NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
6)
'Me Jaargang
Vrijdag 16 Juni 1899. Ho 4897
HAARLEMS DAÖBLAD
A-BOLTIsrsavr'E]7NrT?SFEmS: AJDVTEIRTHnsrTIËnSr:
Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Vh" 1-5 regels 50 Cts'' iedere rege' meer 10 Cts" Groote lettera i31"' plaatsruimte.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der VMr Abonnement aanzienlek rabat.
gemeente), per 3 maanden„1.30 Reclames 20 Cent per regel.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 xy jjT. V? Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten
Afzonderlijke nummers0.05 Jen door Boekhandelaren en Courantiere.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per S maanden0.30 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
„de omstreken en franco per post ü.37ï/2 Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer (22.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Mti uitzondering T&n het Arrondissement; Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing Tan Advertentiên en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn, te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiên van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15Reclames per regel f 0,80.
Agenten voor ditiblad in deD omtrek zyD Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v.'-d. RAADT, öandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bp de tol; Spaarndam, C. HARTENDORPZandpoortG. ZWEMMKK
VeUen, W. J. RULJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen od Advertentiên aan.
ij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Itiick-ele Berichten.
vateBurgemeester en Wethouders van
ebeaarlem
Brengen ter openbare kennis, dat
ingekomen een verzoekschrift van
C. Berkemeier te Amst. om ver
ging tot het verkoopen van ster-
v, in drank in het klein in het bene-
.nhuis van het perceel aan de Dam-
"lsJaat No. 10.
r^Haarlem, 14 Juni 1899.
t jje Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
;hoo
mee NABETRACHTING
oud van den
l°u* GEMEENTERAAD
vafDe heer Schürmann had er voor de
njeaad3vergadering geen geheim van ge
slaakt, dat hij zijn geheele voorstel
(treffende de belasting op de publieke
■jj j/rmahelijkheden zou intrekken, wan-
j/eneer artikel II door den Raad mocht
pen arden aangenomen. De lezer zal zich
e j^rinneren, hoe in de vorige vergade-
eeing de meerderheid van den Raad be-
5 g-goten had tot vrijstelling van leden
den111 behoorlijk georganiseerde vereeni-
ngen, dus van leden van Bach, Toon-
mat, Zang en Vriendschap, het Bron-
sbouw e. a. die juist de mensohen zijn,
jjej.aarop een dergelijke belasting liad
na>m»e(n en moeten worden verhaald.
([eiJ Met veertien tegen tien stemmen
erd het artikel toch door den Raad)
oedlgekeurd en onmiddellijk daarop
•ok de heer Schürmann het geheele
aorstel in, met de verklaring dat het
e bedoeling nooit was geweest om den
leinen man te belasten. Zoo is dan nu
e heele vermakelijkheidsbelasting van
e baan. De voorsteller was er danig
per uit zijn humeur. Terwijl de burge-
leegter met twee raadsleden aan de
temtafel zat voor de benoeming van
en onderwijzer klonk de stem van den
.eer Schürmann nu en dan luid op
oor de zaal door het groepje Raadsle-
edten heenbrekende, dat zich bij zijn
laats verzameld had alsof de vader
»er,aoes* worden gecondoleerd over den
lood van rijn. kind. Scherp stak bij da
riftige gebaren van den heer Scïriir-
aann af de kalme glimlach, waarmee
ja^!e beer Sabelis naast hem zat toe
e luisteren,
jgg Nooit is zoo duidelijk als hier geble-
len, dat men in den Raad nooit „hed"
upaoet roepen vóór men over de brug is.
Tan den beginne af aan heeft het lot
•an jdeze belasting geschommeld van
«>chta naar links. Toen in beginsel zou
)rcj porden uitgemaakt of deze belasting
eQ ou worden geheven, was de meerder-
^gieid er voor; bij de behandeling van
3D le voorwaarden was de oppositie weer
iterker en nu dezen Woensdag was dat
Peer het geval. Men moet des zomers
•een zaken van beteekenis behandelen.
