Gemeenteraad Amsterdam.
In de raadszitting van Woensdag te
Amsterdam kwam een adres ter tafel
van leeraren aau liet gymnasinm, ver
zoekende om intrekking vaD het be
sluit, waarbij zij bij ongesteldheid den
door de gemeente aangestelden genees
heer moeten ontvangen. Zij achten zich
daardoor in hun grondwettige vrijheid
verkort. De voorzitter verklaarde, dat
B. en W. zich zeker niet aan de grond
wet zullen vergïypen.Mocht de genees
kundige, die zich aanmeldt, door den
leeraar niet worden toegelaten, dan zal
het zich zeer stellig niet met behulp
van den sterken arm toegang verschaf
fen. Evenwol hebben de leeraren te be
denken, dat zij behalve staatsburgers,
ambtenaren zijn. Vraagt een ambte
naar verlof wegens ziekte, dan zal de
kans op verkrijging van dat verlof niet
stijgen, als by de daartoe noodige for
maliteit niet wenscht vervuld te zien.
Het besluit, waar hier sprake van is,
werd niet dan na rypo overweging
door den raad genomen en spreker
acht het noodig dat besluit te hand
haven. Zonder discussie werd het
adres tot afdoening gesteld in handen
van B. en W.
Daarna vroeg mr. Van Nierop ver
gunning bet woord tot B. en W. te
richten naar aanleiding van de ver
houding der gemeente tot de ingedien
de ongevallenwet
Spr. is in 't algemeen een voor
stander van het ontwerp. Evenwel, de
gemeente zal weldra tot een der groot
ste industrieelen behooren en zoover
gaat de wet, dat zelfs de brandweer
onder de bedrijven wordt gerang
schikt. De gemeente heeft haar werk
liedenreglement, waarbij wordt uitge
keerd liet volle loon bij ongevallen,
en haar pensioenverordeuing, die by
voortdurende ongeschiktheid pensioen
verleent. Het is nu de vraag, of de
gemeente eventueel ook nog zal moe
ten betalen aan de verzekeringsbank.
Ook in de memorie van beantwoor
ding is de quaestie niet behoorlijk op
gelost, door de vryheid aan de ge
meente om de zaak zelve te regelen.
Er is tnsschen do gemeenteverorde
ning en de ingediende ongevallenwet
vry wat verschil. De gemeente bijv.
kent geen wachttyd. Nu geeft het
ontwerp overgangsbepalingen met bet
oog bijv. op de omstandigheid dat de
werkgever zyn personeel by derden
heeft verzekerd of dat de arbeider
zelf zich heeft verzekerd. Maar niet
geregeld is de gemeentelijke quaestie,
waarbij de gemeente in zich zelf voor
haar personeel de verzekering sluit.
De weth. voor de financiën ant
woordt, dat B. en W. de door mr.
Van Nierop aangestipte quaostie
overwogen hebben en de regeering ge
wezen op de bezwaren, die de onge
wijzigde aanneming der wet voor de
gemeente zal tengevolge hebben. Nu
echter blijkt dat de regeering die be
zwaren niet van groote beteekenis
acht, want ze beeft aan de geopperde
bedenkingen beei geeD aandacht ge
schonken, zijn B. en W. gaarne be
reid zich alsnog te richten tot de
Tweede Kamer.
Het afwijzend praeadvies op een
adres van een aantal Ryuschippers
waarin dezen verzoeken het schatgeld
voor biuuenschepea in deze gemeente
af te schaffen, lokt een heftig protest
uit van den heer Kamerlingh Onnes,
die beweert dat de verordening,
waarby de Ry a vaart van schutgeld
is vrijgesteld, haar doel niet bereikt,
dat zij aau Amsterdam bezorgt eene
misleidende reputatie van vrye Ryn
haven.
De wethouder protesteert op zy'ne
beurt tegen deze kenschetsing van
den heer Onnes. De bonafide Rijn-
vaarders zyn wel degeiyk geheel vry
van schutgeld.
Goedgekeurd wordt de voordracht
tot wijziging der verordening betref
fende de plaatselijke commissie van
toezicht op het middelbaar ouderwijs,
na aanneming van het door B. en W.
overgenomen amendement van den
heer Gerritsen om de voordracht tot
vervulling van iedere vacature niet
langer te doen uitgaan van de com
missie zelve, maar van B. en W. de
commissie gehoordmet de aanne
ming ook van het door B. en W. be
streden amendement om de commissie
uit te breiden van 15 tot 20 leden.
