae verduiste
ring vast en zoo werd tegen bekl. een
gevangenisstraf voor den tijd var twee
jaren geëisebt.
Als verdediger trad op mr. Dnparc
van Lier, die meende te kunnen aan-
toonen, dat verduistering hier niet
bewezen was.
Uitspraak over 8 dagen.
Het lidmaatschap van de
Am8t. IJsclub.
Voor het kantongerecht te Amster
dam was Dinsdag gedagvaard prof.
mr. M. W. F. Treub tot betaling van
f5 als verschuldigde contributie voor
het lidmaatschap der Amsterdamsche
jisclub 1898—99. Mr. Treub verklaar
de zjjn lidmaatschap volgens de statu
ten tjjdig schriftelijk te hebben opge
zegd en niet verantwoordelijk te kon-
j neu worden gesteld voor het eventn-
I eel niet in handen komen vac zijn
brief bij het bestuur. In elk geval kan
j bet bestuur niet bewijzen, dat bij de
1 opzegging niet geschreven heefthet
verklaart alleen dat het schry ven niet
ontvangen is. Aan de IJsclub nu het
bewjjs dat spreker nog lid is.
I Mr. Philips, optredende voor de
j IJsclub, betoogde, dat eon opzegging
niet slechts moet geschreven zjjn. goed
geadresseerd en gepost, maar ook moet
komen aan zjjn adres. Het is aan den
gedaagde om te bewijzen dat hjj zjjn
lidmaatschap heeft opgezegd.
Uitspraak over 3 weken.
sn ^fedstPijdeR.
Schermen.
Uitslag wedstryd oru het kampioen
schap op degen en sabel te Amersfoort.
Degen E. M. M. A. van Amersfoort,
21 louchés Vrjjo "Wapenbroeders van
Amsterdam 16 sabel E. M. M. A.
10, V. W. 23. A.s. Zondag te Haariem
voortzetting.
INGEZOHOEM.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
'e redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stu!;ken, geplaatst
V niet geplaatstwordt de copij
niet aan den inzender terug
gegeven.
Haarlem, 7 Maart 1899.
Mijnheer de Redacteur
Beleefd verzoek ik U om eene kleine
plaatsruimte in Uw veelgelezen blad
teneinde op den meer dan schande
lijken toestand te wijzen, welke des
avonds aan de Leidsche Vaart, tus-
schen de Katholieke Kerk en de Lau
rens Kosterstraat heerscht.
Maandagavond te 10s/4 uur van de
Leidsche Vaart naar de stad gaande,
moest ik daar ter plaatse in de meest
volslagen duisternis over een terrein
klauteren, (van behoorlijk loopen was
geen sprake) hetwelk gedeeltelijk met
los zand was opgehoogd, vol kuilen
en gaten is en waarop tot overmaat
van ramp nog eene heistelling met
toebehooren was opgezet, zonder dat
door den aannemer van het werk iets
ter verlichting dezer chaos was ge
daan.
Het zou myos inziens dan ook zeer
in het algemeen belang zyn, dat de
bevoegde autoriteiten zich ten spoe
digste op do hoogte stelden van den
onhoudbaren toestand, welke daar ter
plaatse 's avonds heerscht en den aan
nemer van het werk de verplichting
werd opgelegd om, zoolang het terrein
onbegaanbaar is, voor behoorlijke
verlichting zorg te dragen, waardoor
ongelukken voorkomen worden die
niet kunuen uitblijven, zoolang men
niet zien kan waar men loopt.
Onder dankbetuiging voor de ver
leende plaatsruimte
Hoogachtend
D. C. d. G.
GESSEMSO NIEUWS.
De ramp bij Toulon.
Het aantal dooden, totnogtoe na de
ontploffing te Lagonbran onder dei
puinhoopen gevonden, bedraagt 5?I
Van eecige personen heeft men de
identiteit niet. kunnen vaststellen. Ve-j
len zjjn afschuwelijk verminkt. Van
een echtpaar, dat rustig lag te slapen, j
werd deD man do schedel verbrijzeld,
de vrouw bleef volkomen ongedeerd.
