spoedig mogolyk over de greDS zal wor den gezet, beboeft geen betoog. (N. Gr. Ct.") RECHTSZAKEN. Een zakkenroller. In den middag van den 10de Febr. stond een jnflr. uit Heemstede te kijken naar de uitstalling van Gebr. Gerzon in de Kal verstraat te Amsterdam, toen zjj plotseling een hand voelde schui ven in den zak van haar japon. Om ziende, zag zij Jobs. Smit zich snel verwijderen, en bij nader onderzoek bleek bij baar portemonnaie te hebben meegenomen. Op haar geroep van „houdt den dief', volgde een jacht door de Sint-Lnciënsteeg naar den N. Z. Voorburgwal. Door twee voor bijgangers werd de iangvinger vast gegrepen. Hjj bekende bet misdrijf gepleegd te hebben. Dinsdag stond bekl. voor de recht bank te Amsterdam terecht. Het O. M. wees er op dat Smit reeds eenmaal veroordeeld is wegens zakkenrollerij en dat hy aan den rechter-commissaris bad meegedeeld, den laatsten tijd ge heel van zakkenrollerij te hebben bstaau. Zelfs nam bij de equipement- stukken van een oud-zakkenroller over. Daarom eischte het O. M. een zware straf tegen bekl., t. w. 2 jaar gevangenisstraf Mr. Boerlage, die als verdediger optrad, pleitte verzachtende omstan digheden, er o. a. op wijzende, dat bekl. na zyn ontslag uit de gevange nis, gestreden heeft om eerlijk man te blijven. Hy werd achtereenvolgens schilder, kellner en nachtportier, tot hy eindelijk, door den invloed van een verdorren vrouw, weer zijn ond beroep begon. Verduistering van een paard. Dinsdag had zich voor de recht bank te Amsterdam te verantwoorden C. Bais, beklaagd van verduistering van een paard. Op 20 Januari jl. kwam beki. by zekeren Boomars, een melkboer aan de Bullewyk, en vroeg of bet waar was dat deze een paard te koop had. Dit was zoo, maar het was een af tandsch paard, wat koppig en kwaad. Bekl. zei. dat dit niet hinderde, om dat het toch maar voor een zandkar moest loopeu. Het paard werd bekeken en men werd het eens voor f 150 als kooppry'8, maar als het paard bleek Diet te willen trekken dan zou de koop verbroken worden. Deu volgenden dag moest het paard maar gebracht worden bij Bart de Groot, Nicolaas Beetsstraat 110. De melkboer was op tijd daar, maar De Groot was niet te vinden. Toen Boo- mars terng ging, kwam by zyn broer met de melkkar tegen in gezelschap van bekl. Nu heette bet dat de melk boer aan een verkeerd nommer was geweest, het had 210 moeten zijn: Zaken konden echter nog wel gedaan worden. Bekl. nam den boer mede naar de 3e Spaarndammerstraat, en daar werd het paard onder dak gebracht. Deu volgenden morgen zou het achter hot Rijksmuseum beproefd worden, en dan zon de betaling volgen. Toen de melkboer op de afgesproken 'plaats kwam, was het paard noch de koo- per to vinden. Bij onderzoek bleek dat bekl. het paard had verkocht aan een paardeoslachter, die het overdeed aan een collega. Zoo werd bet door de politie in een stal van het abattoir opgespoord. Den melkboer werd het bod gedaan het paard voor f 95 terug te koopen, maar dan moest de zaak onmiddellijk beslag krygen. Ongelukkig kon de melkboer zooveel geld niet zoo spoe dig bijeenbrengen en moest by het paard aan zyn lot. overlaten. Zoo ge tuigde de bedrogen eigenaar. Bekl. beweerde dat van het opge ven van verkeerde namen en adressen geen sprake was. Er woonde waarlijk een zekere Groot in de Beetsstraat, en hjj had gezegd dat die een bekende van hem was die wel zandrjiders zou kunnen aanwjjzen. Bekl. erkende in dronkenschap het paard verkocht te^ hebben en toen aan deu rol to zijn geraakt In deze zaak traden behalve do melkboer als getuigen op een bekende van bekl die het paard gestald, twee paardenslachters en een paar tusscheo- personeD. De subst.