NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De strijd der Planeet- bewoners. Vrijdag 31 Maart 1899. 4834 HAARLEM'S MEIBLAD A T^nTJ-rTT7TM-RTTJ'T'!=!^T?.T,TR- Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei- gemeente), per 3 maanden„1.30 Franc© door het geheele Rijk, -per 3 maanden1.65 Afeonderlyke nummers0.06 Geïllustreerd Zondagsbladvoor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post 0.371/2 Van 1 5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Elrangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met .uitzondering van het Arrondissement. Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien en Reclames betreffende Handel, NyrerheidEen Geldwezen, opgedragen aan h«t Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de pry's der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zyn: Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Bandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Spaamda -n, O. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER Veisen, \~W. J. RUIJTERBeverwijkJ. HOORNSHillegomAR3E HOPMAN, Molenstraat Genoemde Agenten nemen Abonnementen bd Advertentiën aan. Heemstede. Voetbal. Hednmorgen speelde alhier op het veld van de Haarl. Pootb. Club een Cadetten-elftal tegen een elftal Ma chinisten. De cadetten wonnen met 6—0. Lisse. De bloembollen. Ontzettend groot dus sehryft men uit Lisse aan het Hbld. is de schade door de laatste vorst teweeggebracht in de byacintben-velden; het tegen woordig geslacht heeft zoo iets nooit aanschouwd. Geheele velden zien grys in plaats van groen, de bloemknop is geheel bevroren en ligt bovenop, de plant verlept ineengezakt, zonder nog gelegenheid te hebben gehad te doen genieten van hare kleuren en geuren. Van den bloei zal voorloopig niets terechtkomen. Indien er nog wat te zien zal zyn van latere soorten is er minstens 10 a 14 dagen tijdruimte noodig. Hoe onder deze omstandigheden het eigenlijke bolleogewas zal uitvallen, ligt voor de hand; de kansen staan hiervoor buitengewoon slecht. Voor alle qualiteiten worden nu reeds prij zen geboden die in geen jaren gehoord zijn. Zandvoort. Liefdadigheidsvoorstelling. Eene liefdadigheidsvoorstelling, ge houden door de rederijkerskamer „San- devoerde" te Zandvoort, ten voordeele van de nagelaten betrekkingen van den visscher C. Koper, die plotseling was gestorven, nalatende eene weduwe met groot gezin, beeft opgebracht na aftrek der onvermijdelijke onkosten, de somma van f281.60,/ï- Eenige Amsterdamsche ingezetenen verleenden hunnen geldelijken steun. Velsen. Op de Heide bij Velsen heeft de timmerman Bleeker verscheidene huis jes, doch het aantal zijner benyders schijnt nog grooter, want verleden jaar werden daar bijna iederen nacht ruiten ingegooid door personen, die eerst wegbleven toen de rijkspolitie 's nachts ging waken. Intusschen had dit B. reeds eenige huurders gekost, bang als ze waren voor de geheimzin nige ruiten-ingooiers, en nu was die geschiedenis by na vergeten en waren zoo goed als alle huisjes weder ver huurd, toen bet Zondagavond is gaan spoken. Volgens twee vrouwen vaD visscbers op stoomtrawlers hoor den zy op haar zolders gerucht. Zy liepen de huisjes uit, en toen zy weder binnenkwamen lagen de bedden over hoop en hing het keukengerei omge keerd aan den wand. Maandagnacht zijn ook alweer door geheimzinnige personen papieren onder de deur ge stoken, waarop doodkisten stonden, geteekend met doode kindertjes erin en vreeselijke bedreigingen. Ter ge ruststelling van de vrouwtjes heeft de politie zich de zaak aangetrokken Het spoken zal nu ook wel gedaan zijn. N. Èott. Ct. Haarlemmermeer. Een rijke bedelaar. Als een bizonderheid wordt mede gedeeld, dat een vermomde bedelaar, die in kennelyken staat te Hoofddorp, langs de huizen op de fluit speelde, door de gemeentepolitie ter ontnuch tering in verzekerde