De liefdadige kennis. §Dit nummer bestaat uit 5 drie bladen. Maandag 8 Mei 1899. No. 4865 C. Zijn gezicht komt li niet onbekend voor. Doch aleer gij, ti goed bezonnen hebt, wien hij is of waar gij hem wel eens kunt ontmoet hebben, is hij al de tram opgestapt, heeft u haind gegrepen en zegt „Welk een toeval, dat ik u juist hier moet aantreffen. Wilt u nu wel geloo- von, dat ik ai twee dagen naar u zocht." ,Met wiein heb ik het genoegen?" zegt giji wat overbluft. „Kent gij mij niet meer?" (Met ver heffing van stem, zoodat de passagiers het hooren). „Weet u dan niet meer, dat wij: sar mm in de commissie tot hulp van on vermogende zieken hebben gezeten Daar hebben wij heel wat in tot stand gebracht. „Ah, juist, juist, mijnheer Gierdels." „Precies. Gierdels is mijn naam. Ik maak u mijn compliment over uw ge heugen. Want dat is nu al een vijf jaar geleden. En liocJ maakt ui het? En uw faimilie? Alles wel Uw mama ook." „Mijn moeder is overleden." „Overleden, je zoudt zeggen, zco'n krasse vrouw. „En zoo'n best mensch. Bij haar" klopte je nu nooit tevergeefs aan. 'k Ben, me- ïrigmaal bij haar weggegaan met een paar rijkspop in mijm zak. En zóó kieech. Je hoefde maar te kikken. Een arme weduwe. Nu mijnheer Gierdels, zei ze dan, ais u zich voor haar interes seert dan zal het wel goed besteed zijn. (Ietwat aangedaan). Het- was een beste vrouw, een edele vrouw, altijd1 levend voor anderen. (Korte pauze dan plot seling opgeruimd) ,.En zeg mij nu eens mijnheer, mijn heer, och iioe is uw naam ook weer... „Bakhuis. „Juist, daar heb ik 'm Bakker, zeg u mij nu eens, mijnheer Bakker, doet u nog altijd aan de liefdadigheid'? Wat mij betreft ik ben ei' nog altijd' op uit. Als er wat tei helpen is en ik lean er wat aan doen, kunnen ze mij vinden. Zo spreken, wel van versnippering- van kracht en gebrek aan centralisatie en lapmiddjelen allemaal onzin, mijn heer, allemaal onzin. Als er gebrek is, vraag naar geen theorieën maar help. dat is mijn principe. Zoo ben ik op 't oogenblik bezig met een geval, ten in teressant geval als 't niet zoo treurig was, van een huisgezin in de Jordaan. Zeven kinderen, en de oudste nog geen vijftien jaar en gebrekkig. De man verdronken niet veel aan verloren, een alcoholist, die zijn vrouw sloeg. Hij heeft haar voor ie crepeerde mishandeld. En de ongelukkige tobster ligt nu in 't Gasthuis1 en als ze er van bovenop komt is 't een mirakel. Toen ik er achter kwam en haar bezocht, lei ze op een, handvol rot strco in eer.i bedstee en zij leefd'e van 't geen de buren er zoo heen brachten. Dat moet ik zeggen, wiji mogen al eens een rijkspep of een gouden Willem geven soit. om er van af tc zijn, maar de ware liefdadigheid vind je toch maai bij die armo lui. Nou. dat kleine goed kroop daar maar op den. grond, in het read, geen schoen aan de voeten en een paar vuile lappen om 't lijf. Wat moest ik doen Bedeeling, dia conie, liefdadigheid' naar Vermogen, al les goed en wel, dan krijg je huisbe zoek, onderzoek gevraagd, waar ze de zaligheid zoeken en mijn principe is honger is honger. Toen heb ik een. lijstje opgesteld eni ik ben naar wat kennissen gegaan en nu heb ik zoowat een 75 pop bij malkaar. Maar dat is te weinig. Er moet nog een velletje bijt Want wat geeft- het om ze voor een paar maanden te helpen dat is water gooien in een vat zonder bodem. Je moet afdbende helpen, diat is mijn prin cipe. Den oudsten jongen heb ik bij een vriend van mij in de zaak gedouwd, hij is cr nu loopjongen en je leeft op als je hem ziet werken. En voor hon derd pop kan ik een aardappelstandje voor de vrouw te kcop krijgcui ge knipt vcor haar. Maar dat velletje van 25 ontbreekt mij nu nog. Pauze. De liefdadige mail kijkt de passagiers één voor één met vragendeu blik aanDe aangesprokene is walt ver legen met 't geval. „Zie