NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 6) 'Me Jaargang Vrijdag 16 Juni 1899. Ho 4897 HAARLEMS DAÖBLAD A-BOLTIsrsavr'E]7NrT?SFEmS: AJDVTEIRTHnsrTIËnSr: Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Vh" 1-5 regels 50 Cts'' iedere rege' meer 10 Cts" Groote lettera i31"' plaatsruimte. Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der VMr Abonnement aanzienlek rabat. gemeente), per 3 maanden„1.30 Reclames 20 Cent per regel. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 xy jjT. V? Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten Afzonderlijke nummers0.05 Jen door Boekhandelaren en Courantiere. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per S maanden0.30 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. „de omstreken en franco per post ü.37ï/2 Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer (22. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Mti uitzondering T&n het Arrondissement; Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing Tan Advertentiên en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn, te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiên van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15Reclames per regel f 0,80. Agenten voor ditiblad in deD omtrek zyD Bloemendaal, Santpoort en SchotenP. v.'-d. RAADT, öandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bp de tol; Spaarndam, C. HARTENDORPZandpoortG. ZWEMMKK VeUen, W. J. RULJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen od Advertentiên aan. ij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Itiick-ele Berichten. vateBurgemeester en Wethouders van ebeaarlem Brengen ter openbare kennis, dat ingekomen een verzoekschrift van C. Berkemeier te Amst. om ver ging tot het verkoopen van ster- v, in drank in het klein in het bene- .nhuis van het perceel aan de Dam- "lsJaat No. 10. r^Haarlem, 14 Juni 1899. t jje Burgemeester en Wethouders voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. ;hoo mee NABETRACHTING oud van den l°u* GEMEENTERAAD vafDe heer Schürmann had er voor de njeaad3vergadering geen geheim van ge slaakt, dat hij zijn geheele voorstel (treffende de belasting op de publieke ■jj j/rmahelijkheden zou intrekken, wan- j/eneer artikel II door den Raad mocht pen arden aangenomen. De lezer zal zich e j^rinneren, hoe in de vorige vergade- eeing de meerderheid van den Raad be- 5 g-goten had tot vrijstelling van leden den111 behoorlijk georganiseerde vereeni- ngen, dus van leden van Bach, Toon- mat, Zang en Vriendschap, het Bron- sbouw e. a. die juist de mensohen zijn, jjej.aarop een dergelijke belasting liad na>m»e(n en moeten worden verhaald. ([eiJ Met veertien tegen tien stemmen erd het artikel toch door den Raad) oedlgekeurd en onmiddellijk daarop •ok de heer Schürmann het geheele aorstel in, met de verklaring dat het e bedoeling nooit was geweest om den leinen man te belasten. Zoo is dan nu e heele vermakelijkheidsbelasting van e baan. De voorsteller was er danig per uit zijn humeur. Terwijl de burge- leegter met twee raadsleden aan de temtafel zat voor de benoeming van en onderwijzer klonk de stem van den .eer Schürmann nu en dan luid op oor de zaal door het groepje Raadsle- edten heenbrekende, dat zich bij zijn laats verzameld had alsof de vader »er,aoes* worden gecondoleerd over den lood van rijn. kind. Scherp stak bij da riftige gebaren van den heer Scïriir- aann af de kalme glimlach, waarmee ja^!e beer Sabelis naast hem zat toe e luisteren, jgg Nooit is zoo duidelijk als hier geble- len, dat men in den Raad nooit „hed" upaoet roepen vóór men over de brug is. Tan den beginne af aan heeft het lot •an jdeze belasting geschommeld van «>chta naar links. Toen in beginsel zou )rcj porden uitgemaakt of deze belasting eQ ou worden geheven, was de meerder- ^gieid er voor; bij de behandeling van 3D le voorwaarden was de oppositie weer iterker en nu dezen Woensdag was dat Peer het geval. Men moet