De tyd was te ver gevorderd voor
de behandeling der voordracht tot wij
ziging van het reglement op het Bur
gerweeshuis. De raad ging uiteen na
eenige benoemingen te hebben ge
daan, o. a. die van den heer ,T. H.
Nieszen, adj.-directeur van publieke
werken te Rotterdam, tot directeur
van den gemeentelijken tramdienst.
Gedenkplaat ter herinnering
aan het Regentschap.
Ter berinnering aan het Regent
schap van H. M. de Koningin-Moeder
werd in de Kod. Utr. fabriek van
zilverwerken van C. J. Begeer
fraaie gedenkplaat geslagen. Gemo
delleerd en gegraveerd ia bovenge
noemde ateliers naar eene teekeniDg
van prof. Sturm, geeft deze plaquette
allegorisch weer wat het Nederland-
sehe volk aan H. M. de Koningin-
Weduwe verschuldigd is. Vooral laat
zy zien en brengt zy iu herinnering
hetgeen H. M. by bet aftreden als
j Regentos als afscheidsgeschenk aan
j het Ned. volk aanbood, nl. eene schets
van bet slot Oranje-Nassau-Oord. De
{voorzijde geeft 't goed gelijkende por
tret van H. M. met den weduwen-
kap.
Ter linkerzijde een fraai gemodel
leerde, zeer juist gedrapeerde vrou-
i wenfiguur welke om het beeld van
H. M. een krans van laurier hecht
Onder het portret een cartouche
I waarop, gelijk gezegd, het landgoed
Oranje Nass&uoord. Eene, ter rechter
zijde zittende vrouwenfiguur wyst
- daarop, H. M. aanziende,
i Boven dit alles twee kinderfiguren,
een banderolle vasthoudend waarop
1 de jaartallen van den duur van het
Regentschap 1890—1898.
j De achterzijde vertoont in den lin
kerbovenhoek het ovale wapenschild
I van H. M. de Koningin-Regentes,
j gedekt door de Koninklijke kroon.
{Over het grootste gedeelte der pla-
quette een bijzonder fraai uitgevoerde
I Oranjetak met. palm. De overgebleven
ruimte bevat de volgende inscriptie
I „Aan Hare Majesteit Emma,
Koningin-Weduwe RegeDtes van het
Koninkrijk.
2-3 Nov. 1890—3' Aug. 1898.
Het dankbare Nederlandsche Volk".
Eene gelukkige gedachte is het
voorzeker, dit kunstproduct het eerst
verkrijgbaar te stellen op de eerst
daags te Utrecht te houden Fancy fair,
ter verkrijging der fondsen die benoo-
digd zyn tot de oprichting van sana
toria voor longlijders.
Dinsdagmiddag is in de stallen by
de artillerie-kazerne te Amersfoort
de korporaal van Zwol van de 6e
batterij der veldartillerie, afkomstig
uit Utrecht, uit eeu luik van den
hooizolder gevallen. De dood trad
byoa onmiddellijk in. De ongelukkige
>,ou over vier maanden den dienst
hebben verlaten, om dan in het huwe
lijk te treden.
Brave kroeghouders.
Door alle herbergiers te Mortel is
een besluit genomen, dat toejuiching
en navolging verdient. Na den middag
zullen zij geen sterken drank schen
ken en in hun lokalen zal het volgende
opschrift worden gehangen: „Hier
wordt na den middag geen sterken
drank geschonken.
Fr. N. Br.)
Een duur geschenk.
Zelfs goedbedoelde geschenken kun
nen soms voor hem, die ze ontvangt,
onaangename gevolgen hebben. Een
burgemeester, ergens in ons land, die
zeer veel belang stelt in landbouw-
en veeteelt-zaken, had zich bijzonder
veel moeite gegeven voor de opr edi
ting van eene roomboterfabriek. Na
het tot stand komen daarvan werd
hem, als bewjjs van waardeering, een
aandeel van f50 ten geschenke aan
geboden.
Dezer dagen ontving de burge
meester, als aandeelhouder der sedert
gefailleerde fabriek, een gerechtelijke
aanmaning tot betaling van zijn aan
deel in het tekort. En hoe ongaarne
ook, moest hy zijn aandeel met f 142
bijpassen.
Leg©?* est Vlooi.
Koloniale werving.
