NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De strijd der Planeet-
bewoners.
Vrijdag 31 Maart 1899.
4834
HAARLEM'S MEIBLAD
A T^nTJ-rTT7TM-RTTJ'T'!=!^T?.T,TR-
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franc© door het geheele Rijk, -per 3 maanden1.65
Afeonderlyke nummers0.06
Geïllustreerd Zondagsbladvoor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post 0.371/2
Van 1 5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Elrangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met .uitzondering van het Arrondissement. Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentien en Reclames betreffende Handel, NyrerheidEen Geldwezen, opgedragen aan h«t
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de pry's der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zyn: Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Bandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,by de tol; Spaamda -n, O. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Veisen, \~W. J. RUIJTERBeverwijkJ. HOORNSHillegomAR3E HOPMAN, Molenstraat Genoemde Agenten nemen Abonnementen bd Advertentiën aan.
Heemstede.
Voetbal.
Hednmorgen speelde alhier op het
veld van de Haarl. Pootb. Club een
Cadetten-elftal tegen een elftal Ma
chinisten. De cadetten wonnen met
6—0.
Lisse.
De bloembollen.
Ontzettend groot dus sehryft men
uit Lisse aan het Hbld. is de schade
door de laatste vorst teweeggebracht
in de byacintben-velden; het tegen
woordig geslacht heeft zoo iets nooit
aanschouwd. Geheele velden zien grys
in plaats van groen, de bloemknop is
geheel bevroren en ligt bovenop, de
plant verlept ineengezakt, zonder nog
gelegenheid te hebben gehad te doen
genieten van hare kleuren en geuren.
Van den bloei zal voorloopig niets
terechtkomen. Indien er nog wat te
zien zal zyn van latere soorten is er
minstens 10 a 14 dagen tijdruimte
noodig.
Hoe onder deze omstandigheden het
eigenlijke bolleogewas zal uitvallen,
ligt voor de hand; de kansen staan
hiervoor buitengewoon slecht. Voor
alle qualiteiten worden nu reeds prij
zen geboden die in geen jaren gehoord
zijn.
Zandvoort.
Liefdadigheidsvoorstelling.
Eene liefdadigheidsvoorstelling, ge
houden door de rederijkerskamer „San-
devoerde" te Zandvoort, ten voordeele
van de nagelaten betrekkingen van
den visscher C. Koper, die plotseling
was gestorven, nalatende eene weduwe
met groot gezin, beeft opgebracht na
aftrek der onvermijdelijke onkosten,
de somma van f281.60,/ï-
Eenige Amsterdamsche ingezetenen
verleenden hunnen geldelijken steun.
Velsen.
Op de Heide bij Velsen heeft de
timmerman Bleeker verscheidene huis
jes, doch het aantal zijner benyders
schijnt nog grooter, want verleden
jaar werden daar bijna iederen nacht
ruiten ingegooid door personen, die
eerst wegbleven toen de rijkspolitie
's nachts ging waken. Intusschen had
dit B. reeds eenige huurders gekost,
bang als ze waren voor de geheimzin
nige ruiten-ingooiers, en nu was die
geschiedenis by na vergeten en waren
zoo goed als alle huisjes weder ver
huurd, toen bet Zondagavond is gaan
spoken. Volgens twee vrouwen vaD
visscbers op stoomtrawlers hoor
den zy op haar zolders gerucht. Zy
liepen de huisjes uit, en toen zy weder
binnenkwamen lagen de bedden over
hoop en hing het keukengerei omge
keerd aan den wand. Maandagnacht
zijn ook alweer door geheimzinnige
personen papieren onder de deur ge
stoken, waarop doodkisten stonden,
geteekend met doode kindertjes erin
en vreeselijke bedreigingen. Ter ge
ruststelling van de vrouwtjes heeft de
politie zich de zaak aangetrokken
Het spoken zal nu ook wel gedaan zijn.
N. Èott. Ct.
Haarlemmermeer.
