Uit de „Staatscourant".
Koninklijke Besluiten.
Benoemd tot rechter in de arr.-
reehtbank t.e Amsterdam mr. L. J.
A. van Lidtit de Jeude. thans rechter
in de arr.-rechtb tuk te Zieriksee tot
griffier aan het kantongerecht teZie-
rikzee. mr. C. De Witt Hamer JGz.,
thans kantonrechter-plaatsvervanger,
advocaat en procureur te Middelburg
tot ambtenaar van bet openbaar mi
nisterie by de kantongerechten in het
arrondissement Tiol, voor de kantons
Zalt-Bommel. Druten en Vianen. ter
standplaats Tiei, rar. H. W. van Tien-
hoven, thans kantonrechter-plaats
vervanger, advocaat en procureur te
Amsterdam.
Benoemd tot burgemeestervan
Leerdam. B. Tukker; vauZwartsluis
W. vaa Eek, secret iris dier gemeente
van Berkel C. Brenders, secretaris
dier gemr ente van Ginneken en Bavel
mr. W. H. E. bar >u van der Borcb
van Haar e a C. A. Scbyvensvan
Mierloo M. N. Pauken, secretaris dier
gemeente; van O ad-Vr oenhoven W.
Prick.
Benoemd tot lid van het College
voor de zeevisscherijen jhr. mr. J.
Rüeli, lid van de Eerste Earner te
's Gravenhagetot directeur van het
post- en telegraafkantoor te Blokzijl,
G. J. de Jong, thans in ge'.yke be
trekking te Kuisen.
Aan rar. .T. J, Sessé, op verzoek
eervol ontslag verleend uit zijne be
trekking van notaris te Maastricht.
De Koninginnen te
Amsterdam.
Omtrent het verblijf van H. M. de
Koningin en H. M. de Koningin-
Moeder in Amsterdam van li—17
April a. s. is het volgende oföcieele
programma bekend gemaakt:
Woensdag 12 April:
10 uur v. m. audiëntie militaire
autoriteiten.
1 uur n.m. audieutie civiele autori
teiten.
4.15 uur n.m. rijtoer.
Donderdag IS April:
10 aar v. m. audiëntie, commissies
en particulieren.
2.30 uur n.m. rijtoer en daarna be
zichtiging vau het gedenkraam in de
Nieuwe Kerk.
Vrijdag 14 April:
10.45 uur v. m. bezoek Luthersche
Diacouescenbuis cu Stedelijk Museum.
2 uur n. ra. bezoek Industrieschool
voor de vrouwelijke jeugd tentoon-
steiiiug van houden in het Paleis voor
Yoiksvljjt en Israëlietiscli Ziekenhuis.
Zaterdag 15 April
9.45 uur v.m. bezoek aan het mail
schip Koningin Regentes der Maats.
„Nederland".'
1.30 uur n.m. bezoek aan hetR.K.
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis; aan
Arti Amicitiae, eu het KoniDg
Wiilemshuis.
8 uur n.m. Galavoorstelling Stads
schouwburg.
Zondag 16 April
10 uur v. ui. bijwonen der Gods
dienstoefening in de Nieuwe Kerk.
1.45 uur n. in. bezoek aan Kon.
Zoölogisch Genootschap „Natura Artis
Magistra"daarna rijtoer.
Ken. bezoek aan Amsterdam.
H. M. de Koningin-Moeder, die II.
M. de Koningin op Haar bezoek aan
de hoofdstad vergezelt, heeft tot ge-:
vo!gde hofdames Jonkvrouwe Van
de Poil en Baronesse Vau Ittersnm
den intendant Jhr. S. M. S de Ranitz
en den kamerheer .Thr. mr. v. Weede.
Opnieuw heeft de heer Jansen te
Amsterdam 40 HA. heidegrond aan
gekocht, ditmaal onder Haulerwyk,
waarvan de ontginning eerlang za!
aanvangen.
Koninklijks liefdadigheid.
Da 16 jarige Schellingerhout te
Zaandam, een lichamelijk zwakke
knaap, gevoelde een onweerstaaubareu i
drang in zich tot de muziek. Daari
zijn ouders niet by machte waren om
aan dat verlangen te gemoet te komen,
trok de knaap de stoute schoenen
aan en schreef aan Koningin Wil-
helmina.
Zyn verzoek werd goed opgenomen.