Er rijn veel te veel leden afwezig en
KEXJI IJ.ETON.
Winnen s waard.
Naar het Engelsch
VAN
Mas. H. L'OVETT CAMERON.
„Neen," antwoordde May lachend,
„dat nu juist niet. Maar ik wil u zeg
gen, mijnheer Dorrington, dat ik zeer
besliste denkbeelden heb. Ik heb reeds
een massa huwelijksaanzoeken gehad,
zooveel dat ik zo mij nauwelijks kan
herinneren. Dat mag nu pedant klin
ken nit den mond van andere meisjes,
maar ik voor mij voel er mij bepaald
beleedigd dooi". Ik ben niet trotsch op
dio aanzoeken, mijnheer Dorrington,
omdat ze alle mijn geld en niet mijn
persoon golden. Er ligt niets vleiends in
voor mij.
Ik ben hier alleen het onvermijdelijk
kwaad, dat rij er op toe moeten ne
men. Welnu, dit wilde ik u nu zeggen,
nooit zal ik een man trouwen, die mij
niet alleen om mij zelf liefheeft en
dat akelige geld als een bijzaak be
schouwt. Hoe ik dien man ooit zal vin-
het is volstrekt niet onmogelijk, dat
wanneer morgen in den voltalligen
Raad nog eens weer moest gestemd
worden over artikel II, de zeven leden
die Woensdag afwezig waren de schaal
naar den tegenovergesteldeu kant zou
den doen doorslaan.
In elk geval de belasting is dood als
een pier. Veel vrienden heeft ze nooit
gehad en wanneer er een grafschrift
voor haar moest worden gebeiteld', dan
zou het dit kunnen zijn
Hier ligt
een belasting op de Vermakelijkheden.
Zij overleed, toen rij
pas het levenslicht had aanschouwd.
Door weinigen betreurd, was
haar leven enkel een hulde
aam een Raadslid, die de kas dei-
gemeente heeft willen spekken".
Dit moge den heer Schürmann tot
troost, verstrekken.
Tot dusver beleeft hij van zijn finan-
caeele plannen weinig plezier. In de
vorige vergadering rijn B. en W. tot
verpachting van de standplaatsen voor
rijtuigen overgegaan, aanvankelijk ook
een denkbeeld van den heer Schürmann.
Best, de Raad neemt het voorstel in
een paar .minuten aan en ik dacht zoo,
dut de zaak met lo Juli in werking tre
den zou. Maai- neen. Daar komt
Woensdag een adres van een aantal
stalhouders in, waarbij ze rich over deze
verpachting beklagen en B. en W.,
dadelijk uit de lijken geslagen, deelen
den Raad mede, dat rij in afwachting
van de beslissing over het request., de
verpachting nog niet zullen uitvoeren.
Was dit request dan niet te voorzien
geweest? Mij dunkt van wel. Men kon
op zijn vingers narekenen, dat de be
langhebbende stalhouders, zoo maar
niet in dien voor hen lastigen en kost
baren maatregel zouden berusten. Maar
do manier waarop deze zaak nu loopt,
wijst nog op iets anders, namelijk dat
het niet goed) is zaken te behandelen,
die niet op de agenda staan. In de
vorige zitting is het heele verpachting»-
voorstel er onder de ingekomen stuk
ken en de mededeelingen mee tussohen-
doorgegaan. Het had niet op de agenda
gestaan. De belanghebbenden wisten
er dus niet van. Waar ik in mijn vorige
Nabetrachting al tegen dergelijke wijze
van zakeje afhandelen waarschuwde,
daar is dit adres de proef op de som.
Het publiek heeft recht te weten, wat
er in den Raad zal worden behandeld,
het behoort de gelegenheid te hebben
om rijn bezwaren, rijn aan- of opmer
kingen vooraf in te dienen. Geschiedt
dat niet, dan moet men wel do uit
voering van het besluit opschorten, wan
neer de bezwaren achteraf worden in
gebracht Terecht maakte dan ook de
heer Speelman bezwaar, toen dezen
Woensdag weer een voorstel weid ge
daan buiten de agenda, om, en na rijn
bestrijding zal misschien het dagelijksch
bestuur wel niet meer zoo gauw met
een dergelijk onverwacht voorstel ko
men.