-offlcier van justitie, mr. Baart de la Faille wees er op dat het eenig verschil tusscheu de voorstelling, die de justitie van de zaak bad en die welke bekl. gaf, was datbetaling nog wel plaats zon hebben gehad. Voor het O. M. stond echter ae verduiste ring vast en zoo werd tegen bekl. een gevangenisstraf voor den tijd var twee jaren geëisebt. Als verdediger trad op mr. Dnparc van Lier, die meende te kunnen aan- toonen, dat verduistering hier niet bewezen was. Uitspraak over 8 dagen. Het lidmaatschap van de Am8t. IJsclub. Voor het kantongerecht te Amster dam was Dinsdag gedagvaard prof. mr. M. W. F. Treub tot betaling van f5 als verschuldigde contributie voor het lidmaatschap der Amsterdamsche jisclub 1898—99. Mr. Treub verklaar de zjjn lidmaatschap volgens de statu ten tjjdig schriftelijk te hebben opge zegd en niet verantwoordelijk te kon- j neu worden gesteld voor het eventn- I eel niet in handen komen vac zijn brief bij het bestuur. In elk geval kan j bet bestuur niet bewijzen, dat bij de 1 opzegging niet geschreven heefthet verklaart alleen dat het schry ven niet ontvangen is. Aan de IJsclub nu het bewjjs dat spreker nog lid is. I Mr. Philips, optredende voor de j IJsclub, betoogde, dat eon opzegging niet slechts moet geschreven zjjn. goed geadresseerd en gepost, maar ook moet komen aan zjjn adres. Het is aan den gedaagde om te bewijzen dat hjj zjjn lidmaatschap heeft opgezegd. Uitspraak over 3 weken. sn ^fedstPijdeR. Schermen. Uitslag wedstryd oru het kampioen schap op degen en sabel te Amersfoort. Degen E. M. M. A. van Amersfoort, 21 louchés Vrjjo "Wapenbroeders van Amsterdam 16 sabel E. M. M. A. 10, V. W. 23. A.s. Zondag te Haariem voortzetting. INGEZOHOEM. Voor den inhoud dezer rubriek stelt 'e redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stu!;ken, geplaatst V niet geplaatstwordt de copij niet aan den inzender terug gegeven. Haarlem, 7 Maart 1899. Mijnheer de Redacteur Beleefd verzoek ik U om eene kleine plaatsruimte in Uw veelgelezen blad teneinde op den meer dan schande lijken toestand te wijzen, welke des avonds aan de Leidsche Vaart, tus- schen de Katholieke Kerk en de Lau rens Kosterstraat heerscht. Maandagavond te 10s/4 uur van de Leidsche Vaart naar de stad gaande, moest ik daar ter plaatse in de meest volslagen duisternis over een terrein klauteren, (van behoorlijk loopen was geen sprake) hetwelk gedeeltelijk met los zand was opgehoogd, vol kuilen en gaten is en waarop tot overmaat van ramp nog eene heistelling met toebehooren was opgezet, zonder dat door den aannemer van het werk iets ter verlichting dezer chaos was ge daan. Het zou myos inziens dan ook zeer in het algemeen belang zyn, dat de bevoegde autoriteiten zich ten spoe digste op do hoogte stelden van den onhoudbaren toestand, welke daar ter plaatse 's avonds heerscht en den aan nemer van het werk de verplichting werd opgelegd om, zoolang het terrein onbegaanbaar is, voor behoorlijke verlichting zorg te dragen, waardoor ongelukken voorkomen worden die niet kunuen uitblijven, zoolang men niet zien kan waar men loopt. Onder dankbetuiging voor de ver leende plaatsruimte Hoogachtend D. C. d. G. GESSEMSO NIEUWS. De ramp bij Toulon. Het aantal dooden, totnogtoe na de ontploffing te Lagonbran onder dei puinhoopen gevonden, bedraagt 5?I Van eecige personen heeft men de identiteit niet. kunnen vaststellen. Ve-j len zjjn afschuwelijk verminkt. Van een echtpaar, dat rustig lag te slapen, j werd deD man do schedel verbrijzeld, de