NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 17e Jaargang Donderdag 3 Augustus !333 ïo 4938 HAARLEMS HAQBLAD J^03STl<TEnvnErÈTTSÏ=I?.IÜ"S Voof Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden «1-30 Franco door het geheele Rijk, per 8 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.371/2 -AJDVTETRTmisrTTnBjSr: -o regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Sum., Parijs 31bis Faubourg Montmartre Met uitzondering van het Arrondissement|Haarlem is h*t uitsluitend recht tot plaatsing van AdvsrtentiSn en Reclames bet*effend« ö&ndai, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DË LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de orgs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f0,15Reclames par regel f 0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zynBloemendaal, Santpoort en Schoten, P. d. RAADT, S&ndpoon; Her-ir^ieda, J. LEUVEN, Veisen, W. J. RU1JTERBeverwijkJ. HOORNS; BülegomARIE HOPMAN, Molenstraat,. Genoarade Agenten da toltyaamdu C, HARTENDORPZandvoori, G. ZWEMMER nemen Abonnementen en Advertentiën aan. ÖffficieeSe fóerichfte-n. Burgemeester en Wethouders van Haarlem Doen te weten, dat bij hunne be schikking van 20 Juli j.l. aan J. W, Verkes vergunning is verleend tot oprichting van eene stoffenververy en wasscbery, waarbij a's beweegkracht een gasmotor zal worden gebezigd, in bet perceel aan de Rozenpriëelstraat No. 81. Haarlem31 Juli 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, BOREEL. De Secretaris, J. W. van BILDERBEEK l.s. (Politiek Ö^es-xictit. „Een verklaring van het ministerie wordt heden in de Kamer verwacht", schreven wy gisteren, in ons overzicht, sprekende over den toestand in België en inderdaad er is een verklaring ge komen, zy bet dan ook in een anderen vorm, dan velen verwacht zullen heb ben. Onmiddellijk nadat, de beslissing der Commiseie van XV" bekend was, zjjn de leden van het ministerie bij eengekomen, en na erkend te hebben dat zy allen aansprakelijk waren voor de kieswet, hebben zy besloten geza menlijk hun ontslag in te dienen. Mi nister Vandenpeereboom, hoofd van't Kabinet, begaf zich naar het paleis om den Koning mededeeling te doen van dat besluit. Z. M. ontbood den volgenden dag nogmaals Vanden peereboom, daarep heeft deze zich naar zyn departement in de Rue des Arts begeven, waar zyn ambtgeDOOten zich bevonden, benevens de heer De Smet de Naeijer en de kamervoorzit ter Beernaert. Na deze bijeenkomst, die om half twaalf afgeloopen was, en waarin de verklaring vastgesteld is welke het ministerie aan de Kamers zal afleggen, heeft De Smet de Naeyer zich in het bofrytuig, dat stond te wachten, naar Laeken begeven, waar hij door den Koning ontvangen werd. Na de opening van de vergadering van de Kamer zeide VaDdenpeereboom, Let hoofd van het ministerie, dat inge volge den uitslag van de stemming in de bijeenkomst van de kieswetcomm., gisteren de regeering aan den Koning haar ontslag had aangeboden. Hy deelde mede dat de regeering, als de Kamer het goedvindt, ter beschikking van de Kamer zal blijven, omdeloo- pende zaken voort te zetten. De socialist Vandervelde kwam daar tegen op en stelde voor, alle beraadsla gingen te verdageD, aangezien de Kamer niet kan beraadslagen bij ont stentenis van een verantwoordelijk ministerie. Dit voorstel werd ten slotte door de Kamer aangenomen. I f a d s n i e u tv s. Eerste eix derde pagina. Haablem, 8 Aug. 1899. Aan de Kiezers Waarschijnlijk zult gij hooggeschatte kiezers, een beetje verbaasd zyn ge weest, dat ik in de laatste weken, veelbewogen dagen voor onze goede vaderstad, niets van mij heb laten hooren. Met myn gewone openhartig heid wil ik wel komen verklaren, dat het mij wat al te levendig was in den atmosfeer. Wylen myn oudtante placht al te zeggen„jongen, laat je raden, als het stormt, blyf dan binnen." Maar j nu de eerste windvlaag voorbij 's en we zoo zoetjes aan gewend