bewaring werd gesteld. Bij onderzoek werd op hem gevonden een spaarbankboekje voor een bedrag van f 700. Tot onderwijzeres aan school no. 4 alhier is benoemd Mej. J. A. Basset. STADSNIEUWS Eerste en tweede pagina. Haarlem30 Maart 1899. Ten behoeve der Maatschappij van Weldadigheid zal in de week van 10—15 April a.s. in 't geheele land eene collecte worden gehouden. De gemeentebesturen zijn uitgenoo- digd om zooveel mogelijk te bevorde ren dat de te houden collecte met goeden uitslag worde bekroond. POSTERIJEN. Ljjst van brieven aan onbekenden verzonden door het Postkantoor te Haarlem, gedurende de le helft der maand Maart 1899. Briefkaarten. Mej. A. C. v. d. Broek, van Sluis, T. Boska, allen Amsterdam. J. Groe- nenberg, Rotterdam. Brieven (Buitenland). P. Blommaert, mevr. P. Gelsdorp bbideu Parys. Mej. J. Roest, Pretoria. J. Wierdsma H. L. Cremer? Nacht- folger? F. Kerkhof? Op de op Dinsdag 28 dezer gehou den vergadering der Kiesvereeniging „Vooruitgang" werd in de plaats van den heer H. C. Louwerse, die de func tie van penningmeester vervulde, ge kozen de heer S. C. M. de Grijs. Een agent van politie bemerkte Woensdagavond dat een tapper in de Barrevoetstraat na sluitingstijd nog bezoekers in zijn inrichting had op zyn geklop werd echter niet open ge daan. De kastelein die blijkbaar meen de dat de politie wel zou vertrekken had buiten „den waard gerekend", want spoedig kwam er een tweede agent die met zijn kameraad het huis afzette. De bezoekers bleven nu maar logeeren en heden morgen toen de tapperij geopend werd kwam de politie toch binnen, zocht de gasten op en maakte zoowel tegen hen als tegen den tapper proces-verbaal op. Woensdagmiddag is in de Leidsche Vaart voor de Laurens Costerstraat een ijzeren schait gezonken, geladen met zand bestemd voor de in aanleg zijnde Electrische trambaan. Heden is een begin gemaakt met het lichten van het vaartuig en spoedig zal de belemmering in de vaart zijn. Museum van Kunstnijverheid. Woensdagnamiddag waren wij in de gelegenheid gesteld de tentoonstelling der afgietsels van bouwkundige en ornameDtale fragmenten van eenige Hindoemounmenten op Midden-Java in het Museum van Kunstnijverheid alhier in oogenschouw te nemen. Een 78-tal groote en kleine fragmenten, slechts een klein gedeelte der uit In- dië medegebrachte, waren daar geëx poseerd. Om daarover eene beschou wing te geven, ligt niet op onzen weg en zon ons ook te ver voeren, zoodat wy alleen willen vermelden dat be- halveeen drietal oorspronkelijke beeld houwwerken, een geschenk van het Bataviaasch Genootschap voor Kun sten en Wetenschappen, vele prach tige reproductiën van in steen gehou wen sieraden en andere afgietsels van decoratieve beeldhouwwerken nit het Hindoe-tijdperk aanwezig zijn. Al deze kunstwerken, die betrekking hebben op godsdienst, zeden, gewoonten, klee ding enz. van het merkwaardige volk, dat den Indischen Archipel bewoont, getuigen van groote artisticiteit en hooge kunst De Tempelgroep te Prambanam is eveneens een waar meesterstuk. Na eene korte bezichtiging van deze tentoonstelling, gaf de heer von Saher ons eenige inlichtingen en deelde het een en ander mede over ie geschiedenis der Hindoe-bouwkunst in het algemeen en hare decoratieve onderdeelen. Eeuwen voor 't begin onzer jaartel ling trok een deel der Ariërs, die in het hoogland van Midden-Azië een nomadenleven leidden, naar de vrucht bare streken langs de oevers van den Indus en werden naar de hoofdrivier van hun land Indiërs of Hindoes ge noemd. De oorspronkelijke bewoners werden verdreven of uitgeroeid. Lang- jzamerhand ontstonden er staten, en i toen nieuwe Ariërs de eerst aan- gekomeuen weder kwamen verdry ven, j hadden bloedige oorlogen plaats, die j in zeden en levensvormen een gehee- i len ommekeer teweegbrachten. De j onderwerping der overwonnenen gaf aanleiding tot strenge