Stoomververij en Chemische Wasscherij van C. HOEING, men, dat liet schip in orde was, toen liet den 2Sen Januari de reede van Soo- rabaja verlaten zou. Om 7 uur 's avonds werd liet sein ge geven het anker te lichten. Nauwelijks waren eenige vademen ketting ingedraaid of men hoorde een hevig gekraak, dat veroorzaakt werd door het breken van het groote conische tandwiel van de stoomankerspil. Dit wiel, dat in een hal ven cirkel op vijf plaatsen was gebroken was alhier vernieuwd geworden, maar tevens merkwaardig gewijzigd, het be stond nu uit twee halve ringen, die met bouten aan elkander waren verbonden. Gelukkig hadden bij dit ongeval geen persoonlijke ongelukken plaats. De le officier Van dei* Toorn rappor teerde den commandant op de brug het gebeurde, er bijvoegende, dat dit werk stuk „van de knoeiers te Soerabaia" was1 en er mogelijk op zee nog wel meer voor den dag zou komen. Het anker werd toen verder met de boomen in het. spil met de hand inge draaid en de reis onder weinig goede vooruitzichten aangenomen. Daar de schout-bij-nacht order had gegeven om te Singapore geen kolen in te laden, was het raadzaam zuinig mot do brandstof om te gaan. Het gevolg hiervan was, dat met twee ketels stoo- meude met stevigen westelijken wind op den kop met meer dan 41 a 5 mijl werd behaald. Met dit sukkeldrafje be reikte de Atjeh in den avond van Vrij dag 3 Februari Straat Banka en eerst Zondagmiddag om 12 uur kwam Muntok in zicht, waar de commandant den reeds bijna geheel uitgeputten koleuvoorraad' aanvulde. Dinsdag d. a. v. werden 100 ion kolen ingenomen en denzelfden avond werd! de reis aanvaard. De machine verviel al heel spoedig in hare oude ziekte, steeds warmloopend, stootend, huilend en blaH aend, totdat Donderdag 9 Feor 's avonds om zes uur Singapore was berc-ikt. Do commandant had uit Muntok ge-; vraeigd aan den schout-bij-nacht hoe te handelen en te Singapore lag de last tiaar om een commissie to benoemen ten einde de noodige herstellingen op te nemen. In totaal werden de kosten daarvan geraamd op 10000 dollars, ze ker is het echter, dat dit bedrag over- sahreden wordt. Voor deze som is aangenomen die ma chine zoodanig te repareer en, dat zij vier uur aan een stuk met volle kracht kan atoom en zonder cenig incident, de ver nieuwing van het groote conische tand wiel, heit lichten van heit roer en. het nazien der werkbassen, enz. in verband met het stooten van hot roer, en einde lijk hot nazien dor schroef, waaraan ook wat schijnt te liaperen. Den 2 6 sten Februari komt het schip in het dok, waarin heb waarsoliij.nl ijk tot 6 Maart blijven zal. Nu de minister van marine niet lang geleden in de Tweede Kamea1 dorst te verklaren, dat het scheepsvolk aan boord van. al onze oorlogsschepen goed' belian- deld wordt, wenscken wij uit een brief van een volkomen betrouwbaar man een stuk te copieereu, om te doen uitkomen, hoe het dan wel toegaat aan boord' van de Atjeh, waarop tie heer Jeekel com mandant en de hear Van dei- Toorn le officier was. Laatstgenoemde ontving te Muntok tijding, dat hij in Atjeh ver vangen zou worden door den luitenant ter zee le klasse P. van den Broeke. Een stormachtig gejuich van de equipage ging op, toen dit te Muntok bekend werd. En nu de brief „De eerste dagen van een zeereis kan men beschouwen als een voorproef van hetgeen de equipage van een oorlogs- stoomer te wachten staat. En aange naam is dit voorproefje niet. Officieren onderofficieren en minderen hebben hier aan boord een onuitstaanbaar, ellendig bestaan. De bemanning haat den comman dant en meer nog den len officier. Er heerscht een geest van lijdelijk verzet, die erger is dan dienstweigering. Nimmer hoort man een vroolijk woord, nooit