Een artillerie-officier gaf aan de
„Éclair" de volgendelezing omtrent het
ontstaan vao de ramp
De ontploffing is le wijten aan een
zuiver chemisch verschijnselvan
boos opzet kan geen sprake zjjnwant
een kwaadwillige zou eenvoudig niet
bjj het kruit kunnen. Het magazijn
i is door aarden wallen van verschei-
1 dene meters dikte omgeven, dan vol-
öd een steenen muur van 1 M. 50
ik en een gang. Vier ijzeren deuren
j moet men dan door om bjj het kruit
j te komen. Dit is besloten in kisten
van rood koper, van 2 mM. dik,
waaromheen houten bekleeding. Een
vlam, in de nabijheid van deze kisten
gebracht, zou ze niet doen ontplof
fen.
Wel is het een wonder, dat het an
dere. veel grootere magazijn onge
deerd is gebleven. Als dit in de lucht
was gevlogen, zou Tonlon voor een
groot deel vernield hebben kunnen
zyn.
De minister van marine is Maan
dagavond naar Toulon vertrokken.
In de Kamer heeft Allard een
voorstel ingediend tot het verleenen
van een erediet van 200.000 frs. voor
de slachtoffers.
De gemeenteraad van Parijs heeft
5000 frs. gezonden.
De prins van Wales, die Tonlon
passeerde op weg naar Cannes, heeft
zyn deelneming aan den gemeenteraad
laten betuigen.
Keizer Wilhelm heeft een telegram
van deelneming gezonden.
Uit Toulon werd Dinsdag nog ge
meld, dat het gerucht gaat dat men
12 dynamietpatronen zou hebben ge-
vonder achter het arsenaal. Van an
dere zijde wordt verzekerd dat een
onbekende drie revolverschoten zon
hebben gelost op den schildwacht voor
het arsenaal, zonder hem echter te
treffen. Deze geruchten brengen daar
veel ontroering teweeg.
De gezondheid van den Czaar,
De laatste berichten, welke te Darm
stadt uit St. Petersburg ontvangen
zyn, constateeren nogmaals, dat de
gezondheidstoestand van den Czaar
niet de minste ongerustheid wekt. Hjj
heeft een lichten aanval van influenza
gehad en moest drie dagen het bed
honden. Van een waarneming der
regeering door grootvorst Michael was
u is geen sprake.
Het duel een kinderspel.
Te Kiel heeft een vau twee kwa
jongens, die „duelletje" speelden, den
ander doodgeschoten. De knaap is in
hechtenis genomen.
Op de Filippijnen.
Telegrammen uit Manilla melden dat
de Filipinos hebben getracht zich
meester te maken van de waterwerken
der stad. Er ontstond eer verwoed
gevecht, waarin de Amerikanen over-
winners bleven en vele aanvallers
werden gedood en gewond.
Pest te Bombay.
De pest bljjft in de stad Bombay
met groote hevigheid woeden. Ver
leden week stierven er in het geheel
2309 menscheo, onder wie 972 aan
de pest. Dit is echter de ambtelijke
aangifte; in werkelijkheid is het getal,
dat aan de ziekte gestorven is veel
grooter. Een correspondent schat liet
aantal dooden aan andere oorzaken
op een zeshonderd, al de overigen
zoudeu dan aan de pest overleden
zjjn. Het sterftecijfer was verleden
week 13 op de 5 000, over een jaar
gerekend.
Over8trooaiingeii in N.
Amerika.
In vele deelen der Vereenigdo Sta
ten heeft een krachtige storm, gepaard
met het smelten van sneeuw en ys
overstroomicgen veroorzaakt. De Ohio,
de Mississippi, de Alabama, de Tom-
sigbee, de Tennessee, de Cumberland
ec de Savannah zjjn buiten de oevers
getreden en hebben het omgelegen
land overstroomd. De velden zyu ver
woest, bruggen en huizen weggeslagen.
Men vreest, maar de berichten uit de
geteisterde streken zyn schaarsch, dat
er ook menschenlevens zyn te betreu
ren. Hoewei de volle omvang van de
ramp nog niet bekend is spreekt men
reeds van vijftien miliioeu dollars
schade.
Trein ongelukken.
In een waggon derde klasse van
den avondtrein baar Dwinsk (Rusland)
is brand ontstaan door bet springen
van een bus gevuld met benzine. Zes
vrouwen eo een man werden gedood
en zestien anderen werden meest
zwaar gewond naar het ziekenhuis
overgebracht.