Terstond gaf H. M. la t om den jon
gen als proef een balf jaar piano-les
te laten geven. Luiden dan de rap
porten daaromtrent, welke aan H M.
moeten worden ingezonden, gunstig,
..Ik ben dicht bij den kuii van de Mar
sianen onder puinhoopen begraven ge
weest. Ik heb er mii uitgewerkt en ben
ontsnapt."
Hut is geen voedsel," zc-ide hij. „Dit
is mijn. terrein al het land tusschen de
rivier en Clapham behoort mij. Er is
slechts genoeg voedsel voor een. Waar
rijt gij van plan naar toe te gaan?"
Ik antwoordde op langzamen toon.
„Ik weet het niet. Gedurende dertien
a veertien dagen ben ik opgesloten ge
weest en weet dus niet wat er heeft
plaats gehad."
Wantrouwig zag hij mij: aan, en
schrikte toen op, terwijl zijn gelaat ter
stond een andere uitdrukking aannam.
,.Ik ben niet van plan hier te blij
ven," zeide ik. „Ik denk naai- Leather-
haad te gaan, want daar is mijn vrouw
achtergebleven
Hij drukte zijn hand tegen het voor
hoofd.
„Ja, gij zijt het. Gij zijt de man van
Woking. En zijt gij dan niet te Wey-
bridge vermoord?"
Terzelfder tijd' herkende ik hem nu.
„Jij bent de artillerist, die in mijn
tuin klom."
„Groote Hemel!" riep hij uit. „Wij
zijn er gelukkig afgekomen. En gij zijt
hot dus werkelijk!" Hij stak zijn hand
dan worden deze leasen voortgezet en
ontvangt hy van H.M. ook een pianino
ten geschenke.
Een treurig ongeluk
gebeurde Woensdagmiddag om 5 uur
op de Croeselaan te Utrecht. Een
7-jarig meisje, dat op die laan woont,
geraakte in de daar langs loopende
sloot. Haar broertje, een 9-jarigejon-
gen, trachtte haar te te redden, maar
geraakte ook te water. Ge:n hulp
kwam er opdagen, totdat eindelijk de
slager Nyhuizen, werkzaam aan de
militaire slachterij aldaar, het gevaar
bemerkte. Hij sprong gekleed te wa
ter en bracht beide kinderen op den
wal.
Het meisje was echter reeds over
leden, hot knaapje in bewusteloozen
toestand. Terstond werden de beide
ongel uk kigen naar hun woning ver
voerd De moeder schrikte zoo hevig,
dat zij bewusteloos neerviel. Een in
middels gearriveerde geneesheer kon
slechts don dooi constateeren vau
het meisje.
(Z7. D.)
Jeugdige toeristen.
Voor ecnige dagen arriveerden aan
bot station te Almelo twee kinderen
uit Russisch-Polan, geheel alleen, zon
der begeleiding, wiens plaats van be
stemming wasNew-York (Ame
rika); 't was een jongetje van 3 en
een meisje van 4 jaar. Broertje en
zusje hadden elkaar by de hand en
droegen een broeden baad op de borst,
waarop de naam eeoer familie ie
New-York te lezen stond. Reisbe-
noodigheden, als: een paar hemden,
een paar broeken, enz. waren den
kleinen in een bundeltje op den arm
vastgebonden.
De vorige week reisde te Almelo
weder door een jongetje van 10 jaar
uit Halle a d Saaie, 't Ventje reisde
eveneens geheel alleen; het droeg cp
de borst het adres: „Leo huis, Rot
terdam", verder den naam van de
„afzendster" een weduwe te Halle,
de moeder van den knaap. De kleine
werd aan 't statiou te Almelo ruim
voorzien van broodjes en reisde wel
gemoed verder.
(Tw. Ct.)
Kievitseieren.
Te Saeek werden jl. Dinsdag aan
gevoerd ruitn 1800 Kievitseieren, die
tegen 25 tot 27 */2 ct. hun weg vonden
naar 't buitenland.
Een schipbreuk.
Dezer dagen is gemeld, dat de te
Yeendam thnisbehooreude ijzeren tjalk
Dankbaarheid', kapt. Brouwer, geladen
met, panoen en bestemd voor Altona,
bij Rit tersgat was gezouken. Yau de
bemanning, bestaande uit den gezag
voerder Sebe Brouwer, stuurman H.
Fokkoos, matroos Teere de Jong en
den 14jariireü kok Enge! Brouwer,
allen van Yeendam. werd alleen de
stuurman H. Fok kens gered. De an
deren kwamen by de seuipbreuk in
de golven om. Aan een paar brieven
van den stuurman, die, half verkleumd,
door schipper Flink van de sleepboot
Sophia Paulina werd gered en aan
laud gebracht, ontleent de Veend. Ct.
de volgende regelen.
