Gemeenteraad Amsterdam. In de raadszitting van Woensdag te Amsterdam kwam een adres ter tafel van leeraren aau liet gymnasinm, ver zoekende om intrekking vaD het be sluit, waarbij zij bij ongesteldheid den door de gemeente aangestelden genees heer moeten ontvangen. Zij achten zich daardoor in hun grondwettige vrijheid verkort. De voorzitter verklaarde, dat B. en W. zich zeker niet aan de grond wet zullen vergïypen.Mocht de genees kundige, die zich aanmeldt, door den leeraar niet worden toegelaten, dan zal het zich zeer stellig niet met behulp van den sterken arm toegang verschaf fen. Evenwol hebben de leeraren te be denken, dat zij behalve staatsburgers, ambtenaren zijn. Vraagt een ambte naar verlof wegens ziekte, dan zal de kans op verkrijging van dat verlof niet stijgen, als by de daartoe noodige for maliteit niet wenscht vervuld te zien. Het besluit, waar hier sprake van is, werd niet dan na rypo overweging door den raad genomen en spreker acht het noodig dat besluit te hand haven. Zonder discussie werd het adres tot afdoening gesteld in handen van B. en W. Daarna vroeg mr. Van Nierop ver gunning bet woord tot B. en W. te richten naar aanleiding van de ver houding der gemeente tot de ingedien de ongevallenwet Spr. is in 't algemeen een voor stander van het ontwerp. Evenwel, de gemeente zal weldra tot een der groot ste industrieelen behooren en zoover gaat de wet, dat zelfs de brandweer onder de bedrijven wordt gerang schikt. De gemeente heeft haar werk liedenreglement, waarbij wordt uitge keerd liet volle loon bij ongevallen, en haar pensioenverordeuing, die by voortdurende ongeschiktheid pensioen verleent. Het is nu de vraag, of de gemeente eventueel ook nog zal moe ten betalen aan de verzekeringsbank. Ook in de memorie van beantwoor ding is de quaestie niet behoorlijk op gelost, door de vryheid aan de ge meente om de zaak zelve te regelen. Er is tnsschen do gemeenteverorde ning en de ingediende ongevallenwet vry wat verschil. De gemeente bijv. kent geen wachttyd. Nu geeft het ontwerp overgangsbepalingen met bet oog bijv. op de omstandigheid dat de werkgever zyn personeel by derden heeft verzekerd of dat de arbeider zelf zich heeft verzekerd. Maar niet geregeld is de gemeentelijke quaestie, waarbij de gemeente in zich zelf voor haar personeel de verzekering sluit. De weth. voor de financiën ant woordt, dat B. en W. de door mr. Van Nierop aangestipte quaostie overwogen hebben en de regeering ge wezen op de bezwaren, die de onge wijzigde aanneming der wet voor de gemeente zal tengevolge hebben. Nu echter blijkt dat de regeering die be zwaren niet van groote beteekenis acht, want ze beeft aan de geopperde bedenkingen beei geeD aandacht ge schonken, zijn B. en W. gaarne be reid zich alsnog te richten tot de Tweede Kamer. Het afwijzend praeadvies op een adres van een aantal Ryuschippers waarin dezen verzoeken het schatgeld voor biuuenschepea in deze gemeente af te schaffen, lokt een heftig protest uit van den heer Kamerlingh Onnes, die beweert dat de verordening, waarby de Ry a vaart van schutgeld is vrijgesteld, haar doel niet bereikt, dat zij aau Amsterdam bezorgt eene misleidende reputatie van vrye Ryn haven. De wethouder protesteert op zy'ne beurt tegen deze kenschetsing van den heer Onnes. De bonafide Rijn- vaarders zyn wel degeiyk geheel vry van schutgeld. Goedgekeurd wordt de voordracht tot wijziging der verordening betref fende de plaatselijke commissie van toezicht op het middelbaar ouderwijs, na aanneming van het door B. en W. overgenomen amendement van den heer Gerritsen om de voordracht tot vervulling van iedere vacature niet langer te doen uitgaan van de com missie zelve, maar van B. en W. de commissie gehoordmet de aanne ming ook van het door B. en W. be streden amendement om de commissie uit te breiden van 15 tot 20 leden. De tyd was te ver gevorderd voor de behandeling der voordracht tot wij ziging van het reglement op het Bur gerweeshuis. De raad ging uiteen na eenige benoemingen te hebben ge daan, o. a. die van den heer ,T. H. Nieszen, adj.