rechtbank;
dag in allen geval gansch anders was.
In 't begin, toen de zaak bp den
gouvernear van Parijs kwam, waren
de inlichtingen ongunstig, maar het
tegen hem aangevoerde moest men
later laten vallen. Dreyfus, zegt Cor-
dier, was zeer nieuwsgierig van aard,
vermoedde dat bij niet lang bij den
staf zou blyveü en wenscbte dus zoo
gauw mogelijk op de hoogte Yan alles
te komon, ten einde een goed figuur
te maken als hij bi) zijn regiment
kwam. Hij blufte graag, iets waar
van hij nu wel spijt zal hebben.
Op eeD vraag vau den president
zegt Cordier nog ten opzichte van de
aanwezigheid van Esterhazy bij den
informatiedienst dat hij zich nog zeer
goed herinnert dat in 1878 Henry en
Esterhazy in het bureau van dien
dienst gesprekken hielden.
Na dien tijd werd Esterhazy echter
niet meer bij den informatiedienst ge
bruikt wanneer dat toch geschied is,
dan moet het clandest'eu zijn gebeurd.
Sprekend over do vermissingen aan
de pyrotecbnische inrichtiog te Bour-
ges herinnert Cordier er aan dat in
1894 een vuurwerkmaker, Tnomas ge
naamd, gevangen werd genomen en
veroordeeld wegens verraad. Zyn ge
vangenneming ging echter onopge
merkt voorbii en de brieveu waarin
aan Thomas de teekeningen van gra
naten werden gevraagd, werden on
derscbept. Cordier gelooft dan ook dat
de vermissingen te Bourges niet aan
Dreyfus kunnen worden toegeschre-
ven en bij zegt dat dit ook de mee
ning was van Sandherr. j
Hij geeft verder nog inlichtingen
over andere vermissingen die in 1894
plaats haddenmen had daarbij te j
doen met een gedecoreerd heer van
45 jaar die verraad pleegde en zelf
de stukkeu naar de vreemde ambas-1
sade bracht. Cordier doet opmerken
dat het signalement dat van dien per-1
soon is gegeven, volstrekt niet op dat j
van Dreyfus gelijkt, maar veeleer op
dat van een ander officier van wien
men den naam kent en die niet meer
vervolgd of veroordeeld kan worden.
Terugkomend op de berichten om
trent verraad gepleegd door stafoffi
cieren, zegt Cordier dat die berichten
kwamen van den agent Guénée, wiens
verklaringen echter Diet de waarde
hebben van geloofsartikelen. Hy be
treurt den dood van Guéuée, wiens
getuigenis de rechters zou hebben
gesticht en ingelicht over de fabricatie
van heel wat zaken. (Beweging.)
Voorts deelt hg nog eenige_ bijzon
derheden mede over betgeen hij noemt
„de onderneming Richard, Cuers, La-
joux en Cie", die beoogde, Duitsche
agenten by den Franschen spioonen-
dienst te doen overgaan en bij spreekt
nog over bet onderhoud te Bazel.
Cordier verzekert dat in de statis
tische afdeeling van hst bureau van
den informatiedienst harmonie heeft
geheerscht totdat Henry kwam. Deze
was aan kolonel Sandherr opgedron
gen. Henry had zeer hooge relaties
voornamelijk met le grand chef (Bois-
deffre)sommigen vreesden hem, an
deren zochten zyn gezelschap en ge
neraal Gonse wantrouwde hem. Enkele
officieren sloten zich aan by Henry,
anderen bij Sandherr. Voorts geeft
hy inlichtingen over de verhouding
tusschen Henry en Picquart. Henry
was gepiqueerd omdat hij door Picquart
werd verdrongen.
Eindelijk spreekt Cordier nog over
de gevangenneming van Dreyfus. Hy
zegt dat men met name aim Dreyfus
ten laste had gelegd dat hy in den
spiegel had gekeken. Maar dat kwam
doordien Dreyfus beweging merkte
in het spiegelbeeld en hy daarin
nog een ander hoofd zag dan het
zyae. Ook waren er, achter een por-
tière, twee ooren die luisterden.
Cordier verdedigt zich tegen de aan
vallen die op hem gericht zjjn en
antwoordt, op een vraag van den pre
sident, dat hy zich houdt aan zijn
verklaring voor het Hof omtrent de
stappen die de familie Dreyfus by
Sandherr deed. Hij heeft daarin geen
poging tot omkoopiDg gezien.