je, nou dacht ik aan je moeder, 'k Dacht zoo, als die goede oude me vrouw Bakker nog leefde, daar had ik maar te kikken Maar zoo'n mensch sterft en anderen,, die op een oent dood vallen, blijven leven. Doch nu zie ik u en "k denk kom laat 'k 't eens wagen." (Pijnlijke stilte. De passagiers zien den aangesprokene belangstellend aan). ..'t Hoeft niet bepaald 25 pop te zijn. Ieder naar zijn kracht en je moet aan zooveel meedoen tegenwoordig, 'k Heb van haalt een beduimeld lijstje uit den bi ïm en borstzak en vouwt het- open - dr. de Bie vijf pop, vaai freule Sickema. 3 achterwielen,van. mr. Meiners éc*i rijkspop... ziet u, als iedere kennis mij nu nog «ten. riks gaf was ik er en die arme stumperd in 't gasthuis en d'r wurmen waren: gered. Je zou er ge zicht moeten zien, als je 'r kwam ver tellen, d'at je een aardappelstandje voor 'r gekocht had. Niet. dat je 't om de dankbaarheid doet. Doe wel en zieniet om. Maar 't is toch aardig als 't er bij komt. Vipdt u ook niet-." „Zeker, zeker." „Dus, zcoails ik zei. als elke kennis mij... (Hij ziet dat ge uw portemonnaie voor den dag haalt en zwijgt plotseling tot ge haar geopend hebt. Dan eens klaps) elke kennis mij twee rijks- pop gaf, dan was ik er." D'e andere passagiers kijken naar uw vingers. Verlegen en onhandig geeft gij tweo rijksdaalders in plaats van één. „Dank u, int naam van de tobberd, dank u, (snel 't wegbergend in zijn vestjesaak). Ja ik wist 't wel, een goeel' zoon. verloochent zijn- moeder niet. Con ducteur stop even. Daar zie ik juist een kennis schuiven, dien 'k moet heb ben. Neem mij niet kwalijk, dat ik u heb opgehouden. Nogmaals mijn dank, mijnlieer Bakker. „Mijn naam is Bakhuis," zegt gij met een. fijn glimlachje. „Juist, juist. Bakhuis. Zei ik niet Bakhuis? Dag mijnheer Bakhuis, au revoir". Do liefdadige man, druk gelukkig, springt van de tram en terwijl hij zijn schuivende kennis naloopt, peinst hij) „Bakhuis, Bakhuis zóó is dat de jonge Bakhuis, 't Schijnt hem. goed te gaan. Hij zat fijn in zijn kleeren en 't kostte niet te veel spraakwater. 'kMoet 'm toch eens op zijn kantoor opzoeken om 'm te lijmen voor eon levensverze kering. Gemengd Nieuws. De Russische studenten. De St. Petersburger correspondent van de „Times" geeft- in zijn blad een beschrijving van de toestanden, welke thans heerscheu aan de inrichtingen voor hooger onderwijs in Rusland. Fei telijk, zegt- hij', zijn1 alle dergelijke in richtingen tot het eind' van dit jaar1 gesloten. In enkele slechts leggen da studenten hun gewon® examens af; al het andere werk is gestaakt. In een geheim bulletin van de organisatie der studenten wordt geprotesteerd tegen het feit, dat eenigen hunner zich aan de examens hebben onderworpen een daadwerkelijke obstructie is tot nog toe evenwel gestraft met gevangenisstraf en verbanning op groote schaal. Arresten en huiszoekingen hebben eiken avond plaats. Gedurende de laat ste dagen de correspondentie in de „Times" is van 25 April heeft het bericht gecirculeerd, dat de universi teit va.n Oxford en eem cf meer Deut sche universiteiten aan d'e verdreven studenten gastvrijheid hebben aange boden. Aan dit bericht werd nog een en ander toegevoegd dat.nl. een Duit- sche professor, een, groote specialiteit op wetenschappelijk gebied, al zijn Russi sche decoraties en diploma's heeft terug gezonden. De. autoriteiten der politie doen hun best om aan de beweging een poli tiek tintje te geven, en do vrienden der studenten zijn wanhopig. Het valt moeielijk om vcor alle studenten ruim te vinden in de gevangenissen van St. Petersburg. Zij, die zich reeds achter slot en grendel bevinden, worden één voor één door dé gendarmen onder vraagd. Alleen de procureur van het Paleis van Justitie mag daarbij tegen woordig zijneen- advokaat wordt den beschuldigen