-directeur van publieke werken te Rotterdam, tot directeur van den gemeentelijken tramdienst. Gedenkplaat ter herinnering aan het Regentschap. Ter berinnering aan het Regent schap van H. M. de Koningin-Moeder werd in de Kod. Utr. fabriek van zilverwerken van C. J. Begeer fraaie gedenkplaat geslagen. Gemo delleerd en gegraveerd ia bovenge noemde ateliers naar eene teekeniDg van prof. Sturm, geeft deze plaquette allegorisch weer wat het Nederland- sehe volk aan H. M. de Koningin- Weduwe verschuldigd is. Vooral laat zy zien en brengt zy iu herinnering hetgeen H. M. by bet aftreden als j Regentos als afscheidsgeschenk aan j het Ned. volk aanbood, nl. eene schets van bet slot Oranje-Nassau-Oord. De {voorzijde geeft 't goed gelijkende por tret van H. M. met den weduwen- kap. Ter linkerzijde een fraai gemodel leerde, zeer juist gedrapeerde vrou- i wenfiguur welke om het beeld van H. M. een krans van laurier hecht Onder het portret een cartouche I waarop, gelijk gezegd, het landgoed Oranje Nass&uoord. Eene, ter rechter zijde zittende vrouwenfiguur wyst - daarop, H. M. aanziende, i Boven dit alles twee kinderfiguren, een banderolle vasthoudend waarop 1 de jaartallen van den duur van het Regentschap 1890—1898. j De achterzijde vertoont in den lin kerbovenhoek het ovale wapenschild I van H. M. de Koningin-Regentes, j gedekt door de Koninklijke kroon. {Over het grootste gedeelte der pla- quette een bijzonder fraai uitgevoerde I Oranjetak met. palm. De overgebleven ruimte bevat de volgende inscriptie I „Aan Hare Majesteit Emma, Koningin-Weduwe RegeDtes van het Koninkrijk. 2-3 Nov. 1890—3' Aug. 1898. Het dankbare Nederlandsche Volk". Eene gelukkige gedachte is het voorzeker, dit kunstproduct het eerst verkrijgbaar te stellen op de eerst daags te Utrecht te houden Fancy fair, ter verkrijging der fondsen die benoo- digd zyn tot de oprichting van sana toria voor longlijders. Dinsdagmiddag is in de stallen by de artillerie-kazerne te Amersfoort de korporaal van Zwol van de 6e batterij der veldartillerie, afkomstig uit Utrecht, uit eeu luik van den hooizolder gevallen. De dood trad byoa onmiddellijk in. De ongelukkige >,ou over vier maanden den dienst hebben verlaten, om dan in het huwe lijk te treden. Brave kroeghouders. Door alle herbergiers te Mortel is een besluit genomen, dat toejuiching en navolging verdient. Na den middag zullen zij geen sterken drank schen ken en in hun lokalen zal het volgende opschrift worden gehangen: „Hier wordt na den middag geen sterken drank geschonken. Fr. N. Br.) Een duur geschenk. Zelfs goedbedoelde geschenken kun nen soms voor hem, die ze ontvangt, onaangename gevolgen hebben. Een burgemeester, ergens in ons land, die zeer veel belang stelt in landbouw- en veeteelt-zaken, had zich bijzonder veel moeite gegeven voor de opr edi ting van eene roomboterfabriek. Na het tot stand komen daarvan werd hem, als bewjjs van waardeering, een aandeel van f50 ten geschenke aan geboden. Dezer dagen ontving de burge meester, als aandeelhouder der sedert gefailleerde fabriek, een gerechtelijke aanmaning tot betaling van zijn aan deel in het tekort. En hoe ongaarne ook, moest hy zijn aandeel met f 142 bijpassen. Leg©?