ziet men een opgewekt gezicht en nog minder hoort men het vroolijk le ven en lustig gezang, dat op elk naar huis varend schip de reis veraange naamt. Steeds moet een doodelijke stilte heerschen aan boord. Aanhoudend wor den in het orderboek nieuwe en dan meestal de onmogelijkste orders gezet. De eerste officier v. d. Toorn tracht door te gaan voor een flinken dienst doener. Zijn hoofd zit vol bepalingen en dienstvoorschriften; alles weet hij beter dan een ander en een ieder, die boneden hem staat, moet dit weten en vooral voelen. Eiken mindere in rang „Tot nu toe," vertelde hij, ..had ik' gedacht dat ik droomde, omdat ik in bed lag en droom en dan niets ongewoons zijn maai- wat er nu gebeurde bewees mij maar al te duidelijk dat alles de koude, ruwe werkelijkheid was. Desfcee- nen bezoeker rukte en schudde nl. zoo heftig aan de stijlen van mijn bod. dat ik er uit en op den grond tuimelde. Ka- rel de Groote hief mij op en trok mij, of ik al wilde of niet, zijn kleederen aan, eerst een lang wit kleed en toen een harnas er over heen. Maar, zoo waagde ik op te merken, neem mij niet kwalijk, Uw Majesteit, op 't gebied van costumes ben ik zeer thuis. Deze kleeding past volstrekt niet bij elkaar; dit pantser is uit 't jaar 1500 en een zoogenaamd Bourgondisch harnas, terwijl hot onderkleed van veel, veel ouderen datum is. Hij antwoordde mij echter kortaf, dat het nu geen tijd voor dergelijke flauwe aardigheden was, zette mij zijn steen en pruik op, drukte daarop de kroon en overhandigde mij het lange zwaard. Daarop gaf hij mij nog eenige aanwij zingen die hierop neerkwamen, dat ik steeds het zwijgen moest bewaren opdat de duiven hun eerbied niet voor mij zouden verhezen. Nog vaag herinner ik mij hoe hij mijn kaplaar-zen en mijn tracht hij te vernederen, 's Morgens om 7 uur komt hij, tierend en iedereen af snauwend op huiligeren toon, op het dek en verdwijnt daarna in zijn hut om bij de parade weer even aangenaam ge stemd te voorschijn te komen. Het is bekend, dat zulk optreden in den smaak valt van den kommand ant, zoodat er tus- schen die twee personen, in schijn al thans, de meest hartelijke overeenstem- rning heerscht, waai- het geldt de equi page onaangenaam te zijn. Een staaltje van dat streven leverde Singapore, waar aanvankelijk 't passa gieren verboden werd. Singapore is voor den zeeman een land va n elk wat wils. Maar twee dagen lang was de equipage verplicht aan boord te blijven, niemand kreeg vergunning aan wal te gaan. De vier volgende dagen mochten alleen zij aan den wal, die een certificaat van goed gedrag hadden. Daar het schip aan den steiger gemeerd lag, kostte het Janmaat echter al heel weinig moeite om van boord te komen en moest ten slotte toch het passagieren op de gewone wijze worden toegestaan. Maar intusschen was weer nieuwe verbittering gezaaid." Nederl. Journalistenkring. Rome, 7 April. De verwachting dat het 6e Perscon gres zich door arbeidzaamheid en door 't nemen van gewichtige besluiten zou onderscheiden, wordt maar tot zekere hoogte bewaarheid. Ook nu weer is ge-! bleken, dat er verschillende wijzigingen in do wijze van werken zouden noodig zijn, wil men van de congressen) iets krachtigs te wachten hebben; en in de eerste plaats zou 't daartoe noodig zijn, niet te vergaderen in steden als Rome, tegen wier verleidingen een congres niet is opgewassen maar 25 pet. van de le den was in de zittingen tegenwoordig de overige dwaalden rond tusschen bouwvallen en in museumzalen. Maar zei de heer Lepelletier, di recteur van „l'Echo dé Paris," in zijn welsprekende sluitingsrede, dat is dan ook overeenkomstig de bedoelinger is een kern van werkers, die trouw op hun post zijn, terwijl do overigen aangenaam