De sneltrein tusschen Bukaresteu
Jassy is Zondagochtend bjj Barnova
ontspoord met het gevolg, dat een
reiziger en de stoker gedood en 14
personen gewond werden.
Onze voorvaderen in Amerika.
Over George "Washington en zjjn
Hollandsche vrienden schry ft William
Elliot Griffis, de schry ver van Brave
Little Holland, in het te Boston en
Chicago verschijnende weekblad The
Christian Endeavor World.
Lawrence Washington, George's
broeder, voerde in 1741 het bevel over
een compagnie vrijwilligers uit Virgi-
nië bij de Eugelsche expeditie op Cuba.
Op dien veldtocht maakte Lawrence
kennis met een Hollander, Jacob van
Braam, uitWerkhoven inUtrecht.Deze
ivan Braam, in Amerika teruggekeerd,
gaf George die zjjn broeder en hem be-
i wonderde als helden, het eerste onder-
richt in den wapenhandel. Later stenn-
den Hollanders de Amerikanen die
voor bun onafhankelijkheid vochten,
bjj meer dan oen gelegenheid. Toen
Baltimore gebrek leed, slaagde Klaas
Taan lit Zaandam er in, door de
Britsche blokkade-vloot heen, de stad
van graan te voorzien. Washington
was zoo in zjjn schik daarover dat
hy zyn portret in olieverf aan Taan
ten geschenke gaf, in wiens familie dat
portret zich nog bevindt. Hollanders
voorzagen de Amerikanen van geld
en dreven handel op Amerika met
wederzjjdsch voordeel natnurijjk in
die moeilijke tjjdeD, en Pieter Johan
j van Berckel werd de eerste „minister-
plenipotentiaris van den Ötaat der
Vereenigde Nederlanden by de Staten
van Noord-America."
Griffis brengt natourlyk ook in
herinnering dat veel Hollanders de
zaak der Amerikanen steunden met
terdaad. Zoo streed kolonel Dirck in
den slag bjj Germantown. Kolonel
Bernard Romans boawde de' forten
by West Point. Maar vooral waren
het twee persoonlijke vrienden van
Washington, prof. Johan Luzac te
Leiden ec Johannes de Graeff, gou
verneur van het eiland St. Eustatius,
die krachtig ijverden voor de Ameri
kanen. Luzac's internationale kram,
over geheel Europa verspreid, bevor
derde de zaak van de Amerikanen
door het bewerken van de openbare
meening. Washington zond hem later
het veldstoeltje dat hy in den oorlog
gebruikt had, met eeu eigenhandige
dankbetuiging. Hoewel het schip dat
bet geschenk en den briel overbracht
door een Franschen zeeroover bait
gemaakt werd, zond de Fransche ka
pitein beide toch aan Lazac, uit eer
bied voor den grooten Washington.
Wat Johannes de Graeff betreft,
wiens portret in het kapitool te Con
cord, N. Hampsb., hangt, hjj was de
eerste vreemdeling die de Amerikaan-
scbe vlag salueerde. Dat geschiedde
den 16en November 776, toon de brik
Andrea Doria voor St. Eustatius ver
scheen. De officiereu, die De Graeff
eeu afschrift van de Amerikaansche
onafhankelykheids-verklariDg brach
ten, werden door hem aau tafel ge*
noodigd. Van St. Eustatius vertrokken
wel de helft van de schepen die de
Amerikanen van Europeesche levens
behoeften voorzagen. Men weet dat
onze laatste oorlog met Engeland het
gevolg geweest is van de houding
der Hollanders in den Amerikaan-
schen opstand.
Geëlectriseerd zaad.
De Engelschraan dr. E. H. Cook
heeft bekend gemaakt, dat door bem
enkele proeven zjju genomen met het
electriseeren van zaden vóórdat dezo
worden geplant. De door hem ver
kregen resultaten toonden aan, dat
deze zaden niet sneller groeiden dan
niet-geëlectriseerde, doch dat er veel
meer van uitliepen.
Voor de leden der „Amateur Hor
ticultural Society" hield bjj over zjjn
ontdekking een lezing en beloofde
daar, alle hem toegezonden zaden
volgens zyn systeem te zullen behan-
de en, mits men hem de transport
kosten vergoedde en hem later mede-
deeliug deed, welke de resultaten
geweest waren.
