de op den heer Déuiel zal zijn heen
gegaan. Ik wcnsch dat mijn woorden en
daden niet een tweede maal verkeerd
zullen worden uitgelegd!."
D= gouverneur ging heen, waarop
Dreyfus uitliep ..Éindelijk zul ik dan
kunnen sprekenHij weigerde evenwel
schriftelijk te antwoorden of eenig stuk
le te-ken: 11. Hij sprak twee uur lang
en gaf zeer volledige inlichtingen, waal-
bij hij de namen no: mdc van officieren
die nog niet in het schandaal zijn be-
trokken.
Teen Dreyfus geëindigd liad, vroeg
de heer Darius h#*m of hij eenig ver
zoek had te doen. „Ik vraag alleen
recht.' antwoordde de gevangene. De
president vroeg of de palissade om de
hut hom niet hinderde, maar Dreyfus
vrrklaatde dat zij integendeel zeer nut
tig is daar zij de schittering van de
zon op de zee terughoudt.
De hut van den gevangene is. vol
gens do mededeelnigcn van den heer
Darius, 5.30 meter lang bij 4 meter
breed, goed verlicht en geventileerd.
Zij 13 van het nocdige voorzien Het
bed is omhangen met muskietengaas om
Dreyfus te vrijwaren, voor de steken
der insecten, er .staat een stoel, een tafel,
en zelfs een petroleumkachel, zegt de
„Daily Telegraph."
Dyea in Alaska is bijna geheel af
gebrand. Het. plaatsje bestond grooten-
deels uit houten huizen. De schade wordt
op ruim een millioen dollars geraamd.
De bewoners hebben veel lo lijden
gehad van de bittere koude, voordat er
uit Seattle hulp kwam.
Een orkaan, vergezold van zware ha
gelbuien, heeft in Argentinië meer dan
300.000 ton graan vernield.
Een van Dijek ontdekt.
Te Geut is op een zolder, te midden
van rommel, een Yan Dyck outdekt,
voorstellende een Madonna met het,
kindje. De schilderij werd voor 14 frs.
eigendom van een voddenkoop vrouw,
die er 75 fr. van maakte by een
antiquaar; deze deed er weer zaken
mee voor 900 fr. aau een vreemden
koopman, tot bet stuk eindelijk te
Weenen een kooper vond voor 30,000
fr. De schilderij is een herhaling van
hetzelfde onderwerp dat van v. Dyck
in het museum van München be
waard wordt.
De Vredesconferentie.
liet departement van buitenlandsche
zaken heeft bericht ontvangen dat
de Keizer vau Rusland tot gedele
geerden ter vredesconferentie beuoemd
heeft de heeren De Staal, ambassadeir
van Rusland te Londen, en den hoog
leeraar De Martens, aan wie eenige
hoofdambtenaren van het miDistorie
van buitenlandsche zaken te St. Peters
burg zullen worden toegevoegd.
De Russische gezant bij het Neder-
landsche Hof, ridder De Strove, zal
aau de vertegenwoordiging geassu-
meerd worden.
Anarchisten.
Acciarito, de veroordeelde anarchist,
dader van den moordaanslag op ko
ning Umberto, heeft eindelijk in de ge
vangenis bekend dat by medeplichti
gen gehad heeft en hun namen ge
noemd. Mag men het in omloop zijnde
verbaal golooven, dan beeft de direc
teur van de gevangenis hem die be
kentenis op niet al te loyale wyz-<
Haarlemmer Halletjes
Een Zaierdagavondpraatje.
CCOLXIX.
Of het kwam. door de nadering van de
lente, dan wel door iets anders weot ik
niet, maar ik was deze week bijzonder
in mijn schik. Al was de Minister van
Financiën in persoon bij mij geweest
met do boodschap, dat ik wegens .ware
verdienste en burgerdeugd levenslang j
geen cent belasting meer behoefde te
betalen, dan zott ik niet meer in mijn
schik hebben kunnen wezen, dan ik
het nu zonder bepaalde aanleiding was.
De zaken gingen niet slecht, het geld;
kwam nogal redelijk binnen, niemand
in huis was verkouden of had hoofd-
pijn, kortom er was geen wolkje aan.
het uitspansel van mijn dagelijkschen
dampkring te bespeuren.