rondwandelen, maar daarom toch ook hun aandeel leveren aan den arbeid der. internationale aaneensluiting en ver broedering. Gelukkig dat 't Bureau Central de punten van beschrijving degelijk had voorbereid. Want daar deze geregeld! worden aangenomen, doet een congres feitelijk toch nog veel meer af dan 't zelf weet, zou men haast kunnen zeggen. Gisterenmiddag had' men 't over eenige algemeenheden: het „zedelijke auteurs recht" in die pers en een paai- dergelijke zaken- hedenochtend besloot men, een intern, telegraaf code voor de bladen tot stand te brengen, en officieel© „Me dédeelingen" van de „Intern. Persver-1 teniging" uit te geven. Voor 't verkrij gen van zulk een tol egraof-woordenboek, dat een goede 4000 woorden zal moeten omvatten, zal een dubbele prijsvraag worden uitgeschreven300 frs. voor een ontwerp en 1000 frs. voor het uitwerken van liet te bekronen schema. Het orgaan lokte een levendig debat uitwaait Frankrijk kwam hier de be langen verdedigen van een particulier tijdschrift „la Presse Internationale", dat zich als officieel orgaan had opge worpen en nu tegen den zin van het Centraal Comité als zoodanig door. het congres wilde erkend! worden. Dit gelukte echter nietnaarmate het debat vorderde, deed men meer water in d'en wijn en eindelijk vereenigde men zich in een wensch, dat het centraal comité voor de verspreiding van zijn „mededee- liagen" een proef van een jaar zal ne men met bovengenoemd tijdschrift, met 't recht echter om, als 't niet goed' gaat, er na. drie maanden weer van af te zien. Aldus de vruchten van den laatste®, ochteudarbeid. der „Bohème littéraire", die den vorigen avond was onthaald op een echte gala-voorstelling, in het groote theater Constancé van Puccini's „Bohè me" (in Nederland reeds bekend) met do vermaarde zangeres Bellincioni als „Mimi" en medewerking van den te nor Marconi, zeer populair bij zijn me de-Romeinen, die ter eere van de Pers optrad, daar hij niet tot het gezelschap behoorde, 't Was een mooie voorstelling, cu een schitterende zaal, waarover dé Italiaansche bladen opgetogen zijn, maar voor ons nog 't meest merkwaardig om de eigenaardige levendigheid van het publiek, dat om maar iets te noemen aan Marconi eenvoudig toeriep wat hij te zingen had', toen hij een bisniun- imr kwam geven, en zijn zin kreeg ook. Ware ik feestiud'rulcsckrijver, mijn kort buis aantrok. Maar wat er toen met mij gebeurde weet ik niet precies meer. O]) eens bevond ik mij in de nis van den Grootmunstertorenom niij heen heerschte de duisternis van den nacht, onder mij bemerkte ik de flikkerende lantaarns en boven mijn hoofd de flon kerende sterren. Herr Peter bracht dien nacht geen prettige uurtjes dooi-. Zijn lichaam was door het steenen omkleedsel als vastge schroefd on had hij geen vrees gekoes terd zijn kroon te verliezen dan zou hij zijn hoofd hebben kunnen bewegen. Zijn eenige troost was dat niemand hem zien kon. niemand behalve de sterren en dze, hoopte hij. zouden hem niet verra den. Toen het wat lichter begon te worden doemden, bij het idéé dat de zon wel dra zijn schuldig gelaat zou beschijnen, de afschuwelijkste visioenen voor zijn geest op. Hij stelde zich voor hoe de geh cel e bevolking van Zürich naar hem wijzen zou, hoe men de brandweer zou halen en den waterstraal op hem rich ten... zijn haren, voor zoover hij ze ten minste nog bezat, zouden hem als zijn steenen pruik het toegelaten had, té berge zijn gerezen. Het angstzweet parelde: hem op 't ge zicht. Had hij toch maai* een zakdoek taak zou nog bij lange na niet ten einde zijn; want er is nog een reeks in 't voor uitzicht. Als eenvoudig berichtgever van het Congres nadert mijn taak echter haar einde; want een namiddag