Labori zegt dat hij een telegram
heeft ontvangen, get. Pages, waarbij j
vermeld wordt dat aan deo president
een brief is gezonden over de betrek- j
kingen die Sandherr met de familie j
Dreyfus zou hebben gehad. Labori t
leest dat telegram voor waarin nog
staat: „Ik moet verklaren dat kolonel
Sandherr my beslist verzekerd heeft
noch vóór, noch na de veroordeeling
een geldaanbieding te hebben gekre- f
gen."
Dreyfus legt een verklaring af over
het tooneel van 15 October, vooraf-
aan zyn gevangenneming. Hy
zegt dat dit geheel fantastisch was
en dat bij er niets van begreep. .Toen
ik heenging, liep het hoofd my om en
ik weet dan ook niets meer van de
bijzonderheden."
Lanth krijgt nu het woord en wijst
op de bewering van Cordier dat er
geen anti-semieten in den generalen
staf waren. Dat is waar, zegt by,
maar Cordier zal erkennen dat er een
uitzondering was, nl. liy zelf (Cordier)
die eiken dag de „Libre Parole" las,
herhaaldelijk zyn antipathie tegen de
Joden te kennen gar en dat vooral
deed toen er sprake was van de plaat
sing van Dreyfus bij den informartie-
dienst. Ten opzichte van bet stuk cette
canaille de\ D zegt Lauth, dat dit
niet weder opgeplakt is en volstrekt
niet beschouwd werd als een antiqui
teit Voorts weerspreekt hy de twist
gesprekken tusschen officieren op het
bureau van den informatiedienst.
Cordier repliceert daarna en zegt
„Ja, ik was anti-semiet, maar niet
zóó dat ik een valsche getuigenis te
gen een Jood kon afleggen. By de
rectificaties van Lauih zegt hy te blij
ven by wat hy gezegd heeft al geeft
by enkele kleine bijzonderheden toe
en verzekert dat hy, als hoofd van
den informatie dienst op de hoogte was
van den gansc.hen dienst, en dat Lauth
niets meer was dan zyn adjunct.
Lauth zegt een brief te hebben
ontvangen van mevrouw Sandherr
waarin de beweringen van Cordier
worden tegengesproken omtrent de
tegenwoordigheid vau Sandherr aan
het ministerie op den aangegeven tyd.
Hij legt dien brief ovor.
Daarna antwoordt Roget. Na een
opmerking van den president zegt
Roget: „Goed, dan zal ik wachten,
mijnheer de president, totdat Cordier
zich nader verklaart en ik zal alleen
over de zaak-Dreyfus spreken."
Hy vraagt daarna aan Cordier, wat
in zyn verklaring ODjuist is.
„Alles," zegt Cordier.
Roget legt daarna een lange
verklaring af over de pogingen tot
diefstal ten nadeele van het bureau
van inlichtingen door een zekeren Le-
mercier-Picard, die herkend werd als
een zekere Letiman Maïse.
Cordier ontkent, dat hij in verbin
ding heeft gestaan tot menschen zon
der vaderland, by heeft Lemercier
nooit gekend. „Ik heb zyo photogra-
phie gezien, maar toen was by al
dood." Cordier protesteert tegen som
mige gedeelten van de verklaring van
Roget voor bet Hof van Cassatie.
„Men heeft my door den modder
gesleurd om de waarde van myn ver
klaring te verminderen."
De president verklaart d::t het inci
dent, dat buiten de zaak-Dreyfus om
gaat, gesloten is,
Daarna verklaart Roget aangaande
de fultes van stukkeu in 1896, over
de granaat-Robin en de ontdekking
van den dader in 1898. „Eerst in 1896
en in 1898 kreeg men er kennis van,
hetgeen de verklaring van Freystaet-
ter zeer verzwakt." (Beweging).
Hij spreekt daarna over de fuites,
waarover Cordier gesproken had.
Deze heeft willen vaststellen dat de
verdwijning van stukken voortduurde
na de veroordeeling van Dreyfus. Ro
get tracht de onjuistheid van de ver
klaring van Cordier op dit punt vast
te stellen. Hy merkt dan op dat Pic
quart heeft gezegd dat er vermissin
gen omtrent een tabel van approviaD-
deeriDg waren geconstateerd na de
veroordeeling van Dreyfus. Dat is
ODjuist. Iu 1896 werd er iets vermist'
omtreDt een tabel over de oorlogsstuk
ken. Die tabel was in 1894 gemaakt.
Andere zaken werden in 1S98 ver
mist; het betrof toen een document
van den informatiedienst, een aantee-
kening van den Duitschen generalen
staf over de samenstelling van een
van onze invatiecorpsen. De byzon-
derheden waren te nauwkeurig omj
niet van het ministerie te komen, maar
onder die bijzonderheden was er een
van 1889 dat sedert dien was gewij
zigd.
