Stoomververij en Chemische
Wasscherij van
C. HOEING,
men, dat liet schip in orde was, toen
liet den 2Sen Januari de reede van Soo-
rabaja verlaten zou.
Om 7 uur 's avonds werd liet sein ge
geven het anker te lichten. Nauwelijks
waren eenige vademen ketting ingedraaid
of men hoorde een hevig gekraak, dat
veroorzaakt werd door het breken van
het groote conische tandwiel van de
stoomankerspil. Dit wiel, dat in een hal
ven cirkel op vijf plaatsen was gebroken
was alhier vernieuwd geworden, maar
tevens merkwaardig gewijzigd, het be
stond nu uit twee halve ringen, die met
bouten aan elkander waren verbonden.
Gelukkig hadden bij dit ongeval geen
persoonlijke ongelukken plaats.
De le officier Van dei* Toorn rappor
teerde den commandant op de brug het
gebeurde, er bijvoegende, dat dit werk
stuk „van de knoeiers te Soerabaia" was1
en er mogelijk op zee nog wel meer voor
den dag zou komen.
Het anker werd toen verder met de
boomen in het. spil met de hand inge
draaid en de reis onder weinig goede
vooruitzichten aangenomen.
Daar de schout-bij-nacht order had
gegeven om te Singapore geen kolen in
te laden, was het raadzaam zuinig mot
do brandstof om te gaan. Het gevolg
hiervan was, dat met twee ketels stoo-
meude met stevigen westelijken wind
op den kop met meer dan 41 a 5 mijl
werd behaald. Met dit sukkeldrafje be
reikte de Atjeh in den avond van Vrij
dag 3 Februari Straat Banka en eerst
Zondagmiddag om 12 uur kwam Muntok
in zicht, waar de commandant den reeds
bijna geheel uitgeputten koleuvoorraad'
aanvulde.
Dinsdag d. a. v. werden 100 ion kolen
ingenomen en denzelfden avond werd!
de reis aanvaard. De machine verviel al
heel spoedig in hare oude ziekte, steeds
warmloopend, stootend, huilend en blaH
aend, totdat Donderdag 9 Feor 's avonds
om zes uur Singapore was berc-ikt.
Do commandant had uit Muntok ge-;
vraeigd aan den schout-bij-nacht hoe te
handelen en te Singapore lag de last
tiaar om een commissie to benoemen
ten einde de noodige herstellingen op
te nemen. In totaal werden de kosten
daarvan geraamd op 10000 dollars, ze
ker is het echter, dat dit bedrag over-
sahreden wordt.
Voor deze som is aangenomen die ma
chine zoodanig te repareer en, dat zij vier
uur aan een stuk met volle kracht kan
atoom en zonder cenig incident, de ver
nieuwing van het groote conische tand
wiel, heit lichten van heit roer en. het
nazien der werkbassen, enz. in verband
met het stooten van hot roer, en einde
lijk hot nazien dor schroef, waaraan ook
wat schijnt te liaperen. Den 2 6 sten
Februari komt het schip in het dok,
waarin heb waarsoliij.nl ijk tot 6 Maart
blijven zal.
Nu de minister van marine niet lang
geleden in de Tweede Kamea1 dorst te
verklaren, dat het scheepsvolk aan boord
van. al onze oorlogsschepen goed' belian-
deld wordt, wenscken wij uit een brief
van een volkomen betrouwbaar man een
stuk te copieereu, om te doen uitkomen,
hoe het dan wel toegaat aan boord' van
de Atjeh, waarop tie heer Jeekel com
mandant en de hear Van dei- Toorn le
officier was. Laatstgenoemde ontving
te Muntok tijding, dat hij in Atjeh ver
vangen zou worden door den luitenant
ter zee le klasse P. van den Broeke. Een
stormachtig gejuich van de equipage
ging op, toen dit te Muntok bekend
werd.
En nu de brief
„De eerste dagen van een zeereis kan
men beschouwen als een voorproef van
hetgeen de equipage van een oorlogs-
stoomer te wachten staat. En aange
naam is dit voorproefje niet. Officieren
onderofficieren en minderen hebben hier
aan boord een onuitstaanbaar, ellendig
bestaan.
De bemanning haat den comman
dant en meer nog den len officier. Er
heerscht een geest van lijdelijk verzet,
die erger is dan dienstweigering.