In den eersten brief, onmiddellijk
na de redding, klaarblijkelijk met
groote moeite door Fokkens aan zyn
ouders en zuster geschreven, leest
men„Ik vat de pen op, om u te
schrijven, dat ik een groote ramp mee
heb doorstaan. Wij hebben ons schip
verloren, en de grootste ramp is nog,
dat Sebe, Engel en Teere er by zijn
omgekomen. Ik ben er aüeeu maar
afgekomen, wat meer dan wonder is.
Nu lig ik in Tonningen in het zieken
huis." En wat verder: „Ik heb wat
in dien nacht doorstaan. Drie te zien
verdrinken, dat is wat, hoor Ik heb
van 's avonds half acht tot 's mor
geus vijf uur in het want gezeten,
met een laars om den rechter voet en
idea linker bloot."
In den brief, gedateerd 31 Maart,
en met veel regelmatiger schrift, dan
van den vorigen, zegt de schipbreu-'
keling: „Wy zaten op strand. In de,
roef zouden wy droge kousen aan- i
doen, maar toe» begon het waterzoo
hard te wassen, dat we moesten ma
ken, dat wy er uit kwamen, auders
konden wy verdrinken. Toen de laar
zen maar aan eu op de roef, wy met
ons vieren. Maar daar konden wy niet
blijven zitten. Wij moesten naar vo
ren. Maar 't water sloeg dwars over
bet schip, dat kant u denken. Toen
uit, rise ik hartelijk drukte. ..Ik heb
mij in een greppel verscholen gehouden",
vervolgde hij. „Maar zij vermoordden
nidt iedereen. Later, toen zij weg wa
ren. sloop ik over de velden naar Wal
ton. Maar... geen zestien dage» geleden
scheidden wij van elkaar... en gij zijt
grijs geworden." Plotseling zag hij om.
„Het is maar een kraai", zeide hij.
„Maar in dezen tijd doet iedere schadnw
iemand' opschrikken. Het is hier wel wat
open. Laten wij tusschen die struiken
kruipen en daar praten."
.Hebt gij de Marsianen gezien vroeg
ik „Sinds ik ontsnapte..."
„Zij hebben him weg door Londen
genomen," antwoordde hij. „Daar zullen
zij een grootcr en beter terrein gevonden
hebben om aan hun vernielzucht bot
te vieren, 's Avonds, daar in de richting
van Hanipstoad is de lucht hel verlicht.
Zij ziet er dan uit als een groote stad
en dan kunt ge de Marsianen onder
scheiden. Bij daglicht kunt gij niets van
hen zien. Maai- beter en meer van dich
terbij heb ik ze nooit aanschouwd..."
Hij telde op zijn lingers na. „Ja, vijf
dagen geleden zag ik er een paar zich
door Hammersmith bewegen, blijkbaar
iets groots en zwaars meesleep end. En
eergisteren avond," hij» zweeg en zeide
toen met nadruk op ieder woord', „zag
heb ik een touw van de zeilscboot om
myn lyf gebondeu. Ik wou zien, of ik
in bet want kon komen. Dat is my ge
lakt, God dankMaar dan was ik er on
der en dan weer boven. Ik kwam er
met inspanning van al myakrachten
Ik was er nog maar even, toen kwam
een zware zee en sloez de heele roef
weg. Sebe, Engel en Teere te water.
Ik had het touw vast gezet. Zy hiel
den vast en kwamen eraan spartelen.
Maar halverwege was Sebe al weg,
toen, dicht by my, Teere ook. Toen
kwam Engel er nog aan. Dien heb ik
nog zoo wat by de hand gehad maar
met een groote zee was ook hjj weg.
Toen wist ik my haast geen raad. In
wat toestand ik toen verkeerde, laat
zich beter gevoelen dan beschryven.
Niet waar Dat was een aanblik. Met
myn toestand is het op heden wel zoo
goed. Myn rechter hand en voet, die
in dien nacht verkleumd waren, zyn
weer zoo goed als hersteld. Myn lin
ker voet betert ook al mooi. maar
mjjn linker hand dat wil nog niet.
Die was zoo erg gekneusd by 'i heen
en weer slaan van de staurtallie. Ik
ben van harte gezond. De behande
ling is hier in 't hospitaal zeer goed.