* est Vlooi. Koloniale werving. In de maand April zyn by het Koloniaal Werfdepöü voor den Indi- sc'nen dienst aangenomen 74 Neder landers, 11 Duitschers, 10 Belgen, 1 Zwitser, 2 Luxemburgers en 1 Oosten rijker, totaal 99. Van de verschillende korpsen van het leger hier te lande werden overgenomen 14 onderofficie ren en minderen, zoodat het totaal der werving 113 bedroeg. Ouder de aan- genomenen bevonden zich 31 miliciens die voor den tyd van 2 jaar by het Indische leger werden gedetacheerd; onder de overgeDomenen 6 miliciens die eveneens voor 2 jaar detacheering by dat leger zyn toegelaten. Aan die 113 personen werd aau handgeld uit betaald de som van f22.500. Naar Oost-Indië vertrokken 2 deta chementen door 4 officieren ge leid ter sterkte vau 4 ouderofficie ren en 70 mindere militairen van verschillende nationaliteiten en wel 56 Nederlanders, 9 Duitschers, 7 Bel gen. 1 Zwitser en 1 Luxemburger. Uit O.-Indië keerden terug 14 mili tairen wegens ziekte of wel wegens diensteindiging, nit W.-Indië repatri eerden 7 militairen. 4 uit Suriname en 3 uit Curasao. Ge knnti' abon-l ineeren onsg Mj allei Boekhandelaars 1 en Courantiers j en aan ons Bn- S rean. hoeft op te treden, bet denkbeeld doen opperen dat ook zy gemist kan wor den. Althans de vraag werd onlangs door eenige leden der Tweede Kamer ge daan, geheel in overeenstemming met hetgeen algemeen aangenomen wordt in het voornemen der Regeering te liggen. De troebelen op Cuba hebben echter er toe geleid, dat de Regeering vooralsnog het geliefkoosd plan niet durft ten uitvoer te leggen. Anders zou er nog een grootere opruiming zyn gehouden en zouden de kolo nisten, die niets anders wenschendan onder Nederlandseh gezag te blijven, het pijnlijk schouwspel andermaal be leven, dat ook de majoor-commandant der troepen en van het garnizoen in Suriname, zijnerzijds mede „Vendutie" zou doen houden, en tegen gereed geld eenige tot de krijgsmacht behoo- rende goederen doen verkoopen. Waarljjk! 't is bedroevend 1 Terwyl de groote mogendheden allen dorsten naar 't bezit vau koloniën, en zoovele teekenen van een ontwakend j Suriname voorhanden zyn, begint onze 1 regeering in plaats van de verweer middelen te vermeerderen, juist de middelen op te heffen, die een rustige, 'geleidelijke ontwikkeling van het land j waarborgen. Die ontwikkeling zal hoofdzakelijk kunnen plaats hebben door de hulp van buitenlanders; wij kunnen oomo gelijk Braamspunt of de andere Zee gaten sluiten, zonder daarbij tegel ijk te besluiten de vele bronnen, waar over wy te beschikken hebben, onaan geroerd te laten. Tegengesproken kan bezwaarlijk, dat voor het onmisbaar vertrouwen iu de kolonie voor ieder, landgenoot of vreemdelingen, vooral van wie hier uitgebreide zaken wenseht te doen, de aanwezigheid van de vereischte middelen tot handhaving van gezag en orde noodig is. Intusschen al zal de regeering later inzien dat de opheffing van het Marine Station is een onstaatkundige handeling op 't oogenblik valt daaraao niet te veranderen. De minister van Marine vindt, dat de thans voor de zeemacht vastge stelde types van vechtschepen, over bodig maken de Bonaire's en Suri- uame's meer in dienst' te houden, en daarom in plaats van schepen voor den dienst inde West-Indien te bouwen, zooals de Wilmington van de Y. S. die dan toch ook „modern" is liever„Yivent les principes, périssent" les colonies!" Goud-indïistriö. Onze West van den 14den Maart schryft Het doet ons genoegen tegenover de in de laatste