Parasols-Etalaoe,
1 Dames! I
I Jac. Hamilton,
9 p
I Nieuwste genres.
Ciiapellerie du Sport.
Ed. MEUWSEN,
■vastgemeerd, door kwaadwilligen zyn
losgemaakt.
Smokkelaars.
Men meldt aan de Yliss. Ct. nit
Overslag
Dinsdagnacht had er in Peene, een
half uur over de grens, een botsing
plaats tusscben douanen en smokke
laars. De ambtenaren wisten een per
soon en een koe te bemachtigen. Een
hunner, de ouder-brigadier, werd door
een geweerschot gekwetst in dezyde
en den arm.
Milicien s-m uzikanten
Nog meer aau in Noord-Brabant
het geval is. bestaat in Liraburg in
bijna elk dorp een muziekgezelschap.
Door de invoering van den persoon
lijken dienstplicht zyn veel van die
vereenigingen van goede elementen
tydelyk beroofd. Bijna zonder uitzon
dering zijn die te Maastricht in gar- i
nizoen gekomen en het spreekt van- i
zelf, dat onder de opgekomen miliciens
al spoedig net. plan rijpte en werd
uitgevoerd om zich te vereenigen en,
na het ontvangen van hunne thuis
achtergelaten instrumenteneen
„stukske uieziek" te maken die muzi
kale Limburgers konden daar Diet
buiten.
Zoo gezegd, zoo gedaaneen mm-
eien-kapel meester is opgetreden en
onlangs is te Maastricht groote tapt09
gehouden en heeft men daarna een
muzikale wandeling door de stad ge
maakt. („Soldatenkrant".)
der schutterij. Getuigen herkendenin
de beschuldigden de personen, die
van Gestel hadden aangevallen, velen
hadden zien slaan, doch niemand kon
met juistheid aangeven op welk
lichaamsdeel geslagen was. Ook stond
vast dat van Gestel gesard was, en
dat tusscben familieleden van den
verslagene en die van de aanvallers
een slechte verstandhouding bestond.
Het O. M. zeide o.a. dat in Til
burg een bedenkelijke geest beerscht,
die oorzaak is van misdrijf en wan
daden, in dit geval zelfs van den
dood. Hij eischte voor no. 1 drie, no.
2 twee, no. 3 vier en voor no. 4 twi
jaren
Samenscholing te Sneek.
De rechtbank te Leeuwarden heeft
de zes personen te Sneek, die op 2
Maart de voorsten waren in een volks
oploop, en de vier personen, die op 4
Maart de eersten waren in nog veel
grooter volksoploop, telkens voor bet
bureau van politie en na de arrestatie
van den colportenPieter C. B. ait
Amsterdam, welke volksoploop niet
niteenging op de driemalen door den
commissaris van politie herhaalde
sommatie, allen schuldig verklaard
aan deelneming aan samenscholingen
veroordeeld ieder tot 14 dagen gevan
genisstraf.
ft o a o in i n.
Atjeh.
De „Penang Gazette" schrijft in
haar nummer van 20 Maart, ter be
strijding van de meening dat de Atjeh-
ooriog nu geëindigd is.
„Het nieuws, door ons omtrent Su
matra ontvangen, luidt, dat in bet nu
komende goede seizoen groote activi
teit aan deu dag gelegd zal worden
door de Aljehers.
„Zendelingen en gemachtigden heb
ben gewerkt in de binnenlaodsche
bergachtige strekeD, zoodat vrees en
ongerustheid heerschen onder de Ba
takkers, die aangezocht zijn, zich bij
de onoverwinnelijke tegenstanders van
de Hollanders aan te sluiten.
„Wij moeten daarom Britsche on
derdanen, die in handels- of cultuur
ondernemingen in Noord-Sumatra
geïnteresseerd zyn, aanradeD, met de
uiterste voorzichtigheid te werk te
gaan. De beperkte middelen van de
Ned.-Indische regeeriug zullen tot het
uiterste gespannen cn nog meer oor-
logsbeiastingen zullen zeker geheven
worden.