zitting nog onder voorzitting van Lepelle tier besloot den arbeid. Deze leidde, na vrij lange beschouwingen, in de eer ste plaats tot 't besluit dat het rapport over de positie van redacteurs tegenover directies, voor nadere uitwerking en onderzoek door 't bestuur werd aange houden. Men zal trachten een volledig overzicht te krijgenwaarna dan een der Franse heil op zijn voorstel zal kun nen terugkomen, om te bewerken, dat de redacteuren (geen „beambten", maar „medewerkers" van hun directie, zei hij) (deelen in de winsten van him blad. Toen werd, zonder verzet, de uitnoo- diging van de Fransche delegatie aange nomen. om in 1900 te Parijs te verga deren, waar men zooals Lepelletier welsprekend zei niet zooveel heerlijks zal vinden als nu op den klassieken bo dem, maai- dan toch den „tempel der Eendracht..' (Laten we 't hopen.) Met een schitterende peroratie ein digde het congres: dank aan allen en 'i zijn er vele die dank verdiend hebben; in de eerste plaats aan H.H. M.M. en andere autoriteiten; daarna aan Singer, den voortreffelijken voorzit ter van 't bestuur, wien Lepelletier voor al hulde bracht voor zijn uitnemend, tactvol optreden voor de gevangenen van Milaan verder aan allerlei anderen, te veel zelfs om op te noemen, eindigende met een klassiek beroep op Koning Um- berto. waar de redenaar, wijzende op de heerlijkheden en den roem van Rome, herinnerde aan den grooten Caesar Au gustus, wens roem door niets meer is gevestigd dan door zijne clementie voor zijn vijanden. Daverende toejuichingen telkens onder deze finale eai aan 't slot en het 6e Congres behoorde tot dé geschiedenis en de gasten gingen zich kleeden voor de ontvangst op 't Kapitool. Dinsdagmorgen stelde het zettersper- soneel van de firma Arnold' de Vita te Amsterdam aan de patroons den eisch, dat de Christelijke feestdagen uitbetaald en het loon met twee. cent peir uur ver hoogd zou worden. Toen de patroons weigerden op dien eisch in te gaan werd het werk gestaakt. In d'en loop van den morgen hadden; 'die heeren Hols en Smit, als gedelegeer den van De Ned. Drukpers en van Draagt elkanders lasten, een bespreking met do patroons, die tot resultaat had, dat het eerste deel van den eisch werd ingewilligd, het tweede gedeelte (de loonswerhooging) echter niet. De zetters ga.ven> niet toe. Inmiddels had de firma: Spin en Zoon zich. bereid verklaard om voor de firma d'e Vita de Prijscourant van d'en Effec tenhandel te drukken. Toen echter de drukvormen onder politiegeleide naar de drukkerij van eerstgenoemde firma wer dén overgebracht, werdén ze niet in ontvangst genomen, wijl het personeel dier firma weigerde om het werk voor de firma de Vita uit te voeren. De drukvormen werden daarop naai de drukkerij in dé Warmoesstraat terug gebracht. De patroons daar willigden, den eisch der zetters in zijn geheel in en afgeloopen was de staking. (Echo.) Iq den nacht van Dinsdag .op Woens dag trof de politie op het Marktveld te Calemborg in zwaar beschonken toestand een persoon aan, die zeide DreyfasvanhetDnivelseiland te willen haien. De man greep de stadspomp vast en wilde die medetrekken, den kende dat by Dreyfus voor zich had. Een der politiebeambten zag hij voor Esterhazy aan. Koloniën, Tengevolge van onregelmatigheden, in zijn beheer geconstateerd, is de algemeeüe ontvanger vau 's lands kas te Madioen, C. E. H., ontslagen. La ter zal worden uitgemaakt of dit ont slag eervol zal worden verleend of niet-eervol. Het is te hopen dat de onregelmatigheden, die vau ingewik- kelden aard zijn, het verleenen van eervol ontslag mogelijk makende heer H. heeft, naar wij hooren, 28 dienstjaren achter den rug. (J.