Nimmer hoort man een vroolijk woord,
nooit ziet men een opgewekt gezicht en
nog minder hoort men het vroolijk le
ven en lustig gezang, dat op elk naar
huis varend schip de reis veraange
naamt. Steeds moet een doodelijke stilte
heerschen aan boord. Aanhoudend wor
den in het orderboek nieuwe en dan
meestal de onmogelijkste orders gezet.
De eerste officier v. d. Toorn tracht
door te gaan voor een flinken dienst
doener. Zijn hoofd zit vol bepalingen
en dienstvoorschriften; alles weet hij
beter dan een ander en een ieder, die
boneden hem staat, moet dit weten en
vooral voelen. Eiken mindere in rang
„Tot nu toe," vertelde hij, ..had ik'
gedacht dat ik droomde, omdat ik in bed
lag en droom en dan niets ongewoons
zijn maai- wat er nu gebeurde bewees
mij maar al te duidelijk dat alles de
koude, ruwe werkelijkheid was. Desfcee-
nen bezoeker rukte en schudde nl. zoo
heftig aan de stijlen van mijn bod. dat
ik er uit en op den grond tuimelde. Ka-
rel de Groote hief mij op en trok mij,
of ik al wilde of niet, zijn kleederen
aan, eerst een lang wit kleed en toen
een harnas er over heen.
Maar, zoo waagde ik op te merken,
neem mij niet kwalijk, Uw Majesteit,
op 't gebied van costumes ben ik zeer
thuis. Deze kleeding past volstrekt niet
bij elkaar; dit pantser is uit 't jaar
1500 en een zoogenaamd Bourgondisch
harnas, terwijl hot onderkleed van veel,
veel ouderen datum is.
Hij antwoordde mij echter kortaf, dat
het nu geen tijd voor dergelijke flauwe
aardigheden was, zette mij zijn steen en
pruik op, drukte daarop de kroon en
overhandigde mij het lange zwaard.
Daarop gaf hij mij nog eenige aanwij
zingen die hierop neerkwamen, dat ik
steeds het zwijgen moest bewaren opdat
de duiven hun eerbied niet voor mij
zouden verhezen. Nog vaag herinner ik
mij hoe hij mijn kaplaar-zen en mijn
tracht hij te vernederen, 's Morgens om
7 uur komt hij, tierend en iedereen af
snauwend op huiligeren toon, op het
dek en verdwijnt daarna in zijn hut om
bij de parade weer even aangenaam ge
stemd te voorschijn te komen. Het is
bekend, dat zulk optreden in den smaak
valt van den kommand ant, zoodat er tus-
schen die twee personen, in schijn al
thans, de meest hartelijke overeenstem-
rning heerscht, waai- het geldt de equi
page onaangenaam te zijn.
Een staaltje van dat streven leverde
Singapore, waar aanvankelijk 't passa
gieren verboden werd.
Singapore is voor den zeeman een
land va n elk wat wils. Maar twee dagen
lang was de equipage verplicht aan boord
te blijven, niemand kreeg vergunning
aan wal te gaan. De vier volgende dagen
mochten alleen zij aan den wal, die een
certificaat van goed gedrag hadden. Daar
het schip aan den steiger gemeerd lag,
kostte het Janmaat echter al heel weinig
moeite om van boord te komen en moest
ten slotte toch het passagieren op de
gewone wijze worden toegestaan. Maar
intusschen was weer nieuwe verbittering
gezaaid."
Nederl. Journalistenkring.
Rome, 7 April.
De verwachting dat het 6e Perscon
gres zich door arbeidzaamheid en door
't nemen van gewichtige besluiten zou
onderscheiden, wordt maar tot zekere
hoogte bewaarheid. Ook nu weer is ge-!
bleken, dat er verschillende wijzigingen
in do wijze van werken zouden noodig
zijn, wil men van de congressen) iets
krachtigs te wachten hebben; en in de
eerste plaats zou 't daartoe noodig zijn,
niet te vergaderen in steden als Rome,
tegen wier verleidingen een congres niet
is opgewassen maar 25 pet. van de le
den was in de zittingen tegenwoordig
de overige dwaalden rond tusschen
bouwvallen en in museumzalen.
Maar zei de heer Lepelletier, di
recteur van „l'Echo dé Paris," in zijn
welsprekende sluitingsrede, dat is dan
ook overeenkomstig de bedoelinger is
een kern van werkers, die trouw op hun
post zijn, terwijl do overigen aangenaam
rondwandelen, maar daarom toch ook
hun aandeel leveren aan den arbeid der.
internationale aaneensluiting en ver
broedering.
