gewoon is in September te hooren en te zien te krqgen. 6. Letteren en Kunst. UIT AMSTERDAM. Men schrqft ons uit Amsterdam Het winterseizoen is aangevangen, het valt niet tegen te spreken, al zon men het ook aau de temperatuur niet zeggen. Het is lang niet kond op straat en snikheet in de schouwburg zalen, die intusscheu nagenoeg alle vol, eivol zyn. Zelfs al werd bet nu warmer dan wy het ooit beleefd heb ben, ik geloof, dat de Amsterdammers zich daardoor toch niet zonden laten weerhouden om in September „uit" te gaan. Waarin dat ,uit" zyn bestaat, ge weet het, ik heb het er wel eens meer over gehadArtis, het Panop ticum, het Panorama en de schouw burgen maken iu September de beste zaken en bet is een feit, dat niet alleen de mindere rangen maar ook SttSrSJftjr 1,1 dMe ^iZijdenstoffcn en Dames- Het Nederlandsch Tooneel heeft j fournituren, een stuk voor het voetlicht gebracht1 dat ongetwijfeld als ker misstak be-1 Steeds het nieuwste voorhanden. Tournures, Sport en Wedstrijden. Bij het bestuur der N. W. U. is van den Belgischen Wielrijders Bond be richt ontvangen, dat geschorst zijn de rijbewijzen van Henri Meijers. Tora- maselli, Pasini en nog een groot aan tal andere rijders. Het is ons niet bekend zegt De Fiets waarmede Mejjers zich deze straf op den hals heeft gehaald. INGEZONDEN MEDEEE- LINGEN. 30 cents per regel. Groote Houtstraat 24. OUDSTE HUIS IN in 12 soorten. H. J. VISSER. doeld is, al is het ook niet als zoo-1 danig aangekondigd. „Schurkenspel", tooueelspel in drie bedreven van Henry Arthur Jones, denzelfde, die „de Fabrieksbaas" op zijn geweten heeft, behoort tot die soort stokken, die in het land van Shakespeare tot de kasstukken be- Foor den inhoud dezer rubriek stelt hooren. die soort, die men zien moet 1 de redactie zich niet aansprakelijk. met Tree in de hoofdrol, Tree met j Fan ingezonden stukken, geplaatst zijn wilderaansgebaren en zqü gezwol- J of niet geplaatst, wordt de copij len spraak a ia Stoel en Spree. i niet aan den inzender terug- Het is één groot stok onzin ietsgegeven. dat noch mooi, noch onderhondend, j noch leerrijk is. Inmsschen scheen j Mijnheer de Redacteur het publiek bij de première terreden en ik ben ook inderdaad vol bowon-j Er wordt wel eens gezegd, INSEZOHSBE H. dering. .daterdoor lons gemeentebestuur vreemd wordt Ik bewonder Royaards, (die ik bet laatst in „Julius Cesar"'hoorde) die de belastmgopbrengerswtmneer men de rol vanEailey Prothero, die heel het dikwerf ziet hoe vreemd het toegat stok eigenlijk is, op bewonderens waardige wijze vertolkt. Geen acteur in Nederland is in staat om zooveel kunstemakersonzin met zooveel ernst het pnbliek naar het hoofd te slin geren. Intusschen is een bezoek zeer aan te raden, ai was het slechts om Roy aards, en wie zich vermaakt by de Koninklijke Vereeniging, wanneer deze zich zoo nu en dan op duistere zijpaden begeeft, zooals thans, die mag zeker niet verzuimen er heen te gaan. Ook het Circus Carré mag by een opsomming der kermisvermakelijkhe den niet vergeten worden. Als men naar een speeialiteiteD-gezelschap gaat, weet meD in ieder geval vóóruit dat men kunstenmakers te zien zal krygen,ter wijl de goede uaam, die de programma's van Carré sedert het vorig seizoen hebben, voor de liefhebbers een ge notvollen avond waarborgen. Zater dag, Zondag en Maandagavond was het stampvol in de zaal, da ijverige secretaris, de heer Rabe, als altijd op zijn post, het programma als altjjd wel verzorgd, de buffetten, als altjjd, in goede haDden. De leiding van het gezelschap is, naar ik hoor, in handen van den bekenden deskundige Frits van Haarlem. Bij Carré hebben wy gedurende den tyd, dat een speciali teitengezelschap in de plaats i3 ge treden van de