vrouw bleef volkomen ongedeerd. Een artillerie-officier gaf aan de „Éclair" de volgendelezing omtrent het ontstaan vao de ramp De ontploffing is le wijten aan een zuiver chemisch verschijnselvan boos opzet kan geen sprake zjjnwant een kwaadwillige zou eenvoudig niet bjj het kruit kunnen. Het magazijn i is door aarden wallen van verschei- 1 dene meters dikte omgeven, dan vol- öd een steenen muur van 1 M. 50 ik en een gang. Vier ijzeren deuren j moet men dan door om bjj het kruit j te komen. Dit is besloten in kisten van rood koper, van 2 mM. dik, waaromheen houten bekleeding. Een vlam, in de nabijheid van deze kisten gebracht, zou ze niet doen ontplof fen. Wel is het een wonder, dat het an dere. veel grootere magazijn onge deerd is gebleven. Als dit in de lucht was gevlogen, zou Tonlon voor een groot deel vernield hebben kunnen zyn. De minister van marine is Maan dagavond naar Toulon vertrokken. In de Kamer heeft Allard een voorstel ingediend tot het verleenen van een erediet van 200.000 frs. voor de slachtoffers. De gemeenteraad van Parijs heeft 5000 frs. gezonden. De prins van Wales, die Tonlon passeerde op weg naar Cannes, heeft zyn deelneming aan den gemeenteraad laten betuigen. Keizer Wilhelm heeft een telegram van deelneming gezonden. Uit Toulon werd Dinsdag nog ge meld, dat het gerucht gaat dat men 12 dynamietpatronen zou hebben ge- vonder achter het arsenaal. Van an dere zijde wordt verzekerd dat een onbekende drie revolverschoten zon hebben gelost op den schildwacht voor het arsenaal, zonder hem echter te treffen. Deze geruchten brengen daar veel ontroering teweeg. De gezondheid van den Czaar, De laatste berichten, welke te Darm stadt uit St. Petersburg ontvangen zyn, constateeren nogmaals, dat de gezondheidstoestand van den Czaar niet de minste ongerustheid wekt. Hjj heeft een lichten aanval van influenza gehad en moest drie dagen het bed honden. Van een waarneming der regeering door grootvorst Michael was u is geen sprake. Het duel een kinderspel. Te Kiel heeft een vau twee kwa jongens, die „duelletje" speelden, den ander doodgeschoten. De knaap is in hechtenis genomen. Op de Filippijnen. Telegrammen uit Manilla melden dat de Filipinos hebben getracht zich meester te maken van de waterwerken der stad. Er ontstond eer verwoed gevecht, waarin de Amerikanen over- winners bleven en vele aanvallers werden gedood en gewond. Pest te Bombay. De pest bljjft in de stad Bombay met groote hevigheid woeden. Ver leden week stierven er in het geheel 2309 menscheo, onder wie 972 aan de pest. Dit is echter de ambtelijke aangifte; in werkelijkheid is het getal, dat aan de ziekte gestorven is veel grooter. Een correspondent schat liet aantal dooden aan andere oorzaken op een zeshonderd, al de overigen zoudeu dan aan de pest overleden zjjn. Het sterftecijfer was verleden week 13 op de 5 000, over een jaar gerekend. Over8trooaiingeii in N. Amerika. In vele deelen der Vereenigdo Sta ten heeft een krachtige storm, gepaard met het smelten van sneeuw en ys overstroomicgen veroorzaakt. De Ohio, de Mississippi, de Alabama, de Tom- sigbee, de Tennessee, de Cumberland ec de Savannah zjjn buiten de oevers getreden en hebben het omgelegen land overstroomd. De velden zyu ver woest, bruggen en huizen weggeslagen. Men vreest, maar de berichten uit de geteisterde streken zyn schaarsch, dat er ook menschenlevens zyn te betreu ren. Hoewei de volle omvang van de ramp nog niet bekend is spreekt men reeds van vijftien miliioeu dollars schade. Trein ongelukken. In een waggon derde klasse van den avondtrein baar Dwinsk (Rusland) is brand ontstaan door bet springen van een bus gevuld met benzine. Zes vrouwen eo een man werden gedood en zestien anderen werden meest zwaar gewond naar het ziekenhuis overgebracht. De sneltrein tusschen Bukaresteu Jassy is Zondagochtend bjj Barnova ontspoord met het gevolg, dat een reiziger en de stoker gedood en 14 personen gewond werden. Onze voorvaderen in Amerika. Over George "Washington en zjjn Hollandsche vrienden schry ft William Elliot Griffis, de schry ver van Brave Little Holland, in het te Boston en Chicago verschijnende weekblad The Christian Endeavor World. Lawrence Washington, George's broeder, voerde in 1741 het bevel over een compagnie vrijwilligers uit Virgi- nië bij de Eugelsche expeditie op Cuba. Op dien veldtocht maakte Lawrence kennis met een Hollander, Jacob van Braam, uitWerkhoven inUtrecht.Deze ivan Braam, in Amerika teruggekeerd, gaf George die zjjn broeder en hem be- i wonderde als helden, het eerste onder- richt in den wapenhandel. Later stenn- den Hollanders de Amerikanen die voor bun onafhankelijkheid vochten, bjj meer dan oen gelegenheid. Toen Baltimore gebrek leed, slaagde Klaas Taan lit Zaandam er in, door de Britsche blokkade-vloot heen, de stad van graan te voorzien. Washington was zoo in zjjn schik daarover dat hy zyn portret in olieverf aan Taan ten geschenke gaf, in wiens familie dat portret zich nog bevindt. Hollanders voorzagen de Amerikanen van geld en dreven handel op Amerika met wederzjjdsch voordeel natnurijjk in die moeilijke tjjdeD, en Pieter Johan j van Berckel werd de eerste „minister- plenipotentiaris van den Ötaat der Vereenigde Nederlanden by de Staten van Noord-America." Griffis brengt natourlyk ook in herinnering dat veel Hollanders de zaak der Amerikanen steunden met terdaad. Zoo streed kolonel Dirck in den slag bjj Germantown. Kolonel Bernard Romans boawde de' forten by West Point. Maar vooral waren het twee persoonlijke vrienden van Washington, prof. Johan Luzac te Leiden ec Johannes de Graeff, gou verneur van het eiland St. Eustatius, die krachtig ijverden voor de Ameri kanen. Luzac's internationale kram, over geheel Europa verspreid, bevor derde de zaak van de Amerikanen door het bewerken van de openbare meening. Washington zond hem later het veldstoeltje dat hy in den oorlog gebruikt had, met eeu eigenhandige dankbetuiging. Hoewel het schip dat bet geschenk en den briel overbracht door een Franschen zeeroover bait gemaakt werd, zond de Fransche ka pitein beide toch aan Lazac, uit eer bied voor den grooten Washington. Wat Johannes de Graeff betreft, wiens portret in het kapitool te Con cord, N. Hampsb., hangt, hjj was de eerste vreemdeling die de Amerikaan- scbe vlag salueerde. Dat geschiedde den 16en November 776, toon de brik Andrea Doria voor St. Eustatius ver scheen. De officiereu, die De Graeff eeu afschrift van de Amerikaansche onafhankelykheids-verklariDg brach ten, werden door hem aau tafel ge* noodigd. Van St. Eustatius vertrokken wel de helft van de schepen die de Amerikanen van Europeesche levens behoeften voorzagen. Men weet dat onze laatste oorlog met Engeland het gevolg geweest is van de houding der Hollanders in den Amerikaan- schen opstand. Geëlectriseerd zaad. De Engelschraan dr. E. H. Cook heeft bekend gemaakt, dat door bem enkele proeven zjju genomen met het electriseeren van zaden vóórdat dezo worden geplant. De door hem ver kregen resultaten toonden aan, dat deze zaden niet sneller groeiden dan niet-geëlectriseerde, doch dat er veel meer van uitliepen. Voor de leden der „Amateur Hor ticultural