de op den heer Déuiel zal zijn heen gegaan. Ik wcnsch dat mijn woorden en daden niet een tweede maal verkeerd zullen worden uitgelegd!." D= gouverneur ging heen, waarop Dreyfus uitliep ..Éindelijk zul ik dan kunnen sprekenHij weigerde evenwel schriftelijk te antwoorden of eenig stuk le te-ken: 11. Hij sprak twee uur lang en gaf zeer volledige inlichtingen, waal- bij hij de namen no: mdc van officieren die nog niet in het schandaal zijn be- trokken. Teen Dreyfus geëindigd liad, vroeg de heer Darius h#*m of hij eenig ver zoek had te doen. „Ik vraag alleen recht.' antwoordde de gevangene. De president vroeg of de palissade om de hut hom niet hinderde, maar Dreyfus vrrklaatde dat zij integendeel zeer nut tig is daar zij de schittering van de zon op de zee terughoudt. De hut van den gevangene is. vol gens do mededeelnigcn van den heer Darius, 5.30 meter lang bij 4 meter breed, goed verlicht en geventileerd. Zij 13 van het nocdige voorzien Het bed is omhangen met muskietengaas om Dreyfus te vrijwaren, voor de steken der insecten, er .staat een stoel, een tafel, en zelfs een petroleumkachel, zegt de „Daily Telegraph." Dyea in Alaska is bijna geheel af gebrand. Het. plaatsje bestond grooten- deels uit houten huizen. De schade wordt op ruim een millioen dollars geraamd. De bewoners hebben veel lo lijden gehad van de bittere koude, voordat er uit Seattle hulp kwam. Een orkaan, vergezold van zware ha gelbuien, heeft in Argentinië meer dan 300.000 ton graan vernield. Een van Dijek ontdekt. Te Geut is op een zolder, te midden van rommel, een Yan Dyck outdekt, voorstellende een Madonna met het, kindje. De schilderij werd voor 14 frs. eigendom van een voddenkoop vrouw, die er 75 fr. van maakte by een antiquaar; deze deed er weer zaken mee voor 900 fr. aau een vreemden koopman, tot bet stuk eindelijk te Weenen een kooper vond voor 30,000 fr. De schilderij is een herhaling van hetzelfde onderwerp dat van v. Dyck in het museum van München be waard wordt. De Vredesconferentie. liet departement van buitenlandsche zaken heeft bericht ontvangen dat de Keizer vau Rusland tot gedele geerden ter vredesconferentie beuoemd heeft de heeren De Staal, ambassadeir van Rusland te Londen, en den hoog leeraar De Martens, aan wie eenige hoofdambtenaren van het miDistorie van buitenlandsche zaken te St. Peters burg zullen worden toegevoegd. De Russische gezant bij het Neder- landsche Hof, ridder De Strove, zal aau de vertegenwoordiging geassu- meerd worden. Anarchisten. Acciarito, de veroordeelde anarchist, dader van den moordaanslag op ko ning Umberto, heeft eindelijk in de ge vangenis bekend dat by medeplichti gen gehad heeft en hun namen ge noemd. Mag men het in omloop zijnde verbaal golooven, dan beeft de direc teur van de gevangenis hem die be kentenis op niet al te loyale wyz-< Haarlemmer Halletjes Een Zaierdagavondpraatje. CCOLXIX. Of het kwam. door de nadering van de lente, dan wel door iets anders weot ik niet, maar ik was deze week bijzonder in mijn schik. Al was de Minister van Financiën in persoon bij mij geweest met do boodschap, dat ik wegens .ware verdienste en burgerdeugd levenslang j geen cent belasting meer behoefde te betalen, dan zott ik niet meer in mijn schik hebben kunnen wezen, dan ik het nu zonder bepaalde aanleiding was. De zaken gingen niet slecht, het geld; kwam nogal redelijk binnen, niemand in huis was verkouden of had hoofd- pijn, kortom er was geen wolkje aan. het uitspansel van mijn dagelijkschen dampkring te bespeuren. Nu houd ik niet van uitersten. Hoe hooger de berg. hoe dieper het dal. leer den we al in het tweede jaar van onze lagere echooi-loopbaan. Ben je nu in