niet toegestaan, zelfs geen enkel middel van verdediging. Alles ge schiedt volgens heit beginsel der gehei me dossiers. Elk student wordt gedu rende en na! het verhoor in strikte af zondering gehoudenzijn dagelijksche wandeling met zijn kameraden, wordt hem onthouden, opdat hij niets aan zijn makkers zal kunnen meded'eelen vóór deze ook zelf verhoord zijn. Overigens hebben zij, zich over de behandeling en over het voedsel niet te beklagen, en dit hebben zij te dan ken aan den minister van justitie en aan den heer Salomon, directeur van het gevangeniswezen. Men vermoedt, d'at de heer Goremykin, minister van binnenla-ndsche zaken, tegenwoordige en vani d'e meest impopulaire personen., sterk is voor strengere maatregelen. In den nacht van Zaterdag op Zon dag - 22 en 23 April heeft do politie een inval gedaan in het nacht verblijf der studenten van de hooge- school voor het boschwezen, in de bui tenwijken van St. Petersburg. Ongeveer 300 studenten lagen te slapen in een aantal kamers, welke aan beide zijden van eon lange gang gelegen zijnde deuren, half van glas, waren alle ge sloten, met het oog op den nacht. Zonder eerste waarschuwing, zooals de verplichting was, kregen ongeveer 50 politie-agenten toegang door een voudig te schellen, maar zoodra de bui tendeur geopend1 was, stormden zij, naar binnen-, de gang in en begonnen zij de deuren te forceereu, de ruiten stuk te slaan. Een student ontving een hevigen slag op het hoofd, oen ander kreeg door een stuk glas een ernstige won d'e in het gelaat. Deze overrompeling geschied de om te voorkomen, d'at de bewoners compromitteerend© papieren zouden kunnen doen verdwijnen of verbranden. Gewoonlijk is de politie bij derge- lijko gevallen beleefd, maar ditmaal trad zij zeer ruw op. Een1 agent trok zijn sabel tegen een student, die tegen het binnendringen in zijn kamer pro testeerde, maar gelukkig verscheen dë 'inspecteur der inrichting, die door het lawaai gewekt was, juist tijdig genoeg, en drong deze er op aan dat van het feit proces-verbaal werd opgemaakt. Twee en vijftig studenten werden in hechtenis genomen en. naar de gevan genis overgebracht, maar niet zonder teeken van protest van de overige twee honderd en meer, die achterbleven. Zondag 23 April bevonden zich 127 studenten in de nieuwe gevangenis aan den Viborg-kant van de Newaj, Des Dinsdags ontvingen dei meisjes aan d'e inrichting voor hooger onderwijs voor vrouwen, ongeveer 230 in getal, bevel van do geheime- sectie der prefectuur van politie, om binnen 48 uur St. Pe tersburg te verlaten. Daar geheimhou ding thans meer dan ooit aan de orde van den dag is, is het niet mogelijk alles te weten te komen wat er gedaan wordt omtrent liet gevangen nemen en verbannen in andere dieelen d;es lands. Tn, plaats van hen ini de staid te hou den, waar gemakkelijk toezicht op hen zou kunnen worden gehouden, gaat de centrale overheid de ontevredenen zan den naar het binnenland, over geheel Rusland. Te St. Petersburg weet d'e politie altijd wat de studenten denken lu doen in en door hun geheime bulle tins en proclamaties, maar deze ver jaging in het groot is om zoo te zeggen het verspreiden van levende proclama tion over het gansche land. Met het verjagen van studenten, bedelaars en andere lastige personen, uit St. Peters burg, heeft men hoofdzakelijk ten doel de mogelijkheid te voorkomen, dat de keizer door onaangename tooneelen zou worden getroffen. Ei' wordt verteld, dat, toen Zijne Majesteit een i ge d'agon gel cd tin, door die staid' reed, hij eenige studenten dooi de politie zag wegvoeren en zich daar over een opmerking liet ontvallen. Er zijn nu strikte bevelen gegeven d'at geen studenten meer door de politie mogen worden vervoerd' langs die we gen, welke gewoonlijk door de leden dier keizerlijke familie