's Morgens by de koffie kryg ïk hier
wittebrood met boter, om 9 uur wit
tebrood, ham en thee, 's middags weer
goed eten met ham en zoo gaat het
door. My dunkt, zoo leef ik er wel
bij. De Nederlandsche consul eu zyn
dóchter hebben mij sigaren, een pond
shagtabak, een pyp en chinaasappe-
len gebracht, en later bracht een
dochter van den consul ray nog 3
mark, als ik nog zin aan 'teen of an
der had, kon ik mij dat maar laten
halen. Dat was toch mooi, niet
waar
©e kunt U abois -
jjieeren op onsb
Lj&lad bij al leg
jv! Eiiekliaiidelaai1: x
|eii CourantlercjJ
ij en aas® ons
SMGSZOUOEa.
Voor den inhoud dezer rubriek stel'
de redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst
of niét geplaatstwordt de copij
niet aan den inzender terug-
gegeven.
Haarlem, 5 April 1899.
Mijnheer de Redacteur!
Bij voorbaat mijaen dank voor de
plaatsing van dit schrijven in uw veel
gelezen blad.
Naar aanleiding der j. I. gehouden
gecombineerde bestuursvergadering
der Schilders- en Behangersvereeni-
ging „Halpt lenigt den Nood", en
den Nederl. Behangers- en Stof-
feerdersbond afdeeiing Haarlem, tot
het verkrijgen van loonsverhooging,
voor beide vakken, zyn door genoemde
bonden circulaires gezonden aan alle
patroons te dazer stede. Tot onze
tevredenheid is reeds van de zijde der
.Schilderspatroons een gunstig bericht
ingekomen, namelijkdat zij de ver
hooging van 2 cent per uur op het
bestaande loon willen toestaan, by
voorkeur aan bekwame knechts, niet
op den datum 17 April a.s. door ons
gevraagd, maar op 1 Januari 1900.
Dus hieruit blijkt dat zij in geen ge
val ongenegen zijn eeuigszins aan ons
verlangen te willen voldoen. Maar van
de Behangerspatroons is slechts één
schrijven ingekomen die niet alleen
van gééu verhooging spreekt, maar
persoonlijk is van slechts een patroon
daarbij. Als ik mij niet vergis telt
Haarlem ongeveer 45 a 50 Behan
gerspatroons. Zou liet nn zoo moeilijk
vaileo, dat deze patroons eens om dit
verzoek te behandelen een vergade
ring belegden evenals de Schilders-
patroons hebben gedaan? Ik geloof
dat het zeer doeimatig zon zyn de
belangen van hunne gezellen te be
spreken, die volgens myn gedachten
wel het nauwst aan hunue kamerader,
1 de Schildersgezellen, door hunnen
arbeid verwant zyn. Ik hoop dan ook
dat door dit schrijven, de bedoelde
patroons zich bereid mogen gevoelen
om onderling deze zaak te bespoedigen
en dit tot een gunstig antwoord aan
ons bestuur moge leiden. Het is daarom
ook dat ik openlijk mijnen dank be-
-ik een gedwarrel vau lichten en iets
door de lucht vliegen. He geloof dat zij
een vliegmachine hebben vervaardigd
eu nu bezig ziju te leeren vliegen."
Ik hield plotseling op handen en voe
ten stil, want wij hadden nu de bosclijes
bereikt.
„Vliegen
„Ja," zeide hij. „vliegen."
Ik ging zitten.
„Met de mensckheid is 't gedaan,"
zeide ik. „Als zij kunnen zullen zij de
aarde rondgaan..."
Hij knikte.
„Dat zullen zij wel doen. Maar...
Daardoor zal het hier kalmer worden.
Daarenboven..." Hij zag mij aan. „Wijs
zijn totaal verslagen."
„Alles is voorbij," vervolgde hij. „Zij
hebben er één verloren slechte één,
en de grootste macht in de wereld ver
nietigd. Zij hebben ons doodeenvoudig
vertreden. De dood van dien eenen Mar-
siaan te Weybridge was aan een toeval
te wijten. En dit zijn nog maar pionnen.
Zij houden hier de waclit. En dan die
groene sterren... de laatste vijf a zes da
gen heb ik er geen zien vallen, maar
ik twijfel niet of zij zijn hier of daar
ergens nedergekomen.
Er is niets aan te doen. Wij zijn ten
onder gebrachtWij zijn totaal ver-
tuig aan de Schilderspatroons voor
de reeds gedane toezegging en wakker
door dit voorbeeld de Behangerspa
troons aan, hen spoedig in de voet
sporen te volgen. Moge dan ook door
deze publicatie beide zoo nauw ver
wante vakken steeds op een lyw ge
schaard kunnen blijven.