Gelukkig dat 't Bureau Central de
punten van beschrijving degelijk had
voorbereid. Want daar deze geregeld!
worden aangenomen, doet een congres
feitelijk toch nog veel meer af dan 't
zelf weet, zou men haast kunnen zeggen.
Gisterenmiddag had' men 't over eenige
algemeenheden: het „zedelijke auteurs
recht" in die pers en een paai- dergelijke
zaken- hedenochtend besloot men,
een intern, telegraaf code voor de bladen
tot stand te brengen, en officieel© „Me
dédeelingen" van de „Intern. Persver-1
teniging" uit te geven. Voor 't verkrij
gen van zulk een tol egraof-woordenboek,
dat een goede 4000 woorden zal moeten
omvatten, zal een dubbele prijsvraag
worden uitgeschreven300 frs. voor een
ontwerp en 1000 frs. voor het uitwerken
van liet te bekronen schema.
Het orgaan lokte een levendig debat
uitwaait Frankrijk kwam hier de be
langen verdedigen van een particulier
tijdschrift „la Presse Internationale",
dat zich als officieel orgaan had opge
worpen en nu tegen den zin van het
Centraal Comité als zoodanig door.
het congres wilde erkend! worden. Dit
gelukte echter nietnaarmate het debat
vorderde, deed men meer water in d'en
wijn en eindelijk vereenigde men zich
in een wensch, dat het centraal comité
voor de verspreiding van zijn „mededee-
liagen" een proef van een jaar zal ne
men met bovengenoemd tijdschrift, met
't recht echter om, als 't niet goed' gaat,
er na. drie maanden weer van af te zien.
Aldus de vruchten van den laatste®,
ochteudarbeid. der „Bohème littéraire",
die den vorigen avond was onthaald op
een echte gala-voorstelling, in het groote
theater Constancé van Puccini's „Bohè
me" (in Nederland reeds bekend) met
do vermaarde zangeres Bellincioni als
„Mimi" en medewerking van den te
nor Marconi, zeer populair bij zijn me
de-Romeinen, die ter eere van de Pers
optrad, daar hij niet tot het gezelschap
behoorde, 't Was een mooie voorstelling,
cu een schitterende zaal, waarover dé
Italiaansche bladen opgetogen zijn, maar
voor ons nog 't meest merkwaardig om
de eigenaardige levendigheid van het
publiek, dat om maar iets te noemen
aan Marconi eenvoudig toeriep wat
hij te zingen had', toen hij een bisniun-
imr kwam geven, en zijn zin kreeg ook.
Ware ik feestiud'rulcsckrijver, mijn
kort buis aantrok. Maar wat er toen met
mij gebeurde weet ik niet precies meer.
O]) eens bevond ik mij in de nis van den
Grootmunstertorenom niij heen
heerschte de duisternis van den nacht,
onder mij bemerkte ik de flikkerende
lantaarns en boven mijn hoofd de flon
kerende sterren.
Herr Peter bracht dien nacht geen
prettige uurtjes dooi-. Zijn lichaam was
door het steenen omkleedsel als vastge
schroefd on had hij geen vrees gekoes
terd zijn kroon te verliezen dan zou hij
zijn hoofd hebben kunnen bewegen. Zijn
eenige troost was dat niemand hem zien
kon. niemand behalve de sterren en
dze, hoopte hij. zouden hem niet verra
den.
Toen het wat lichter begon te worden
doemden, bij het idéé dat de zon wel
dra zijn schuldig gelaat zou beschijnen,
de afschuwelijkste visioenen voor zijn
geest op. Hij stelde zich voor hoe de
geh cel e bevolking van Zürich naar hem
wijzen zou, hoe men de brandweer zou
halen en den waterstraal op hem rich
ten... zijn haren, voor zoover hij ze ten
minste nog bezat, zouden hem als zijn
steenen pruik het toegelaten had, té
berge zijn gerezen.
Het angstzweet parelde: hem op 't ge
zicht. Had hij toch maai* een zakdoek
taak zou nog bij lange na niet ten einde
zijn; want er is nog een reeks in 't voor
uitzicht. Als eenvoudig berichtgever van
het Congres nadert mijn taak echter
haar einde; want een namiddag zitting
nog onder voorzitting van Lepelle
tier besloot den arbeid. Deze leidde,
na vrij lange beschouwingen, in de eer
ste plaats tot 't besluit dat het rapport
over de positie van redacteurs tegenover
directies, voor nadere uitwerking en
onderzoek door 't bestuur werd aange
houden. Men zal trachten een volledig
overzicht te krijgenwaarna dan een
der Franse heil op zijn voorstel zal kun
nen terugkomen, om te bewerken, dat
de redacteuren (geen „beambten", maar
„medewerkers" van hun directie, zei hij)
(deelen in de winsten van him blad.