„Wij maken van deze gelegenheid
gebrnik, om een alarmkreet të doen
hooren: lo. omdat Groot-Britanniëin
een allerdomste dwaasheid er niet aan
heeft willen denken, een Engelsehen
consul te Atjeb te plaatsen, die aldaar j
naar alles zou kunnen informeeren en
een rapport nabrengen over den staat
van zaken, en 2o omdat de regeering
van de Strait-Settlements, die, zoo
als bewezen is, door tiaar schandelijke
veronachtzaming van de Pegu-tragedie
minachting verdient over haar houding
ten opzichte van Samatra."
Als de „Penang Gazette" zoo spreekt
merkt het „Bat. Nbl." op, is men te
Penang ook er van overtuigd, dat bet
einde van den Atjeh-oorlog nabij is.
Het is toch bekend, dat Penang voor
zijn handel het meeste belang heeft
bij den ooriog dat het daarvan de
meeste voordeelen trekt en dat het
zijn bloei voor een goed deel aan den
Atjeh-oorlog te danken heeft.
Hoe meer er van die zijde geschol
den wordt, boe beter het voor ons
in Atjeb gaat.
«EG^TSZAICEW.
Mishandeling met doodelijken
afloop.
Woensdag werd voor de rechtbank
te Breda behandeld de zaak van J.
W. van Loon, J. A. Smits, J. Smits
en A. W. van Loon, beschuldigd van
in den nacht van 14 op 15 Februari
A. C. van Gestel te Tilburg zooda:
nig te hebben mishandeld, dat by
dientengevolge op den 21n Februari
is overleden.
Het getuigenverhoor bracht aan bet
licnt dat drie der beklaagden gezien
waren met lange voorwerpen, en wel
met een knoestigen stok, een kachel
roe en een degen van een muzikant
Het gerechtshof te Leeuwarden
heeft arrest gewezen in de zaak van
Bontje G. A., vrouw P. de Yr., 37
jaar, te Oldetrijne, thans in hechtenis
die door de rechtbank te Heerenveen
is schuldig verklaard aan diefstal by
nacht en veroordeeld tot twee jaar
gevangenissti af, om lat zij in den
nacht van 13 op 14 Februari 11. ten
huize van den notaris van Giffen uit
de brandkast op bet kantoor f 320
aan bank- eo muntpapier en f90 aau
zilvergeld gestolen heeft.
Het" hff "hoeft het vonnis vernietigd,
beklaagde opnieuw schuldig verklaard
en haar veroordeeld tot twee jaar
gevangenisstraf.
NGEZONDEN MEDEDEE-
LINGEN.
30 cdnts per regel.
Ziet de
hij
Anegang 4.
BUITENGEWOON GOEDKOOP.
L»iwur. jp
21, Anegang 21.
ENGELSCHE en FRANSCHE
ZIJDEN HOEDEN.
Fantaisie- en Stroolioeden.
Dames- en Hinderhoeden.
Haute Nouveauté.
Rubriek voor Dames.
Velo mijner lezeressen zullen was
schip! ijk het verslag gelezen hebben
van Mej. Jungius tegen de vivisectie,
maar weinigen hebben de spreekster
zelve gehoord:, want het publiek, was
daar niet talrijk. Dat is jammer, ik
zou u zoo graag op hot hart willen
drukken „Als ge ooit in de gelegen
heid zijt Mej. Jungius eens te hooren,
verzuim die dan vooral niet.
Ik kan niet zeggen, dat het onder
werp van hare Lezing mij bijzonder aan
trok ik ging er zuiver heen om haar
eens te hooren spreken en diait berouw
de mij niet. Ik zou wel zeggen, als er
iemand van onze sexe in staat is om
door zachte overredingskracht hare
woorden bij een attider ingang te doen
vinden, dan is zij het wel.
Men gevoelt bij intuïtie dat wat zij
spreekt, uit het hart komt, dat haar
woorden geen ijdele klanken zijn, maar
erastige gedachten, die zij, waar het
ncodig is, ongetwijfeld cok zelve in prak
tijk brengt.
Haar uiterlijk is daarbij zeer aan
trekkelijk en zeer sympathiek haai-mar
nier van spreken.
Hier is geen kwestie van de terecht
door velen gelaakte geëmancipeerde aan
stellerigheid.
Zij roerde zoo terloops aam, dat zij
het genoegen, had gehad', ook een poos
lang voor de vrouwenbeweging werk
zaam te zijn. Mij dunkt, zoo n voorgang
ster moet kans van slagen hebben, waar
het geldt werkelijk onrecht te herstel
len.