Nu houd ik niet van uitersten. Hoe
hooger de berg. hoe dieper het dal. leer
den we al in het tweede jaar van onze
lagere echooi-loopbaan. Ben je nu in
een hoog opgewekte stemming en ge
beurt er dan iets minder aangenaams,
dar. is de reactie zooveel te grooter en
plof je ineens zoo laag neer. Ben je mid
delmatig gestemd, dan is de overgang
niet zoo groot en daar de mensch in
zijn meest opgewekte stemming rekenen
moet op mogelijken tegenspoed, zoo be
sloot ik, voor dat moment van tegen
spoed, mijn stemming wat t o laten neer
halen, om zoo te zeggen mijn humeur te
laten normalist-eren Was het wonder,
dat ik daarbij aan neef Wouter dacht,
die do vleeschgeworden kritiek is en
dus we! kans zou zien, mijn vroolijke
stemming wat lager te schroeven.
Op weg naar zijn huis trof ik hem
aan op hst Spaarne, waar hij mot aan
dacht naar 't leggen van de tramrails
keek. „Deze werklieden," zei hij, met
mij opwandelend--, „kggen bij het be
straten veel practischon zin aan den
dag. Zij redeneeren blijkbaar aldusin
1902 of 1903 wordt de boel toch weer
opgebroken voor do gasfabriek het
is dus ennut werk, nu goed' en stevig te
bestraten. Wat is drie, ja wat is vier
jaar? Een zucht-, niets meer. Zullen we
iru, ten pleziere van een zucht, ons moe
maken door goed te bestraten? 't Zou
verspilling van natuurkracht wezen.
Daarom bestraten ze nu maar met den
ontlokt, doorzyne woede op te wekken
tegen zyn kameraden, die bom in den
steek lieten. Daarop zyn de arresta
ties van eenige anarchisten gevolgd
en is een verzoek om uitlevering van
zekeren Trenta aan de Oostenrykscbe
regeering gericht, die zich bereid ver
klaard beeft daaraan te voldoen en
reeds een bevel tot inhechtenisneming
van Trenta heeft uitgevaardigd.
Het kussen verboden.
Marguerite Lindley, rertegenwocir-
digende de Women's Rights Associa
tion, heeft een wet iogediend by de
vertegenwoordiging van den Staat
New-York, waarbij op gronden van
zedelijkheid eD hvgiène, het kussen
verboden wordt
Aanschouwelijk onderricht.
In een Duitscb blad voor geheel
onthouding wordt de volgende merk
waardige anecdote medegedeeld. De
zoon van mevroiw X was student
geworden en hy wilde ook deelnemen
aan de studentikooze vermaken.
Maandags-avond komt by yry laat
thuis. „Hans, hoeveel heb je gister-
avoud gedronkenvraagt mama.
„Maar 8 glazen, mama." „Goed
jongen" Dinsdag gaat Hans weer
ait. „Hoeveel Hausr" „Slechts
(5 mama." Eu zoo ging het d6 week
door zonder een aanmerking, zon
der een schijn van verwyt. Het is
Zondag. „HaDs" riep mama, „kom
eens in de badkamer." Verwonderd,
wat er daar wel mag zijn, gaat Hans
en vindt tot zyn verbazing uiets dan
zyn moeder en de bijna geheel gevulde
badkuip. „Wat beteekent dat
„Hierin, jongen, zyn juist zooveei
glazen water, als jij glazen bier hebt
gedronken van doze week. Dat h6eft
je maag alles moeten slikken." Hans
lachte eens verlegen sedert dien tjjd
ging by nog wei eens inet vrienden
uit, maar met het vele drinken was
hbt gedaan; zoo vertelt althans het
bedoelde blad. Het aanschouwelijke
van mama's stil verwyt, had meer
invloed gehad dan ooit verzoeken of
smeeken had kuoneu helpen.
Een kolossaal diner.
Do Hoino Market-Club le Boston
zal eerstdaags den president Mc.
Kinley eeu dineetje van niet minder
dan 2064 couverts aanbieden. By die
gelegenheid zullen 250 kellners bedie
nen, 20 personen zijn geëngageerd om
wynflesschen te ontkurken en 40 vrou
wen om de vaten te wasschen. De ta
fellakens zulleu gezainolyk een lengte
van achthonderd yards hebben en de
tafels, zoo ze in eeu ry werden opge
steld, zouden een lengte hebben van
eou halve mijl. De prys per couvert
bedraagt niet meer dan 3 dollars. Van
de gerechten, die voor dit reuzenmaal
noodig zyn, zou een gezin van 6 per
sonen een jaar lang zieh ruimschoots
kunnen voeden. De tafels worden in
vyftien groepen opgesteld en voor
iedere groep wordt in een afzonderlijke
keuken met keukenchef en een groot
personeel gekookt. Zoodra nu in de
gezamelykeu keukens een gerecht ge
reed is, moeten de vyftien keukenchefs
den hotelhouder door een toekon daar
van in kennis stellen. Deze geeft
weder den kellners een wenk en op
deze wyze wordt het mogelijk, dat de
2064 gelijk bediend worden zonder
dat het eten tijd heeft om koud te
worden.
franschm slag, eerst een kei en dan een
kuil, dan weer een kei en een kuil en
zoo vervolgens, om den andoven een koi
en een kuil. Het geheel bestrooien ze
met het zand! der liefderat alles bedekt
en klaar ia de zaak."