worden bezocht. De autoriteiten hebben nu ook te St. Petersburg het resftaujraint laten sluiten, waar arme studenten een. goed'- kcopen maaltijd kunnen -krijgen. Er wordt ook veel gesproken over de poli- tie-spicninen, die in de uniform der studenten gekleed gaan. Er wordt ver zekerd, da,t een dézer voor generaal Va- n-offsky is verschenen als echt student, om getuigenis af te leggen ten behoeve van lieb rapport-, hetwelk de Czaar had verlangd. Maai" liiji werd1 spoedig ont maskerd, omdat zijn verklaring geheel en al was tegem de studenten en: voor die politie. In de school voor het Boschwezen is slechts één student voor zijn examen opgekomen en 54 van den vijfden cur sus der school voor liet Mijnwezen wei gerden, zich aan een examen te ccider- werpen en werden dus verwijderd. Hoe beschaafd Rusland' zich ook vaak als groote mogendheid naar buiten voordoet-, toch zijn er nog streken in het uitgestrekte gebied, waar- liet licht der beschaving nog niet door dern ne- völ van traditie eni conventie heteft kunnen heenbreken en vanwaar men enkele malen gebeurt eni ssew verneemt van zulk een onbeschaafdheid en bar- baarscliheid getuigend, dat men ver baasd moet staan hoe zoo iets binnen de grenzen van Europa gebeuren kan. Vooral liet zuiden van liet rijk heeft- zich te dezen opzichte ten treurige ver maardheid verworven. Bras- en zwelg partijen zijn er aan de orde van den dag en geven vaak aanleiding tot he vige kloppartijen, die lang niet altijd een onbloedig verloop hébben. Als be wijs, dat met het bovenstaande niet te veel gezegd is.dienc de volgende geschie denis die nog niet lang geleden bij Wladikawkas plaats greep Om een nietige reden; hadden de luitenant Kuscktchow en een burger, Subkow geheeten,' twist gekregen en de laatste had dén luitenant uitgedaagd tot een duel. Op den bepaalden tijd begaf Subkow zich met- zijn getuigen, d'e edelman Maikow, die een zwager van hem was, en een vaandrig, Nyrkow genaamd naar een eenzame plaats aan den oever eener rivier, waar het duel zou plaats vinden, en waar de luitenant reeds wachtende was. Het duel kon natuurlijk aiiet beginnen vóór zij een paar flesschen „wodki" hadden geledigd en het gevolg van die braspartij bleef niet uit, want weldra, had Subkow twist met zijn zwager Maikow en gingen zij elkander te lijf. De luitenant, die het wel zoo gemakkelijk vond de zaak op deze wijze te beslechten, begon even eens Subkow af te ranselen. Tegen deze overmacht bezweek deze natuurlijk spoe dig en nu bonden, Maikow en de lui tenant Subkows handen en voeten bij elkander!, mishandelden den aldus weerloos geworden man vreeselijk cm wierpen hem ten slotte- in de rivier. Hoewel het water vrij ondiep was, zou hij, gebonden als hij was, zeker verdron ken zijn. hadden cenfigo landslieden hem niet op den wal getrokken. Nadat hij eeinigen tijd bewusteloos gelegen had, deed hij de. oogen open en zag hij zijn zwager bij hem staan, endaar- door geraakte hij zoo in woede, dat hij oprees en Maikow een flinken muil peer gaf. Doch nu begon de worsteling opnieuw, en Maikow en de luitenant vielen op den ander aan, bonden hem opnieuw aan handen en voeten, en, terwijl Nyrkow op de beenem van den ongelukkige ging zitten en. d'e luitenant hem' met liet hoofd en de schouders op dén grond hield, ranselde Maikow hem met een disteltak op den ont- blooten rug. Nadat de ongelukkige minstens zes tig slagen had ontvangen; en zijn beu len hein nog eens flink hadden ge schopt, wierpen zij hem op een wagen en brachten hem naar de stad, waar zij hem met de zweep nog een pak slaag gaven en hem in een donkere ruimte opsloten. Ondanks zijn bewa ker wist hij spoedig daaruit te ont vluchten en zijn eerste werk was de politie met het geval in kennis te stel len. Het gevolg was. dat Maikow van den adelstand