Intusschem over den inhoud van har
re lezing denkende kan ik niet nalaten
te glimlachen bij het idee, dat de man
nen en dan vooral dë mannen der be
zittende klassen het tegenwoordig wel
hard te verantwoorden hebben. De so
cialisten, de anarchisten, de vrouwen
eui nu ook zelfs de dieren (bij monde
van. de leden van. den bond tot bestrijding
der vivisectie) staan tegen hetn op en
beklagen zich, dat zij on der dankt wor
den. Laten al die tegenstanders het
maar niet zoo bont maken dat de on
derdrukkers er onder gebukt gaan dan
zou het eenige resultaat zijn. dat de
rollen verwisseld waren en dan zou
hetzelfde in omgekeerde verhouding
weer kunnen beginnen.
Maar enfin, die tijd is nog verre en
zeker is heb dat dë zachtmoedige lezing
van deze week allerminst van oprui^n-
dea invloed op de ontevredenen zal zijn
geweest.
Mejuffrouw Jungius raadt ons
de ernstige ziekten zooveel mogelijk te
voorkomen door gezonde levenswijze en
doelmatige kleeding. Dat deed! mij er
aan denken, dat er nu ook weer een
bond is opgericht tot vereenvoudiging
van de vrouwenkleeding. Een bond
Maar waarvoor nu weer een bond?
Wordt er nog niet genoeg vergaderd
Kan men. wat daarover te zeggen
valt niet schrijven in een boek. dat ie
der, die er belang in stelt bij zijn boek
handelaar koopem. kan? Uc hoop, dat
ik het mis hob, maar het komt mij' al
tijd voor alsof er bij: dat oprichten van
bonden zooveel ijdiellieid in het spel is.
Deze of gene wil ook'wel eens graag in
het publiek spreken en och, er zijn er
zoo weinigen die de gave van het woord
hebben. Velen hebben goede gedachten,
laten, zij; die in hare huiskamer op
schrijven en zoo d'o wereld inzenden.
Al dat vergaderen neemt dë lruise-
lijfcheid zoo weg en ik ben gelukkig
zco ouderwetsch om daaraan nog veel
waarde te hechten.
En aiu wil ik nog even met u praten
over het heerlijk seizoen, dat voor ons
is aangebroken.
Eene mijner kennissen zegt: „Als
dë prd nog komen moet, geniet ik er
nog het meest van", en ik geloof, dat
velen dat met haar eens zullen zijn voor
al, maar dan natuurlijk onbewust, kiu-
dëren en optimisten. Zij zien niet alle
dorjkere wolken, die de zon zouden
verhinderen door te dringt o. en daar
om is voor hen ook de lente zoo'n on
vergelijkelijk jaargetijde. Zij houdt de
belofte in voor alle heerlijke zomerge-
nietingen.
Het jonge groen voorspelt ons een
heerlijken buitendag onder de lommer
rijke boomen, de eerste veldbloemen zijn
zooveel voorboden van in volle pracht
schitterende tuinen, zelfs de te voor
schijn. gezochte tuinstoeltjes beloven ons
een heerlijk buitencccicert op een
mooien zomeravond.
En al ia d!an op het oogenblik de wind
nog te koud, laten vrij, daarover niet
j klagen of tobben, alleen roedis de ge-
dachlo, dat het iederen dag verande
ren kan houdt iets opwekkends in.
RECEPTEN
HACHé.
Overgeschoten vleesck, onverschillig
welk, wordt fijngehakt en met wat ge
bakken uien, peper, fijne kruidnagelen
en wat bloem van meel, dat met jus
gebonden1 is 10 minuten te zaïrhen
gekookt en daarna öf in een schoteltje
in den oven. of nog wat doorgestoofd,
warm gehouden.
RIJST MET APPELEN.
3 kopjes rijst kookt men met 9 kop
jes water ongeveer 5 min., daarna
mengt men er kleine gesneden stuitjes
zure a.ppels dóór zonder roeren en laat
het nog een kwartier met elkaar zacht
jes doorkoken, waarna de rijst gaar
dë stukjes appel ook gaar doch heel
gebleven,1 zijn. Men eet het als nage
recht mot boter en suiker.
GEGflENGD H1EUWS.