Toen werd, zonder verzet, de uitnoo-
diging van de Fransche delegatie aange
nomen. om in 1900 te Parijs te verga
deren, waar men zooals Lepelletier
welsprekend zei niet zooveel heerlijks
zal vinden als nu op den klassieken bo
dem, maai- dan toch den „tempel der
Eendracht..' (Laten we 't hopen.)
Met een schitterende peroratie ein
digde het congres: dank aan allen
en 'i zijn er vele die dank verdiend
hebben; in de eerste plaats aan H.H.
M.M. en andere autoriteiten; daarna
aan Singer, den voortreffelijken voorzit
ter van 't bestuur, wien Lepelletier voor
al hulde bracht voor zijn uitnemend,
tactvol optreden voor de gevangenen van
Milaan verder aan allerlei anderen, te
veel zelfs om op te noemen, eindigende
met een klassiek beroep op Koning Um-
berto. waar de redenaar, wijzende op de
heerlijkheden en den roem van Rome,
herinnerde aan den grooten Caesar Au
gustus, wens roem door niets meer is
gevestigd dan door zijne clementie voor
zijn vijanden.
Daverende toejuichingen telkens
onder deze finale eai aan 't slot en het
6e Congres behoorde tot dé geschiedenis
en de gasten gingen zich kleeden voor
de ontvangst op 't Kapitool.
Dinsdagmorgen stelde het zettersper-
soneel van de firma Arnold' de Vita te
Amsterdam aan de patroons den eisch,
dat de Christelijke feestdagen uitbetaald
en het loon met twee. cent peir uur ver
hoogd zou worden.
Toen de patroons weigerden op dien
eisch in te gaan werd het werk gestaakt.
In d'en loop van den morgen hadden;
'die heeren Hols en Smit, als gedelegeer
den van De Ned. Drukpers en van
Draagt elkanders lasten, een bespreking
met do patroons, die tot resultaat had,
dat het eerste deel van den eisch werd
ingewilligd, het tweede gedeelte (de
loonswerhooging) echter niet. De zetters
ga.ven> niet toe.
Inmiddels had de firma: Spin en Zoon
zich. bereid verklaard om voor de firma
d'e Vita de Prijscourant van d'en Effec
tenhandel te drukken. Toen echter de
drukvormen onder politiegeleide naar de
drukkerij van eerstgenoemde firma wer
dén overgebracht, werdén ze niet in
ontvangst genomen, wijl het personeel
dier firma weigerde om het werk voor
de firma de Vita uit te voeren.
De drukvormen werden daarop naai
de drukkerij in dé Warmoesstraat terug
gebracht. De patroons daar willigden,
den eisch der zetters in zijn geheel in en
afgeloopen was de staking.
(Echo.)
Iq den nacht van Dinsdag .op Woens
dag trof de politie op het Marktveld
te Calemborg in zwaar beschonken
toestand een persoon aan, die zeide
DreyfasvanhetDnivelseiland te willen
haien. De man greep de stadspomp
vast en wilde die medetrekken, den
kende dat by Dreyfus voor zich had.
Een der politiebeambten zag hij voor
Esterhazy aan.
Koloniën,
Tengevolge van onregelmatigheden,
in zijn beheer geconstateerd, is de
algemeeüe ontvanger vau 's lands kas
te Madioen, C. E. H., ontslagen. La
ter zal worden uitgemaakt of dit ont
slag eervol zal worden verleend of
niet-eervol. Het is te hopen dat de
onregelmatigheden, die vau ingewik-
kelden aard zijn, het verleenen van
eervol ontslag mogelijk makende
heer H. heeft, naar wij hooren, 28
dienstjaren achter den rug.
(J.-B.)
bezeten om zijn gelaat mee af te drogen.
Bezat Karei de Groote een zakdoek
Maar als hij er al een bezat zou hij toch
van steen zijn.
Eindelijk brak hdi oogenblik aan.
waarop de nacht voor den dag moest
wijken.
Langzaam, heel langzaam werden de
bergtoppen, dé omliggende dorpen, de
stad en de meeren zichtbaar.
