NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Kt» Jaargang Donderdag I Juni (893 ■n 4884 HAARLEMS DAQBLAD Voor Haarlem per 8 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 8 maanden1.80 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsbladvoor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.37^2 ADVEBTEÈTTIECN": i 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat Reclames '20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C, PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het' Buitenland: Compagnie Générale de Pablicité Etrangire G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing ran Advertentiön en Reclames betreffende Handel, Nijverheid nn Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiêm van 1—5 regels ƒ0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30. Agenten voor dit blad m den omtrek_ziir Felsen, W Bloernendaal, Santpoort en Schoten, P. t. d. RAADT, ZandpoortHeemstede, J. LEUVEN,bp de tolSpaamdo J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; HülegomARIE HOPMAN, Molenstraat, C. HARTENDORPZandvoori, G. ZWEMMER Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentien aan. STADSNIEUWS Eeri-sta er* tweede pagina. Haarlem31 Mei 1899. Vooruitgang. Dinsdag vergaderde, ouder voorzit terschap van den beer Mr. Th. de Haan Hogenholtz. afdeeling I van de kiesvereenigiDg Vooruitgang tot het stellen van candidateu voor den Ge meenteraad in z\jn district. Hier tradeu af de beeren Joh. Winkler, S. Roog en H. van den Berg. Na eenige gedachtenwisseling werden tot candilaten voor deze plaatsen ge stold de heeren J. van der Wijde, Roog en van den Berg. Evenals Maandag in afd. Ill kwam de wijze van candideering tei sprake, waar toe de kiesvereeniging nu door haar reglement gedwongen is. In de onzekerheid of er nog, al dan niet, een algemeene vergadering plaats zal hebben, zijn op voorstel van den voor zitter de genoemde candidaturen door de vergadering als voorloopige be schouwd. Als secretaris der afdeeling werd herkozen de heer C. Eekhout. i Den aftredenden secretaris, den beer A. Beerniiik werd door den waarne mend voorzitter, den heer G. L. van Lennep, een woord van dank ge bracht. De heer Btemink is thans penning- J meester voor de asptiyxiatie inrichting, die een afzonderlijk financieel beheer heeft. Besloten werd een drietal borden te plaatsen bij bet asphyxiatie-toestel op bet PhoenixterreiD, aangezien bet in een eenigszins verscholen hoek staat en sommigen het, naar t schijnt, moeilijk kunnen vinden. De vereeniging verleent sedert jaren een premie van f 2,50 aan iederen poli tiebeambte, die ter zake van dieren mishandeling een proces-verbaal op maakt, dat dooreen veroordeeling van den overtreder wordt gevolgd. Thans is besloten, dezelfde premie beschik baar te stellen ten aanzien van ver volging wegeDS het uithalen van vo gelnesten. Aan de au;oriteiten zal door het Bestuur der vereeniging om mede werking worden verzocht. Hedenmorgen omstreeks 91/., oren had de heer Spaan, oud-hoofdonder wijzer alhier, het ongeluk door ver keerd uit te wijken te worden omver gereden door het paard gespannen voor tiet rijtuig van mevrouw Van Stralen; de heer Spaan was hevig verschrikt doch bekwam geen belangrijk letsel. Maandagavond vervoegde zich in den slagerswinkel -an den heerDau- deij op de Geil. Oude Gracht alhier een ongeveer 16 jarige dienstbode om 3 pond kalfsvleesch voor mevrouw Kruijff op de Baan, hetgeen haar door den knecht zonder argwaan werd afgegeveo. Later bleek dat men hier met een oplichtster te doen heeft ge had. Naar wij vernemen zal van wege het bestuur der posterijen een brieven bus worden geplaatst aan den Ko ninginneweg. Hedennacht beeft de post-automo- biel Leiden—Amsterdam dieust ge daan, gevolgd door den postwagen. De proefneming