Een rijke bedelaar.
Als een bizonderheid wordt mede
gedeeld, dat een vermomde bedelaar,
die in kennelyken staat te Hoofddorp,
langs de huizen op de fluit speelde,
door de gemeentepolitie ter ontnuch
tering in verzekerde bewaring werd
gesteld. Bij onderzoek werd op hem
gevonden een spaarbankboekje voor
een bedrag van f 700.
Tot onderwijzeres aan school no. 4
alhier is benoemd Mej. J. A. Basset.
STADSNIEUWS
Eerste en tweede pagina.
Haarlem30 Maart 1899.
Ten behoeve der Maatschappij van
Weldadigheid zal in de week van
10—15 April a.s. in 't geheele land
eene collecte worden gehouden.
De gemeentebesturen zijn uitgenoo-
digd om zooveel mogelijk te bevorde
ren dat de te houden collecte met
goeden uitslag worde bekroond.
POSTERIJEN.
Ljjst van brieven aan onbekenden
verzonden door het Postkantoor te
Haarlem, gedurende de le helft der
maand Maart 1899.
Briefkaarten.
Mej. A. C. v. d. Broek, van Sluis,
T. Boska, allen Amsterdam. J. Groe-
nenberg, Rotterdam.
Brieven (Buitenland).
P. Blommaert, mevr. P. Gelsdorp
bbideu Parys. Mej. J. Roest, Pretoria.
J. Wierdsma H. L. Cremer? Nacht-
folger? F. Kerkhof?
Op de op Dinsdag 28 dezer gehou
den vergadering der Kiesvereeniging
„Vooruitgang" werd in de plaats van
den heer H. C. Louwerse, die de func
tie van penningmeester vervulde, ge
kozen de heer S. C. M. de Grijs.
Een agent van politie bemerkte
Woensdagavond dat een tapper in de
Barrevoetstraat na sluitingstijd nog
bezoekers in zijn inrichting had op
zyn geklop werd echter niet open ge
daan. De kastelein die blijkbaar meen
de dat de politie wel zou vertrekken
had buiten „den waard gerekend",
want spoedig kwam er een tweede
agent die met zijn kameraad het huis
afzette. De bezoekers bleven nu maar
logeeren en heden morgen toen de
tapperij geopend werd kwam de politie
toch binnen, zocht de gasten op en
maakte zoowel tegen hen als tegen
den tapper proces-verbaal op.
Woensdagmiddag is in de Leidsche
Vaart voor de Laurens Costerstraat
een ijzeren schait gezonken, geladen
met zand bestemd voor de in aanleg
zijnde Electrische trambaan. Heden is
een begin gemaakt met het lichten
van het vaartuig en spoedig zal de
belemmering in de vaart
zijn.
Museum van Kunstnijverheid.
Woensdagnamiddag waren wij in de
gelegenheid gesteld de tentoonstelling
der afgietsels van bouwkundige en
ornameDtale fragmenten van eenige
Hindoemounmenten op Midden-Java
in het Museum van Kunstnijverheid
alhier in oogenschouw te nemen. Een
78-tal groote en kleine fragmenten,
slechts een klein gedeelte der uit In-
dië medegebrachte, waren daar geëx
poseerd. Om daarover eene beschou
wing te geven, ligt niet op onzen weg
en zon ons ook te ver voeren, zoodat
wy alleen willen vermelden dat be-
halveeen drietal oorspronkelijke beeld
houwwerken, een geschenk van het
Bataviaasch Genootschap voor Kun
sten en Wetenschappen, vele prach
tige reproductiën van in steen gehou
wen sieraden en andere afgietsels van
decoratieve beeldhouwwerken nit het
Hindoe-tijdperk aanwezig zijn. Al deze
kunstwerken, die betrekking hebben
op godsdienst, zeden, gewoonten, klee
ding enz. van het merkwaardige volk,
dat den Indischen Archipel bewoont,
getuigen van groote artisticiteit en
hooge kunst De Tempelgroep te
Prambanam is eveneens een waar
meesterstuk.