In de maand April zyn by het
Koloniaal Werfdepöü voor den Indi-
sc'nen dienst aangenomen 74 Neder
landers, 11 Duitschers, 10 Belgen, 1
Zwitser, 2 Luxemburgers en 1 Oosten
rijker, totaal 99. Van de verschillende
korpsen van het leger hier te lande
werden overgenomen 14 onderofficie
ren en minderen, zoodat het totaal der
werving 113 bedroeg. Ouder de aan-
genomenen bevonden zich 31 miliciens
die voor den tyd van 2 jaar by het
Indische leger werden gedetacheerd;
onder de overgeDomenen 6 miliciens
die eveneens voor 2 jaar detacheering
by dat leger zyn toegelaten. Aan die
113 personen werd aau handgeld uit
betaald de som van f22.500.
Naar Oost-Indië vertrokken 2 deta
chementen door 4 officieren ge
leid ter sterkte vau 4 ouderofficie
ren en 70 mindere militairen van
verschillende nationaliteiten en wel
56 Nederlanders, 9 Duitschers, 7 Bel
gen. 1 Zwitser en 1 Luxemburger.
Uit O.-Indië keerden terug 14 mili
tairen wegens ziekte of wel wegens
diensteindiging, nit W.-Indië repatri
eerden 7 militairen. 4 uit Suriname
en 3 uit Curasao.
Ge knnti' abon-l
ineeren onsg
Mj allei
Boekhandelaars
1 en Courantiers
j en aan ons Bn-
S rean.
hoeft op te treden, bet denkbeeld doen
opperen dat ook zy gemist kan wor
den.
Althans de vraag werd onlangs door
eenige leden der Tweede Kamer ge
daan, geheel in overeenstemming met
hetgeen algemeen aangenomen wordt
in het voornemen der Regeering te
liggen. De troebelen op Cuba hebben
echter er toe geleid, dat de Regeering
vooralsnog het geliefkoosd plan niet
durft ten uitvoer te leggen. Anders
zou er nog een grootere opruiming
zyn gehouden en zouden de kolo
nisten, die niets anders wenschendan
onder Nederlandseh gezag te blijven,
het pijnlijk schouwspel andermaal be
leven, dat ook de majoor-commandant
der troepen en van het garnizoen in
Suriname, zijnerzijds mede „Vendutie"
zou doen houden, en tegen gereed
geld eenige tot de krijgsmacht behoo-
rende goederen doen verkoopen.
Waarljjk! 't is bedroevend 1
Terwyl de groote mogendheden allen
dorsten naar 't bezit vau koloniën, en
zoovele teekenen van een ontwakend
j Suriname voorhanden zyn, begint onze
1 regeering in plaats van de verweer
middelen te vermeerderen, juist de
middelen op te heffen, die een rustige,
'geleidelijke ontwikkeling van het land
j waarborgen.
Die ontwikkeling zal hoofdzakelijk
kunnen plaats hebben door de hulp
van buitenlanders; wij kunnen oomo
gelijk Braamspunt of de andere Zee
gaten sluiten, zonder daarbij tegel ijk
te besluiten de vele bronnen, waar
over wy te beschikken hebben, onaan
geroerd te laten.
Tegengesproken kan bezwaarlijk,
dat voor het onmisbaar vertrouwen
iu de kolonie voor ieder, landgenoot
of vreemdelingen, vooral van wie hier
uitgebreide zaken wenseht te doen,
de aanwezigheid van de vereischte
middelen tot handhaving van gezag
en orde noodig is.
Intusschen al zal de regeering
later inzien dat de opheffing van het
Marine Station is een onstaatkundige
handeling op 't oogenblik valt
daaraao niet te veranderen.
De minister van Marine vindt, dat
de thans voor de zeemacht vastge
stelde types van vechtschepen, over
bodig maken de Bonaire's en Suri-
uame's meer in dienst' te houden,
en daarom in plaats van schepen voor
den dienst inde West-Indien te
bouwen, zooals de Wilmington van
de Y. S. die dan toch ook „modern"
is liever„Yivent les principes,
périssent" les colonies!"
Goud-indïistriö.