C. J. C. LOM AN,
Korte Poeilaau 29a.
Haarlem.
P.S. Anderen bladen die sympathie
voor deze zaak gevoelen wordt be
leefd verzocht dit schrijven over te
nemen.
Leiteren en Kunat
Nederlandsche Opera-Ver-
eeniging.
Door het Yoorloopig Comité voor
de stichting van eene „Nederlandsche
Opera-Yereeniging," dat zich in het
laatst van het vorig jaar geconstitu
eerd heeft, zijn thans de statuten en
het huishoudelijk reglement vastge
steld. De vereeuiging steil zich ten
doel het bevorderen van de naiiouale
muzikaal-dramatische kunst.
Zij tracht dit doel te bereikenlo.
door het verschaften vao .geldelyken
steun aan eene hier te lande geves
tigde instelling tot het vertolken van
muzikaal-dramatische werken, iu 't
bijzonder aan diegene, die de opvoe
ring vaa oorspronkelijke Nederland
sche muzik&al-dramatischo werken
onderneemt; 2o. door het toekennen
aan andere dan de sub lo bedoelde
instellingen, van bijdragen voor de
opvoering of uitvoering van muzikaal-
dramatische werken van Nederland
sche componisten; 3o. door het ver-
leeneo vau steun aan jou dige veel
belovende zangers cd zangeressen, die
zich wenschen te bekwamen voor
operazang4o. door alle andere mid
delen waartoe de algemeeue vergade
ring zal besluiteu.
Terwijl alzoo de vereeuiging zich
een werkkring heeft gekozen, die
toelaat te arbeiden iu het belang dei-
nationale muzikaal-dramatische kunst,
ook indien geen Nederl. Opera dour
haar wordt ondersteund, heeft zij
toch den naam „Nederlandsche Opera-
Yereeniging" gekozen, om hei hoofd
doel, do bevordering van oen goede
Nederlandsche Opera op den voor
grond te stellen en voor 't publiek in
't oog te doen springen.
Zy zai zich daarbij VI'Ü houden van
een bepaalden band of van voorkour
voor eenige operaonderneming, daar
in het huishoudelijk reglement is be
paald dat het hoofdbestuur een deel
der fondsen voor subsidie eener Ne
derlandsche Opera alleen kan aan
wenden door het sluiten van eene
overeenkomst met de te snbsidieeren
instelling, na advies ingewonnen te
hebben van drie deskundigen, terwijl
die overeenkomst de waarborgen moet,
bevatten dat het subsidie financieel
en artistiek do te subsidieeren instel
ling zal kunnen verheffen en alzoo
aan de nationale kunst ten bate
komeu.
Er zijn drie categorieëu vau leden:
douateurs, die ten minste f25 per
jaar bijdragen, kunstlievende leden
die f 5 eu gewone leden die 12,50 per
jaar contribueereu.
Het voorloopig comité heeft nn tot
dagelijksch bestuur voorloopig geko
zen de heeren Riclmrd Hol voorzitter,
mr. A. J. van Waveren secretaris en
J. J. Broek, penningmeester, terwijl
in de eerste algemeene vergadering,
in bet laatst van Mei bijeen te roepen,
het hoofdbestuur zal worden gekozen.
Het genootschappelijk jaar is ge
steld van 1 Mei tut 30 April, zoodat
reeds met 1 Mei a.s. de vereeuiging
in werking treedt.
Binnen eenige dagen zal eene cir
culaire tot medewerkiog algemeen
worden verzonden terwijl alle inlich
tingen door den lieer mr. A. J. van
Waveren, Bilderdykstraat 54, gaarne
zulien worden verstrekt.
Leger en Vicot.
Plechtige uitvaart.
Woensdag is te Nijmegen op de Pro-
testantsche Begraafplaats op plechtige
wijze het stoffelijk overschot bijgezet van
wijlen den oud-kapitein van het Ned.-
Ind. Leger C. van Houten. Een breede
rij gepensiouneerde en actief dienende
officieren van de legers in Ned.-Indië en
hier te lande, de te Nijmegen wonende
ridders der Militaire Willemsorde en
vele anderen, hadden zich geschaard om
het familiegraf, waarin zijn stoffelijk
slagen
Ik gaf hem geen antwoord en staarde
voor mij uit tevergeefs trachtend hier
iets tegen in te brengen.