Dreyfus antwoordt- aan Roget, dat
hij nooit heeft medegewerkt aan, die sa.-
menstelüng van liet plan 13, waarop
Roget zinspeelt. Dat is in 1894 ge-'
maakt- en Dreyfus zegt, dat hij daar-
aan slechte? een onbeduidend, aandeel
heeft gehad, namelijk het toezicht opj
het drukken van eenige tabellen. Hij
voegt hieraan toe, dat Roget gesproken
heeft van een. brief van kapitein Remn-
tat en dat hij' graag dien brief zou
willen zien.
Kolonel Fleur, die eenige opmerkin
gen van kolonel Cordier weerlegt, zegt,
„Den 23en Augustus 1S95 hebt gij. mij Daarna, krijgt hij verlof voor goed heen
gezegd: Dreyus is schuldig, maar er. te gaan.
moeten er nog anderen zijn zij zijn Gallichet, een journalist, brengt een
I met hun drieën.'' woord over van Cordier. Deze had hem)
Cordier haalt de schoudei-s op en er-'gezegd: Wij hebben Dreyfus op hee
kent den '23en Augustus 1898, achtter daad betrapt.
dagen vóór de gevangenneming van Cordier zegt, dait hij niet ontleent
Henry, tot Fleur te hebben gezegd, dat aan Dreyfus' schuld) geloofd te hebben,
er een valsohiheid gepleegd was bij den'Hij hoeft dat uitgelegd en verteld' hoe
pnerailen staf. Maar dat had! hij ai veel:zijn oordeel veranderd) is.
Demange wijst op verschillende te
genstrijdigheden tusschen het rapport
van Belhonime tn zijp. verklaringen
van dezen dag.
Heden voortzetting om half zeven.
De porrespondent tol Rennesj van
den „Petit Bleu" zegt, dat de brieven
vroeger aan anderen verteld.
^erciep*, die tusschenbeiden komt,
I zegt, dat Iniji het eens is met Oordier
ten, aanzien van den stap. van Mathieu
Dreyfus bij Sandherr. Deze kwalm bij
Merci er en zeide naai' aanleiding van
dit onderhoud, dat Mathieu op hem den
indruk maakte vain een braven kerel,
die bereid was tot alle opofferingen om j door Esterhazy aan Roget gezonden.,
zijn broeder te redden. i aanbiedingen zijn va.n geld, aan Ester-
I Nu legt de Freyc-inet getuigenis af. halzy gedaan, wanneer hij wilde beken-
I Hij hoopt, dat de rust in den lande nen. dat liiji de schrijver is van heb
hersteld zal worden. Van zijn onder- borderel, een brief waarin zijn aanstaan -
j houd met Jaimomtj vertelt hij aldusdo zelfmoord wordt, voorspeld en eenige
Jamont kwam hem op het departement geheime stukken.
opzoeken. Freyoinet had na zijn ont-
slag vele beleefdheidsbezoeken gekregen.1 De militaire gouverneur van Parijs
I Hij deele Jamont mede, hoe hij met generaal Brugère, heeft den chef van
zijn bezoekers gesproken had naar ge- den geneeskundigen militairen dienst
lang van hun zienswijze. Hij sprak opgedragen, Du Paty de Clam te be
toon met Jamont over de zaak en over ztoelcen, om een onderzoek in te stellen
den veldtocht, die nu al twee jaap in de naar zijn. gezondheidstoestand en te zien
pers vajn, de geheels wereld gevoerd ondier welke omstandigheden hij met
wordt. Met betrekking tot de zaak vrucht ondervraagd zal kunnen, worden,
kwam. hij er toe te zeggen, dat de Fran- De uitslag van. dit ond'erzJoek is nog
sche agenten in het buitenland de re- niet bekend.
geering bericht hadden, d'at er op aan- Du Paty zal worden ondervraagd Joior
stichting van particulieren gewerkt kapitein Tavernier, in tegenwoordig-
werd voor dlieni veldtocht, die Frey- heid van mr. Demange.