Na eene korte bezichtiging van deze
tentoonstelling, gaf de heer von Saher
ons eenige inlichtingen en deelde het
een en ander mede over ie geschiedenis
der Hindoe-bouwkunst in het algemeen
en hare decoratieve onderdeelen.
Eeuwen voor 't begin onzer jaartel
ling trok een deel der Ariërs, die in
het hoogland van Midden-Azië een
nomadenleven leidden, naar de vrucht
bare streken langs de oevers van den
Indus en werden naar de hoofdrivier
van hun land Indiërs of Hindoes ge
noemd. De oorspronkelijke bewoners
werden verdreven of uitgeroeid. Lang-
jzamerhand ontstonden er staten, en
i toen nieuwe Ariërs de eerst aan-
gekomeuen weder kwamen verdry ven,
j hadden bloedige oorlogen plaats, die
j in zeden en levensvormen een gehee-
i len ommekeer teweegbrachten. De
j onderwerping der overwonnenen gaf
aanleiding tot strenge afscheiding van
1 standen, tot het kastenwezen. De
eerste en aanzienlijkste kaste was die
i der priesters. (Brahmanen of Braminen
j geheeten).
i Hun godsdienst bestond uit veree-
jriug der natuurkrachten. Brahma
(schepper) was by de Indieërs de
i Hoofdgod. In 't midden der 6e eeuw
voor Christus kwam de koningszoon
Boeddha (de Wyze), eene groote om-
wenteling teweeg brengen. Hy trad als
godsdiensthervormer op, verwierp het
kastenwezen en trachtte meer eenvoud
in den eeredienst in te voeren. Deze
nieuwe eodsdienst heette het Boed
dhisme Nltuurlykórwys geraakten de
Brahmanen met de Boeddhisten in
stryd. Laatstgenoemden werden ver
dreven, doch breidden zich toch steeds
uit Later heeft eene samensmelting tus-
schen beide godsdiensten plaats gehad,
zoodat niet met zekerheid is te zeggen
van sommige gevonden monumenten,
die een gemengde godsdienstige uiting
hebten gekregen, of het een Brahma-
nisch of een Boeddhistisch monument
is. Als monumenten werden eerst ge
bouwd rotstempels, toen terrasvormige
bidplaatsen en herinneringszuilen of
stamba's. Op deze laatste zuilen wer
den de edicten van den vorst geschre
ven of contracten van schikkingen,
zoodat men op Java nog veel beschre
ven steenen aantreft. Voor vaste ge-
bouwen had men 3 soorten en wel de
stoepa's de tjientja's en de wiara's.
Stoepa's zyn grafheuvels, waaronder
j de asch vanBoeddha werd bewaard, die
j eerst in 7 deelen was verdeeld. Later
werd deze in 14000 deelen verdeeld
j en verschillende vazen naar andere
landstreken gezonden waar toen even-
eens stoepa's werden opgericht, zoo-
dat de bouwkunst toen een ongekende j
vlucht nam. De tjientja is een ge-;
bouw vaG vereering zonder dat daarin
bepaald een adh wordt bewaard en;
een wiara is een klooster, waarin j
heilige dingen worden bewaard. Eenj
dergelyk gebouw zal ook naar de
Paryscbe tentoonstelling worden ge
zonden. Nog enkele beelden van kunst-
uiting getuigende uit het Brahmaan-
sche, Boeddhtisische en Matapaïschei
tijdperk zyn aanwezig.
De bouwkunst der Hindoe's ken-
merkte zich door gemis aan steenen
zuilen. Alles is zonder pylers opge
trokken De methode was dat ze de
steenen op elkander lagen (omgekeerde
trapgewelven.)