En nu beste Peter! Speel uw rol nu
zoo goed1 gij kunt; het theater waarin
gij u bevindt is zoo groot als gij er nog
nooit een gezien hebt en de enorme
ruimte voor de toeschouwers bestemd,
zal ach weldra vullen, want het is Zon
dag en daarenboven prachtig weder.
De ruimte voor de toeschouwers is
waarlijk groot genoeg, dacht Herr Peter,
maar het toon eel akelig klein en be
nauwd en uit den grond! van. rijn hart
verwenschte hij dé zon, die door alle
andere menschen als een symbool vain
vrugde en levenslust word! begroet.
Maar spoedig bemerkte hij dat het
gevaar voorloopig nog niqfc zoo heel
groot was, want slechts hier en daar
vertoonde zich een mensch in de stra
ten, en die weinigen bekommerden zich
niet om hem. Hij herademde em liet zijn
oogen over het vroolijk verlichte Zürich,
het meer en de ver verwijderde bergen
Het „Batav. Nwbl." verneemt, dat
zoowel te Atjeh als te Batavia, vele po
gingen in het werk gesteld worden, om
op plechtige wijze het jubileum te vieren
van pastoor Verbraak's vijf-en-twintig
jarig verblijf op Atjeh. Het zal dezen
algemeen geachten en geëerden geeste
lijke, die zich bij katholiek en anders
denkende even bemind heeft weten te
maken, voorzeker op dien dag niet aan
tal van hartelijke betuigingen van waar-
d'eering en toegenegenheid ontbreken.
Thans is pastoor Verbraak in de pas
torie te Batavia gelogeerd en zal daar
receptie houden om ieder die dat wenscht
in de gelegenheid te stellen afscheid van
hem te nemem vóór rijn vertrek naar
Atjeh.
Als ieen aardige bijzonderheid zij
hier vermeld, dat toen pastoor Verbraak
voor 't eerst op Atjeh kwam, de tegen
woordige gouverneur van dat gewest.,
generaal van Heutsz zich daar ook be
vond als... tweede luitenant. In die 25
jaren heeft de beminde geestelijke op
die wijze nog velen successievelijk in
rang zien opklimmen, nog meerderen
voor goed van 't wereldtooneel zien af
stappen. Heel wat emoties rijn in die
25 jaren rijn deel geweest-, doch met den
dag heeft hij de toegenegenheid der mi
litairen voor zijn persoon zien toenemen.
INGEZONDEN dEDEDEE-
LINGEN.
30 ceuts per regel.
firma SCHENK,
Ged. Oude Gracht 1115.
Spaarnwouderstraat 72.
Telephoonuummer 382.
Vraagt mijn Boekje, 2e uitgaaf:
„Iets over uitstoomen en verven,
eenige Raadgevingen en Recepten",
hetwelk gratis en franco toegezon
den wordt.
SgxoHt ©sju ftferfstfeirdetta
Sport
By eau voetbalwedstrijd te Gree
nock is l)9t. Zondag tusschen de twee
partyen tol een botsing gekomen. De
verliezers vielen de winners aan eo
er werd twee u,ur lang met de vuist
gevochten. Negentien spelers en ver
schillende menschen uit, het publiek
kregen kwetsuren. De politie aam
negen personen in hechtenis.
Lclteran er*
Veiling Fred. Muller.
In de veiling van schilderijen, Maan
dag door de firma Frederik Muiier
Co. in „De Brakke Grond" te
Amsterdam gehouden, werden de vol
gende hoogere pryzen besteed
Aug. Allobé. „Binnenhuisje" f 235
v. d. Sande Bakhuysen, „Zomer",
f 360 dezelfde, „Terugkeer van de
kudde", f 260; Bles, „De krekel en
de mier, f 310Blommers, „Vis -chers-
hut", f840; Breton, „Avond", f7 0;
G. Briliouin, „Do antiquaire;" t3'0;
.T. van Essen, „Heide" f410; Van
Ingen, „Weido met vee", f260; V.
Lagye, „Vlaamsctie bruiloft", f250;
M. Nissen, „Binnenhuis", f215 ;G.J.
J. vau Os. „Stilleven" f 360Poggen-
beek, „Landschap", f290; Port iel je,
„Een cousult", f335; Rochusseu,
„Voor den vyand", f230; Roelofs,
„Wilgen", f400; Honr. Ronner,
„Hondjes", f 650 Ruy Perez, „De vio
list". f240; Stortenbeker, „Avond",
f325; Dezelfde, „Weide met koeien",
f280; W. Verschuur Sr., „Stal",
f495; Weisseobrnch, „Landschap",
f260; Apo!, „Winter", f300.