vervallen werd verklaard en veroordeeld! tot twaalfjarige verban ning naad Siberië. Do luitenant was inmiddels gevlucht, terwijl Nyrkow werd vrijgesproken;. Een eigenaardige werkstaking. Een zeer eigenaardige werkstaking brengt d'e Kopeiihaagscho rcederijen thans in rep en roer. De matrozen sta ken. Tot nu toe waren de zee en het scheepsdek nog de vluchtplaat-sen- van de romantiek. Maar nu heeft de nuch tere werkelijkheid ook daar haar intre de gedaan. De Deensche matrozen ver eenigen, zich als andere „proletariër^' en stellen de volgende eischem Ie. Afschaffing vain het los- cm laad- werfc op Zondagmorgen (Politikon merkt hierbij; op dat er slechts op zeer enkele schepen in de groote vaart Zondags morgens wordt gewerkt en nooit later dan tot 10 uur) 2e. Afschaffing van wachtdienst in de haven 3a Het verhalen, van schepen ten behoove van. het laden te betalen als overwerk 4e. Loonsverhooging. De gage per maand behoort op 60 kronen te komen ongeveer 40 terwijl ze tot nu toe 55 kronen was vcor Europeesehe vaart en 57£ kr. voor de vaart buiten Europa. Voor lichtmatrozen wordt 45 kronen gevraagd ein hetzelfde loon voor overwerk als vcor de matrozen. Einde lijk wordt een minimum-dagloon van 3 kr. 75 öre f 2.50 zonder dien kolst verlangd wanneer een matroos aan wal is en nog niet is aangemon sterd (tot dusver was het loon dan 3 kr.. ongeveer f 2.) Hiertegen zeggen de reedters dat, wanneer die eischen werden ingewil ligd, do Deensche matrozen vïn veel gunstiger conditie zouden zijn dan de zeelieden in andere Oostzeelanden en dat de concurrentie het inwilligen van die eischen onmogelijk maakt. Het gevolg is geweest dat er, voor namelijk in Kopenhagen, maar ook in een paar andere havens gteni schip binnenkomt of het wordt, zoodra het vastgemeerd of vertuid ligt, door het volk verlaten. Voor uitvarende sche pen is geen volk te krijgen. Sommige reed era hebben nu ecin, be manning van joliemannen aangemon sterd maar anderen, die niet eens jolle- malnnen keurden vinden, hebben zich beholpen met... hun, kantoorpersoneel. En zoo zag men dan hier eni daar een schip, waarop bleeke matrozen land rotten in kantoorjasjes, zoo goed' en zoo kwaad als het ging, d. trossen en zwabbers hanteerden, onder het ge- jouw en gegrinnik van de aan den wal staande zeelui. Dat gaat nu misschien! nog met vrachtbooten, maar passagiersbooten met kantoorklerken en boekhouders te bemannen, zal toch een wel wat ge vaarlijke grap zijn. Daarbiji komt nog dat de vakvereeni- gingen van stokers, machinisten en hai- venwerkers verklaard! hebben gemeene zaak met de matrozen te zullen maken waarneer de eischen; vm deze laatste niet vóór Vrijdag zijn ingewilligd. De reedersvereeniging is nu aan het beraadslagen. Uit de geschiedenis der lucifers. Kan liet tegenwoordig geslacht zich nog wel indenken in den tijd, toen men door het tegen elkander wrijven van stukken hout, of door staal, steen en een stukje zwam vuur poogde te ver wekken Weet men, behalve in d'e chemische vakkringen, nog iets omtrent de lamp van Döbereiner, waarvan het uitstroo- mende waterstofgas een stukje platina eens aan het gloeien bracht, of herin nert men zich de zg. sophoutjes, waarvan dje koppen bestonden uit een mengsel van chloorzure kali, gummi of suiker en vermillioen e«i die men ontstak door ze in met zwavelzuu rdoortrokken as best to doopen Men mag aannemen, dat de herinne ring aan al deze ouderwetsigheden totaal verdwenen is. En toch zijn cr pas eenige tientallen van jaren verloopen sedert de eerste phosphorus-lucifers werden in gevoerd, die de wegbereiders waren voor onze tegenwoordige lucifers. Een terugblik op deze, voor ons ge heeld sociale leven zoo uiterst belang rijk geworden ontdekking komt ons dan ook ter ontwikkeling van d'e algemeene kennis van den lezer interessant