Onze West van den 14den Maart
schryft
Het doet ons genoegen tegenover
de in de laatste tijden niet altjjd even
gunstig luidende berichten omtrent
de goud-industrieën, de mededeeling
te kunnen stellen, dat op het placer
van de Mindriaetie Gold Mining Cie.
in anderhaiven dag tijds in de afge-
loopen week eene productie werd
verkregen van 1017 gram goud. Sedert
de kleine Combé alhier, eenige tot dit I geruimen tyd had men de machinale
station behoorende goederen." exploitatie, wegéns het, zoo men weet
Met andere woorden de inven- iu de goudvelden algemeen heerscheDd
taris behoorende tot H. M. Zeemacht, gebrek aan water, moeten staken en
zal, voor zooveel een overbrengen naar was by die gelegenheid eeu lioeveel-
Nederland niet gewenscht voorkomt, hold troebel water in het reservoir
worden opgeruimd, en als de op- achtergebleven, waarmede thans, nu
ruiming heeft plaats gehad, zal bet het water bezonken was, gedurende
Stationsschip oos verlaten! Sedert ander oal ven dag kon gewerkt worden
RECHTSZAKEN.
De vergiftiging te Rotterdam.
Thans is de instructie gesloten in
zake het vergiftigingsdraraa uit de
Oranjeboomstraat te Rotterdam, waar
bij de wed. Sörensen geboren Yiegeu
betrokken is. Door den rechtercom
missaris mr. A. O. H. Tellegen Bzn.
is het lyvig dossier in handen van de
rechtbank gesteld en de stukken van
overtuiging ter griffie van de recht
bank gedeponeerd waaronder ook het
flesebje met arsenicum.
Het Gerechtshof te Amsterdam be
krachtigde Woensdag het vonDis der
rechtbank, waarby M. Landenberg,
wegens verduistering van geldeu
die hij, als tusschenpersoou voor de
Hollandsche Voorschotbank te Haar
lem, moest afdragen werd veroor
deeld tot 2V2 jaar gevangenisstraf.
SC o cs si i n.
West-Indië.
Men schrijft aan Onze West
leder welgeaard kolonist, die het
Goevercementsblad van heden in han
den nam zal wel pijnlijk getroffen zyn
geworden door de mededeeling van
den stations-commandant in de wate
ren vau Suriname, dat „wegens op-
heffiug van bet station der zeemacht
in deze kolonie, tegen gereed geld,
op Woensdag den 12en April a. s.,
des namiddags ten 4 ure en zoo noo
dig op volgende dagen zal worden
verkocht, in een der koelieloodsen op
en bovengenoemd produet behaald.
Het reusachtig reservoir op het
placer verdient wel eenige vermelding.
De inhoud daarvan bedraagt thans
reeds ruim driekwart millioen ku ieke
voeten, doch de beer Mayo deelde
ons mede nog niet gereed te zyn en
ai voortwerkende met de monitors
van de „gewasschen" aarde een wal
te zullen opwerpen rondom hetreser-
Crynssen de kolonie op de Engelsehen
veroverde en Neerland's driekleur op
de wallen van Zeelandia plantte,
heeft de Marine, wanneer noodig, veel
bygedrageD tot bewaring van orde en
gezag in dit gewest, zy 't dan ook
meer in indirecten dan wel in directen
u.
Er is geen beter belichaming van
gezag, geen indrukwekkender voor
stelling van macht mogelijk dan een j voir die dén inhoud nog belangrijk
oorlogsschip, ook al ligt 't rustig ten zal doen verin eer deren,
anker in de haven! Dat gevoelt ied6r j Vermeld zy nog dat by het spuiten
vreemdeling die hier voet aan walin de afgeloopen week een rif ontdekt
zetdat beseft ieder inwoner van hetwerd, op eenige voeten onder den
land. En dat bewustzyn geefi moed grond, dat zoo verweerd was, dat!
en zekerheid om rustig aao den ar- het kon worden doorspoten. Zoowel 1
beid te gaan, en met inspanning op bet, kruispunt als daarachter werd
te werken aan de ontwikkeling vau goud in niet onbelangrijke mate ge-
het land. i vonden. De heer Mayo eindigde zyn
Maar de regeering in het Moeder gesprek niet de voorspelling: „Suri-
land, die dien weldadigen invloed van name gaat een groote toekomst te
het stationsschip zelve niet kan zien, gemoet." i
heeft gemeend, dat het wachtschip
overbodig is, vooral omdat do voor de iilSIECINS
Marine vastgestelde types van schepen
niet toelaten het in wezen houden -D0 zaak-Droyfns.
