Parasols-Etalaoe, 1 Dames! I I Jac. Hamilton, 9 p I Nieuwste genres. Ciiapellerie du Sport. Ed. MEUWSEN, ■vastgemeerd, door kwaadwilligen zyn losgemaakt. Smokkelaars. Men meldt aan de Yliss. Ct. nit Overslag Dinsdagnacht had er in Peene, een half uur over de grens, een botsing plaats tusscben douanen en smokke laars. De ambtenaren wisten een per soon en een koe te bemachtigen. Een hunner, de ouder-brigadier, werd door een geweerschot gekwetst in dezyde en den arm. Milicien s-m uzikanten Nog meer aau in Noord-Brabant het geval is. bestaat in Liraburg in bijna elk dorp een muziekgezelschap. Door de invoering van den persoon lijken dienstplicht zyn veel van die vereenigingen van goede elementen tydelyk beroofd. Bijna zonder uitzon dering zijn die te Maastricht in gar- i nizoen gekomen en het spreekt van- i zelf, dat onder de opgekomen miliciens al spoedig net. plan rijpte en werd uitgevoerd om zich te vereenigen en, na het ontvangen van hunne thuis achtergelaten instrumenteneen „stukske uieziek" te maken die muzi kale Limburgers konden daar Diet buiten. Zoo gezegd, zoo gedaaneen mm- eien-kapel meester is opgetreden en onlangs is te Maastricht groote tapt09 gehouden en heeft men daarna een muzikale wandeling door de stad ge maakt. („Soldatenkrant".) der schutterij. Getuigen herkendenin de beschuldigden de personen, die van Gestel hadden aangevallen, velen hadden zien slaan, doch niemand kon met juistheid aangeven op welk lichaamsdeel geslagen was. Ook stond vast dat van Gestel gesard was, en dat tusscben familieleden van den verslagene en die van de aanvallers een slechte verstandhouding bestond. Het O. M. zeide o.a. dat in Til burg een bedenkelijke geest beerscht, die oorzaak is van misdrijf en wan daden, in dit geval zelfs van den dood. Hij eischte voor no. 1 drie, no. 2 twee, no. 3 vier en voor no. 4 twi jaren Samenscholing te Sneek. De rechtbank te Leeuwarden heeft de zes personen te Sneek, die op 2 Maart de voorsten waren in een volks oploop, en de vier personen, die op 4 Maart de eersten waren in nog veel grooter volksoploop, telkens voor bet bureau van politie en na de arrestatie van den colportenPieter C. B. ait Amsterdam, welke volksoploop niet niteenging op de driemalen door den commissaris van politie herhaalde sommatie, allen schuldig verklaard aan deelneming aan samenscholingen veroordeeld ieder tot 14 dagen gevan genisstraf. ft o a o in i n. Atjeh. De „Penang Gazette" schrijft in haar nummer van 20 Maart, ter be strijding van de meening dat de Atjeh- ooriog nu geëindigd is. „Het nieuws, door ons omtrent Su matra ontvangen, luidt, dat in bet nu komende goede seizoen groote activi teit aan deu dag gelegd zal worden door de Aljehers. „Zendelingen en gemachtigden heb ben gewerkt in de binnenlaodsche bergachtige strekeD, zoodat vrees en ongerustheid heerschen onder de Ba takkers, die aangezocht zijn, zich bij de onoverwinnelijke tegenstanders van de Hollanders aan te sluiten. „Wij moeten daarom Britsche on derdanen, die in handels- of cultuur ondernemingen in Noord-Sumatra geïnteresseerd zyn, aanradeD, met de uiterste voorzichtigheid te werk te gaan. De beperkte middelen van de Ned.