tijden niet altjjd even gunstig luidende berichten omtrent de goud-industrieën, de mededeeling te kunnen stellen, dat op het placer van de Mindriaetie Gold Mining Cie. in anderhaiven dag tijds in de afge- loopen week eene productie werd verkregen van 1017 gram goud. Sedert de kleine Combé alhier, eenige tot dit I geruimen tyd had men de machinale station behoorende goederen." exploitatie, wegéns het, zoo men weet Met andere woorden de inven- iu de goudvelden algemeen heerscheDd taris behoorende tot H. M. Zeemacht, gebrek aan water, moeten staken en zal, voor zooveel een overbrengen naar was by die gelegenheid eeu lioeveel- Nederland niet gewenscht voorkomt, hold troebel water in het reservoir worden opgeruimd, en als de op- achtergebleven, waarmede thans, nu ruiming heeft plaats gehad, zal bet het water bezonken was, gedurende Stationsschip oos verlaten! Sedert ander oal ven dag kon gewerkt worden RECHTSZAKEN. De vergiftiging te Rotterdam. Thans is de instructie gesloten in zake het vergiftigingsdraraa uit de Oranjeboomstraat te Rotterdam, waar bij de wed. Sörensen geboren Yiegeu betrokken is. Door den rechtercom missaris mr. A. O. H. Tellegen Bzn. is het lyvig dossier in handen van de rechtbank gesteld en de stukken van overtuiging ter griffie van de recht bank gedeponeerd waaronder ook het flesebje met arsenicum. Het Gerechtshof te Amsterdam be krachtigde Woensdag het vonDis der rechtbank, waarby M. Landenberg, wegens verduistering van geldeu die hij, als tusschenpersoou voor de Hollandsche Voorschotbank te Haar lem, moest afdragen werd veroor deeld tot 2V2 jaar gevangenisstraf. SC o cs si i n. West-Indië. Men schrijft aan Onze West leder welgeaard kolonist, die het Goevercementsblad van heden in han den nam zal wel pijnlijk getroffen zyn geworden door de mededeeling van den stations-commandant in de wate ren vau Suriname, dat „wegens op- heffiug van bet station der zeemacht in deze kolonie, tegen gereed geld, op Woensdag den 12en April a. s., des namiddags ten 4 ure en zoo noo dig op volgende dagen zal worden verkocht, in een der koelieloodsen op en bovengenoemd produet behaald. Het reusachtig reservoir op het placer verdient wel eenige vermelding. De inhoud daarvan bedraagt thans reeds ruim driekwart millioen ku ieke voeten, doch de beer Mayo deelde ons mede nog niet gereed te zyn en ai voortwerkende met de monitors van de „gewasschen" aarde een wal te zullen opwerpen rondom hetreser- Crynssen de kolonie op de Engelsehen veroverde en Neerland's driekleur op de wallen van Zeelandia plantte, heeft de Marine, wanneer noodig, veel bygedrageD tot bewaring van orde en gezag in dit gewest, zy 't dan ook meer in indirecten dan wel in directen u. Er is geen beter belichaming van gezag, geen indrukwekkender voor stelling van macht mogelijk dan een j voir die dén inhoud nog belangrijk oorlogsschip, ook al ligt 't rustig ten zal doen verin eer deren, anker in de haven! Dat gevoelt ied6r j Vermeld zy nog dat by het spuiten vreemdeling die hier voet aan walin de afgeloopen week een rif ontdekt zetdat beseft ieder inwoner van hetwerd, op eenige voeten onder den land. En dat bewustzyn geefi moed grond, dat zoo verweerd was, dat! en zekerheid om rustig aao den ar- het kon worden doorspoten. Zoowel 1 beid te gaan, en met inspanning op bet, kruispunt als daarachter werd te werken aan de ontwikkeling vau goud in niet onbelangrijke mate ge- het land. i vonden. De heer Mayo eindigde zyn Maar de regeering in het Moeder gesprek niet de voorspelling: „Suri- land, die dien weldadigen invloed van name gaat een groote