van die schepen welke tot dusverre De Figaro handhaafteD licht nader
in West-Indië dienst deden. toe de lezing, die zy Dinsdag gaf
Reeds heeft de meening, dewijl ook van het verboor van duPaty deClam
de krijgsmacht hier niet handelend be- en inzonderheid van diens verklaring,
dat hy aan generaal Mercier het
commentaar heeft ter hand gesteld,
door hem by de stukken van het
geheime dossier geschreven. De Figaro
vermeldt hierbij, dat toen du Paty
deze verklaring aflegde, de procureur'
generaal Manau zeer getroffen op
stond en zeide, dat hy, tenzy zyn
eisch onmiddellijk ingewilligd werd
dadelijk conclusies zou stellen, strek
kende om den minister van oorlog te
verzoeken bet bedoelde commentaar
langs regelmatigen weg van generaal
Mercier op te vrageD. Het Hof wil
ligde dezen eisch van den procureur-
generaal iö.
Cornély heeft een lang artikel iu
de Figaro geplaatst, waarin hy zegt,
dat de stof van hel; dossier der enquête
weldra uitgeput is. De Figaro beroemt
zich op do openbaarmaking, welke
de in het geheim voorbereide hinder
laag aan de waarheid voorkomt. Thans
heeft het publiek kunnen oordeelen.
Zoo de onschuld van Dreyfus niet
aangetoond is, zijn schuld is het zeker
ook niet. Wat wol bewezen is, dat is
de kannibalen-manier vau behandeling
van dien ongelukkige op zyn rots, en
dat in hot land van ridderlijkheid,
oprechtheid, edelmoedigheid, raedo-
doogen, zachtheid. Millioenen bebbeu
falsarissen willen verheerlijken, slacht
offers afmaken, der gerechtigheid den
weg versperreu.
Men heeft Fraukryk's geschiedenis
een slag in het aangezicht gegeven.
De Figaro heeft een goed, nuttig en
vaderlandslievend werk verricht, zoo
besluit hy, ik beschouw het ais de
eer van mijn leven er een weinig toe
te hebben bijgedragen.
Dreyfus' gezondheid.
De „Daily Telegraph" verneemt uit
Cayenne eenige bijzonderheden over
Dreyfus' gezondheid. Dr. Yeugnon,
die deu gevangene op het Duivels
eiland onderzocht, heeft een uitvoe
rige verklaring over den toestand van
Dreyfus afgelegd.
Dreyfus was van huis uit een ze
nuwlijder en zijn behandeling op het
verbanningsoord heeft hem nog zieker
gemaakt. Zijn zenuwen zyn ernstig
aangetast door afzondering, werkloos
heid, zwaarmoedigheid en vertwijfe
ling. Ongeveer een jaar na zijn op
sluiting openbaarde zich zyn ziekte.
Hy klaagde over slapeloosheid, daar
bij kwam hoofd pijn, pijnen in den
bals en flauwten, (lie langen tyd aan
hielden en door den geneesheer met
morpbine-inspuitiugen werden behan
deld. Y»ranneer de gevangene alleen
was, brak by dikwyls in tranen uit,
stootte dan onsamenhangende woor
den uit en stelde zich als een krank
zinnige aan. Gewoonlyk eindigden
deze heftige aanvallen in volkomen
uitputting. Ik zegt dr. Veugcon
kon er slechts weinig aan dóen; ik
schreef hem goed voedsel voor, liet
h6tn in zijn tuintje zooveel mogelyk
handenarbeid verrichten, om zyn ge
dachten af te leiden. Doch de beste
genezing zou geweest zyn veel frisache
lucht, afleiding, een druk leven
Lasterproces.
Den lOen Mei komt voor bet Hof
van Assisen der Seine een lasterproces
in behandeling, der „Libre Parole"
aangedaan door senator Fatore. Het
gedaagde blad heeft in deze zaak
niet minder dan vierhonderd getuigen
gedagvaard, waaronder driehonderd
senatoren.
Werkstaking.
Omtrent den stand van de werk
staking in de Belgische mijndistrictea
deelt de „Ind. Beige" het volgende
mede
In het Centrum werken ruim 10.000
man en men verwachtte tegen Woens
dag een sterke uitbreiding van dit
aantal.
