De liefdadige kennis.
§Dit nummer bestaat uit
5 drie bladen.
Maandag 8 Mei 1899.
No. 4865 C.
Zijn gezicht komt li niet onbekend
voor. Doch aleer gij, ti goed bezonnen
hebt, wien hij is of waar gij hem wel
eens kunt ontmoet hebben, is hij al de
tram opgestapt, heeft u haind gegrepen
en zegt
„Welk een toeval, dat ik u juist hier
moet aantreffen. Wilt u nu wel geloo-
von, dat ik ai twee dagen naar u zocht."
,Met wiein heb ik het genoegen?"
zegt giji wat overbluft.
„Kent gij mij niet meer?" (Met ver
heffing van stem, zoodat de passagiers
het hooren).
„Weet u dan niet meer, dat wij: sar
mm in de commissie tot hulp van on
vermogende zieken hebben gezeten
Daar hebben wij heel wat in tot stand
gebracht.
„Ah, juist, juist, mijnheer Gierdels."
„Precies. Gierdels is mijn naam. Ik
maak u mijn compliment over uw ge
heugen. Want dat is nu al een vijf jaar
geleden. En liocJ maakt ui het? En uw
faimilie? Alles wel Uw mama ook."
„Mijn moeder is overleden."
„Overleden, je zoudt zeggen, zco'n
krasse vrouw.
„En zoo'n best mensch. Bij haar" klopte
je nu nooit tevergeefs aan. 'k Ben, me-
ïrigmaal bij haar weggegaan met een
paar rijkspop in mijm zak. En zóó
kieech. Je hoefde maar te kikken. Een
arme weduwe. Nu mijnheer Gierdels,
zei ze dan, ais u zich voor haar interes
seert dan zal het wel goed besteed zijn.
(Ietwat aangedaan). Het- was een beste
vrouw, een edele vrouw, altijd1 levend
voor anderen. (Korte pauze dan plot
seling opgeruimd)
,.En zeg mij nu eens mijnheer, mijn
heer, och iioe is uw naam ook weer...
„Bakhuis.
„Juist, daar heb ik 'm Bakker, zeg
u mij nu eens, mijnheer Bakker, doet
u nog altijd aan de liefdadigheid'? Wat
mij betreft ik ben ei' nog altijd' op uit.
Als er wat tei helpen is en ik lean er
wat aan doen, kunnen ze mij vinden.
Zo spreken, wel van versnippering- van
kracht en gebrek aan centralisatie en
lapmiddjelen allemaal onzin, mijn
heer, allemaal onzin. Als er gebrek is,
vraag naar geen theorieën maar help.
dat is mijn principe. Zoo ben ik op 't
oogenblik bezig met een geval, ten in
teressant geval als 't niet zoo treurig
was, van een huisgezin in de Jordaan.
Zeven kinderen, en de oudste nog geen
vijftien jaar en gebrekkig.
De man verdronken niet veel aan
verloren, een alcoholist, die zijn vrouw
sloeg. Hij heeft haar voor ie crepeerde
mishandeld. En de ongelukkige tobster
ligt nu in 't Gasthuis1 en als ze er van
bovenop komt is 't een mirakel.
Toen ik er achter kwam en haar
bezocht, lei ze op een, handvol rot strco
in eer.i bedstee en zij leefd'e van 't geen
de buren er zoo heen brachten. Dat
moet ik zeggen, wiji mogen al eens een
rijkspep of een gouden Willem geven
soit. om er van af tc zijn, maar de
ware liefdadigheid vind je toch maai
bij die armo lui. Nou. dat kleine goed
kroop daar maar op den. grond, in het
read, geen schoen aan de voeten en
een paar vuile lappen om 't lijf.
Wat moest ik doen Bedeeling, dia
conie, liefdadigheid' naar Vermogen, al
les goed en wel, dan krijg je huisbe
zoek, onderzoek gevraagd, waar ze de
zaligheid zoeken en mijn principe is
honger is honger. Toen heb ik een. lijstje
opgesteld eni ik ben naar wat kennissen
gegaan en nu heb ik zoowat een 75
pop bij malkaar. Maar dat is te weinig.
Er moet nog een velletje bijt Want
wat geeft- het om ze voor een paar
maanden te helpen dat is water
gooien in een vat zonder bodem. Je
moet afdbende helpen, diat is mijn prin
cipe. Den oudsten jongen heb ik bij een
vriend van mij in de zaak gedouwd,
hij is cr nu loopjongen en je leeft op
als je hem ziet werken. En voor hon
derd pop kan ik een aardappelstandje
voor de vrouw te kcop krijgcui ge
knipt vcor haar. Maar dat velletje van
25 ontbreekt mij nu nog.