cinet is .er zeker van in Frankrijk j
zelf zeer belangeloos is, maar misschien j jjet heet., dat deze week niog het ge
in in dcc- in het buitenland'. In bijzon- tuigenverhoor zou eindigen Zaterdag
derheden kon de Frey cinet niet tre~ reed|3 jiet requisitoir mede als ge-
den, aangezien hij daarvan niets wist. vo]? va,n deii wenach van Labori om
Op een ander oogenblik. gelooft, hij,eon t0 komen. Hij gevoelt
heeft hij ook de som gentoemd, welke ioh niet aj te best en vreest andera
hij gehoord had van menschen, die be- niet tot jiefc uitspreken van zijn plei-
weerden op de hoogte te zijn. Die dooi te kunnen komen. Zoo werd Dins-
schattmg had hij' echter* nooit tot de
zijne gemaakt, en bovendien werden
met die som niet de uitgaven bedoeld,
maar de heole arbeid van de campag
ne van den aanvang af. Zoover zijn ge
heugen ging is dat. de. heele inhoud van
zijn gesprek met Jamont..
Op verzoek van een der leden vain
■den krijgsraad legt de Fveycinet uit,
welke rol hij gespeeld had) in het kabi
net, waarin hij minister van oorlog
was. Hij, hadl er zich toe bepaald, de
beslissing van de regeering te laten uit
voeren, toen het Hof van Cassatie de
revisie ha.d uitgesproken.
Demange vraagt nu den president,
de Freycinet de verklaringen te laten
herhalen, dlie hij in de Kamer had' af
gelegd over het geringe belang, da.t men.
aan die onbescheidenheden en de mees
te gevallen van verraad, moest hechten.
Freycinet herhaalt, zoo veel. ails zijn
weinig zeker geheugen hem toelaat, de
bedoelde redevoering voor een deel.
Freyc-inet vreest, dat het vertrouwen,
van do soldaten in hun. chefs za.1 ver
dwijnen, hij vralagt zich af, wat daar
van het resultaat, zou zijn, indien er
erwikkelingen met het buitenland
ontstonden. (Beweging). Hij bezweert!
zijn landgenote ten, die zich door een
stel zal worden veranderd, zoodat niet
bet gerecht, maar een door patroons
J en arbeiders te benoemen commissie
zal beslissen in zake eventueele moeie-
lykheden het voorstel zelf betreffend.
3o. Het recht der patroons, om zelf
het werk te regelen, mag niet in
stryd komen met bestaande overeen
komsten."
De bedoeÜDg was, dat dit voorstel
door de commissies van beide partyen
zou worden aangenomen en door ben
aan de hoofdbesturen voorgelegd.
De commissie der arbeiders nam bet
voorstel aan.
Het gerucht liep, dat de commissie
der patroons bet voorstel verworpen
bad, maar uit een nader schrijven
van den beer Busch blijkt, dat de
patroonscommissie nog geen besluit
nam en men alle hoop beeft dat ook
zij tot het aannemen van dit voorstel
zullen overgaan.
Een ramp.
Een verschrikkelijk ongeluk wordt
uit Chicago gemeld. Het stalen ge
raamte van het nieawe Colosseum is
ingestort. Men zeide dat er ongevesr
honderd menscben op die plek waren,
toen bet ongeluk gebeurdedat aan
tal schijnt overdreven te zyn, maar
toch werden 12 of 15 personen gedood
en 12 gekwetst.
Opleiding van Indische amb-
ten aren.
Uitf; Batavia wordt aaD bet JELbld.
gemeld, dat in een vergadering van
den Iodischen Bond besloten is om
een verzoekschrift tot de Koningin te
richten, tot behoud van de afdeeling
B van het gymnasium Willem III.
De ontevredenheid was algemeen.
dag aila do laatste dag genoemd.; Bei*
na.rd Lazare, gaf echter Donderdag op.
Generaal Mercier.
Een gerucht uit Parijs meldt dat
in den eorstvolgenden ministerraad
zal worden geteekend een presidentieel
besluit, watrby tegen de volgende
week de Senaat als Hoog Hof van Justi
tie wordt bijeengeroepen. Yolgeossom
migen zou dit zyn in verband met de
ontdekte samenzwering tegen de Re
publiek, volgens andereu voor de ver
volging van Mercier voor een misdrijf
tegen de veiligheid van den staat, te
weten de opneming van de valsche
lezing van liet telegram van Paniz-
zardi aan zyn regeeriog in het geheim
dossier, dat aan den krijgsraad van
1894 is overgelegd.
Zekerheid is omtrent dit gerucht tot
dusver niet verkregen.