Bij de bepaling van do jaarwedden
der liulpboden kregen sommige Raads
leden op eens een royalitedte-bevlieging.
f 500 was niet genoeg, 't moest f 600
wezen, zei de heer Stolp, neen f 650,
zei de heer Beijnes. Wie 't hoogste bod
den weet ik niet, maar zoo ja, dan trouw
ik hem."
„Maar als gij nu eens niet van hom
hieldt", opperde Harold.
I „O! dat zou ik zeker!" antwoordde
I May met een vertrouwelijk knikje. „Ge
begrijpt dus," vervolgde zij na een
oogenblik van stilzwijgen, „dat, daar
gij een ander boni int, ik u nooit zou
kruinen trouwen!"
Zij lachte zachtjes terwijl een blosje
haar wangen kleurde.
Harold betrapte zfch op den wensch
dat hij May niet zooveel van zijn ge
negenheid voor Rosie had verteld
natuurlijk zou hiji oprecht tegenover
baar handelen dat was buiten twij
fel.
„Ik veronderstel dus," zeide hij een
weinig spijtig, „da.t ik heen moet gaan
en mijn vader's toorn- en onbetaalde re
keningen trot9eeren
„Daar heb ik over gedacht. Neen ik
zie niet in waarom wij niet zouden
trachten die rekeningen betaald te krij
gen. De afspraak was, dat gij mij ten
huwelijk zoudt vragen?"
„Ja"
„Welnu", riep May uit vroolijk iu
haar handjes klappend, „gij moet u
aan mij declareerenl"
„Hoe bedoelt gij dat?" vroeg Harold
zou hebben gedaan voor de boden was
niet te voorzien, toen dé stemming een
einde maakte aan het bieden en het
traktement door B. en W. voorgesteld)
van f 500 werd goedgekeurd.
Overigens was er weinig bijzonders.
Het nieuwe reglement op de Bank van
Leening werd goedgekeurd, nadat uit
de cijfers was aangetoond, dat zelfs nu
de beleen er s meer zullen moeten beta
len clan tot dusver, de Bank niet eens
de rente van haar kapitaal en de huur
van haar huis aan de gemeente zal kun
nen terugbetalen.
Met het oog hierop gewaagde de heer
Van der Mersch van opheffing der
Bank. Mij dunkt, dit Raadslid is te
helder van hoofd en te goed met de
zaken op de hoogte, dan dat hij dit
denkbeeld zou kunnen volhouden. Al
was de opbrengst nog geringer dlan ze
nu is, dan nog zou, naar mijn innige
overtuiging, nimimer tot opheffing der
Bank van Leening mogen worden bet-
sloten, omdat dharna onmiddellijk de
kleine man, die noodig heeft zoo nu
en dan een pandje te maken, zou vallen
in de klauwen van den woekeraar, die
hem thans niet bereiken kan. De Bank
van Leening is een pliilan tropische in
stelling en het komt er weinig op aan,
of die een paai- honderd gulden meer
opbrengt of minder.
Politiek öwer^ïch*
De Volksraad te Pretoria heeft, in
zijne ritting van Woensdag over de
question bruiante het kiesrechtvraag-
stuk onderhandeld en besloten de
kieswet aan te nemen, maar rich er
mee tot het volk te wenden alvorens
de wet in werking te laten treden. Kru-
ger dankte den Raad in zijn rede. Hij
zeide dait het moeielijke tijden waren
hij wist nie.t wat er voor de deur stond.
De andere partij had geen tittel toege
geven. Hij kon niet meer geven. God
had de Boeren altoos ter zijde gestaan.