-B.) bezeten om zijn gelaat mee af te drogen. Bezat Karei de Groote een zakdoek Maar als hij er al een bezat zou hij toch van steen zijn. Eindelijk brak hdi oogenblik aan. waarop de nacht voor den dag moest wijken. Langzaam, heel langzaam werden de bergtoppen, dé omliggende dorpen, de stad en de meeren zichtbaar. En nu beste Peter! Speel uw rol nu zoo goed1 gij kunt; het theater waarin gij u bevindt is zoo groot als gij er nog nooit een gezien hebt en de enorme ruimte voor de toeschouwers bestemd, zal ach weldra vullen, want het is Zon dag en daarenboven prachtig weder. De ruimte voor de toeschouwers is waarlijk groot genoeg, dacht Herr Peter, maar het toon eel akelig klein en be nauwd en uit den grond! van. rijn hart verwenschte hij dé zon, die door alle andere menschen als een symbool vain vrugde en levenslust word! begroet. Maar spoedig bemerkte hij dat het gevaar voorloopig nog niqfc zoo heel groot was, want slechts hier en daar vertoonde zich een mensch in de stra ten, en die weinigen bekommerden zich niet om hem. Hij herademde em liet zijn oogen over het vroolijk verlichte Zürich, het meer en de ver verwijderde bergen Het „Batav. Nwbl." verneemt, dat zoowel te Atjeh als te Batavia, vele po gingen in het werk gesteld worden, om op plechtige wijze het jubileum te vieren van pastoor Verbraak's vijf-en-twintig jarig verblijf op Atjeh. Het zal dezen algemeen geachten en geëerden geeste lijke, die zich bij katholiek en anders denkende even bemind heeft weten te maken, voorzeker op dien dag niet aan tal van hartelijke betuigingen van waar- d'eering en toegenegenheid ontbreken. Thans is pastoor Verbraak in de pas torie te Batavia gelogeerd en zal daar receptie houden om ieder die dat wenscht in de gelegenheid te stellen afscheid van hem te nemem vóór rijn vertrek naar Atjeh. Als ieen aardige bijzonderheid zij hier vermeld, dat toen pastoor Verbraak voor 't eerst op Atjeh kwam, de tegen woordige gouverneur van dat gewest., generaal van Heutsz zich daar ook be vond als... tweede luitenant. In die 25 jaren heeft de beminde geestelijke op die wijze nog velen successievelijk in rang zien opklimmen, nog meerderen voor goed van 't wereldtooneel zien af stappen. Heel wat emoties rijn in die 25 jaren rijn deel geweest-, doch met den dag heeft hij de toegenegenheid der mi litairen voor zijn persoon zien toenemen. INGEZONDEN dEDEDEE- LINGEN. 30 ceuts per regel. firma SCHENK, Ged. Oude Gracht 1115. Spaarnwouderstraat 72. Telephoonuummer 382. Vraagt mijn Boekje, 2e uitgaaf: „Iets over uitstoomen en verven, eenige Raadgevingen en Recepten", hetwelk gratis en franco toegezon den wordt. SgxoHt ©sju ftferfstfeirdetta Sport By eau voetbalwedstrijd te Gree nock is l)9t. Zondag tusschen de twee partyen tol een botsing gekomen. De verliezers vielen de winners aan eo er werd twee u,ur lang met de vuist gevochten. Negentien spelers en ver schillende menschen uit, het publiek kregen kwetsuren. De politie aam negen personen in hechtenis. Lclteran er* Veiling Fred. Muller. In de veiling van schilderijen, Maan dag door de firma Frederik Muiier Co. in „De Brakke Grond" te Amsterdam gehouden, werden de vol gende hoogere pryzen besteed Aug. Allobé. „Binnenhuisje" f 235 v. d. Sande Bakhuysen, „Zomer", f 360 dezelfde, „Terugkeer van de kudde", f 260; Bles, „De krekel en de mier, f 310Blommers, „Vis -chers- hut", f840; Breton, „Avond", f7 0; G. Briliouin, „Do antiquaire;" t3'0; .T. van Essen, „Heide" f410; Van Ingen, „Weido met vee", f260; V. Lagye, „Vlaamsctie bruiloft", f250; M. Nissen, „Binnenhuis", f215 ;G.J. J. vau Os. „Stilleven" f 360Poggen- beek, „Landschap", f290; Port iel je, „Een cousult", f335; Rochusseu, „Voor den vyand", f230; Roelofs, „Wilgen", f400; Honr. Ronner, „Hondjes", f 650 Ruy Perez, „De