De zaak-Dreyfus.
Ü8 oud-kapitein der artillerie Gaston
Moch heeft een artikel in de „Matin"
geschreven, waarin het getuigenis
van majoor Hartmann voor het Hof
van cassatie wordt gesteund en ver
zekert, dat met het (in het borderel
genoemde) kanon „120 court" in den
zomer van 1893 schietproeven zyn
genomen in tegenwoordigheid van een
groot aantal personen.
De „Figaro" zegt, dat Dupuy meer
voor vernietiging dan voor revisie
van het vonnis van 1894 gezind moet
zyn.
De Temps heeft een van haar mede
werkers naar Lebret, den minister
van justitie, gezonden. Deze verklaar
de dat de regeering besloten is, eer
biedig te bukken voor het arrest van
het hof van cassatie. Lebret zeide
dat het op het oogenblik onmogelijk
was het verzoek tot vernietiging in
te dienen, onder voorwendsel dat aan
de rechters van 1894 geheime stukken
zijn getoond. De onmogelijkheid daar
van volgt uit het feit dat Mornard
in zyn memorie diezelfde omstandig
heid aanhaalt als een middel van
herziening. Alleen als het hof de
herziening verwierp, zou de regeering
de vraag van de vernietiging over
wegen.
De minister van oorlog do Freycinet
heeft aan den afgevaardigde Symian
verklaard, dat het geheim dossier in
zijn geheel aan het hof van cassatie
is overgelegd, zonder dat een enkel
stuk achtergehouden is. Evenwel heb
ben het stuk dat Gachet heeft aan
geduid, het getuigenis van Decrion,
de tegenstrijdige vertalingen van de
dépêche van Panizzardi en het rapport
van Lépine van 1894 nooit tot het
geheim dossier behoord.
Reeds is met enkele woorden mel
ding gemaakt van liet hoofdartikel,
getèekend J. Cornély, waarmee de
„Figaro" van Woensdag de sluitÏDg
barer openbaarmaking van de ver-
hooron aankondigt.
Van dit mooi geschreven artikel
stippen wjj de volgende passages
aan:
Heeft dit ministerie zooals
die welke eraan voorafgegaan zyn
trouwens, behalve het kabinet Brisson
één enkelen stap uit eigen bewe
ging op den weg gezet, die leidt naar
het licht'en naar de waarheid? Het
beeft zich medeplichtig gemaakt aan
alle veinzerijen, het oog gesloten voor
alle vervalschingen, bescherming ver
leend aan alle fabrikanten van duister
nis en leugen. Het is slechts in be
wering gebracht met de zweep
laat ons den knoet zeggen, om trouw
te blijven aan alle Alliantie van
de openbare meening, voorgelicht tegen
wil en dank.
Hoe heeft het publiek geoor
deeld?
Het heeft "geoordeeld dat, al was
tie onschuld van Dreyfus niet (door
de enquête) aangetoond, zyn schuld
het evenmin was.
De-onschuld, zy laat zich niet be-
wyzen. Men vindt een vrouwenromp
in een valies op het water dryven.
Stel u voor dat het iemand, den wer-
kelijken moordenaar b.v. in den zin
komt u aan te geven en dat de justitie,
wil zy u vrijspreken, gehiedend het
bewys van u eischt, dat gij niet schul
dig zjjt. Hoe zult gjj u daaruit redden?
Men zal getuigeu vinden die u ge
zien hebben met een valies. Anderen,
die u gezien hebben met een vrouw.
Nog anderen, mot een vrouw en een
valies tegelijk. Anderen eindelijk, die
u langs het water zagen loopen. Als
men daarenboven uw dossier met
valsche stukken volstopte; als men
een telegram liet zien, waarin het
woord „bonjour" „valies" was ge
worden en „bonsoir" „vrouw", dan
zoudt u er bij zyn, mijn beste heer.
Spreek dus niet van het bewijzen
van onschuld, terwijl de justitie in
beschaafde landen integendeel betee-
kenthet bewijzen van schuld.
Hy verhaalt dan met voorbeelden,
boe de gansche beschaafde wereld
aan Dreyfus' onschuld gelooft, van
koningen en keizers af tot zakken
dragers toe. Eo dan zegt by:
Welnu, ik beweer dat het waan
zinnig is te gelooven, dat^men weer
stand zal kunnen bieden aan zulk
een drang van meening en aan zulk
een zedelijke en welgezinde coalitie,
ja welgezinde.