Hij wilde geen oorlog, maar hij zou
niets meer wijken. Ofschoon de onaf
hankelijkheid hun eenmaal ontnomen
was, had God haar hersteld.
Nu de inhoud van het Blauwboek als
antwoord op het verzoekschrift van de
uitlanders in de Republiek aan de En-
gelsohe regeering bekend is geworden,
blijkt daaruit, dat de heftigheid' van
minister Chamberlains aanvallen op
de re-geering der Transvaal bijnal neg
overtroffen wordt door die van Mi bier's
verklaringen, die blijkbaar bevreesd is,
dat een toegeven of een vertoon van
zwakte van Engelsehe zijde den Engel-
schen invloed in de Kaapkolonie te veel
zou schaden.
Chamberlain's antwoord is eene over
stelpende aanklacht tegen het staatkun
dig. fiuancieele en rechterlijk beheer
in de Zuid-Afrikaansche republiek. Hij
zegt, dat dè Engelsehe regeering niet
ouverschilbg kan blijven tegenover de
klachten van Engelsehe onderdanen in
den vreemde. Het recht van alle regee
ringen, om vertoogen te houden ten
einde herstel van grieven voor hare on
derdanen te verkrijgen, wordt in het
gegeven geval versterkt door de bijzon
dere betrekkingen, die voortvloeien uit
de conventies tusschen Engeland en de
Zuid-Afrikaanscho republiek. De wortel
in de war gebracht.
„Gij vraagt mij ten huwelijk en na
tuurlijk bedank ik u.
Dan gaat gij naar huis en zegt aan
uw vader dait gij: tiw best gedaan hebt
maar de erfgename u niet hebben wil.
Gij moet het doen voorkomen of gij u
heel ongelukkig voelt, dan zal uw vader
u vergeven en de schulden betalen en
gij zult in staat rijn het meisje, dat gij
lief hebt, te trouwen. Begrijpt gij mij?
het zal een mooi komediestuk worden.
Wij zullen er allen papa, mama en de
Harrison's in mee laten spelen.
Wij zullen het tot een goed einde
brengen en niemand zal de waarheid'
vermoeden."
„Bij den Hemel! Wat een verstan
dig meisje rijt gij en hoe heerlijk dlat
gij aan zoo iets dacht.
Maar rijt ge er wel zeker van dat
1 't niet al te vervelend voor u is?"
Harold voelde zich overstelpt door
de grootmoedigheid van haar plan.
„Vervelend? Natuurlijk maakt gij
mij niet het hof, maar wij moeten er
den schijn van aannemen. Hoe spoe
dig denkt gij dat ge het kunt klaar
spelen? In drie dagen?"
„Wat U ten huwelijk vragen. Neen,
mijn vader zou er geen woord van ge-
loeven als er geen week over heen gaat
van de ontevredenheid ligt in het be
leid van de republiek tegenover de
immigranten, aan wie Transvaal een
ontzaglijke toeneming van rijn inkom
sten dankt, maar wien het recht wordt
ontzegd om in de regeling van 's lands
zaken mee te spreken. Chamberlain legt
nadruk op die zware belasting en op het
karakter van het financieele beheer, zoo
als dit aan het licht is gekomen door
hot rapport van 1897, dat grove te
kortkomingen van staatsambtenaren
aanwees. Bovendien rijn sedert 1883
bijna twee en half millioen ponden ster
ling aan ambtenaren betaald, die niet
verantwoord rijn.
De „High Commissioner' Milner is
vrij kras in zijne verklaringen, uitge
sproken in de dépêche aan Chamber-
Lain gedateerd 5 Mea.
Milner acht het ijdel van vrede en
eendracht te spreken onder de gegeven
omstandigheden, die onvereen igbaar
zijn met de voorwaarden waarvan de
voorspoed van Zuid!Afrika afhangt.