In het bekken vanCharleroi daarente
gen is het aantal stakers met 2000 ver
hoogd zoodat bet thans 25,000 be
draagt. Hier is de staking bijna alge
meen'. In hot bekken van Bergen
neemt de staking geregeld, zy het
ook langzaam af. Ruim veertien dui
zend arbeiders houden den strijd nog
vol. Te Luik verwacht men dat bin
nen enkel dagen de werklui met de[
aangeboden 5 percent in plaats
van de gevraagde 20 percent
loonsverhooging genoegen zullen ne-
gèópéad wórden, waarin dë „Empress
Club'1' waarvan alleen dames lid kun
nen zyn, gevestigd wordt.
De eerste daraosclub in Londen
was de „Aiberuarleclub". die in 1875
een woning in het West-end voor
haar bijéénkomsten inrichtte. Uit het
mannenkamp werden heel wat pijlen
op deze vrouwensocieteit afgeschoten,
niettemin misschien juist daardoor
bloeide de club en in 1884 opende
een nieuwe damesclub, de „Alexan
dra", haar zalen.
Spoedig volgden meerdere clubs.
De „Somorvilleclub", de „Tea and
Shopping Club" waren er de bekend
ste van.
De „Empress Club" werd opgericht
in het 60ste regeeringsjaar van de
koningin en reeds het eerste jaar be
droeg bot ledental 7000. En sedert is
het getal jaarlijks stygende. Een van
de eigenaardigheden dezer club is dat
behalve de contributie een kleinigheid
door de loden moet worden geofferd,
welk bedrag in een cheque elk jaar
aan het Prins van Wales' hospitaal-
fonds wordt overgemaakt.
Een politieagent schilder.
Men heeft in Engeland een nieuwen
kunstenaar, een schilder, out dekt, in
het korps politie-ageuten t> Leeds.
Het is een dertigjarig man, Jones
genaamd. Hy werd eens by werk
stakingsongeregeldheden gewond en
kreeg om zijn wonde wat gemakke
lijker dienst.' Zoo was hy belast met
het toezicht in de zalen van het raad
huis te Leeds. Jonas had veel ledigen
tyd en besteedde dien met zich te
oefenen iu teekeuen en schilderen, dat
hy uooit had geleerd, maar waarvoor
hij aanleg bleek te hebben-
Eerst. kopieerde hy een paar oude
schilderijen in het raadhuis. Later,
toen by meer zelfvertrouwen kreeg,
schilderde hij naar de natuur en zond
een stuk, eeu zeegezicht, naar een
tentoonstelling te Leeds, waar men
geen al te booge eisohen stelde. Een
latere schilderij, te Manchester door
hem tentoongesteld, werd door eenige
plaatselijke bladen geprezen.
Door dit succes aangemoedigd, zond
hij twee schilderijen, een landschap
en een zeegezicht, Daar de Royal
Academy, en tot zeer groote blijdschap
nam de strenge jury het landschap
aan.
Dat zal dus nu op de voornaamste
tentoonstelling van Engeland pryken
en de eenvoudige politieagent, neemt
een plaats in ouder de schilders van
beteekenis.
Te Berlijn loopt bet gerucht, dat
Prins Ferdinand van Bulgarije in
Beieren, Frankrijk en Bulgarije eeu
proces tegen zyn schoonvader, deu
hertog van Panna, aanhangig heeft
gemaakt, om hem te dwingen tot de
betaling van de bij het huwelijkscon
tract bedoDgen jaarlyksche uitkeering,
welke de hertog sedert het overlijden
van prinses Maria Louise niet meer
wil voldoen omdat zyn kleinkind Boris
orthodox gedoopt is en dus, volgens
's hertogs beweren, het huwelijkscon
tract verbroken is.
Een clamesclub.
Binnenkort zal te Londen in Ber
il ely street een groot, fraai gebouw
De lynciiwet.
Te Leesburg in Georgia zijn drie
negers gelyncht, die een zwarten
politieagent hadden vermoord, omdat
deze de schuilplaats wan drie anderen
ontdekt had, die wegens een schaking
werden nagespoord.
Te Atlanta heeft, een Baptistisch
predikant te Broughton, die in een
preek tegen het lynchen was te velde
getrokken, een pakje ontvangen met
de overblijfselen van den ongelukki-
gen Sam Hose, onlangs op zoograw-
zame wijze ie Newman levend ver
brand. Er was een dreigbrief by,
hem gelastende Georgia te verlaten.
De heer Broughton heeft echter ver
klaard op zyn post te willen blyven.
Samoa.