raken aan i het idee, dat er vier volksmannen op de mooie stoelen in onzen Gemeente raad zullen komen te zitten, nu wil ik wel weer eens een verstandig woordje met u komen praten. In vertrouwen gezegd, waarde kie zers, ben ik dankbaar, dat ik dozen keer niet aan de beurt van aftreding- was, want al kan ik ieder oogenblik myn hart, mijn hoofd en myn gemoed naast elkander op een rytje voor u openleggen, in verkiezingstijd stormt het soms zoo van alle kanten, dat de wervelwinden hen, die het vast dach ten te staan, nog tegen den grond keilen. „Weg met de nieuwe belas ting!" was de leus van alle kanten en de heeren Tjeenk Willink en van Thiel, die evenals ik er vierkant tegen zijn geweest, zijn toch evengoed om gewaaid. Eu mijnheer de Clercq van Weel, die wel niet veel sprak, maar de veel grootere verdienste bad van een eigen opinie, zoodat bij vaak stemde tegen B. en W., is mee omge waaid. Trek nu voortaan nogeens peil op u, geachte kiezers! Ja, jelui moet het me niet kwalijk nemen, maar een feit is bet: jullie hebt ons leden van den Raad een groote kool gestoofd. We waren van oudsher zoo gewoon„Jan er uit, Jan er in Piet er uit, Piet er weer in." Of ze bekwaam waren, dat deed er niet toe, als het getal er maar was. En vanwaar dan nu die plotselinge ommekeer? De belasting, zeggen ze.j Nu ja, ik geLof wel, dat wanneer ze op 't stadhuis de biljetten nog een' paar wek9n langer hadden gehouden, de uitslag heel anders zou zyn geweest. Maar de belasting alieen is 't hem niet. Ik schrijf het gebeurde aan een natuurkundige oorzaak toe. De elec-j triciteit vau onze nieuwe trams heeft den baarlemschen dampkring veran-| derd, let op wat ik je zeg en de too-1 verstroom van dit modernste vervoer- j middel heeft ons hoofd geëlectriseerd en onze hand bij het zetten van de zwarte stippen op ons stembiljet en zoo is gebeurd waaraan wy in Haar lem Dog lang niet toe waren. Best, het geval is zooals het is. Een van de boden zei al tegon me„edel achtbare, moet ik nou tegen de nieuwe leden mijnheer zeggen of burger." „Ei", zeg ik, „bode, dat is een moei lijk geval. Dat is nu wat je noemt een principieele quaestie, waarover geleerde koppen uren kunnen beraad slagen, zooder ooit aan een eind te komen of het met elkaar eens te worden. Wylen myn oudtante placht te zeg gen: „als je twijfelt,onthoud u." Ik zou dus adviseereu om niet mijnheer te zeggen, w ant dat zouden ze misschien □iet plezierig vinden en je chefs, want dat zyn de nieuwe leden nu ook ge werden, moet je niet noodeloos onaan genaam wezen. Je moet, o bode, even wel ook niet „borger" zeggen, want dat is niet de titel, die van oudsher aan een raadslid werd gegeven en de bode van een stadhnis moet de tra ditie hoog houden. Derhalve, noch mijnheer, noch burger. Zoo je twy'felt onthoud u en maak alleen maar een buiging voor de nieuwe leden, met de gratie waartoe alleen een bode van ■t stadhuis in staat is." Na deze schitterende peroratie dacht ik van den bode een warme dankbe tuiging te zullen hooren, maar daar kwam niets van. Hij keek my zelfs aan, alsof by dacht dat ik hem voor den gek hield, reu manier van kijken, die ik meermalen elders heb waarge nomen, nadat ik een van mijn uitue- mendste redevoeringen ten beste had gegeven. Maar er doen zich nog meer vra gen voor van dezelfde belangrijkheid. Waar moeten de nieuwe leden zitten? Eén plaats weet ik al zeker dat open komt, namelijk die van collega Jonk heer Ridder Baronet Speelman. Die stoel is namelyk de onaangenaamste plek van den Raad. Het tocht er meer, dan op eenige andere plek in de zaal en van daar dat de traditie meebrengt, dat het jongste Raadslid daar wordt neergezet, totdat er nog jongere verschijnen. Ik zou zoo zeggen dat collega Hofland met zyn artistieke krullebol daar het best zou passen 't moet een hee'e cycloon van tocht wezen, die door deze natuurlijke be schutting heendringt. Maar nu de anderen. Waar zetten we die neer? Overal in de zaal een 't Zou den schijn hebben alsof men hen met geweid van elkaar wiide scheiden en het woord (was 't niet van Groen van Prinsterer?) „in mya iso lement ligt myn kracht", zou de zit tende Raadsleden nauwelijks kuunen behoeden voor de verdenking, dat ze den stelregel toepassen„verdeel en heersch." Naast elkander op een rytje? 