een hoog opgewekte stemming en ge beurt er dan iets minder aangenaams, dar. is de reactie zooveel te grooter en plof je ineens zoo laag neer. Ben je mid delmatig gestemd, dan is de overgang niet zoo groot en daar de mensch in zijn meest opgewekte stemming rekenen moet op mogelijken tegenspoed, zoo be sloot ik, voor dat moment van tegen spoed, mijn stemming wat t o laten neer halen, om zoo te zeggen mijn humeur te laten normalist-eren Was het wonder, dat ik daarbij aan neef Wouter dacht, die do vleeschgeworden kritiek is en dus we! kans zou zien, mijn vroolijke stemming wat lager te schroeven. Op weg naar zijn huis trof ik hem aan op hst Spaarne, waar hij mot aan dacht naar 't leggen van de tramrails keek. „Deze werklieden," zei hij, met mij opwandelend--, „kggen bij het be straten veel practischon zin aan den dag. Zij redeneeren blijkbaar aldusin 1902 of 1903 wordt de boel toch weer opgebroken voor do gasfabriek het is dus ennut werk, nu goed' en stevig te bestraten. Wat is drie, ja wat is vier jaar? Een zucht-, niets meer. Zullen we iru, ten pleziere van een zucht, ons moe maken door goed te bestraten? 't Zou verspilling van natuurkracht wezen. Daarom bestraten ze nu maar met den ontlokt, doorzyne woede op te wekken tegen zyn kameraden, die bom in den steek lieten. Daarop zyn de arresta ties van eenige anarchisten gevolgd en is een verzoek om uitlevering van zekeren Trenta aan de Oostenrykscbe regeering gericht, die zich bereid ver klaard beeft daaraan te voldoen en reeds een bevel tot inhechtenisneming van Trenta heeft uitgevaardigd. Het kussen verboden. Marguerite Lindley, rertegenwocir- digende de Women's Rights Associa tion, heeft een wet iogediend by de vertegenwoordiging van den Staat New-York, waarbij op gronden van zedelijkheid eD hvgiène, het kussen verboden wordt Aanschouwelijk onderricht. In een Duitscb blad voor geheel onthouding wordt de volgende merk waardige anecdote medegedeeld. De zoon van mevroiw X was student geworden en hy wilde ook deelnemen aan de studentikooze vermaken. Maandags-avond komt by yry laat thuis. „Hans, hoeveel heb je gister- avoud gedronkenvraagt mama. „Maar 8 glazen, mama." „Goed jongen" Dinsdag gaat Hans weer ait. „Hoeveel Hausr" „Slechts (5 mama." Eu zoo ging het d6 week door zonder een aanmerking, zon der een schijn van verwyt. Het is Zondag. „HaDs" riep mama, „kom eens in de badkamer." Verwonderd, wat er daar wel mag zijn, gaat Hans en vindt tot zyn verbazing uiets dan zyn moeder en de bijna geheel gevulde badkuip. „Wat beteekent dat „Hierin, jongen, zyn juist zooveei glazen water, als jij glazen bier hebt gedronken van doze week. Dat h6eft je maag alles moeten slikken." Hans lachte eens verlegen sedert dien tjjd ging by nog wei eens inet vrienden uit, maar met het vele drinken was hbt gedaan; zoo vertelt althans het bedoelde blad. Het aanschouwelijke van mama's stil verwyt, had meer invloed gehad dan ooit verzoeken of smeeken had kuoneu helpen. Een kolossaal diner. Do Hoino Market-Club le Boston zal eerstdaags den president Mc. Kinley eeu dineetje van niet minder dan 2064 couverts aanbieden. By die gelegenheid zullen 250 kellners bedie nen, 20 personen zijn geëngageerd om wynflesschen te ontkurken en 40 vrou wen om de vaten te wasschen. De ta fellakens zulleu gezainolyk een lengte van achthonderd yards hebben en de tafels, zoo ze in eeu ry werden opge steld, zouden een lengte hebben van eou halve mijl. De prys per couvert bedraagt niet meer dan 3 dollars. Van de gerechten, die voor dit reuzenmaal noodig zyn, zou een gezin van 6 per sonen een jaar lang zieh ruimschoots kunnen voeden. De tafels worden in vyftien groepen opgesteld