Het scbynt dat generaal Mercier
voorloopig met rost zal worden gela
ten. De regeering acht zich, beweert
de „Irid. Beige", gehouden door bet
Kamerbesluit omtrent de vervolging
van Mercier, uitgelokt door het kabi
net-Dupuy. Een aantal Paryscbe
edelen hartstocht laten medesleep eu bladen betoogt tegenover dit standpunt,
zich goed! rekenschap te geven vam de dat liet besluit van de Kamer alleen
gevaren, die het vad.erla.ndl daardoor geldt voor de mededeeling der geheime
loopt. De wederzij dsch a beschuld'igin- stukken aan den krijgsraad en Mercier
gen. die ions een, slechten naam bezon- zorg beeft gedragen nog een aantal
gen, moeten ophouden. (Beweging). La- andere misdrijven op zyn verantwoor-
ten wij ons voornemen om met eerbied ding te nemen waarvoor een onmid
de uitspraak te aanvaarden, die een
tijdvak van ailgemeene verzoening Zal
openen. Mijn woorden komen uit een
hart, dat zijn vaderland groot en ge
ëerd wil zien. (Levendige en langdurige
opschudding). Hij erkent diat inlichtin
gen over de deückingstroepen en de ge
heimen der bewapening belangrijk zijn.
De President weigert, die Freycinet
naar zijn meening te vragen over de
beschuldigingen, door zekere- bladen in
gebracht tegen Scheur er, Trarieux, enz.
De President zegt, dart: Labori ellen
hartstocht in het debat, wil brengen.
Freycinet erkent uit eigen beweging,
dat hij het karakter van Scheurer ze-er
hoog stelt..
Behiomxne houdt cle conclusies van-
zijn rapport vol en zegt, dat hij; eerst
zail gelooven, dat het borderel van Es-
dellyke vervolging mogelyk en nood
zak el yk is.
Het belegerde buis.
In de Rue Cbabrol blyffc de toe
stand nog altyd dezelfde. "Vooral bet
gebrek aan water do6t zich nijpend
gevoelen. De belegerden hebben een
gat gebroken in een der zijmuren iu
de hoop in het aangrenzende buis bij
een waterleiding te komen, doch zij
zyn er niet in
INGEZONDEN MEDEDEE-
LINGEN.
30 cents per regel.
De Deenscbe uitgeslotenen.
Opnieuw worden pogingen gedaan
tot een overeeukomst in zake de Deen
scbe arbeidersuitsluiting. De beer
Busch, jurist, door de patroons geko
zen in de Kamer van Eenheid, deed
terhazy is, als deze het opnieuw vdor j het volgende voorstel
hem schrijft. Het schrift vam. Dreyfus, „lo. De werkgeversvereniging geeft
kent hij- niet. j een verklaring, dat eventueele werk-
Labori verdedigt zich tegen liet ver- plaatsreglementen niet in strijd zullen
wijt, dat hiji hartstocht, in het debat- wil komen me" de overeenkomst, door de
brengen. Hij bedankt de Freycinet voor heeren Ring, Heide en Trier voorge-
d'iens verklaring betreffende Scheurer- steld. Mochten de partyen bet hierover
Kestnei-, later oneens worden, dan zal de zaak
Na zijn getuigenis gaat de Freyci-door een scheidsgerecht worden be-
net naast Billot zitten en. 'onderhoudt slist.
zich met dezen enkele oogen,blikken. 2o. De slotformule in genoemd voor-
SpoHl esi Wedstrijden.
Wedrennen te Bergen.
Namens de Kennemer Sportclub
wordt ons verzocht bet volgende op
te Demen
Naast de aangifte van 33 paarden
voor de drie harddraverynummers kan
tbans gemeld worden eene evenzeer
buitengewone insehry ving voor de
wedrennummers.
Aangifte werd gedaan voor
I. Uilen vlak-prys Handicap. Vlakke
baan, 1700 M.
1 Patty, 2. Malcadjick, 3. Horton,
4. Arak/ 5. "YVarda, 6. Alarm II, 7.
Sultan III.
II. Scbuipenvlakprys. Handicap.
Vlakke baan, 3200 M.
1. Frisson, 2. Cauanore, 3. Lady
Hamilton II, 4. Rosita, 5. Z8thus, 6.
Figaro, 7. Colin Coop, 8. Primrose
Day II, 9. Zillah, 10. Langmoor, 11.
Selim.
III. Verbrandepanprys. Verkoops-
hordenren 2400 M.
1. Langmoor, 2. Lady Tinny, 3.
Resits, 4. War da, 5. Ens, 6. C. Oint
ment, 7. Caleidoscope, 8. Antelope,
9. Goody Alice, 10. Lais.
Dat de aangifte voor de rennum-
mers zooveel grooter is dan de vorige
maal, bewyst, wat wy op 2 Juli 1.1.
reeds van verschillende ryders ver
namen, dat de baan in uitnemende
conditie is. Men prijst dan ook alge
meen zeer den veerkraebtigen bodem.