paardrijders od -rijd sters, gezien dat er in die wereld van klatergoud vaak uit een kunstenma ker een kunstenaar geboren wordt, elders ziet men wel eens, waar men dit het minst verwachten zou, kunste naars verplicht kunstenmakerswerk te doen. Kunstenaars zou men de jongleurs Albertus en Bar tram kun nen noemen, die het in de bevallige jongleerkunst vèr, zeer vèr hebben gebracht; een kunst is het dresseeren op zulk een wyze als Rosie Meers den voetballenden bull-dogFox gedres seerd heeft. La belle Alma geeft een schitterend „electrisch intermezzo" te zien, terwijl Diana Ciel, beschikkende over een fraai, goed geschoold geluid, beteren zang te hooren gaf, dan men A1 metgemeeutewerken, dan zou men bijna geneigd zijn te gelooveo dat die be wering juist is. Dezer dagen de Melkbrng passee- rende zag ik dat deze weer eens op nieuw bevloerd werdwie nu denkt dat dit geschiedde met solied hout, is de plank geheel mis, het allerslecht ste hout van meer dan inferieure qualiteit. wordt daarvoor gebruikt en het viel mjj dan ook op, dat niette genstaande de helft der brug nog slechts gereed is, nu reeds verschei dene delen, welke een of 2 dagen zijn gelegd, reeds opnieuw kapot zyn. Hoe de ondervloer er uit ziet behoeft men ODder deze omstandigheden geheel niet te vragen. Het is waarlijk een wonder waar de stad het geluk heeft in het bezit te zjjn van een aantal opzichters, dat een dergelijke toestand mogelyk is eD het doel van dit schrijven is dan ook de bevoegde autoriteit hierop opmerk zaam te maken. U dankend voor de plaatsing X. Y. Z. Mijnheer de Redacteur. Gisterenmiddag naar den Hout wan delende. trof 't mijn aandacht, hoe eenige jongens de kom der fontein be zigden, om hun negerpootjes te baden. Ik gun dien kleuters hun pret. Maar a.s. Zondag wordt den dorstigea om standers uit dat zelfde bekken een glas water gebodenDat vind ik onfrisch en ongezond. Deelt U met mij deze meening, verplicht dan door plaatsing dezer regelen Uw Dw. T. V. GEMEMGB &SIEÜWS Het proces-Dreyfus. De besloten zitting was Maandag zeer kort; zij begon om half zeven en eindigde om kwart over zevenen. Toen werd de publieke zitting geopend voor een stampvolle zaal Get. Cernusclii verzoekt den presi- uviou gai, uau anderssident, een brief te doen voorlezen wef eens hoort in het café-chantant j welke hij hem gezonden bad. 60 elders, waar men meer pretentiesDe griffier leest den brief. Cernusclii heeft. zegt daarin, dat hij om politieke redes- Het, was in den Circus weder even nen. genoodzaakt, was. als afstammeling gezellig en vroolijk, als wy het vroe- I van cen voormalig Servisch koningsge- ger gewoon waren. 1 slacht, om naar Frankrijk te vluchten, Bljjft nog de vermelding, dat het waar hij van September 1894 tot Fe- Amsterdamsch Opérette-Gezelschap bruari iS97 verblijf hield. Gedurende in den Hollandschen Schouwburg zijn verblijf in Frankrijk duidde een avond aan avond „Orpheus in de zijner vrienden, hoofd eener afdeeling Onderwereld" vertoont, de bekende nail het ministerie van buitenlandsche bombastische opérette met vroolyke zakten, vaii eene Midden-Europeesche muziek van Offenbach. Men heeft er mogendheid, hem op ondubbelzinnige hier een soort revue van gemaakt, wijze de namen aan van de correspou- die vry verdienstelijk is en die men denten der vreemde mogendheden in Frankrijk. De eerste en de belangrijk-Do kamerdienaar Roque aegt, dait hij, ste was Dreyfus. en niet Savignaud, van October 1895 Get. beweert verder dat, toen hij tot Octooer 1897 ordonnans was van den Oostenrijksahen dienst verliet.Picquart. waarin hij; luitenant van de cavalerie j Piequajrt zegt, dat Savignaud slechte was, een stafofficier van eene Midden-tweo of drie malen planton was