't Zou niet welwillend staan. Eerlijk gezegd, ik ben ni-t in staat dit raad sel op te lossen. Gelukkig dat we een dagelyksch bestuur hebben, be staande uit een burgemeester en vier wethouders, die voor ons waken. Zy zullen wel hebben beslist hoe 't we zen moet, in overleg met den anders ook zoo waakzamen secretaris, die even wel nu de stad uit is en dus de taak aan een waarnemend bewaker heeft opgedragen. Wakers dus geooeg. Aan een van deze wakers, ik mag wel zeggen aan den boofdwaker, den burgemeester, is de zorg voor het reglement van orde opgedragen. Nu heeft, als ik wel heb, collega Hofland een broertje dood aan het woord „mijnheer". Veroorlooft nu het reglement van orde dat men alleen met. een kort „voorzitter't woord vraagt, dan is de zaak in orde, maar schryft het reglement gebiedend de formule „Mijnheer de voorzitter" voor, dan voorzie ik daarover moeilijkheden, teuzy collega Hofland over zoo'n klei nigheid niet vallen wil en het „mijn heer" by den „voorzitter" op den koop toeneemt. Er is onder u, geachte kiezers, heel wat gepraat over de vraag, hoe myu collega's en ik onze nieuwe Raads- broeders zullen ontvangen. De zonder lingste veronderstellingen zyn daarby I geopperd dat we hun geen hand zou- den geven, hen doodzwijgen en al 'zulk moois meer. Ik neem u dat niet kwalyk, geachte kiezers, gy zyt nu eenmaal niet van het deeg waaruit men Raadsleden bakt en dus niet in staat, de grootheid van ziel te begrij pen, die ons Raadsleden eigen is. Wacht af en gy zult het zien. Breed vatten we den to .'Stand op, zóo breed, dat we er zelfs ernstig over denken, een paar van de nieuwe leden te be noemen in de vervelendeen tydrooven- de vaste corntnissiën, waarin door het uitvallen van eenige leden, nu enkele plaatsen zijn opengekomen. En vraagt gy my, geachte kiezers, ten slotte hoe myne houding zal zijn tegenover myne nieuwe Raadsbroe- ders, welwillend of vijandig? Geen van beiden. En allebei. Wanneer ze een dwaasheid zeggen, zal ik hen be strijden, wanueer ze met iets goeds komen, zal ik hen helpen. En hiermee groet ik u recht harte lijk, betuig mijn vreugde, dat ik dezen keer nog uit uwe geachte kiezende handen heb kunnen blijven en teekeu met gepaste gevoelens Het 32ste Raadslid. Ergerlijk. Zekere C. J. oppasser in het krank- ziimigengesticht Meerenberg, die Dins dagavond hier een gevaarlijken patiënt kwam zoeken, die uit dat gesticht was ontvlucht, werd des nachts door een politieagent wegens dronkenschap op den Z ilweg gearresteerd en naar j liet politiebureau gebracht. Dinsdagavond werd de bierhuis- j houdster M. Stevens, in de Berckhei- destraat wonende, door den ageut- j rechercheur v. Zomeren bekeurd we- voos den clandestienen verkoop van sterkeu drank in het klein. Den I7en Aug. zal voor deArron- dissements-Rtchtbank alhier worden behandeld de zaak van A. de Boer, beschuldigd van paardendiefstal in den Haarlemmermeer. Niet minder dan 47 a 48 getuigen zulien gehoord worden. Naar w\j vernemen zullen gedurende de Kermisweek in de Sociëteit Ver- eenigiog eenige cumme: smet electrisch licht worden uitgevoerd, hetgeen de vorstellingen bepaald aantrekkelijker zal maken. Museum van Kunstnijverheid, j Het Museum van Kunstnijverheid i alhier, werd gedurende de maand iJulï bezocht door 764 personen terwyl iu de aan het museum verbonden boekerij gedurende de laatste drie inaaaden 277 boek- en plaatwerken naar verschillende plaatsen van ons land verzonden werden. Gedurende de maand Augustus is de boekerij gesloten, doch gedurende de vacautiemaand zal in het museum de