Trouwens niet alleen by de ryders
kreeg de Bergerbaan reeds een goe
den naam in den lande, ook de be
zoekers waren algemeen zeer met de
inrichting ingenomen. ,Zy biedt bet
groote voordeel, dat op alle gedeelten
van bat ruime t6rr6in do ritten geheel
kunnen worden gevolgd, zonder eenige
storende belemmering.
Wielrjjdersoptocht Koningin
nedag.
Waar wy Dinsdag de regelen mede
deelden, vastgesteld voor de deelne
mers aan den wieleroptocht, komt het
ods niet ondienstig voor bet publiek
speet niet te vernemen, waai* liijj te
vinden was. Zij stond eene poos in ge
peins. en zeide vervolgens
„Weet gij, bijt geval, ook een goed!
procureur. Job?"
„Da,t zou ik rnieenen mijn nieuwe
heer is ei* een," antwoordde Job.
„Zoo waarlijkIs hij een goede?"
vroeg Mrs. Bennbch.
„Gij bedoelt een knappe, een slim
me?" vroeg Job.
„Ja."
„O, dan is hij een opperbeste," ant
woordde Job, Tlon dea- aarzelen
„Zoudt gij denken dat hij eene zaak
vo-oi* mij. zou. willen besturen vroeg
d© weduwe.
„Voor geld! doet, hij alles iic bedoel
natuurlijk, gij weet dat het zijn.
plicht is dat te doen," antwoordde Job,
die bijna een, weinig meer zeide dlam
hij voornemens was. „Wil ik hem gaan
roepen.
„Als 't u belieft,"' zeide Mrs. Ben-
noch„en ik had gaarne dat gij' hem
maar over mij spa-aakt, omdat gij toch
alles er van weet, niet waar?"
„Juist ik wou dat ik het niet
wist."
„Ik ook, de hemel ia mijn getuige,"
en Job had berouw over hetgeen hij
zoo even gezegd bad.
Bin aeoi) weinige minuten kwam Job
bij Mrs. Bcnnoch, die hij in het voor
huis gelaten had, terug, en verzocht
haar den trap op, naar cle kanier van
zijn heer te gaan, waarheen hij haar
meteen geleidde.
Mr. Falcon, de heer in wiens tegen
woordigheid Mrs. Benmoch gebraiolit
werd, was een man van omstreeks vijf
en dertig jaar, met- oogen als die van
jden vogel, welks naam hij droeg, en
I een neus, niet ongelijk aan den sna
vel van denzelfden vogel. Niet dat Mr,
Falcon er lcwaod uitzag, juist het te
gendeel de dames, die op zulk een
punt de beste autoriteiten zijn, von
den hem een zeer knap man. Doorbo
rende donkere oogen, een kromme neus,
-itzwart krullend haar, eene blanke ge
laatskleur, een, fijn besneden mond!
zulk een. gezicht, gevoegd bij eene Wél-
gemaakte gestalte, was verleidelijk ge
noeg. Wel is waar was zijn voorhoofd,
hoewel blank, nauwelijks hoog genoeg;
de oogen, hoewel goed van kleur, vorm
en glans, waren niet in staat de zach
tere aandoeningen uit te drukken.en
de mond, hoe fijn, besneden ook, was
aan de hoeken eenigszins opgetrokken,
met eene uitdrukking, die niet zoozeer
verachtelijk of trotsch' was als wel
wreed. Over 't geheel zou een gelaat
kundige geaarzeld! hebben cle vriend
schap van Mr. Falcon aan, te nemen,
of zich zijne vijandschap' op den hals
te halen.
„Wees zoo goed plaats te nemen, me
vrouw", zeide de procureur, haar met
ongedwongen e welgemanierdheid! een
stoel aanbiedendd. en haar met dien,
volkom enen eerbied, zonder den min
sten zweem van slaafschbeid, behande
lende, clie voor iemand) van gemeenc
afkomst onbereikbaar is.
„Job heeft u zeker gezegd wie ik
ben begon. Mrs. Bennoeh, beschroom
der dan zij: zich ooit gevoeld had.
Mr. Falcion boog toestemmend.
Nu verhaalde Mrs. Bennoeh. hare ge
schiedenis zoo: goedi als zij- kon. Falcon
maakte in dier haast eenige aanteeke-
ningen terwijl' zijl sprak, en hielp haar
nu en, dan. zoo: verwonderlijk in haar
verhaal voort, door kleine gapingen, die
zij er in liet, aan te vullen, dat zij
meer dan eens ophield1 en zeidi©:
„Maar misschien, weet gij alles reeds,
mijnheer
Volstrekt, niet, "Volstrekt niet", was
het antwoord.