zai een 14 dagen duren. Dinsdagmorgen ontvingen wjj een uitvoerig gedrukt stuk van de speciale Raadscommissie aan den Raad. betref fende de wijziging van haven- en kaaigeld. Zeer kort daarna werd ons van 't stadhuis verzocht, om daarvan geen melding te maken, aangezien het stuk niet juist was. Wij hebben daaraan natuurlijk voldaan, maar vonden tot onze verbazing het stuk in zyo geheel in de Opr. Haarl. Courant van Dins dagavoud In de Dinsdagavond gehouden ver gadering van het Bestuur der Ver eeniging tegen het mishandelen van Dieren alhier werd tot secretaris be noemd de beer Andries Winkler, die zich deze benoeming liet welgevallen. De Koninginnen, te Amster dam. Aan het voornemen van H. M. de Koningin om de gedelegeerden der Vredesconferentie in de hoofdstad te ontvangen, zal volgens het „N. v. d. D.M gevolg worden gegeven. De datum van het bezoek van H. H M. M. schijnt 'nog niet vastgesteld te zjjn, maar genoemd wordt de eerste helft van Juni, waarschijnlijk de week, volgende op het bezoek uau Rotter dam (9 Juni). Bij die gelegenheid zou dan in het Paleis een groot gala-diner gegeven worden, waaraan alle gedelegeerden zullen wordeu genoodigd, benevens de voornaamste autoriteiten van stad en provincie. By het aanstaande verblijf van H. M. de Koningin in de hoofdstad, moet ook het plan bes'aan een bezoek te brengen aan het nieuwe hospitaalschip, dat alsdan aan de de Ruyterkade zal wordeu gelegd. Een afgezant van Armenië. De „Daily News" bevat liet volgende belangrijke bericht van rijn Haagschen correspondent. „Do heer Minaz Tcheraz, de welbe kende Armenische schrijver, die aan spraak kan maken de tolk te rijn van de gehc-ele Armenische bevolking, en van de comité's van Armeniërs over geheel Europa, Egypte, enz., en door hen naar Den Haag gezonden, heeft gisteren een gesprek met mij gehad. Hij kwamdaar ben ik zeker van, met geen illusies, en hij zal vertrekken zonder teleurstelling. „De heer Tcheraz, die in Den Haag is gekomen met behoorlijke volmachten van de Armenische lichamen in Euro pa, had rijn toevlucht tot een krijgslist genomen, om het Armenische verzoek schrift aan Baron de Staal aan te bie den, daar een officieele nota verschei dene dagen vroeger was gepubliceerd, dat geen verzoekschrift door den voor zitter der conferentie zou worden aan-, genomen. Tcheraz nuurde het netste coupétje dat in Den Haag te krijgen! was en met de commandeursord'e van; Bolivaa* op de borst reed' hij naar het Huis ten Bosch op den openingsdag. Hij werd bij den ingang aangehouden, doch hij vertoonde een groote envelop pe aan de soldaten, die salueerden en hem door lieten gaan. Het rijtuig reed tot den trap der gezanten. De heer Tcheraz wandelde naar boven en over-, liandigde een enveloppe aan een be diende, met de bijvoeging dat rij offi cieele stukken voor den president be vatte. Hij wachtte een week op ant woord en zond toen iemand, die de boodschap bracht, diat de heer De Staal nooit den heer Tcheraz zou ontvangen. De laatste had aan baron De Staal mee gedeeld dat Gortchakoff, den 9en April 1878 aan lord Salisbury schrijvende, geconstateerd had, dat het keizerlijke kabinet, „altijd voor oogen heeft ge- houden de taak het door de geschiede nis opgelegd, om -et Christendom tet bevorderen zonder onderscheid van ras of kerkgenootschap." Tcheraz is door een gedelegeerde vei-wittigd, dat baron !De Staal het verzoekschrift zelfs niet aan rijn collega/s genoemd heeft. In de petitie worden nieuwe Armenische gruwelen onthuld. Hij heeft geschre- j ven aan eiken gedelegeerde en beleefde antwoorden van verschillende hunner ontvangen. „De Sultan heeft een protest gezon den aan den Hollandschen gezant te Konstantinopel over de tegenwoordig heid van den heer Tcheraz en Jong- Turken te 's Gravenhage en biedt een j gunstige