't- Was duidelijk, dat Wouter juist im
do goede luim was om- mijn vroolijke
stemming wat te verminderen. Was hij
eenmaal op gang, dan zooi er nog wel
meer komen. De aanleiding tot zijn vol
genden uitval was een oude, hooge hoed,
die gedeukt, gekreukt en volkomen,
glansloos, het toppunt uitmaakte van
een; stapeltje onbeschrijflijkheden in
een vuilnisbak.
„Kijk," zei hij, „daar woont een ver
standig man, die gooit zijn hooge-n hoed.'
op de vuilnis. Dat moesten we allemaal
doen, op een dag, bij onderlinge af
spraak en nooit, weer een nieuwen koo-
pen." En toen ik schuchter de opmer
king waagde, wat do onschuldige hooge
hoed hem gedaan had zei hij,,'t Is
een van de- drie dingen, die ik niet kan
uitstaan. De twee andere zijn de reke
ningen van den slager en de beleefd-
li idsvisites.
In de eerste» plaats de hooge hoed.
Waarom draagt een mensch hem toch
Zeker niet cir.dat hij zoo mooi is: Voor
dc mode Evenmin, want een hooge
hoed is nooit langer dan een maand of
zus in de mode, Dan is hij er alweer uit,
omdat er een nieuwer model is versche
nen. Afdragen gaat bij een hoogen hoed
ook niet. want als je hem in de week
opzet, dan zegt iedereen: „wat ben je
deftig, vandaag. Ga je op audiëntie of
uit eten Ga je de stad uit Er is toch
nuts gebeurd in de familie?" Om daar
aan t ontkomen zet je hem niet meer
op. Overigens veroorzaakt een hooge
hoed hoofdpijn e-n waait gemakkelijk af.
't Beste zou wezen, liem maar te laten
waaien, maar aangezien ons klimaat
niet veroorlooft in het bloote hoofd te
loopen. moet je nog jacht maken op het
ding, alsof jo wondërwat belang stelt in
dat bezit. Kortom, een hooge hoed is
oen onding."
„En de slagersrekening?" vroeg ik.
„De slagersrekening," zei hij, „is een
onheuschheid tegenover de koe. Jo kijkt
verwonderd, welnu ik zal je dat uitleg
gen. Een koe is een eenvoudig beest,
niet waar? Het houdt zich niet op met
een trotsche houding, zooals het paard
noch met een coquet krulletje in de
Het geheimzinnige briefje.
Het was in Januari van het jaar 1793
dat voor het eerst in Europa een tele
graaflijn voltooid werd, terwijl in Lon
den, waar onze geschiedenis speelt, eerst
in 1796 de eerste telegraaflijn naar Do
ver en Portsmouth tot stand' kwam.
De telegraaf bracht, met name voor de-
beursmannen, terstond een volkomen om
mekeer teweeg, want tot dat oogenblikj
waren zij met betrekking tot het ver
krijgen van de voor hen zoo gewichtige
politieke berichten van eigen, zeer kost
bare koeriers of van geheime medede
lingen van hooggeplaatste ambtenaren
afhankelijk.
Zoo was het ook in den tijd. waarin
deze geschiedenis voorviel, en liet ont
breken van de telegraaf Scheen i et
noodlot van het Engelsche bankiersnuis
Chi. Andrew te zullen worjden. Nog
eenmaal zamelde de chef van cM huis
al zijn krachten bijeen en, gaf in zi;n
vorstelijke woning een schitterend 'bal,
voor hetwelk ook dë staatssecretaris,
lord Castlereagh, uitgenoodigd was.
Het was het laatste redmiddel van
den heer Andrew en hij, ademde heel
wat vrijer, toen het hem eindelijk ge
hikt- was, den staatssecretaris, voor wien
hij de heele soirée had georganiseerd,
even alleen te hebben.