-Indische regeeriug zullen tot het uiterste gespannen cn nog meer oor- logsbeiastingen zullen zeker geheven worden. „Wij maken van deze gelegenheid gebrnik, om een alarmkreet të doen hooren: lo. omdat Groot-Britanniëin een allerdomste dwaasheid er niet aan heeft willen denken, een Engelsehen consul te Atjeb te plaatsen, die aldaar j naar alles zou kunnen informeeren en een rapport nabrengen over den staat van zaken, en 2o omdat de regeering van de Strait-Settlements, die, zoo als bewezen is, door tiaar schandelijke veronachtzaming van de Pegu-tragedie minachting verdient over haar houding ten opzichte van Samatra." Als de „Penang Gazette" zoo spreekt merkt het „Bat. Nbl." op, is men te Penang ook er van overtuigd, dat bet einde van den Atjeh-oorlog nabij is. Het is toch bekend, dat Penang voor zijn handel het meeste belang heeft bij den ooriog dat het daarvan de meeste voordeelen trekt en dat het zijn bloei voor een goed deel aan den Atjeh-oorlog te danken heeft. Hoe meer er van die zijde geschol den wordt, boe beter het voor ons in Atjeb gaat. «EG^TSZAICEW. Mishandeling met doodelijken afloop. Woensdag werd voor de rechtbank te Breda behandeld de zaak van J. W. van Loon, J. A. Smits, J. Smits en A. W. van Loon, beschuldigd van in den nacht van 14 op 15 Februari A. C. van Gestel te Tilburg zooda: nig te hebben mishandeld, dat by dientengevolge op den 21n Februari is overleden. Het getuigenverhoor bracht aan bet licnt dat drie der beklaagden gezien waren met lange voorwerpen, en wel met een knoestigen stok, een kachel roe en een degen van een muzikant Het gerechtshof te Leeuwarden heeft arrest gewezen in de zaak van Bontje G. A., vrouw P. de Yr., 37 jaar, te Oldetrijne, thans in hechtenis die door de rechtbank te Heerenveen is schuldig verklaard aan diefstal by nacht en veroordeeld tot twee jaar gevangenissti af, om lat zij in den nacht van 13 op 14 Februari 11. ten huize van den notaris van Giffen uit de brandkast op bet kantoor f 320 aan bank- eo muntpapier en f90 aau zilvergeld gestolen heeft. Het" hff "hoeft het vonnis vernietigd, beklaagde opnieuw schuldig verklaard en haar veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf. NGEZONDEN MEDEDEE- LINGEN. 30 cdnts per regel. Ziet de hij Anegang 4. BUITENGEWOON GOEDKOOP. L»iwur. jp 21, Anegang 21. ENGELSCHE en FRANSCHE ZIJDEN HOEDEN. Fantaisie- en Stroolioeden. Dames- en Hinderhoeden. Haute Nouveauté. Rubriek voor Dames. Velo mijner lezeressen zullen was schip! ijk het verslag gelezen hebben van Mej. Jungius tegen de vivisectie, maar weinigen hebben de spreekster zelve gehoord:, want het publiek, was daar niet talrijk. Dat is jammer, ik zou u zoo graag op hot hart willen drukken „Als ge ooit in de gelegen heid zijt Mej. Jungius eens te hooren, verzuim die dan vooral niet. Ik kan niet zeggen, dat het onder werp van hare Lezing mij bijzonder aan trok ik ging er zuiver heen om haar eens te hooren spreken en diait berouw de mij niet. Ik zou wel zeggen, als er iemand van onze sexe in staat is om door zachte overredingskracht hare woorden bij een attider ingang te doen vinden, dan is zij het wel. Men gevoelt bij intuïtie dat wat zij spreekt, uit het hart komt, dat haar woorden geen ijdele klanken zijn, maar erastige gedachten, die zij, waar het ncodig is, ongetwijfeld cok zelve in prak tijk brengt. Haar uiterlijk is daarbij zeer aan trekkelijk en zeer sympathiek haai-mar nier van spreken. Hier is geen kwestie van de terecht door velen gelaakte geëmancipeerde aan stellerigheid. Zij roerde zoo terloops aam, dat zij het genoegen, had gehad', ook een poos lang voor de vrouwenbeweging werk zaam te zijn. Mij dunkt, zoo n voorgang ster moet kans van slagen hebben, waar het geldt