tentoonstel log der Hindoe-monu menten als ook die der houtsnijwerken uit de Padangsche bovenlanden nog te bezichtigen biyveo. De lessen van de aan het museum verbonden school voor Kunstnijverheid zullen 4 Sept. weder beginuen. Baggerwerken. B. en W. richten tot den Raad de mededeeling, dat de toestand van de wateren binnen de gemeente dringend verbetering behoeft. De jaarlijks uit gevoerde baggerwerken zyn ontoerei kend om de wateren op voldoende diepte te houden. Het College stelt nu voor, dat de Raad machtiging verleene het bag geren aan te besteden, met de bepa ling, dat die werken binnen 5 jaar zullen worden uitgevoerd, waarvoor gelden zullen worden gebracht, op de vyf eerstvolgende ontwerp-begrootiu- gen. eerste zending der nieuwe postzegels en briefkaarten aan alle post- en hulpkantoren verzonden. In de laat ste vier dagen werden niet minder dan 600 kisten in gereedheid gebracht, waarvoor losse werklieden in dienst gesteld waren. Ook in onze koloniën zal bet nieuwe type postzegels eu briefkaarten ingevoerd worden. 1 Augustus siaagde onze vroegere stadgenoot, de heer W. Renes te 's Gravenbage in het examen voor de Eögelscbe taal, 1. o. Het Haariemsch muziekkorps, direc teur luit. Cb. Krieüs, maakt van 6 tot 13 Augustus de volgende concert-tour- néeAlmelo, Deventer, Zutpheu, As sen, Zwolle, Heereveen, Leeuwarden. 8S$8i8Eg!t.AMS[?. V redesconferentio. Gisterenochteod verliet de voorzit ter der Vredesconferentie, Baron de Staal, de residentie. Hem werd uitgeleide gedaan in de eerste plaats door Staatsraad de Be rends, zaakgelastigde van Rusland, te 's Gravenbage, en den attaché der Russische legatie, den lieer Gambs. Voorts waren in het Staatsspoor station aanwezig alle overige leden van de Russische delegatie, waarvan slechts enkelen tegelykertyd met Ba ron de Staal vertrokken. De overigen keeren eerst later terug. Eindelijk werden opgemerkt de ge delegeerde van Nederland, Staatsraad mr. Asser; de secretaris-generaal der Conferentie, jhr. Vau Eijs de gezan ten van België eu Italië by ons Hof; de gedelegeerde van Bulgarije, dr. StanciofF en nog verschillende andere heeren, die met Baron De Staal tij dens de conferentie in aaurakiDg kwa men. Van allen nam de grijze diplomaat een zich door groote hartelijkheid kenmerkend afscheid. Met denzelfden trein vertrokken de Amerikaansche gedelegeerden Hon, Seth Low en de lieer Hoïls, die, al vorens naar bun land terug te keeren, eenigen tyd in Duitschland gaao door brengen. Vivisectie. Het groote getal geschriften, waarin het voor en tegen der vivisectie be handeld wordt, is wederom met een vermeerderd. Dr. G. Luchtmans, oud- inspecteur vau den Burg. Geneesk. Dieust op Java, heeft nl. een open brief gericht aan den Nederlandsehen Bond tot Bestrijding der Vivisectie, uaar aanleiding der brochure „Is de vivisectie in het belang der mensch- heid?" (In ons blad van Maandag 1.1. vestigde de beer J. Westendorp in een iDgezouden stuk nog de aan dacht op dezen openjbrief, en deed er eenige aanhalingen uit.) De schrijver doet zich in zyn brief kennen als een volstrekt tegenstander der vivisectie, waarom hy dan ook het optreden ran den Bond zeer toe juicht. Hy dringt er in zyn slotwoord by den Bond op aaD, dat hy eou leerstoel voor hydro therapie aan een van onze universiteiten tracht te verkrygen. „En is eenmaal een leerstoel voor hydro therapie verkregen, dan is de eerste schrede gezet op den weg die ook voor het streven van uwen Boud ter overwinning leidt. Dan is een bres geschoten in de onaantastbare alleen zaligmakende wysbeid der allopathi- sche schooldan zullen artsen ge vormd worden, die den terugkeer tot .natuurlijke leef- en geneeswijze en 'tot natuarlyke methoden predikeD jdan zullen zy het volk opvoeden, de {publieke opinie zal langzaam maar I zeker gewonnen worden, en de vivi- i sectie geleidelijk in onbruik, ja zelfs in minachting geraken. En daarmede !is haar