Pauze. De liefdadige mail kijkt de
passagiers één voor één met vragendeu
blik aanDe aangesprokene is walt ver
legen met 't geval.
„Zie je, nou dacht ik aan je moeder,
'k Dacht zoo, als die goede oude me
vrouw Bakker nog leefde, daar had
ik maar te kikken Maar zoo'n mensch
sterft en anderen,, die op een oent dood
vallen, blijven leven. Doch nu zie ik u
en "k denk kom laat 'k 't eens wagen."
(Pijnlijke stilte. De passagiers zien
den aangesprokene belangstellend aan).
..'t Hoeft niet bepaald 25 pop te
zijn. Ieder naar zijn kracht en je moet
aan zooveel meedoen tegenwoordig, 'k
Heb van haalt een beduimeld lijstje
uit den bi ïm en borstzak en vouwt het-
open - dr. de Bie vijf pop, vaai freule
Sickema. 3 achterwielen,van. mr. Meiners
éc*i rijkspop... ziet u, als iedere kennis
mij nu nog «ten. riks gaf was ik er en
die arme stumperd in 't gasthuis en
d'r wurmen waren: gered. Je zou er ge
zicht moeten zien, als je 'r kwam ver
tellen, d'at je een aardappelstandje voor
'r gekocht had. Niet. dat je 't om de
dankbaarheid doet. Doe wel en zieniet
om. Maar 't is toch aardig als 't er bij
komt. Vipdt u ook niet-."
„Zeker, zeker."
„Dus, zcoails ik zei. als elke kennis
mij... (Hij ziet dat ge uw portemonnaie
voor den dag haalt en zwijgt plotseling
tot ge haar geopend hebt. Dan eens
klaps)
elke kennis mij twee rijks-
pop gaf, dan was ik er."
D'e andere passagiers kijken naar uw
vingers. Verlegen en onhandig geeft
gij tweo rijksdaalders in plaats van
één.
„Dank u, int naam van de tobberd,
dank u, (snel 't wegbergend in zijn
vestjesaak). Ja ik wist 't wel, een goeel'
zoon. verloochent zijn- moeder niet. Con
ducteur stop even. Daar zie ik juist
een kennis schuiven, dien 'k moet heb
ben. Neem mij niet kwalijk, dat ik u
heb opgehouden. Nogmaals mijn dank,
mijnlieer Bakker.
„Mijn naam is Bakhuis," zegt gij
met een. fijn glimlachje.
„Juist, juist. Bakhuis. Zei ik niet
Bakhuis? Dag mijnheer Bakhuis, au
revoir".
Do liefdadige man, druk gelukkig,
springt van de tram en terwijl hij zijn
schuivende kennis naloopt, peinst hij)
„Bakhuis, Bakhuis zóó is dat de
jonge Bakhuis, 't Schijnt hem. goed te
gaan. Hij zat fijn in zijn kleeren en 't
kostte niet te veel spraakwater. 'kMoet
'm toch eens op zijn kantoor opzoeken
om 'm te lijmen voor eon levensverze
kering.
Gemengd Nieuws.
De Russische studenten.
De St. Petersburger correspondent
van de „Times" geeft- in zijn blad een
beschrijving van de toestanden, welke
thans heerscheu aan de inrichtingen
voor hooger onderwijs in Rusland. Fei
telijk, zegt- hij', zijn1 alle dergelijke in
richtingen tot het eind' van dit jaar1
gesloten. In enkele slechts leggen da
studenten hun gewon® examens af;
al het andere werk is gestaakt. In een
geheim bulletin van de organisatie der
studenten wordt geprotesteerd tegen
het feit, dat eenigen hunner zich aan
de examens hebben onderworpen een
daadwerkelijke obstructie is tot nog toe
evenwel gestraft met gevangenisstraf
en verbanning op groote schaal.
Arresten en huiszoekingen hebben
eiken avond plaats. Gedurende de laat
ste dagen de correspondentie in de
„Times" is van 25 April heeft het
bericht gecirculeerd, dat de universi
teit va.n Oxford en eem cf meer Deut
sche universiteiten aan d'e verdreven
studenten gastvrijheid hebben aange
boden. Aan dit bericht werd nog een
en ander toegevoegd dat.nl. een Duit-
sche professor, een, groote specialiteit op
wetenschappelijk gebied, al zijn Russi
sche decoraties en diploma's heeft terug
gezonden.