en voor iedere groep wordt in een afzonderlijke keuken met keukenchef en een groot personeel gekookt. Zoodra nu in de gezamelykeu keukens een gerecht ge reed is, moeten de vyftien keukenchefs den hotelhouder door een toekon daar van in kennis stellen. Deze geeft weder den kellners een wenk en op deze wyze wordt het mogelijk, dat de 2064 gelijk bediend worden zonder dat het eten tijd heeft om koud te worden. franschm slag, eerst een kei en dan een kuil, dan weer een kei en een kuil en zoo vervolgens, om den andoven een koi en een kuil. Het geheel bestrooien ze met het zand! der liefderat alles bedekt en klaar ia de zaak." 't- Was duidelijk, dat Wouter juist im do goede luim was om- mijn vroolijke stemming wat te verminderen. Was hij eenmaal op gang, dan zooi er nog wel meer komen. De aanleiding tot zijn vol genden uitval was een oude, hooge hoed, die gedeukt, gekreukt en volkomen, glansloos, het toppunt uitmaakte van een; stapeltje onbeschrijflijkheden in een vuilnisbak. „Kijk," zei hij, „daar woont een ver standig man, die gooit zijn hooge-n hoed.' op de vuilnis. Dat moesten we allemaal doen, op een dag, bij onderlinge af spraak en nooit, weer een nieuwen koo- pen." En toen ik schuchter de opmer king waagde, wat do onschuldige hooge hoed hem gedaan had zei hij,,'t Is een van de- drie dingen, die ik niet kan uitstaan. De twee andere zijn de reke ningen van den slager en de beleefd- li idsvisites. In de eerste» plaats de hooge hoed. Waarom draagt een mensch hem toch Zeker niet cir.dat hij zoo mooi is: Voor dc mode Evenmin, want een hooge hoed is nooit langer dan een maand of zus in de mode, Dan is hij er alweer uit, omdat er een nieuwer model is versche nen. Afdragen gaat bij een hoogen hoed ook niet. want als je hem in de week opzet, dan zegt iedereen: „wat ben je deftig, vandaag. Ga je op audiëntie of uit eten Ga je de stad uit Er is toch nuts gebeurd in de familie?" Om daar aan t ontkomen zet je hem niet meer op. Overigens veroorzaakt een hooge hoed hoofdpijn e-n waait gemakkelijk af. 't Beste zou wezen, liem maar te laten waaien, maar aangezien ons klimaat niet veroorlooft in het bloote hoofd te loopen. moet je nog jacht maken op het ding, alsof jo wondërwat belang stelt in dat bezit. Kortom, een hooge hoed is oen onding." „En de slagersrekening?" vroeg ik. „De slagersrekening," zei hij, „is een onheuschheid tegenover de koe. Jo kijkt verwonderd, welnu ik zal je dat uitleg gen. Een koe is een eenvoudig beest, niet waar? Het houdt zich niet op met een trotsche houding, zooals het paard noch met een coquet krulletje in de Het geheimzinnige briefje. Het was in Januari van het jaar 1793 dat voor het eerst in Europa een tele graaflijn voltooid werd, terwijl in Lon den, waar onze geschiedenis speelt, eerst in 1796 de eerste telegraaflijn naar Do ver en Portsmouth tot stand' kwam. De telegraaf bracht, met name voor de- beursmannen, terstond een volkomen om mekeer teweeg, want tot dat oogenblikj waren zij met betrekking tot het ver krijgen van de voor hen zoo gewichtige politieke berichten van eigen, zeer kost bare koeriers of van geheime medede lingen van hooggeplaatste ambtenaren afhankelijk. Zoo was het ook in den tijd. waarin deze geschiedenis voorviel, en liet ont breken van de telegraaf Scheen i et noodlot van het Engelsche bankiersnuis Chi. Andrew te zullen worjden. Nog eenmaal zamelde de chef van cM huis al zijn krachten bijeen en, gaf in zi;n vorstelijke woning een schitterend 'bal, voor hetwelk ook dë staatssecretaris, lord Castlereagh, uitgenoodigd was. Het was het laatste redmiddel van den heer Andrew en hij, ademde heel wat vrijer, toen het hem eindelijk ge