Want, gy zult mij, hoop ik, niet
gaan antwoorden, dat Europa vol is
van booswichten, omgekochten, creatu
ren van het. Syndicaat, die daarbij
Frankrijk benijden en verfoeien; dat
ons land de afschuw is van het meusch-
dom en dat er op dezen aardbodem
niets edels, goeds, edelmoedigs, groots,
bewonderenswaardigs en verhevens
en onfeilbaars is dau de Frauschen
en onder de Franschen enkei diege
nen, die roepen: Dood aan de joden!
en Leven de vervalschers
Het slot is als volgt:
Wat my betreft, nederig en onwaar
dig medearbeider aan dit roemrijk
werk, telkens als ik mijn pen grjjp,
boor ik in myn binnenste een geheime
stem, die my deze bijbelwoorden her
baalt
God zeide tot Ezechiël: Blaas op
den horen, Ezechiël. En zoo uw volk
niet naar u wil luisteren, zult gy
althans uw ziel bevrijd hebben.
En als bet uur gekomen zal zyn
om deze aarde te verlaten, waar zoo
veel edele harten ziju en ook zooveel
schavuiten, zooveel intellectuals en
zooveel stommelingen, dan zal ik het
als de eer van mijn leven beschouwen
mijn armen kleinen waterdroppel ge
stort te hebben ia den stortvloed van
menscbelyke solidariteit en van christe
lijke liefde, die myn land doorbruist
tieeft in dit voorlaatste jaar der negen
tiende eeuw.
De werkstaking van de mijn
werkers.
De Belgische werksiaking kan fei
telijk als geëindigd beschouwd wor
den. Hoewel geen der patroons aan
zienlijke loonsverhoogingen heeft
toegestaan keeren de mijnwerkers in
massa's aan den arbeid terug. Het
verloop dezer staking is een zware
nederlaag van den generalen raad der
arbeiders geweest.
De stakers in het bekken van Ber-
tren namen Woensdag met 5000 af.
In het bekken du Centre is echter
de toestand nog onveranderd. Het ge
tal stakers is nog het grootste te
Kameryk.
Op de Schelde by Doornik is een
sleepboot, de Lys, in de lucht ge
sprongen; drie menschen die zich aan;
dek bevonden, zyn omgekomen, hun!
verminkte lijben zyn gevonden. Men
zegt echter dat er nog een vrouw en
een kind benedeD waren in dat ge
val zouden er vyf slachtoffers zyn.
Op de Filippijnen.
Een telegram van generaal Otis
naar Washington zegt, dat de colonne
van generaal Lawton'Dinsdag Calinag
en de dorpen in den omtrek ÏDgen^men
en 1600 insnrgenten verstrooid en
vervolgd heeft. De Amerikanen had
den twee gewonden. De verliezen der
Filipinos waren veel aanzienlijker.
In den aanval op Baler op de
Filippijnen van Zondag 1.1. werden
vyf manschappen van de Yorklown
vermist. Men vermoedt dat zy gedood
of ernstig gewond zijn, in alle gevallen
door den vyand van het slagveld
weggevoerd. Luitenant Gillmore en
r.og enkele AmerikaaDscLe minderen
zijn in handen der opstandelingen ge
vallen en worden te San Fernando
gevangen gehouden.
Het Amerikaanscbe departement
van oorlog schat, dat de Spaansch
Amerikaanscbe oorlog en de daaruit
gevolgde campagne op de Filippijnen
der schatkist 300 millioen dollar heeft
gekost.
Volgens een bericht uit Manilla
aan de Heraldbezette de brigade
van generaal Wbeaton, na een beftig
gevecht met de opstandelingen, die
zich met vertwijfeling weerden, San
Tomas.
Een jonge spreker.
Het is de gewoonte in het Engel
sche Lagerhuis, zoo goed als in elk
parlement, dat een nieuw lid zyn zetel
niet inneemt alvorens den eed te heb
ben afgelegd en geea rede hoadt zonder
verlof van den voorzitter. Van die
gewoonte is afgeweken door den heer
John Dillon Jr. die zonder paranimfen
in het Huis binnenkwam en zonder
verlof een soort van speech afstak.