des zomers •een zaken van beteekenis behandelen. Er rijn veel te veel leden afwezig en KEXJI IJ.ETON. Winnen s waard. Naar het Engelsch VAN Mas. H. L'OVETT CAMERON. „Neen," antwoordde May lachend, „dat nu juist niet. Maar ik wil u zeg gen, mijnheer Dorrington, dat ik zeer besliste denkbeelden heb. Ik heb reeds een massa huwelijksaanzoeken gehad, zooveel dat ik zo mij nauwelijks kan herinneren. Dat mag nu pedant klin ken nit den mond van andere meisjes, maar ik voor mij voel er mij bepaald beleedigd dooi". Ik ben niet trotsch op dio aanzoeken, mijnheer Dorrington, omdat ze alle mijn geld en niet mijn persoon golden. Er ligt niets vleiends in voor mij. Ik ben hier alleen het onvermijdelijk kwaad, dat rij er op toe moeten ne men. Welnu, dit wilde ik u nu zeggen, nooit zal ik een man trouwen, die mij niet alleen om mij zelf liefheeft en dat akelige geld als een bijzaak be schouwt. Hoe ik dien man ooit zal vin- het is volstrekt niet onmogelijk, dat wanneer morgen in den voltalligen Raad nog eens weer moest gestemd worden over artikel II, de zeven leden die Woensdag afwezig waren de schaal naar den tegenovergesteldeu kant zou den doen doorslaan. In elk geval de belasting is dood als een pier. Veel vrienden heeft ze nooit gehad en wanneer er een grafschrift voor haar moest worden gebeiteld', dan zou het dit kunnen zijn Hier ligt een belasting op de Vermakelijkheden. Zij overleed, toen rij pas het levenslicht had aanschouwd. Door weinigen betreurd, was haar leven enkel een hulde aam een Raadslid, die de kas dei- gemeente heeft willen spekken". Dit moge den heer Schürmann tot troost, verstrekken. Tot dusver beleeft hij van zijn finan- caeele plannen weinig plezier. In de vorige vergadering rijn B. en W. tot verpachting van de standplaatsen voor rijtuigen overgegaan, aanvankelijk ook een denkbeeld van den heer Schürmann. Best, de Raad neemt het voorstel in een paar .minuten aan en ik dacht zoo, dut de zaak met lo Juli in werking tre den zou. Maai- neen. Daar komt Woensdag een adres van een aantal stalhouders in, waarbij ze rich over deze verpachting beklagen en B. en W., dadelijk uit de lijken geslagen, deelen den Raad mede, dat rij in afwachting van de beslissing over het request., de verpachting nog niet zullen uitvoeren. Was dit request dan niet te voorzien geweest? Mij dunkt van wel. Men kon op zijn vingers narekenen, dat de be langhebbende stalhouders, zoo maar niet in dien voor hen lastigen en kost baren maatregel zouden berusten. Maar do manier waarop deze zaak nu loopt, wijst nog op iets anders, namelijk dat het niet goed) is zaken te behandelen, die niet op de agenda staan. In de vorige zitting is het heele verpachting»- voorstel er onder de ingekomen stuk ken en de mededeelingen mee tussohen- doorgegaan. Het had niet op de agenda gestaan. De belanghebbenden wisten er dus niet van. Waar ik in mijn vorige Nabetrachting al tegen dergelijke wijze van zakeje afhandelen waarschuwde, daar is dit adres de proef op de som. Het publiek heeft recht te weten, wat er in den Raad zal worden behandeld, het behoort de gelegenheid te hebben om rijn bezwaren, rijn aan- of opmer kingen vooraf in te dienen. Geschiedt dat niet, dan moet men wel do uit voering van het besluit opschorten, wan neer de bezwaren achteraf worden in gebracht Terecht maakte dan ook de heer Speelman bezwaar, toen dezen Woensdag weer een voorstel weid ge daan buiten de agenda, om, en na rijn bestrijding zal misschien het dagelijksch bestuur wel niet meer zoo gauw met een dergelijk onverwacht voorstel ko men. Bij de bepaling van do jaarwedden der liulpboden kregen sommige Raads leden op eens een royalitedte-bevlieging. f 500 was niet genoeg, 't moest f 600 wezen, zei de heer Stolp, neen f 650, zei de heer Beijnes. Wie 't hoogste bod den weet ik niet, maar zoo ja, dan trouw ik hem." „Maar als gij nu eens niet van hom hieldt", opperde Harold. I „O! dat zou ik zeker!" antwoordde I May met een vertrouwelijk