NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
.AJD v _b<j.aT'_"E!3sr ai'isisr
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Weekblad voor de Jeugd.
FEUILLETON.
De strijd der Planeet-
bewoners-
Zaterdag 8 April
I8S9
4840
ASOI^JSTEMZErtsTTSFEzIJ-S:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1-SO
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post O.STLo
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote lettere naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentien worden aangenomen dóór onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor Jiet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES. Succ.Parijs Slbis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem .is het uitsluitend recht tot plaatsing van 'AdvortentiSn en Reclames betreffende Handel, Ngverheidijeu Geldwezen, opgedragen aan h«t
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Ad verten tién ven 1-—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15Reclames per regel f 0,80.
Agenten voor dit blad in den omtrek zfin: Bloemendaal. Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, ÖandcoortHeemstedeJ. LEUVEN,bfi de tol; Svaamdam, C. HARTENDORP Zandvoori, G. ZWEMMER
Velsen®W. J. RUTJTER; BeverwijkJ. HOORNS; HillegomARIE HOPMAN", Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertenöën aan.
Aan hen die daarop zijn geabon
neerd, wordt hierbij verzonden No. 15
van het Weekblad voor de Jeugd.
Dit keurig geïllustreerde weekblad,
onder redactie van den heer F. H.
van Leent, bevat in dit Duramer:
Een Zaterdagmiddag op hat land.
Het Herderinnetje (vervolg).
Een w\js antwoord.
De tweelingen (vervolg).
De wonderbril.
Wippen en houtsprokkelen.
Kernspreuken uit i:et Oosten.
Allerlei.
Lessen der Ervaring.
Raadsels.
Antwoord op het Raadsel.
In de Apenkooi.
(Elk No., groot 8 bladzijden, bevat
tal van fraaie, gekleurde platen en
een voor kinderen alleraardigsten
tekst. De prys per 3 maanden is slechts
50 Cents.)
Offtsieele Sefïcsiten.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Doen te weten, dat van heden op
alle werkdagen, van des voormiddags
10 tot des ^namiddags 4 uur, tot 20
April e.k., 's namiddags ten 2 ure, ter
gemeente-secretarie ter visie is ne-
dergelegdhet ingekomen verzoek
schrift met de bijlagen van P. A. Kai
ser om vergunning tot uitbreiding
van eene bakkerij in het perceel aan
de Onde Groenmarkt No. 22, en dat
op den 20en April e.k. des namid
dags ten 2 ure op het Raadhuis der
gemeente de gelegenheid zal worden
gegeven, om ten overstaan van aet
gemeente-bestuur bezwaren tegen bet
oprichten dezer inrichting in te
brengen.
Haarlem, 6 April 1899.
Burgemeester en Weihouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris.
PIJNACKER.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Brengen ter openbare kennis, dat
is ingekomen een verzoekschrift van
N. H P. Dieben om vergunning tot
het vorkoopen van sterksn drank iu
het klein in het perceel aan de Lange
Margaretbastraat 11.
Brengen ter openbare kennis, dat
is ingekomen eon verzoekschrift van
Th. J. v. Staveren om vergunning tot
het verkoopen van sterken drank in
het klein in het perceel aan de Scbou-
tensteeg 5.
Haarlem6 April 1899.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
Stadsnieuws.
Eerste en derde pagina.
Haarlem7 April 1899.
In de heden gehouden algemeene
vergadering van aandeelhouders der
Hollandsche Crediet en Deposito
Bank firma Mees en Ritsema alhier,
werden de balans-, winst- en verlies
rekening van 1898 goedgekeurd en
bet dividend op f54 per volgestort
aandeel van f 1000 bepaald.
Door beheerende Yennooten werd j
verslag nitgebracht over de verkre-
gen resultaten van liet bedrfif in het
afgeloopen jaar. die in aÜ8 opzichten
gunstig waren. De gemaakte winsten
waren hooger rlau eonig jaar te voren.