De waarheid vordert te zeggen, dat
de jeugdige heer Dillon een zetel had
op de dames-galerij en dat hy eerst
in Aug. a. s3 jaar oud wordt.
Nauwelijks gezeten, verklaarde hy,
voor k dereen in de Kamer verstaan
baar: „Oh, what a lot of gentlemen
gevolgd door de critische opmerking
„Waarom spreken de heeren nu niet
luider Ik kan ze Diet verstaan I"
Toen besloot zy q nurse hem geweld
dadig uit het Huis te verwijden. Het
werd tjjd, want reeds kwam een van
des „speaker's" secretarissen kijken
wie er zoo voortdurend in de rede
viel.
Intusschen heeft de heer John
Dillon Jr. de familie-reputatie van
„speech making" opgehouden. Zyn
volgende redevoering iu het Lagerhuis
zal plaats hebben in 1920 als hy defi
nitief zitting neemt voor het district
Stadsnieuw*
Burgeravondschool.
Bij het der. 2den en 3den Mei ge
houden eind examen der Burgeravond
school slaagden de navolgende leerlin
gen P. A. van Buggenum, van
Bloemendaal, F. A. van der Burgt,
J. M.. Milatz, P. J. Pennings, W.
Voet, allen van Haarlem en L. J.
Richardson, van Halfweg. Behalve
van der Burgt, die als beeldhouwer
vrijgesteld is van werktuigkunde, be
haalden allen het getuigschrift voor
alle vakken. Gisteravond werd voor de
uitreiking der getuigschriften aan de
leerlingen, die voldoend eind-examen
hadden afgelegd, aan de leerlingen
der school medegedeeld, wie in een
hoogere klasse geplaatst is. By de daar
na gebonden prijs uitdeeling. werden
aan de volgende leerlingen (voor de
daarachter genoemde vakken) pry zen
toegekend
ïe klasse a. A. C. Veen, voorNe-
derlandscha taalA. C. van Hooy-
donk, voor rekenen en meetkunde.
Ie klassö b. D. Willigenhof, voor
handteekenen H. J. Nobelsvoor
Nederiandsche taalG. N. J. Siag.
voor rekenen en meetkuude.
Ie klasse c. J. de Geus, voor recht
lijnig teekeuen; W. H. Cappelnof,
voor handteekenen 8. F. Visser, voor
Nederiandsche taalW. II. Cappelhof,
voor rekenen en meetkunde.
2e klasse a. P. Dekker, voor recht
lijnig teekeneu A. Holster, voor hand
teekenen G. van Es, voor Nederiand
sche taaiP, Dekker, voor rekenen,
wis- en natuurkunde.
2e klasse b. D. T. Joustra, voor
rechtlijnig teekenenW. J. Serné,
voor handteekenen; W. J. Boogaard,
voor Nederiandsche taalD. Brussee,
voor rekenen, wis- en natuurkunde.
2e klasse c. A. Bakker, voor Neder
iandsche taal.; B. Huybens, voor reke
nen, wis- en natuurkunde.
3e klasse a. C. Wit, machine ieoke-
Den; J. J- Oude Wesseling, neder
iandsche taal; J. 13. B. Bosse. reke
nen en wiskunde; P. H. Kluft, natuur
kunde.
3e klasse b. J. W. Mulder, machine
teekeneu; H. D. Ets, vakteekenen
voor den schilder; W. F. de Vos,
nederiandsche taal; A. H. van der
Steur, rekenen, wis- en natuurkunde.
Het eerste admissie examen zal af
genomen worden op 8, 9 en 10 Mei.
Hiervoor hebben zich 110 candidaten
aangemeld, dat is 30 meer dan in
I89S by de eerste inschrijving.
Het. zal nu in dit jaar tien jaar
geleden zijn, dat de reorganisatie van
de Burgeravondschool werd tot stand
gebracht. Hoe nuttig die geweest is,
kau wel hieruit blijken, dat bet aan
tal leerlingen, in 1889 bedragende 88,
sedert dien tjjd voortdurend geklom
men en thans tot 225 gestegen is.
Christelijke Nationale Werk
mansbond.