toekomst te het stationsschip zelve niet kan zien, gemoet." i heeft gemeend, dat het wachtschip overbodig is, vooral omdat do voor de iilSIECINS Marine vastgestelde types van schepen niet toelaten het in wezen houden -D0 zaak-Droyfns. van die schepen welke tot dusverre De Figaro handhaafteD licht nader in West-Indië dienst deden. toe de lezing, die zy Dinsdag gaf Reeds heeft de meening, dewijl ook van het verboor van duPaty deClam de krijgsmacht hier niet handelend be- en inzonderheid van diens verklaring, dat hy aan generaal Mercier het commentaar heeft ter hand gesteld, door hem by de stukken van het geheime dossier geschreven. De Figaro vermeldt hierbij, dat toen du Paty deze verklaring aflegde, de procureur' generaal Manau zeer getroffen op stond en zeide, dat hy, tenzy zyn eisch onmiddellijk ingewilligd werd dadelijk conclusies zou stellen, strek kende om den minister van oorlog te verzoeken bet bedoelde commentaar langs regelmatigen weg van generaal Mercier op te vrageD. Het Hof wil ligde dezen eisch van den procureur- generaal iö. Cornély heeft een lang artikel iu de Figaro geplaatst, waarin hy zegt, dat de stof van hel; dossier der enquête weldra uitgeput is. De Figaro beroemt zich op do openbaarmaking, welke de in het geheim voorbereide hinder laag aan de waarheid voorkomt. Thans heeft het publiek kunnen oordeelen. Zoo de onschuld van Dreyfus niet aangetoond is, zijn schuld is het zeker ook niet. Wat wol bewezen is, dat is de kannibalen-manier vau behandeling van dien ongelukkige op zyn rots, en dat in hot land van ridderlijkheid, oprechtheid, edelmoedigheid, raedo- doogen, zachtheid. Millioenen bebbeu falsarissen willen verheerlijken, slacht offers afmaken, der gerechtigheid den weg versperreu. Men heeft Fraukryk's geschiedenis een slag in het aangezicht gegeven. De Figaro heeft een goed, nuttig en vaderlandslievend werk verricht, zoo besluit hy, ik beschouw het ais de eer van mijn leven er een weinig toe te hebben bijgedragen. Dreyfus' gezondheid. De „Daily Telegraph" verneemt uit Cayenne eenige bijzonderheden over Dreyfus' gezondheid. Dr. Yeugnon, die deu gevangene op het Duivels eiland onderzocht, heeft een uitvoe rige verklaring over den toestand van Dreyfus afgelegd. Dreyfus was van huis uit een ze nuwlijder en zijn behandeling op het verbanningsoord heeft hem nog zieker gemaakt. Zijn zenuwen zyn ernstig aangetast door afzondering, werkloos heid, zwaarmoedigheid en vertwijfe ling. Ongeveer een jaar na zijn op sluiting openbaarde zich zyn ziekte. Hy klaagde over slapeloosheid, daar bij kwam hoofd pijn, pijnen in den bals en flauwten, (lie langen tyd aan hielden en door den geneesheer met morpbine-inspuitiugen werden behan deld. Y»ranneer de gevangene alleen was, brak by dikwyls in tranen uit, stootte dan onsamenhangende woor den uit en stelde zich als een krank zinnige aan. Gewoonlyk eindigden deze heftige aanvallen in volkomen uitputting. Ik zegt dr. Veugcon kon er slechts weinig aan dóen; ik schreef hem goed voedsel voor, liet h6tn in zijn tuintje zooveel mogelyk handenarbeid verrichten, om zyn ge dachten af te leiden. Doch de beste genezing zou geweest zyn veel frisache lucht, afleiding, een druk leven Lasterproces. Den lOen Mei komt voor bet Hof van Assisen der Seine een lasterproces in behandeling, der „Libre Parole" aangedaan door senator Fatore. Het gedaagde blad heeft in deze zaak niet minder dan vierhonderd getuigen gedagvaard, waaronder driehonderd senatoren. Werkstaking. Omtrent den stand van de werk staking in de Belgische mijndistrictea deelt de „Ind. Beige" het