afscheiding van 1 standen, tot het kastenwezen. De eerste en aanzienlijkste kaste was die i der priesters. (Brahmanen of Braminen j geheeten). i Hun godsdienst bestond uit veree- jriug der natuurkrachten. Brahma (schepper) was by de Indieërs de i Hoofdgod. In 't midden der 6e eeuw voor Christus kwam de koningszoon Boeddha (de Wyze), eene groote om- wenteling teweeg brengen. Hy trad als godsdiensthervormer op, verwierp het kastenwezen en trachtte meer eenvoud in den eeredienst in te voeren. Deze nieuwe eodsdienst heette het Boed dhisme Nltuurlykórwys geraakten de Brahmanen met de Boeddhisten in stryd. Laatstgenoemden werden ver dreven, doch breidden zich toch steeds uit Later heeft eene samensmelting tus- schen beide godsdiensten plaats gehad, zoodat niet met zekerheid is te zeggen van sommige gevonden monumenten, die een gemengde godsdienstige uiting hebten gekregen, of het een Brahma- nisch of een Boeddhistisch monument is. Als monumenten werden eerst ge bouwd rotstempels, toen terrasvormige bidplaatsen en herinneringszuilen of stamba's. Op deze laatste zuilen wer den de edicten van den vorst geschre ven of contracten van schikkingen, zoodat men op Java nog veel beschre ven steenen aantreft. Voor vaste ge- bouwen had men 3 soorten en wel de stoepa's de tjientja's en de wiara's. Stoepa's zyn grafheuvels, waaronder j de asch vanBoeddha werd bewaard, die j eerst in 7 deelen was verdeeld. Later werd deze in 14000 deelen verdeeld j en verschillende vazen naar andere landstreken gezonden waar toen even- eens stoepa's werden opgericht, zoo- dat de bouwkunst toen een ongekende j vlucht nam. De tjientja is een ge-; bouw vaG vereering zonder dat daarin bepaald een adh wordt bewaard en; een wiara is een klooster, waarin j heilige dingen worden bewaard. Eenj dergelyk gebouw zal ook naar de Paryscbe tentoonstelling worden ge zonden. Nog enkele beelden van kunst- uiting getuigende uit het Brahmaan- sche, Boeddhtisische en Matapaïschei tijdperk zyn aanwezig. De bouwkunst der Hindoe's ken- merkte zich door gemis aan steenen zuilen. Alles is zonder pylers opge trokken De methode was dat ze de steenen op elkander lagen (omgekeerde trapgewelven.) Ringvormige steengelagen, waardoor slechts kleinen ruimte overwelfd kun nen worden, was de wyze van bouwen, die daar in zwang was. De groote gebouwen bestonden dan ook alle *it kleine overwelfde gedeelten, die weder door één geheel worden over welfd. De proporties waren steeds mooi gekozen. Wat het constructieve ge deelte betreft, de steenen werden nooit met kalk besmeerd, doch door middel van een pen en een gat aan elkander verbonden. In de constructie is steeds groote orde en regelmaat. Hoe technisch vaardig deze menschen i waren bewyst wel dat alles ait de hand werd bewerkt. De tempel te Prambanan b. v. ge- tuigt van goede architectuur. e versiering blyft steeds ondergeschikt aan de bouwkunst. Uit de geschiede nis blykt welk een groote invloed Griekenland, dat in 326 v. Christus een verband met vorst Porus van Hindus had gesloten, heeft uitgeoefend op de bouwkunst. Vele Grieksche elementen vindt men er dan ook in terng. Ten slotte deelde spreker nog het een en ander mede over het materieel, dat afkomstig is van de uitbarsting der valkanen, om daarna tot bespre king der monumenten zelf over te gaan. De schoonste monumenten be vinden zich in midden Java, dat fliuk, bevolkt is. De Tjandi Kali Berming Kalassan en de Tjadi Sari, een oud klooster waarvan de moren eene dikte hebben van 2.25 M. zyn eene der mooiste monumenten. Yan de Tjaodi Sari ontbrak de basis, doch de voet van de Tjandi Plaoson, die in den laat- sten tyd is opgegraven, vormt daar mede een serieus geheel. Dit laatste gebouw wordt naar de tentoonstelling te Parys gezonden. (Het vervoer daarheen geschiedt per schip langs de binnenwateren.) Nadat de heer Yon Saher nog een