Verder deelden de beheerende Veo-
nooten mede, dat zfi met het. oog op
den steeds grooter wordenden om
vang der bfi haar in bewaring "zfinde
waarden, aan één der eerste fabrie
ken het maken eener bewaarinricli
ting, geheel volgens de laatste vindin
gen ingericht, hebben opgedragen en
deze binnen enkele weken gereed zal
komen.
Heden werd het garnizoen alhier
bezocht door den Generaal Majoor
Roozeboom, bevelhebber in de le mili
taire afdeeling.
Zevende Nederl. Natuur- en
geneesk. Congres.
Ter feestelijke begroeting der leden
van bovengenoemd Congres wapperde
Donderdag de vlag van het Stadhuis,
de Groote kerk, de Sociëteiten Trou
moet Blficken en Vereeuiging en ver
schillende particuliere inrichtingen.
De eerste bijeenkomst der Congres
leden had plaats in de groote boven
zaal der Sociëteit Vereeniging. die
met groen en vlaggen was gedeco
reerd, evenals de trap die erheen
voerde. Naast deze zaal was het
Bureau ingericht, waar de leden van
het Congres zich konden aanmelden
en in 't bezit eerden gesteld van de
stukken, die zij nooaig hadden. Wel
dra waren ongeveer 150 reeds bijeen,
raö8st allen van ver gekomen, daar
de leden nit Amsterdam, Leiden en
deu Haag pas Vrijdagmorgen zouden
verschijnen.
Hier maakte men kennis of ver
nieuwde vroegere vriendschapsbanden
totdat omstreeks nogou uur de voorz.
der regelingscommissie, de heer Jhr.
Mr. A. J. Rethaan Macaré, het woord
^am en in warme woorden de eer
j aan de stad bswezeu door het bfieen-
komen van zoovele beoefenaars van
I wetenschap schetste. Spr. hoopte, dat
:de regeringscommissie er in gesiaagd
mocht zjjn, den gastvrijen naam van
Uaarlem in eere te houden bij de
'Congresleden, die Dij de keurbende
noemde van het strijdbaar leger dor
wetenschap.
Hierna begaf men zich in optocht
i naar het Raadhuis en betrad dit laugs
i de groote trappen. In de groote hal,
j voor deze gelegenheid verlicht door
antieke koperen kaarsenkronen en
i kandelabers en met tapijten en groen
versierd, wachtten op de trappen die
naar 's Burgemeesters kamer leiden,
B. en W. met een aantal Raadsleden
de bezoekers af. Hier stelde Prof.
Dr. J. Bosscha, de algemeene voor
zitter van het Congres, de leden aan
het gemeentebestuur voor en nam de
Burgemeester het woord.
„Hat is mij," zeide spreker, „als
hoofd dezer gemeente een bijzondere!
eer M. H. leden van het 7de Natuur;
en G. O. u hier een hartelijk welkom
toe te roepen.
Met groote blijdschap vernam ieder
Haarlemsen borger dat gij onze stad
hebt verkoren tot den zetel uwer
gewichtige beraadslagingen. Haarlem
heeft niet het voorrecht eene acade
miestad te zfin, maar weest er van
overtuigd, dat zij in liefde tot de
wetenschap bij geen harer zusters
achter staat. En wanneer gij hier van
daan gaat na kennis genomen te
hebben van de inrichtingen op weten
schappelijk gebied, dan hoop en ver
trouw ik dat gij mijne woorden zult
beamen.
Ik hoop dat gij recht gelukkige
dagen hier zult doorbrengen, dagen
die bevorderlijk zullen zijn tot het
schoone doel dat gij allen beoogt, de
verzachting der mensche'fike ellende.
En nu wenseht. gfi de rjjke talenten
waarover gij in zoo ruime mate be
schikt, daaraan te besteden. Daarom
wensch ik u met geheel mfin hart
sncces, schitterend succes.