regeling aan van de Mohanir medaansche moeilijkheden in Java in ruil voor hun uitzetting buiten Nedesr- land. De chef der politie van den Sul- tan, Ahmed; Pacha Djellalediu is op weg naar Den Haag. „De heer Tcheraz zeide, over rijn zending sprekende„Het is toch wel goed!, dit eens te zeggen, om aan Eu ropa te toonen, dat wij lijden." In verband met het bovenstaande verdient bizonder de aandacht het vol gende bericht van het „Vadcrl." „De voor hedenavond! aangekondigde voordracht over de Armeniërs gaat niet door, daar prof. Minas Tchéraz, op ver zoek van het bestuur der Christ. Jonge- lingsvereeniging, besloot om gehoor te geven aan een wenk der politie, blijk baar handelende op een wenk van Bui- tenlandsehe Zaken, dat op rijn beurt een wenk van de Turksche legatie schijnt te hebben gekregen. De heer Tcheraz had nog wel te voren beloofd de politiek te zullen vermijden." „In 't vrije Nederland!" deur aan de binnenzijde geopend ooi zich een veiligen aftocht te verzekeren. Vervolgens hebben de inbrekers zich door de huiskamer naar de slaapka mer begeven. De vrouw des huizes ontwaakte even, meenende de winkel bel te hooren. Z\j waarschuwde baar man doch deze dommelde weer in. Plotse'ing zag de vrouw twee mans- personeu in het slaapvertrek, waarvan een vlak voor het bed. Zij gaf een gil waarop de dieven wegliepen, een zil veren horloge medenemende uit het vest van den slager, welk kleediugstuk op een stoel voor het bed hing. In den winkel werden eenige sleutels gevon den, die in do kamer op de kasten hadden gezeten. Inbrekers. De tuimelraaradieven schijnen te 's-Gravenhage weder aan den gang. Na Zondag bij den spekslager Lasan op den Loosduinscheu weg te hebben ingebroken en gestolen, hebben zij dit Maandagnacht gedaan bij den spek slager Leene, een paar honderd meters verder op den weg. Ook thans heb ben de dieven zich toegang verschaft door het tuimelraam en daarna de Verdwaald- Zondagmiddag begaven zich twee kinderen uit 's Gravenzande, een van 4 en een van 3 jaren, naar bet zee- stratd en verwijderden zich al spe lende meer en meer van de ouderlijke woning zoodat zij eindelijk bij het vallen van den avond den weg terng niet meer konden vinden. Dood moe legden de kleinen zich tusschen Loos- dninen en bet waterververschingska- naal van 's-Gravenhage, op het strand te slapen, alwaar z\j den volgenden morgen, deels bedolven onder betover ben gewaaide zand werden gevonden. Overgebracht naar de naastbijzijnde woning, die van den heer Treur aan de sluis van het afvoerkanaal, werden zij aldaar liefdevol opgenomen en ver pleegd. De kleinen waren nataurlijk verkleumd, den geheelen nacht badden een aantal bewoners van 's-Graven zande gezocht. Twee kasteleins. Men schrijft uit Delft Het geschil tusschen den heer Scbmid van Rotterdam en den kas telein No. 1 van het café Löwenbrau is nog niet ten einde en geeft dage lijks aanleiding tot vermakelijke his tories. Advocaten van beide partijen schijnen als leeuwen tegenover elkan der te staan, zonder dat een van bei den den eerste.j slag durft toe te die nen. Nu heeft men de gas- en water leiding in het bovenhuis doen afsnij den en ook de privaattoa doen weg halen. De vrienden van kastelein No. 1, den heer Bühler, en tal van inge-, zetenen komen op tegen deze onmen- schelyke handelwijze en hebben di rect gezorgd voor petroleumlamp, toestel en voorraad en het onmisbare drinkwater. Naar. men zegt, begint ook de hypotheekhouder van het pand zijn ooren te schudden, omdat hij on tevreden is, dat het perceel niet meer beantwoordt aan den aard en bestem ming, die het had toen hij indertijd zijne gelden er op belegde. Men noemt den beer B. hier algemeen „de gevan gene van den Leeuwenhoeksingel". Dienstweigering. Bij de te Veenhuizen gedetacheerde afdeeling van het le regiment