Mylord, fluisterde liij angstig, u
kunt me met één woord gelukkig ma
ken. Zal Frankrijk on9 den oorlog ver
klaren
Mijn beste Andrew, ik kan het u
niet zeggen, ik moet het zelf uit de;
„Times" lezen, en die van vandaag heb
ik nog niet gezien.
„Mylord, die aardigheid hoort men
ieder oogenbük van u, en zij is niet eens.
van u. had de bankier zeker onder an
dere omstandigheden gezegd, maar nu
hield hij deze woorden wijselijk voor
zichzelven en antwoordde lachend:
Onbetaalbaar, een onbetaalbare
mopMylord zal mij veroorloven, dat
ik hem opschrijf. De heele beurs zal
het uitproesten van liet lachen. Maar
nog een1 enkel woord verzoek ik u7
oorlog niet, waar
Ik verzeker u op mijn woord van
eer. dait ik er niets van weet, totaal
niets.
- Dus ia nog niets beslistMaar
morgen hebt- u zeker bericht, myloicL
Als u mij, door een vertrouwden be
diende een briefje zou kunnen zenden,
dat slechts een enkel woord bevatte.
De staatssecretaris lachte even.
Wij zullen zien, zeid'o hij.
In werkelijkheid had' hiji niet- in het
minst idéé om den wensch vaml den
bankier in te willigen. Maar een directe
afwijzing van een gastheer ware toch
pijnlijk geweest en dan wildë hij; ook
in ieder geval zich van: deni laatigen
vrager ontdoen:
Bankier Andrew was een trotsch
man, wiens gewoonte het niet was te
vragen en te bedelen. Maar hier ging
het om zijn bestaan en dat zijner fami
lie. De staatssecretaris was zijn laatste
hoop de allerlaatste was zijn schoone
dochter Ellen. Hij. hoopte haar een rijk
huwelijk te kunnen doen sluiten, en
daarmede het bankroet te voorkomen;
dat voor de deur stond.
Ongelukkigerwijze had! Ellen een ar
men drommel lief.
Hij heette Freeman en was schilder,
en op hetzelfde oogenblik, waarop die
bankier Andrew zich met den staatsse
cretaris onderhield, stonden Ellen en
Freeman in de aangrenzende kamer te
keuvelen.
staart zooals het varken en niemand
denkt- er aan. het belletjes om den hals
te hangen, zooals het schaap. De koe
vertegenwoordigt in het eetbare dieren
rijk den eenvoud. In eenvoud kauwt ze,1
in eenvoud legt ze zich tot herkauwen,
in eenvoud geeft ze haar melk af, ja, in
eenvoud wandelt- ze naar cte veemarkt en
vandaar naar den slager? Nauwelijks is
ze onder zijn handen omgekomen, of
hij beschouwt do koe als iets buitenge
woons. iets zeldzaams, een rariteit als
Chineesche vogelnestjes en richt daar
naar zijn prijzen in. Ik vind dat hoogst
onwelwillend tegenover de koe. die haar
gansche leven den koogsten eenvoud'
heeft, betracht en die dan ook, wanneer
ze niet dood was, den slager dit verwijt
zou doen: „Hoe kan je nu. baas, mijn
bouten en lappen en biefstuk afleveren
voor zulke hooge prijzen Mijn leven
lang ben ik een eenvoudig dier geweest
t-n toen je mij op dé markt kocht, vond
je wel veel slechts, maar niet veel goeds
aan me." Zoodat ik maar zeggen wil,
Fidelio. dat de rekening van den slager
een onheuschheid is jegens de nagedach
tenis van de koe."
Het zal den lezer misschien niet ver
wonderen, dat deze betoogtrant mij wel
wat in verbazing bracht. Toen ik hem
dat zei, antwoordde hij, dat men ook
bij het eten van koevleesch niet alle poë
zie uit het oog moest verliezen en toen
ik daarop meende, dat hij dan uit teer
hartigheid in 't- geheel geen koevleesch
diende te eten, verklaarde hij, bij die
handeling altijd met- waardeering de
koe te herdenken, hetgeen naar zijn
meening voldoende was.
„Maar de beleefdheidsvisites." giug
hij voort, „zijn oneindig erger dan de
hooge hoed en de slagersrekening samen.
Hoe ontstaan ze? Je ontmoet op zekeren
dag bij een familielid of bij een goeden
vriend aan huis mijnheer en mevrouw
van Puffel en, zal ik maar zeggen. Je
praat zoowat over 't weer en ander©
interessante onderwerpen, je doet de
merkwaardige ontdekking, dat je een
paar gemeenschappelijke kennissen
hebt wat in ons land altijd het ge
val is en uit een en ander put me
vrouw Van Puffelen een aanleiding, om
bij het afscheid te vragen, of ze ons een
visite mogen maken, waarop we, met het
honigzoetste gezicht van de wereld, ant
woorden, dat het ons bijzonder aange
naam zal wezen.