Eene snelle luchtreis.
Een ballon van de militaire lucbt-
schippersafdeeling te Berlyn heeft den
2den dezer onder commando van den
eerste luitenant von Siegsfeld een reis
gedaan, die zoo snel was dat zij haar
weerga wel niet zal hebben. De ballon
steeg te Berlyn om tien minuten over
tienen op, passeerde om één uur Bres-
lau, ging om drie uur over de Oosten-
rykscbe grens en landde om vier uur
te Basrnska in Galicië. De afgelegde
afstand bedraagt 680 K.M. hemels
breedte, zoodat de snelheid 115 K.M.
in het nur was, wat nog geen snel
trein heeft kunnen bereiken. In wer
kelijkheid zal de snelheid nog wel
grooter geweest zjjn, want men kan
niet aannemen dat de ballon zich
steeds in lijnrechte richting heeft
voortbewogen.
Eeu wonderbare plant.
Wie in het bezit wil zyn van een
wonderbare plant, bestelle by zjjn
bloemist een plant van EsscheDkruid,
die den wetenschappeljjken naam
draagt van „Dictamnus fraxinella".
Het is volstrekt geen „novelty",
aangezien ze reeds in 1600 in onze
tuiDen gekweekt werd. Men moet n.l.
weten, dat het Esschenkruid geen
kamerplant is maar winter en zomer
in den tuin behoort te staan waar
noch vorst, noch sneeuw of regen
haar hindert. Ze behoort in het ge
matigde deel van ons werelddeel thuis
en heeft zich hier te lande volkomen
geacclimatiseerd.
Kan deze plant reeds warm aanbe
volen worden om hare hoogst sierlijke
bladeren die aan een Esch doen den
ken en oneven gevind zjjn, als zjj in
bloei staat met groote witte of pur
peren bloemen, wordt men niet moede
baar bjj herhaling te bewonderen.
Bjj Dadere beschouwing bljjkt dat
de bloembladeren niet alleen, maar
ook de meeldraden, in één woord, de
gebeele plant een bergplaats is van
oliekliertjes.
Is hei nu heet, droog weer, zooals
men dat in den bloeiljjd Juni
verwachten kan, dan vervliegt die
olie en bljjft als het 's avonds zeer
stil en warm is, als een onzichtbaar
wolkje boven en tusschen de plant,
haugen. Een enkele lucifer is nu vol
doende om een alleraardigst vuurwerk
te voorschijn te roepen. Het is alsof;
de geheele plant in vlam en rook op
gaat, zonder nochtans in het minst
beschadigd te worden't is blijkbaar
een phospborisch vuur.
Deze aardige verrassing kan men
zijn vrienden meermalen bereiden,
want na verloop van een of twee
warme dagen kan men gerust de
proef herhalen. Deze zal volkomener
golukkea naarmate liet zwoeler is.
Men zegt, dat de dochter van Lin
naeus de eerste is geweest die dit
eigenaardige verschijnsel heeft waar
genomen. In de onde Pharrnacopoea
maakte men gebruik van de „Radix
Dictomni".
Onze oplage!
gaat voortdn-j
rend vooruit.
Kijk maar rond,
overal vindt gei
Haarlem's Dag-f
blad.
Koloniën.
De invloed van den Atjeli-
dienst.
„De Locomotief" van 27 Jan. be
vat als hoofdartikel een aardige cau
serie over „Het leven te velde onzer
officieren." De schrijver, die zich H.
teekent, bespreekt daarin o.a. den in
vloed van den dienst op Atjeh. dien
hjj voor de vorming van het militaire
karak ter zeer hoog schat. Er is slechts
één schaduwzijde aan verbonden, nl.
dat velen, die lang op Atjeh blijven,
zicb in andere garnizoenen nooit meer
goed thuis voelen:
Ik heb jonge luitenants gekend, die
na een leven vol afwisseling en vol
gevaren op Atjeh tot de betrekking
van adjudant werden geroepen, ver
van het oorlogstooneel, cn al spoedig
stuitte dat leven van boodschappen
doen en rapporten schrijven hun zoo
danig tegen de borst, dat de levens
lust er geheel uit giug. Teu eir.de raad
vroegen zjj dan tenslotte maar weer
overplaatsing naar Aljeb en eeomaal
op het toooeel van den oorlog voelden
zy zich weer in liun element.