vio list". f240; Stortenbeker, „Avond", f325; Dezelfde, „Weide met koeien", f280; W. Verschuur Sr., „Stal", f495; Weisseobrnch, „Landschap", f260; Apo!, „Winter", f300. Een hoogst belangrijke veiling, zegt de Tel., is in 't vooruitzicht, een vei ling die de aanlacht verdient van oud heidkundigen, letterkundigen, kunst kenners en verzamelaars. dwalen. Nu, dacht hij bij zichzelf, Karei de Groote had rich een slechtere zitplaats uit kunnen kiezen, men heeft hier een magnifique uitricht! Hoe schitterden dé witte, trotsohe sneeuwtoppen aan den horizont in de lentezon, hoe scherp tee kenden zich de hooge Mythen en Rho nen d'aartusschen af, terwijl achter de langen Alpenketen die Rigi rich fier ver hief. En toen liet hij zijn blik wc-idén over hot meer met rijn wonderschoone oevers, waarlangs witbloeiende ooftboo- men stonden. Zoo schoon als nu in zijn benarden toestand was hem, den be reisden man, de wereld nog nooit voor gekomen. Wie had niet bij zulk een pa norama., al was het dan ook maar voor een oogenblik, al rijn wereld'sch leed! vergeten? Spoedig werd hij echter tot de werkelijkheid 'teruggebracht, door drie mannenstemmen, die zijn fijn mu zikaal gehoor kwetsten; het moest ver beelden dat rij een liedje zongen, maar er was evenveel liarmonie in te bespeu ren als vastheid in hun gang. Herr Pe ter meende de stemmen te herkennen en boog zich voorover om de zangers beter te kunnen zien; maar zijn kroon begon te wankelen, dus hield hij zijn hoofd stil en sloeg zijn oogen beneden waarts en zag nu dat rij juist voor den Een collectie kostbaarheden, anti quiteiten, porselelD, schilderijen, gra vures en prenten, medailles en munten, handschriften, zeldzame hebreeuwsche boekwerken, van groote beteekenis voor de geschiedenis der Joden en voor de kennis van hunne godsdien- stigephilosopbiscbe geschriften; voorts een aantal geschrifteu van belang voor de historische studie van Oud-Am sterdam en velschillende andere let terkundige werken, alles afkomstig uit de nalatenschap van M. D. Hen- riquez de Gastro Mzn., komt onder den hamer. RECHTSZAKEN Kerkdiefstal. Dinsdag stond voor de arrondisse- ments-rechtbank te Rotterdam terecht W. LceflaDg, los werkman, 28 jaar oud, die beschuldigd wordt in den nacht van 16/ 7 Januari 11. te Over- scbie zich door verbreking toegang verschaft, te hebben tot de Ned. Herv. Kerk te Overscbie 6n aldaar in de sacristy een brandkist open te breken en daaruit te ontvreemden 2 zilveren bekers. 2 zilveren schalen en 2 zil veren geschulpte schalen. De platgetrapte en ingedeukte voor werpen waren ter terechtzitting aan wezig. Belil. ontkende den diefstal en de braak. Maandag 30 Jan. was hy aange houden in een proeflokaal aan "de Oostpoort; in zyn bezit werden toen een sleutel en een nijptang gevonden. In de eerste plaais werd gehoord de koster M. van Dyk, die op den bewusten avond het laatst in de kerk was geweest om de klok te leiden en de deuren goed bad gesloten. In den ochtend van den I7en vond hij een der zijdeuren geopend, voetstap pen over de kerkstoelen en de brand kist opengebroken, het avondmaal- en doopziiver ontvreemd 6n twee flos- schen wijn leeggedronken. Volgens den koster heeft de dief zich toegang- verschalt mot een valschen sleute:. Blijkens onderzoek paste de sleutel bij beklaagde gevonden op een der- kerkdeuren. De goudsmid N'jman, wonende op den Goudschenweg le Rotterdam, had van beklaagde op 29 Januari 's avonds bezoek ontvangen met verzoek om te koopen. Daar het douker was, had Nyraan den winkel niet geopend. Bekl. zeide op verzoek vau zekeren G. Bruins te zijn gekomen. Aan get. Bruins, uitdrager aan de Slaak kade, was door bekl. bet gesto len zilver te koop aangeboden roor