De. autoriteiten der politie doen
hun best om aan de beweging een poli
tiek tintje te geven, en do vrienden
der studenten zijn wanhopig. Het valt
moeielijk om vcor alle studenten ruim
te vinden in de gevangenissen van St.
Petersburg. Zij, die zich reeds achter
slot en grendel bevinden, worden één
voor één door dé gendarmen onder
vraagd. Alleen de procureur van het
Paleis van Justitie mag daarbij tegen
woordig zijneen- advokaat wordt den
beschuldigen niet toegestaan, zelfs geen
enkel middel van verdediging. Alles ge
schiedt volgens heit beginsel der gehei
me dossiers. Elk student wordt gedu
rende en na! het verhoor in strikte af
zondering gehoudenzijn dagelijksche
wandeling met zijn kameraden, wordt
hem onthouden, opdat hij niets aan
zijn makkers zal kunnen meded'eelen
vóór deze ook zelf verhoord zijn.
Overigens hebben zij, zich over de
behandeling en over het voedsel niet
te beklagen, en dit hebben zij te dan
ken aan den minister van justitie en
aan den heer Salomon, directeur van
het gevangeniswezen. Men vermoedt,
d'at de heer Goremykin, minister van
binnenla-ndsche zaken, tegenwoordige en
vani d'e meest impopulaire personen.,
sterk is voor strengere maatregelen.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag - 22 en 23 April heeft do
politie een inval gedaan in het nacht
verblijf der studenten van de hooge-
school voor het boschwezen, in de bui
tenwijken van St. Petersburg. Ongeveer
300 studenten lagen te slapen in een
aantal kamers, welke aan beide zijden
van eon lange gang gelegen zijnde
deuren, half van glas, waren alle ge
sloten, met het oog op den nacht.
Zonder eerste waarschuwing, zooals
de verplichting was, kregen ongeveer
50 politie-agenten toegang door een
voudig te schellen, maar zoodra de bui
tendeur geopend1 was, stormden zij, naar
binnen-, de gang in en begonnen zij de
deuren te forceereu, de ruiten stuk te
slaan. Een student ontving een hevigen
slag op het hoofd, oen ander kreeg door
een stuk glas een ernstige won d'e in
het gelaat. Deze overrompeling geschied
de om te voorkomen, d'at de bewoners
compromitteerend© papieren zouden
kunnen doen verdwijnen of verbranden.
Gewoonlijk is de politie bij derge-
lijko gevallen beleefd, maar ditmaal
trad zij zeer ruw op. Een1 agent trok
zijn sabel tegen een student, die tegen
het binnendringen in zijn kamer pro
testeerde, maar gelukkig verscheen dë
'inspecteur der inrichting, die door het
lawaai gewekt was, juist tijdig genoeg,
en drong deze er op aan dat van het
feit proces-verbaal werd opgemaakt.
Twee en vijftig studenten werden in
hechtenis genomen en. naar de gevan
genis overgebracht, maar niet zonder
teeken van protest van de overige twee
honderd en meer, die achterbleven.
Zondag 23 April bevonden zich 127
studenten in de nieuwe gevangenis aan
den Viborg-kant van de Newaj, Des
Dinsdags ontvingen dei meisjes aan
d'e inrichting voor hooger onderwijs voor
vrouwen, ongeveer 230 in getal, bevel
van do geheime- sectie der prefectuur
van politie, om binnen 48 uur St. Pe
tersburg te verlaten. Daar geheimhou
ding thans meer dan ooit aan de orde
van den dag is, is het niet mogelijk
alles te weten te komen wat er gedaan
wordt omtrent liet gevangen nemen en
verbannen in andere dieelen d;es lands.
Tn, plaats van hen ini de staid te hou
den, waar gemakkelijk toezicht op hen
zou kunnen worden gehouden, gaat de
centrale overheid de ontevredenen zan
den naar het binnenland, over geheel
Rusland. Te St. Petersburg weet d'e
politie altijd wat de studenten denken
lu doen in en door hun geheime bulle
tins en proclamaties, maar deze ver
jaging in het groot is om zoo te zeggen
het verspreiden van levende proclama
tion over het gansche land. Met het
verjagen van studenten, bedelaars en
andere lastige personen, uit St. Peters
burg, heeft men hoofdzakelijk ten doel
de mogelijkheid te voorkomen, dat de
keizer door onaangename tooneelen zou
worden getroffen.
Ei' wordt verteld, dat, toen Zijne
Majesteit een i ge d'agon gel cd tin, door
die staid' reed, hij eenige studenten dooi
de politie zag wegvoeren en zich daar
over een opmerking liet ontvallen. Er
zijn nu strikte bevelen gegeven d'at
geen studenten meer door de politie
mogen worden vervoerd' langs die we
gen, welke gewoonlijk door de leden
dier keizerlijke familie worden bezocht.