Toch komt het mjj voor, dat het
verkeerd is te veel aan dat gevoel1
toe te geven. Ik kan mjj voorstellen,
dat het Departement van Oorlog zulke
officieren op prjjs stelt, de slechtsteo
zjjn bet zeker niet, doch hot is ook
in vele opzichten iets abnormaals, iets
ziekelijks, wanneer officieren zich
alleen op Atjeh in hun element voelen.
Ook uit een hygiënisch oogpunt
vindt de schrijver een te lang verbljjf
in Atjeh verkeerd:
Ik heb „bljjvers" gekend, die bjj
elke gelegenheid hoog opgaven van
hnn gezondheid. Zjj haalden medelij
dend de schouders op voor personen, die
Atjeh ongezond durfden noemen, of
die meer dood dan levend geëvaeuëerd
werden. Hnn krachtig gestel kon
overal tegen! Zy konden ongestraft
de zwaarste marschen maken eo de
grootste vermoeienissen doorstaan,
maar zy hielden ook, wat men noemt,
„het vleesch onder den pekel".
En werkelijk mochten zulke per
sonen zich jaren lang in een uitmun
tende gezondheid verheugen. Doch
zelden bleef de reactie uit. Hoeveel
van die buitengewone mensehen moes
ten later met spoedcertificaat Daar
Europa en zagen Indiö nooit weer
terug.
Op die wjjze gaan jaarlijks vele
uitmuntende krachten voor het leger
verloren.
"Vooral waarschuwt de schrijver
tegen het eerstgenoemde nadeel van
een te langen dienst op Atjeh, nl. het
ongeschikt worden voor een andere
levenswijze. En hij besluit aldus:
Hoe het zy, ik vind het verkeerd,
dat sommige officieren zoo heel lang
op Atjeh bleven en ik zou verschei
dene voorbeelden kannen aanhalen,
waaruit blijkt, dat de gevolgen daar
van dikwijls treurig zijn, zoowel voor
den persoon zelf als voor het leger.
Ik acht het echter onnoodig hier namen
te noemen.
Een verblijf van enkele jaren op
Atjeh kan evenwel niet anders dan
een gunstigen invloed uitoefenen op
deu troepen-officier. Daar worden de
ware krijgsmansdeugden aaugekweekt
en zoowel het karakter als het ge
moed ondergaan een verandering ge
heel in het voordeel van den offi
cier.
Uit Bandjarmasin werd aan het
„Soer. Hand." bericht, dat daar een
groote brand op de hoofdplaats ge
woed heeft, waarbij negen toko's veel
geleden hebben.
De schade wordt begroot op bijna
f 100,000.
De brand brak uit by zekeren
Chinees Kho Soec Tian, wiens toko-
inventaris voor f 5000 verzekerd was.
Aangezien kwaadwilligheid vermoed
wordt, wordt een serieus onderzoek
ingesteld.
Te Semarang heeft zich een
Europeesch gouvernementsdienaar met
een inlaudsche vrouw op Mohamma-
daansclie wyze in deu echt doen
verbinden.
Het huwelijk werd in de mesigit
door den daartoe bevoegden panghoe-
loe voltrokken, buiten tegenwoordig
heid echter van den bruidegom, wyl
deze vooraf schriftelijk te kennen had
gegeven, niet bjj de voltrekking tegen
woordig te kuunen zjjnby had
evenwel bij die gelegenheid zjjn hoed
aan den pangboeloe gezonden ec deze
hoed kon hem, volgens inlandsch ge
bruik, vertegenwoordigen. De inland-
sche schoone trouwde dus niet, zooals
men by wyze van woordspeling zon
kunnen zeggen, „met den handschoen",
doch „met den hoed". Dit voorbeeld
zal, zegt de „Loc." zeker navolging
vinden onder Europeanen, die hun
aanstaande levensgezellin onder de
dochteren des lands zoeken.
Voor zooverre we hebben kunnen
nagaan, schrijft het „Bat. Nbld.", zyn
in Nederland geen actieve Indische
officiereu', die de 3e Atjebscbe expe
ditie en den val van deu Kraton heb
ben bygewoond.