Er wil miji niets gelukken, zei
Freeman verbitterd; mijn laatste schil
derij hebben zij woei'1 voor de tentoon
stelling geweigerd, naar zij voorgeven,
omdat het te veel in den stijl van Ra
fael is geschilderd en Rafaël, gelijk zij-
zeggen, niet meer in de mode is. Maar
mijn besluit staat vast ik wacht een
bericht af en dan ga ik naar Amerika,
waar mij bij de Indianen een plaats als
tatouuur aangeboden ia.
En welk bericht is dat?
Ik heb een portret bij een kunst
handelaar geëxposeerd, dat een Fransck-
man koopen wil. Komt de zaak op be
vredigende wijze tot stand, dan wil ik
het nog eens met dit ellendig Europa,
probeeren.
Dan verwacht ik morgen bepaald
eenig nieuws. Een paai* regels, die ech
ter voor een ander onverstaanbaar moe
ten zijn, zijn voldoende.
Deai morgen van den volgenden dag
liep dë bankier Andrew koortsachtig
opgewonden in zijn kantoor op en neer.
Zijn oenige gedachte waszal de secre
taris miji bericht zenden
Vcbr hem hing daarvan alle^j af.
Langer dan drie diagen zou hij, zijn za
ken niet meer op de been kunnen hou
den.
Slechts een, groote speculatie kon hem
redden.
Alle oogenblikken wierp hij de deur
open, om te zien, of de lang verwachte
bode nog niet kwam.
Eindelijk zag hij een jongen in den
corridor, en als een sperwer op de duif,
schoot hij op hem toe, daar hij reeds bij
den eersten oogopslag ontdekte, dat liij
iets witp in dé hand' hield.
Hier met dien brief!
Neen. ik moet hem zelf afgeven,
het is iets geheims.
Dan is hier het goede adres. Hier,
heb je een shilling - geef mij den brief
nu maar!
De jongen, gelukkig met den shilling,
snelde weg, do bankier scheurde het-
briefje opeki. Op een etenvoudig wit
kaartje stonden de woorden
„De Franschman heeft 'toegehapt
Oorlog dus op leven eni dood
Bankier Ajidirew stiet een vreugde
kreet uit. Onverwijld snelde hij) naar
dë beurs, om daar zijn zaken te dloenj,
overeenkomstig liet pas ontvangen, be
richt.
Den volgenden dag kwam het nieuws,
dat Frankrijk aan Engeland den oorlog
verklaard! had1, omdat de Fransche go-
zant uit Londen was gebannen. De heer
Andtew streek een reusachtige winst-
op, het bankroet was niet alleen ver
meden, maar hiji stond, steviger op de
beenen dan ooit te voren.
Met een schrijven, vol van de innig
ste dankbetuigingen, zond! hij, den staats
secretaris een wissel tot eon zeer hoog
bedirag.
Hij ontving dezen, wissel niet alleen
per ommegaande terug, dloch tevens een
zeer graven brief, als de zeer beleefdë
lord nog wel nooit liad! geschreven.
Het verstand stond' den bankier stil.
Hij begreep er niets van. Nog peinsde
hij' na over het raadselachtig schrijven
van den staatssecretaris, toen zijn dbch-
ter binnentrad'. Zij was zeer toornig en
zag er tengevolge daarvan zeer schoon
uit, wat dien vader niet trots vervulde.
Ziji kan nu een prins trouwen,
dacht hiji.
Ik wildë u vragen, vader, h.oe
u er toe komt. mijn brieven te openen?
Dat is een, heel ongewone toon,
dien je tegenover mij: aanslaat, en als
ik juist niet in zoo'n goede luim was,
kort en goed, van welken, brief spreek
je Ik ben mij geen- enkele zonde be-
Er gaan een paar weken om en we
denken er niet meer aan. Daar komen
op een inooien Zondagmiddag, juist als
we afgesproken hebben Elswout eens
om te wandelen een dame en een, heer
de stoep op en bellen aan. Mijn vrouw
zegt„O jé, daar heb je de Van Puffe
lens
„Nu vestig ik je aandacht op dat.