overzicht had gegeven van de plaats, die de Indische afdeeling op de tentoonstelling zal innemen, eindigde hy zyne leerryke voordracht. Zie vervolg 2de pagina. Maandag heeft onze stadgenoot, de heer H. P. Heemskerk, te Utrecht behaald het diploma van Toonkunst voor pianostemmen. De heer Heemskerk genoot zyne opleiding als pianomaker in 't buiten land. Telefoon- quaestie. Over de telefoonquaestie in de Meer (zie vorig no.) vernemen wy nader het volgende In de zitting van den heer presi dent der Rechtbank te Haarlem in kort geding gehouden Woensdagmid dag werden, zooals wy in ons vorig nummer meldden, tnsschen Mr. W. Thorbecke, den Landsadvocaat, die voor den Staat der Nederlanden (pro- careur Mr. de Haan Hugenholtz) op trad, en Mr. Augs. Philips Jr. uit Amsterdam die namens den Dijkgraaf van den Haarlemmermeerpolder (pro cureur Mr. W. Cnoop Koopmaus) het woord voerde, de pleidooien ge- honden in de zaak waarin Dinsdag was gedagvaard. Het betrof de daad van geweld die het Polderbestuur Dinsdag had doen plegen zooals beweerd werd ter executie van een vonnis der Amster damsche Rechtbank van 27 Decem ber 1898, waarbij echter wel tegen de Bell-Telefoon Maatschappij eene ver oordeeling was gewezen, maar waarbij de Polder tevens was uiet-ontvanke- lijk verklaard in zjjn eisch tegen den Staat der Nederlanden om de bevolen oprniming van telefoongelei dingen en palen te geheugen en te gedoogeu. Het Polderbestuur heeft nl. Dins dag dat gedeelte van de intercommu nale telefoonleiding tnsschen Amster dam en Rotterdam dat van de „Lyn- den" over Hoofddorp naar Leimuiden loopt, laten wegraimeo, althans ge deeltelijk, en de Staat vroeg thans van den President een bevel tot sta king vau die opruiming, op grond dat de polder geen recht had dat vonnis tegen hem (den Staat) te executeeren, en zich nu vergrepen had aan's Rijks eigendom daar de Staat eigenaar is van die lyn. Voor den Polder werd opgeworpen de exceptie van onbevoegdheid van dezen President, daar 't gold de ten uitvoerlegging van een Amsterdamsch vonnis. De President zal Zaterdag 1 April vonnis wyzen. Geheelonthouding. Woensdagavond had de jaarverga dering plaats van de afd. Haarlem van den Christen-Geheelontiiouders- bond. De Voorzitter opende met een kort woord en gebed, waarna de penning- meesteres8e het woord kreeg tot het uitbrengen van het financieel verslag. Daaruit bleek, dat er een batig slo van f 19.85 lfa is. Uit wat de secretaris meedeelde bleek, dat het ledental in 'tafrroloo- pen jaar steeg van 135 tot 180, en voorts dat de afdeeling flink vooruit gaat. Er zijn op 't oogenblik vier onderafdeelingen, nl. een jongelings-, jongedochters-, knapen- en meisjes- afdeeling, terwijl onder leiding van een der leden ook een kinderbond bestaat. Nadat deze verslagen waren nitge- bracbt kreeg de spreker, de heer Wég kamp nit Eokbuizen, het woord, die tot onderwerp had gekozen„Over winnen." Bij overwinnen dacht spreker aan stryd, aan de wapenen, waarmede men strydt, aan het verlies van de tegen- party, aan de buit die de overwin naars behalen. Op den stryd op elk gebied, ook op den moeilijken strijd om 't bestaan wees sprekervaak wordt door den drank die stryd moeilijk gemaakt. Er is ook stryd tegen de droefenis. Alom heerscht droefenis, en door naar schouwburgen en concerten te gaan, door visites te honden en zich te ver strooien tracht men vergeefs die droe fenis te ontvluchten. De Christen-Geheelonthouder strijdt tegen de drinkgewoonten, en dat is geen gemakkelijke stryd, omdat zy zoo diep in het volksleven zyn inge groeid. Spr. schetst het verschil van stand punt tnsschen den Christen-Geheel- onthouder en den geheelonthouder, die izich stelt op maatschappelijk stand- j punt, en meende dat, waar bij den eer ste de drankbestrijding het middel is om de menschen op te voeren tot wat zy moeten zijn, nl. de werkers in dienst