En ook houd ik er mij van over
tuigd dat het bestuur met onzen
Dr. Bosscha aan het hoofd, evenals
de wakkere regelingscommissie, alles
iu het werk zal stellen om uw verblijf
zoo aangenaam en ook zoo nattig
mogelijk te maken, en dat wanneet-
gij huiswaarts gekeerd zfit, gij zult
zeggen „wfi hebben het te Haarlem
goed gehad en het Congres heeft
vruchten gedragen."
Prof. Bosscha betuigde zijn dank
en vo8gde daaraan toe, dat toen het
denkbeeld was opgekomen dat het
Cougres ook wel kon bijeenkomen in
een stad, die geen noogeschooi bezit,
aanstonds Haarlem in aller gedachten
kwam.
Spreker wees vervolgens op Haar
lems natuurschoon en de belangstel
ling, die de Raad daarvoor koes
tertop de talrijke haarlemscheschil
ders, op Kinckbufizen, Newtons leer
meester, op van Marum. Spr. eindigde
aldus
De bloemenstad moge leven, groeien
maar niet al te veel en niet
alleen zelve bloeien maar ook haren
invloed behouden tot liet aantrekken,
j koesteren en doen bloeien van al wat
I schoon en goed is."
Beide toespraken werden met ge
juich begroet. Ten slotte had in Trou
'moet Blycken een receptie piaats door
het Bestuur dier Sociëteit, dat bij
monde van zij oen voorzitter, den heer
Fr. Lieftinck, den Congresleden het
welkom toeriep.
Namens het Congres zeide Dr.
Menno Huizinga daarvoor dank.
Eerste Congresdag.
Reeds vroegtijdig hedenmorgen werd
een dezer nacht ter drukkerij der
firma Kleijnenb8rg vervaardigd vlug
blad van niet minder dan ruim 2 vel
druks rondgezondeu, o.a. bevattende
de portretten van de heeren Botscba,
Rotgans, Ramsay en Julius, een inlei
dend woord van den A!g. Secretaris-
dr. H. A. J. Valkema Blouw en een
kort overzicht van de geschiedenis
der Hol!. Maats, van Wetenschappen
en van Teylers Genootschap van de
zelfde hand. Daarachter een artikel
over bet Koloniaal Mnseum, oeno
levensbeschrijving van prof. Bosscha,
van de heeren Rotgans, Ramsay en
Julias.
Hoewel het weder zich in don vroe
gen morgen niet zeer gunstig liet.
aanzien, klaarde het toch langzamer
hand op en door een heorlijk zonnetje
begunstigd nam het concert, den leden
van het congres door de Directie in
het park van het Brongebouw aange
boden, te halfnegen een aanvang.
Door vele congres-leden werd deze
aubade bijgewoond, terwijl door hen
tevens een bezoek werd gebracht aan
den Drinkhal en menigglassiaaiwater
werd gebruikt. Het concert duurde
tot haiftieu, waarna de algemeene
vergadering een aanvang nam.
De aubade eindigde met een Io Vi
vat ter eere van de gasten. Iu de
groote zaal van he: Brongebouw,
waar men zicli thans vereeoigde,
merkten wfi op de eerste rijen ver
schillende dames op.
Te kwart voor uen nam het Hoofd
bestuur van het Congres plaats op
het, podium met de heeren Mr. G. van
Tienhoven. Commissaris der Koningin
en Jhr. Mr. J. W. G. Boreel vau
Hogelanden, burgemeester vau Haar
lem, in zyn middon.
Met leedwezen had de Min. van
Binnenl. Zaken kennis gegeven, ver
hinderd te zfin.
Daarna beklom Prof. Bosscha, alge
meen CoDgresvoorzitter, den katheder
en hield een rede.
Ia zfin welkomstgroet aan de
noodigdeu vermeldt de Spreker ~in
het bijzonder met erkentelijkheid de
tegenwoordigheid van den Commis
saris der Koningin, van den Burge
meester, van directenreu van de Hol!.