infan terie te Assen hoeft zich dezer dagen een geval van dienstweigering voor gedaan. Toen het detachement aange treden stond en de bevelvoerende of ficier een commando gaf, trad er een korporaai uit het gelid, die onder het geven van een tegenbevel met ruim 20 anderen naar de kazerne marcheer de. De belhamels zijn te Assen in arrest gesteld, in afwachting dat nader omtrent hen zal worden beschikt. Zij zijn te Veenhnizen reeds door andere manschappen vervangen. RECHTSZAKEN. Het Rijksopvoedingsgesticht te Alkmaar. Voor de rechtbank te Alkmaar diende Dinsdag de zaak van George Indermaner, beklaagd van een valsche aanklacht tegen den directeur vau het Rijksopvoedingsgesticht te Alk maar Meeues, wegeus het overlijden van den verpleegde Biere in dat ge sticht. Deze jongen, die wol eens aan den directeur klikte omtrent de slechte streken zijner kameraden, werd 16 Maart mishandeld op de binnenplaats. Hij overleed aan de gevolgeu 27 Maart. Indermaner, oud-verpleégde van bet gesticht, onderzocht de zaak en diende een aanklacht in tegen den directeur, dien hij schuldig achtte door Da'atig- heid, eu den bewaker Bouma, die op de plaats niets heeft gezien, ofschoon bjj de wacht daar had. De directeur antwoordde met een plainte wegens valsche aanklacht. Gehoord werden vier getuigende directeur, de bewaker Bouma, de vader van den overleden jongen en een verpleegde. Bovendieu waren 21 getuigen a décharge gedagvaard. Als verdediger trad op mr. P J. Troelstra. Gemengd Nieuws. De zaak-Dreyfus. Evenals die van Maaudag had do zitting van het Hof van Cassatie te Parjjs Dinsdag een zeer kalm ver loop. Alleen aan liet slot der zitting werd sensatie verwekt door de ver klaring van den rapporteur, de heer Ballot Beanpré, dat hij volgens overtuiging en geweteu Esterhazy voor den schrijver van het borderel hield. In en om het Paleis van Justitie was het zeer kalm, zooals uit de vol gende telegrammen blijkt. De zelfde maatregelen tot bewaring der orde waren genomen als Maaadag. De camelots kunnen de plaatsen, die zjj gereserveerd hebben, raoeielijk kwijtraken. Er valt niets bijzonders voor: noch bjj de aankomst van pre sident Loew, noch b\j die van Coppóö en generaal Roget. Het aanzicht van de zittingzaal is evenals Maandag dezelfde dames, die plaatsen gekregen hebben, zijn aauwezig. Achter presi dent Mazeau waren veel personen in zwarte kleeding gezeten: rechterlijke ambtenaren, politieke personen, letter kundigen. De zitting werd om 12 uur precies De raadsheer Ballot Beaupré zet de lezing van zijn rapport voort. Ik zal thans de argumenten na gaan zegt de rapporteur die de tegenpartij (tegenover de memorie van rar. Mornard) zou kunnen laten gel den. Vooreerst dit: indien in 1894 zekere slakken gebruikt zijn,dieniet onder de oogen van Dreyfus en zijn verdediger zijn gebracht, dan hebben de rechters van den krijgsraad, die geen juristen zijn, zich te goeder trouw vergist. Hij is van meening, dat de overlegging van het stuk Ce canaille de D..., niet uitmaakt een „nieuw feit kunnende strekken om de onschuld van den veroordeelde vast te stellen." Dit stuk toch heeft de veroordeeling niet kunnen bewerken, als men let op hetgeen Freystaetter voor het Hof verklaard heefr. De stellingen der tegenstanders van de revisie verder nagaande, zegt de rapporteur, dat de verdedigers van Henry meenen, dat deze uit patrio tisme gehande'd heeft. Aan de daden van Esterhazy zou dezelfde verklaring gegeven moeten worden. Al deze han delingen zouden geen grond tot revisie kunnen opleveren, want er is niet aangetoond dat er valsche getuigenis sen zija afgelegd. De schuld van Drevfus zou blijken nit de termen van het borderel, dat in Augustus werd opgesteld. De rapporteur weidt nu uitvoerig uit over de vraag, welke inlichtingen Dreyfus kon ver chaffeu