Milner bepleit vervolgens een Engel
sehe inmenging, want een gewone di
plomatieke bescherming van de uitlan
ders is onmogelijk. Engeland kan met
het grootste recht- tusschen bei de ko
men, want de meeste uitlanders rijn
Engelsehe onderdanen de belangen van
den Engelschen staat in Zuid-Afrika
Brengen mede, dat voor het herstel van
hun grieven en betere behandeling
wordt gezorgd.
Vervolgens wijst Milner er op, hoe
de huidige toestand alleen geschikt is
Engeland» prestige in Zuid-Afrika te
ondermijnen.
Telkens hoort men zeggen, dat zelfs
de Hollanders in de Kaap de meerderen
zijn van de Engelschem daar. Duizen
den, overigens vreedzame, burgers in
de Kaap worden zoodoende gaandeweg
veranderd-in ontevredenen. Milner riet
geen ander middel om deze kwaadwil
lige propaganda te fnuiken dan de
ferme- verklaring van Engeland dat de
Engelsehe regeering niet gezind is, zich
uit Zuid-Afrika te laten zetten. Zulks
kan geschieden door do uitlanders te
steunen, zonder daarom Transvaal's on
afhankelijkheid te bedreigen.
In Chamberlain's antwoord werden
de klachten van Milner beaamd en ook
de uodzakelijkheid van eene krachtige
interventie van Engeland betoogd.
Wanneer wij nu bedenken, dat na
deze correspondentiën de samenspre-
king van Kruger en Milner heeft
plaats gehad) en deze volgens Engelsch
oordeel niet het minste bevredigend' re
sultaat heeft gehad; dan blijkt wel, dat
de toestand op het oogenblik ernstig
mag worden genoemd.
Gelukkig blijven nog een paar we
ken om tot kalmte te komen, daar in
Engeland gewacht moet worden op het
volledig relaas over de conferentie te
Bloemfontein.
Het getuigenverhoor in de zaak te
Johannesburg van de samenzweerders
ia afgeloopen en de gevangenen rijn
naar de openbare terechtzitting ver
wezen. Het openbaar ministerie zeide,
niet te willen insinueeren dlat de En
gelsehe regeering van de samenspan
ning afwist.
zeide Harold lachend.
„Orij hebben er gewoonlijk drie
dagen voor noodigmet die „rij" wer
den de afgedankte minnaars bedoeld.
„Maar een week klinkt beter. Heel
goed dus, gij moet een week bij ons
komen logeeren, dan declareert gij u,
lopt een blauwtje en vertrekt den vol
genden morgen met een gebroken hart."
Bei dien lachten.
„Nu rijn wij er!" riep May uit, „kijk,
papa wuift met rijn hoed. Wat verlang
ik naar een glas koude champagne! Gij
ook niet?"
Zij gingen aan wal, schertsend en
lachend als een paar goedgehumeurde
kinderen. Plotseling keerde May zich
weer tot hem en zeide met nadruk
„Ik stel één voorwaarde. Vindt gij
dat goed?"
„Stel er zooveel gij wilt, beste en
liefste van alle vrouwen. Zeg maar wel
ke het is!"
„Van af dit oogenblik tot aan het
tijdstip waarop de groote gebeurtenis
zal plaats hebben moogt gij geen woord'
over ons gesprek reppen. Wij zullen al
leen goede vrienden rijn. Begrijpt gij
mij
..Mag ik u niet het hof maken V
lachte Harold, maar zijn toon klonk
een weinig gekwetst.
Stadsnieuws.
Eerste en tweede pagina.
Haarlem, 15 Joni 1899.
De beer J. Merens, die Woensdag
avond candidaat voor den gemeente
raad werd gesteld in afd. I van de
kiesvereeniging „Vooruitgang," heeft
voor deze candidatnur bedankt.
Wfj vernemen dat met 1 Jnli een speci
aal tarief voor eendaagscbe retours
Amsterdam en Haarlem—Zand voort
kan verwacht worden.
De tuiniers in de omstreken ver
langen zeer naar milder, zachter weder
de aanhoudende noordelijke schrale
winden zijn oorzaak dat de groei en
rijping der vruchten weinig vorderen;
in Kennemerland zijn het vooral de
teelers der aardbeien, die reikhalzend
naar regen en zachter wêer uitzien.