en Europeesclie Mogendheid verbon-nooit een brief van hem aan Scheurer- den aan den persoonlijken dienst vaniKestner heeft gebracht, zijn eouverein met wien liij, vriend-1 De president vraagt aan Roque of schapsbctrekkingen onderhield en. die Savignaud geen brieven, bracht voor hij in September 1894 had. ontmoet, Picquart. hem de bevestiging gaf van vier namen Getuige antwoordt, da.t hij dit niet van vreemde agenten in Frankrijk. De wdet. namen waren gerangschikt naar hun Getuige Hladamardi, Oen neef van belangrijkheid en de eerste was die van (Dreyfus, zegt dat Painlevée werd be- Dreyfus. Toen getuige iu Parijs was i lasu om hem over te halen om niet te had hij; een uïtnoodiging ontvangen j solliciteercn naar een repetitorsplaats van denzelfden stafooficier en begaf zich aan de Polytechnische School, wegens naar diens woning, Rue Lafayette 49. .zijn verwantschap met Dreyfus. Toen hij oinnenkwam liad die officier I Hij hoeft toen geantwoord, dat Drey- de zakken van zijn overjas volgepropt fus op onwettige wijze was veroordeeld, met papieren, hetgeen deze hem bluf-Hij kende de geruchten over het parti- fend vertoonde. Het waren documenten cuÜere leven van Dreyfus, maar heeft van het hoogste gewicht, voornamelijk nooit gezegd, dat men in de familie stafkaarten en in 't bijzonder eene van zekere omstandigheden kende met be- Dijon. j trekking tot Dreyfus' gedrag, die maak- Onder die papieren waren ook spoor- ten dat men niet voor hem kon instaan, wegplannen van de ParisLyonMe- Aan Painlevée heeft, hij gezegd, dat diterrannée met betdekking tot de mo- ij uiet voor Dreyfus kon instaan, docli bilisatie, waarop merkwaardige, aantee- evenmin als hij voor een ander kon keningen voorkwamen omtrent de em- instaan. barcatieplaatsen benevens inlichtingen Een der rechters merkt op dat getui- over de omliggende plaatsen, uit een ge voor liet- Hof van Cassatie zou heb- militair oogpunt opgemaakt. Die papie- ben gezegd, dat hij Dreyfus waarscliijn- ren bevatten ook verschillende inlich- lijk onschuldig achtte, tingen over zekere reorganisaties van de Getuige verklaart dat hij zich deze corpsen, over militaire hulpmiddelen, nuance niet meer herinnert, prori an doering, munitie, enz. I Getuige spreekt voorts over Poihcaré De bedoelde zou den getuige gezegd (oud-minister), dien hij den bekwaam- hebbenIn Frankrijk ÏLin men alles rten mathematicus van onzen tijd krijgen als men er maar genoeg voornoemt betaalt. En dan: Waartoe zou men Painlevée wordt geroepen, wijst ver- Joden hebben als men er zich niet van schillende dwalingen aan in het stel- zou bedienen!" Tweo dagen later j sei van BertiLlon en baalt de meening verliet die vreemde officier in allerijlaan van Poincaré, die in een brief, Parijs en zijn vertrek geleek wel op jdien hij sclirecf, op de conclusies van. een vlucht. Kort daarop kondigden Bertillon wijst en er do onjuistheid van de bladen de arrestatie van Dreyfus aan.aantoont. Getuige wijst ook op de dwa- Ten slotte verklaarde getuige, dat 'ingen in de berekening van Vaiério, hij het voorafgaande geheel aan een i reconstrueert zijn getuigenis voor het officier van het ministerie van oorlog j Hof van cassatie, vermeldt zijn gesprek heeft medegedeeld en hij; vraagt lezing i mè,t Hadamard en verzet zich tegen van het procesverbaal dat van deze ver- verschillende geruchten, volgens welke klaringen is opgemaakt. Hadamard overtuigd' zou zijn van de Demange vraagt getuige waarom de- schuld van Dreyfus, ze zoo laat komt in het geding. Generaal Gonse komt. kier tusschen- Getuige blijft het antwoord schuldig, beide en houdt vol, dat volgens zijn Demange vraagt den regeeriugs-com- particuliere inlichtingen, Hadamard wel missaris of deze inlichtingen heeft ge- j degelijk verschillend gedacht heeft over vraagd over dezen getuige. jde schuld en de moraliteit, van Dreyfus. Majoor Carrière antwoordt ontken-1" allen, geval, wanneer die twijfel nieitr nend en voegt er atan toe, dat de krijg?