volgende mede In het Centrum werken ruim 10.000 man en men verwachtte tegen Woens dag een sterke uitbreiding van dit aantal. In het bekken vanCharleroi daarente gen is het aantal stakers met 2000 ver hoogd zoodat bet thans 25,000 be draagt. Hier is de staking bijna alge meen'. In hot bekken van Bergen neemt de staking geregeld, zy het ook langzaam af. Ruim veertien dui zend arbeiders houden den strijd nog vol. Te Luik verwacht men dat bin nen enkel dagen de werklui met de[ aangeboden 5 percent in plaats van de gevraagde 20 percent loonsverhooging genoegen zullen ne- gèópéad wórden, waarin dë „Empress Club'1' waarvan alleen dames lid kun nen zyn, gevestigd wordt. De eerste daraosclub in Londen was de „Aiberuarleclub". die in 1875 een woning in het West-end voor haar bijéénkomsten inrichtte. Uit het mannenkamp werden heel wat pijlen op deze vrouwensocieteit afgeschoten, niettemin misschien juist daardoor bloeide de club en in 1884 opende een nieuwe damesclub, de „Alexan dra", haar zalen. Spoedig volgden meerdere clubs. De „Somorvilleclub", de „Tea and Shopping Club" waren er de bekend ste van. De „Empress Club" werd opgericht in het 60ste regeeringsjaar van de koningin en reeds het eerste jaar be droeg bot ledental 7000. En sedert is het getal jaarlijks stygende. Een van de eigenaardigheden dezer club is dat behalve de contributie een kleinigheid door de loden moet worden geofferd, welk bedrag in een cheque elk jaar aan het Prins van Wales' hospitaal- fonds wordt overgemaakt. Een politieagent schilder. Men heeft in Engeland een nieuwen kunstenaar, een schilder, out dekt, in het korps politie-ageuten t> Leeds. Het is een dertigjarig man, Jones genaamd. Hy werd eens by werk stakingsongeregeldheden gewond en kreeg om zijn wonde wat gemakke lijker dienst.' Zoo was hy belast met het toezicht in de zalen van het raad huis te Leeds. Jonas had veel ledigen tyd en besteedde dien met zich te oefenen iu teekeuen en schilderen, dat hy uooit had geleerd, maar waarvoor hij aanleg bleek te hebben- Eerst. kopieerde hy een paar oude schilderijen in het raadhuis. Later, toen by meer zelfvertrouwen kreeg, schilderde hij naar de natuur en zond een stuk, eeu zeegezicht, naar een tentoonstelling te Leeds, waar men geen al te booge eisohen stelde. Een latere schilderij, te Manchester door hem tentoongesteld, werd door eenige plaatselijke bladen geprezen. Door dit succes aangemoedigd, zond hij twee schilderijen, een landschap en een zeegezicht, Daar de Royal Academy, en tot zeer groote blijdschap nam de strenge jury het landschap aan. Dat zal dus nu op de voornaamste tentoonstelling van Engeland pryken en de eenvoudige politieagent, neemt een plaats in ouder de schilders van beteekenis. Te Berlijn loopt bet gerucht, dat Prins Ferdinand van Bulgarije in Beieren, Frankrijk en Bulgarije eeu proces tegen zyn schoonvader, deu hertog van Panna, aanhangig heeft gemaakt, om hem te dwingen tot de betaling van de bij het huwelijkscon tract bedoDgen jaarlyksche uitkeering, welke de hertog sedert het overlijden van prinses Maria Louise niet meer wil voldoen omdat zyn kleinkind Boris orthodox gedoopt is en dus, volgens 's hertogs beweren, het huwelijkscon tract verbroken is. Een clamesclub. Binnenkort zal te Londen in Ber il ely street een groot, fraai gebouw De lynciiwet. Te Leesburg in Georgia zijn drie negers gelyncht, die een zwarten politieagent hadden vermoord, omdat deze de schuilplaats wan drie anderen ontdekt had, die wegens een schaking werden nagespoord. Te Atlanta heeft, een Baptistisch predikant te Broughton, die