knikje. „Ge begrijpt dus," vervolgde zij na een oogenblik van stilzwijgen, „dat, daar gij een ander boni int, ik u nooit zou kruinen trouwen!" Zij lachte zachtjes terwijl een blosje haar wangen kleurde. Harold betrapte zfch op den wensch dat hij May niet zooveel van zijn ge negenheid voor Rosie had verteld natuurlijk zou hiji oprecht tegenover baar handelen dat was buiten twij fel. „Ik veronderstel dus," zeide hij een weinig spijtig, „da.t ik heen moet gaan en mijn vader's toorn- en onbetaalde re keningen trot9eeren „Daar heb ik over gedacht. Neen ik zie niet in waarom wij niet zouden trachten die rekeningen betaald te krij gen. De afspraak was, dat gij mij ten huwelijk zoudt vragen?" „Ja" „Welnu", riep May uit vroolijk iu haar handjes klappend, „gij moet u aan mij declareerenl" „Hoe bedoelt gij dat?" vroeg Harold zou hebben gedaan voor de boden was niet te voorzien, toen dé stemming een einde maakte aan het bieden en het traktement door B. en W. voorgesteld) van f 500 werd goedgekeurd. Overigens was er weinig bijzonders. Het nieuwe reglement op de Bank van Leening werd goedgekeurd, nadat uit de cijfers was aangetoond, dat zelfs nu de beleen er s meer zullen moeten beta len clan tot dusver, de Bank niet eens de rente van haar kapitaal en de huur van haar huis aan de gemeente zal kun nen terugbetalen. Met het oog hierop gewaagde de heer Van der Mersch van opheffing der Bank. Mij dunkt, dit Raadslid is te helder van hoofd en te goed met de zaken op de hoogte, dan dat hij dit denkbeeld zou kunnen volhouden. Al was de opbrengst nog geringer dlan ze nu is, dan nog zou, naar mijn innige overtuiging, nimimer tot opheffing der Bank van Leening mogen worden bet- sloten, omdat dharna onmiddellijk de kleine man, die noodig heeft zoo nu en dan een pandje te maken, zou vallen in de klauwen van den woekeraar, die hem thans niet bereiken kan. De Bank van Leening is een pliilan tropische in stelling en het komt er weinig op aan, of die een paai- honderd gulden meer opbrengt of minder. Politiek öwer^ïch* De Volksraad te Pretoria heeft, in zijne ritting van Woensdag over de question bruiante het kiesrechtvraag- stuk onderhandeld en besloten de kieswet aan te nemen, maar rich er mee tot het volk te wenden alvorens de wet in werking te laten treden. Kru- ger dankte den Raad in zijn rede. Hij zeide dait het moeielijke tijden waren hij wist nie.t wat er voor de deur stond. De andere partij had geen tittel toege geven. Hij kon niet meer geven. God had de Boeren altoos ter zijde gestaan. Hij wilde geen oorlog, maar hij zou niets meer wijken. Ofschoon de onaf hankelijkheid hun eenmaal ontnomen was, had God haar hersteld. Nu de inhoud van het Blauwboek als antwoord op het verzoekschrift van de uitlanders in de Republiek aan de En- gelsohe regeering bekend is geworden, blijkt daaruit, dat de heftigheid' van minister Chamberlains aanvallen op de re-geering der Transvaal bijnal neg overtroffen wordt door die van Mi bier's verklaringen, die blijkbaar bevreesd is, dat een toegeven of een vertoon van zwakte van Engelsehe zijde den Engel- schen invloed in de Kaapkolonie te veel zou schaden. Chamberlain's antwoord is eene over stelpende aanklacht tegen het staatkun dig. fiuancieele en rechterlijk beheer in de Zuid-Afrikaansche republiek. Hij zegt, dat dè Engelsehe regeering niet ouverschilbg kan blijven tegenover de klachten van Engelsehe onderdanen in den vreemde. Het recht van alle regee ringen, om vertoogen te houden ten einde herstel van grieven voor hare on derdanen te verkrijgen, wordt in het gegeven geval versterkt door de bijzon dere betrekkingen, die voortvloeien uit de conventies tusschen Engeland en de Zuid-Afrikaanscho republiek. De wortel in de war gebracht. „Gij vraagt mij ten huwelijk en na tuurlijk bedank ik u. Dan gaat gij naar huis en zegt aan uw vader dait gij: tiw best gedaan hebt maar de erfgename u niet hebben wil. Gij moet het doen voorkomen of gij u heel ongelukkig