-!bij Hadamaird opkwam, dhn toch zeker' raad wellicht een besloten zitting kon j bij Pain levé. gelasten om uitlegging te vragen over I Laibori vraagt lezing van de getuige-! de diplomatieke zijde der quaestie. jni^ van Painlevé voor het Hof van, Labori verklaart, alle voorbehoud te Cassatie, waarin het gesprek met Ha maken omtrent heit- getuigenis van. Cer-daonard wordt verteld nusehi. En daar men lieden voor del Gonse verklaart, dat hij slechts dit frag- eerste maal een vreemdeling ea- bij,ment vun een zin heeft onthouden: liaalt, stelt hij zich voor om later con- „hoewel Dreyfus geen man is, waarvan chisies to nemen ten einde langs di- mGn de onschuld! a priori lean bevesti- plomatieken weg en door bemiddeling gön" van het ministerie van buitenlandsche I Painlevé merkt op, dat men, door zaken alle noodige stappen, to latenslechts een brokstuk van dien zin te doen om to weten te komen of de do- citeeren, zijn verklaring van geloof in cumenten, vermeld! in het borderel, ge-jde onschuld1 van Dreyfus weglaat, levetrd zijn, en zoo ja, door wien,. Hij -balbori verzoekt dan ook dien. presi- verzookt den president den getuige te dent, aan generaal!1 Gonse te willen vra- vragen, tot welke nationaliteit de in 'g^'h waarom hij de inlichtingen, die hij zijn brief genoemdle personen behooren. verzameld heeft, onjuist overbrengt. Getuige verklaart zulks alleen in be- (Beweging.) sloten zitting to zullen, zeggen. De president weigert dia vraag in Labori wenschlt dat getuige onder dezen vorm te stellen en verzoekt, La- eede zal worden gehoord. Hij verzoekt bori zich te matigen, dat d'e besloten zitting, wanneer men Labori zegt, da,t hij niet dan met- ge- daartoe overgaat, niet heden maar mor- matigdheid van zijn rechten als verde gen worde gehouden. „Mijn bedoeling dfiger gebruik maakt, is," zegt hij, ,,dat da naam van dezen! Gonse zegt, dat men in heb dossier getuige bekend zal worden. Wij eischen hechts de belangrijkstej dooumietnltetn alle rechtsmiddelen die de wet ons ver-opnam. zekert." I Labori vraagt weer: ..Hebben dan Getuige Andfé, griffier van. Bertulus,do inlichtingen van caizen gezant te verklaart dat hij Henry tot Bertulus'Bonden minder waarde dan een gesprek heeft hooren zeggen: De smeek u, met Painlevé? dring er niet op aanvóór alles moet J Dc president weiget deze vraag te de eer van. het leger gered worden." En j stellen. op een ander oogenbik hoorde bij zeg gen ,,Dat men Esterhazy aan mij overlato en da.t Du Patv zich voor het hoofd schiete, dat is al wat ik vraag". Toen Bertulus. die Henry tot- in den gang uitgeleide had gedaan, in zijn Labori vraagt, waarom de inlichtin gen tegen Drevfus altijd in het dossier werden gebracht en nooit die tegen Esterhazy. De. preridjent weigert deze vraag te stellen. werkkamer terug kwam, vroeg getuige j ..Och", merkt Labori op, „de vraag hem wat cvr gebeurd was. De rechter h» op zichzelf al voldoende ook al wordt antwoordde, dat hij1 het hem op datze niet gesteld." oogenblik niet kon zeggen. I De president ontkent zulks en zegt: Dokter Weil spreekt eenige praatjes,,Tk verzoek u, mij niet te overschreeu- tegen die hem werden toegeschreven, wen wanneer ik tot u spreek. Uw toon Hij heeft altijd aan de onschuld van. reeds is niet gematigd." (Beweging). Drevfus geloofd, die een modtel-echtge- Gonse verzekert daarop dat bij te noot was en volstrekt geen speler. goeder trouw is en beschouwt het. be- Demange leest- een brief voor van