De autoriteiten hebben nu ook te
St. Petersburg het resftaujraint laten
sluiten, waar arme studenten een. goed'-
kcopen maaltijd kunnen -krijgen. Er
wordt ook veel gesproken over de poli-
tie-spicninen, die in de uniform der
studenten gekleed gaan. Er wordt ver
zekerd, da,t een dézer voor generaal Va-
n-offsky is verschenen als echt student,
om getuigenis af te leggen ten behoeve
van lieb rapport-, hetwelk de Czaar had
verlangd. Maai" liiji werd1 spoedig ont
maskerd, omdat zijn verklaring geheel
en al was tegem de studenten en: voor
die politie.
In de school voor het Boschwezen is
slechts één student voor zijn examen
opgekomen en 54 van den vijfden cur
sus der school voor liet Mijnwezen wei
gerden, zich aan een examen te ccider-
werpen en werden dus verwijderd.
Hoe beschaafd Rusland' zich ook vaak
als groote mogendheid naar buiten
voordoet-, toch zijn er nog streken in
het uitgestrekte gebied, waar- liet licht
der beschaving nog niet door dern ne-
völ van traditie eni conventie heteft
kunnen heenbreken en vanwaar men
enkele malen gebeurt eni ssew verneemt
van zulk een onbeschaafdheid en bar-
baarscliheid getuigend, dat men ver
baasd moet staan hoe zoo iets binnen
de grenzen van Europa gebeuren kan.
Vooral liet zuiden van liet rijk heeft-
zich te dezen opzichte ten treurige ver
maardheid verworven. Bras- en zwelg
partijen zijn er aan de orde van den
dag en geven vaak aanleiding tot he
vige kloppartijen, die lang niet altijd
een onbloedig verloop hébben. Als be
wijs, dat met het bovenstaande niet te
veel gezegd is.dienc de volgende geschie
denis die nog niet lang geleden bij
Wladikawkas plaats greep
Om een nietige reden; hadden de
luitenant Kuscktchow en een burger,
Subkow geheeten,' twist gekregen en
de laatste had dén luitenant uitgedaagd
tot een duel. Op den bepaalden tijd
begaf Subkow zich met- zijn getuigen,
d'e edelman Maikow, die een zwager
van hem was, en een vaandrig, Nyrkow
genaamd naar een eenzame plaats aan
den oever eener rivier, waar het duel
zou plaats vinden, en waar de luitenant
reeds wachtende was. Het duel kon
natuurlijk aiiet beginnen vóór zij een
paar flesschen „wodki" hadden geledigd
en het gevolg van die braspartij bleef
niet uit, want weldra, had Subkow twist
met zijn zwager Maikow en gingen zij
elkander te lijf. De luitenant, die het
wel zoo gemakkelijk vond de zaak op
deze wijze te beslechten, begon even
eens Subkow af te ranselen. Tegen deze
overmacht bezweek deze natuurlijk spoe
dig en nu bonden, Maikow en de lui
tenant Subkows handen en voeten bij
elkander!, mishandelden den aldus
weerloos geworden man vreeselijk cm
wierpen hem ten slotte- in de rivier.
Hoewel het water vrij ondiep was, zou
hij, gebonden als hij was, zeker verdron
ken zijn. hadden cenfigo landslieden
hem niet op den wal getrokken. Nadat
hij eeinigen tijd bewusteloos gelegen
had, deed hij de. oogen open en zag
hij zijn zwager bij hem staan, endaar-
door geraakte hij zoo in woede, dat
hij oprees en Maikow een flinken muil
peer gaf. Doch nu begon de worsteling
opnieuw, en Maikow en de luitenant
vielen op den ander aan, bonden hem
opnieuw aan handen en voeten, en,
terwijl Nyrkow op de beenem van den
ongelukkige ging zitten en. d'e luitenant
hem' met liet hoofd en de schouders
op dén grond hield, ranselde Maikow
hem met een disteltak op den ont-
blooten rug.
Nadat de ongelukkige minstens zes
tig slagen had ontvangen; en zijn beu
len hein nog eens flink hadden ge
schopt, wierpen zij hem op een wagen
en brachten hem naar de stad, waar
zij hem met de zweep nog een pak
slaag gaven en hem in een donkere
ruimte opsloten. Ondanks zijn bewa
ker wist hij spoedig daaruit te ont
vluchten en zijn eerste werk was de
politie met het geval in kennis te stel
len. Het gevolg was. dat Maikow van
den adelstand vervallen werd verklaard
en veroordeeld! tot twaalfjarige verban
ning naad Siberië. Do luitenant was
inmiddels gevlucht, terwijl Nyrkow werd
vrijgesproken;.