hikt- was, den staatssecretaris, voor wien hij de heele soirée had georganiseerd, even alleen te hebben. Mylord, fluisterde liij angstig, u kunt me met één woord gelukkig ma ken. Zal Frankrijk on9 den oorlog ver klaren Mijn beste Andrew, ik kan het u niet zeggen, ik moet het zelf uit de; „Times" lezen, en die van vandaag heb ik nog niet gezien. „Mylord, die aardigheid hoort men ieder oogenbük van u, en zij is niet eens. van u. had de bankier zeker onder an dere omstandigheden gezegd, maar nu hield hij deze woorden wijselijk voor zichzelven en antwoordde lachend: Onbetaalbaar, een onbetaalbare mopMylord zal mij veroorloven, dat ik hem opschrijf. De heele beurs zal het uitproesten van liet lachen. Maar nog een1 enkel woord verzoek ik u7 oorlog niet, waar Ik verzeker u op mijn woord van eer. dait ik er niets van weet, totaal niets. - Dus ia nog niets beslistMaar morgen hebt- u zeker bericht, myloicL Als u mij, door een vertrouwden be diende een briefje zou kunnen zenden, dat slechts een enkel woord bevatte. De staatssecretaris lachte even. Wij zullen zien, zeid'o hij. In werkelijkheid had' hiji niet- in het minst idéé om den wensch vaml den bankier in te willigen. Maar een directe afwijzing van een gastheer ware toch pijnlijk geweest en dan wildë hij; ook in ieder geval zich van: deni laatigen vrager ontdoen: Bankier Andrew was een trotsch man, wiens gewoonte het niet was te vragen en te bedelen. Maar hier ging het om zijn bestaan en dat zijner fami lie. De staatssecretaris was zijn laatste hoop de allerlaatste was zijn schoone dochter Ellen. Hij. hoopte haar een rijk huwelijk te kunnen doen sluiten, en daarmede het bankroet te voorkomen; dat voor de deur stond. Ongelukkigerwijze had! Ellen een ar men drommel lief. Hij heette Freeman en was schilder, en op hetzelfde oogenblik, waarop die bankier Andrew zich met den staatsse cretaris onderhield, stonden Ellen en Freeman in de aangrenzende kamer te keuvelen. staart zooals het varken en niemand denkt- er aan. het belletjes om den hals te hangen, zooals het schaap. De koe vertegenwoordigt in het eetbare dieren rijk den eenvoud. In eenvoud kauwt ze,1 in eenvoud legt ze zich tot herkauwen, in eenvoud geeft ze haar melk af, ja, in eenvoud wandelt- ze naar cte veemarkt en vandaar naar den slager? Nauwelijks is ze onder zijn handen omgekomen, of hij beschouwt do koe als iets buitenge woons. iets zeldzaams, een rariteit als Chineesche vogelnestjes en richt daar naar zijn prijzen in. Ik vind dat hoogst onwelwillend tegenover de koe. die haar gansche leven den koogsten eenvoud' heeft, betracht en die dan ook, wanneer ze niet dood was, den slager dit verwijt zou doen: „Hoe kan je nu. baas, mijn bouten en lappen en biefstuk afleveren voor zulke hooge prijzen Mijn leven lang ben ik een eenvoudig dier geweest t-n toen je mij op dé markt kocht, vond je wel veel slechts, maar niet veel goeds aan me." Zoodat ik maar zeggen wil, Fidelio. dat de rekening van den slager een onheuschheid is jegens de nagedach tenis van de koe." Het zal den lezer misschien niet ver wonderen, dat deze betoogtrant mij wel wat in verbazing bracht. Toen ik hem dat zei, antwoordde hij, dat men ook bij het eten van koevleesch niet alle poë zie uit het oog moest verliezen en toen ik daarop meende, dat hij dan uit teer hartigheid in 't- geheel geen koevleesch diende te eten, verklaarde hij, bij die handeling altijd met- waardeering de koe te herdenken, hetgeen naar zijn meening voldoende was. „Maar de beleefdheidsvisites." giug hij voort, „zijn oneindig erger dan de hooge hoed en de slagersrekening samen. Hoe ontstaan ze? Je ontmoet op zekeren dag bij een familielid