doelde bericht als van geen belang, den rabbijn Drevfus waarin deze ver-1 Labori verwondert er zich over dat klaart, dat ook hij nooit iets gehoord dan de tekst toch in het geheim dossier heeft van die booze praatjes tegen den is opgenomen. beschuldigde die men aan Hadamard, I Op verzoek van Labori vraagt de een neef van Drevfus, toeschrijft. president, aan Gonse wie het geheime dos»er heeft samengesteld!? Gonse antwoordt, dat hij er één sa menstelde uit de stukken die aan de aaak annex rijn en dat hij dit aan, het ministerie van oorlog gaf. Laibori vraagt hoe die stukken door de belanghebbenden konden rijn be- j vestigd, daar ae immers in het geheim dossier waren. Gonse zegt, dat dit incidenten zijn waarvan men de bet eekenis vergroot trouwens toen de minister kermis najm van deze stukken stond rijn overtuiging reeds vast. Labori vraagt of Gonse de verant woordelijkheid op zich neemt voor de samenstelling van het geheim dossier tot Juli 1898. Gonse antwoordt„Ja." Labori vraagt waarom het telegram vam den Franschen gezant te Londen, dat door het ministerie van buitenland- echo zaken aan dat van oorlog is over gelegd en waarin de geldzendingen door een Italiaansellen agent aan Esterhazv zijn vermeld, niet in dat dossier zijn opgenomen. Kapitein Cuignet. die belast is ge weest met de samenstelling van, het geheime dossier, verklaart waarom alles daarbuiten werd gehouden wat kwam uit het buitenland, „dat er belang bij. heeft," zegt getuige „om ons te bedrie gen." Hij haalt een stuk aan. dat een ge sprek verhaalt tusschen een buitenland- schen vorst en een Fransch militair at taché. Die Souverein zeide toen ook. dat, wat er in Frankrijk voorviel, wol een bewijs voor de macht der Joden was. (Beweging). Dat telegram is ech ter niet in het geheim dossier opge nomen. Labori zegt, er zich over te rer- wocdereo, dat men nu weer met nieuwe aantijgingen tegen Dreyfas aankomt. Hy verzoekt dat men nu toch alles zal overleggen. Op een vraag van den president, zegt generaal Chamoin, dat by alleen gemachtigd is tot het overleggen van het geheim dossier en dat bij niet kan spreken ovar de stukken, die daarbuiten zyn gehouden. Op een vraag van Labori, verklaart kapi'ein Cuignet, dat er nog stukken omtrent Drtyfus bestaan in een spion- nage-dossier, dat aan het bureau der statistiek wordt bewaard. Labori dringt er ,op aan, dat alle stukken worden overgelegd in de be sloten zitting, waarin Cernuscbi zal worden gehoord. Getuige Maillet spreekt over zyn betrekkingen tot Guénée die bem niet kon inlichten over Dreyfus' bezoeken aan speelzalen maar die hem vertelde dat er aan het miuisterie van oorlog een bewys van de schuld van Drey fas was, bestaande in een pbotographie waarop Dreyfus was voorgesteld in gesprek met een militair attaché te Brussel. Dr. Peyrot zegt dat Bertulus hem verhaalde wat er met Henry was voorgevallen en dat deze zeer verheugd was over de arrestatie van Henry daar hij er van overtuigd was dat men, nu men Henry had alles zoute weten; komen. Na Cuignet komt generaal Billot protesteeren tegen de insinuatie die gelegen is in den brief van Yiviani aan De Freycinet, volgens welken brief hjj het rapport over het geheim dossier opgemaakt door Wattinus en Cuignet zou hebben meegenomen. Hy verzekert, dat hy dit stuk aan Cavaig- nac heeft ter haDd gesteld. Demange verzoekt den president dit stuk van Cavaignac op te vragen, maar daar deze Diet aanwezig is, wordt dit verzoek aangehouden. Het incident is daarmee geëindigd. De speciale commissaris van politie Tomps vertelt dat hy 1 Maart 1895 ais zoodanig werd benoemd, spreekt over de onderzoekingen, die Picquart hem opdroeg om de daders te vinden om de onbescheidenheden ten gunste der