Mfi. der Wetenschappen, van direc
teuren van Teyler's Stichting, van
den directeur van het Scheikundig
laboratorium van 't Koloniaal Museum
en van de voorzitters der Maatschap-
pfien van Bloembollencoltunr, van
Tuinbouw en plantkunde en van
Landbouw, ais aanmoedigeude en ver
terende bewfizen dat het in Haarlem
aan belangstelling in de natuurweten
schappen niet ontbreekt
Opmerkende dat dit Congres het
laatste is in deze eeuw, vindt de
Spreker hierin aanleiding een terag-
blik te werpen op de vorderingen
van de natanrwelenscbap in de laat
ste honderd jaren. „Een werkman"
zegt hfi tot de leden, „zooals gfi allen
zfit, die deelneemt aan het tot stand
komen van een groot kunstwerk kan
soms wensc'uen zich enkele oogen-
blikkeu op eenigen afstand daarvan
te plaatsen, om een grooter deel te
overzien dan hem dagelfiks onder de
oogen korat. Hfi kan door de tastbare
werkelijkheid die hfi voor zich ziet,
zich nog eens meer doordringen van
het besef dat hfi medearbeidt aan iets
zeer schoons, iets zeer verhevens,
en daarin vinden een leus en eene
aansporing".
Een korte opsomming van de ont
dekkingen en uitvindingen dezer eeuw,
spoorwegen, stoom vaart, telegrafen en beweging herleidde en ons veroorloofde
telefonen, de wonderen der chemische t over de snelheid, het aantal der bot-
industrie, de kolonisatie van Afrika j singen van de moleculen en het aao-
voorbe eid door geografisch onderzoek, tal der moleculen dat in zekere
de pfinlooze operatie, de smetlooze1 ruimte voorhanden is getalwaarden
woudbehaudeling, de lichtsoort die het op te maken die de stoutste verbeel-
menschelfik lichaam doorstraalt, de
weibereidingen die besmettelijke ziek
ten stuiten of afweren geeft een denk
ding te boven gaan.
Van der Waals' stoatmoedige poging
dieper door te dringen in bet wezen
beeld van den machtigen invloed dien J der gasbeweging en de bewegingsleer
de natuurstudie op het leven van den
mensch heeft uitgeoefend. Doch hfi,
die den vooruitgang onzer kennis uit
een moer wfisgeerig oogpuut wil be
schouwen, schenkt daaraan niet in dö
eerste plaats zijn aandacht. Van hoo-
gere orde dan de toepassingen is hare
bron: de wetenschap zelve. En wil
men haren vooruitgang kennen dan
dient de vraag overwogen: in welke
mate de vastheid van ons weten is
toegenomen. Spreker moet zich bepa-
lentot eenige trekken uit de natuur
kunde. Hfi neemt als uitgangspunt de
schets die Cbr. Huygens gaf van den
aard van ons wetenniets is zeker,
wat wfi weten zfin slechts waarsebfin-
lfikheden. Deze evenwel zfin zeeron-
gelfik, en sommigen als van 100000
tot één, zooals bfi wiskundige bewij
zen aan welker juistheid men baast
niet twfifelen kan. In do natuurknnde
kan volgens Huygens de aard van ons
onderzoek vergeleken worden bfi het
ontcfiforen van geheimschrift, waarbfi
men op iosse gissingen den sleutel
zoekt, dien men als juist erkent wan
neer hfi geregeld op elkander volgen
de woorden doet lezen. Op welke wij
ze deze beschouwing door Huygens
wordt toegepast licht Spr. toe met een
voorbeeld uit een van Huygens' brie
ven, dat tevens aantoont hoe deze
groote natuurkundige eene duidelfike
voorstelling had yau de drukking die
een zwerm van door elkander bewe
gende moleculen moet uitoefenen op
alles wat die bewegiog hindert; eene
beschouwing waarop de hedeudnag-
sche theorie der gassen berust en hoe
Huygens standvastig de stelling toe
paste die volgens hem de grondslag
moet zfin van alle verklaring vac na
tuurverschijnselen, namelfik dezedat
alle werking in de natuur moet ver
klaard worden door wetten van de
mechanica en eigenschappen van be
weging.