werkelijk onrecht te herstel len. Intusschem over den inhoud van har re lezing denkende kan ik niet nalaten te glimlachen bij het idee, dat de man nen en dan vooral dë mannen der be zittende klassen het tegenwoordig wel hard te verantwoorden hebben. De so cialisten, de anarchisten, de vrouwen eui nu ook zelfs de dieren (bij monde van. de leden van. den bond tot bestrijding der vivisectie) staan tegen hetn op en beklagen zich, dat zij on der dankt wor den. Laten al die tegenstanders het maar niet zoo bont maken dat de on derdrukkers er onder gebukt gaan dan zou het eenige resultaat zijn. dat de rollen verwisseld waren en dan zou hetzelfde in omgekeerde verhouding weer kunnen beginnen. Maar enfin, die tijd is nog verre en zeker is heb dat dë zachtmoedige lezing van deze week allerminst van oprui^n- dea invloed op de ontevredenen zal zijn geweest. Mejuffrouw Jungius raadt ons de ernstige ziekten zooveel mogelijk te voorkomen door gezonde levenswijze en doelmatige kleeding. Dat deed! mij er aan denken, dat er nu ook weer een bond is opgericht tot vereenvoudiging van de vrouwenkleeding. Een bond Maar waarvoor nu weer een bond? Wordt er nog niet genoeg vergaderd Kan men. wat daarover te zeggen valt niet schrijven in een boek. dat ie der, die er belang in stelt bij zijn boek handelaar koopem. kan? Uc hoop, dat ik het mis hob, maar het komt mij' al tijd voor alsof er bij: dat oprichten van bonden zooveel ijdiellieid in het spel is. Deze of gene wil ook'wel eens graag in het publiek spreken en och, er zijn er zoo weinigen die de gave van het woord hebben. Velen hebben goede gedachten, laten, zij; die in hare huiskamer op schrijven en zoo d'o wereld inzenden. Al dat vergaderen neemt dë lruise- lijfcheid zoo weg en ik ben gelukkig zco ouderwetsch om daaraan nog veel waarde te hechten. En aiu wil ik nog even met u praten over het heerlijk seizoen, dat voor ons is aangebroken. Eene mijner kennissen zegt: „Als dë prd nog komen moet, geniet ik er nog het meest van", en ik geloof, dat velen dat met haar eens zullen zijn voor al, maar dan natuurlijk onbewust, kiu- dëren en optimisten. Zij zien niet alle dorjkere wolken, die de zon zouden verhinderen door te dringt o. en daar om is voor hen ook de lente zoo'n on vergelijkelijk jaargetijde. Zij houdt de belofte in voor alle heerlijke zomerge- nietingen. Het jonge groen voorspelt ons een heerlijken buitendag onder de lommer rijke boomen, de eerste veldbloemen zijn zooveel voorboden van in volle pracht schitterende tuinen, zelfs de te voor schijn. gezochte tuinstoeltjes beloven ons een heerlijk buitencccicert op een mooien zomeravond. En al ia d!an op het oogenblik de wind nog te koud, laten vrij, daarover niet j klagen of tobben, alleen roedis de ge- dachlo, dat het iederen dag verande ren kan houdt iets opwekkends in. RECEPTEN HACHé. Overgeschoten vleesck, onverschillig welk, wordt fijngehakt en met wat ge bakken uien, peper, fijne kruidnagelen en wat bloem van meel, dat met jus gebonden1 is 10 minuten te zaïrhen gekookt en daarna öf in een schoteltje in den oven. of nog wat doorgestoofd, warm gehouden. RIJST MET APPELEN. 