„o jé." Hoewel er feitelijk geen taalkun
dige grondslag voor bestaat, is o jé in
ieders cor een uitroep van spijt. Vond
mijn vrouw hun bezoek plezierig, dan
zou zo geroepen hebben „Hoera, daar
heb je de van Puffelens!" of: „Geluk
kig! daar heb je de van Puffelens." of
„Heerlijk1 daar heb je dë Van Puffe
lens Niets van dat al, ze zegt: ,,o jé."
Dat „o jé" zet ik nu voorop als een van
mijn argumenten.
Volgt het optreden van de Van Puf
felens. Mijn vrouw begroet ze met een
hartelijkheid, die heelemaal niet klopt
met haar o jé. „Wat vind ik het aar
dig. dat u eens komt. Gaat zitten. Toe
mevrouw, dëe uw mantel wat los. Ik
vind het heel lief, dat u uw belofte
houdt."
„U was toch niet van plan om uit
te gaan," zegt mevrouw Van Puffelon
met een blik naar een van de stoelen,
waar mijn. vrouw haar hoed! cn hand
schoenen heeft neergelegd. (Ze denkt
zeker, dat dit kostbare voorwerpen zoo
maar voor de aardigheid voor den dag
worden gehaald). „O neen," zegt mijn
vrouw, „we hebben al den tijd; niet
waar man Y'
Ze weet evengoed als ik, dat we nu
voor etenstijd de wandeling om Elswout
niet meer kunnen maken. Maar wat zal
ik je zeggen? Een beleefdheidsvisite
eischt. dat je beleefd bent tegen de klip
pen aan, over alle waarheidsliefde heen
dl wanneer mijn vrouw mij aldus in
haar leugentje betrekt, zeg ik ook „o ja,
zeker" en begin met Van Puffelen een
amusant gesprek over de politiek, ter
wijl mevrouw Vani Puffelen het ver
plichte discours inleidt met dë opmer
king, „dat we hier zoo lief wonen."
Waarop mijn, vrouw antwoordt. dat
het huis er wel aardig uitziet, maar dat
liét nogal vochtig is, ziet u, en dat we
uogal last hebben van muizen.
Odie muizen, ja dat is een schrik
kelijke last, bevestigt onze bezoekster,
in ons vorige huis was het letterlijk een
ramp... 't Gesprek gaat door; van Puf-
wust.
Nu, kijk eens, dit heb ik in een
rak van uw schrijftafel gevonden.
Nieuwsgierig greep dë bankier het
hc-m overgereikte briefje, en zijn ver
bazing nam toe, toen hij: zag, diat het
dë geheamrinnige woorden, van den
staatssecretaris bevatte.
Wat moet dat beduiden?
Och, lees het adres eens.
Aan Miss Ellen Andrew, las de
bankier, en hij greep zijn hoofd met-
beide handen rast, om te zien, of hij
waakte of droomde.
Sedert wanneer correspondeer je
met den staatssecretaris
Ik begrijp u niet. Ik heb met
staatssecretarissen niets te maken.
Nu was het Ellen's beurt om zich tel
verbazen.
Deae brief komt van dën schilder
Freeman.
En hoe kan, hij jou staatsgeheimen
meedeel en
Staatsgeheimen?
Nu ja de Franschman heeft toe
gehapt
Dat beteekentliij heeft zijn
nieuwste schilderij aan een Franschman
verkocht.
En: oorlog op leven en doodl?
Dat beteekentwe zullen zoolang
oorlog tegen u voeren, tot u uwe toe
stemming tot ons huwelijk geeft.
Do bankier trad! aan het vearister,
sloeg de oogen ten hemel en mompel
de „Nu begrijp .ik dien brief van den
secretaris."
Dan wendJdë hij zich tot zijn dochter
en zeide
Ik zou ondankbaar zijn, als ik mijn
toestemming niet gaf.
Verbaasd en verheugd' wierp Ellen
zich in dë armen van haar vader.
NGEZONDEN MEDEDEE-
LINGEN.
30 cents per ree-ei
De geduchte vijand.
Helaashoevele personen hier
te lande, ten gevolge van de weêr-
on luchtgesteldheid van ons land
lijden niet aan deze geduchte ziekte
of meer algemeen genaamd kwaal,
n.l. het asthma.
Zoo wordt ons door den heer H.