Een hoogst belangrijke veiling, zegt
de Tel., is in 't vooruitzicht, een vei
ling die de aanlacht verdient van oud
heidkundigen, letterkundigen, kunst
kenners en verzamelaars.
dwalen.
Nu, dacht hij bij zichzelf, Karei de
Groote had rich een slechtere zitplaats
uit kunnen kiezen, men heeft hier een
magnifique uitricht! Hoe schitterden dé
witte, trotsohe sneeuwtoppen aan den
horizont in de lentezon, hoe scherp tee
kenden zich de hooge Mythen en Rho
nen d'aartusschen af, terwijl achter de
langen Alpenketen die Rigi rich fier ver
hief. En toen liet hij zijn blik wc-idén
over hot meer met rijn wonderschoone
oevers, waarlangs witbloeiende ooftboo-
men stonden. Zoo schoon als nu in zijn
benarden toestand was hem, den be
reisden man, de wereld nog nooit voor
gekomen. Wie had niet bij zulk een pa
norama., al was het dan ook maar voor
een oogenblik, al rijn wereld'sch leed!
vergeten? Spoedig werd hij echter tot
de werkelijkheid 'teruggebracht, door
drie mannenstemmen, die zijn fijn mu
zikaal gehoor kwetsten; het moest ver
beelden dat rij een liedje zongen, maar
er was evenveel liarmonie in te bespeu
ren als vastheid in hun gang. Herr Pe
ter meende de stemmen te herkennen
en boog zich voorover om de zangers
beter te kunnen zien; maar zijn kroon
begon te wankelen, dus hield hij zijn
hoofd stil en sloeg zijn oogen beneden
waarts en zag nu dat rij juist voor den
Een collectie kostbaarheden, anti
quiteiten, porselelD, schilderijen, gra
vures en prenten, medailles en munten,
handschriften, zeldzame hebreeuwsche
boekwerken, van groote beteekenis
voor de geschiedenis der Joden en
voor de kennis van hunne godsdien-
stigephilosopbiscbe geschriften; voorts
een aantal geschrifteu van belang voor
de historische studie van Oud-Am
sterdam en velschillende andere let
terkundige werken, alles afkomstig
uit de nalatenschap van M. D. Hen-
riquez de Gastro Mzn., komt onder
den hamer.
RECHTSZAKEN
Kerkdiefstal.
Dinsdag stond voor de arrondisse-
ments-rechtbank te Rotterdam terecht
W. LceflaDg, los werkman, 28 jaar
oud, die beschuldigd wordt in den
nacht van 16/ 7 Januari 11. te Over-
scbie zich door verbreking toegang
verschaft, te hebben tot de Ned. Herv.
Kerk te Overscbie 6n aldaar in de
sacristy een brandkist open te breken
en daaruit te ontvreemden 2 zilveren
bekers. 2 zilveren schalen en 2 zil
veren geschulpte schalen.
De platgetrapte en ingedeukte voor
werpen waren ter terechtzitting aan
wezig.
Belil. ontkende den diefstal en de
braak.
Maandag 30 Jan. was hy aange
houden in een proeflokaal aan "de
Oostpoort; in zyn bezit werden toen
een sleutel en een nijptang gevonden.
In de eerste plaais werd gehoord
de koster M. van Dyk, die op den
bewusten avond het laatst in de kerk
was geweest om de klok te leiden
en de deuren goed bad gesloten. In
den ochtend van den I7en vond hij
een der zijdeuren geopend, voetstap
pen over de kerkstoelen en de brand
kist opengebroken, het avondmaal- en
doopziiver ontvreemd 6n twee flos-
schen wijn leeggedronken. Volgens
den koster heeft de dief zich toegang-
verschalt mot een valschen sleute:.
Blijkens onderzoek paste de sleutel
bij beklaagde gevonden op een der-
kerkdeuren.
De goudsmid N'jman, wonende op
den Goudschenweg le Rotterdam, had
van beklaagde op 29 Januari 's avonds
bezoek ontvangen met verzoek om te
koopen. Daar het douker was, had
Nyraan den winkel niet geopend. Bekl.
zeide op verzoek vau zekeren G. Bruins
te zijn gekomen.