voelt, dan zal uw vader u vergeven en de schulden betalen en gij zult in staat rijn het meisje, dat gij lief hebt, te trouwen. Begrijpt gij mij? het zal een mooi komediestuk worden. Wij zullen er allen papa, mama en de Harrison's in mee laten spelen. Wij zullen het tot een goed einde brengen en niemand zal de waarheid' vermoeden." „Bij den Hemel! Wat een verstan dig meisje rijt gij en hoe heerlijk dlat gij aan zoo iets dacht. Maar rijt ge er wel zeker van dat 1 't niet al te vervelend voor u is?" Harold voelde zich overstelpt door de grootmoedigheid van haar plan. „Vervelend? Natuurlijk maakt gij mij niet het hof, maar wij moeten er den schijn van aannemen. Hoe spoe dig denkt gij dat ge het kunt klaar spelen? In drie dagen?" „Wat U ten huwelijk vragen. Neen, mijn vader zou er geen woord van ge- loeven als er geen week over heen gaat van de ontevredenheid ligt in het be leid van de republiek tegenover de immigranten, aan wie Transvaal een ontzaglijke toeneming van rijn inkom sten dankt, maar wien het recht wordt ontzegd om in de regeling van 's lands zaken mee te spreken. Chamberlain legt nadruk op die zware belasting en op het karakter van het financieele beheer, zoo als dit aan het licht is gekomen door hot rapport van 1897, dat grove te kortkomingen van staatsambtenaren aanwees. Bovendien rijn sedert 1883 bijna twee en half millioen ponden ster ling aan ambtenaren betaald, die niet verantwoord rijn. De „High Commissioner' Milner is vrij kras in zijne verklaringen, uitge sproken in de dépêche aan Chamber- Lain gedateerd 5 Mea. Milner acht het ijdel van vrede en eendracht te spreken onder de gegeven omstandigheden, die onvereen igbaar zijn met de voorwaarden waarvan de voorspoed van Zuid!Afrika afhangt. Milner bepleit vervolgens een Engel sehe inmenging, want een gewone di plomatieke bescherming van de uitlan ders is onmogelijk. Engeland kan met het grootste recht- tusschen bei de ko men, want de meeste uitlanders rijn Engelsehe onderdanen de belangen van den Engelschen staat in Zuid-Afrika Brengen mede, dat voor het herstel van hun grieven en betere behandeling wordt gezorgd. Vervolgens wijst Milner er op, hoe de huidige toestand alleen geschikt is Engeland» prestige in Zuid-Afrika te ondermijnen. Telkens hoort men zeggen, dat zelfs de Hollanders in de Kaap de meerderen zijn van de Engelschem daar. Duizen den, overigens vreedzame, burgers in de Kaap worden zoodoende gaandeweg veranderd-in ontevredenen. Milner riet geen ander middel om deze kwaadwil lige propaganda te fnuiken dan de ferme- verklaring van Engeland dat de Engelsehe regeering niet gezind is, zich uit Zuid-Afrika te laten zetten. Zulks kan geschieden door do uitlanders te steunen, zonder daarom Transvaal's on afhankelijkheid te bedreigen. In Chamberlain's antwoord werden de klachten van Milner beaamd en ook de uodzakelijkheid van eene krachtige interventie van Engeland betoogd. Wanneer wij nu bedenken, dat na deze correspondentiën de samenspre- king van Kruger en Milner heeft plaats gehad) en deze volgens Engelsch oordeel niet het minste bevredigend' re sultaat heeft gehad; dan blijkt wel, dat de toestand op het oogenblik ernstig mag worden genoemd. Gelukkig blijven nog een paar we ken om tot kalmte te komen, daar in Engeland gewacht moet worden op het volledig relaas over de conferentie te Bloemfontein. Het getuigenverhoor in de zaak te Johannesburg van de samenzweerders ia afgeloopen en de gevangenen rijn naar de openbare terechtzitting ver wezen. Het openbaar ministerie zeide, niet te willen insinueeren dlat de En gelsehe regeering van de samenspan ning afwist. zeide Harold lachend. „Orij hebben er gewoonlijk drie dagen voor noodigmet die „rij" wer den de afgedankte minnaars bedoeld. „Maar een week klinkt beter. Heel goed dus, gij moet een week bij ons komen logeeren, dan declareert gij u, lopt een blauwtje en vertrekt den vol genden morgen met een gebroken hart." Bei dien lachten. „Nu rijn wij