dagbladen, met Dame van de mededeeling van het borderel aan den Matin. Hy gaf Henry een rapport, waarin stond dat het borderel, dat voor den Matin gediend bad, door iemand was geleverd die het in handen had uit kracht vac zyn betrekking. Henry liet hem tegen de gewoonte dit rapport te teekenen. In 1894, nadat by van een verlof terug kwam, werd by door Sandberr beiast in het ministerie zelf het borde rel te photografeeren. Hy beeft dit zoo goed en zoo kwaad als het ging' gedaan, zonder eenige operatie die de sporen van de scheuren zou moeten aangeven. Hy gaf de proeven met het cliché aan Sandberr. De getnige zegt nog, dat by in geeu aanraking is geweest noch met ae instructie noch met het proces zelf. „Ik heb niets aan te geven tot myn vertrek naar Chalendrey. Daar hoorde ik dat Picquart benoemd was tot chef van den inlichtingendienst. Toen ik terug was, sprak Picquart my nooit over zyn verdenking van Esterhazy. Hy gewaagt van de nasporingen naar aanleiding van de onbescheiden heden die er begaan werden. Toen hy aan Henry zijn eerste rap- pjrt bracht, betuigde Henry hem daarover zyn levendige blijdschap, maar toen hij zijn tweede rapport bracht, waarin hy niet tot een stellige slotsom kwam, toonde Henry zich zeer boos en zeide tot Tomps dat hy zijn stuk niet behoefde te lezen, De afdee ling voor de statistiek deed stappen by de aanbrengers van Tomps. Men wilde probeeren hem de meedeeling aan luitenant-kolonel Picquart aan te wrijven. Ook Lanth deed Tomps ver wijlen, omdat diens nasporiugen niet leidden tot de uitkomst die by wenschte. Men bedreigde hem om hem tot intrek- te bewegen. Tomps spreekt dan van zijn reis naar Bazel naar den agent Richard Cuers, en van het onderzoek dat hy daar in moest stellen om te consta- teeren of Esterhazy niet het huis met twee uitgangen van een avent was binnengegaan. Maar hy behoefde niet na te gaan of men met Esterhazy te doen had. Op een vraag van een der leden van den krijgsraad zegt Tomps dat hy heeft gezien dat het borderel aan de Matin is meegedeeld als afkomstig van Teys- sonières. met name daaraan, dat er op het borderel een teeken voorkwam, dat Bertillon erop gemaakt had om bet te kunnen herkennen. Hy verklaart niet te weten dat er na het vertrek van Drevfus stukken verdwenen zyn, en weet ook niets omtrent Esterhazy, wiens gangen hy nooit heeft nagegaan. Op verzoek van Labori geeft Tomps nadere bijzonderheden over den aan drang dien Henry op hem heeft ge oefend, om te bewerken dat hy de mee- dedoeling van het borderel aan iemand toeschreef. Hij heeft zich nooit beziggehouden met Paulmier, kamerdienaar van een militair attaché. Op een vraag van Labori zegt de agent Hennion, die in de zaal is en voorgeroepen wordt, dat hjj belast werd om Paulmier op te sporen, en dat deze hem verklaarde, nooit „plans directeurs" by zjjn meester op de ta fel te hebben zien liggen, geteekeud Dreyfus. Henniou heeft over dat on derwerp een rapport ingediend. Labori merkt op, dat het wederom blijkt hoe de heeren van den generalen staf zich vergist hebben. Cuignet legt de lezing van den ge neralen staf ten aanzien van deze zaak uit. Labori uit zyn spijt dat men het rapport niet terug kan vinden. „Zoo is het altijd", zegt hij. Lauth verzekert dat, toen men on derzoek deed naar de meedeeling van het borderel, niemand Picquart ver dacht. Aan de afdeeling voor de sta tistiek verdacht men burgerlijke be ambten. Labori vraagt aan Henniou eenige inlichtingen over het toezicht, door Tomps op Duval uitgeoefend. De getuige spreekt den wensch uit dat het dossier van dat toezicht me degedeeld zal worden. Daartoe wordt besloten. Labori maakt nog de opmerking dat men aan den generalen staf voor gaf dat Paulmier