„Dit is geen oorlog." zeide de artille
rist. .Alen kan het geen krijg noemen;
evenmin als de mieren tegen de men-
schén opgewassen: zijn. zijn wij het te
gen hen."
Plotseling herinnerde ik mij mijn
avond in de sterrenwacht.
„Na het tiende schot losten rij er
geen meer tenminste niet voordat
de eerste cylinder viel."
„Hoe weet gij dat?" vroeg de artille
rist. Ik verklaarde het hem. Hij dacht
eenige ©ogenblikken na. „Zou er iets aan
het kanon mankeeren?" zeide hij. „Maar
wat dan nog als het zoo is Zij zullen het
wel weer in orde makeu. En al is er
eenigo vertraging wat kan die aan hun
plannen veranderen. Wij kunnen de
partijen 't best vergelijken bij: menschen
en mieren.
De mieren bouwen hun woningen, le
ven lnm eigen leventje, voeren somtijds
oorlog totdat de mensch komt om hen
uit den weg te ruimen en dan gebeurt
dat ook. En in dit geval rijn wij dé mie
ren. Alleen..."
E enigen tijd zagen wij elkaar zwij
gend aan.
overschot, onder heerlijke bloemen als
bedolven, langzaam voor het oog ver
dween.
De oud-luitenant-kolonel van het Ned.-
Ind. Leger, D. C. J. A. Ponse, herdacht
de verdiensten van den ontslapene.
Gij weet het aJlen, zeide spr., o.a„ hoe
schitterend lvij uitgeblonken heeft door
talloozc daden van moed, beleid en
trouw, toen hij. in de jaren 1853 en
1S54, met en in heffe Nederlandsche leger,
voor zijn vaderland en koning streed.
De bergen en valleien van Borneo's
Wester-afdeeling, Sepang, Seminis, Se-
kadouw en Montrado zijn getuigen ge
weest van zijne doortastende wijze van
handelen, zijn heldhaftig gedrag, rijn
onbezweken moed. zijn schitterend, voor
zijne onderhebbenden bezielend, voor
beeld.
Konden rij hier aan zijné groeve spre
ken de mannen van toen, met en onder
wie hij destijds in de moeielijkste en
gevaarlijkste omstandigheden verkeerd
heeft, mannen; als Andresen, Kroesen,
Geerling. Crena, Verspijck, Donleben en
nog zooveel anderen, zij zouden ons zeg
gen, waarom onze hooggeachte, trouwe
eri brave vriend Cornel is van Houten,
zooveel recht had op den cerenaani van
stormlcapitein, hem toen op ons zóó ver
bitterde vijanden, de Taijkong-Chineezen
gegeven, die zelfs, gelukkig te vergeefs,
toenmaals den veel vermogenden hef
boom van het goud hebben aangewend,
om zijn hoofd machtig te worden.
Maar niet alleen als officier, bovenal
als bloedverwant, als vriend, als staats
burger. in hot algemeen als mensch,
roemde spreker den gestorvene, die om
zijne edele hoedanigheden van hoofd en
hart, rijn grooten eenvoud -:.n zijne be
scheidenheid, bemind', geëerd en hoog
geacht was.
Daarna herdacht de oud-kolonel der
infanterie A. E. L. Wellan, als vriend
van den overledene. Van Houtens in
nige verhouding met zijne éénig overge
bleven zuster, welke in den broeder,
dien zij steeds zoo hartelijk liefhad en
met moederlijke liefde verzorgde, alles
verloor.
Nadat door allo aanwezigen met een
hand vol immortelles een laatste groet
aan den betreurden overledene was ge
bracht. dankte de overste Ponse, namens I
de zuster van den overledene, voor de
treffende bewijzen van vriendschap en
achting haren broeder bewezen.
RECHTSZAKEN.
De Ahnelooscbe rechtbank veroor
deelde Woensdag Hmtzbergen, we
gens poging tot moord op den hoer
Lede boer te Eoschede, tot drie jaar
gevangenisstraf.
De zaak-van Hall.
Mr. F. A. van H'ail heeft eene lij
vige memorie van grieven ingediend
'tegen het requisitoir van den officier
vau justitie.
Sport en We«l®trijdlef9.
Hockey.
Zaterdag S April a.s. speelt de
Leopold F. C. van Brussel een match
tegen een studenten elftal des morgens
to Cüugendaal cu Zondag 9 Aprii te
Heemstede tegen de Haariemsche H.
en B. club.
Worstelen.