3 kopjes rijst kookt men met 9 kop jes water ongeveer 5 min., daarna mengt men er kleine gesneden stuitjes zure a.ppels dóór zonder roeren en laat het nog een kwartier met elkaar zacht jes doorkoken, waarna de rijst gaar dë stukjes appel ook gaar doch heel gebleven,1 zijn. Men eet het als nage recht mot boter en suiker. GEGflENGD H1EUWS. De zaak-Dreyfus. Ü8 oud-kapitein der artillerie Gaston Moch heeft een artikel in de „Matin" geschreven, waarin het getuigenis van majoor Hartmann voor het Hof van cassatie wordt gesteund en ver zekert, dat met het (in het borderel genoemde) kanon „120 court" in den zomer van 1893 schietproeven zyn genomen in tegenwoordigheid van een groot aantal personen. De „Figaro" zegt, dat Dupuy meer voor vernietiging dan voor revisie van het vonnis van 1894 gezind moet zyn. De Temps heeft een van haar mede werkers naar Lebret, den minister van justitie, gezonden. Deze verklaar de dat de regeering besloten is, eer biedig te bukken voor het arrest van het hof van cassatie. Lebret zeide dat het op het oogenblik onmogelijk was het verzoek tot vernietiging in te dienen, onder voorwendsel dat aan de rechters van 1894 geheime stukken zijn getoond. De onmogelijkheid daar van volgt uit het feit dat Mornard in zyn memorie diezelfde omstandig heid aanhaalt als een middel van herziening. Alleen als het hof de herziening verwierp, zou de regeering de vraag van de vernietiging over wegen. De minister van oorlog do Freycinet heeft aan den afgevaardigde Symian verklaard, dat het geheim dossier in zijn geheel aan het hof van cassatie is overgelegd, zonder dat een enkel stuk achtergehouden is. Evenwel heb ben het stuk dat Gachet heeft aan geduid, het getuigenis van Decrion, de tegenstrijdige vertalingen van de dépêche van Panizzardi en het rapport van Lépine van 1894 nooit tot het geheim dossier behoord. Reeds is met enkele woorden mel ding gemaakt van liet hoofdartikel, getèekend J. Cornély, waarmee de „Figaro" van Woensdag de sluitÏDg barer openbaarmaking van de ver- hooron aankondigt. Van dit mooi geschreven artikel stippen wjj de volgende passages aan: Heeft dit ministerie zooals die welke eraan voorafgegaan zyn trouwens, behalve het kabinet Brisson één enkelen stap uit eigen bewe ging op den weg gezet, die leidt naar het licht'en naar de waarheid? Het beeft zich medeplichtig gemaakt aan alle veinzerijen, het oog gesloten voor alle vervalschingen, bescherming ver leend aan alle fabrikanten van duister nis en leugen. Het is slechts in be wering gebracht met de zweep laat ons den knoet zeggen, om trouw te blijven aan alle Alliantie van de openbare meening, voorgelicht tegen wil en dank. Hoe heeft het publiek geoor deeld? Het heeft "geoordeeld dat, al was tie onschuld van Dreyfus niet (door de enquête) aangetoond, zyn schuld het evenmin was. De-onschuld, zy laat zich niet be- wyzen. Men vindt een vrouwenromp in een valies op het water dryven. Stel u voor dat het iemand, den wer- kelijken moordenaar b.v. in den zin komt u aan te geven en dat de justitie, wil zy u vrijspreken, gehiedend het bewys van u eischt, dat gij niet schul dig zjjt. Hoe zult gjj u daaruit redden? Men zal getuigeu vinden die u ge zien hebben met een valies. Anderen, die u gezien hebben met een vrouw. Nog anderen, mot een vrouw en een valies tegelijk. Anderen eindelijk, die u langs het water zagen loopen. Als men daarenboven uw dossier met valsche stukken volstopte; als men een telegram liet zien, waarin het woord „bonjour" „valies" was ge worden en „bonsoir" „vrouw", dan zoudt u er bij zyn, mijn beste heer. Spreek dus niet van het bewijzen van onschuld, terwijl de justitie in beschaafde landen integendeel betee- kenthet bewijzen van schuld. Hy verhaalt dan met voorbeelden, boe de