f3 per ons. Bruins was daarop met het zilver naar den goudsmid Nyman gegaan, die bet evenwel niet wiide koopen. Men begon toen argwaan te krijgen, dat het van den Overschie- schen kerkdiefstal afkomstig kon zyn. Bekl. die in een café aan cle Oost poort zat te wachten, werd daarop door den inspecteur van politie W. Blom gearresteerd, Bekl. zeide, dat Bruins het zilver gestolen had. Het O. M. achtte bekl. hetzij dader of medeplichtige en eisebte togen hem 5 jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. Astro, wan trouwde den getuige Bruius en con cludeerde tot vrijspraak en invrijheid stelling van bek!., welke de recht bank echter weigerde. Hooge Raad. Voor den Hoogeu Raad werd Dins dag behandeld bet cassatieberoep van het Openbaar Ministerie by het kan tongerecht te Haarlemmermeer tegen de beslissing van den kantonrechter aldaar, waarbij de gezagvoerder van een stoomboot, wegens het gebruik maken van de stoomfluit by het be varen van de wateren van den Haar- tomraermeerpolder, is ontslagen vau alle rechtsvervolging, op grond dat het voorschrift in de politieverordening van Haarlemmermeer, waarbij het ge bruik van de stoomfluit in genoemde wateren wordt verboden, in strijd is met bij Kon. besluit hieromtrent vast gestelde bepalingen en derhalve on verbindend. Het Openbaar Ministerie by den Hoogen Raad vereenigde zich met d9 beslissing van den kantonrechter en concludeerde dus tot verwerping van het cassatieberoep. Uitspraak 8 Mei. Geconcludeerd werd tot verwerping Yau het cassatieberoep van den col- tempel bleven staan. En werkelijk hij had zich niet ver-, gist; het waren rijn drie vrienden, dié' altijd zoo op hun soliditeit bluften. „Ik zal lien later wel mores lééf en", dacht Herr Ptter. Maar her was nog niet met de verrassingen gedaan want plotseling hoorde hij vlak achter rich verscheidene ste mmen hem toeroepen ..Goeden morgen, Karei de Groote, wij hopen d!at gij goed gerust hebt." Ofschoon Herr Peter hevig geschrikt} was, wilde hij toch niet zoo onbeleefd rijn van dezen morgengroet onbeant woord te laten, Maar plotseling viel het hem in, dat lüj niet spreken mocht. Het waren ook maai- de duiven ge weest, die hem goeden morgen waren komen wenschcn om dan. eenige de stad, andere de wijde wereld in, weg te vlie gen. Maar daar waren dan de vogels, die hem zouden komen berichten, wat er in de wereld omging. En waarlijk daar kwamen zij, van alle zijden aangevlogensommigen zetten zich in de nis achter hem of zelfs op rijn lijf neer; zij, die hem de nieuwtjes kwa*- men vertellen, daalden op rijn schouder neer en fluisterde hem hun mededeelin- gen in het oor. Groote Hemel! Wat kwam hij al niet te hooren! porteur te Haarlem die door recht bank en hof te 's Gravenhage tot 1 jaar gevangenisstraf veroordeeld is we gensoplichting (geldinzamelingen, zoo genaamd ten behoeve van blinden, bijna-blinden en aadereongelnkkigen. Uitspraak 17 dezer. Aanvaring. Yoor de Amst. Rechtbank werd Dinsdag gevangenisstraf van 3 maan den treëisebt tegen den schipper Dirk Beekhoven, die toen hy met zyn paviijoenschip de Vos het stoomschip Amsterdam m !t Noordzeekanaal ont moette en daarvan een sein kreeg om uit te wyken naar stuurboord, naar bakboord wetk. waardoor een botsing ontstond en de knecht van Beekhoven Simon Stoffels, over boord sloeg en verdronk. Hij was nu wegens het veroorzaken vau den dood door onvoorzichtigheid gedagvaard. Over de zich steeds herhalende vraag of eene schuldbekentenis moet bevatten de schuldcorzaak om in rechte voor den sehuld'eischer volledig bewijs op te leve ren, werd Dinsdag voor de rechtbank te 's Gravenhage gepleit. De eischeres. erfgenaam van de wed. K-, stelde de feiten aldus voorde ge daagde had