wegens zijn verblijf aan de artillerie school te Bourges. De vermoedens tegen Dreyfus werden nog versterkt, toen het geheime dossier werd overgelegd en onder zocht. De bekentenis van Dreyfus, denk beeldig volgens den procureur-generaal en den advocaat, wordt door de tegen standers der revisie voor geldig ge houden. De beweegredeueu voor do misdaad vinden dezen in de zucht van Dreyfus om geld te verspillen met lichte vrouwen. Na aldus zijn uiteenzetting van het voor en tegen beëindigd te hebben, zegt de rapporteurThans rest de vraag, voor iiet geval dat de revisie- aanvraag ontvankelijk zou worden verklaard, wat het foud der zaak be treft, of er reden bestaat om het voonis van 1894 te casseeren met of zonder verrijzing naar eon nieuwen krijgsraad. Men kan zegt hjj 'de ge vol ven van het borderel niet wegcijferennoch volhouden dat Henry dit zou hebben gemaakt. Daa geeft bjj voorlezing van het requisitoir van den procureur-gei eraal Mauau, van 7 dezer gedateerd. De terechtzitting van het proces van 1894 behaudelend, zegt de rap porteur dat deze in stele van sensa tioneel te zjjii, zouals velen geloofden, integendeel onbeduidend geweest zjjn, behalve het getuigenis van Heury en van Bortillon en het pleidooi vau mr. Deman e. Waar bjj het over de han delingen van Henry en du Paty heeft, zegt de rapporteur niet te twijfelen, v ant dezen zjjn formeel gedesavoueerd door Gouse en Boisdeffre. De buiten sporige daden van du Paty viuden hue verklaring in 'smans geestestoe stand men hoeft van een wraakne ming gesproken. De tegenspraak tus schen de experts, hoewel een betwist baar punt, zjjn niet van genoeg be- toekems om de kracht van het ge wijsde te verzwakken. FEUILLETON. Naar het Engelscli VAN MRS. HUNGERFORD. 35) Mafir Digby is in geen stemming om grappen te maken, en zonder van haar vroolijke uitbarsting notitie te ne men vervolgt hij op ernstigen toon „Wat zeide Grant wel tegen je ter wijl je met hem reedt?" Lou's vroolijkheid vermindert eenigs zins, maar haar oogen beginner, spot tend te flikkeren. „Alsof ik je da.t zou vertellen „Bij den Hemel, ja.!" roept hij opge wonden uit. Zijn oogen rijn op haar gelaat ge vestigd. „Maar hoe het ook rij, je kunt het mij wel toevertrouwen," voegt hij er bemoedigend aan toe. Lou zwijgt. „Zou je mij eens willen zeggen, Dig by of er iets bijzonders aan mijn ge richt to zien, is?" vraagt rij. „Neen," antwoordt Digby verbaasd, „waarom vraag je dat?" „Wel je staart mij aan alsof En terwijl zij dit zegt wendt rij een blo zend gezichtje naar hem toe. j „Ocih... ik... vroeg mij af hoe je er zonder ponyhaax zoudt uitzien," zegt j hij rijn blik van haar afwendend. Hij wil haar niet weer uit haar humeur bren- gen, maar er valt hem op dat oogen- blik geen ander excuus te binnen. I „Het spijt mii dat ik je nieuwsgie righeid niet kan bevredigen, want ik ben niet van plan 't te veranderen." „Laat ik het eens even achterover strijken," zegt- hij naar haar toetredend. „Zeker niet." De strenge uitdrukking van haar gericht vermindert. „Ik denk keusch, Digby..." „Hoe nadenkend zijn wij,!" valt hij haar in de rede. „Ik dacht er ook over, dat nu je niet met Grant verloofd bent je 't wel met mij kondt rijn." Er straalt veel ernst in rijn schijnbaar ackteloo- zen toon door. „Ik wil nooit trouwen! Ik haat ie dereen „Mij haten Dat is onmogelijk „Wel, misschien ook niet. Maar," voegt rij er weifelend aan toe, „ik hoor de het toch te doen. Waarom," en haar toon klinkt scherp, „vergezelde je mij van morgen niet, in plaats van met dat afschuwelijke meisje weg te rijden?" „Je hoorde wat zij mij vroeg. Hoe kon ik haar verzoek om die verwensch- te fiets in ordö te maken weigeren?" voegt hij er aan toe, bij de gedachte aan die scène weer opnieuw woedend wordend. „Maar apropos, hoe ben je Graait kwijt