Het hoofdkenmerk van de vorderin
gen der natuurkunde in deze eeuw
j was de bevestiging van deze stelling.
De groote gebeurtenis, die haar be-
heerschte was de ontdekking van
uit te breiden tot vloeistoffen leidden
tot uitkomsten die door de onder
zoekingen van Bakhuis Roozeboom,
Schreiuemakers, Kuenen en audere
kweekelingen der Leidscbe school ver
der werden bevestigd en de door hem
ontdekte overeenstemming van di
toestanden die verschillende lichamen
ouder bepaalde omstandigheden ver-
toonen werd door Kamerlingh Onnes'
betoog aangetoond eene noodzakelijk
heid te zfio, bfialdien de toestanden
enkel van bewegingen afhangen.
Al deze beschouwingen hebben
betrekking op ongeordende be
weging, dat is die waarbfi iu de
beweging van een groep deeltjes alle
richtingen in gelfike mate zfin ver
tegenwoordigd. Maar in niet mindere
mate heeft de stadie van de geor-
dendo bewegingen, waarbfi groepen
moleculen zich in overwegende mate
in eene bepaalde richting verplaatsen,
tot verklaring van de meest ver
scheidene verschijnselen geleid. De
ontdekkingen op het gebied van ge
luid en licht, in deze eeuw volbracht,
hebben daarin eene oneindige ver
scheidenheid van bewegingen doen
oudorkenneu, welke onze ouderzoe-
kingsmiddelen op verrassende wfize
hebben verrijkt. De ontleding van Het
licht met den spectroskoop heeft voor
ons den lichtglans der sterreu tot een
lichtklank gemaakt, waaraan wfi de
natuur der lichtbron herkennen als
aan den klank der stem een bekende.
Het hooger of lager liggen in het
spectrum van bekende lichtgroepen
verraadt ons evenals het hooger of
lager klinken van een geluidgevend
lichaam de snelheid waarmode die
verwfiderde zonnen tot ons naderen
of zich verwijderen, hoe er zfin die
gesloten banen moeten beschrfiveu, al
kannen wfi, om den afstaud, daarvan
de afmeting niet onderkennen, en
sommigeu, al schijnen zfi een enkele
lichtstipom elkander wentelende
zonnen zfin welker omloopstijden men
meten kan. De fotographie is do
spectroscopie ter halp gekomen, wat
zfi vermag bewfist telkens de ont-
Fantastische Roman naar het
Engelsch van H. G. WELLS.
25)
Na een- uur gespit te hebben,
begon ik te berekenen hoe groot
de afstand naar ons einddoel kon zijn
terwijl wij ook groote kans liepen in een
verkeerde richting te werken.
Ik voor mij begreep niet waartoe het
diende zoo'n langen tunnel te graven,
terwijl wii door dwarsbuizen, die hier
en daar aangebracht waren, het riool
konden bereiken. Ook kwam het mij.
voor dat de keuze van den artillerist in
zake dit huis niet zoo erg goed was ge
weest-. En juist dacht ik hier over na
toen de artillerist ophield' met spitten
en mij aanzag.
„Wij werken zoo goed door", zeide
bij zijn spade neerzettend. „Wij moes
ten nu eens uitrusten' en op het dak den
omtrek gaan verkennen."
Ik was er meer voor ons werk voort
te zetten en weifelend nam: hij: zijn spa
weer op; maar plotseling schoot mij
iets te binnen.
Ik hield op en terstond volgde hij
mijn voorbeeld.
„Waarom liep je over de vlakte,"
vroeg ik, „in plaats van. hier te blijven
„Ik ging een luchtje scheppen", ant
woordde hij. „Ik was juist op weg naar
huis. Het is 's nachts veiliger".
„En het werk dan?"