of bij een goeden vriend aan huis mijnheer en mevrouw van Puffel en, zal ik maar zeggen. Je praat zoowat over 't weer en ander© interessante onderwerpen, je doet de merkwaardige ontdekking, dat je een paar gemeenschappelijke kennissen hebt wat in ons land altijd het ge val is en uit een en ander put me vrouw Van Puffelen een aanleiding, om bij het afscheid te vragen, of ze ons een visite mogen maken, waarop we, met het honigzoetste gezicht van de wereld, ant woorden, dat het ons bijzonder aange naam zal wezen. Er wil miji niets gelukken, zei Freeman verbitterd; mijn laatste schil derij hebben zij woei'1 voor de tentoon stelling geweigerd, naar zij voorgeven, omdat het te veel in den stijl van Ra fael is geschilderd en Rafaël, gelijk zij- zeggen, niet meer in de mode is. Maar mijn besluit staat vast ik wacht een bericht af en dan ga ik naar Amerika, waar mij bij de Indianen een plaats als tatouuur aangeboden ia. En welk bericht is dat? Ik heb een portret bij een kunst handelaar geëxposeerd, dat een Fransck- man koopen wil. Komt de zaak op be vredigende wijze tot stand, dan wil ik het nog eens met dit ellendig Europa, probeeren. Dan verwacht ik morgen bepaald eenig nieuws. Een paai* regels, die ech ter voor een ander onverstaanbaar moe ten zijn, zijn voldoende. Deai morgen van den volgenden dag liep dë bankier Andrew koortsachtig opgewonden in zijn kantoor op en neer. Zijn oenige gedachte waszal de secre taris miji bericht zenden Vcbr hem hing daarvan alle^j af. Langer dan drie diagen zou hij, zijn za ken niet meer op de been kunnen hou den. Slechts een, groote speculatie kon hem redden. Alle oogenblikken wierp hij de deur open, om te zien, of de lang verwachte bode nog niet kwam. Eindelijk zag hij een jongen in den corridor, en als een sperwer op de duif, schoot hij op hem toe, daar hij reeds bij den eersten oogopslag ontdekte, dat liij iets witp in dé hand' hield. Hier met dien brief! Neen. ik moet hem zelf afgeven, het is iets geheims. Dan is hier het goede adres. Hier, heb je een shilling - geef mij den brief nu maar! De jongen, gelukkig met den shilling, snelde weg, do bankier scheurde het- briefje opeki. Op een etenvoudig wit kaartje stonden de woorden „De Franschman heeft 'toegehapt Oorlog dus op leven eni dood Bankier Ajidirew stiet een vreugde kreet uit. Onverwijld snelde hij) naar dë beurs, om daar zijn zaken te dloenj, overeenkomstig liet pas ontvangen, be richt. Den volgenden dag kwam het nieuws, dat Frankrijk aan Engeland den oorlog verklaard! had1, omdat de Fransche go- zant uit Londen was gebannen. De heer Andtew streek een reusachtige winst- op, het bankroet was niet alleen ver meden, maar hiji stond, steviger op de beenen dan ooit te voren. Met een schrijven, vol van de innig ste dankbetuigingen, zond! hij, den staats secretaris een wissel tot eon zeer hoog bedirag. Hij ontving dezen, wissel niet alleen per ommegaande terug, dloch tevens een zeer graven brief, als de zeer beleefdë lord nog wel nooit liad! geschreven. Het verstand stond' den bankier stil. Hij begreep er niets van. Nog peinsde hij' na over het raadselachtig schrijven van den staatssecretaris, toen zijn dbch- ter binnentrad'. Zij was zeer toornig en zag er tengevolge daarvan zeer schoon uit, wat dien vader niet trots vervulde. Ziji kan nu een prins trouwen, dacht hiji. Ik wildë u vragen, vader, h.oe u er toe komt. mijn brieven te openen? Dat is een, heel ongewone toon, dien je tegenover mij: aanslaat, en als ik juist niet in zoo'n goede luim was, kort en goed, van welken, brief spreek je Ik ben mij geen- enkele zonde be- Er gaan een paar weken om en we denken er niet meer aan. Daar komen