Een eigenaardige werkstaking.
Een zeer eigenaardige werkstaking
brengt d'e Kopeiihaagscho rcederijen
thans in rep en roer. De matrozen sta
ken.
Tot nu toe waren de zee en het
scheepsdek nog de vluchtplaat-sen- van
de romantiek. Maar nu heeft de nuch
tere werkelijkheid ook daar haar intre
de gedaan. De Deensche matrozen ver
eenigen, zich als andere „proletariër^' en
stellen de volgende eischem
Ie. Afschaffing vain het los- cm laad-
werfc op Zondagmorgen (Politikon merkt
hierbij; op dat er slechts op zeer enkele
schepen in de groote vaart Zondags
morgens wordt gewerkt en nooit later
dan tot 10 uur)
2e. Afschaffing van wachtdienst in
de haven
3a Het verhalen, van schepen ten
behoove van. het laden te betalen als
overwerk
4e. Loonsverhooging. De gage per
maand behoort op 60 kronen te komen
ongeveer 40 terwijl ze tot nu
toe 55 kronen was vcor Europeesehe
vaart en 57£ kr. voor de vaart buiten
Europa. Voor lichtmatrozen wordt 45
kronen gevraagd ein hetzelfde loon voor
overwerk als vcor de matrozen. Einde
lijk wordt een minimum-dagloon van
3 kr. 75 öre f 2.50 zonder dien
kolst verlangd wanneer een matroos
aan wal is en nog niet is aangemon
sterd (tot dusver was het loon dan 3
kr.. ongeveer f 2.)
Hiertegen zeggen de reedters dat,
wanneer die eischen werden ingewil
ligd, do Deensche matrozen vïn veel
gunstiger conditie zouden zijn dan de
zeelieden in andere Oostzeelanden en
dat de concurrentie het inwilligen van
die eischen onmogelijk maakt.
Het gevolg is geweest dat er, voor
namelijk in Kopenhagen, maar ook in
een paar andere havens gteni schip
binnenkomt of het wordt, zoodra het
vastgemeerd of vertuid ligt, door het
volk verlaten. Voor uitvarende sche
pen is geen volk te krijgen.
Sommige reed era hebben nu ecin, be
manning van joliemannen aangemon
sterd maar anderen, die niet eens jolle-
malnnen keurden vinden, hebben zich
beholpen met... hun, kantoorpersoneel.
En zoo zag men dan hier eni daar
een schip, waarop bleeke matrozen land
rotten in kantoorjasjes, zoo goed' en
zoo kwaad als het ging, d. trossen en
zwabbers hanteerden, onder het ge-
jouw en gegrinnik van de aan den wal
staande zeelui.
Dat gaat nu misschien! nog met
vrachtbooten, maar passagiersbooten
met kantoorklerken en boekhouders te
bemannen, zal toch een wel wat ge
vaarlijke grap zijn.
Daarbiji komt nog dat de vakvereeni-
gingen van stokers, machinisten en hai-
venwerkers verklaard! hebben gemeene
zaak met de matrozen te zullen maken
waarneer de eischen; vm deze laatste
niet vóór Vrijdag zijn ingewilligd.
De reedersvereeniging is nu aan het
beraadslagen.
Uit de geschiedenis der
lucifers.
Kan liet tegenwoordig geslacht zich
nog wel indenken in den tijd, toen men
door het tegen elkander wrijven van
stukken hout, of door staal, steen en
een stukje zwam vuur poogde te ver
wekken
Weet men, behalve in d'e chemische
vakkringen, nog iets omtrent de lamp
van Döbereiner, waarvan het uitstroo-
mende waterstofgas een stukje platina
eens aan het gloeien bracht, of herin
nert men zich de zg. sophoutjes, waarvan
dje koppen bestonden uit een mengsel
van chloorzure kali, gummi of suiker
en vermillioen e«i die men ontstak door
ze in met zwavelzuu rdoortrokken as
best to doopen
Men mag aannemen, dat de herinne
ring aan al deze ouderwetsigheden totaal
verdwenen is. En toch zijn cr pas eenige
tientallen van jaren verloopen sedert
de eerste phosphorus-lucifers werden in
gevoerd, die de wegbereiders waren
voor onze tegenwoordige lucifers.
Een terugblik op deze, voor ons ge
heeld sociale leven zoo uiterst belang
rijk geworden ontdekking komt ons dan
ook ter ontwikkeling van d'e algemeene
kennis van den lezer interessant ge
noeg voor.