En zoo was het ook, want hij had
niets van het geval gehoord' tot op dit
oogenblik. Maar een, procureur is zoo
gewoon met dragelijke zaken te^ dbetni
te hebben zoo gewoon cliën ten, lange,
verwarde geschiedenissen te hooren ver
halen, waarbij zij| gtooten nadruk leg
gen op gedeelten, die niets ter zake
doen, eii andere, waarop: de geheel©
zaak wettelijk draait, overslaan of ver
geten, dat hij bijna als door instinct
het punt waar het op neerkomt soms
ziet zoodra de eerste ruwe omtrek hem
er van gegeven is.
„Die Weazel is zeker een slim ventje
in zijne soort?" vroeg hij-.
„Hij in cle slechtste schurk die er
leeft, geloof ik, mijnheer", antwoordde
cle weduwe.
„O, pain opzeicle de procureur, glim-
laichend', waarbij lis) zijne witte tandksn
liet zien, „dat moet gij: niet- zeggen,
mijne waarde mevrouw, of hiji zal u
eene aictie wegens laster aandoen. Daar
enboven weet gij: immers dat hiji uw
overleden echtgenoot die bezitting be
zorgd heeft?"
„Ik had liever dat hij diat niet ge
daan had); ons heeft het- geen geluk
aangebracht, on een braaf heer is er
dooi* geruïneerd."
„Mijnheer Littlegood, hè
„Ja mijnheer en wOt ik nu verlang
is, dat mijnheer Littlegood tot voogd
over mijn zoon benoemd wordt, ails hij
zoo goed wil zijn.". 1
„Hij, mevrouw1? dat is onmoge
lijk; dei Kanselier zou denken dat wiji
gek waren, ais wiji zoo iets vroegen."
„Dat kbrnt omdat dë Kanselier mijn
heer Littlegood. niet kent," antwoord
de Mrs. Bennoeh.
Het kostte Falcon groote moeite
Mrs. Bennoeh le overtuigen dat het ge
heel. vanchtelloos was aan dit haar ge
liefkoosd plaai te danken; maar einde
lijk was zij' genoodzaakt toe te geven
toen hij hlaar vea*zekerde| dat! gelen
rechtsgeleerde lea* wereld1 haar zou wil
len bijstaan om zulk een verzoek in te
leveren.
„Welnu, mijnheer, in ieder gevl wil
ik dien slechten., akeligen. Weazel) niet
tot voogd benoemd hebben", riep zij'
eindelijk uit.
„O, dat is een ander geval," ant
woordde Falcon, bevredigend. „Het is
volstrekt niet noodig hem te nemen als
gij ca* tegen hebt".
„Wilt gij mij beloven, dat hiji het
niet worden zal?" vïtoeg zij.
„Ik geloof dat ik u dit wel beloven
kan, omdat de Kanselier zeker niet
gaarne een voogd tegen uw zin, zou
benoemenmaar wij moeten, een an
der hebben om in zijne plaats voor te
stellen. Wie zal het wezen?" zeide hij.
I Mrs. Bennoeh wist niemand ter we
er op te wyzen, dat ook dit zooveel
kan bydragen tot het welslagen van
den optocht. Laat men toch zorgen,
dat byv. onder het rijden de deelne
mers niet worden gestoord, want komt
er eenmaal wanorde, dan breidt zich
dit door den geheelen stoet uit, en het
gevolg zou wezen, dat dekykershun
eigen pleizier bedierven, en bovendien
oorzaak zouden zyn van veel ngemak.
Voorts zy nog meegedeeld, dat de
deelnemers des avonds vrye toegang
hebben tot den tuin van het Bronge
bouw, by de muziek, het vuurwerk
en het bal.
Ook wordt ons vanwege de commis-
sio van den optocht verzocht te berich
ten, dat zy, die morgen (31 Augs.) nog
;aan den op'ocht wenschen deel te
nemen, zich alsdan om 1 uur met hun
versierd rywiel aan 't Brongebouw
dienen aan te melden.
In ons verslag over de Maandag ge
houden vergaderirg van deeloemers aan
den wieleroptocht staat, dat de aan
wezigen lid werden van de Feestcom
missie Koninginnedag, dit moet na-
tuurlyk zynvan de Vereeniging
Koninginnedag.