De Hollandsche worstelaars slaan
geen slecht figuur te Luik. Vooral
Dirk vau den Berg schijnt weer op
dreef ie komen Dinsdagavond werd
door hem Clément gelegd in 2S min.
3S -/5 sec., terwyl Salomon den Ras
Konrinsky iu den tijd van 1 min. 49
sec. legde.
G£*B£S*'3Q NIEUWS
De zaak-Dreyfus.
De „Figaro" bevatte Woensdag nog
twintig kolommen getuigenis van gene
raal lloget, maar nu ook zijn handtee-
kening aan het einde. De generaal is
even zeker van; de juistheid! van rijn
betoog als Cavaignac. Ook van hem le
zen wij dc verzekeringAls men mij
bewees, dat Esterhazy het borderel moet
geschreven hebben, zou ik dat natuurlijk
niet kunnen betwisten, maar als Ester
hazy zelf het mij zeide, zou ik hem niet
gelooven. Heft is EJterliazy, volgens
generaal Rogct. volstrekt onmogelijk ge
weest, zich de bescheiden, in het bor
derel genoemd, te verschaffen, tenzij
hij aan den general e n staf een mede
plichtige heeft gehad. En Henry kan
De artillerist legde zijn bruine hand
op mijn arm.
„Per slot van rekening zullen, wij
niet veel meer vernemen voor dat...
Maar stol u dit voorvier of vijf van
die vechtwerktuigen gaan op marsch.
zenden hun verzengende stralen naar
rechte en links, zonder dat een Marsiaan
het werktuig in beweging brengt.
Geen Marsianen zitten er in maar
menschen, die het kunstje ook al ge
leerd hebben. Wellicht beleven wij dat
nog. Verbeeld je een van die snoeperige
machines met de hittestraal te kunnen
besturen Wait zou het er op aankomen
of we nog wat aan dien brandstapel
toevoegden. Ik verbeeld mij dat de Mar
sianen hun oogen wijd zouden openzet
ten Kunt gij; het u niet voorstellen,
kerelKan je ze niet zien loopen, puf
fend en blazend om hun andere machines
te bereiken En als rij daar dan aanko
men, stappend, vliegend en rennend in
hun machines d'an blakeren wij hen op
hun beurt met hun eigen verzengende
schijf, zooals zij rt ons geleerd hebben
en de mensch is weer heer en meester
op rijn eigen planeet."
Een oogenblik werd ik door den be
slisten toon van den artillerist over
bluft. Op deze wijze spraken wij: nog
eenigen tijd door en kwamen' toen uit
dat niet geweest zijn. Waarom niet?
Na ontdekking van de verval selling had
de generaal Henry ondervraagd en deze
had toen ontkend, met Estcrhazrv in
betrekking te hebben gestaan, behalve
in Tunis en eenmaal in 1895. Op het
oogenblik der ondervraging zegt Ro-
gethad Henry geen enkele reden om
niet de waarheid te zeggen; hij is toen
stellig oprecht geweest. En dan alsof
die basis al niet zwak genoeg was
voegde Roget er aan toe „Ik geloof dit-
ten minste". En dat heet een ernstig
onderzoek.
Roget en du Paty zijn het, gelijk uit
het verhoor van den laatstgenoemde
reeds gebleken is. geheel oneens. Het
optreden van du Paty verklaart Roget
uit hei verlangen, zijn gedrag van 189-1
te verdedigen, en uit zijn verstoordheid
tegen Picquart. Du Paty en Esterhazy,
door zich voor te doen als van hooger-
hand beschermd, zouden, volgens getui
ge, hierin enkel het beste middel heb
ben gezien om zich uit de verlegenheid
to redden. Ik zou zeggen, dat dit wel het
slechtste middel is. Immers hadden
hooggeplaatste personen, ten onrechte
vastgepakt, du Paty eu Esterhazy kun
nen afschudden.
Wat liet „Pelit-Bleu" bete eft geeft
Roget tor. dat. als het echt is, hut het
lie wijs zou brengen dat Esterhazy ver
dachte betrekkingen liad. Hij vertelt
dan de geschiedenis van het kaartrte-
le-gram op rijn bekende wijze. Wat het
faux Henry betreft „Deze heeft geen
medeplichtige gehad, tenminste dat heeft
hij ra ij altijd verzekerd." Maar als rijn
persoonlijken indruk geeft de generaal,
dat iemand hem heeft ingeblazen. Zijn
chefs waven zco verpletterd op heffe be
richt van do ontdekking van de verval-
sching, dat Roget onmogelijk kan ver-
onderstellen dat zij het ooit voor ver-
valscht hebben gehouden.