Het zal zeer weinigen bekend! zijn,
dOt de staatsgevangenis Hohenasperg
in Würtemberg, waai" dc dichter Schu
bert tien jaren lang 17771787
als het slachtoffer van despotische: wille
keur zuchtte, het uitgangspunt is der
uitvinding, door welke d'e sombere ves
ting een lichtbron werd voor de geheele
menscliheid.
In het jaar 1832 had het groote poli
tieke volksfeest te Ham bach in den
PlaJtz plaats gehad en een der deelne
mers aan deze demonstratie, Johann
Friedrich Kammerer, uit Ludwigsburg
werd met vele anderen tot vestingstraf
veroordeeld en evenals destijds de onge
lukkige Schubert, gevankelijk naar den
Hoheaiasperg overgebracht. lm tegen
stelling met zijn gewelcMadïgen, ruwen
voorganger, had die toenmalige comman
dant. der bergvesting een zeer humaan
karakter, waardoor hij de geneigdheid
aan den dag legde om het lot der ge
vangenen zooveel mogelijk te verzach
ten]
Nadat Kammerer hem had medege
deeld, dat hij vroeger veel aan scheikun
de had gedaan-, stond de commandant
hem toe, in zijn cel een klein laborato
rium in te richten. De gevangene was
hierdoor in de gelegenheid om het vroe
ger door hem overwogen vraagstuk tot
verbetering van de bestaande middelen
tot het opwekken van vuur uit te wer
ken.
In 1833 kwam hij op het denkbeeld,
om het licht ontvlambare phosphor als
grondmateriaal te bezigen en na eenige
proefnemingen gehikte hein de samen
stelling en verkreeg liij een stof, die in
drogen toestand gemakkelijk bewaard
kan worden en licht ontvlamde.
Men zal zich de enthousiaste vreugde
van den uitvinder kunnen voorstellen,
todn hij op den wand zijner cel de eer
ste lucifer aanstreekHoeveel meer zou
hij genieten, wanneer hij, uit de gevan
genis ontslagen, aan de wereld zijn uit
vinding', een goetlkoope, gevaarlooze en
gemakkelijk vervoerbare vuurbron bood
Doch dc ondajik der wereld, maar
bovenail die van zijn eigen. laxidgcinooLen
trof ook dezen uitvinder. Beschermend
patentrecht bestond destijds in Duitseh-
laaid nog niet, kapitaal stond Kamme
rer niet ten dienst, maar niettemin ar
beidde. hij, toen hij in zijn vaderstad te
ruggekeerd was, met den grootsten ijver
aan dé verwezenlijking van zijn plan
nen, ondanks de tegenwerking van ette
lijke concurrenten, die zich al heel spoe
dig voordeden, totdat ten zware slag
plotseling al zijn verwachtingen in rook
deed vervliegen.
In het jaar 1835 werden dé strijk-
lueifers in bijna alle Duitsche staten
verboden De toenmalige verordening
van een Hannoversche provinciale au
toriteit herinnert onwillekeurig aan de
komische bepalingen, waarmede de eer
ste sporen werden bestreden en veroor
deeld.
Zij luidlt als volgt
Daar do onlangs in gebruik gekomen
wrijfvuurontsteekwerktuigen gevaar
lijk gebleken zijn voor het ontstaan
van brand, zoo wordt bij deze onder
goedkeuring van. het koninklijk minis
terie van Binnenlandsche zaken.
Besloten
dat de verkoop van zoogenaamde
wrijfhoutjes, van wrijfzwam en van alle
artikelen, die door het strijken over
een ruw vlak vlam vatten, van heden
af is verboden op poene van confiscatie
en een geldboete van 5 tot 10 thaler.
Zij die dergelijke artikelen ten ver
koop in voorraad hebben, zullen op poe
ne gelijke straf deze artikelen binnen
een te bepalen termijn uit het konink
rijk hebben te verwijderen.
De overheid zal overtredingen van
déze verordening onderzoeken en volgens
voorschrift bestraffen."
Nu maakten de; vreemde speculanten
van dlei gelegenheid gebruik om de Duit
sche uitvinding to exploiteer cm en eerst
nadat andere staten de lucifcrsfabrika-
tie toelieten, volgde ook Duitschlaud.
Kammerer stierf in 1857 als eén ge
broken man in het krankzinnigenge
sticht van zijn vaderstad Ludwigsburg.
Een goed geslaagde Aprilmop.