op een inooien Zondagmiddag, juist als we afgesproken hebben Elswout eens om te wandelen een dame en een, heer de stoep op en bellen aan. Mijn vrouw zegt„O jé, daar heb je de Van Puffe lens „Nu vestig ik je aandacht op dat. „o jé." Hoewel er feitelijk geen taalkun dige grondslag voor bestaat, is o jé in ieders cor een uitroep van spijt. Vond mijn vrouw hun bezoek plezierig, dan zou zo geroepen hebben „Hoera, daar heb je de van Puffelens!" of: „Geluk kig! daar heb je de van Puffelens." of „Heerlijk1 daar heb je dë Van Puffe lens Niets van dat al, ze zegt: ,,o jé." Dat „o jé" zet ik nu voorop als een van mijn argumenten. Volgt het optreden van de Van Puf felens. Mijn vrouw begroet ze met een hartelijkheid, die heelemaal niet klopt met haar o jé. „Wat vind ik het aar dig. dat u eens komt. Gaat zitten. Toe mevrouw, dëe uw mantel wat los. Ik vind het heel lief, dat u uw belofte houdt." „U was toch niet van plan om uit te gaan," zegt mevrouw Van Puffelon met een blik naar een van de stoelen, waar mijn. vrouw haar hoed! cn hand schoenen heeft neergelegd. (Ze denkt zeker, dat dit kostbare voorwerpen zoo maar voor de aardigheid voor den dag worden gehaald). „O neen," zegt mijn vrouw, „we hebben al den tijd; niet waar man Y' Ze weet evengoed als ik, dat we nu voor etenstijd de wandeling om Elswout niet meer kunnen maken. Maar wat zal ik je zeggen? Een beleefdheidsvisite eischt. dat je beleefd bent tegen de klip pen aan, over alle waarheidsliefde heen dl wanneer mijn vrouw mij aldus in haar leugentje betrekt, zeg ik ook „o ja, zeker" en begin met Van Puffelen een amusant gesprek over de politiek, ter wijl mevrouw Vani Puffelen het ver plichte discours inleidt met dë opmer king, „dat we hier zoo lief wonen." Waarop mijn, vrouw antwoordt. dat het huis er wel aardig uitziet, maar dat liét nogal vochtig is, ziet u, en dat we uogal last hebben van muizen. Odie muizen, ja dat is een schrik kelijke last, bevestigt onze bezoekster, in ons vorige huis was het letterlijk een ramp... 't Gesprek gaat door; van Puf- wust. Nu, kijk eens, dit heb ik in een rak van uw schrijftafel gevonden. Nieuwsgierig greep dë bankier het hc-m overgereikte briefje, en zijn ver bazing nam toe, toen hij: zag, diat het dë geheamrinnige woorden, van den staatssecretaris bevatte. Wat moet dat beduiden? Och, lees het adres eens. Aan Miss Ellen Andrew, las de bankier, en hij greep zijn hoofd met- beide handen rast, om te zien, of hij waakte of droomde. Sedert wanneer correspondeer je met den staatssecretaris Ik begrijp u niet. Ik heb met staatssecretarissen niets te maken. Nu was het Ellen's beurt om zich tel verbazen. Deae brief komt van dën schilder Freeman. En hoe kan, hij jou staatsgeheimen meedeel en Staatsgeheimen? Nu ja de Franschman heeft toe gehapt Dat beteekentliij heeft zijn nieuwste schilderij aan een Franschman verkocht. En: oorlog op leven en doodl? Dat beteekentwe zullen zoolang oorlog tegen u voeren, tot u uwe toe stemming tot ons huwelijk geeft. Do bankier trad! aan het vearister, sloeg de oogen ten hemel en mompel de „Nu begrijp .ik dien brief van den secretaris." Dan wendJdë hij zich tot zijn dochter en zeide Ik zou ondankbaar zijn, als ik mijn toestemming niet gaf. Verbaasd en verheugd' wierp Ellen zich in dë armen van haar vader. NGEZONDEN MEDEDEE- LINGEN. 