gansche beschaafde wereld aan Dreyfus' onschuld gelooft, van koningen en keizers af tot zakken dragers toe. Eo dan zegt by: Welnu, ik beweer dat het waan zinnig is te gelooven, dat^men weer stand zal kunnen bieden aan zulk een drang van meening en aan zulk een zedelijke en welgezinde coalitie, ja welgezinde. Want, gy zult mij, hoop ik, niet gaan antwoorden, dat Europa vol is van booswichten, omgekochten, creatu ren van het. Syndicaat, die daarbij Frankrijk benijden en verfoeien; dat ons land de afschuw is van het meusch- dom en dat er op dezen aardbodem niets edels, goeds, edelmoedigs, groots, bewonderenswaardigs en verhevens en onfeilbaars is dau de Frauschen en onder de Franschen enkei diege nen, die roepen: Dood aan de joden! en Leven de vervalschers Het slot is als volgt: Wat my betreft, nederig en onwaar dig medearbeider aan dit roemrijk werk, telkens als ik mijn pen grjjp, boor ik in myn binnenste een geheime stem, die my deze bijbelwoorden her baalt God zeide tot Ezechiël: Blaas op den horen, Ezechiël. En zoo uw volk niet naar u wil luisteren, zult gy althans uw ziel bevrijd hebben. En als bet uur gekomen zal zyn om deze aarde te verlaten, waar zoo veel edele harten ziju en ook zooveel schavuiten, zooveel intellectuals en zooveel stommelingen, dan zal ik het als de eer van mijn leven beschouwen mijn armen kleinen waterdroppel ge stort te hebben ia den stortvloed van menscbelyke solidariteit en van christe lijke liefde, die myn land doorbruist tieeft in dit voorlaatste jaar der negen tiende eeuw. De werkstaking van de mijn werkers. De Belgische werksiaking kan fei telijk als geëindigd beschouwd wor den. Hoewel geen der patroons aan zienlijke loonsverhoogingen heeft toegestaan keeren de mijnwerkers in massa's aan den arbeid terug. Het verloop dezer staking is een zware nederlaag van den generalen raad der arbeiders geweest. De stakers in het bekken van Ber- tren namen Woensdag met 5000 af. In het bekken du Centre is echter de toestand nog onveranderd. Het ge tal stakers is nog het grootste te Kameryk. Op de Schelde by Doornik is een sleepboot, de Lys, in de lucht ge sprongen; drie menschen die zich aan; dek bevonden, zyn omgekomen, hun! verminkte lijben zyn gevonden. Men zegt echter dat er nog een vrouw en een kind benedeD waren in dat ge val zouden er vyf slachtoffers zyn. Op de Filippijnen. Een telegram van generaal Otis naar Washington zegt, dat de colonne van generaal Lawton'Dinsdag Calinag en de dorpen in den omtrek ÏDgen^men en 1600 insnrgenten verstrooid en vervolgd heeft. De Amerikanen had den twee gewonden. De verliezen der Filipinos waren veel aanzienlijker. In den aanval op Baler op de Filippijnen van Zondag 1.1. werden vyf manschappen van de Yorklown vermist. Men vermoedt dat zy gedood of ernstig gewond zijn, in alle gevallen door den vyand van het slagveld weggevoerd. Luitenant Gillmore en r.og enkele AmerikaaDscLe minderen zijn in handen der opstandelingen ge vallen en worden te San Fernando gevangen gehouden. Het Amerikaanscbe departement van oorlog schat, dat de Spaansch Amerikaanscbe oorlog en de daaruit gevolgde campagne op de Filippijnen der schatkist 300 millioen dollar heeft gekost. Volgens een bericht uit Manilla aan de Heraldbezette de brigade van generaal Wbeaton, na een beftig gevecht met de opstandelingen, die zich met vertwijfeling weerden, San Tomas. Een jonge spreker. Het is de gewoonte in het Engel sche Lagerhuis, zoo goed