Ook in Indië is de voorraad erg
gedundvergissen we ons niet, dan
zyn aldaar van hen die dit roemryk
feit hebben medegemaakt, a'.leen nog
maar in werkelyken dienst de kolonel
Scheuer, de overste Van der Wyck,
de overste Feuilletau de Brujjn. do
majoors Kerlenen PlanteDga, de kolo
nel-intendant Vermeer en de militaire
apotheker le kl. HisgeD.
De tijd heeft dus Jachtig huisge
houden onder onze voorgangers, die
ten getale van 279 met de ve expeditie
naar Atjeh zyn opgetrokken.
De gedachte, dat er iemand in de
cylinder opgesloten zat, vond hij zóó
verschrikkelijk dat hij, de hitte verge
tend, naderbij trad om te helpen den
cylinder open te schroeven.
Maar gelukkig belette hem de lievige
liitte, dio van het Ding uitstraalde, veel
dichter bij te treden en zijn. handen te
branden.
Een oogenblik stond hij besluiteloos,
draaide zich toen om, klauterde uit den
kuil en snelde in de richting van Wo
king voort.
Het zal toen ongeveer zes uur geweest
zijn. Op zijn weg ontmoette hij een voer
man. dien hij het- gebeurde trachtte uit
to leggen, maai' zijn woorden waren zoo
onsamenhangend en zijn uiterlijk was
zoo vreemd zijn hoed was in de kuil
blijven liggen dat de man eenvoudig
doorreed. Even ongelukkig was hij met
een kellner. die de luiken van een res
taurant in de nabijheid van Horsell
Bridge opendes.
De man dacht dat hij een krankzinni
ge voor zich had en trachtte Ogilvy in
de gelagkamer op te sluiten. Hierdoor
werd do steiTenkundige een weinig ont
nuchterd c-n toen hij Henderson, een
Londensch journalist in zijn tuin bezig
zag, riep hij hem over de omheining
bxl I lÉUdWÊÊÊ
„Henderson, lic-b je van nacht die
schietende ster gezien?"
„Welnu?" vroeg Henderson bedaard.
„Ze is bij Horsell neergekomen."
„Groote Hemelzeide Henderson.
„Een gévallen meteoor! Die is mooi."
„Maar het is iets anders dan een me-
u-oor, kerel. Het is oen cylinder
een kunstig saaingestelde cylinder! En.
er zit iets binnen in."
Henderson zag, rustend op zijn spa,
tot Ogilvy op.
„Wat zeg je?" vroeg hij. Hij is nl.
doof aan één ooi'.
Ogilvy vertelde hem alles wat hij
gezien had.
Henderson begreep hem gelukkig
spoedig.
Toen gooide liij zijn spa neder, trok
zijn jas in de plooi en ging het tuinhek?
uit.
De twee mannen snelden naai* de
plaats waar de cylinder lag. Er was
niets veranderd1, sinds Ogilvy weg liep,
alleen word er tusschen den kop van den
cylinder en het onderstuk een metalen
ring zichtbaar.
Het gepiep en gekraak binnen in had
nu opgehouden. De lucht drong suizend
naar binnen.
Beide heeren, luisterden scherp toe eni
sloegen met hun stok op de korst-, maar
geen antwoord ontvangend besloten zij
j dat de menschen binnen in dood moes-
i ton zijn.
I Henderson en Ogilvy konden met
hun beiden natuurlijk niets uitrichten.
Zij riepen de gevangenen troostwoorden
en beloften toe en keerden toen naar de
stad terug om hulp te halen. Men kan
zich wel voorstellen hoe zij er uitzagen
bestoven en met opgewonden gezichten,
toen zij door de in de zon badende stra-
j ten renden op het oogenblik dat de win
keliers hun winkels openden. Henderson
begaf zich terstond naar het station om
liet nieuwtje naar Londen te seinen. De
couranten liadden de menschen reeds
voorbereid op wat er gebeuren kon.
Om acht uur was er reeds een troepje
jongens en nietsdoeners naar den cylin
der gesneld, om te zien hoe dioode Mar-
sianen er wel uitzagen.