Ringvormige steengelagen, waardoor
slechts kleinen ruimte overwelfd kun
nen worden, was de wyze van bouwen,
die daar in zwang was. De groote
gebouwen bestonden dan ook alle
*it kleine overwelfde gedeelten, die
weder door één geheel worden over
welfd.
De proporties waren steeds mooi
gekozen. Wat het constructieve ge
deelte betreft, de steenen werden
nooit met kalk besmeerd, doch door
middel van een pen en een gat aan
elkander verbonden. In de constructie
is steeds groote orde en regelmaat.
Hoe technisch vaardig deze menschen
i waren bewyst wel dat alles ait de
hand werd bewerkt.
De tempel te Prambanan b. v. ge-
tuigt van goede architectuur. e
versiering blyft steeds ondergeschikt
aan de bouwkunst. Uit de geschiede
nis blykt welk een groote invloed
Griekenland, dat in 326 v. Christus een
verband met vorst Porus van Hindus
had gesloten, heeft uitgeoefend op de
bouwkunst. Vele Grieksche elementen
vindt men er dan ook in terng.
Ten slotte deelde spreker nog het
een en ander mede over het materieel,
dat afkomstig is van de uitbarsting
der valkanen, om daarna tot bespre
king der monumenten zelf over te
gaan. De schoonste monumenten be
vinden zich in midden Java, dat fliuk,
bevolkt is. De Tjandi Kali Berming
Kalassan en de Tjadi Sari, een oud
klooster waarvan de moren eene dikte
hebben van 2.25 M. zyn eene der
mooiste monumenten. Yan de Tjaodi
Sari ontbrak de basis, doch de voet
van de Tjandi Plaoson, die in den laat-
sten tyd is opgegraven, vormt daar
mede een serieus geheel. Dit laatste
gebouw wordt naar de tentoonstelling
te Parys gezonden. (Het vervoer
daarheen geschiedt per schip langs
de binnenwateren.) Nadat de heer
Yon Saher nog een overzicht had
gegeven van de plaats, die de Indische
afdeeling op de tentoonstelling zal
innemen, eindigde hy zyne leerryke
voordracht.
Zie vervolg 2de pagina.
Maandag heeft onze stadgenoot, de
heer H. P. Heemskerk, te Utrecht
behaald het diploma van Toonkunst
voor pianostemmen.
De heer Heemskerk genoot zyne
opleiding als pianomaker in 't buiten
land.
Telefoon- quaestie.
Over de telefoonquaestie in de Meer
(zie vorig no.) vernemen wy nader het
volgende
In de zitting van den heer presi
dent der Rechtbank te Haarlem in
kort geding gehouden Woensdagmid
dag werden, zooals wy in ons vorig
nummer meldden, tnsschen Mr. W.
Thorbecke, den Landsadvocaat, die
voor den Staat der Nederlanden (pro-
careur Mr. de Haan Hugenholtz) op
trad, en Mr. Augs. Philips Jr. uit
Amsterdam die namens den Dijkgraaf
van den Haarlemmermeerpolder (pro
cureur Mr. W. Cnoop Koopmaus)
het woord voerde, de pleidooien ge-
honden in de zaak waarin Dinsdag
was gedagvaard.
Het betrof de daad van geweld die
het Polderbestuur Dinsdag had doen
plegen zooals beweerd werd ter
executie van een vonnis der Amster
damsche Rechtbank van 27 Decem
ber 1898, waarbij echter wel tegen de
Bell-Telefoon Maatschappij eene ver
oordeeling was gewezen, maar waarbij
de Polder tevens was uiet-ontvanke-
lijk verklaard in zjjn eisch tegen
den Staat der Nederlanden om de
bevolen oprniming van telefoongelei
dingen en palen te geheugen en te
gedoogeu.