ge noeg voor. Het zal zeer weinigen bekend! zijn, dOt de staatsgevangenis Hohenasperg in Würtemberg, waai" dc dichter Schu bert tien jaren lang 17771787 als het slachtoffer van despotische: wille keur zuchtte, het uitgangspunt is der uitvinding, door welke d'e sombere ves ting een lichtbron werd voor de geheele menscliheid. In het jaar 1832 had het groote poli tieke volksfeest te Ham bach in den PlaJtz plaats gehad en een der deelne mers aan deze demonstratie, Johann Friedrich Kammerer, uit Ludwigsburg werd met vele anderen tot vestingstraf veroordeeld en evenals destijds de onge lukkige Schubert, gevankelijk naar den Hoheaiasperg overgebracht. lm tegen stelling met zijn gewelcMadïgen, ruwen voorganger, had die toenmalige comman dant. der bergvesting een zeer humaan karakter, waardoor hij de geneigdheid aan den dag legde om het lot der ge vangenen zooveel mogelijk te verzach ten] Nadat Kammerer hem had medege deeld, dat hij vroeger veel aan scheikun de had gedaan-, stond de commandant hem toe, in zijn cel een klein laborato rium in te richten. De gevangene was hierdoor in de gelegenheid om het vroe ger door hem overwogen vraagstuk tot verbetering van de bestaande middelen tot het opwekken van vuur uit te wer ken. In 1833 kwam hij op het denkbeeld, om het licht ontvlambare phosphor als grondmateriaal te bezigen en na eenige proefnemingen gehikte hein de samen stelling en verkreeg liij een stof, die in drogen toestand gemakkelijk bewaard kan worden en licht ontvlamde. Men zal zich de enthousiaste vreugde van den uitvinder kunnen voorstellen, todn hij op den wand zijner cel de eer ste lucifer aanstreekHoeveel meer zou hij genieten, wanneer hij, uit de gevan genis ontslagen, aan de wereld zijn uit vinding', een goetlkoope, gevaarlooze en gemakkelijk vervoerbare vuurbron bood Doch dc ondajik der wereld, maar bovenail die van zijn eigen. laxidgcinooLen trof ook dezen uitvinder. Beschermend patentrecht bestond destijds in Duitseh- laaid nog niet, kapitaal stond Kamme rer niet ten dienst, maar niettemin ar beidde. hij, toen hij in zijn vaderstad te ruggekeerd was, met den grootsten ijver aan dé verwezenlijking van zijn plan nen, ondanks de tegenwerking van ette lijke concurrenten, die zich al heel spoe dig voordeden, totdat ten zware slag plotseling al zijn verwachtingen in rook deed vervliegen. In het jaar 1835 werden dé strijk- lueifers in bijna alle Duitsche staten verboden De toenmalige verordening van een Hannoversche provinciale au toriteit herinnert onwillekeurig aan de komische bepalingen, waarmede de eer ste sporen werden bestreden en veroor deeld. Zij luidlt als volgt Daar do onlangs in gebruik gekomen wrijfvuurontsteekwerktuigen gevaar lijk gebleken zijn voor het ontstaan van brand, zoo wordt bij deze onder goedkeuring van. het koninklijk minis terie van Binnenlandsche zaken. Besloten dat de verkoop van zoogenaamde wrijfhoutjes, van wrijfzwam en van alle artikelen, die door het strijken over een ruw vlak vlam vatten, van heden af is verboden op poene van confiscatie en een geldboete van 5 tot 10 thaler. Zij die dergelijke artikelen ten ver koop in voorraad hebben, zullen op poe ne gelijke straf deze artikelen binnen een te bepalen termijn uit het konink rijk hebben te verwijderen. De overheid zal overtredingen van déze verordening onderzoeken en volgens voorschrift bestraffen." Nu maakten de; vreemde speculanten van dlei gelegenheid gebruik om de Duit sche uitvinding to exploiteer cm en eerst nadat andere staten de lucifcrsfabrika- tie toelieten, volgde ook Duitschlaud. Kammerer stierf in 1857 als eén ge broken man in het krankzinnigenge sticht van zijn vaderstad Ludwigsburg. Een goed geslaagde Aprilmop. Zelden had iemand meer succes van een mop, by gelegenheid van den len April ten beste