Klomp te Eerbeek (Gelderland)
medegedeeldSedert 9 maanden
was ik lijdende aan asthma en bij
de minste bezigheid was ik kort
ademig en bijna niet in staat wat
ook te verrichten. Ik was van tijd
tot tijd zoo benauwd, dat ik zelfs
des nachts niet te bed kon liggen,
ik had hoegenaamd geen eetlust
meer en na het eten veel last van
benauwdheid. Geneeskundige hulp
hoe dikwijls ook ingeroepen, mocht
mij niet baten en ten einde raad.
nam ik mijn toevlucht tot de zoo
van Br. Williams. En werkelijk
reeds bij de eerste doos gevoelde
felen en ik donken klaarblijkelijk over,
de zaak-Dreyfus volkomen eenstemmig.
Maar aangezien dat in een conversatie
niet mag, omdat ze anders te gauw uit
zou wezen, opper ik een paar stellingen,
die ik niet meen, waarop hij gretig in
gaat en zoo praten we er een beetje
omheen, totdat mijn vrouw het gesprek
afbreekt om te vragen, of de bezoekers
misschien een glas port of sherry zullen
gebruiken. Daar deze artikelen even
wel, volgens de heerschende gastvrije
gewoonte, in geen velden of wegen zijn
te bespeuren, bedanken dë bezoekers,
geenszins tot verwondering van mijn
vrouw, die, naar ik aan haar gezicht
kan zien. van te voren wel begreep, dat
ze zouden bedanken. Op mijn beurt dëe
ik een dergelijken slag in 't water, door
Van Puffelen een sigaar te presentee-
ren, maar aangezien men op een be
leefdheidsvisite niet rookt, bedankt hij,
nogal met de mededeel in g dat hij weinig
rookt, terwijl hij bij onze eerste kennis
making juist gezegd heeft, dat hij, zoo'n-
sterk rooker was. In dë comedie, die
we voor elkaar spelen, komt het even-
wel op éen jokkentje niet aan, zoodat
ik verder op de opmerking niet atten
deer. Alleen ontspint zich nu een ge
sprek over sigaren cn over de vraag, of
do echte Havana's al dan niet duurder
zullen worden. Hij meent van wel,
zoodat ik (om het discours aan den gang
to houden) wel verplicht ben, te mee-
ndn van niet.
Enfin, zoo is het bezoek verloopen.
Alles heeft een eind; zelfs een beleefd
heidsvisite. Weliswaar had mevrouw
Van Puffelen een paar maal ter sluiks
op de pendule gekeken of 't verplichte
half uur niet al om was en had zich
een paar maal een kleine gaping in 't
gesprek voorgedaan, maar eindelijk was
dan toch de tijd om. Mijn vrouw drong
vriendelijk om nog wat te blijven, maar
dat konden ze niet („we hebben nog
meer te doen," zei mevrouw, alsof ze 't
een heele corvee vond) en we namen af
scheid van elkaar, met de belofte onzer
zijds om gauw het bezoek te beantwoor
den:
„Zie zoo", zei mijn vrouw, „dat ia
weer achter den rug. Laten we nu gauw
uitgaan, anders komen de Hupstra's ons
nog ophoudendie zijn ons al zoolang
een, visite schuldig!"
Drie weiten daarna gingen we naar de
Van Puffelens, Dat bezoek waa eveni
ik mij veel beter, eene tweede
doos verbeterde mijn toestand zoo
danig, dat ik tot zes doozen ge
gaan ben Sedert zes weken ge
bruik ik de pillen niet meer en
mijn toestand is steeds vooruit
gaande. Hulde en dank aan het
beste geneesmiddel, n.l. de Pink
Pillen, welke ik een ieder zal aan
bevelen die aan eene dusdanige
ziekte lijdende is.
Prijs fl.75 de doos. f9.per6
doozen. Verkrijgbaar bij J.H.I.Snabi-
lié, Steiger 27, Rotterdam, eenig de
póthouder voor Nederland en Apo
theken en tevens voor Haarlem
en omstreken bij de Wed.
PLAATZER v. d. HULL, Droge
rijen, 28 Jansstraat. Franco toe
zending tegen postwissel.
Daar het doel dezer geneeswijze
is de hernieuwing van het bloed
en de versterking der spieren,
strekt hare werking zich op vele
ziekten uit: bloedarmoede, rheu-
matiek, heupjicht, zenuwpijn, ver
lamming, ruggemergsziekte, St.
Vitus dans, hoofdpijn, zenuwach
tigheid, klieren enz. De Pink Pillen
hergeven de schoone kleuren aan
de bleeke gezichten, handelen in
alle gevallen van verzwakking en
hebben eene werkdadige handeling
op alle ziekten, veroorzaakt door
lichamelijke en geestelijke over
spanning en dooi' buitensporig
heden.
Commissariaat van Politie
te Haarlem.