30 cents per ree-ei De geduchte vijand. Helaashoevele personen hier te lande, ten gevolge van de weêr- on luchtgesteldheid van ons land lijden niet aan deze geduchte ziekte of meer algemeen genaamd kwaal, n.l. het asthma. Zoo wordt ons door den heer H. Klomp te Eerbeek (Gelderland) medegedeeldSedert 9 maanden was ik lijdende aan asthma en bij de minste bezigheid was ik kort ademig en bijna niet in staat wat ook te verrichten. Ik was van tijd tot tijd zoo benauwd, dat ik zelfs des nachts niet te bed kon liggen, ik had hoegenaamd geen eetlust meer en na het eten veel last van benauwdheid. Geneeskundige hulp hoe dikwijls ook ingeroepen, mocht mij niet baten en ten einde raad. nam ik mijn toevlucht tot de zoo van Br. Williams. En werkelijk reeds bij de eerste doos gevoelde felen en ik donken klaarblijkelijk over, de zaak-Dreyfus volkomen eenstemmig. Maar aangezien dat in een conversatie niet mag, omdat ze anders te gauw uit zou wezen, opper ik een paar stellingen, die ik niet meen, waarop hij gretig in gaat en zoo praten we er een beetje omheen, totdat mijn vrouw het gesprek afbreekt om te vragen, of de bezoekers misschien een glas port of sherry zullen gebruiken. Daar deze artikelen even wel, volgens de heerschende gastvrije gewoonte, in geen velden of wegen zijn te bespeuren, bedanken dë bezoekers, geenszins tot verwondering van mijn vrouw, die, naar ik aan haar gezicht kan zien. van te voren wel begreep, dat ze zouden bedanken. Op mijn beurt dëe ik een dergelijken slag in 't water, door Van Puffelen een sigaar te presentee- ren, maar aangezien men op een be leefdheidsvisite niet rookt, bedankt hij, nogal met de mededeel in g dat hij weinig rookt, terwijl hij bij onze eerste kennis making juist gezegd heeft, dat hij, zoo'n- sterk rooker was. In dë comedie, die we voor elkaar spelen, komt het even- wel op éen jokkentje niet aan, zoodat ik verder op de opmerking niet atten deer. Alleen ontspint zich nu een ge sprek over sigaren cn over de vraag, of do echte Havana's al dan niet duurder zullen worden. Hij meent van wel, zoodat ik (om het discours aan den gang to houden) wel verplicht ben, te mee- ndn van niet. Enfin, zoo is het bezoek verloopen. Alles heeft een eind; zelfs een beleefd heidsvisite. Weliswaar had mevrouw Van Puffelen een paar maal ter sluiks op de pendule gekeken of 't verplichte half uur niet al om was en had zich een paar maal een kleine gaping in 't gesprek voorgedaan, maar eindelijk was dan toch de tijd om. Mijn vrouw drong vriendelijk om nog wat te blijven, maar dat konden ze niet („we hebben nog meer te doen," zei mevrouw, alsof ze 't een heele corvee vond) en we namen af scheid van elkaar, met de belofte onzer zijds om gauw het bezoek te beantwoor den: „Zie zoo", zei mijn vrouw, „dat ia weer achter den rug. Laten we nu gauw uitgaan, anders komen de Hupstra's ons nog ophoudendie zijn ons al zoolang een, visite schuldig!" Drie weiten daarna gingen we naar de Van Puffelens, Dat bezoek waa eveni ik mij veel beter, eene tweede doos verbeterde mijn toestand zoo danig, dat ik tot zes doozen ge gaan ben Sedert zes weken ge bruik ik de pillen niet meer en mijn toestand is steeds vooruit gaande. Hulde en dank aan het beste geneesmiddel, n.l. de Pink Pillen, welke ik een ieder zal aan bevelen die aan eene dusdanige ziekte lijdende is. Prijs fl.75 de doos. f9.per6 doozen. Verkrijgbaar bij J.H.I.Snabi- lié, Steiger 27, Rotterdam, eenig de póthouder voor Nederland en Apo theken en tevens voor Haarlem en omstreken bij de Wed. PLAATZER v. d. HULL, Droge rijen, 28 Jansstraat. Franco toe zending tegen postwissel. Daar het doel dezer geneeswijze is de hernieuwing van het bloed en de versterking der spieren, strekt hare werking zich op vele ziekten uit: bloedarmoede, rheu- matiek, heupjicht, zenuwpijn, ver lamming, ruggemergsziekte, St. Vitus dans, hoofdpijn, zenuwach tigheid, klieren enz. De Pink Pillen hergeven de schoone kleuren aan de bleeke gezichten, handelen in alle gevallen van verzwakking en hebben