gegeven, dan eenige grappenmakers te Ancona. iu Italië, dit jaar. Den avond van den 31en Maart waren zy met verscheidene vrienden onder wie ook een hooggeplaatst ambtenaar der stad, uit geweest en hadden bij die gelegenheid meer wyn gebruikt dan eenigen hnoner verdra gen konden, zoodat allen eenigszins aangeschoten huiswaarts keerden, het ergste evenwel genoemde ambtenaar, die van geen hemel of aarde meer afwist. Het bleek dan ook noodzake lijk hem pet rijtuig naar zijn woüing te brengen. Onderweg kwamen zijne vrienden op het idee zijn bedienden de man was niet getronwd in ien waan te brengen, dat mijnheer een been gebroken had, en ze ver zochten den koetsier wien ze dit even eens wys hadden gemaakt, hen te helpen om hem voorzichtig naar zijn slaapkamer te breïïgen, waar een hunner een dokter, een der beenen in een gipsverband legde. Een der be dienden werd gelast bij het bed te blijven waken en te zorgen, dat de gekwetste wanneer by tot bewustzijn kwam, zich volstrekt niet verroerde dan zou alles nog in orde komen. Den volgenden morgen zou de dokter terug komen werd bem gezegd. Wat gebeurde er echter intusscben De koetsier liep zoo hard by loopen kon naar bet redactiebureau van een der couranten en vertelde daar, na tuurlijk met de noodige overdrijving, dat mynheer die en die een been ge broken had en bewusteloos door hem was naar buis gebracht. Dit bericht werd, omdat het een hooggeplaatst en algemeen geacht ambtenaar gold, naar Bologna en andere groote steden getelegrafeerd en weldra was in ge heel Italië bekend, welk ongeluk den man was overkomen. Eerst tegen 9 uur den anderen mor gen kwam de beambte tot bewustzijn. Hij had hevige hoofdpijn, en toon zyn bediende hem verhaalde, dat hy een been gebroken had, en by zelf dit been in gipsverband zag liggen, begon by ook op de gebroken plaats pijn te gevoelen, en te klagen en te steunen er. te schelden op den wijn, die de oorzaak van het ongeval was geweest. Om Godswil, beweeg u niet, smeekte zyn kamerdienaar. Zestig dagen lang moet gij stil blijven liggen. De dokter heeft het mij uitdrukkelijk gezegdvanmiddag komt hy terug. Het is nog een geluk, troostto zich de zieke, dat er een dokter tot het gezelschap behoorde. Wie weet wat er anders van mij geworden was. Zoo bleef de gefopte beambte tot den middag styf en onbeweeglijk als een beeld in bed liggen. De hoofdpijn was van den schrik overgegaan, maar de gebroken plaats van het been deed hem hoe langer hoe meer pyn. Intusscben regende het brieven aan zyn huis. allen van vrienden en ken nissen, die in de courant gelezen had den van het ongeluk, dat hem was overkomen, terwijl het niet stilstond aan de deur van vragen, hoe het met den algemeen geachten beambte ging. Eindelijk kwamen zijn vrienden. De dokter nam voorzichtig het. verband af en scheen zeer vertaasd„Kijk", riep bij uit. „Dat noem ik een wonder. Het been Is reeds geheel genezen. Zoo iets ziet men alleen op den leo April." De gewaande zieke werd natuurlijk woedend op het vernemen van de grap waarvan by de dupo geworden was, doch weldra troostte hy zich met de gedachte dat zyn been niet gebroken was en lachte hartelijk mede. Onbekende parapluies, enz. De Londensche correspondent van het „llbld*" schrijft: „Van je vrienden moet je 't heb ben" en „ondank is 's werelds loon", ziedaar tweo sombere spreekwijzen, die buitengewoon goed zouden passen in den mond van een parapiuic, in dien een parapluie over een dusdanig spreekorgaan kon beschikken. Hoeveel hebben we niet aan onze parapluie to danken en boe snood be handelen wy haar nietWe nemen haar uit a's er slechts een voorwen !