Stevenson's weduwe, die tegen
woordig op Madeira woont, heeft over
de gruwelen waaraan de Engelschen
zich op Samoa schuldig maken, een
brief geschreven aan de „Westminster
Gazette". Zy zegt o.a.
„Als ik in de bladen lees dat er iede-
ren dag een Samoaansch dorp be
schoten wordt, dan vraag ik mij af,
of zy die deze berichten lezen, er
de verschrikkelijke beteekenis van
beseffen. Hoe men ook over de kwestie
van Samoa denken moge, er behoorde
onder beschaafde volkeren slechts één
meeniDg te bestaan over debarbaarsch-
terugkeer?"
Zeker," zegt Digby bijzonder vrien
delijk.
„Waar is Lady Belton?"
„In do koepelkamer geloof ik," zegt
Digby zich op de vacht neervLeiend! diö
Grant zoo dwaas is geweest af te staan, j
„Ik geloof er gem woord vaan!" zegt;
juffrouw Crichtan beslist en toornig.
„Jo zij.t het verstandigste meisje, dat
ik kenzegt Devereuse in 't minst)
niet uit het veld geslagen.
„Digbyklinkt het hoogst veront
waardigd uit Louise's mond. „Wil je
daarmee zeggen, dait Lady Belton hemj
niet liet halen?"
„Is uw dienaar een. leugenaar? Nar
tuurlijk zocht zij hem... maai' een urn'
geleden.
„O! hoe schandelijk! En je zeidet'
hem dat het spel nog niet uit was."
„Toen was 't ook nog aan den gang.
Ik vind het prettig om te denken, dat
hot aAtijjd voortduurt."
„Het verwondert mij dat je je niet
schaamt."
„Toch wel ik schaam mij er over
dht je hier met dien ezel hebt zitten
flirten."
„Je behoeft d!e bordjes niet tel ver
hangen", zegt zij. „Ik zal je eens ver
tollen hoe ik over je denk."
„Oals dat waar is, verzeker ik je
dat ik za.l luisteren."
„Welnu dan."
„Het ontelbare aantal gebreken nog
daargelaten," begint Lou, „ben je een
onuitstaanbare pedant. Als je eens wist
hoe ik over je dachtMaar d'a.t zal je
nooit, want ik kan mijn gevoelens niet
onder woorden brengen. In elk geval
heb jo nu bewezen, hoe schandelijk je
iemand bedriegen kunt.
Veronderstel diat je mij, metteen zult
vertellen, dat Lady Belton zich niet in
de koepelkamer bevindt."
„Lieve kind," zegt Devereuse een heel
ongelukkig gezicht zettend, „waar zie
je mij voor aan? Lady Belton bevindt
zich voor zoover ik weet in dbn uiter
sten hoek van den boomgaard."
Bij; deze scliaamtölooze bekentenis
neemt Louise het air aan van iemand
die den meest verdorven misdadiger
van de wereld voor zich ziet.
„Waarom heb je zoo schandelijk ge
handeld'?" vraagt zij.
Haar toon stemt volkomen met haar
houding overeen. Hij; klinkt meer be
zorgd dan wel toornig.
„Kunt gij mij dat nog vragen?" her
neemt die verharde misdadiger. „Ik was
zoo moe van 't staan. Elke zitplaats is
ingenomen begrijp je. En men vat al'
licht kou als men zoo op 't gras gaat
zitten. Er scheen maar één plaats voor
'mij te veroveren te zijn," hij wijst met
een dramatisch gebaar op de vacht,
waarop hij| zoo gemakkelijk ligt uitge
strekt „deze loste alle moeielijkhe-
d'en op.
Hier was een plaatsje, maar onge
lukkig had Grant het ingenomen. Ik
moest Grant dhs op del eien of andere
wijze trachten weg te krijgen, begrijp
je. Welnu, en het gelukte mij. Natuur
lijk behoorde ik jou mijn verontschul
digingen aan te bieden omdat ik je
minnaar op d'e wilden ganzen jacht zond,
maar een van ons beid'en moest het
lotje lijden en ik voeldtei wel dat ik die
éérie niet kan zijn. Dwaas hè?"
„Heel dwaas," antwoordt zij koeltjes.
„Gij zult wel in staat zijn mijn te
genwoordigheid voor een poosje te ver
dragen. Wat lig ik heerlijk op deze
vacht. Geen wonder dat hij zoo weinig
geneigd was op te staan.