Twee bloemistknechts op den tuin
van den heer Zocher aan den Klopper
singel werkzaam, zagen Woensdag
middag omstreeks 5 uren een meisje
van den Kloppersingel in het water
vallen, betgeen zij klaarblijkelijk met
opzet deedzy werd onmiddellijk door
hen gered en bleek een 19-jarige
dienstbode te zijn, die na en dan aan
verstandsverbijstering lijdt. Zy werü
op advies van een geneesheer naar
bet St. Elisabeths gasthuis gebracht.
Vooruitgang.
Woensdagavond vergaderden onge
veer gelijktijdig en in naast elkander
gelegen lokalen der sociëteit Vereeni-
giDg afdeeling L en afdeeling II van
de kiesvereeniging „Vooruitgang".
In afd. I, gepresideerd door mr.
Th. de Haan Hngenholtz, hadden de
in de vorige vergadering voorloopig
gestelde candidaten allen deze candi
datnur aangenomen, behalve de heer
J. van der Wijde, die destijds in de
plaats van den heer Job. Winkler
was gesteld.
Ter vervalling van deze candida-
tunr werden nu genoemd de heeren
J. Merens, J. B. Lasschuit en J. Krol
Kzn. Nadat verschillende candidaten
waren besproken, werd tot voorloopig
candidaat bij tweede stemming ver
kozen de heer J. Merens met zeven
stemmen. Op den heer Lasschuit
wareu uitgebracht 6 stemmen. By de
eerste stemming waren ook nog uit
gebracht op de heeren Krol en Win
kler een stem.
In afd. H, gepresideerd door der
heer G. C. C. Reeser Jr., waren
brieven ingekomen, waarbij de in de
vorige vergadering gestelden verklaar
den de voorloopige candidatuur aan
te nemen, uitgezonderd de heer A.
van Rossum, dien de afd. destijds in
de plaats van den heer Krol had ge
steld.
Voor de daardoor bestaande vaca
ture werden nu genoemd de heeren
Mr. A. Kist, J. Krol Kzn. en J.
Merens. Na een uitvoerige gedachten-
wisseling werd de heer Krol gesteld
als voorloopig candidaat met 12 stem-
Zeker niet!" antwoordde May eenigs-
rina scherp, maar voegde er vriendelij
ker aan toe:
„Wij rijn van nu af aan goede vrien
den, niet waar? Afgesproken
„Ja.
„Geef mij er dan uw hand op."
Zij stak hem haar klein, rose, mollig
handje toe.
Harold nam het aan, keek er naar,
vestigde toen rijn oogen op haar gelaat
en toetn weer op het handje.
De boomen aan den oever wier tak
ken tot op het water hingen, onttrok
ken hen aan de blikken der ouders wier
stemmen zij konden hooren. Hoe kwam
het diait dé aanraking van dat zachte
handje hem het bloed sneller door de
aderen deed vloeien. Harold wist het
niet.
Maar plotseling boog hij zich voor
over en bracht de kleine hand' aan rijn
lippen.
Als May Crocker een zeer betamelijk
en rechtgeaard meisje was geweest ver
onderstel ik, dat rij zeer boos zou rijn
geworden. Zij zou verontwaardigd over
Harold's daad geweest zijn, hem over
rijn onbeschaamdheid onderhouden en
liem dan woedend den rug toegedraaid
hebben. Ik vermoed dat jonge dames
zoo zullen handelen als heeren zich vrij-
men3 waren uitgebracht op mr.
Kist en 8 op den heer Merens.
BIHHENLAND
Parlementaire Praatjes.