Het Polderbestuur heeft nl. Dins
dag dat gedeelte van de intercommu
nale telefoonleiding tnsschen Amster
dam en Rotterdam dat van de „Lyn-
den" over Hoofddorp naar Leimuiden
loopt, laten wegraimeo, althans ge
deeltelijk, en de Staat vroeg thans
van den President een bevel tot sta
king vau die opruiming, op grond dat
de polder geen recht had dat vonnis
tegen hem (den Staat) te executeeren,
en zich nu vergrepen had aan's Rijks
eigendom daar de Staat eigenaar is
van die lyn.
Voor den Polder werd opgeworpen
de exceptie van onbevoegdheid van
dezen President, daar 't gold de ten
uitvoerlegging van een Amsterdamsch
vonnis.
De President zal Zaterdag 1 April
vonnis wyzen.
Geheelonthouding.
Woensdagavond had de jaarverga
dering plaats van de afd. Haarlem
van den Christen-Geheelontiiouders-
bond.
De Voorzitter opende met een kort
woord en gebed, waarna de penning-
meesteres8e het woord kreeg tot het
uitbrengen van het financieel verslag.
Daaruit bleek, dat er een batig slo
van f 19.85 lfa is.
Uit wat de secretaris meedeelde
bleek, dat het ledental in 'tafrroloo-
pen jaar steeg van 135 tot 180, en
voorts dat de afdeeling flink vooruit
gaat. Er zijn op 't oogenblik vier
onderafdeelingen, nl. een jongelings-,
jongedochters-, knapen- en meisjes-
afdeeling, terwijl onder leiding van
een der leden ook een kinderbond
bestaat.
Nadat deze verslagen waren nitge-
bracbt kreeg de spreker, de heer Wég
kamp nit Eokbuizen, het woord, die
tot onderwerp had gekozen„Over
winnen."
Bij overwinnen dacht spreker aan
stryd, aan de wapenen, waarmede men
strydt, aan het verlies van de tegen-
party, aan de buit die de overwin
naars behalen.
Op den stryd op elk gebied, ook op
den moeilijken strijd om 't bestaan
wees sprekervaak wordt door den
drank die stryd moeilijk gemaakt.
Er is ook stryd tegen de droefenis.
Alom heerscht droefenis, en door naar
schouwburgen en concerten te gaan,
door visites te honden en zich te ver
strooien tracht men vergeefs die droe
fenis te ontvluchten.
De Christen-Geheelonthouder strijdt
tegen de drinkgewoonten, en dat is
geen gemakkelijke stryd, omdat zy
zoo diep in het volksleven zyn inge
groeid.
Spr. schetst het verschil van stand
punt tnsschen den Christen-Geheel-
onthouder en den geheelonthouder, die
izich stelt op maatschappelijk stand-
j punt, en meende dat, waar bij den eer
ste de drankbestrijding het middel is
om de menschen op te voeren tot
wat zy moeten zijn, nl. de werkers
in dienst des Heeren, de laatste de
drankbestrijding als hoofddoel stelt,
wat z. i. niet zoo hoog staat.
Spreker wees er op hoe onthouding
overwinning beteekent, en haaid®
voorbeelden aan van de volkomen
zelfvernietiging van de Boeddhisten.
Met een krachtige opwekking aan
de christenen geheelonthouder te wor
den en van de geheelonthouders bet
ware standpant te belijden, sloot Spr.
zyn rede.
De Chr. Geheelonthouders zangver-
eeniging „Excelsior", directeur de
heer H. Langendonk, had hare wel
willende en zeer gewaardeerde mede
werking toegezegd.
FEUILLETON.
Fantastische Roman naar het
Engelsch van H. G. WELLS.
19)
Vier of vijf zwarte gestalten haastten
zich voor hem uit en heft was dus blijk
baar dat de Marsiaan jacht op betn
maakte. Met een paar passen had hij
ze ingehaald en men zag1 die vluchtelin
gen zich in alle richtingen verspreiden.
Ditmaal gebruikte hij, geen verzengen
de stralen, maar vergenoegde zich met
ze één voor één op te pikken.
Wij zagen hoe hij ze in den metalen
trommel stopte, die bij wijze van werk-
mansgereedschapszak op zijn rug hing.