doodvonnis geteekend, onher roepelijker dan door eenige verbods- wet." Eere-diploma. I Aan het bureau van stat:stiek der gemeente Amsterdam is door de inter nationale jury der tentoonstelling, die t verbonden was aan het negende inter nationale^ congres voor hygiëne en demografie te Madrid, toegekend een diplome d'honneur voor de inzending i vau de statistische maandberichteu. Dit diploma werd dezer dagen aan het bureau van statistiek uitgereikt. FEUILLETON. De Lotgevallen van een jongen Man. Uit het Engelsch van' ALFRED W. COLE. 9) Het was een goedhartig oud man, die haar vond. en hoewel zelf arm. be proefde hij niet de zorg voor haar op liet armbestuur te schuiven of zich op oenigerlei wijze van haar te ontdoen. Integendeel vormde hij het zonderling en eenigszins onbezonne besluit om haar zelf op te voeden. Voor zooverre goed willigheid betrof, ontbrak er niets van den kant des ouden mans; maar een man van zeventig jaar is juist niet het best geschikt om een kind te verzorgen en op te kweeken zoodat Peg Todd als een wonderlijk kind opgroeide. De oude man, die Todd heette, en zijn aan genomen kind Margaretha doopte, had een sterk verlangen om haar eenig ver mogen na te latendoch daar hij geene andere middelen bezat dan een gering pensioen van zijne voormalige patroons in de City, die hij als boodschaplooper gediend had, scheen hij niet veel kans te hebben, om zijn wensch vervuld te zien. Hij bedacht iets anders; en daar de spoorweg-manie toen ten toppunt was, stortte hij zich, even als zijne meerderen, in den stroom van specula tie, en ruïneerde zich ook e -en als zijne vele van zijne meerderen. Hij leende geld in 't klein, om het van zijn pen sioen terug te geven de leener was onze vriend WeazeL Eindelijk kon hij niet betalen, en Weazel wilde geen uit stel geven derhalve legde deze, bij ge rechtelijk vonnis, beslag op het goed van den ouden man, die hierdoor zoo goschokt was, dat hij door eene beroer te werd aangetast en stierf. Weazel nam het armoedig huisraad mede, en met dit de kleine Peg Todd, beiden tot eigen gebruik het eerste om zijn huis mede te meubileeren, en de twee de om zijn blanke slavin te zijn. Peg weende niet erg toen de oude man stierf; maar Peg lachte nimmer weder. Zoo er iets goeds in haar was, zou men groote moeite gehad hebben om het te vinden; en echter was er ook niet veel kwaads in haar, want zij loog of stal nooit behaRé voedsel als zij uitgehongerd was en liegen en stelen waren de eenige ondeugden Nieuwe postzegels en brief kaarten. Door deu controleur- magazijnmees ter der posteryen werd gisteren de Fonds voor den gewapenden dienst. De 83ste jaarlyksche algemeene ver- fadering van liet Fonds ter aanmo8- iging en ondersteaning van den ge- wapenden dienst in de Nederlanden is op Woensdag 26 Juli 1899 te Am sterdam gehoudeD. Het daarin uitge bracht verslag bevat de navolgende mededeelingen De inkomsten over 1898 bedroegen eene som van f 76.113.34'/2- Behalve de renten van het kapitaal op het waarvan zij tot dusverre iets wist. Dat zij Weazel haatte met de kracht van tien volwassen vrouwen, was duidelijk genoeg, en evenzeer natuurlijk. Weazel was thuis, en rookte zijne pijp. Dit was bijna, de eenige weelde, die Weazel zich veroorloofde, behalve eene halve pint porter om den tabak gezelschap te houden. Peg was in de achterkeuken, hare gewone verblijf plaats, en Weazel in het voorste ge deelte; want daar hij uiterst spaarzaam van aard was, gebruikte hij nooit zijne kamermeubelen wanneer hij zich alleen bevond. Men zal misschien vragen waar- om hij geen gedeelte van zijn huis ver- j huurde om er aldus voordeel van te j trekken maar menschen van een gie- jrig, listig en gluiperig karakter, heb- •ben gaarne eene huis voor zich zelve. 