„Omen kan niet altijd werken," zei
de hij en nu begreep ik zijn bedoeling.
Aarzelend hield hij zijn spade vast. „Wij
moeten den omtrek eens gaan verken
nen," zeide hij, „want als er een in onze
nabijheid komt, die gedruiscli verneemt,
zijn wij er, voordat wij het recht besef
fen, geweest."
Ik kwam nu niet langer tegen zijn
voorstel op.
Wij begaven ons naar den zolder en.
gluurden, op een ladder staande, uit het
dakvenster-.
Nergens was een Marsiaan te beken
nen en wij waagden ons nu buiten het
raam en klommen op het dak, beschermd
door de balustrade.
Van af deze hoogte konden wij het
grootste gedeelte van Putney niet zien,
doordat het achter ltreupelbosch verscho
len lag, maar wel hadden wij het gezicht
op de rivier, die een golvend rood veld
geleek, en de lager gelegen gedeelten
van Lambeth, die onder water stonden.
De roode klimplant strengelde zich
om de boomen, die om het oude paleis
stonden terwijl de takken met hun ver
dorde bladeren er als doodo stokken
uitstaken.
Niemand behalve wiji had den grond
in den omtrek betreden tusschen groe
ne laurierboomen groeiden massa's mei
bloempjes, sneeuwballen enz. en alles
schitterde in den helderen zonneschijn.
Achter Kensington stegen dichte rook
wolken omhoog, die gevoegd bij een
dunnen, blauwachtigen damp de heuvels
in Noordelijke richting aan ons oog
onttrokken.
De artillerist vertelde mij, hoe heb
met degenen was afgeloopen, die in
Londen waren gebleven.
En toen als antwoord op mijne vele
vragen begon hij zijn grandiose plannen
weer bloot te leggen. Hij geraakte be
paald opgewonden.
Hij sprak zoo overtuigend van de
mogelijkheid een Marsiaansch werktuig
te bemachtigen, dat ik al meer en meer
vertrouwen in hem begon te stellen. Nu
ik hem eenigszins begon te begrijpen)
zag ik in dat hij niets overhaast wilde
doen en er geen quaiestie van was, dat
hij zelf het vechtwerktuig zou veroveren.
Na eenigen tijd begaven wij ons weer
naar den kolenkelder. Geen van beiden
dacht er aan weer te gaan graven en
toen liij opperde iets te gebruiken zeide
ik geen neen-
Plotseling werd hij erg gul en toen
wij gegeten hadden, stond hij op en
.haalde eenige uitstekende sigaren. Wij
staken er ieder één op en met elk oogen-
blilc nam zijn optimisme toe.
Hij: was nu geneigd mijn komst als
een groot feest te beschouwen.
„Er is nog champagne in den kelder,"
zeide hij.
„Wij kunnen beter spitten na; een
glaasje wijn," wierp ik tegen.
„Neen," hernam hij; „ik ben van
daag uw gastheer. Champagnede taak
die voor ons ligt, is nog zwaar genoeg.
Laten wij wat rust nemen en krachten
verzamelen, nu wij er tijd voor hebben-
Kijk eens naar mijn handen, zij zitten
vol blaren!"
En om den feestdag volkomen te ma
ken drong hij er op aan na het eten een
kaartje to leggen.
Hoe dwaas en belachelijk het den le
zer ook moge voorkomen -och is het de
zuivere waarheid dat ik dit kaartspel en
nog verscheidene andere bepaald inte
ressant vond.