Donderdagavond vierde de afdeeling
Haarlem van bovengenoeraden bond
haar éénjarig bestaan in de groote
zaal der sociëteit „de Kroon". Het
Fanfare-corps „Kunst na Arbeid",
directeur de heer Georg Schmidt
het Ned. Herv. Zangkoor, directeur
de heer N. Kerkhoven en een kwartet
hadden ter opluistering hunne zeer
gewaardeerde medewerking toegezegd.
De bijeenkomst werd geopend door
den voorzitter, den heer J. W. Hil-
brander, die allen een hartelijk welkom
toeriep. Tevens wees spreker er op,
hoe er alle reden tot dankbaarheid
voor de jonge vereeniging bestond,
die in een jaar tyds zoo zeer in leden
tal was toegenomen. Verder werd nog
een woord van dank gebracht aan
Butler ia haar nu dichter genaderd.
„Uc veronderstel, dat ik niet verder
mag vragen waar je geweest bent
..Jij moogt altijd alles vragen^ wat
je wilt. Ik ben te Alford geweest."
AffordEn waar ga je cfem nu
heen?"
..Kaar huis!" zegt Jim vroolijk.
„Naar huis? Maar hoe?" Zij riet hem
een weinig verlegen aan. „Alford is
vlak bij je huis, hoe komt het dan dat
je tien mijl omloopt."
„Dat hindert niet. De maak bijna
eiken dag een omweg van tien mijlen."
„Maar waarom, Jim?"
„Om het huis te rien. waar jij woont",
antwoordt hij eenvoudig.
Beiden zwijgen eenige oogenblikken.
„Je moet wel weinig te dóen heb
ben," zegt Lovice eindelijk op bedroef
den toon.
„Zoo komt het jou natuurlijk voor."
Zijn stem is nog treuriger dan de
hare, en klinkt vermoeiddie. en de
manier waarop hij rijn linkerarm houdt,
doen haar nadenken.
„Wat scheelt er aan je arm, Jim?"
vraagt rij schielijk- Haar toon klinkt
bezorgd. „Je bent gekwetst. Jij... O!
Jim zeg mij hoe het. komt."
..Och, het beduidt niets," zegt hij.
Zijn oogen schitteren van vreugde, om
dat zij zoo'n belang in hem stelt. Het
zou haar dan toch bedroeven als hij
eens stierf. „Het is de schuld van mijn
nieuw paard.
Ik heb altijd wel gezegd, dat hij rijn
haver niet waard is; buiten de poor
ten van Darn water viel hij en slingerde
mij uit den zadel. Zijn knieën waren
een weinig gekneusd, daarom stalde
ik hcon daar en liep terug."
„Hebt gij die tien mijl geloopen
Zij voelt een hevige stekende pijn in
haar hart. Zou die andere dat ook ge
daan hebben „En met dien gekwet
sten arm?"
„Odat heeft niets om 't lijf, hij is
een beetje gekneusd, meer niet," ant
woordt Jim. „Ik zal je wat zeggen
aiog nooit van mijn loven, eindigde mijn
wandeling zoo prettig als nu. Uc wilde
alleen maar het huis zien waarin je
sliept en ik zag jou."
„Ik geloof niet." zegt Lovive on haar
stem klinkt gejaagd als wil rij zoo
spoedig mogclijfk ovdr deze woorden
'heen stappen, „dat je ierts gegeten
hebt."
„Ja wel, ik heb wat brood met kaas
te Alford gebruikt."
„NonsensDat is geen etenBrood,
met kaas! Ja bent uitgehongerd, Jim;
.durf het eens ontkennen!" voegt rij esr
vroolijk aan toa
„Ik zie het aan je groote hongerige
oogen I"
„Dat is zoo", zegt Jim ctn plotseling
bijna woest barst hij uit
„Ik ben altijd hongerig, naar een
vriendelijk woord of blik van je, Lo
vice. Ik snak altijd naai* datgene, wat
ik nooit zal kunnen bezitten je
liefde."
Een verwijtende blik treft hem en
Lovice keert zich om ten einde heen te
gaan.
„Neen! Ga niet heen!" roept hij,
haar bij haar mouw vastgrijpend. „Het.
gebeurt zoo zelden dat ik je alleen
spreek. En eigenlijk ben ik een veel
ouder vriend daoi hij. Blijf nog erven
Lovice. Hij kan mij dit eene half uur
tje niet misgunnen."