in een preek tegen het lynchen was te velde getrokken, een pakje ontvangen met de overblijfselen van den ongelukki- gen Sam Hose, onlangs op zoograw- zame wijze ie Newman levend ver brand. Er was een dreigbrief by, hem gelastende Georgia te verlaten. De heer Broughton heeft echter ver klaard op zyn post te willen blyven. Samoa. Stevenson's weduwe, die tegen woordig op Madeira woont, heeft over de gruwelen waaraan de Engelschen zich op Samoa schuldig maken, een brief geschreven aan de „Westminster Gazette". Zy zegt o.a. „Als ik in de bladen lees dat er iede- ren dag een Samoaansch dorp be schoten wordt, dan vraag ik mij af, of zy die deze berichten lezen, er de verschrikkelijke beteekenis van beseffen. Hoe men ook over de kwestie van Samoa denken moge, er behoorde onder beschaafde volkeren slechts één meeniDg te bestaan over debarbaarsch- terugkeer?" Zeker," zegt Digby bijzonder vrien delijk. „Waar is Lady Belton?" „In do koepelkamer geloof ik," zegt Digby zich op de vacht neervLeiend! diö Grant zoo dwaas is geweest af te staan, j „Ik geloof er gem woord vaan!" zegt; juffrouw Crichtan beslist en toornig. „Jo zij.t het verstandigste meisje, dat ik kenzegt Devereuse in 't minst) niet uit het veld geslagen. „Digbyklinkt het hoogst veront waardigd uit Louise's mond. „Wil je daarmee zeggen, dait Lady Belton hemj niet liet halen?" „Is uw dienaar een. leugenaar? Nar tuurlijk zocht zij hem... maai' een urn' geleden. „O! hoe schandelijk! En je zeidet' hem dat het spel nog niet uit was." „Toen was 't ook nog aan den gang. Ik vind het prettig om te denken, dat hot aAtijjd voortduurt." „Het verwondert mij dat je je niet schaamt." „Toch wel ik schaam mij er over dht je hier met dien ezel hebt zitten flirten." „Je behoeft d!e bordjes niet tel ver hangen", zegt zij. „Ik zal je eens ver tollen hoe ik over je denk." „Oals dat waar is, verzeker ik je dat ik za.l luisteren." „Welnu dan." „Het ontelbare aantal gebreken nog daargelaten," begint Lou, „ben je een onuitstaanbare pedant. Als je eens wist hoe ik over je dachtMaar d'a.t zal je nooit, want ik kan mijn gevoelens niet onder woorden brengen. In elk geval heb jo nu bewezen, hoe schandelijk je iemand bedriegen kunt. Veronderstel diat je mij, metteen zult vertellen, dat Lady Belton zich niet in de koepelkamer bevindt." „Lieve kind," zegt Devereuse een heel ongelukkig gezicht zettend, „waar zie je mij voor aan? Lady Belton bevindt zich voor zoover ik weet in dbn uiter sten hoek van den boomgaard." Bij; deze scliaamtölooze bekentenis neemt Louise het air aan van iemand die den meest verdorven misdadiger van de wereld voor zich ziet. „Waarom heb je zoo schandelijk ge handeld'?" vraagt zij. Haar toon stemt volkomen met haar houding overeen. Hij; klinkt meer be zorgd dan wel toornig. „Kunt gij mij dat nog vragen?" her neemt die verharde misdadiger. „Ik was zoo moe van 't staan. Elke zitplaats is ingenomen begrijp je. En men vat al' licht kou als men zoo op 't gras gaat zitten. Er scheen maar één plaats voor 'mij te veroveren te zijn," hij wijst met een dramatisch gebaar op de vacht, waarop hij| zoo gemakkelijk ligt uitge strekt „deze loste alle moeielijkhe- d'en op. Hier was een plaatsje, maar onge lukkig had Grant het ingenomen. Ik moest Grant dhs op del eien of andere wijze trachten weg te krijgen, begrijp je. Welnu, en het gelukte mij. Natuur lijk behoorde ik jou mijn verontschul digingen aan te bieden omdat ik je minnaar op d'e wilden ganzen jacht zond, maar een van ons beid'en moest het lotje lijden en ik voeldtei wel dat ik die éérie niet kan zijn. Dwaas