Aan get. Bruins, uitdrager aan de
Slaak kade, was door bekl. bet gesto
len zilver te koop aangeboden roor
f3 per ons. Bruins was daarop met
het zilver naar den goudsmid Nyman
gegaan, die bet evenwel niet wiide
koopen. Men begon toen argwaan te
krijgen, dat het van den Overschie-
schen kerkdiefstal afkomstig kon zyn.
Bekl. die in een café aan cle Oost
poort zat te wachten, werd daarop
door den inspecteur van politie W.
Blom gearresteerd,
Bekl. zeide, dat Bruins het zilver
gestolen had.
Het O. M. achtte bekl. hetzij dader
of medeplichtige en eisebte togen hem
5 jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Astro, wan
trouwde den getuige Bruius en con
cludeerde tot vrijspraak en invrijheid
stelling van bek!., welke de recht
bank echter weigerde.
Hooge Raad.
Voor den Hoogeu Raad werd Dins
dag behandeld bet cassatieberoep van
het Openbaar Ministerie by het kan
tongerecht te Haarlemmermeer tegen
de beslissing van den kantonrechter
aldaar, waarbij de gezagvoerder van
een stoomboot, wegens het gebruik
maken van de stoomfluit by het be
varen van de wateren van den Haar-
tomraermeerpolder, is ontslagen vau
alle rechtsvervolging, op grond dat het
voorschrift in de politieverordening
van Haarlemmermeer, waarbij het ge
bruik van de stoomfluit in genoemde
wateren wordt verboden, in strijd is
met bij Kon. besluit hieromtrent vast
gestelde bepalingen en derhalve on
verbindend.
Het Openbaar Ministerie by den
Hoogen Raad vereenigde zich met d9
beslissing van den kantonrechter en
concludeerde dus tot verwerping van
het cassatieberoep.
Uitspraak 8 Mei.
Geconcludeerd werd tot verwerping
Yau het cassatieberoep van den col-
tempel bleven staan.
En werkelijk hij had zich niet ver-,
gist; het waren rijn drie vrienden, dié'
altijd zoo op hun soliditeit bluften. „Ik
zal lien later wel mores lééf en", dacht
Herr Ptter. Maar her was nog niet met
de verrassingen gedaan want plotseling
hoorde hij vlak achter rich verscheidene
ste mmen hem toeroepen
..Goeden morgen, Karei de Groote,
wij hopen d!at gij goed gerust hebt."
Ofschoon Herr Peter hevig geschrikt}
was, wilde hij toch niet zoo onbeleefd
rijn van dezen morgengroet onbeant
woord te laten, Maar plotseling viel het
hem in, dat lüj niet spreken mocht.
Het waren ook maai- de duiven ge
weest, die hem goeden morgen waren
komen wenschcn om dan. eenige de stad,
andere de wijde wereld in, weg te vlie
gen. Maar daar waren dan de vogels, die
hem zouden komen berichten, wat er in
de wereld omging.
En waarlijk daar kwamen zij, van alle
zijden aangevlogensommigen zetten
zich in de nis achter hem of zelfs op rijn
lijf neer; zij, die hem de nieuwtjes kwa*-
men vertellen, daalden op rijn schouder
neer en fluisterde hem hun mededeelin-
gen in het oor.
Groote Hemel! Wat kwam hij al
niet te hooren!
porteur te Haarlem die door recht
bank en hof te 's Gravenhage tot 1
jaar gevangenisstraf veroordeeld is we
gensoplichting (geldinzamelingen, zoo
genaamd ten behoeve van blinden,
bijna-blinden en aadereongelnkkigen.
Uitspraak 17 dezer.
Aanvaring.
Yoor de Amst. Rechtbank werd
Dinsdag gevangenisstraf van 3 maan
den treëisebt tegen den schipper Dirk
Beekhoven, die toen hy met zyn
paviijoenschip de Vos het stoomschip
Amsterdam m !t Noordzeekanaal ont
moette en daarvan een sein kreeg om
uit te wyken naar stuurboord, naar
bakboord wetk. waardoor een botsing
ontstond en de knecht van Beekhoven
Simon Stoffels, over boord sloeg en
verdronk.
Hij was nu wegens het veroorzaken
vau den dood door onvoorzichtigheid
gedagvaard.
Over de zich steeds herhalende vraag
of eene schuldbekentenis moet bevatten
de schuldcorzaak om in rechte voor den
sehuld'eischer volledig bewijs op te leve
ren, werd Dinsdag voor de rechtbank te
's Gravenhage gepleit.
De eischeres. erfgenaam van de wed.