1 Zij willen niet op de handen gekeken worden. Het was ook ongetwijfeld om eene dergelijke reden dat Weazel Peg Todd in zijne dienst hield, omdat hij haar als een dom, stil, onoplettend kind beschouwde, dat niet in staat was hem te bespieden. Weazel rookte -jne pijp, en peinsde. I? er iets, dat meer tot kalme overden king leidt dan het Virginisch kruid? Diep zijn zij te beklagen die het genot vau een sigaar niet kennen, of niet. smaken kunnen. Hoe vertroostend is waarheid te bekennen wanneer zij den zijn invloed' Hoe kalm loopt de pols eindpaal, waarheen wij ons allen spoe- als wij. in onzen gemakkelijken stoel den 't zij langs den grooten weg of achterover liggende, den geurigen damp langs bijpaden het graf naderen, dien wij inademen, in ligte dunne wolk- zouden zij ons zeggen dat kalmte en jes weder uitblazen, en zien hoe deze, tevredenheid, de eenige ware genoe- in lionderdo fantastische gedaanten, gens, hun altijd onbekend zijn geweest, kronkelend opstijgen1 De kleine kwel-! Het behoort tot het wezen van listen lingen van den dag vervliegen, de op-j en kuiperijen, dat onrustige gemoede- gewondenheid van beroepsdrukte be-ren zich er mede inlaten. En welk ge- daart, misnoegdheid of bezorgdheid luk kan het onrustig gemoed kennen? wijkt, om door kalme en vreedzame I L irom, goedgunstige lezer, wanneer gij beelden van rust en tevredenheid ver-den voorspoedigen schurk en den rijken vangen te worden. Hoe geheel anders 1 intrigant ziet, en u geneigd gevoelt te beschouwen wij het leven, hoe geheel morren omdat gij de schoolspreuk dat anders denken wij over de menschen I „onrechtvaardig verkregen goed niet op zulk een oogenblik dan in de drukte i gedijt" gelogenstraft hebt bevonden, en het gewoel van den dag! 'laat het u dan tot troost zijn dat slink- O, weldadig kruid, dat het geprangd sclie wegen tot rijkdom en vermaak hart en het vermoeid hoofd zulk eene kunnen leiden maar met tot tevreden- verlichting aanbrengt, hoeveel zijn wij j heid, zonder welke geen geluk bestaan u niet verschuldigd, en hoe weinig ken-i kan, gelijk gij zult erkennen als gij ner. zij, die u beschimpen, uwe voortref-u door de wereld heengeslagen hebt „om felijke deugdenj het leven te zien," en de schaduwzijde Wij moeten echter bekennen da.t van de dertig hebt bereikt, deze uitwerking niet op Weazel door Weazel rookte als een man, die niet zijne pijp werd teweeg gebrachtmaar bij Weazel was het ook een exceptioneel geval. Als menschen, die zich met lis ten en kuiperijen ophouden, en alleen op zijn gemak is; hij deed, een paar minuten achtereen, korte, snelle haal tjes. en hield dan weder met rooken op, totdat zijne pijp bijna uit wasdan de vuile paden des levens betreden, er begon hij weder op dezelfde wijze, na slechts toe gebracht konden worden dezijn pink nijdig xn den pijpenkop ge stoken te hebben, met groot gevaar van zich te branden. ,,'t Is zeer ergerlijk," dacht Weazel, „zeer ergerlijk daar heb ik hu in de laatste twee jaren, die zaak onderzocht, en schakel voor schakel van de bewijzen bijeengekregen, en er hard aan gewerkt ook. Soms ben ik bijna in verzoeking gekomen om alles te laten loopen, als het mij zoo ingewikkeld en moeielijk toescheen dat ik bijna ontmoedigd werd; maar 't is zoo'n mooie kans! Reeds vijf en veertig jaar heb ik door de wereld gewurmd, en wat heb ik er. bij slot van rekening, bij geswonnen 1 Wel, als ik dit eene geval maar in ordo kon krijgen, zou het mij tienmaal moer opbrengen dan ik gedurende al het ove rige vau mijn leven verdiend heb. En gaandeweg heb ik bijna alle hinderpa len weggeruimd. Het heeft mij vrij wat tijd, en een beetje geld ook, gekost, en ik geef het niet op. Neen, neenMaar ik weet nu niet meer wa* ;k doen moet. Waar kan die gek wezen Misschien is het beest dood opgehangen is hij niet, dan zou ik het wel in de krant gelezen hebben. Mogelijk is hij dood, maar dat zou er zooveel niet op aanko men. als ik zijn erfgenaam maar vinden kon, behalve dat ik misschien met den zoon niet zoo goed terecht zou kunnen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1