Society" hield bjj over zjjn ontdekking een lezing en beloofde daar, alle hem toegezonden zaden volgens zyn systeem te zullen behan- de en, mits men hem de transport kosten vergoedde en hem later mede- deeliug deed, welke de resultaten geweest waren. Eene snelle luchtreis. Een ballon van de militaire lucbt- schippersafdeeling te Berlyn heeft den 2den dezer onder commando van den eerste luitenant von Siegsfeld een reis gedaan, die zoo snel was dat zij haar weerga wel niet zal hebben. De ballon steeg te Berlyn om tien minuten over tienen op, passeerde om één uur Bres- lau, ging om drie uur over de Oosten- rykscbe grens en landde om vier uur te Basrnska in Galicië. De afgelegde afstand bedraagt 680 K.M. hemels breedte, zoodat de snelheid 115 K.M. in het nur was, wat nog geen snel trein heeft kunnen bereiken. In wer kelijkheid zal de snelheid nog wel grooter geweest zjjn, want men kan niet aannemen dat de ballon zich steeds in lijnrechte richting heeft voortbewogen. Eeu wonderbare plant. Wie in het bezit wil zyn van een wonderbare plant, bestelle by zjjn bloemist een plant van EsscheDkruid, die den wetenschappeljjken naam draagt van „Dictamnus fraxinella". Het is volstrekt geen „novelty", aangezien ze reeds in 1600 in onze tuiDen gekweekt werd. Men moet n.l. weten, dat het Esschenkruid geen kamerplant is maar winter en zomer in den tuin behoort te staan waar noch vorst, noch sneeuw of regen haar hindert. Ze behoort in het ge matigde deel van ons werelddeel thuis en heeft zich hier te lande volkomen geacclimatiseerd. Kan deze plant reeds warm aanbe volen worden om hare hoogst sierlijke bladeren die aan een Esch doen den ken en oneven gevind zjjn, als zjj in bloei staat met groote witte of pur peren bloemen, wordt men niet moede baar bjj herhaling te bewonderen. Bjj Dadere beschouwing bljjkt dat de bloembladeren niet alleen, maar ook de meeldraden, in één woord, de gebeele plant een bergplaats is van oliekliertjes. Is hei nu heet, droog weer, zooals men dat in den bloeiljjd Juni verwachten kan, dan vervliegt die olie en bljjft als het 's avonds zeer stil en warm is, als een onzichtbaar wolkje boven en tusschen de plant, haugen. Een enkele lucifer is nu vol doende om een alleraardigst vuurwerk te voorschijn te roepen. Het is alsof; de geheele plant in vlam en rook op gaat, zonder nochtans in het minst beschadigd te worden't is blijkbaar een phospborisch vuur. Deze aardige verrassing kan men zijn vrienden meermalen bereiden, want na verloop van een of twee warme dagen kan men gerust de proef herhalen. Deze zal volkomener golukkea naarmate liet zwoeler is. Men zegt, dat de dochter van Lin naeus de eerste is geweest die dit eigenaardige verschijnsel heeft waar genomen. In de onde Pharrnacopoea maakte men gebruik van de „Radix Dictomni". Onze oplage! gaat voortdn-j rend vooruit. Kijk maar rond, overal vindt gei Haarlem's Dag-f blad. Koloniën. De invloed van den Atjeli- dienst. „De Locomotief" van 27 Jan. be vat als hoofdartikel een aardige cau serie over „Het leven te velde onzer officieren." De schrijver, die zich H. teekent, bespreekt daarin o.a. den in vloed van den dienst op Atjeh. dien hjj voor de vorming van het militaire karak ter zeer hoog schat. Er is slechts één schaduwzijde aan verbonden, nl. dat velen, die lang op Atjeh blijven, zicb in andere garnizoenen nooit meer goed thuis voelen: Ik heb jonge luitenants gekend, die na een leven vol afwisseling en vol gevaren op Atjeh tot de betrekking van adjudant werden geroepen, ver van het oorlogstooneel, cn al spoedig stuitte dat leven van