als in elk parlement, dat een nieuw lid zyn zetel niet inneemt alvorens den eed te heb ben afgelegd en geea rede hoadt zonder verlof van den voorzitter. Van die gewoonte is afgeweken door den heer John Dillon Jr. die zonder paranimfen in het Huis binnenkwam en zonder verlof een soort van speech afstak. De waarheid vordert te zeggen, dat de jeugdige heer Dillon een zetel had op de dames-galerij en dat hy eerst in Aug. a. s3 jaar oud wordt. Nauwelijks gezeten, verklaarde hy, voor k dereen in de Kamer verstaan baar: „Oh, what a lot of gentlemen gevolgd door de critische opmerking „Waarom spreken de heeren nu niet luider Ik kan ze Diet verstaan I" Toen besloot zy q nurse hem geweld dadig uit het Huis te verwijden. Het werd tjjd, want reeds kwam een van des „speaker's" secretarissen kijken wie er zoo voortdurend in de rede viel. Intusschen heeft de heer John Dillon Jr. de familie-reputatie van „speech making" opgehouden. Zyn volgende redevoering iu het Lagerhuis zal plaats hebben in 1920 als hy defi nitief zitting neemt voor het district Stadsnieuw* Burgeravondschool. Bij het der. 2den en 3den Mei ge houden eind examen der Burgeravond school slaagden de navolgende leerlin gen P. A. van Buggenum, van Bloemendaal, F. A. van der Burgt, J. M.. Milatz, P. J. Pennings, W. Voet, allen van Haarlem en L. J. Richardson, van Halfweg. Behalve van der Burgt, die als beeldhouwer vrijgesteld is van werktuigkunde, be haalden allen het getuigschrift voor alle vakken. Gisteravond werd voor de uitreiking der getuigschriften aan de leerlingen, die voldoend eind-examen hadden afgelegd, aan de leerlingen der school medegedeeld, wie in een hoogere klasse geplaatst is. By de daar na gebonden prijs uitdeeling. werden aan de volgende leerlingen (voor de daarachter genoemde vakken) pry zen toegekend ïe klasse a. A. C. Veen, voorNe- derlandscha taalA. C. van Hooy- donk, voor rekenen en meetkunde. Ie klassö b. D. Willigenhof, voor handteekenen H. J. Nobelsvoor Nederiandsche taalG. N. J. Siag. voor rekenen en meetkuude. Ie klasse c. J. de Geus, voor recht lijnig teekeuen; W. H. Cappelnof, voor handteekenen 8. F. Visser, voor Nederiandsche taalW. II. Cappelhof, voor rekenen en meetkunde. 2e klasse a. P. Dekker, voor recht lijnig teekeneu A. Holster, voor hand teekenen G. van Es, voor Nederiand sche taaiP, Dekker, voor rekenen, wis- en natuurkunde. 2e klasse b. D. T. Joustra, voor rechtlijnig teekenenW. J. Serné, voor handteekenen; W. J. Boogaard, voor Nederiandsche taalD. Brussee, voor rekenen, wis- en natuurkunde. 2e klasse c. A. Bakker, voor Neder iandsche taal.; B. Huybens, voor reke nen, wis- en natuurkunde. 3e klasse a. C. Wit, machine ieoke- Den; J. J- Oude Wesseling, neder iandsche taal; J. 13. B. Bosse. reke nen en wiskunde; P. H. Kluft, natuur kunde. 3e klasse b. J. W. Mulder, machine teekeneu; H. D. Ets, vakteekenen voor den schilder; W. F. de Vos, nederiandsche taal; A. H. van der Steur, rekenen, wis- en natuurkunde. Het eerste admissie examen zal af genomen worden op 8, 9 en 10 Mei. Hiervoor hebben zich 110 candidaten aangemeld, dat is 30 meer dan in I89S by de eerste inschrijving. Het. zal nu in dit jaar tien jaar geleden zijn, dat de reorganisatie van de Burgeravondschool werd tot stand gebracht. Hoe nuttig die geweest is, kau wel hieruit blijken, dat bet aan tal leerlingen, in 1889 bedragende 88, sedert dien tjjd voortdurend geklom men en thans tot 225 gestegen is. Christelijke