er!" riep May uit, „kijk, papa wuift met rijn hoed. Wat verlang ik naar een glas koude champagne! Gij ook niet?" Zij gingen aan wal, schertsend en lachend als een paar goedgehumeurde kinderen. Plotseling keerde May zich weer tot hem en zeide met nadruk „Ik stel één voorwaarde. Vindt gij dat goed?" „Stel er zooveel gij wilt, beste en liefste van alle vrouwen. Zeg maar wel ke het is!" „Van af dit oogenblik tot aan het tijdstip waarop de groote gebeurtenis zal plaats hebben moogt gij geen woord' over ons gesprek reppen. Wij zullen al leen goede vrienden rijn. Begrijpt gij mij ..Mag ik u niet het hof maken V lachte Harold, maar zijn toon klonk een weinig gekwetst. Stadsnieuws. Eerste en tweede pagina. Haarlem, 15 Joni 1899. De beer J. Merens, die Woensdag avond candidaat voor den gemeente raad werd gesteld in afd. I van de kiesvereeniging „Vooruitgang," heeft voor deze candidatnur bedankt. Wfj vernemen dat met 1 Jnli een speci aal tarief voor eendaagscbe retours Amsterdam en Haarlem—Zand voort kan verwacht worden. De tuiniers in de omstreken ver langen zeer naar milder, zachter weder de aanhoudende noordelijke schrale winden zijn oorzaak dat de groei en rijping der vruchten weinig vorderen; in Kennemerland zijn het vooral de teelers der aardbeien, die reikhalzend naar regen en zachter wêer uitzien. Twee bloemistknechts op den tuin van den heer Zocher aan den Klopper singel werkzaam, zagen Woensdag middag omstreeks 5 uren een meisje van den Kloppersingel in het water vallen, betgeen zij klaarblijkelijk met opzet deedzy werd onmiddellijk door hen gered en bleek een 19-jarige dienstbode te zijn, die na en dan aan verstandsverbijstering lijdt. Zy werü op advies van een geneesheer naar bet St. Elisabeths gasthuis gebracht. Vooruitgang. Woensdagavond vergaderden onge veer gelijktijdig en in naast elkander gelegen lokalen der sociëteit Vereeni- giDg afdeeling L en afdeeling II van de kiesvereeniging „Vooruitgang". In afd. I, gepresideerd door mr. Th. de Haan Hngenholtz, hadden de in de vorige vergadering voorloopig gestelde candidaten allen deze candi datnur aangenomen, behalve de heer J. van der Wijde, die destijds in de plaats van den heer Job. Winkler was gesteld. Ter vervalling van deze candida- tunr werden nu genoemd de heeren J. Merens, J. B. Lasschuit en J. Krol Kzn. Nadat verschillende candidaten waren besproken, werd tot voorloopig candidaat bij tweede stemming ver kozen de heer J. Merens met zeven stemmen. Op den heer Lasschuit wareu uitgebracht 6 stemmen. By de eerste stemming waren ook nog uit gebracht op de heeren Krol en Win kler een stem. In afd. H, gepresideerd door der heer G. C. C. Reeser Jr., waren brieven ingekomen, waarbij de in de vorige vergadering gestelden verklaar den de voorloopige candidatuur aan te nemen, uitgezonderd de heer A. van Rossum, dien de afd. destijds in de plaats van den heer Krol had ge steld. Voor de daardoor bestaande vaca ture werden nu genoemd de heeren Mr. A. Kist, J. Krol Kzn. en J. Merens. Na een uitvoerige gedachten- wisseling werd de heer Krol gesteld als voorloopig candidaat met 12 stem- Zeker niet!" antwoordde May eenigs- rina scherp, maar voegde er vriendelij ker aan toe: „Wij rijn van nu af aan goede vrien den, niet waar? Afgesproken „Ja. „Geef mij er dan uw hand op." Zij stak hem haar klein, rose, mollig handje toe. Harold nam het aan, keek er naar, vestigde toen rijn oogen op haar gelaat en toetn weer op het handje. De boomen aan den oever wier tak ken tot op het water hingen, onttrok ken hen aan de blikken der ouders wier stemmen zij konden hooren. Hoe kwam het diait dé aanraking van dat zachte handje hem het bloed sneller door de aderen deed vloeien. Harold wist het niet. Maar plotseling boog hij zich voor over en bracht de kleine hand' aan rijn lippen. Als May Crocker een zeer betamelijk en rechtgeaard meisje was geweest ver onderstel ik, dat rij zeer boos zou rijn geworden. Zij zou verontwaardigd over Harold's