hè?" „Heel dwaas," antwoordt zij koeltjes. „Gij zult wel in staat zijn mijn te genwoordigheid voor een poosje te ver dragen. Wat lig ik heerlijk op deze vacht. Geen wonder dat hij zoo weinig geneigd was op te staan. Hij voerde een erg boeiend' gesprek met je, toen ik jelui kwm storen, is 't niet zoo? Hat zal wed onmogelijk voor mij zijp 't voort te zetten. Anders zou dit een geschikt middel zijn om je zijn afwe zigheid een weinig te dóen vergeten. Kan je mij niet een kleine aanduiding geven waar hij bleef steken „Bleef steken?" „Dat klinkt alsof jelui 't over' Idee- dlingstukken had, niet waai'? Maar dJait is een veel te eenvoudig onderwerp. Ik vraag je alleen maar of je mij een beetjei op de hoogte wilt brengen waai' Grant over sprak, dan ben ik wellicht in staat, het gesprek te vervolgen." i „Daar 'twijfel ilc aan.," klinkt het toornig terug. j „Was het zoo geleerdHij ziet haar) met opgetrokken wenkbrauwen aan. „Ik wist niet dat die Grant zoo'n genicl was. Aan zijn kin," peinzend', „zotu men i 't niet zeggen. En wat had' do groote' Grant dian wel in te brengen V' „Hij zeidie, je kunt hem bespotten zooveel je wilt, diat de gelaatstrekken van de meeste menschen niet volmaakt zijn. Jij spreekt nu over de kin maar hij is niet de eenige, die..." „Ik hoop niet, dat je op mijn neus doelt," zegt Digby bezorgd'. Zijn ndus is zeer bijzonder in zijn soort het- is die neus, die volgens het zeggen bij den ijzeren hertog hoog in aanzien stond. „Maar luister, Lou, het is beter een te grooten neus dan een te kleinen kin te hebben. Welnu ga voort. Hij. zei- de?,. .Jets", antwoordt zij met kalme ver achting, „wat ik zeer verstandig vond. Hij legde mij uit hoe d'e natuur de kansen zoo gelijk mogelijk verdeeld heeft. Juist toen jij, er aan kwaamt,. verklaarde hij mij dart leelijke menschen gewoonlijk knap en lieden met een mooi uiterlijk dom zijn." Digby viert zijn vroolijkheid den vrijen teiugel. Hij kan bijna niet tob bedaren komen van 't lachen. „Ik begrijp niet waarom je zoo lacht," zegt juffrouw Crichtom waar-t düg. „Wat een verwenschte gek!" hijgt hij ten laatste. „Hij", opgewonden, „is een zeer ver standig man!" „Werkelijk?" Dan ben ik ongetwij feld een ezel, maar ik geloof toch niet d'at ik zoo iets tegen een meisje zou gezegd hebben." „Wat," kool, „bedoel je?" „Wel, het was een rechtstreeksche beleediging hoe je 't ook opneemt". „Digby „Mijn lieve kind! Kom'! bevredig mijn nieuwsgierigheid nu eens, Lou. Hoe naamt giji 't op „Hoe ik 't opnam?" „Ja. Beschouw jij je zelf bv. als een gToót licht, maar verschrikkelijk Le lijk of als een: schoonheid, en idioot', i Denk ei' even over na," voegt hij er aan toe zien dé dht er een uitbarsting op handen is, „hef, is geen vraag, die je terstond kan beantwoorden." „Dat heeft mijnheer Grant," zegt zij1 boos, „nooit bedoeld." „Beste bind!, wat dan anders? Ik vind het bepaald onbeschoft van hem. Welnu, wat ben jé?" „Och, wees niet zoo doin," zegt zijl knorrig. „Neem mijl niet kwalijk. Maar in dit geval was jo-uw knappe man eeni groote domoor. Ik zou er niet over den ken zoo'n onderwerp op 't tapijt te brengen, waarbij jij in 't spel bent jij die niet alleen 't mooiste maar ook 't verstandigste meisje bent dat ik ken „Een nieuwe schimpscheut!" zegt zij. Zij staat op. „Kijk mij zoo niet aan," zegt Deve reuse. „Dat staat je niet mooi. Je oogeui gelijken wel X-stralan, 2» gaan heele- maal door mij heen. Ik heb je een com pliment gemaakt, je genie beleedigdeje en toch ben je veel boozer op mij dan op hem." (Wordt vervodgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 2