des Heeren, de laatste de drankbestrijding als hoofddoel stelt, wat z. i. niet zoo hoog staat. Spreker wees er op hoe onthouding overwinning beteekent, en haaid® voorbeelden aan van de volkomen zelfvernietiging van de Boeddhisten. Met een krachtige opwekking aan de christenen geheelonthouder te wor den en van de geheelonthouders bet ware standpant te belijden, sloot Spr. zyn rede. De Chr. Geheelonthouders zangver- eeniging „Excelsior", directeur de heer H. Langendonk, had hare wel willende en zeer gewaardeerde mede werking toegezegd. FEUILLETON. Fantastische Roman naar het Engelsch van H. G. WELLS. 19) Vier of vijf zwarte gestalten haastten zich voor hem uit en heft was dus blijk baar dat de Marsiaan jacht op betn maakte. Met een paar passen had hij ze ingehaald en men zag1 die vluchtelin gen zich in alle richtingen verspreiden. Ditmaal gebruikte hij, geen verzengen de stralen, maar vergenoegde zich met ze één voor één op te pikken. Wij zagen hoe hij ze in den metalen trommel stopte, die bij wijze van werk- mansgereedschapszak op zijn rug hing. Dit was de eerste keer dat het bij mij opkwam, dat de Marsianen andere plan nen konden koesteren dan de totale ver nietiging der overwonnen menschheid. Een oogenblik stonden wij als versteend van schrik en vluchtten toe snel in tegenovergestelde richting door een poort een omheinden tuin binnen, en verbor gen ona daar in een droge sloot, waar wij verwijlden tot dé nacht inviel, j Ik veronderstel, dat het zoo ongeveer bij elven zal geweest zijn toen wij onze vlucht vervolgdenwij waagden ons echter niet meer op den open weg, maar j slopen langs heggen en door struiken, i voortdurend om ons heen ziend, want de Marsdanen schenen zich vlak in onze nabijheid te bevinden. Op een geblakerd j veld. dat nu afgekoeld en met asch be- dekt was lagen een aantal lijken van menschen, die aan het hoofd en 't lichaam déerlijk verbrand waren, hun. beenen waren echter ongekwetst geble ven; en achter een rij verbrijzelde ka- j nonnen en stukken wagens zag men op vijftig voet afstarads de lijken van paar den;. Men was naar het scheen aan het ver nietigingswerk vain die Marsianen ont snapt, maar het plaatsje was stil en verlaten1. Hier troffein wiji ook geen dooden aan. ofschoon het te donker was om iets op de zijwegen te onderscheiden- In Sheew werd mijn metgezel zoo uitge put van dorst en vermoeienis, dat wij beslaten te trachten een der huizen te bereiken. Het eerste huis, dat wij binnentraden, na met eenige moeite het raam geopend te hebben, was een kleine villa, waarin wij niets eetbaars vonden, dan wat ver rotte kaas. Er was evenwel drinkwater en ik nam; een bijl mee die ons bij het inbreken van het volgende, huis te pas kou komen. Wij staken nu den weg over en be reikten het punt waar de weg zich naar Mortlake ombuigt. Daar, omheind door een steenen muur, stond een huis. dat wij binnengingen. In de provisiekast was overvloed van voedsel aanwezig, twee brooden, een ongekookt stuk vleesch, en de helft van. een ham. Ik besclirijf dit alles zoo tot in de kleinste bijzonderheden omdat wij veertien da gen lang op dezen voorraad moesten teren. Onder een plank stond een vaatje bier en twee bussen snijboonen en sala de. Deze provisiekamer kwam uit in een soort van waschkeuken, waar wij; brand stoffen aantroffen., en in een kast von den wij nog een dozijn flesschen Bour gogne, soepen en zalm in bussen en twee trommels vol beschuit. Wij zaten in het bijkeukentje in het donker wij durfden geen licht te ontsteken uit vrees de aandacht der Marsianen tot ons te trekken en aten brood met haan en dronken bier uit dezelfde flesch. De schoolmeester, die nog in een zeer ge jaagden toestand verkeerde, wilde nu, dwaas genoeg, onze vlucht terstond voortzetten en ik was juist bezig hem te overreden eerst wat te gebruiken om nieuwe krachten te verzamelen, toen