eene werkdadige handeling op alle ziekten, veroorzaakt door lichamelijke en geestelijke over spanning en dooi' buitensporig heden. Commissariaat van Politie te Haarlem. Inlichtingen omtrent de voorwer\ en eijn dragelijks, behalve Zon- en Feestdagenvan 11 tot 1 nar voor de eigenaars te bekomen. Gevonden voorwerpen. Van 3 Maart tot en met 9 Maart '99. PJen koperen dop van een binder wagen. Twee ledige pakkisten. Een pakje met boorden. Éen duimstok. Een roeibootje. Een portemonnaio met geld. Een dames-parapluie. Een witte kip. Een zwarte kip. Eeu puckhond. Een koperen gewicht. Eenige losse sleutels. Een zangoefeningboek. Een taxboadje. Een nieuwe dames-portemonnaie. Verwarring. Zes dokters onderzochten een per soon en het bleek dat hun meening geheel verdeeld was. Nadat zy er een week over hadden gestreden, bleek het. dat zy den verkeerden persoon hadden onder handen gehad. •XL ARKTNIElf :VS. Leiden, ?0 Maart De aanvoer en pry zen ter Veemarkt van heden waren als volgt: 9 Stie ren f 72 a 226, 145 vette Ossen en Koeien f115 a 245 of f 0.48 a 0.60, p. Kg., 206 Varekoeien f 90 a 200, 10 Graskalveren f 36 a 60, 36 vette id. 40 a 96 of f 0.70 a 0.90 per Kg., 192 nuchtere idem f 16 a 30.619 vette schapen f 17 a 29.— of 0.40 a 0.36 per Kg., 120 weide dito f 12.— a f21.—, Lammeren f 0.— a 252 magere Varkens f 14 a 34 367 Biggen f 3.— a 13.—, Venlens f af—, Paarden f a 176 Kalf en Melkkoeien f 100 a 228 amusant als bun visite bij ons. Dit ge beurde 4 jaar geleden en sedert mak en wij over en weer beleefdbeidsvisite.s Verder komen we niet. Mijn vrouw vindt haar niet aangenaam en ik vind hem t enUv nig. Natuurlijk denken zij over ons ook niet gunstig, zulke opinieën zijn we- derkeerig. Wanneer wij, hen bezo kende, hen niet thuis treffen, dan zijn we blij en dat zullen zij zeker cok wezen, wan neer ze ons niet thuis vinden. Menige mooie wandeling hebben ze ons onmo gelijk gemaakt en wij stellig hun even- zoo. Wanneer een der beide partijen dën moed had, om tot de andere te zeggen„laat ons er mee uitscheien", dan zouden we daarmee alle vier in on zen schik wezen. Maar dat verbiedt de beleefdheid*. We moeten elkaar blij ven vervelen. En datzelfde zijn we ver plicht tegen de Hupstra's en de Hop- ma's, die ook tot dezelfde categorie be- hooren van kennissen, die nooit minder worden. En 't ergste is. dat die vis:'. - makerij zich maar steeds uitbreidt. Hup- stra en Hopma maken ook al visite - bij de Van Puffelens, omdat ze die bij ons aan huis 'nebben ontmoet er zoo ni ken wij visites bij kennissen van de Hup stra's en Hopma's on daar online je dan weer kennissen van die kennissen... Kortom, 't is om dol te worden. Je moet je niet ïsoleêren, zeggen d- mensehen. en 't is goed om relatie te hebben. Maar voor twee vrienden bij wie ik op elk uur van den dag kan binnenloop n. bij wie ik graag uit eten ga of op een avondje, geef ik jC mijn twintig kennis sen, aan wie ik zooals dat heet vi-itcs verschuldigd ben, cadeau." Ik zei Wouter dank voor zijn aan bod, verklaarde, dat ik er geen gebruik van maken zou. Intusschen had zijn- betoog mij veeleer vroolijker, dan min der vroolijk gestemd' en het doel waar mee ik hem liad opgezocht, scheen dus gemist, toen hij, nadat we over heel andere dingen gepraat hadden, eens klaps zei„O ja, 't is waar ook. mijn wouw heeft gezegd, dat ik ons bij je excuseeren moest als ik je eens ontmoet te: We zijn jelui al zoo lang een visite schuldig!" Toen het er uit was, bedacht hij zich en naan bijna dadelijk afscheid. Dat slotwoord' had zijn plicht gedaan mijn voorjaarsstetmming was tot win|:erhu- meur gedaald. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 2