_De heer J. A. Vermeer heeft in
zjjn winkel van fijae galanterieën in
de Groote Houtstraat een keurige
feestétalage gemaakt. Het is een relief
pleisterbeeld van Koningin Wilhel-
mina, sierlyk gearrangeerd tusschen
bloemeu en oranje, een kykje ten
volle waard.
Het buitengewoon concert, dat
Haarlemsch Muziekkorps Dinsdag
avond in het park van 't Brongebouw
gaf, heeft een groot succes behaald.
De leden waren iu grooten getale
opgekomen en de directeur, de heer
Kriens, heeft hieraan en aan het her
haald applaus opoieuw kunnen op
merken, dat hy en zyn korps op
hoogen prys worden geschat. Hem
werd een fraaie lauwerkrans aange
boden, naar wy vernamen afkomstig
van den heer mr. W. Jager Gerlings.
Museum van Kunstn li verheid.»
Het Museum van Kunstuyverheid
zal morgen, wegens den verjaardag
van H. M. de Koningin, gesloten zyn.
D-; boekery verbonden aan het
Museum vau Kunstnyverheid, zal 1
September weder voor het publiek
geopend zyn; zooals bekend is kan
men uit genoemde boekerij, boek- en
plaatwerken ontbieden die betrekking
hebben op de kunstgeschiedenis van
de meest verschillende tydperken,
alsook op het gebied der décoratieve
kunsten en dor kunstambachten. Deze
boek- en plaatwerken worden koste
loos toegezonden, de aanvragers heb
ben alleen de onkosten der vracht
heen en terug te voldoen, om zicli
aan do bepalingen van het reglement
te houden.
Belangstellenden kunnen zich ver
voegen tot den heer E. von Saher te
Haarlem, die kosteloos het prospectus
der boekory toezendt.
SSEMEftlTS*
Zitting van Woensdag SO Aug. 1899.
Zekere A. van. Heulen, stond op 11
Augustus op den hoek vain de Oude-
gracht bij het Verwulft naai* de Ame-
tt'ikaansohe sneeuwvlokken tent te kij
ken, toen hij öenstklaps zijn hox-loge
miste. Door cl'e ijverige recherche wer
den spoedig een drietal verdachten op
gespoord.
Heden stonden' zij, nu achtereenvol
gens terecht. De eerste was Jelinus
Grcionevëld), een 22jarig persoon, met
een ongunstig uiterlijk, woonachtig te
Amsterdam, doch thans in. verzekerde
bewaring. Als verdediger wa.s hem toe
gevoegd Mr. Moens. Voordat het ver
hoor der getuigen, een aanvang na.ru,
vroeg de verdediger het woord' en ver
zocht de Rechtbank in het belang van
het onderzoek Voeging van deze zaak en
die van do beide andere beklaagden,
die hierna zou worden behandeld, te
bevelen, daar in beide zaken, eendg ver
band bestond. Het O. M*. a-n Lwoiorddë,
daJt er «togen schijn lijk verband tusschen
beide zaken was, doch dat dezen be
klaagde diefstal, aan de beide anderen
heling was ten; laiste 'gelegd, en ver
zocht Si© rechtbank niet op. het verzoek
in te gaan en de zaken gescheiden te
houden. Na re- en dupliek besliste de
rechtbank, dat de zaken, vam elkander
zouden gescheiden, blijven.
reld te bedenken want weinig men
schen hadden zulk een beperkten kring
van bekenden ails zij. en clan nog wa.-
ren. de personen, die zij; kende, niet zoo
als zij als vbogd. over haar veelbeloven-
dën zoon zou wenschen, of zoo als de
Kanselier goedkeuren zou. Eindelijk,
na. eenig aarzelen, zeide zij
„Zoudt gij er tegen hebben heit te
zijn, mijnheer?"
Falcon betuigde dat hij werkelijk ge
heel verrast, was; sprak van korte ken
nismaking ernstige verantwoorde
lijkheid enz., enz., maar eindigde
met toe- tei stemmen zijne bezwaren ten-
zijde te zetten zoo- hij1 er had'
En aldus ging de weduwe een weinig
geruster heen.
En toen. Mr, Falcon; dien' namiddag
in zijne cabriolet in« het park reed, met
Job achterop, dacht hij dat het wel
een goed eai voordeelig baantje wezen
kon, voogd ovea* dien erfgenaam vatn
drie duizend pond. 's jaars te zijn.
Twee dagen later bracht Falcon Mrs.
Bennoeh een bezoek, en zag, behalve
de weduwe, hare dochter Rosa.
(Wordt verroifd).