Inlichtingen omtrent de voorwer\ en
eijn dragelijks, behalve Zon- en
Feestdagenvan 11 tot 1
nar voor de eigenaars
te bekomen.
Gevonden voorwerpen. Van 3 Maart
tot en met 9 Maart '99.
PJen koperen dop van een binder
wagen. Twee ledige pakkisten. Een
pakje met boorden. Éen duimstok. Een
roeibootje. Een portemonnaio met geld.
Een dames-parapluie. Een witte kip.
Een zwarte kip. Eeu puckhond. Een
koperen gewicht. Eenige losse sleutels.
Een zangoefeningboek. Een taxboadje.
Een nieuwe dames-portemonnaie.
Verwarring.
Zes dokters onderzochten een per
soon en het bleek dat hun meening
geheel verdeeld was. Nadat zy er een
week over hadden gestreden, bleek
het. dat zy den verkeerden persoon
hadden onder handen gehad.
•XL ARKTNIElf :VS.
Leiden, ?0 Maart
De aanvoer en pry zen ter Veemarkt
van heden waren als volgt: 9 Stie
ren f 72 a 226, 145 vette Ossen en
Koeien f115 a 245 of f 0.48 a 0.60,
p. Kg., 206 Varekoeien f 90 a 200,
10 Graskalveren f 36 a 60, 36 vette
id. 40 a 96 of f 0.70 a 0.90 per Kg.,
192 nuchtere idem f 16 a 30.619
vette schapen f 17 a 29.— of 0.40 a
0.36 per Kg., 120 weide dito f 12.—
a f21.—, Lammeren f 0.— a
252 magere Varkens f 14 a 34
367 Biggen f 3.— a 13.—, Venlens
f af—, Paarden f a
176 Kalf en Melkkoeien f 100 a 228
amusant als bun visite bij ons. Dit ge
beurde 4 jaar geleden en sedert mak en wij
over en weer beleefdbeidsvisite.s Verder
komen we niet. Mijn vrouw vindt haar
niet aangenaam en ik vind hem t enUv
nig. Natuurlijk denken zij over ons
ook niet gunstig, zulke opinieën zijn we-
derkeerig. Wanneer wij, hen bezo kende,
hen niet thuis treffen, dan zijn we blij
en dat zullen zij zeker cok wezen, wan
neer ze ons niet thuis vinden. Menige
mooie wandeling hebben ze ons onmo
gelijk gemaakt en wij stellig hun even-
zoo. Wanneer een der beide partijen
dën moed had, om tot de andere te
zeggen„laat ons er mee uitscheien",
dan zouden we daarmee alle vier in on
zen schik wezen. Maar dat verbiedt de
beleefdheid*. We moeten elkaar blij
ven vervelen. En datzelfde zijn we ver
plicht tegen de Hupstra's en de Hop-
ma's, die ook tot dezelfde categorie be-
hooren van kennissen, die nooit minder
worden. En 't ergste is. dat die vis:'. -
makerij zich maar steeds uitbreidt. Hup-
stra en Hopma maken ook al visite - bij
de Van Puffelens, omdat ze die bij ons
aan huis 'nebben ontmoet er zoo ni ken
wij visites bij kennissen van de Hup
stra's en Hopma's on daar online je
dan weer kennissen van die kennissen...
Kortom, 't is om dol te worden. Je moet
je niet ïsoleêren, zeggen d- mensehen.
en 't is goed om relatie te hebben. Maar
voor twee vrienden bij wie ik op elk
uur van den dag kan binnenloop n.
bij wie ik graag uit eten ga of op een
avondje, geef ik jC mijn twintig kennis
sen, aan wie ik zooals dat heet vi-itcs
verschuldigd ben, cadeau."
Ik zei Wouter dank voor zijn aan
bod, verklaarde, dat ik er geen gebruik
van maken zou. Intusschen had zijn-
betoog mij veeleer vroolijker, dan min
der vroolijk gestemd' en het doel waar
mee ik hem liad opgezocht, scheen dus
gemist, toen hij, nadat we over heel
andere dingen gepraat hadden, eens
klaps zei„O ja, 't is waar ook. mijn
wouw heeft gezegd, dat ik ons bij je
excuseeren moest als ik je eens ontmoet
te: We zijn jelui al zoo lang een visite
schuldig!"
Toen het er uit was, bedacht hij zich
en naan bijna dadelijk afscheid. Dat
slotwoord' had zijn plicht gedaan mijn
voorjaarsstetmming was tot win|:erhu-
meur gedaald.
FIDELIO.