Zoo ging het praatje ten minste. Ik
hoorde het nieuwtje 't eerst vaar mijn
courantenj ongen. bij wien ik tegen kwar
tier voor negen een „Daily Chronicle"
ging koopen. Ik was natuurlijk zeer ont-
1 steld en liet geen tijd verloren gaan om
mij naar de plaats, waar het wonder
lijke Ding gevallen was, te spoeden.
HOOFDSTUK III.
Toen ik de plaats mijner bestemming
bereikt had trof ik een twintigtal men
schen aan-, die om den grooten kuil,
welke door den cylinder gevormd was,
stonden. Ik heb reeds een beschrijving
van liet reusachtige voorwerp gegeven,
zooals het daar gedeeltelijk onder het
zand bedolven lag. Het gras was als bij
een plotselinge explosie vc-rkoold. Ei*
was dus geen twijfel of de val van den'
meteoor had brand veroorzaakt.
Henderson en Ogilvy bevonden zich
niet onder de aanwezigen. Ik veronder
stel dat zij, begrijpend dat eer voor *t
oogenblik toch niets gedaan kon wor
den. maar rustig waren gaan ontbijten.
Vier jougens die met bengelende bee-
nen op den rand van den kuil zaten
amuseerden zich met steentjes naar de
reusachtige massa te werpen. Ik ver
bood hen en na eenigen tijd1 met hen
over het Ding gepraat te hebben, gin
gen zij krijgertje tusschen de omstan
ders door spelen.
Onder de aanwezigen bevonden zich
eenige fietsrijders, eenj tuinman, een
jong meisje met een kind op den' arm,
Gregg de slager en zijn zoontje en twee
of drie witjassen die gewoon waren bij
het station op en neer te slenteren. Er
werd niet veel gesproken. Weinige men
schen uit het volk liadden eenig begrip
van astronomische verschijnselen. De
meesten staarden op het afgeplatte ge
deelte van den cylinder, dat sinds Ogil
vy en Henderson zich verwijderd had
den, in rust was gebleven. Ik geloof,
dat de aanwezigen, die gemeend hadden
een hoop verkoolde lichamen te zien,
zeer teleuigesteld waren op het gezicht
van dit onbeweeglijke kolossale voor
werp. Sommigen gingen heen en ande
ren kwamen weer. Ik daalde in den kuil
af en meende een zwak geluid onder
mijn voeten te hooren. De kop van
den cylinder draaide niet meer. daar
was ik zeker van.
Toen ik mij zoo diclit biji het vooi*-
werp bevond trof het mij eerst hoe ei
genaardig het er uit zag. Bij den eersten
aanblik maakte het onze belangstelling
niet meer gaande, dan een omgeslagen
rijtuig of boom zouden dóen.
Maar bij nader inzien niet meer. Het
meest van ail deed het denken aan een
roestïgen, half begraven gasketel. En er
was een zekere mate van geestelijke ont
wikkeling noodig om té zien dat de grij
ze korst" geen gewoon oxyd was en het
geelachtig witte metaal tusschen den
top en het onderstuk' van den cylinder
een, ongewone kleur had. De beteekenis
van het woord „bovenaardsch" drong
tot de meeste toeschouwers niet door.
Ik was ct van overtuigd dat het Ding
afkomstig van Mars was, maar vond 't
onwaarschijnlijk, dat het levende wezens
zou bevatten. Ik geloofde, dat het los
schroeven automatisch ging. In weerwil
van Ogilvy geloofde ik toch dat Mara
bewoond werd door menschelijke we
zens. Ik begon mij te verdiepen in de
mogelijkheid dat de cylinder berichten
kon bevatten, die wij wellicht niet zou
den kunnen ontcijferen. Maar het Ding
was te groot om dit idéé voor zekerheid
aan te nemen. Ik werd ongeduldig om
het geopend te zien. Tegen elf uur wan
delde ik in gepeins verzonken naar mijn
huis in May bury. Maar het was moeie-
lijk om mijn gedachten bij mijn werk
te honden.
Tegen den namiddag kreeg de- weg
een gelieel ander aanzien.
De couranten hadden mot hun be
richt
„Tijding van Mars ontvangen, zon
derlinge geschiedenis van Woking." een
groote opschudding in Londen veroor
zaakt. Daarbij kwam nog dat elk ob-
setrva/torium ïn de (Me koninkrijken
door Ogilvy1 s telegram in beroering wafc
gebracht. (Wordt vervolgd.)