Terwijl wij geen ander vooruitzicht had
eene algemeene mechanische natanr-dekkiug van nieuwe nevelvlekken,
wet, die van het behoud vau arbeids- j veranderlfiko sterren, of leden van
j vermogen. De Spreker schetst hareons zonnestelsel, nog onlangs van den
;beteekenis en de wfize waarop zfi doornaasten buurman der aarde en de 9de
onderzoekingen op het gebied van i saturnusmaan, en de afbeelding vau
j warmte, licht, scheikandige werking,den zuidelfiken sterrenhemel door Gill
electriciteit en magnetisme werd be-1 volbracht en door zeven jaren arbeids
proefd en bevestigd, zoodat zfi thansvan Prof. Kaptefin te Groningen ge-
de sleutel is waarmede jjeen ons be- worden tot een der gedenkwaardigste
kende regel uit bet geheimschrift der blijken van den vooruitgang der ua-
natunr raeer in tegenspraak is. tuiirwetenschap in de 19e eeuw.
Zfi had de gewichtigste gevolgen Zal de natuarkande ook nog een
voor onze natuurbeschouwing, zfi maal magnetisme ea electriciteit in
verbande de warmtestof die nog in de den dieust der sterrekande stellen
leer van Lavoisier zulk een gewichtige Aller aandacht is thans gevestigd op
rol vervulde en schonk het aanzfiu het door Zeeman ontdekte verschfiosel
aan de mechanische theorie der gassen, en de daarvan door Lorentz gegevene
die de veerkracht dezer lichamen tot verklaring. Zfi verheft tot feit
mij in dat het klaprozenveld zulk een
eigenaardig licht uitstraalde. Toen. dit
tot mij doordrong begon tegelijkertijd
mijn verwondering weer te ontwaken.
Toen zag ik naar de planeet Mars, dia
rood en glinsterend aan den hemel stond
en wendde van daar mijn blik naar
j Hampstead en Higkgate.
Ik vertoefde geruimen tijd op het diak,
mij ten zeerste verwonderend over de
veranderingen die er dien dag hadden
1 plaats gegrepen. Ik haalde mij mijn ge-
moedstoestand van dien. nacht voor den
geest en vergeleek dien bij de feestelijke
stemming waarin ik dien middag ver
keerd had. Ik was dien avond zeer gevoe
lig en weet nog zeer goed hoe ik mijn
sigaar weg wierp als het symbool van.
brooddronkenheid. Mijn dwaasheid tee-
kendo zich in scherpe kleuren voor mijn
geestesoog af. Het scheen mij too alsof
j ik verraad pleegde jegens mijn vrouw
en lotgenooten, en een hevige wroeging
begon mij te kwellen. Ik besloot den
zonderlingen droomer aan zijn lot over.
te laten en mij naar Londen te begeven.
(Daar, zoo kwam het mij voor, had1 ik
do meeste kans om te vernemen wat de
Marsianen en mijn landgenoot-en deden.
En toen de maan opkwam stond ik
nog op het dak.
(Wordt vervolgd.)
den dan den een of anderen afschuwelij
ken dood te sterven, zaten wij met
belangstelling en verrukking kaart te
spelen en op onze manier te fuiven. Hij
leerde mij verscheidene nieuwe spelen.
Toen het donker begon te worden waren
wij zoo in vuur geraakt dht wij besloten
te wagen een lamp aan te steken.
Na verscheidene spelen geclaan te heb
ben, soupeerden wij en de artillerist
dronk het restje champagne op. Onder
wijl rookten wij steeds door. De artille
rist was nog altijd optimistisch gc
maar zijn optimisme nam een meer na
denkenden vorm aan.
Ik weet nog zeer goed hoe hij opge
wonden op mijn gezondheid dronk en
een onbeduidende speech hield. Ik stak
een nieuwe sigaar op en ging naar boven
om de lichten waar te nemen, waarover
de artillerist mij gesproken had.
Eerst zag ik in de richting van Lon
den. De Noordelijke heuvels waren in
't duister gehuldde vuren bij Kensing
ton verspreidden een roodaohtigen gloed,
terwijl er nu en dan een oranjeroode
vlam boven zichtbaar werd.
Anders was alles wat ik van de stad
zag zwart. Toen bemerkte ik dichterbij;
een bleeken violetkleurige®, gloed. Een
oogenblik begreep ik niet waar die gloed
vandaan kwam, maar spoedig viel het