boodschappen doen en rapporten schrijven hun zoo danig tegen de borst, dat de levens lust er geheel uit giug. Teu eir.de raad vroegen zjj dan tenslotte maar weer overplaatsing naar Aljeb en eeomaal op het toooeel van den oorlog voelden zy zich weer in liun element. Toch komt het mjj voor, dat het verkeerd is te veel aan dat gevoel1 toe te geven. Ik kan mjj voorstellen, dat het Departement van Oorlog zulke officieren op prjjs stelt, de slechtsteo zjjn bet zeker niet, doch hot is ook in vele opzichten iets abnormaals, iets ziekelijks, wanneer officieren zich alleen op Atjeh in hun element voelen. Ook uit een hygiënisch oogpunt vindt de schrijver een te lang verbljjf in Atjeh verkeerd: Ik heb „bljjvers" gekend, die bjj elke gelegenheid hoog opgaven van hnn gezondheid. Zjj haalden medelij dend de schouders op voor personen, die Atjeh ongezond durfden noemen, of die meer dood dan levend geëvaeuëerd werden. Hnn krachtig gestel kon overal tegen! Zy konden ongestraft de zwaarste marschen maken eo de grootste vermoeienissen doorstaan, maar zy hielden ook, wat men noemt, „het vleesch onder den pekel". En werkelijk mochten zulke per sonen zich jaren lang in een uitmun tende gezondheid verheugen. Doch zelden bleef de reactie uit. Hoeveel van die buitengewone mensehen moes ten later met spoedcertificaat Daar Europa en zagen Indiö nooit weer terug. Op die wjjze gaan jaarlijks vele uitmuntende krachten voor het leger verloren. "Vooral waarschuwt de schrijver tegen het eerstgenoemde nadeel van een te langen dienst op Atjeh, nl. het ongeschikt worden voor een andere levenswijze. En hij besluit aldus: Hoe het zy, ik vind het verkeerd, dat sommige officieren zoo heel lang op Atjeh bleven en ik zou verschei dene voorbeelden kannen aanhalen, waaruit blijkt, dat de gevolgen daar van dikwijls treurig zijn, zoowel voor den persoon zelf als voor het leger. Ik acht het echter onnoodig hier namen te noemen. Een verblijf van enkele jaren op Atjeh kan evenwel niet anders dan een gunstigen invloed uitoefenen op deu troepen-officier. Daar worden de ware krijgsmansdeugden aaugekweekt en zoowel het karakter als het ge moed ondergaan een verandering ge heel in het voordeel van den offi cier. Uit Bandjarmasin werd aan het „Soer. Hand." bericht, dat daar een groote brand op de hoofdplaats ge woed heeft, waarbij negen toko's veel geleden hebben. De schade wordt begroot op bijna f 100,000. De brand brak uit by zekeren Chinees Kho Soec Tian, wiens toko- inventaris voor f 5000 verzekerd was. Aangezien kwaadwilligheid vermoed wordt, wordt een serieus onderzoek ingesteld. Te Semarang heeft zich een Europeesch gouvernementsdienaar met een inlaudsche vrouw op Mohamma- daansclie wyze in deu echt doen verbinden. Het huwelijk werd in de mesigit door den daartoe bevoegden panghoe- loe voltrokken, buiten tegenwoordig heid echter van den bruidegom, wyl deze vooraf schriftelijk te kennen had gegeven, niet bjj de voltrekking tegen woordig te kuunen zjjnby had evenwel bij die gelegenheid zjjn hoed aan den pangboeloe gezonden ec deze hoed kon hem, volgens inlandsch ge bruik, vertegenwoordigen. De inland- sche schoone trouwde dus niet, zooals men by wyze van woordspeling zon kunnen zeggen, „met den handschoen", doch „met den hoed". Dit voorbeeld zal, zegt de „Loc." zeker navolging vinden onder Europeanen, die hun aanstaande levensgezellin onder de dochteren des lands zoeken. Voor zooverre we hebben kunnen nagaan, schrijft het „Bat. Nbld.", zyn in Nederland geen actieve Indische officiereu', die de 3e Atjebscbe expe ditie en den val van deu