K-, stelde de feiten aldus voorde ge
daagde had van de c-rflaatster ontvangen
eene som van f 1500 en nog naderhand!
door déze verzocht deze som aan eische
res uit te betalen. Toen gedaagde echter
beweerde, dat hem daarvan f 600 waren
geschonken, nam eischeres genoegen met
ome schuldbekentenis van gedaagde
waarbij hij erkende schuldig te rijn ƒ900
te betalen op nader overeen te komen,
voorwaarden. Het voorstel tot termijns-
gewijza afbetaling bleef onbeantwoord
en thans vordea-die de eischeres de f 900
in eens op.
De gedaagde antwoordde dat liij de
geldén ontvangen had ter gelegenheid
dat hij zich een huis kocht en onder
voorwaarde dat hij ze eerst behoefde te
rug te geven, wanneer en indien zijne
financieel© omstandigheden zulk3 toelie
ten. De schuldbekentenis was nietig vol
gens de leer van den Hoogen Raad, om
dat rij geene geoorloofde oorzaak be
vatte, terwijl ook in die dagvaarding
geen deugdelijke oorzaak was gesteld.
Hiertegen bood de eischeres, voor het
geval ook dé rechtbank mocht meenen,
dat dé oorzaak moet worden uitgedrukt
getuigenbewijs zijner posita aan en sub
sidiair een eed, waarop de gedaagde aan
merkte dat dé eed' niet eerst bij: pleidooi
kan woa-dén opgedragen, omdat da plei
ter voor gedaagde te voren gema.cli.tigd
m,o?t zijn om dén eed aan te nemen;
getuïgenbewijs zou niet toelaatbaar zijn
omdat in de dagvaarding geen feiten
waren gesteld, waaruit de schuld' voort
sproot. Gedaagde protesteerde krachtig
tegen de bewering alsof een visitekaart
je. dlait hij volgens eene mededeeling van
de dienstbode van erflaatster aan do
erflaatster zon hebben afgegeven als be
wijs der ontvangen 1500 tijdens zijne
testamentaire executeele in het ongeree-
de zou rij n geraakt.
Voor dé eischeres trad op ma". Brou
wer Nijhoff, advocaat te Utrecht, voor
dén gedaagde mr. Van dér Goot, advo-
caat te 's Gravenhage.
GËH1CNG0 HIEUfS
De enquête-Dreyfus.
Het laatste nummer van de „Figaro"
bevat zeven getuigenverklaringen, waar
onder die van den oud-president der
Republiek, Casimir Périer, naast die
van genei-aal Gallifet, verreweg de be
langrijkste is.
Op de vraag of generaal Mercier, des
tijds minister van oorlog, ook gesproken
had over mededeeling van geheime stuk-
ken aan den krijgsraad, die afdoende
bewijzen zouden bevatten voor de schuld
van Dreyfus, antwoordde de heer Pé
rier
„Ik heb maar hooren spreken van een
enkel stuk. liet veelgenoemde„Ce ca
naille de D... devient réellememfc trop
exigeant".
„Ik heb nooit gewesten van andere
geheime stukken.
„Generaal Mercier heeft mij gezegd,
dat dit stuk aan den krijgsraad was
getoond".
President LoewOp welken dag ten
naastenbij en bij welke gelegenheid heeft
generaal Mercier dit gezegd?
Geinige„Ik geloof vóór de veroor
deeling. maar ik heb niet begrepen, dat
Die babbelarijen over al wat er gedu
rende den nacht had plaats gegrepen,
getuigden van de hoogste onbescheiden
heid. Een der duiven verhaalde liem met
zco'n cynische onbeschaamdheid d'e in
tiemste zaken, dat hem het bloed naar
de wangen steeg. Hij wildé zijn ooron
toestoppen maar de steenen mantel be
lette het hem.
Ik wil hier even opmerken, dat Herr
Peter later nooit te overreden is geweest
iets van wat de duiven hem verhaald!
hadden, te vertellen, zelfs niet op her
haald en dringend verzoek alleen de
drie vrienden moesten nog veel over
htm vroolijk wandel ingtje van dien mor
gen hooren.
Hoe later het- op den morgen werd,
des te meer levendighc-id begon er in
de straten te heerschen; daar zag hij
vergenoegde wandelaars, die «en kijkje
wilden nemen, ernstige kerkbezoekers en
bezoeksters, die zich met het gebeden
boek in de hand naar de kerk spoedden,
en dan gebeurde het wel eens, dat deze
of gene naar boven keek.
(Wordt vervolgd).