er iets gebeurde, dat j onze gevangenschap ten gevolge had. i „Het kan nog geen twaalf uur zijn," zoide ik en tegelijkertijd werd de keu- j ken door een groen verblindend schijn sel verlicht, zoodat elk voorwerp dui delijk te onderscheiden was. En daar volgde een slag op, zooals ik er nooit een gehoord had. Vlak hierop, zoodat het bijna, tege lijkertijd scheen, hoorde ik een plof achter mij, een gerinkel van glas en het volgende oogenblik stortte het plafond met een vreeselijk geraas naar beneden. Ik werd lang uit op den grond gewor pen, in mijn val tegen de kachel aan slaand. Langen tijd lag ik daar bewus teloos, zoo vertelde mij, die schoolmees ter, en toen ik weer bijkwam was alles donker om mij heen en mijn reisgenoot, wiens gelaat nat was van 't bloed dat er langs droop, bezig mijn gezicht met een natten doek te betten. De eerste oogenblikken kon ik mij niet herinneren wat er gebeurd was. Heel langzaam kreeg ik mijn denkver mogen tanig. De wond bij mijn slaap bracht mij tot de werkelijkheid terug. „Zijt ge wat beter vroeg de school» meester fluisterend. Eindelijk en ten laatste kon ik hem antwoorden en trachtte op te staan. „Beweeg je niet," zeide hij. „De vloer is overdekt met scherven. Je kan je onmogelijk bewegen zonder geluid te maken en ik geloof dat zij ach buiten bevinden." Zwijgend bleven wij in onze zelfde houding zitten wij konden elkaar hooren ademhalen. Om ons heen heerschte een doodelijke stilte dde eenmaal verbroken werd door het neerploffen van steengoed of zoo iets. Van buiten vernamen wij voortdu rend een gekletter van staal. „Luister!" zeidé de schoolmeester toen hetzolfdte geluid zich weer deed hooren. „Ja," zeide ik, „maar wat is het?" „Een Marsiaan!" antwoorddé hij. Ik luisterde scherp toe. „Het was de hittestraal niet," zeide ik en ik dacht er over na of een dier Mamaansche tnachines misschien tegen het hnis was gebonsd zooals ik er eens een tegen de kerk te Shepperton had zien vallen. Onze toestand was zoo zonderling en onbegrijpelijk, dat wij ons de eerste drie a vier uur, tot de dag aanbrak niet durf den bewegen. En toen drong het dag licht naar binnen niet dcor het venster, BINNENLAND Vredesconferentie. De „Norddeutsche Allgemeine Zei tang" verneemt, dat het Duitsche Ryk op de Haagsche conferentie vertegenwoordigd zal worden door den gezant te Parys, graaf Münster, den professor aan de universiteit ran München von Stengel en den profes sor aan de universiteit van Konings bergen Zorn, en voorts door een hoofd officier van het leger en een van de vloot. De afgevaardigden Léon Bourgeois en d'Estourmelles, welke laatste reeds te 's-Gravenhage in diplomatieke be trekking is geweest, zyn, volgens de dat donker bleof, maar door een drie hoekige opening tusschen een balk en een hoop steenen achter ons. Voor het eerst konden, wij nu de keuken aan schouwen. Het. raam was verbrijzeld' door een hoop tuinaarde, die zich over de tafel, waaraan wij gezeten hadden, verspreid had. En buiten lag de aarde hoog tegen den muur opgehoopt. Boven aan het venster bemerkten wij een stukgeslagen afvoerpijp. Do vloer was als bezaaid met stukken ijzerhet) achtergedeelte van den. keuken scheemi ook vernield en toen heft daglicht daar ook door heen drong bespeurden wij daft het huis grootendeels verwoest was. Ben! sterk contrast met dese ruine vormde dö keurige aanrechtbank, waaronder <eü aantal koperen, en tinnen emmers ston den het behangselpapier, witte eni blauwe tegels voorstellend en een paar, gekleurde platen, hingen fladderend aam den muur. Toen het helderder buiten werd ont waarden wij door een opening in den muur een Marsiaan, die, naar wij ver onderstelden, bij den nog gloei endera cylinder de wacht hield! Op dit gezicht kropen wij zoo omzichtig mogelijk uil) het daglicht naar de duisternis. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1