Zelden had iemand meer succes van
een mop, by gelegenheid van den len
April ten beste gegeven, dan eenige
grappenmakers te Ancona. iu Italië,
dit jaar. Den avond van den 31en Maart
waren zy met verscheidene vrienden
onder wie ook een hooggeplaatst
ambtenaar der stad, uit geweest en
hadden bij die gelegenheid meer wyn
gebruikt dan eenigen hnoner verdra
gen konden, zoodat allen eenigszins
aangeschoten huiswaarts keerden, het
ergste evenwel genoemde ambtenaar,
die van geen hemel of aarde meer
afwist. Het bleek dan ook noodzake
lijk hem pet rijtuig naar zijn woüing
te brengen. Onderweg kwamen zijne
vrienden op het idee zijn bedienden
de man was niet getronwd in
ien waan te brengen, dat mijnheer
een been gebroken had, en ze ver
zochten den koetsier wien ze dit even
eens wys hadden gemaakt, hen te
helpen om hem voorzichtig naar zijn
slaapkamer te breïïgen, waar een
hunner een dokter, een der beenen in
een gipsverband legde. Een der be
dienden werd gelast bij het bed te
blijven waken en te zorgen, dat de
gekwetste wanneer by tot bewustzijn
kwam, zich volstrekt niet verroerde
dan zou alles nog in orde komen. Den
volgenden morgen zou de dokter terug
komen werd bem gezegd.
Wat gebeurde er echter intusscben
De koetsier liep zoo hard by loopen
kon naar bet redactiebureau van een
der couranten en vertelde daar, na
tuurlijk met de noodige overdrijving,
dat mynheer die en die een been ge
broken had en bewusteloos door hem
was naar buis gebracht. Dit bericht
werd, omdat het een hooggeplaatst
en algemeen geacht ambtenaar gold,
naar Bologna en andere groote steden
getelegrafeerd en weldra was in ge
heel Italië bekend, welk ongeluk den
man was overkomen.
Eerst tegen 9 uur den anderen mor
gen kwam de beambte tot bewustzijn.
Hij had hevige hoofdpijn, en toon zyn
bediende hem verhaalde, dat hy een
been gebroken had, en by zelf dit
been in gipsverband zag liggen, begon
by ook op de gebroken plaats pijn te
gevoelen, en te klagen en te steunen
er. te schelden op den wijn, die de
oorzaak van het ongeval was geweest.
Om Godswil, beweeg u niet,
smeekte zyn kamerdienaar. Zestig
dagen lang moet gij stil blijven liggen.
De dokter heeft het mij uitdrukkelijk
gezegdvanmiddag komt hy terug.
Het is nog een geluk, troostto
zich de zieke, dat er een dokter tot
het gezelschap behoorde. Wie weet
wat er anders van mij geworden was.
Zoo bleef de gefopte beambte tot
den middag styf en onbeweeglijk als
een beeld in bed liggen. De hoofdpijn
was van den schrik overgegaan, maar
de gebroken plaats van het been deed
hem hoe langer hoe meer pyn.
Intusscben regende het brieven aan
zyn huis. allen van vrienden en ken
nissen, die in de courant gelezen had
den van het ongeluk, dat hem was
overkomen, terwijl het niet stilstond
aan de deur van vragen, hoe het met
den algemeen geachten beambte ging.
Eindelijk kwamen zijn vrienden. De
dokter nam voorzichtig het. verband
af en scheen zeer vertaasd„Kijk",
riep bij uit. „Dat noem ik een wonder.
Het been Is reeds geheel genezen.
Zoo iets ziet men alleen op den
leo April."
De gewaande zieke werd natuurlijk
woedend op het vernemen van de grap
waarvan by de dupo geworden was,
doch weldra troostte hy zich met de
gedachte dat zyn been niet gebroken
was en lachte hartelijk mede.
Onbekende parapluies, enz.
De Londensche correspondent van
het „llbld*" schrijft:
„Van je vrienden moet je 't heb
ben" en „ondank is 's werelds loon",
ziedaar tweo sombere spreekwijzen,
die buitengewoon goed zouden passen
in den mond van een parapiuic, in
dien een parapluie over een dusdanig
spreekorgaan kon beschikken.
Hoeveel hebben we niet aan onze
parapluie to danken en boe snood be
handelen wy haar nietWe nemen
haar uit a's er slechts een voorwen !-
sel daarvoor aan de lucht hangt en
we zyn boos op haar als wi- ze mee
namen als ze overbodig bleek. We
leenen haar uit zonder hartzeer en
braken nog nooit een vriendschaps
band, wijl we haar niet terugkre en.
We laten haar slukwaaien en toornen
niet op eigen onhandigheid, doch op
hare zwakheid, welke we met een
minder deftig woord bestempelen.