- sel daarvoor aan de lucht hangt en we zyn boos op haar als wi- ze mee namen als ze overbodig bleek. We leenen haar uit zonder hartzeer en braken nog nooit een vriendschaps band, wijl we haar niet terugkre en. We laten haar slukwaaien en toornen niet op eigen onhandigheid, doch op hare zwakheid, welke we met een minder deftig woord bestempelen. Doch dit alles zyn nog slechts per soonlijke gevallen van onvriendelijke ondankbaarheid. Waar bet. persoon lijke echter ophoudt, het nationale, algemeene begint, dat is in de spoor treinen. In de treinen worden ze achterge laten. te vondeling gelegd, vergeten, niet bij honderd- doch by duizendtal len, onze goede, zachte, trouwe be schermers tegen onzen eeuwigen vyand, den regen. In Nederland voch ten onze voorouders tegen het nat onder hun voeten, bier vochten ze, en vechten wij nog, tegen het. nat boven onze hoofden. Wat zon hier het leven zonder parapluie zijn Men moet er niet aan denken En toch verkocht een simpel spoor wegmaatschappijtje deze week niet minder dan 2000 parapluies, die in spoorwagens vergeten en niet opge- ëischt waren. Gepakt ia bundels van 12 tot 18 stuks, kregen hardvochtige opkoopers voor 4 a 9 shilling ze i:i banden en deden zestuksgewyze over aan nieuwe eigenaren, die zo weer zullen vergeten, enz. De cirkelgang der parapluie Na de parapluies komen de hand schoenen. die met mandjes vol weg gingen. Evenals hier veel nat is, is er ook veel roet en't is onbegrijpelijk dat iemand die op schoone handen gesteld is, zich zonder handschoenen in een trein waagt. Na zulke hoeveelheden verbazen we ods al niet meer als parasols en waudelstokken by honderden en da mes' handtascbjes, reiskoffers, brie- ventasschen, picuicmand jes (leeg ze ker!) en portmonteau's by tientallen voorbanden waren. 33 scheermessen doen vermoeder, dat veel officieren van een zekeren generalen staf mot de London South Western gereisd hebben, 135 beurzen: doen udenken: hoe zonde! 80 tabakszakken en 190 pijpen zullen menige dame doei: zeg gen: heel goed! 36 kleerborstels'. 90 kammen en 40 tandenborstels bewijzen, hoe netheid en slordigheid Samen kunnen gaan. Doch bij 24 vorken, 52 lepels, 16 brillen, 9 fietsbellen, 9 fiets- zadels en 9 fietspompen, bij 9 flesschen drank, een kist met wiskundige in strumenten en een klok van een voet doorsnee, bij zoo'n allegaartje komt de zielkunde van een eerzaam jour nalist au bout de son latiu. Een karavaan overvallen. Ten oosten van het Njissameer in Centraa'-Afrika bij den hoofdstroom van de Rovoema is een karavaan dooi de inboorlingeu overvallen. Vijftig dragers werdon gelood en do goele ren gingcu verloren. De twee Euro peanen, ouder wier geleide do kara vaan reisde, ontkwamen naar het fort Chicla. RECHTSZAKEN. Het Huis Acier on Co. H. Staal en A. Panbuise beklaagd van oplichting van verschillende bui- tenlandscbe firma's, werden Vrijdag door de rechtbank te Amsterdam we gens oplichting tweemaal gepleegd, veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf ieder. De eisch van het O. M. was 3 jaar tegen Staal en 2 jaar tegen Panhuise. VARIA Was dat niet de jon o Toppiar die daar de deur uitging? vroeg do rechter aan zyn oudste dochter. Ja, papa. En heb ik niet gezegd dat ik verb od hom nog weer te ontvangen. Ja, papa; maar ik bon in hoogor beroep gegaan en mama vindt Let goed. ORGELBESPELING in de Groote- of St. Bavokerk aiirei, op Dinsdag' 9 Mei 1899. des na middags van '—2 uur door den heer W. KZERMAN. PROGRAMMA. 1. Sonate no. 3 Bach. a. Andante. b. Adagio. c. Vivace. 2. OiVertoiro Guilmant. 3. Meditation: Extrata Èheinberger. 4. Andante 8. de Lange. 5. Aria uit „Pauliis". Mendelssohn. $toom vaaHb erichie». Het stoomschip Koningin Wil hel- minavan Batavia naar Amsterdam, arriv. 5 Mei te Amsterdam. Het dabbelschroefstoomschip Sta- tendam, van de Holland Amerika Lyn, van Rotterdam naar Newyork. pass 5 Mei des voorm. 10 u. 50 m. Praw- lepoint.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 9