Dit was de eerste keer dat het bij mij
opkwam, dat de Marsianen andere plan
nen konden koesteren dan de totale ver
nietiging der overwonnen menschheid.
Een oogenblik stonden wij als versteend
van schrik en vluchtten toe snel in
tegenovergestelde richting door een poort
een omheinden tuin binnen, en verbor
gen ona daar in een droge sloot, waar
wij verwijlden tot dé nacht inviel,
j Ik veronderstel, dat het zoo ongeveer
bij elven zal geweest zijn toen wij onze
vlucht vervolgdenwij waagden ons
echter niet meer op den open weg, maar
j slopen langs heggen en door struiken,
i voortdurend om ons heen ziend, want
de Marsdanen schenen zich vlak in onze
nabijheid te bevinden. Op een geblakerd
j veld. dat nu afgekoeld en met asch be-
dekt was lagen een aantal lijken van
menschen, die aan het hoofd en 't
lichaam déerlijk verbrand waren, hun.
beenen waren echter ongekwetst geble
ven; en achter een rij verbrijzelde ka-
j nonnen en stukken wagens zag men op
vijftig voet afstarads de lijken van paar
den;.
Men was naar het scheen aan het ver
nietigingswerk vain die Marsianen ont
snapt, maar het plaatsje was stil en
verlaten1. Hier troffein wiji ook geen
dooden aan. ofschoon het te donker was
om iets op de zijwegen te onderscheiden-
In Sheew werd mijn metgezel zoo uitge
put van dorst en vermoeienis, dat wij
beslaten te trachten een der huizen te
bereiken.
Het eerste huis, dat wij binnentraden,
na met eenige moeite het raam geopend
te hebben, was een kleine villa, waarin
wij niets eetbaars vonden, dan wat ver
rotte kaas. Er was evenwel drinkwater
en ik nam; een bijl mee die ons bij het
inbreken van het volgende, huis te pas
kou komen.
Wij staken nu den weg over en be
reikten het punt waar de weg zich naar
Mortlake ombuigt. Daar, omheind door
een steenen muur, stond een huis. dat
wij binnengingen. In de provisiekast
was overvloed van voedsel aanwezig,
twee brooden, een ongekookt stuk
vleesch, en de helft van. een ham. Ik
besclirijf dit alles zoo tot in de kleinste
bijzonderheden omdat wij veertien da
gen lang op dezen voorraad moesten
teren. Onder een plank stond een vaatje
bier en twee bussen snijboonen en sala
de. Deze provisiekamer kwam uit in een
soort van waschkeuken, waar wij; brand
stoffen aantroffen., en in een kast von
den wij nog een dozijn flesschen Bour
gogne, soepen en zalm in bussen en
twee trommels vol beschuit.
Wij zaten in het bijkeukentje in het
donker wij durfden geen licht te
ontsteken uit vrees de aandacht der
Marsianen tot ons te trekken en
aten brood met haan en dronken bier
uit dezelfde flesch. De schoolmeester,
die nog in een zeer ge jaagden toestand
verkeerde, wilde nu, dwaas genoeg, onze
vlucht terstond voortzetten en ik was
juist bezig hem te overreden eerst wat
te gebruiken om nieuwe krachten te
verzamelen, toen er iets gebeurde, dat
j onze gevangenschap ten gevolge had.
i „Het kan nog geen twaalf uur zijn,"
zoide ik en tegelijkertijd werd de keu-
j ken door een groen verblindend schijn
sel verlicht, zoodat elk voorwerp dui
delijk te onderscheiden was. En daar
volgde een slag op, zooals ik er nooit een
gehoord had.
Vlak hierop, zoodat het bijna, tege
lijkertijd scheen, hoorde ik een plof
achter mij, een gerinkel van glas en het
volgende oogenblik stortte het plafond
met een vreeselijk geraas naar beneden.