Doch dit alles zyn nog slechts per
soonlijke gevallen van onvriendelijke
ondankbaarheid. Waar bet. persoon
lijke echter ophoudt, het nationale,
algemeene begint, dat is in de spoor
treinen.
In de treinen worden ze achterge
laten. te vondeling gelegd, vergeten,
niet bij honderd- doch by duizendtal
len, onze goede, zachte, trouwe be
schermers tegen onzen eeuwigen
vyand, den regen. In Nederland voch
ten onze voorouders tegen het nat
onder hun voeten, bier vochten ze,
en vechten wij nog, tegen het. nat
boven onze hoofden. Wat zon hier
het leven zonder parapluie zijn Men
moet er niet aan denken
En toch verkocht een simpel spoor
wegmaatschappijtje deze week niet
minder dan 2000 parapluies, die in
spoorwagens vergeten en niet opge-
ëischt waren. Gepakt ia bundels van
12 tot 18 stuks, kregen hardvochtige
opkoopers voor 4 a 9 shilling ze i:i
banden en deden zestuksgewyze over
aan nieuwe eigenaren, die zo weer
zullen vergeten, enz. De cirkelgang
der parapluie
Na de parapluies komen de hand
schoenen. die met mandjes vol weg
gingen. Evenals hier veel nat is, is
er ook veel roet en't is onbegrijpelijk
dat iemand die op schoone handen
gesteld is, zich zonder handschoenen
in een trein waagt.
Na zulke hoeveelheden verbazen
we ods al niet meer als parasols en
waudelstokken by honderden en da
mes' handtascbjes, reiskoffers, brie-
ventasschen, picuicmand jes (leeg ze
ker!) en portmonteau's by tientallen
voorbanden waren. 33 scheermessen
doen vermoeder, dat veel officieren
van een zekeren generalen staf mot
de London South Western gereisd
hebben, 135 beurzen: doen udenken:
hoe zonde! 80 tabakszakken en 190
pijpen zullen menige dame doei: zeg
gen: heel goed! 36 kleerborstels'. 90
kammen en 40 tandenborstels bewijzen,
hoe netheid en slordigheid Samen
kunnen gaan. Doch bij 24 vorken, 52
lepels, 16 brillen, 9 fietsbellen, 9 fiets-
zadels en 9 fietspompen, bij 9 flesschen
drank, een kist met wiskundige in
strumenten en een klok van een voet
doorsnee, bij zoo'n allegaartje komt
de zielkunde van een eerzaam jour
nalist au bout de son latiu.
Een karavaan overvallen.
Ten oosten van het Njissameer in
Centraa'-Afrika bij den hoofdstroom
van de Rovoema is een karavaan dooi
de inboorlingeu overvallen. Vijftig
dragers werdon gelood en do goele
ren gingcu verloren. De twee Euro
peanen, ouder wier geleide do kara
vaan reisde, ontkwamen naar het fort
Chicla.
RECHTSZAKEN.
Het Huis Acier on Co.
H. Staal en A. Panbuise beklaagd
van oplichting van verschillende bui-
tenlandscbe firma's, werden Vrijdag
door de rechtbank te Amsterdam we
gens oplichting tweemaal gepleegd,
veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf
ieder.
De eisch van het O. M. was 3 jaar
tegen Staal en 2 jaar tegen Panhuise.
VARIA
Was dat niet de jon o Toppiar
die daar de deur uitging? vroeg do
rechter aan zyn oudste dochter.
Ja, papa.
En heb ik niet gezegd dat ik
verb od hom nog weer te ontvangen.
Ja, papa; maar ik bon in hoogor
beroep gegaan en mama vindt Let
goed.
ORGELBESPELING
in de Groote- of St. Bavokerk aiirei,
op Dinsdag' 9 Mei 1899. des na
middags van '—2 uur door den
heer W. KZERMAN.
PROGRAMMA.
1. Sonate no. 3 Bach.
a. Andante.
b. Adagio.
c. Vivace.
2. OiVertoiro Guilmant.
3. Meditation: Extrata Èheinberger.
4. Andante 8. de Lange.
5. Aria uit „Pauliis". Mendelssohn.
$toom vaaHb erichie».
Het stoomschip Koningin Wil hel-
minavan Batavia naar Amsterdam,
arriv. 5 Mei te Amsterdam.
Het dabbelschroefstoomschip Sta-
tendam, van de Holland Amerika Lyn,
van Rotterdam naar Newyork. pass
5 Mei des voorm. 10 u. 50 m. Praw-
lepoint.