„Ik vind niet, Jim", zegt rij lang
zaam, „dat je miji je liefde moest ver
klaren, terwijl je weet dat..."
„Ik weet alles," vailt hij haar bijna
ruw in de rede alsof hij liet niet kan
verdragen dat rij het afschuwelijke feit
in woorden brengt, „en ik zal het ook
niet moer doen. Mijn liefde bestaat en
is niet meer te veranderen. Zij is in
een vorm gegoten, die nooit zal bre
ken."
„Jim," zegt Lovice nu een weinig
boos, „als je toch voortgaat..."
Hij riet uu dat zij vast besloten is
heen te gaap. Butler Verspert haar
snel den weg.
„Je zoidet, dat ik uitgehongerd was",
zegt hij. „Ben je van plan mij zoo heen
te laten gaan, terwijl ik groote kans
loop van geen eten over mijn lippen
te krijgen vóór morgenochtend:. Je weet
wol dat mijn huishoudster zeer tiran
niek is. Lovice, herinner jij je cle oude
provisiekamer beneden nog, waarin jij
en ik en Edie en Digby gewoon waren
in den goeden, ouden tijd' feest te
vieren Is het daar niet rustig en zal
daar misschien niet iets te vinden rijn
om mijn honger te stillen? Er is be
paald haan en misschien wel wat sla,
of brood en een glas bier en..."
„Sybariet!" zegt. Lovice lachend en
als om haar meening beter uit te druk
ken voegjt rij er bij„Lekkerbek'"
„Ik zeg je..."
„Neen," vroolijk. „Ik zei het. Wel
nu
Zij riet hem over haar schouder aan
en legt liaar vinger op haar mond. „Kom
maar in den tuin. Maar spreek geen
woord anders maken wij de slapende
menschen wakker."
Haar stemming is geheel veranderd.
De neerslachtigheid is verdwenen en
heeft plaats gemaakt voor een luchthar
tigheid, die zij in lang niet gekend'
heeft. Hoe jong voelt zij rich weer!
Hoe gelukkigHet verstoren van haar
droevige eenzaamheid heeft dezelfde
uitwerking op haar als een glas wijn
zou gedaan hebben.
Lovice heeft do provisiekamer be
reikt en keert nu naar Jim in den tuin
terug.
„O wat is het warm. maar hoe heer-
lijk is het hier'
Nu," plagend, „zal ik je nog begeeri-'
gei' maken.
Hier heb ik een vijg, wat koude hani
en sla. Dan een koud kipje en de over-'
blijfselen, wel wat treuriger," rij riet'
spijtig naar liet gebak, „van een plum-1
pudding." j
Zelfs liefde is niet in staat den hon-l
ger van Butler te stillen, maar ofschoon1
liijl een half uur geleden de gedachte!
aan eten verre van zich geworpen zou!
hebben, zoo eet hij toch smakelijk van
de veor hem- klaar gezette gerechten.
Welk een genotvol souper! telkens'
hoort hij de stem van het wezen, dat!
hij op aarde het meest liefheeft e«i daar
tegenover hem beschenen door het. zach
te maanlicht, staat rij zelf.
Ook voor Lovice is dit een aange
naam, prettig uurtje - al haar angst
en melancholieke gedachten, die de
laatste weken haar terneder drukten
rijn verdwenen.
Verlaten als rij zich gevoelde in weer
wil van haar besluit om de toekomst
vroolijk in te zien, was rij van plan
geweest naai- bed' te gaan toen rij Jim
ontdekte. En nu komt het haar voor
alsof de nacht nooit bestemd was om
te slapen, maar enkel om vroolijk te
zijn en te lachen.
„He't komt mij zoo lang geleden
voor, Jim," zegt rij hem glimlachend
aanziend.
„Dat vind ik ook," antwoordde de
arme Jim een zucht smorend.
„Weet je nog hoe wij den witten eend
varai mijnheer Merton zwart verfden?*
vraagt Jim opgewonden.
„Ja, en dat gezicht dat hij zette, toen
hij 't merkte.
Wij hadden ons achter de hooischelf
verscholen.
O! Jim. wait was je tóch. on deu-
gend!"
,Ja; maar jij hadt 't- plan geop
perd.
Jimf
(Wordt vervolgd).