verdwenen was na een nieuw onderzoek bleek dat onwaar zyn. Met algemeene stemmen wordt be sloten tot een geheime zitting. De President wilde de zitting laten voort duren, maar de verdediging doet hem opmerken dat de kwestie der beken tenissen van Esterhazy belangrijk is. Toen slnit de President de zitting. Drevfus gaat glimlachend heen, bij ziet èr opgeruimd uit, hy wisselt eenige woorden met zijn verdedigers en drukt hnn de hand. Niets bijzonders na de sluiting. De „Figaro" deelt mede dat de minister van oorlog gekant is tegen elke discussie en getuigenverklaring in geheime zitting. Hij seinde Maan dagmorgen in dien geest aan den regeeringscommissaris, majoor Car rière, zoodra hy vernam, dat men in geheime zitting de getuigenverklaring eene. lange reis op kosten van. Hare om hun beiden voordeelen te verzeke- Majesteit er voor hem zeiven het ge- ren voordeden die geen van. beiden volg van zijn zou. Da,L was een. spel kon verkrijgen zonder de hulp van den waar niet aan te denken viel. Als hij ander. De zwarigheid was niet zoozeer eena een testament van Bi.ll Bennoch hoe hij de zaak met Falcon moest aan- to voorschijn bracht, dat hij juist ont- leggen want eenmaal tot het besluit dekt liad. en. waarbij hij tot voogd' over gekomen dat de procureur een schurk Dick was aangesteld Wel is waar had was, gevoelde hij geen schroom op dat Bill nooit zulk een testament gemaakt, punt maar welke beweegredenen hij maai- hij had het kunnen doen. en het eigenlijk voor het gewenschte bondge- orgen? in een hoek, waar niemand het nootschap nnxst opgeven. Het zou juist zoeken zou. weggestopt kunnen hebben,niet voorzichtig rijn te gaan zeggen en Weazel kon zoo juist Bill's haindteo-1 - Ik heb Bennoch die bezitting dooi* kening namaken, dat neen, hij be-;een schurkenstreek bezorgd. Als ik het greep, da t lüj het toch maar liever nietbeken, gaat de bezitting heen. en is moest doen. het met uwe plannen ook gedaan, wat Eindelijk dacht hij veel na over Mr. rij ook rijn mogen.'' Omdat Falcon ze- FaJcon, den nieuwen zaakwaarnemer ker zoii antwoorden „Ga het-maar be- van Mrs. Bennoch. Weazel was een wei-1 kennen, om tot transportatie veroor- nig bevreesd voor hem. Dit was juistdeeld te worden gij weet zeer wel geen compliment voor Falcon, want!dat gij niet durft maak dus dat gij Weazel was nooit bevreesd voor iemand wegkomt, en val mij niet lastig." dien hij voor een. eerlijk man hield, of i Terwijl Weazel aldus peinsde, en zijne voor een gek, of voor een schurk van.hersens vermoeide hoe hij handelen minder kaliber dan hij zelf wasmaar moest, werd er een geklop aan de straa-t- hij had ontzag voor een groot er genie deur gehoord; dat wil zeggen, hij hoor- dan hij in zijne soort. En juist daarvoor da het, maar niet zijne oude dienstbo- hield hij Mr. FaEcon- jde, die een weinig doof Het eenigarins duister denkbeeld, datj „Hei! oude! ga de deur open. doen, hij zich nu begon te vormen, was in doof oud wijf!" het laatste gedeelte van eene soort van overeenkomst of ver- dezen volzin was sot to voce, niet zoo- standhouding met Falcon te treden, zeer uit eerbied voor het gevoel van zijne bed'aagde dienstmeid, als wel om eene kibbelpartij met haar te vermij den. zoo als nog al eens tusschen. hen voorviel. „Daar is mijnheer Peck!" riep de oude vrouw, terugkomende en den spccrwegconducteur binnenlatende. „Ha. Peck' hoe gaat het. u?" riep Weazel. „ik ben waarlijk verrukt u te zien," tcrwijf. hij hem in rijn hart te Jericho of op eene veel onaangenamer plaats wenschte. ,.Ik dacht ik moest eens bij. u aan- loopen," zeide Peck, „kunt gij het nog al met uwe nieuwe dienstbode vinden „O, vrijwel; maar zij is eene ware duivelin, en besteelt mij," zeide hij op een fluisterenden