Het verwachte amendement op de
tollen-wet kwam en wel van de
heeren van Dedem en Schepel. Het
had de bedoeling de opheffing der
tollen te beperken tol die op de wegen
en het debat daarover kon, uit den
aard, niet anders zyn dan wat reeds
by de algemeene beraadslaging was
gezegd. Alleen zeide de heer van Gilse
bet nog eens dnidelyk, dat dit amen
dement eigenlyk iets anders bedoelde
dan het zeide; men wilde er n.l.,het
is gisteren gezegd, mede Qitdrnkken,
dat niet alleen de Rykswatertollen
doch de provinciale en stcdelyke tol
len tevens moesten worden afgeschaft.
Aangezien nu echter de meerderheid
tegen de handhaving der watertollen
was, kreeg het amendement slechts
14 stemmen en ten slotte bleven tegen
de wet slechts 8 van de 79 leden zich
verzetten.
Het renteloos voorschot voor een
tramweg van Winschoten Daar Bel-
lingwolde lokte een wèl kort maar
een tamelijk interessant debat nit.
Belangwekkend omdat het twee van
de socialistische heeren in tegenover
gesteld vaarwater bracht. De heer
van der Zwaag nl. bestreed het voor
stel, niet alleen omdat hy in principe
het kapitaal niet wilde steunen, doch
ook omdat de welvarende streek zelve
□iet genoeg belangstelling in geld had
getoond. Tegenover hem stond de heer
Schaper, die het wel jammer vond,
doch nu eenmaal onmogelijk om ver
keerswegen en andere verbeteringen
te krygen zonder kapitaal. Die ver
keerswegen bielpen bovendien het
socialistisch doel bevorderen en
daarom was by er mede voor. De Min.
behoefde slechts weinig ter verdediging
aantevoeren en het wetsontwerp werd
tenslotte aangenomen met 54 tegen
28 stemmen.
Een belaogryk deel van den dag
was gewyd aan het wetsontwerp be
treffende den aanleg eener visschers-
haven te Scheveningen.
Vooralsnog was de bestrijding ster
ker dan de verdediging. Want de
heer Conrad, die het ontwerp in be
scherming nam, op grond van de
beteekenis der visscbery in het alge
meen en van de Scheveningsche in
he. bijzonder, moest erkennen, dat
enk uem een dieper en voor schepen
•.an alle afmetingen toegankelijke
Laven welkem zoa zyn geweest. Het
onvoldoeude van deze haven werd
meer in het bijzonder in bet licht
gesteld door de heeren Fokker en
Ferf, van wie de laatste vooral be
toogde dat een bommenLaven, niet
toegankelijk voor loggers, een onding
was en in geen geval kon beschouwd
worden als te zyn een zaak van alge
meen R.jksbelaug. De heer Troelstra
had zijn rede tegen de voordracht het
breedst opgezet; hij toonde aan dit
het economisch belang dergeneu <1 e
de haven wenschten absoluut niet
vaststonddat de visscbery niet be-
hed'en veroorloven die hun. niet aan
staan.
Maar May deed niets van dit alles.
Zij bloosde diep en trok haar hand haas
tig weg waarop rij den oever opliepen,
zonder dat rij een woord van veront
waardiging uitte. Daaroan ben ik ver
plicht te denken dat deze jongt- dame,
met haar natuurlijk en eenvoudig hart
je deze liefkozing wel aardig vond.
HOOFDSTUK VI.
De drie dochters van den heer Dor
rington waren niet heel jong meer, Au
gusta en Louise waren ouder dan Ha
rold en telde dertig en acht en twintig
jaar Alice, de jongste, was vier en
twintig. Zij waren in geen enkel op
zicht zoo knap als him broeder, maar
toch waren het slanke, aardige ver
schijningen, met kleine, fier opgerichte
hoofden en goed! gevormde figuren
hare oogen waren grijs en hare neuzen
dun en recht en evenals bij de meeste
Dorrington's het geval was een beetje
te lang en niet geëvenredigd aan het
overige van het gelaat. Toch had men
hen altijd onder de bevallige meisjes
gerangschikt. Toen rij nog onder de
vijf en twintig waren, noemde men
hen gewoonlijk „de drie gratics"; nu