Nationale Werk mansbond. Donderdagavond vierde de afdeeling Haarlem van bovengenoeraden bond haar éénjarig bestaan in de groote zaal der sociëteit „de Kroon". Het Fanfare-corps „Kunst na Arbeid", directeur de heer Georg Schmidt het Ned. Herv. Zangkoor, directeur de heer N. Kerkhoven en een kwartet hadden ter opluistering hunne zeer gewaardeerde medewerking toegezegd. De bijeenkomst werd geopend door den voorzitter, den heer J. W. Hil- brander, die allen een hartelijk welkom toeriep. Tevens wees spreker er op, hoe er alle reden tot dankbaarheid voor de jonge vereeniging bestond, die in een jaar tyds zoo zeer in leden tal was toegenomen. Verder werd nog een woord van dank gebracht aan Butler ia haar nu dichter genaderd. „Uc veronderstel, dat ik niet verder mag vragen waar je geweest bent ..Jij moogt altijd alles vragen^ wat je wilt. Ik ben te Alford geweest." AffordEn waar ga je cfem nu heen?" ..Kaar huis!" zegt Jim vroolijk. „Naar huis? Maar hoe?" Zij riet hem een weinig verlegen aan. „Alford is vlak bij je huis, hoe komt het dan dat je tien mijl omloopt." „Dat hindert niet. De maak bijna eiken dag een omweg van tien mijlen." „Maar waarom, Jim?" „Om het huis te rien. waar jij woont", antwoordt hij eenvoudig. Beiden zwijgen eenige oogenblikken. „Je moet wel weinig te dóen heb ben," zegt Lovice eindelijk op bedroef den toon. „Zoo komt het jou natuurlijk voor." Zijn stem is nog treuriger dan de hare, en klinkt vermoeiddie. en de manier waarop hij rijn linkerarm houdt, doen haar nadenken. „Wat scheelt er aan je arm, Jim?" vraagt rij schielijk- Haar toon klinkt bezorgd. „Je bent gekwetst. Jij... O! Jim zeg mij hoe het. komt." ..Och, het beduidt niets," zegt hij. Zijn oogen schitteren van vreugde, om dat zij zoo'n belang in hem stelt. Het zou haar dan toch bedroeven als hij eens stierf. „Het is de schuld van mijn nieuw paard. Ik heb altijd wel gezegd, dat hij rijn haver niet waard is; buiten de poor ten van Darn water viel hij en slingerde mij uit den zadel. Zijn knieën waren een weinig gekneusd, daarom stalde ik hcon daar en liep terug." „Hebt gij die tien mijl geloopen Zij voelt een hevige stekende pijn in haar hart. Zou die andere dat ook ge daan hebben „En met dien gekwet sten arm?" „Odat heeft niets om 't lijf, hij is een beetje gekneusd, meer niet," ant woordt Jim. „Ik zal je wat zeggen aiog nooit van mijn loven, eindigde mijn wandeling zoo prettig als nu. Uc wilde alleen maar het huis zien waarin je sliept en ik zag jou." „Ik geloof niet." zegt Lovive on haar stem klinkt gejaagd als wil rij zoo spoedig mogclijfk ovdr deze woorden 'heen stappen, „dat je ierts gegeten hebt." „Ja wel, ik heb wat brood met kaas te Alford gebruikt." „NonsensDat is geen etenBrood, met kaas! Ja bent uitgehongerd, Jim; .durf het eens ontkennen!" voegt rij esr vroolijk aan toa „Ik zie het aan je groote hongerige oogen I" „Dat is zoo", zegt Jim ctn plotseling bijna woest barst hij uit „Ik ben altijd hongerig, naar een vriendelijk woord of blik van je, Lo vice. Ik snak altijd naai* datgene, wat ik nooit zal kunnen bezitten je liefde." Een verwijtende blik treft hem en Lovice keert zich om ten einde heen te gaan. „Neen! Ga niet heen!" roept hij, haar bij haar mouw vastgrijpend. „Het. gebeurt zoo zelden dat ik je alleen spreek. En eigenlijk ben ik een veel ouder vriend daoi hij. Blijf nog erven Lovice. Hij kan mij dit eene half uur tje niet misgunnen." „Ik vind niet, Jim", zegt rij