Hoe weinig 'oeteekenis de getuigenis
sen van Cavaignac. en Roget hebben,
blijkt uit een artikel van Jaurès in de
..Petite République. Heden zoo
schrijft Jaurès kunnen wij de kwes
ties slechts aanroeren, maar wij moeten
in bijzonderheden treden. Ik verzeker u,
dab wij parels zullen vinden. Tegen hun
zin zullen Cavaignac en Roget ooi: dit
maal ons helpen, d'e waarheid te vin
den. Zij is verpletterend voor Esterhazy
en den generalen staf en bevrijdend voor
Dreyfus.
Naar aanleiding van 'den brief van
Henry van 2S October 1894 aan de
Libre Parole", waarvan Reinach een
kopie heeft gegeven welke d'e geadres
seerde Papillaaid als juist erkent, heeft
Reinach aan Mazeaai geschreven, d'at
lxeb openbaar maken van d'e inhechte
nisneming van kapitein, Dreyfus, in for-
meelen strijd mett dte bevelen van den-
minister van oorlog is geschied, en dlat
hij, de eerste president van. het Hof van
Cassatie, stellig wel onontbeerlijk zal
vinden, na te gaan welke beweegrede
nen Henry met die openbaarmaking kan
gehad hebben. Enz.
Uit Florence heeft Gabriel Monod
een schrijven gericht aan het „Journal
du Havre" oven1 de quaestie van dokter
Gibert en Faure. Na gezegd te hebben
een man als Gibert kan nooit gelogen
hebben, en dus als hij verklaartFaure
heeft dit of dat aan mij toevertrouwd,
clan is dit waar, geeft de schrijver het
volgende opzienbarende nieuwsDe
senator Siegfried weet als ik dat Faure,
den naam Gibert ziende onder- die dei-
getuigen in het proces-Zola, hem niet
alleen met tegenspraak gedreigd heeft,
maar ook met te laten vertéllen, dat
de dokter zijn verstand verloren had en
door eene somnambule zich iu de luren
liet leggen. Wij zien nu d'at die bedrei
gingen niet iidel waren. Als Gibert ge
zwegen heeft, is dit echter niet uit per
soonlijken angst geweest, maar wijl hij
vreesde de zaak van een onschuldige te
benadeelen, door eene zoo hoog geplaat
ste persoonlijkheid, in staat dergelijke
bedreigingen te doen. te vertoornen.
Eene andere courant te Havre vertelt,
clat het artikel tegen dokter Gibert van
November 1897, haar is bezorgd door
Blondel, de rechterhand van Faure.
Het vergaart der „Stella"
De laatste berichten omtrent het
vergaau der „Stella" toonen, dat het
verlies aan mecschenlevens op tachtig
gesteld moet worden De lijsten der
vermisten in de Eogelsche bladen
vau 4 April noemen slechts Eogelsche
namen als slachtoffers.
Een verhaal van een merkwaardige
redding geeft nog de „Westminster
Gazette", vau een knaap, wiens moe
der hem een voetbal om het middel
het struikgewas te voorschijnna goed
om ons heen tx hebben gezien of er ook
Marsianen in do buurt te bekennen wa
ren. snelo.en wij naar 't huis te Putnev
Hill, waar hij rijn intrek had genomen.
Hij had zich "schuil gehouden in een ko
lenkelder. en toen ik rijn werk zag,
waaraan hij een week besteed had'
het kolenhok was nauwelijks tien el
lang van waaruit hij een loopgraaf wilde
vervaardigen naar het hoofdricol te
Putnev Hill-, besefte ik welk een onein
dige ruimte er tusschen rijn droomen en
de verwezenlijking daarvan, lag.
Ditzelfde werk zou ik in een dag hebben
kunnen doen. Den geheel en morgen
hielp ik hem graven. Wij hadden een
kruiwagen tot onze beschikking en wier
pen het zand op een hoop bij de keu
ken. Toen wij eenigen tijd gewerkt had
den deden wij ons aan wat schildpadsoep
en wijn te goed. welke wijl in de provi
siekamer vonden. Dit gestadige werk
was een ware verademing voor miji nai
al het pijnlijke en vreemde dat ik door
gemaakt had. Onder het werk dacht ik
over de plannen van den artillerist na.
en opnieuw begon er een twijfel bij mij
op te rijzenmaar ik werkte den gehee-
len morgen door, zoo blij was ik weder
een doel te hebben.
(Wordt vervolgd.)