daad geweest zijn, hem over rijn onbeschaamdheid onderhouden en liem dan woedend den rug toegedraaid hebben. Ik vermoed dat jonge dames zoo zullen handelen als heeren zich vrij- men3 waren uitgebracht op mr. Kist en 8 op den heer Merens. BIHHENLAND Parlementaire Praatjes. Het verwachte amendement op de tollen-wet kwam en wel van de heeren van Dedem en Schepel. Het had de bedoeling de opheffing der tollen te beperken tol die op de wegen en het debat daarover kon, uit den aard, niet anders zyn dan wat reeds by de algemeene beraadslaging was gezegd. Alleen zeide de heer van Gilse bet nog eens dnidelyk, dat dit amen dement eigenlyk iets anders bedoelde dan het zeide; men wilde er n.l.,het is gisteren gezegd, mede Qitdrnkken, dat niet alleen de Rykswatertollen doch de provinciale en stcdelyke tol len tevens moesten worden afgeschaft. Aangezien nu echter de meerderheid tegen de handhaving der watertollen was, kreeg het amendement slechts 14 stemmen en ten slotte bleven tegen de wet slechts 8 van de 79 leden zich verzetten. Het renteloos voorschot voor een tramweg van Winschoten Daar Bel- lingwolde lokte een wèl kort maar een tamelijk interessant debat nit. Belangwekkend omdat het twee van de socialistische heeren in tegenover gesteld vaarwater bracht. De heer van der Zwaag nl. bestreed het voor stel, niet alleen omdat hy in principe het kapitaal niet wilde steunen, doch ook omdat de welvarende streek zelve □iet genoeg belangstelling in geld had getoond. Tegenover hem stond de heer Schaper, die het wel jammer vond, doch nu eenmaal onmogelijk om ver keerswegen en andere verbeteringen te krygen zonder kapitaal. Die ver keerswegen bielpen bovendien het socialistisch doel bevorderen en daarom was by er mede voor. De Min. behoefde slechts weinig ter verdediging aantevoeren en het wetsontwerp werd tenslotte aangenomen met 54 tegen 28 stemmen. Een belaogryk deel van den dag was gewyd aan het wetsontwerp be treffende den aanleg eener visschers- haven te Scheveningen. Vooralsnog was de bestrijding ster ker dan de verdediging. Want de heer Conrad, die het ontwerp in be scherming nam, op grond van de beteekenis der visscbery in het alge meen en van de Scheveningsche in he. bijzonder, moest erkennen, dat enk uem een dieper en voor schepen •.an alle afmetingen toegankelijke Laven welkem zoa zyn geweest. Het onvoldoeude van deze haven werd meer in het bijzonder in bet licht gesteld door de heeren Fokker en Ferf, van wie de laatste vooral be toogde dat een bommenLaven, niet toegankelijk voor loggers, een onding was en in geen geval kon beschouwd worden als te zyn een zaak van alge meen R.jksbelaug. De heer Troelstra had zijn rede tegen de voordracht het breedst opgezet; hij toonde aan dit het economisch belang dergeneu <1 e de haven wenschten absoluut niet vaststonddat de visscbery niet be- hed'en veroorloven die hun. niet aan staan. Maar May deed niets van dit alles. Zij bloosde diep en trok haar hand haas tig weg waarop rij den oever opliepen, zonder dat rij een woord van veront waardiging uitte. Daaroan ben ik ver plicht te denken dat deze jongt- dame, met haar natuurlijk en eenvoudig hart je deze liefkozing wel aardig vond. HOOFDSTUK VI. De drie dochters van den heer Dor rington waren niet heel jong meer, Au gusta en Louise waren ouder dan Ha rold en telde dertig en acht en twintig jaar Alice, de jongste, was vier en twintig. Zij waren in geen enkel op zicht zoo knap als him broeder, maar toch waren het slanke, aardige ver schijningen, met kleine, fier opgerichte hoofden en goed! gevormde figuren hare oogen waren grijs en hare neuzen dun en recht en evenals bij de meeste Dorrington's het geval was een beetje te lang en niet geëvenredigd aan het overige van het gelaat. Toch had men hen altijd onder de bevallige meisjes gerangschikt. Toen rij nog onder de vijf en twintig waren, noemde men hen gewoonlijk „de drie gratics"; nu

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1