lang zaam, „dat je miji je liefde moest ver klaren, terwijl je weet dat..." „Ik weet alles," vailt hij haar bijna ruw in de rede alsof hij liet niet kan verdragen dat rij het afschuwelijke feit in woorden brengt, „en ik zal het ook niet moer doen. Mijn liefde bestaat en is niet meer te veranderen. Zij is in een vorm gegoten, die nooit zal bre ken." „Jim," zegt Lovice nu een weinig boos, „als je toch voortgaat..." Hij riet uu dat zij vast besloten is heen te gaap. Butler Verspert haar snel den weg. „Je zoidet, dat ik uitgehongerd was", zegt hij. „Ben je van plan mij zoo heen te laten gaan, terwijl ik groote kans loop van geen eten over mijn lippen te krijgen vóór morgenochtend:. Je weet wol dat mijn huishoudster zeer tiran niek is. Lovice, herinner jij je cle oude provisiekamer beneden nog, waarin jij en ik en Edie en Digby gewoon waren in den goeden, ouden tijd' feest te vieren Is het daar niet rustig en zal daar misschien niet iets te vinden rijn om mijn honger te stillen? Er is be paald haan en misschien wel wat sla, of brood en een glas bier en..." „Sybariet!" zegt. Lovice lachend en als om haar meening beter uit te druk ken voegjt rij er bij„Lekkerbek'" „Ik zeg je..." „Neen," vroolijk. „Ik zei het. Wel nu Zij riet hem over haar schouder aan en legt liaar vinger op haar mond. „Kom maar in den tuin. Maar spreek geen woord anders maken wij de slapende menschen wakker." Haar stemming is geheel veranderd. De neerslachtigheid is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor een luchthar tigheid, die zij in lang niet gekend' heeft. Hoe jong voelt zij rich weer! Hoe gelukkigHet verstoren van haar droevige eenzaamheid heeft dezelfde uitwerking op haar als een glas wijn zou gedaan hebben. Lovice heeft do provisiekamer be reikt en keert nu naar Jim in den tuin terug. „O wat is het warm. maar hoe heer- lijk is het hier' Nu," plagend, „zal ik je nog begeeri-' gei' maken. Hier heb ik een vijg, wat koude hani en sla. Dan een koud kipje en de over-' blijfselen, wel wat treuriger," rij riet' spijtig naar liet gebak, „van een plum-1 pudding." j Zelfs liefde is niet in staat den hon-l ger van Butler te stillen, maar ofschoon1 liijl een half uur geleden de gedachte! aan eten verre van zich geworpen zou! hebben, zoo eet hij toch smakelijk van de veor hem- klaar gezette gerechten. Welk een genotvol souper! telkens' hoort hij de stem van het wezen, dat! hij op aarde het meest liefheeft e«i daar tegenover hem beschenen door het. zach te maanlicht, staat rij zelf. Ook voor Lovice is dit een aange naam, prettig uurtje - al haar angst en melancholieke gedachten, die de laatste weken haar terneder drukten rijn verdwenen. Verlaten als rij zich gevoelde in weer wil van haar besluit om de toekomst vroolijk in te zien, was rij van plan geweest naai- bed' te gaan toen rij Jim ontdekte. En nu komt het haar voor alsof de nacht nooit bestemd was om te slapen, maar enkel om vroolijk te zijn en te lachen. „He't komt mij zoo lang geleden voor, Jim," zegt rij hem glimlachend aanziend. „Dat vind ik ook," antwoordde de arme Jim een zucht smorend. „Weet je nog hoe wij den witten eend varai mijnheer Merton zwart verfden?* vraagt Jim opgewonden. „Ja, en dat gezicht dat hij zette, toen hij 't merkte. Wij hadden ons achter de hooischelf verscholen. O! Jim. wait was je tóch. on deu- gend!" ,Ja; maar jij hadt 't- plan geop perd. Jimf (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 2