Hij voerde een erg boeiend' gesprek
met je, toen ik jelui kwm storen, is
't niet zoo?
Hat zal wed onmogelijk voor mij zijp
't voort te zetten. Anders zou dit een
geschikt middel zijn om je zijn afwe
zigheid een weinig te dóen vergeten.
Kan je mij niet een kleine aanduiding
geven waar hij bleef steken
„Bleef steken?"
„Dat klinkt alsof jelui 't over' Idee-
dlingstukken had, niet waai'? Maar dJait
is een veel te eenvoudig onderwerp. Ik
vraag je alleen maar of je mij een beetjei
op de hoogte wilt brengen waai' Grant
over sprak, dan ben ik wellicht in staat,
het gesprek te vervolgen." i
„Daar 'twijfel ilc aan.," klinkt het
toornig terug. j
„Was het zoo geleerdHij ziet haar)
met opgetrokken wenkbrauwen aan. „Ik
wist niet dat die Grant zoo'n genicl
was. Aan zijn kin," peinzend', „zotu men i
't niet zeggen. En wat had' do groote'
Grant dian wel in te brengen V'
„Hij zeidie, je kunt hem bespotten
zooveel je wilt, diat de gelaatstrekken
van de meeste menschen niet volmaakt
zijn. Jij spreekt nu over de kin
maar hij is niet de eenige, die..."
„Ik hoop niet, dat je op mijn neus
doelt," zegt Digby bezorgd'. Zijn ndus
is zeer bijzonder in zijn soort het-
is die neus, die volgens het zeggen bij
den ijzeren hertog hoog in aanzien
stond.
„Maar luister, Lou, het is beter een
te grooten neus dan een te kleinen kin
te hebben. Welnu ga voort. Hij. zei-
de?,.
.Jets", antwoordt zij met kalme ver
achting, „wat ik zeer verstandig vond.
Hij legde mij uit hoe d'e natuur de
kansen zoo gelijk mogelijk verdeeld
heeft. Juist toen jij, er aan kwaamt,.
verklaarde hij mij dart leelijke menschen
gewoonlijk knap en lieden met een
mooi uiterlijk dom zijn."
Digby viert zijn vroolijkheid den
vrijen teiugel. Hij kan bijna niet tob
bedaren komen van 't lachen.
„Ik begrijp niet waarom je zoo
lacht," zegt juffrouw Crichtom waar-t
düg.
„Wat een verwenschte gek!" hijgt
hij ten laatste.
„Hij", opgewonden, „is een zeer ver
standig man!"
„Werkelijk?" Dan ben ik ongetwij
feld een ezel, maar ik geloof toch niet
d'at ik zoo iets tegen een meisje zou
gezegd hebben."
„Wat," kool, „bedoel je?"
„Wel, het was een rechtstreeksche
beleediging hoe je 't ook opneemt".
„Digby
„Mijn lieve kind! Kom'! bevredig
mijn nieuwsgierigheid nu eens, Lou.
Hoe naamt giji 't op
„Hoe ik 't opnam?"
„Ja. Beschouw jij je zelf bv. als een
gToót licht, maar verschrikkelijk Le
lijk of als een: schoonheid, en idioot',
i Denk ei' even over na," voegt hij er
aan toe zien dé dht er een uitbarsting
op handen is, „hef, is geen vraag, die
je terstond kan beantwoorden."
„Dat heeft mijnheer Grant," zegt zij1
boos, „nooit bedoeld."
„Beste bind!, wat dan anders? Ik
vind het bepaald onbeschoft van hem.
Welnu, wat ben jé?"
„Och, wees niet zoo doin," zegt zijl
knorrig.
„Neem mijl niet kwalijk. Maar in
dit geval was jo-uw knappe man eeni
groote domoor. Ik zou er niet over den
ken zoo'n onderwerp op 't tapijt te
brengen, waarbij jij in 't spel bent
jij die niet alleen 't mooiste maar ook
't verstandigste meisje bent dat ik
ken
„Een nieuwe schimpscheut!" zegt zij.
Zij staat op.
„Kijk mij zoo niet aan," zegt Deve
reuse. „Dat staat je niet mooi. Je oogeui
gelijken wel X-stralan, 2» gaan heele-
maal door mij heen. Ik heb je een com
pliment gemaakt, je genie beleedigdeje
en toch ben je veel boozer op mij dan
op hem."
(Wordt vervodgd).