van de c-rflaatster ontvangen eene som van f 1500 en nog naderhand! door déze verzocht deze som aan eische res uit te betalen. Toen gedaagde echter beweerde, dat hem daarvan f 600 waren geschonken, nam eischeres genoegen met ome schuldbekentenis van gedaagde waarbij hij erkende schuldig te rijn ƒ900 te betalen op nader overeen te komen, voorwaarden. Het voorstel tot termijns- gewijza afbetaling bleef onbeantwoord en thans vordea-die de eischeres de f 900 in eens op. De gedaagde antwoordde dat liij de geldén ontvangen had ter gelegenheid dat hij zich een huis kocht en onder voorwaarde dat hij ze eerst behoefde te rug te geven, wanneer en indien zijne financieel© omstandigheden zulk3 toelie ten. De schuldbekentenis was nietig vol gens de leer van den Hoogen Raad, om dat rij geene geoorloofde oorzaak be vatte, terwijl ook in die dagvaarding geen deugdelijke oorzaak was gesteld. Hiertegen bood de eischeres, voor het geval ook dé rechtbank mocht meenen, dat dé oorzaak moet worden uitgedrukt getuigenbewijs zijner posita aan en sub sidiair een eed, waarop de gedaagde aan merkte dat dé eed' niet eerst bij: pleidooi kan woa-dén opgedragen, omdat da plei ter voor gedaagde te voren gema.cli.tigd m,o?t zijn om dén eed aan te nemen; getuïgenbewijs zou niet toelaatbaar zijn omdat in de dagvaarding geen feiten waren gesteld, waaruit de schuld' voort sproot. Gedaagde protesteerde krachtig tegen de bewering alsof een visitekaart je. dlait hij volgens eene mededeeling van de dienstbode van erflaatster aan do erflaatster zon hebben afgegeven als be wijs der ontvangen 1500 tijdens zijne testamentaire executeele in het ongeree- de zou rij n geraakt. Voor dé eischeres trad op ma". Brou wer Nijhoff, advocaat te Utrecht, voor dén gedaagde mr. Van dér Goot, advo- caat te 's Gravenhage. GËH1CNG0 HIEUfS De enquête-Dreyfus. Het laatste nummer van de „Figaro" bevat zeven getuigenverklaringen, waar onder die van den oud-president der Republiek, Casimir Périer, naast die van genei-aal Gallifet, verreweg de be langrijkste is. Op de vraag of generaal Mercier, des tijds minister van oorlog, ook gesproken had over mededeeling van geheime stuk- ken aan den krijgsraad, die afdoende bewijzen zouden bevatten voor de schuld van Dreyfus, antwoordde de heer Pé rier „Ik heb maar hooren spreken van een enkel stuk. liet veelgenoemde„Ce ca naille de D... devient réellememfc trop exigeant". „Ik heb nooit gewesten van andere geheime stukken. „Generaal Mercier heeft mij gezegd, dat dit stuk aan den krijgsraad was getoond". President LoewOp welken dag ten naastenbij en bij welke gelegenheid heeft generaal Mercier dit gezegd? Geinige„Ik geloof vóór de veroor deeling. maar ik heb niet begrepen, dat Die babbelarijen over al wat er gedu rende den nacht had plaats gegrepen, getuigden van de hoogste onbescheiden heid. Een der duiven verhaalde liem met zco'n cynische onbeschaamdheid d'e in tiemste zaken, dat hem het bloed naar de wangen steeg. Hij wildé zijn ooron toestoppen maar de steenen mantel be lette het hem. Ik wil hier even opmerken, dat Herr Peter later nooit te overreden is geweest iets van wat de duiven hem verhaald! hadden, te vertellen, zelfs niet op her haald en dringend verzoek alleen de drie vrienden moesten nog veel over htm vroolijk wandel ingtje van dien mor gen hooren. Hoe later het- op den morgen werd, des te meer levendighc-id begon er in de straten te heerschen; daar zag hij vergenoegde wandelaars, die «en kijkje wilden nemen, ernstige kerkbezoekers en bezoeksters, die zich met het gebeden boek in de hand naar de kerk spoedden, en dan gebeurde het wel eens, dat deze of gene naar boven keek. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 2