toon. ..Gij geeft haar zeker geene gelegen heid om veel weg te nemen, hè?" zeide Peek lachend. „Wel neen nattmrlijk niet", ant woordde Weazel. „En waar rijt gij in den laatst en tijd geweest?" „O. ik ga om den anderen dag naar het Noorden, doorgaans zoover als tumpingtondie plaats kent gij ze ker wel, niet waar?" vroeg liij. Weazel scherp aanziende. „Ik ken ze eenigarins," was hét ant woord „Een vriend van mij. die daar woont. zeide mij dat hij u kende." ging Peck voort. „Zoowie is dat „Het is de gemeente-secretaris Crank." „O! ha! ha! juist, ik herinner mij; ik moest eens in Stumpiugton uit het register eene kopie van een huwelijks- certificant hebben." antwoordde Weazel. I „Ja. dat heeft hij mij gezegd." her nam Peck, bedaard. „En het blad was er uitgescheurd, geloof ik, niet waar Ja nu gij het mij herinnert, ge loof ik dat het zoo was." antwoorddte Weazel, naar het uiterlijk bedaard maar in zijn. hart verre van gerust. „Hebt gij in den laatsten tijd iets van dc Bennochs gehoord vroeg Peck. Deze plotselinge sprong van het cer tificaat op dc Bennochs verontrustte Weazel nog meer hij stamelde een verward antwoord uit, cn bracht Peck meer dan ooit tot de overtuiging dat Weazel eene of andere schurkerij had bedreven, in verband met de Bennochs en het certificaat; want men moet in 't oog liouden dat Peck weinig van de wet wist, of van den juisten aard van hot proces tusschen Bennoch en Lari mer, en derliadve was het hem onbekend dat do geheele zaak eigenlijk op de wet tigheid van Bennoch gedraaia had „Hebt gij ooit weer iets van Peg ge hoerd vroeg Peck. „Geen woordantwoordde Weazel, die blijde was met eene verandering van onderwerp, ofschoon dit ook geen van de aangenaamste was, om redenen, die hij toen zelf niet wist, maar die wij later zullen ontdekken. „Ik heb haar eens gezien sedert rij u verlaten heeft," zeide Pech, alsof hij niets merkwaardigs vertelde. „Zoo? Wanneer? Waar?" „Ik zag haar ergns in het Noorden rij was in eene zeer fatsoenlijke dienst, hoewel ik u niet zal zeggen waar, omdat ik beloofd heb het niet te doen." „Heel goed." antwoordde Weazel. „Wiens kind zou rij toch wel zijn ging Peck voort, overluid denkende. „Wat doet dat er toe? Hoe komt gij daar zoo op?" vroeg Weazel. eenigsrins scherp. „Omdat ik denk dat wij; het eenmaal te weten zulSen komen; rij: is zeer slim, en ik geloof haast dat rij nu op het spoor is." „Gekheid, gekheid," zeide Weazel haastig, „rij is natuurlijk het kind van de eene af amdetra landloopster, diej haör aan de deur van dien vrekkigen ouden schurk Todd, heeft nedergelegd. Een zotte streek van hem, zorg voor haar te dragen, en miij. met. haar op te schepen „Ik geloof niet dat hij dat vrijwillig ge daan heeft." merkte Peck aan. „Ik wou dat hij het- in 't geheel niet gedaan had," antwoordde Weazel. Na nog een weinig over verschillen de onderwerpen van weinig belang ge sproken te hebben, vertrok Pock, die. in 't voorbijgaan gezegd, dagelijks in schranderheid scheen toe te nemen, als of het gestadig snorren op den spoor weg zijne hersens wakker geschild en gescherpt had. Weazel gevoelde zich uiterst onaan genaam te moede, nadat Pock hem ver laten had. Hij was een schurk door en door. maar een versclirikkedijke lafaard er bij; zoodat hij in gestadige vrees voor de gevolgen van zijne eigene da den verkeerde. Eeno soort van vergel ding' Twee uren later hield eene fraaie ca briolet voor Weazel's deur stil, en Job Peck, die er achterop stond, sprong er ar, en klopte met zulk een donderend geraas aan, dat het de geheele buurt in verbazing gebracht moet hebben, en zelfs voor de oude doove dienstmaagd hoorbaar was. (W«rdt rerraigd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 2