geraakt?" Een lachje glijdt over Lou's gelaat. „Door de parasol. Oik wilde dat je gezien hadt wat ,een last 't hem ver oorzaakte". „Wil je daarmee zeggen, dat je hem verliet.dat je je uit eigen beweging van hem ontsloegt vraagt hij plagend. De glimlach verdwijnt van Lou's gelaat en maakt plaats voor een toornige uit drukking. Zij keert zich knorrig van hem af. „Ik wilde dat je 't nu voortaan nai liet mij met dien man te plagen. Ie dereen vindt hem vervelend on ik maak geen uitzondering op den regel. Eens voor al zeg ik je dat ik hem veraf schuw „Meen je dat, Lou?" „Ja, natuurlijk," zegt zij zonder hem aan te zien. „Dan ben je een meisje, dat een goed oordeel bezit," zegt hij ernstig, „en tot belooning daarvoor sta ik je toe mij te trouwen". Het is een gewaagde grap, die door Lou echter goed opgenomen wordt. „Dat kon ik ieder oogenblik in de laatste achttien maanden gedaan heb ben!" zegt zij hem met ecu guitige uit drukking in haar oogen aanziend. „Op mijn woord1 jelui meisjes rijt niet weinig pedant! „Jij bent pedant. Belooning! Wat een woord?" „Een mooi woord en een heerlijke belooning Lou maakt een smakkend geluid met haar tong een bewijs, dat rij ten zeerste vertoornd is. „Moet ik daaruit begrijpen, dat je ze verwerpt." Zij zwijgt en Digby waagt het rijn arm om haar heen te slaan. Zij staan nu op den top van een, heuvel. „Je geeft toch wel een beetje om mij hè Lou? Zeg ja, lieveling, en word mijn vrouw." Dat woordje „lieveling" is te veel voor Lou. Al haar sarcasme smelt als sneeuw voor de zon. Geeft hij dan wer kelijk een beetje om haar? Haar hart springt op van vreugde. „Ik... ik weet het niet," stamelt zij; ..^ij kibbelen altijd." „Des te beter om er dan nu voor goed een eind aan te maken en verder vredig en gelukkig samen te leven Zeg ja, Lou,'" zegt Digby op dringenden toon. Plotseling verbreekt een luide kreet de stilte. Hij komt van uit de verte en de persoon, die hem uit, schijnt buiten adem te rijn. ,,0' Digby neem je arm weg' roept Lou angstig uit. „Ik ben er zeker van dat kapitein Grant roept!" „Ja. maar hij is nog niet in 't ge richt. Ik raad je aan je te haasten en ja te zeggen. Hij kan elk oogenblik hier zijn. Ik geloof dat ik hem al zieDig by tracht rich te verbeelden dat hij waarheid spreekt. „Nu, goed dan, ja, neen ik meen het niet..." „Daar is hij al vlak bij ons." „Hoe slecht van je, DigbyMaar nu moet ik wel ja... ja zeggen roept Lou in wanhopige haast, tegelijkertijd tot zichzelf zeggend, welk een mooi woord je het is en hoe het niets geen moeite vereischt 't uit te spreken. „Oik vergat je nog te zeggen," en tegelijkertijd stapt rij op haar rijwiel, „hoe blij ik ben dat je die betrek king gekregen hebt. Ik meende straks niet, wat ik zeide." Het volgend oogenblik vliegen de heer Deverouse en juffrouw Crichton huiswaarts en Grant die geheel buiten adem van achter het boschje te voor schijn komt, bespeurd geen levende ziel meer op den weg. HOOFDSTUK XXXII. Acht maanden rijn verstreken sommigen zijn ze lang gevallen anderen te snel voorbijgegaan. In Shelton is een en ander voorge vallen dat opschudding onder de bewo ners heeft veroorzaakt. In waarheid heeft men over juffrouw Johns gebab beld, maar zoodra rij 't merkte verliet zij 't plaatsjedie kleine zinspeling op liaar afkomst werd onder haar vrien den niet gunstig opgenomen. Terwijl rij neg in de buurt vertoefde werd rij geminacht maar zoodra is zij vertrok ken of men zegt, dat rij zoo kwaad neg niet was zij kon zoo goed als mikpunt (henen. Maar nu deze vervelende acht maan den verstreken rijn, komt er weer le ven in het plaatsje. Mijnheer en mevrouw Butler rijn van hun lange huwelijksreis terugge keerd en over veertien dagen zal me vrouw Ferguson een bal geven. (Wordt vervolgd/.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1