Kraton heb ben bygewoond. Ook in Indië is de voorraad erg gedundvergissen we ons niet, dan zyn aldaar van hen die dit roemryk feit hebben medegemaakt, a'.leen nog maar in werkelyken dienst de kolonel Scheuer, de overste Van der Wyck, de overste Feuilletau de Brujjn. do majoors Kerlenen PlanteDga, de kolo nel-intendant Vermeer en de militaire apotheker le kl. HisgeD. De tijd heeft dus Jachtig huisge houden onder onze voorgangers, die ten getale van 279 met de ve expeditie naar Atjeh zyn opgetrokken. De gedachte, dat er iemand in de cylinder opgesloten zat, vond hij zóó verschrikkelijk dat hij, de hitte verge tend, naderbij trad om te helpen den cylinder open te schroeven. Maar gelukkig belette hem de lievige liitte, dio van het Ding uitstraalde, veel dichter bij te treden en zijn. handen te branden. Een oogenblik stond hij besluiteloos, draaide zich toen om, klauterde uit den kuil en snelde in de richting van Wo king voort. Het zal toen ongeveer zes uur geweest zijn. Op zijn weg ontmoette hij een voer man. dien hij het- gebeurde trachtte uit to leggen, maai' zijn woorden waren zoo onsamenhangend en zijn uiterlijk was zoo vreemd zijn hoed was in de kuil blijven liggen dat de man eenvoudig doorreed. Even ongelukkig was hij met een kellner. die de luiken van een res taurant in de nabijheid van Horsell Bridge opendes. De man dacht dat hij een krankzinni ge voor zich had en trachtte Ogilvy in de gelagkamer op te sluiten. Hierdoor werd do steiTenkundige een weinig ont nuchterd c-n toen hij Henderson, een Londensch journalist in zijn tuin bezig zag, riep hij hem over de omheining bxl I lÉUdWÊÊÊ „Henderson, lic-b je van nacht die schietende ster gezien?" „Welnu?" vroeg Henderson bedaard. „Ze is bij Horsell neergekomen." „Groote Hemelzeide Henderson. „Een gévallen meteoor! Die is mooi." „Maar het is iets anders dan een me- u-oor, kerel. Het is oen cylinder een kunstig saaingestelde cylinder! En. er zit iets binnen in." Henderson zag, rustend op zijn spa, tot Ogilvy op. „Wat zeg je?" vroeg hij. Hij is nl. doof aan één ooi'. Ogilvy vertelde hem alles wat hij gezien had. Henderson begreep hem gelukkig spoedig. Toen gooide liij zijn spa neder, trok zijn jas in de plooi en ging het tuinhek? uit. De twee mannen snelden naai* de plaats waar de cylinder lag. Er was niets veranderd1, sinds Ogilvy weg liep, alleen word er tusschen den kop van den cylinder en het onderstuk een metalen ring zichtbaar. Het gepiep en gekraak binnen in had nu opgehouden. De lucht drong suizend naar binnen. Beide heeren, luisterden scherp toe eni sloegen met hun stok op de korst-, maar geen antwoord ontvangend besloten zij j dat de menschen binnen in dood moes- i ton zijn. I Henderson en Ogilvy konden met hun beiden natuurlijk niets uitrichten. Zij riepen de gevangenen troostwoorden en beloften toe en keerden toen naar de stad terug om hulp te halen. Men kan zich wel voorstellen hoe zij er uitzagen bestoven en met opgewonden gezichten, toen zij door de in de zon badende stra- j ten renden op het oogenblik dat de win keliers hun winkels openden. Henderson begaf zich terstond naar het station om liet nieuwtje naar Londen te seinen. De couranten liadden de menschen reeds voorbereid op wat er gebeuren kon. Om acht uur was er reeds een troepje jongens en nietsdoeners naar den cylin der gesneld, om te zien hoe dioode Mar- sianen er wel uitzagen. Zoo ging het praatje ten minste. Ik hoorde het nieuwtje 't eerst vaar mijn courantenj ongen. bij wien ik tegen kwar tier voor negen een „Daily Chronicle" ging koopen. Ik was natuurlijk zeer ont- 