Ik werd lang uit op den grond gewor
pen, in mijn val tegen de kachel aan
slaand. Langen tijd lag ik daar bewus
teloos, zoo vertelde mij, die schoolmees
ter, en toen ik weer bijkwam was alles
donker om mij heen en mijn reisgenoot,
wiens gelaat nat was van 't bloed dat
er langs droop, bezig mijn gezicht met
een natten doek te betten.
De eerste oogenblikken kon ik mij
niet herinneren wat er gebeurd was.
Heel langzaam kreeg ik mijn denkver
mogen tanig. De wond bij mijn slaap
bracht mij tot de werkelijkheid terug.
„Zijt ge wat beter vroeg de school»
meester fluisterend.
Eindelijk en ten laatste kon ik hem
antwoorden en trachtte op te staan.
„Beweeg je niet," zeide hij. „De vloer
is overdekt met scherven. Je kan je
onmogelijk bewegen zonder geluid te
maken en ik geloof dat zij ach buiten
bevinden."
Zwijgend bleven wij in onze zelfde
houding zitten wij konden elkaar
hooren ademhalen.
Om ons heen heerschte een doodelijke
stilte dde eenmaal verbroken werd door
het neerploffen van steengoed of zoo
iets.
Van buiten vernamen wij voortdu
rend een gekletter van staal.
„Luister!" zeidé de schoolmeester toen
hetzolfdte geluid zich weer deed hooren.
„Ja," zeide ik, „maar wat is het?"
„Een Marsiaan!" antwoorddé hij.
Ik luisterde scherp toe.
„Het was de hittestraal niet," zeide
ik en ik dacht er over na of een dier
Mamaansche tnachines misschien tegen
het hnis was gebonsd zooals ik er eens
een tegen de kerk te Shepperton had
zien vallen.
Onze toestand was zoo zonderling en
onbegrijpelijk, dat wij ons de eerste drie
a vier uur, tot de dag aanbrak niet durf
den bewegen. En toen drong het dag
licht naar binnen niet dcor het venster,
BINNENLAND
Vredesconferentie.
De „Norddeutsche Allgemeine Zei
tang" verneemt, dat het Duitsche
Ryk op de Haagsche conferentie
vertegenwoordigd zal worden door
den gezant te Parys, graaf Münster,
den professor aan de universiteit ran
München von Stengel en den profes
sor aan de universiteit van Konings
bergen Zorn, en voorts door een hoofd
officier van het leger en een van de
vloot.
De afgevaardigden Léon Bourgeois
en d'Estourmelles, welke laatste reeds
te 's-Gravenhage in diplomatieke be
trekking is geweest, zyn, volgens de
dat donker bleof, maar door een drie
hoekige opening tusschen een balk en
een hoop steenen achter ons. Voor het
eerst konden, wij nu de keuken aan
schouwen.
Het. raam was verbrijzeld' door een
hoop tuinaarde, die zich over de tafel,
waaraan wij gezeten hadden, verspreid
had. En buiten lag de aarde hoog tegen
den muur opgehoopt.
Boven aan het venster bemerkten wij
een stukgeslagen afvoerpijp. Do vloer
was als bezaaid met stukken ijzerhet)
achtergedeelte van den. keuken scheemi
ook vernield en toen heft daglicht daar
ook door heen drong bespeurden wij daft
het huis grootendeels verwoest was. Ben!
sterk contrast met dese ruine vormde dö
keurige aanrechtbank, waaronder <eü
aantal koperen, en tinnen emmers ston
den het behangselpapier, witte eni
blauwe tegels voorstellend en een paar,
gekleurde platen, hingen fladderend aam
den muur.
Toen het helderder buiten werd ont
waarden wij door een opening in den
muur een Marsiaan, die, naar wij ver
onderstelden, bij den nog gloei endera
cylinder de wacht hield! Op dit gezicht
kropen wij zoo omzichtig mogelijk uil)
het daglicht naar de duisternis.
(Wordt vervolgd.)