1 steld en liet geen tijd verloren gaan om mij naar de plaats, waar het wonder lijke Ding gevallen was, te spoeden. HOOFDSTUK III. Toen ik de plaats mijner bestemming bereikt had trof ik een twintigtal men schen aan-, die om den grooten kuil, welke door den cylinder gevormd was, stonden. Ik heb reeds een beschrijving van liet reusachtige voorwerp gegeven, zooals het daar gedeeltelijk onder het zand bedolven lag. Het gras was als bij een plotselinge explosie vc-rkoold. Ei* was dus geen twijfel of de val van den' meteoor had brand veroorzaakt. Henderson en Ogilvy bevonden zich niet onder de aanwezigen. Ik veronder stel dat zij, begrijpend dat eer voor *t oogenblik toch niets gedaan kon wor den. maar rustig waren gaan ontbijten. Vier jougens die met bengelende bee- nen op den rand van den kuil zaten amuseerden zich met steentjes naar de reusachtige massa te werpen. Ik ver bood hen en na eenigen tijd1 met hen over het Ding gepraat te hebben, gin gen zij krijgertje tusschen de omstan ders door spelen. Onder de aanwezigen bevonden zich eenige fietsrijders, eenj tuinman, een jong meisje met een kind op den' arm, Gregg de slager en zijn zoontje en twee of drie witjassen die gewoon waren bij het station op en neer te slenteren. Er werd niet veel gesproken. Weinige men schen uit het volk liadden eenig begrip van astronomische verschijnselen. De meesten staarden op het afgeplatte ge deelte van den cylinder, dat sinds Ogil vy en Henderson zich verwijderd had den, in rust was gebleven. Ik geloof, dat de aanwezigen, die gemeend hadden een hoop verkoolde lichamen te zien, zeer teleuigesteld waren op het gezicht van dit onbeweeglijke kolossale voor werp. Sommigen gingen heen en ande ren kwamen weer. Ik daalde in den kuil af en meende een zwak geluid onder mijn voeten te hooren. De kop van den cylinder draaide niet meer. daar was ik zeker van. Toen ik mij zoo diclit biji het vooi*- werp bevond trof het mij eerst hoe ei genaardig het er uit zag. Bij den eersten aanblik maakte het onze belangstelling niet meer gaande, dan een omgeslagen rijtuig of boom zouden dóen. Maar bij nader inzien niet meer. Het meest van ail deed het denken aan een roestïgen, half begraven gasketel. En er was een zekere mate van geestelijke ont wikkeling noodig om té zien dat de grij ze korst" geen gewoon oxyd was en het geelachtig witte metaal tusschen den top en het onderstuk' van den cylinder een, ongewone kleur had. De beteekenis van het woord „bovenaardsch" drong tot de meeste toeschouwers niet door. Ik was ct van overtuigd dat het Ding afkomstig van Mars was, maar vond 't onwaarschijnlijk, dat het levende wezens zou bevatten. Ik geloofde, dat het los schroeven automatisch ging. In weerwil van Ogilvy geloofde ik toch dat Mara bewoond werd door menschelijke we zens. Ik begon mij te verdiepen in de mogelijkheid dat de cylinder berichten kon bevatten, die wij wellicht niet zou den kunnen ontcijferen. Maar het Ding was te groot om dit idéé voor zekerheid aan te nemen. Ik werd ongeduldig om het geopend te zien. Tegen elf uur wan delde ik in gepeins verzonken naar mijn huis in May bury. Maar het was moeie- lijk om mijn gedachten bij mijn werk te honden. Tegen den namiddag kreeg de- weg een gelieel ander aanzien. De couranten hadden mot hun be richt „Tijding van Mars ontvangen, zon derlinge geschiedenis van Woking." een groote opschudding in Londen veroor zaakt. Daarbij kwam nog dat elk ob- setrva/torium ïn de (Me koninkrijken door Ogilvy1 s telegram in beroering wafc gebracht. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 2